5000e
Het wachten is op Godot
Agenda voor
Haarlem
W
Ik
W'
RANG
P
Belofte
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
Stabiliteit in Amerikaanse
bedrijfsleven nu ingetreden
Twee nieuwe speeltuinen
VEEL STROMINGEN EN VEEL GEPRAAT
IN DE THEATERS VAN PARIJS
Drie ]aar geëist tegen
oneerlijke administrateur
Minister De Bruin sprak
op GNV-bijeenkomst
Bejaarde vrouw bij
brand omgekomen
Kuikens zijn geen speelgoed
Nota over studietoelagen
aan studenten
Effecten- en
Geldmarkt
Nog even, en de
komt
Burgerlijke Stand
van Haarlem
Collecte ten bate van
Katholiek speeltuinwerk
SOFT
SAFE
SOLUBLE
Toneelgroep 't Spectrum
en jaarfeest MTS
ZATERDAG 18 APRIL 1953
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
99
99
(Van onze correspondent te Parijs)
Waf er deze maanden op theatergebied zoal in Parijs te beleven valt? De vraag is
eenvoudiger en sneller gesteld dan in een paar honderd woorden te beantwoorden.
De moeilijkheid is vooral, dat er in het Parijse publiek en theaterleven bijna evenveel
stromingen en dus zinnen te onderscheiden zijn als kerkgenootschappen in ons land.
Er zijn mensen, die alles weten van het boulevardtoneel, waar Bernstein, Deval,
Guitry en Roussin de luchtige toon aangeven, maar die zich voor geen geld zouden
wagen in een van die kleine zaaltjes in het Quartier Latin, waar een wat nieuwer
geluid is te beluisteren. En tussen die beide bolwerken van het lichte amusement en
de avant-garde ligt ook geografisch de Comédie Frangaise (die zo juist van
directie verwisselde) en die aan de verlangens van een heel ander publiek grof
gesproken: half buitenlands en half provinciaals appelleert. We moeten echter een
keuze doen. De laatste weken zijn wij enkele theaters binnengelopen om te zien wat
daar zoal gaande was.
Om met de experimentelen te beginnen:
in het aardige Théatre Babylone gaat nu
al vele maanden lang „En attendant Go-
dot". Een heel curieus stuk. De schrijver
heet Samuel Beckett, een Ierse leraar, die
al twintig jaar aan een Parijs lyceum is
verbonden en die zijn werken in het Frans
pleegt te schrijven. „Het wachten is op
Godot" is een stuk vrijwel zonder actie en
met bijna geen décor: een toneel met een
verschrompeld boompje, dat in een woes
tijnachtige vlakte staat. Er treden slechts
vier personen in op. Twee landlopers in
lompen, alsmede een wonderlijk heer en
een seniele slaaf, die bovendien als een
soort trekpaard wordt gebruikt. Bij gebrek
aan actie wordt er in het stuk overweldi
gend veel gepraat, zonder dat er echter
veel gezegd wordt waaruit men ook maar
iets als een intrige zou kunnen afleiden.
Een these-stuk dus? Eigenlijk evenmin.
Beckett heeft ongetwijfeld wel iets willen
uitdrukken, maar hij doet dat zonder
te „getuigen" door middel van bedekte
insinuaties en suggesties en door subtiele
toespelingen, welke alleen door de goede
verstaander begrepen worden.
Er zijn mensen als Jean Anouilh, die
men zeker geen onmondigen mag noemen,
die Beckett beschouwen als een der groot
ste dramaturgen, die de laatste tijd zijn
opgestaan. Zijn grootheid schuilt vooral in
die tijdeloze atmosfeer van beklemmende
onzekerheid, die hij weet op te roepen. In
die onzekerheid laat hij aan het slot van
de avond zijn publiek achter. Hij geeft de
mensen geen „antwoord" mee naar huis,
maar boezemt degenen, die ontvankelijk
zijn voor zijn geestelijk klimaat, wel een
gevoel van bijna griezelige leegte in. Op
wekkend kan men zijn stuk dan ook be
paald niet noemen.
Die twee bedelaars houden kwartieren-
lange gesprekken over een schoenveter of
over een middagmaal. En als men dan ein
delijk denkt dat er iets gebeuren gaat, dat
ze zullen vertrekken of één of andere be
slissing nemen, dan zegt de één: „We moe
ten hier blijven, we kunnen niet weg".
„En waarom dan niet?"
„We hebben hier afgesproken met
Godot. Op hem zullen we moeten wach
ten".
