Orderportefeuille van Haarlems
scheepswerven goed gevuld
Zierikzeese middenstanders
Afrenda voor
Haarlem
Toestand in Indonesië
onmiskenbaar verbeterd
procederen tegen gemeentebestuur
Film van Veit Harlan
naar Nederland
Er komt weer wat orde
REGENJASSEN
Luimen van de massa nog te zeer
richtlijnen van regeringsbeleid
Meer stabiele positie
Prof. Gielen antwoordt
Evert Vermeer
Evacuatiebevel
onrechtmatig?
Goede daad
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Overzicht van drie bedrijven
Toneelzaal in ziekenhuis
uitgebrand
Giften van Islamietisch
Rampenfonds
Kunstenaarsfederatie protesteert
Kerkelijk Nieuws
M. DOUWMA EN ZOON
Met landbouwtractor over
openbare weg gereden
Weer een verzoek van
Televisie Stichting
G. H. Bührmann overleden
Gevluchte directeur van
„Levensavond" in arrest
DONDERDAG 9 APRIL 1953
De talrijke, regelmatig verschijnende statistieken omtrent de wereldkoopvaardijvloot
hebben al genoegzaam aangetoond, dat de ongekende vraag welke door de jongste
oorlog is veroorzaakt, nu langzamerhand tot een voorbije periode gaat behoren.
Ofschoon de bedrijvigheid op de werven onverminderd voortduurt is voor sommige
sectoren ervan reeds de vraag gesteld of het verzadigingspunt niet reeds bereikt is.
Bij een bezoek aan drie werven in de gemeente Haarlem bleek ons dat men daar
volop in de orders zit en de dan •vellicht minder belovende toekomst met ver
trouwen tegemoet ziet. Er moet natuurlijk ook met een toenemende concurrentie
rekening worden gehouden, temeer, daar Japan en Duitsland weer vol aan de markt
zijn, zo zei ons de directeur van de Scheepswerf Stapel in Spaarndam, de heer
C. Stapel jr. Parallel daarmee liep de mening, die wij bij de Holland Nautic hoorden
uiten namelijk dat de periode, waarin men weinig moeite behoefde te getroosten om
orders te krijgen, thans voorbij is.
De Haarlemse Scheepsbouw wordt be
halve door de speciale marine-opdracht
voor drie mijnenvegers, waaromtrent van
stonde af een indrukwekkend stilzwijgen
is bewaard, zeker tot eind 1955 in beslag
genomen. Het 400 ton metende vracht
schip „Ville de Saigon" voor Vietnam is
thans zover gereedgekomen, dat het waar
schijnlijk medio Juli zal proefvaren.
Voorts worden op deze werf twee beton-
ningsvaartuigen van 356 ton voor de
Koninklijke Marine gebouwd en het vol
gend jaar begint de bouw van een 1200
ton metend passagiersschip voor Brazilië.
Brazilië is met zijn opdrachten ruim
schoots vertegenwoordigd: zes zeesleep-
boten bij de Holland Nautic en twee veer
boten bij de werf Stapel in Spaarndam.
De laatstgenoemde twee veerboten, die
elk twee motoren van 450 p.k. krijgen, zijn
bestemd voor het vervoer van arbeiders
in Rio de Janeiro. Op deze Spaarndamse
werf, die primair reparatiewerf blijft, in
het bijzonder voor vissersvaartuigen uit
IJmuiden en Katwijk, zijn na de oorlog
reeds verscheidene vaartuigen afgeleverd.
Voor de crisisjaren, die aan de Tweede
Wereldoorlog voorafgingen, had deze werf
een productie-capaciteit van gemiddeld
1000 ton per maand, zoals kustvaarders,
trawlers of graanlichters. Daarna ging
deze werf zich toeleggen op reparatie.
Voor de oorlog bezat zij reeds twee dok
ken en na de oorlog, in 1949 is er een mo
dern gegraven dok van 70 bij 15 meter
bijgekomen. De Scheepswerf Stapel on
derhoudt nauwe relaties met de aanne
mingsmaatschappij Van Hattum en Blan
kevoort, die thans met veel materieel in
het Zuiden aan de beschadigde water
keringen werkt. Bij het vele baggermate-
rieel dat zij voor deze maatschappij ver
vaardigt zijn onder meer een elevatorbak
en twee grote onderlossers van 410 ku
bieke meter, waarvan er één weldra wordt
afgeleverd. Kort geleden gleed hier het
patrouillevaartuig „Boga" voor de Indo
nesische regering te water, dat thans
wordt afgebouwd. Voor Indonesië werden
door deze werf na de oorlog ook reeds
meer schepen gebouwd, twee kustvaar
ders voor de K.P.M., de „Sungei Bila" en
de „Sungei Panai", en een veerbootje
voor Tandjong Priok, de „Djan". Verder
werden er onder meer twee betonnings-
vaartuigen voor de marine (het Loods
wezen) afgeleverd.