Wie die mysterieuze Godot, die men nooit
te zien krijgt en waarop iedereen wacht,
dan wel is? Dat is God, een onzichtbare
macht, die alles domineert en waaraan nie
mand zich onttrekken kan en welke vol
gens de schrijver elk menselijk streven
dan ook vruchteloos en zelfs overbodig
maakt. Dat is althans de conclusie, de zin
van dit stuk, die het dichtst voor de hand
ligt. Maar niet die moraal is het voornaam
ste. De waarde schuilt in die vreemde,
apathische atmosfeer, die mengeling van
ongezouten realisme (want die landlopers
nemen geen blad voor de mond), van sur
realistische symboliek en van een mysti
cisme, waaraan elk spoor van dweepzucht
te enenmale vreemd is.
„En attendant Godot" is door hetgeen
erin gezegd, maar vooral door wat erin
verzwegen wordt, zeker een werk met Gen
volmaakt nieuw geluid.
„Médée" van Jean Anouilh
Wij noemden zo juist de naam van Jean
Anouilh, ook in Nederland geen onbeken
de. Van hem heeft het „Théatre de 1'Ate
lier" in het hoge Montmartre onlangs weer
een nieuw stuk opgevoerd. Het heet „Mé-
ADVERTENTIE
U zult 's morgens „kiplekker"
r nit bed springen.
Elke dag moet uw lever een liter gal ln uw
Ingewanden doen stromen, anders verteert uw
voedsel niet. het bederft. U raakt verstopt,
wordt humeurig en loom. Neem de plantaardige
CARTER'S LEVERPILLETJES om die liter
gal op te wekken en uw spijsvertering en stoel
gang op natuurlijke wijze te regelen. Een
plantaardig zacht middel, onovertroffen om de
gal te doenstromen. Eist Carter's Leverpilletjes.
ZATERDAG 18 APRIL
Stadsschouwburg: „Moeilijk mens" (Neder
landse Comedie), 8 uur. Spaarne: „Los
prijs", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals:
„Mara Maru', 14 jaar, 7 en 9.15 u. Minerva:
„Legershow in Tokio", alle leeft., 7 en 9.15
uur. Rembrandt: „Het wonder van Fatima",
alle leeft., 7 en 9.15 uur. Palace: „Dubbel
spel", 18 jaar, 7 en 9.15 uur.
Lido: „Als de avondklokken luiden", 14 jaar,
7 en 9.15 uur. City: „Iwo Jima", 18 jaar, 7
en 9.15 uur.
ZONDAG 19 APRIL
Concertgebouw: Uitvoering balletschool
Maud Kool, 8 uur.
Stadsschouwburg: „Een moeilijk mens"
(Nederlandse Comedie), 8 uur. Spaarne:
„Losprijs", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Frans Hals: Zondagmorgenvoorstelling „Het
grote concert", alle leeft., 11 uur; „Mara
Maru", 14 jaar, 2. 4.30, 7 en 9.15 uur. Minerva:
„Legershow in Tokio", alle leeft., 2, 4.15, 7
en 9.15 uur. Rembrandt: Zondagmorgenvoor
stelling „Het leven' van Beethoven", alle
leeft., 11 uur; „Het wonder van Fatima", alle
leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Dubbel
spel", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor:
„24 uur uit een vróuwenleven", 14 j.. 2, 4.15 7
en 9.15 u. Lido: „Wilde pracht", alle leeft.,
11 uur; „Als de avondklokken luiden", 14
jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „Iwo Jima",
18 jaar, 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur.
MAANDAG 20 APRIL
Spaarne: „Losprijs", 18 jaar, 2.30, 7 en
9.15 uur. Frans Hals: „Mara Maru", 14 jaar,
2.30, 7 en 9.15 uur. Minerva: „Legershow in
Tokio", 2.30 en 8.15 uur. Rembrandt: „Het
wonder van Fatima", alle leeft.. 2, 4.15, 7 en
9.15 uur. Palace: „Dubbelspel", 18 jaar, 2,
4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „24 uur uit een
vrouwenleven", 14 jaar, 2, 7 en 9.15 uur.
City: „Iwo Jima", 18 jaar, 2.15, 4.30, 7 en 9.15
uur. Lido: „Als de avondklokken luiden", 14
jaar, 2, 4.15, 7 en 9,15" uur.
De dramaturg Jean Anouilh, die ook het
scenario voor het nieuwe „ballet" van
Roland Petit schreef.
dée" en is evenals „Antigone" een moder
ne herschepping van een antiek gegeven.