Bij de Holland Nautic voer dezer dagen
de eerste van een serie van zes sleep
boten het Spaarne op, die ongeveer over
een week zal proefvaren. Weldra volgen
de andere vijf, eind Juli hoopt men de
laatste van het stel „er uit" te hebben. De
bouw van deze forse zeeslepers, die voor
Brazilië bestemd zijn en elk een vermogen
van 750 paardekrachten hebben, begon
het vorig jaar. Nog deze maand wordt de
De toneelzaal in de R.K. Ziekenverple
ging te Hilversum is door brand verwoest.
Een verpleegster, die een sterke brand
lucht bespeurde, maakte alarm, waarna
vergeefs getracht werd met de blusinstal
latie van het ziekenhuis het vuur te doven.
De brandweer bestreed de vlammen met
zeven stralen en was na twee uur de brand
meester.
De oorzaak van de brand is onbekend.
De avond tevoren was in de zaal de gene
rale repetitie gehouden voor een uitvoe
ring, die Dinsdagavond gegeven zou wor
den.
Na de aardbeving, die de vorige maand
het district Torud in Oost-Perzië heeft ge
troffen, is in Nederland een Islamietisch
Rampenfonds opgericht, dat tevens gelden
inzamelde voor de slachtoffers van de
overstromingen in Indonesië.
Het bestuur heeft thans de Perzische
gezant een cheque overhandigd van
i 10.000.
Vrijdag zal het bestuur van het fonds
een cheque van f 23.000 overhandigen aan
de waarnemend Hoge Commissaris van In
donesië voor de slachtoffers van de over
stromingen in Indonesië.
ADVERTENTIE
kiel gelegd voor een 610 ton metende kust
vaarder voor binnenlandse rekening.
Tot nu toe waren de Groningse werven
bij uitstek de „bakermatten" van kust
vaarders, maar na de oorlog begonnen ook
de Haarlemse werven in de bouw van
deze schepen hun aandeel te krijgen.
Kort geleden kreeg de Holland Nautic
ook een buitenlandse opdracht voor de
bouw van niet minder dan tien kleinere
sleepboten voor havendiensten elk met
een motorvermogen van 200 p.k.. Afge
zien van het vele werk in de machine
fabriek heeft men ook op de werf voor de
komende tijd de handen vol.
„Films van de maker van Jud Süss die
nen voorgoed uit de Nederlandse samen
leving te worden verbannen", zo heeft de
Nederlandse Federatie van Beroepsver
enigingen van Kunstenaars geschreven
aan drie instanties, die naar zij meent de
vertoning in Nederland kunnen tegengaan
van de Duitse film „Die unsterbliche Ge-
liebte".
De regisseur van deze film is de Duitser
Veit Harlan, die onder het nazi-régime
van zich heeft doen spreken door zijn film
„Jud Süss".
De Federatie schrijft onder meer:
„Het moet, menen wij, ontoelaatbaar
worden geacht, dat het werkstuk van
iemand, die zich op zodanige wijze met
het nationaal socialistische régime heeft
geïdentificeerd als Veit Harlan dit deed,
in ons land wordt vertoond. Wij achten het
onze plicht u er van in kennis te stellen,
dat wij ons om deze reden tegen de ver
toning van films van Veit Harlan ten
sterkste zouden moeten teweer stellen".
De brief is verzonden aan de Filmdistri
butie N.V. in Den Haag, het filmverhuur
kantoor, dat „Die unsterbliche Geliebte"
in ons land wenst te importeren, voorts
aan de Centrale Commissie voor keuring
van Films in Den Haag, die deze film zal
moeten goed- of afkeuren cn tenslotte aan
de Nederlandse Bioscoopbond in Amster
dam.
DONDERDAG 9 APR'"
De Leeuwerik: Openbare vergadering
VVD, spreker prof. mr. P. J. Oud, 8 uur.
Remonstrantse Kerk: Paasspel „De dag des
Heeren", 8 uur. Zuiderkapel: Spreker G.
Nieuwenhuysen, zang Jetty Visser, 8 uur.
Luxor: „Geluidsbarrière, 14 jaar, 7 en 9.15
uur. City: „De laatste grens", 14 jaar, 7 en
9.15 uur. Lido: „A. en C. in Alaska", alle
leeft., 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De big van
het regiment", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Frans
Hals: „De vlucht van kapitein Blood", 14
jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Singing in
the rain", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Palace:
„Heidi", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Minerva:
„Balboekje", 18 jaar,-8.15 uur.
VRIJDAG 10 APRIL
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellin
gen, nieuw programma. Nassauplein 8:
Theosofische Vereniging, spreker ir. F. Nie-
möller, „Mens durf te leven", 8 uur.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen tot pred. voor buitengew. werk
zaamheden (geestelijke verz. strijdkrachten)
E. G. Boesemkool, cand. te Nieuwleusen.
Idem (tot evangelist van de raad voor
Kerk en Israel), S. P. Tabaksblatt, cand. te
's Gravenhage.
Benoemd tot hulppred. te Soesterberg-
Huis ter Heide-Den Dolder, K. W. Kaneil te
Bilthoven, oud-legerpred. in Indonesië, die
deze benoeming ook aannam.
Aangenomen naar Vught (toez). G. Nulbey
te Wilhelminadorp.
Bedankt voor Zandvoort (vac. E. Saraber)
D. v. Krugten te Soest.
Gcref. kerken
Beroepen te Toronto (Ontario) (Chr. Ref.
Church). H. W. Kroeze te Oenkerk. te
Winschoten L. Zwanenburg te Oud-
Schoonebeek.
Geref. kerken art. 31 K. O.
Beroepen te Middelburg
Nieuwleusen.
Beroepen te
Rotterdam-C.
H. Scholte te
Geref. gemeenten
Werkendam M. Blok te
Geref. kerken art. 31 K. O.
Beroepen te Eindhoven, J. Kok te Leerdam.
Naar Soemba
De kerkeraad der Geref. kerk onderhou
dende artikel 31 K. O. te Zwolle besloot als
zendende kerk een deputatie naar Soemba
te zenden in verband met het feit dat de
afgezette ds. S. J. P. Goossens daarheen op
eigen initiatief weer vertrokken is om een
onderzoek in te stellen naar de mogelijk
heden die er thans voor de zending dezer
kerken nog zijn. De delegatie bestaat uit de
heren ds. D. Vreugdenhil en ouderling P.
Eilander, beiden te Zwolle en C. C. de Vries
te Nijkerk, die Indonesië uit ervaring kent.
ADVERTENTIE
Egypt, katoen
Woll. Gabardine
32.50 - 97.50
95.-145.—
Gen. Cronjéstraat 4244 - Tel. 15438
Het Comité van Belgisch-Nederlands-
Luxernburgse samenwerking, afdeling Am
sterdam, heeft aan Prinses Josephine Char
lotte van België en Prins Jean van Luxem
burg bij gelegenheid van hun huwelijk
bovenstaande kristallen bokaal
aangeboden.
Onlangs heeft het gerechtshof te Arnhem
een zaak behandeld tegen een melkrijder
uit Borculo, die op de openbare weg met
een landbouwtractor had gereden en melk
vervoerd zonder in het bezit te zijn van
een bewijs, waaruit zou moeten blijken, dat
hij motorrijtuigenbelasting had betaald.
Het hof achtte hem niet strafbaar op grond
van een ten aanzien van artikel 6 der
Motorrijtuigenbclastingwet uitgevaardigd
Koninklijk Besluit van 10 April 1930,waar
in is bepaald, dat geen belasting verschul
digd is voor motorrijtuigen, welke uit de
aard bestemd zijn om elders dan op wegen
te worden gebruikt, indien zij uitsluitend
ten dienste van het landbouwbedrijf van
de openbare weg gebruik maken. De ver
dachte gebruikte zijn landbouwtractor ten
behoeve van de melklevering van zichzelf
aan een coöperatie. De ontvanger had hem
een bewijs, dat geen belasting verschuldigd
was, geweigerd omdat zijns inziens het
vervoer van de melk geschiedde ten be
hoeve van de coöperatie. Het gerechtshof
achtte deze beslissing van de ontvanger
onjuist en ontsloeg de melkrijder van
rechtsvervolging.
De procureur-generaal in Arnhem ging
van dit arrest in cassatie. De Hoge Raad
heeft zijn beroep echter verworpen.