Maar op èèn lijn met zijn overrompelende
meesterwerk „Antigone" kan men dit stuk
helaas moeilijk stellen. Er wordt in „Me-
dea" erg veel gepraat. Zoveel zelfs, dat
men wel van verbalisme mag spreken, van
een soort rhetoriek, die in het hele oeuvre
van Anouilh tot dusver juist zo weldadig
afwezig was.
Anouilh, die de verlegenste man is van
Parijs en die de premières van zijn stukken
allen maar van achter de coulissen durft
bij te wonen, heeft dat zelf blijkbaar ook
wel gevoeld. In Franse toneelkringen gaat
het devies; als de stoelen kraken, dan is
de avond misli^ct. Welnu, de stoelen heb
ben gekraakt en Anouilh is de eerste ge
weest om daaruit de consequentie te trek
ken door zijn jongste product terug te
nemen.
„Ik heb niet het recht", zo heeft hij daar
bij gemompeld, „een directeur een on
waardig werk in de maag te duwen". Maar
André Barsacq (in Holland bekend als
regisseur van „Gasten op het kasteel" en
„Hendrik de Vierde") bleek daar iets
anders over te denken. De fauteuls hebben
alleen maar een oliespuitje nodig, vond hij.
En na dat te hebben toegediend, werd
„Medea" dan ook opnieuw op het réper
toire geplaatst. Of het evenals de voorgaan
de spelen van Anouilh alleen in Parijs al
de vijfhonderd tot duizend voorstellingen
zal halen, valt echter te bezien.
Roland Petit en Hollywood
Om Roland Petit, die na zijn terugkeer
uit Amerika een nieuwe dansgroep heeft
samengesteld, waarmee we zojuist kennis
mochten maken, onder te brengen in een
artikel over het toneel, kan op het eerste
gezicht wat merkwaardig lijken, doch
helemaal ongemotiveerd is het zeker niet.
Roland Petit, die nog geen dertig is,
heeft al een hele ontwikkeling achter zich.
Hij begon als danser bij Serge Lifar in het
ballet van de Opera, maar toen zijn pro
motie tot solist wat al te traag uit de wind
selen kwam, keerde hij het eerbiedwaar
dige Palais Garnier de rug toe om recitals
te gaan geven. Na de bevrijding richtte hij
een eigen troep op, die in Frankrijk en el
ders voorstellingen gaf, die zich minder
onderscheiden door hun technische vol
maaktheid dan door een frisse en originele
geest, welke speciaal in het kattenballet
„Les demoiselles de la nuit" van Jean
Frangaix en in „Carmen" nieuwe perspec
tieven voor de danskunst leken te openen.
Petit werd met zijn groep toen door Holly
wood aangezocht om een film te maken,
waarvan echter nooit iets gekomen moet
zijn. Intussen viel de troep uit elkaar en
keek Petit in Amerika wat voor en achter
de schermen rond.
Op de avonden van zijn nieuwgevormde
ensemble kan men thans ervaren, wat
Hollywood de choreograaf Petit aan in
drukken heeft opgeleverd. Om het kort te
zeggen; men verkeert in een impasse. Er is
nog een ballet, op een gegeven alweer
van Anouilh en met sterke muziek van
Dutilleux, waarin men enkele sporen te
rugvindt van Petit's oorspronkelijke ta
lent. De rest is helaas een nauwelijks ver
edelde Broadway-show, soms verbijste
rend van aankleding en inventie, waarin
wordt gezongen, geheupwiegd en gespron
gen en van tijd tot tijd ook nog wel eens
even gedanst, Maar met balletkunst heeft
dit alles niet zo heel veel meer uit te staan.
Als successen voor een jong kunstenaar
ooit misleidend dreigen te worden, dan is
dat nu wel duidelijk het geval met Roland
Petit.
Als gevolg van zijn successen in Parijs
is Petit al uitgenodigd tijdens de Engelse
kroningsfeesten in Londen voor het hof
te komen optreden en men kan er wel
zeker van zijn, dat daarop tournées door de
hele wereld zullen volgen. Maar de triom
fen, die hij daarbij vermoedelijk weer be
halen zal, zal men helaas moeilijk meer
kunnen boeken op het crediet van de cho
reograaf Petit, omdat die thans achter de
eveneens hoogbegaafde showman
Petit bijna volledig schuil gaat.
Drie jaar gevangenisstraf is geëist te
gen de 35-jarige administrateur J. H. H.
uit Oostkapelle, die bekend heeft in de
jaren 1949 tot en met 1952 ten nadele van
een kindersanatorium te Oostkapelle en
van de Provinciale Zeeuwse Vereniging
tot Bestrijding van Tbc respectievelijk
f 12.000 en f 25.000 te hebben verduisterd.