VERZENDING VAN ZEEPOST
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet zijn
bezorgd, staan achter de naam van het
schip vermeld: Voor Indonesië: ms „Bali"
(16 April); voor Nieuw Guinea: ss „Tomi-
ni" (21 April); voor Nedeidandse Antillen:
ms „Sibajak" (15 April); voor Suriname:
ss „Cottica" (15 April); voor Zuid-Afrika
en Zuid-West-Afrika: ms „Sterling Castle"
(11 April); voor Canada: ss „Nieuw Am
sterdam" (11 April), ss „Waterman" (13
April) en ms „Westerdam" (16 April);
voor Zuid Amerika ss „Andes" (16 April);
voor Brazilië: ms „Aldabi" (15 April);
voor Australië via Engeland (11 April) en
voor Nieuw Zeeland via Engeland (11
April).
(Van onze correspondent te Soerabaja)
Hoewel er alle reden is om de toestand in Indonesië met grote bezoi'gdheid gade te
slaan, is het toch stellig zoals voortdurend weer gebeurt onjuist te zeggen dat
er in het geheel geen vooruitgang zou zijn. Men vergeet gauw en concentreert zich
gemakkelijk op het onaantrekkelijke heden, daarbij maar al te licht uit het oog ver
liezend, dat het verleden ook een aantal buitengewoon onaantrekkelijke kanten bood.
In 1950 bijvoorbeeld waren in Oost- en Midden-Java, tot in de grote steden toe,
schietpartijen aan de orde van de dag. Men barricadeerde zijn huizen in de stad
tegen rovers en de bevolking van het platteland nam de vlucht naar de steden. Ban
doeng werd overvallen. Er brak opstand uit op Ambon en in Makassar. Op klaar
lichte dag werden mensen op straat van duizenden guldens beroofd. Ondernemingen
werden leeggeroofd en gebrandschat. In Soerabaja alleen was het aantal auto-dief
stallen niet meer te tellen. Er woedde een felle strijd tussen ambtenaren, die wel en
niet met het voormalige Nederlands Indische gouvernement hadden samengewerkt.
Het was een eindeloze reeks van ernstige gebeurtenissen, die stuk voor stuk de pas ge
boren staat op zijn grondvesten deden schudden. Dit alles is nu voorbij en dat is
belangrijke winst. Helaas zijn er nieuwe problemen voor in de plaats gekomen, nu
vooral van economische en financiële aard.
Maar critiseert men met een terugblik
tot 1950 en niet alleen met het oog op de
situatie van vandaag dan zal men moe
ten toegeven, dat er wel iets bereikt werd.
En eigenlijk is er alle ï-eden om zich te
verbazen, dat in de eerste periode van het
zelfstandig manoeuvreren, het hele schip
van staat niet reddeloos op de klippen te
pletter is geslagen. Wat bereikt is, dat is
een wat meer stabiele positie. Onder de
gegeven omstandigheden is dat reeds een
belangrijk winstpunt, dat tevens een kleine
belofte inhoudt voor de toekomst. Zo'n
belofte was er in de eerste periode na 1949
stellig niet. Dat het nu in de naaste toe
komst veel beter zal gaan, mag men niet
verwachten. Men zal de Indonesische re
gering tijd moeten geven en niet van haar
mogen verlangen, dat zij in enkele maan
den iets presteert, waar jaren, waarschijn
lijk vele jaren, voor nodig zijn. Ons inziens
is de situatie op het ogenblik zo, dat de
Indonesiër dankbaar mag zijn, dat hij na
drie jaren op net thans bereikte punt is
aangekomen en dat het hem gegeven is de
nog wachtende vraagstukken omzichtig aan
te pakken. Onze indruk is daarbij, dat de
doorsnee Indonesiër de zaak ook inderdaad
zo ziet. En het is misschien wel goed er in
dit verband op te wijzen,-dat elk terug-
vei-langen naar de ongetwijfeld betere toe
standen van voor de oorlog hem vreemd
is. Hij moge dan wel eens een vergelijking
tussen toen en nu trekken, niettemin is hij
bereid de zware tol, die hem gevraagd
wordt op de weg van kolonie tot zelfstan
dige staat, te betalen.
Door Nederlandse bril bekeken, ligt de
zaak natuurlijk heel anders. Ook de Ne
derlander betaalt een deel van de prijs
van de souvereiniteitsoverdracht. Voor
hem is er echter achteruitgang, zonder een
redelijke kans om deze teruggang eens te
zullen mogen zien als een aanloop voor
een betere toekomst. Niemand zal kunnen
ontkennen dat de souvereiniteitsoverdracht
tot gevolg heeft dat vele Nederlandse be
langen in Indonesië van aflopende aard
zijn. Van Indonesisch standpunt is het na
tuurlijk volkomen logisch dat men vele
zaken, thans nog in handen van Neder-
landei-s en andere buitenlanders, zelf wii
gaan drijven. Het onlogische is echter, dat
men hierbij vaak met zo'n geweld te werk
gaat, dat men aan de pilaren van de eigen
economie gaat rukken, waardoor het hele
gebouw staat te schudden en begint te
scheuren. En dit alles vindt plaats in een
sfeer van ciüsis en achteruitgaande econo
mische kansen, in een sfeer van onlust,
misnoegen en tekortkomingen. Zet de nei
ging, welke Indonesië thans aan de dag
legt, om alles in een geforceerd tempo zelf
te gaan doen, door, dan zal de weg om tot
normale omstandigheden te komen, die
zonder extra moeilijkheden toch al zwaar
genoeg te begaan zal zijn, ongetwijfeld nog
eens met kilometei-s worden verlengd. Dat
het zover zal komen, is helaas gezien de
ontwikkelingen van de laatste tijd, niet
denkbeeldig. Immers, regering en parle
ment hebben in dit land, waar nog nimmer
verkiezingen zijn gehouden, de sterke nei
ging zich te richten naar de wil van de
massa.
En die wil is bepaald niet sympathiek
voor ons Nederlanders. Trouwens en
dat kan ons tot schrale troost zijn even
min voor andere blanke buitenlandei*s. De
Washington Post schrijft althans: „Ameri
kanen zijn in Indonesië nog minder popu
lair dan andere buitenlanders, ondanks
hun dollaruitgaven ten behoeve van voor
lichtingsbibliotheken en diplomatieke en
consulaire werkzaamheden". „Van vele In
donesische politici", aldus het blad, „kan
mep horen, dat het mislukken van de po
gingen tot verhoging van de levensstan
daard te wijten is aan Amerika, dat de prijs
van de rubber en van andere Indonesische
deviezenbronnen, drukt".
En dat is dan de dank, die Amerika, dat
zo sympathiek stond tegenover de over
dracht van de souvereiniteit en dat in de
zelfstandig wording van Indonesië zo'n
werkzaam aandeel had, in ontvangst mag
nemen.
Het bestuur van de Nederlandse Televi
sie Stichting heeft zich schriftelijk tot het
bestuur van de Koninklijke Nederlandse
Voetbalbond gewend met het verzoek op
korte termijn een conferentie te doen hou
den in verband met de landenwedstrijd
NederlandBelgië, op 19 April aanstaande
te Amsterdam, welke ontmoeting men per
televisie wil uitzenden.
Op 25 Maart sprak het Tweede Kamer
lid Evert Vermeer in de VARA-rubriek
„Op de korrel" over een artikel van prof.
Jos. J. Gielen met betrekking tot het hu
manisme. Dit was voor prof. Gielen aan
leiding zich gisteravond voor de VARA-
microfoon te verweren.
In een inleidend woord zei Evert Ver
meer dat hij in zijn rubriek een paar keer
over het humanisme heeft gesproken om
dat hij er bezwaar tegen had dat de Partij
van de Ai-beid en de VARA met het hu
manisme worden vereenzelvigd, en omdat
hij geloofde dat de strijd tussen de geeste
lijke richtingen ermee gediend is dat er
een open en eerlijk gesprek plaats vindt.
Hij herhaalde hierna zijn opmerkingen van
25 Maart, waarna prof. Gielen het woord
kreeg. Hij z<£ dat Evert Vermeer gezegd
had dat hij in een artikel in het Limburgs
Dagblad een groot aantal onjuistheden
over het humanisme zou hebben gedebi
teerd. „Het belangrijkste is, dat ik geschre
ven heb, dat de humanist zijn toevlucht
kan nemen tot leugen en bedrog en dat
ieder voor eigen geweten bepale, hoever
hij gaan kan." „Welnu", zei prof. Gielen,
„dat hèb ik geschreven. Wanneer Eveirt
Vermeer dit evenwel kwalificeert als leu
gen en bedrog geeft hij valse voorlichting.