De administrateur, die zich ook reeds in
het verleden schuldig had gemaakt aan
verduisteringen, heeft het geld grotendeels
opgemaakt met reizen naar het buiten
land.
„Dat kunnen we niet toestaan, dame
riep een suppoost op de Flora naar een
tamelijk aardige blondine, die van het pad
af week om een groep tulpen van zeer na
bij te beschouwen. Zij schrok, geneerde
zich, trok het buitenbeentje in en begaf
zich haastig buiten het gezichtsbereik van
de getuigen harer misstap.
Een magere man met een rode snor
volgde haar zo onopvallend mogelijk en
stond er wat overbodig bij terwijl zij op
nieuw zover mogelijk naar een variëteit
vooroverboog.
„Zou het nou wel zo zijn?", vroeg hij
voorzichtig.
Zij keek op en zei op medelijdende toon:
„Ben je dan je geheugen kwijt? Je weet
toch nog wel dat hij het zelf beloofd heeft
op die avond in Nice, je was er toch zelf
bij?" Maar de man wist het echt niet meer.
„Ze noemen zó maar geen nieuwe varië
teit naar je", zei hij, „je moest eens weten
wat daar allemaal voor komt kijken".
„Ten eerste is hij zélf kweker en ten
tweede was hij-.hier aarzelde zij.
Het leek haar wellicht wat krenkend om
dit tegen haar geduldige en evident lief
hebbende begeleider te zeggen.
„Ach, die jongen had het zo maar eens
een beetje in zijn hoofd", antwoordde de
man wijs, „dacht je dat hij daar nog aan
zou denken?"
Zichtbaar beledigd speurde zij weer
verder tussen de tulpen en hij wandelde
langzaam mee, trachtende meer belang
stelling aan de dag te leggen voor de
schoonheid van de verschillende variëtei
ten dan voor haar benamingen.
In haar ijver liep de dame bijna een
fotograferende Amerikaan van de (witte)
sokken. Ofschoon er „Heil on Wheels" op
zijn mouw-embleem stond, viel zijn reac
tie mee. „Sorry", zei de hel op wielen en
nadat hij haar aandachtig had bekeken
ging hij opnieuw instellen. Zij zocht gretig
verder.
Ik heb daarna de twee bezoekers door
de drukte uit het oog verloren. Maar an
derhalf uur later zag ik hen bij de uitgang.
Zij zag er erbarmelijk moe en teleurge
steld uit en hij veroorloofde zich nog een
opmerking. „Bovendien was hij die avond
in Nice een beetje dronken", zei hij H. B.
In het Amsterdamse Concertgebouw
heeft het Christelijk Nationaal Vakver
bond gisteravond een bijeenkomst gehou
den, waarop vier sprekers het woord
voerden: de heer M. Ruppert, voorzitter
van het C.N.V., minister A. C. de Bruyn,
minister voor de Publiekrechtelijke Be
drijfsorganisatie. de heer P. Meliefste, lid
van de Christelijke Metaalbewerkersbond
en prof. mr. W. F. de Gaay Fortman,
rector van de kaderschool van het C.N.V.
De bedrijfsorganisatie was het onder
werp van bespreking en de heer Ruppert
vroeg zich af of die er ooit zou kunnen
zijn gekomen indien alleen de socialisti
sche vakbeweging er was geweest.
Minister De Bruyn zeide onder meer,
dat naar zijn mening het C.N.V. een geluk
kig initiatief heeft genomen tot het hou
den van deze vergadering, omdat het er
kennelijk behoefte aan heeft gevoeld, zich
nog eens nadrukkelijk publiek als over
tuigd voorstander van de P.B.O. "te ken
merken. De miifister herinnerde er aan,
dat de aan het bewind zijnde regering bij
haar optreden welbewust en weloverwogen
als haar oordeel heeft uitgesproken, dat
,een krachtige doorvoering van de be
drijfsorganisatie zal worden bevorderd,
opdat deze binnen een redelijke termijn,
over de gehele linie van bet bedrijfsleven
kan worden verwezenlijkt".
In een woning aan het Slachthuisplein te
Hilversum heeft Vrijdagmiddag een brand
gewoed die aan een bejaarde vrouw het
leven heeft gekost. Het slachtoffer is de
73-jarige mevrouw Rosa Horn-Weckmann
uit Sonnborn bij Frankfurt am Main. Zij
was Donderdag uit Duitsland overgekomen
om bij haar dochter en schoonzoon, de
familie Twilhaar, te logeren.