In de bedoelde woorden gaf ik, ten dele
letterlijk, de samenvatting van wat dr.
Van Praag in Modern Humanisme ge
schreven heeft."
Prof. Gielen citeerde vervolgens een
aantal passages uit dit boek waaruit hij
concludeerde dat dr. Van Praag het liegen
als kwaad vei-werpt maar tevens erkent,
dat men het desondanks soms moet doen.
Voorts zei prof. Gielen: „Evex-t Vei-meer
verzweeg voor u, dat ik in het Limburgs
Dagblad dertien artikelen over deze zaak
geschreven heb. Hij deelde u njet mee,
dat ik in het eerste de humanisten eniger
mate in beschei-ming heb genomen tegen
over minister Mulderije, omdat humanis
me voor mij een minder euvel is dan nihi
lisme. Hij vertelde u niet, dat het laatste
artikel tot gewetensonderzoek in eigen
kring aanspoorde."
„Gaarne en vol overtuiging zeggen wij
het de Franse schrijver Francois Mauriac
na: „Een ontkerstende wereld is een ge
kruisigde wei-eld." Wij willen die wereld
van dit kruis bevrijden. Ik hoop dat Evert
Vei-meer dit zal inzien. Voor hem zou dat
betekenen, dat hij u niet meer het lapje
van vier zinnen uit een brede vlag van der
tien artikelen voorhoudt," aldus prof.
Gielen.
In een slotwoord merkte de heer Ver
meer op, dat hij niet heeft beweerd dat
allen, die het humanisme bestrijden, leugen
en bedrog gebruiken. „Ik denk daarbij al
leen maar aan de artikelen van pater Van
der Wey, die ik zeer hoogacht en waarmee
ik als humanist zeker een basis voor dis
cussie heb," aldus de heer Vermeer, die
voorts zei dat prof. Gielen niet bestreden
heeft, dat hij dr. Van Praag woorden van
Hei-man Gci-ter in de mond heeft gelegd,
en evenmin naar zijn overtuiging had aan
getoond, dat achter de woorden, die dr.
Van Praag zou hebben geschreven de zin
„ieder bepale voor zijn eigen geweten hoe
ver hij gaan kan" zou staan.
Het gerechtshof in Den Haag heeft de
zaak van de Zierikzeese middenstandei-s
tegen het gemeentebestuur van Zierikzee
behandeld. De middenstanders meenden,
dat het bevel tot evacuatie hun door het
gemeentebestuur ten om-echte was gege
ven. Zij werden indertijd in kort geding
door de president van de Middelburgse
rechtbank in het ongelijk gesteld. Van
deze uitspraak gingen zij in hoger beroep.
Voor de middenstanders pleitte voor het
gei-echtshof mr. K. A. Keuning. Hij be
toogde dat er in Zierikzee binnen de kom
geen sprake meer is van een alarmerende
toestand. Er is voldoende di-inkwater, de
gasvoox-ziening is uitstekend geregeld, ge
vaar voor aanspoelende cadavers bestaat
niet. Reden tot ongerustheid bij vloed
opkomst is er niet meer.
De burgemeester, aldus mr. Keuning,
heeft zich te grote bevoegdheden toege
ëigend.
Volgens de gemeentewet was de burge-
meester niet bevoegd de evacuatie te beve-
Als ge bij uw vacantie wel
licht in de schone buurten
van Liefkenszande ten Poppel
komt, laat dan daar niemand
merken dat ge me kent, en dat
ge weet waar ik te vinden ben.
Het is een tragisch feit, dat ik
nooit of te nimmer daar meer
vei-schijnen kan, ofschoon ik
iedereen en alles te Liefkens
zande ten Poppel steeds het
allerbeste heb toegewenst.
Sterker nog: Juist omdat ik
dit dierbare kleine plaatsje
zo lief had, heeft het mij te
eeuwigen dage uitgebannen en
zoekt het mij om wraak.
Liefkenszande ten Poppel ligt
aan de rand van de hei in het
Zuidenste Zuiden van ons
land. Het is, zoals zijn naam
zegt, gebouwd op het droge
zand van de Kempen onder
de schaduw van wat uitge
droogde populieren rond een
kerkje dat er al gestaan moet
hebben toen er van Liefkens-
zande-ten-Poppelaren nog
geen sprake was. De hei is er
grauw en het zand geel, de
populieren grijs als oude man
nen en het schaarse volk dat
er woont is vriendelijk en
zwijgzaam. Ge zoudt uzelve
nooit kunnen voorstellen, dat
er vijandschap zou kunnen be
staan tussen een lief dorpje
als dit en wie dan ook.
Maar ik durf er van mijn le
ven niet meer te komen, uit
schaamte en berouw.
Dertien goede dagen heb ik
er geleefd, als soldaat in de
mobilisatie van negen-en-der
tig. Wij wax-en er met zeven
tig man gekomen en wij meen
den er jaren te zullen blijven,
omdat niemand ter wereld
ooit nog gedachte kan hebben
op mensen die in Liefkens
zande ten Poppel zijn neerge
streken. Men zit daar opgeslo
ten tussen de natuurlijke
schoonheden van het land en
de buitenwereld is weggeval
len naar de krantenkolommen,
waai'in nooit van Liefkens
zande ten Poppel wordt ge
waagd.
We zalen er als soldaten zon
der emplooi, ingekwartierd bij
boerenmensen die blij waren
met het vertier en zich uit de
naden werkten om het ons
naar de zin te maken. Met ze
ven mannen woonde ik in bij
moederke Van Dussele, waar
wij sliepen in een oude hooi
schuur. Zo ging dat in het ver
leden, toen waren soldaten nog
gauw tevreden. Moederke Van
Dussele sleet melk in het
dorp, haar man was vroeg ge
storven en kinderen had ze
niet. Het was een slim en kor
daat menske, dat vrolijk haar
dagelijkse weg ging naast haar
karretje met het aftandse hitje
ervoor, en, tussen de keuken
wagenuren door, voor ons
iikke boterhammen met spek
meed.
Haar hitje heette Klaas, en hoe
oud 't was wist zelfs moederke
Van Dussele niet. Zij had het
paardje al tweedehands ge
kocht toen haar man stierf, en
zij in de handel moest om in
leven te blijven.
Het was een schoon leven voor
de mannen in uniform daar op
het erf en op de hei. Tweemaal
daags appèl op het dorpsplein,
en verder maar zien dat ge
u niet teveel liet zien.
Er was één ding dat ons leed
deed voor moederke en haar
hit, dat was de armelijke stal
waarin Klaas zijn dagen slij
ten moest. Een stal? Het was
een bouwsel van platgeslagen
petroleumblikken en marga
rineplankjes, van jutezakken
en bonestaken. Een stal om
bij te huilen van narigheid als
de regen door de spleten sie
pelde en de wind tussen de
blikken en bonestaken een ve
nijnig wijsje floot. Maar moe
derke Van Dussele had geen
geld en geen mankracht om er
wat beters van te maken.
Op een dag scheen de zon zo
mild en werd het lage huisje
van moederke zo overgoten
met een gulden vloed van
vriendelijkheid, dat het ons
soldaten bij het puntje van
ons goede hart greep. Wij wer
den vlijtig en ondernemend
van goedheid. En wij vroegen
moederke van wie die gave
houten balken waren, die in
haar hof gestapeld lagen sinds
mensenheugenis.
Van mij, zei moederke. Ze lig
gen er al sinds toentertijd.
En zoudt ge niet een schone
nieuwe stal voor Klaasje wil
len?
Jawel en gaarne, zegde moe
derke, die de melkkannen aan
het schuren was.
Wij zijn met zeven flinke man
nen en wij hebben niets om-
nanden zeiden wij. Waarom
zouden wij met die balken en
wat anders niet een mooie
nieuwe stal voor uw hit
bouwen?
Dat was een schoon idee. Lief
de terugbetalen met een stevi
ge stal. Gastvrijheid belonen
met werk uwer handen. Goed
doen aan een oud moederke en
een afgeleefd paard.
Dat is mooi van jullie, zegde
moederke. Begin maar.
En wij begonnen; wij begon
nen met afbreken, aangezien
de nieuwe stal moest komen
waar de oude stond. Wij ruk
ten de scheve bonestaken uit
elkander en smeten de jute
zakken op een hoop. En toen
Klaas met moederke terug
kwam van zijn dagelijkse
sleepgang door het dorp, zag
hij een net kaal zandveldje
waar eens zijn schamele wo
ning stond.
Het schiet goed op, zegde moe
derke Van Dussele. Nu aan het
bouwen. Dan zet ik Klaas
maar voor één nacht in de
bijkeuken.
Die avond sorteerden wij de
balken en planken, die wij
bijeengescharreld hadden, wij
stalen spijkers uit de gereed
schapskist van de fourier en
legden alles gereed voor de
volgende dag. De dag van het
bouwen.
En toen wij bij donker in onze
slaapschuur kropen, zagen wij
Klaas nieuwsgierig door het
venster van de bijkeuken naar
de sterren loeren.
Zo is het gegaan en verder
niets. Het was tragisch en on
gelukkig en vreselijk en al wat
ge maar wilt. Vérder niets.
Want de volgende morgen bij
dag en dauw schetterde de
hoornblazer ons wakker en
peuterde de officier van dienst
de zeventig mannen uit alle
hoeken en gaten van het dorp
bijeen om op mars te gaan. Wij
gingen op mars en kwamen
nooit meer terug in Liefkens
zande ten Poppel.
Als ge er bij uw komende
vacantie in de buurt komt,
moet ge eens voorzichtig bij
moederke Van Dussele in de
bijkeuken kijken.
Maar noem mijn naam niet.
Ge kunt nooit weten. Het was
zo goed bedoeld, ziet ge.
Dat is het ergst van al.
J. L.
len. Bovendien mocht er geen noodrecht
worden toegepast omdat er in Zierikzee
in de juridische zin van het wooi-d niet
van een noodtoestand gesproken kon wor
den. De overheid heeft de haar gegeven
bevoegdheden voor andere doeleinden ge
bruikt dan voor die, voor welke zij ge
geven werden.
Daarna was het woord aan mr. F. W.
Adriaanse, die voor de burgemeester van
Zierikzee pleitte. Hij wees erop. dat men
bij deze kwestie de wetswijziging van 1931
niet uit het oog mocht verliezen. Hierbij
werd het toetsingsrecht van de rechter uit
geschakeld en het werd hem verboden,
het terrein te betreden van het administra
tief beleid. Dit werd alleen toelaatbaar ge
acht bij een duidelijke aanwijzing op grond
van de wet of bij bijzondere omstandig
heden. Uit de watersnood, zo vervolgde hij,
kan een noodtoestand voortvloeien. Èr
moet een autoriteit zijn, die diep in het
leven der bevolking kan ingrijpen ter wille
van de veiligheid dezer bevolking en voor
de handhaving der openbare orde.
voxgens mi\ Adriaanse zal men moeten
aannemen, dat de gemeentewet onder be
paalde omstandigheden evacuatie toelaat.
Zierikzee neemt een uitzonderingspositie
in, en het gemeeptebestuur mocht geen
risico's nemen. Een kwart van de panden
is onbewoonbaar en de gemeente moest
dus geëvacueerd worden om te voorkomen,
dat de bevolking te zeer opeen gedrongen
zou worden. Verstoring van de openbare
orde kan ook voorkomen bij natuurrampen.
Hij wees de critiek, die zijn tegenpleiter
op de burgemeester had uitgebracht van
de hand en zeide, dat deze waarlijk niet
voor zijn genoegen tot evacuatie was
overgegaan. Resumerende zei hij, dat het
hof te beslissen had, of een burgemeester
eventueel het recht had tot evacuatie bij
een noodtoestand over te gaan en of hier
in dit geval inderdaad van een noodtoe
stand gesproken kon worden. Na repliek
en dupliek werd de uitspraak bepaald op
13 Mei.
Te Amsterdam is in de ouderdom van
73 jaar overleden de heer G. H. Bührmann,
die tot 1 September 1950 hoofddirecteur
was van G. H. Bührmann's Papiergroot
handel N.V. te Amsterdam. Meer dan 58
jaren heeft de heer Bührmann zich aan de
belangen van deze onderneming gewijd.
Na zijn aftreden als hoofddirecteur werd
hij commissaris der vennootschap.
De begrafenis geschiedt Zaterdag om
halftwaalf op de algemene begraafplaats
aan de Bergweg te Bloemendaal.
De directeur van het Tehuis voor Ouden
van Dagen „Levensavond" te Medemblik,
de heer A. G. D., die sedert Vrijdag ver
dwenen was met medeneming van 3000
pensiongelden, is Woensdag 8 April te Ant
werpen gearresteerd.
Een brief, die uit Antwerpen was ver
zonden, ondertekend door een kennis van
D., en geadresseerd aan een der bewoners
van „Levensavond", had tot gevolg, dat
Dinsdagnacht de postcommandant van de
rijkspolitie te Medemblik met de districts
recherche naar Antwerpen reisde, waai
tot de arrestatie van D. kon worden over
gegaan.