Vrijdagmiddag waren alle zeven leden
van de familie in de keuken bezig oude
aluminium gramofoonplaten te ontdoen van
een cellulose-laag, zodat het aluminium
voor verdere verkoop overbleef. Bij het
aansteken van een gasstel heeft een partij
zeer brandbare cellulose-schilfers vlam
gevat, waarbij een felle steekvlam ont
stond. De grootmoeder, die in een hoek
van de keuken achter een tafel zat, zag
zich de weg naar de keukendeur door de
vlammen afgesneden. Pogingen om haar
door het keukenraam te redden faalden,
doordat de brandende cellulose een grote
hitte ontwikkelde. Toen de inmiddels ge
waarschuwde brandweer de brand had ge
blust, bleek de oude vrouw reeds over
leden te zijn.
Op markten worden de laatste tijd leven
de eendagskuikens aan het publiek te koop
aangeboden. Sommige ouders hebben tegen
de prijs van ongeveer vijf cents per stuk
dergelijke kuikentjes gekocht als speel
goed voor hun kinderen. De Nederlandse
Vereniging tot Bescherming van Dieren
doet een ernstig beroep op ouders en on
derwijzers om te voorkomen dat de jeugd
dergelijk „speelgoed" krijgt.
Binnenkort zal minister Cals de Tweede
Kamer een nota doen toekomen over de
geldelijke toelagen aan studenten voor
studie-doeleinden. Over deze zaak ligt nog
steeds een bij de behandeling van de on
derwijsbegroting door mevrouw Fortanier-
De Wit (WD) ingediende motie op be
handeling te wachten. De nota van mi
nister Cals zal zich in uitgebreide zin met
deze kwestie bezig houden, maar geen
concrete aanbevelingen zal doen. De mi
nister zal er enige denkbeelden in ontwik
kelen, welke de Kamer stof tot een debat
zullen opleveren. Daarbij zal dan ook de
motie-Fortanier ter sprake komen.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Het moet wel een zeer gunstige indruk
maken dat de Nederlandse regering per
14 Mei a.s. een bij de Chase National Bank
gesloten lening ad 15 millioen zal aflos
sen, hoewel zij daartoe slechts in twee ter
mijnen per 30 Juni en 31 December van
dit jaar is verplicht. Deze vroegtijdige
schuldaflossing kan worden gezien als een
gevolg van de nog steeds aanhoudende
versterking van onze deviezenpositie, wel
ke er toe heeft geleid dat we thans over
een deviezenpot van ruim 1800 millioen
beschikken en de hoeveelheid goud en de
viezen samen tot 4109 millioen is geste
gen. Welke bijzondere oorzaken men ook
voor dit resultaat moge aanvoeren, het
feit zelf is een bewijs dat Nederlands po
sitie in het samenspel van economische en
monetaire krachten sinds de laatste ander
half jaar in belangrijke mate is verbeterd
en de afhankelijkheid van de V.S. in die
zelfde mate is afgenomen.
In hoeverre Nederlands positie is ver
beterd, blijkt wel hieruit dat wij in het
kader van de Marshallhulp in totaal 966
millioen uit de V.S. hebben ontvangen,
waarvan bijna 150 millioen in de vorm
van leningen en ruim 816 millioen in de
vorm van schenkingen. Daarnaast ontving
Nederland nog belangrijke financiële steun
ter financiering van zijn tekorten in het
inter-Europees betalingsverkeer. Als een
eerste demonstratie van toenemende fi
nanciële zelfstandigheid heeft de Neder
landse regering in het begin van dit jaar
afgezien van de voor 1952/'53 toegezegde
economische hulp ad 15 millioen, nadat
uit dezen hoofde in 1951/'52 nog 84 mil
lioen was ontvangen. Vooi'ts is uit de
maandelijkse cijfers van de E.B.U. geble
ken dat het Nederlands tegoed tot dusver
nog steeds blijft stijgen en de conclusie
mag dus wel worden getrokken dat de
Amerikaanse hulp, na de oorlog verleend,
tezamen met de commerciële en industriële
krachtsinspanning van de laatste jaren,
tastbare vruchten heeft gedragen en de
economische weerstand dus in belangrijke
mate meet zijn toegenomen.
Dit wil echter niet zeggen dat de zorgen
voor de toekomst zijn weggenomen. Uit de
Vierde Industrialisatie-Nota is wel duide
lijk geworden, dat het er nu om gaat de
grotere financiële en economische onaf
hankelijkheid tegenover het buitenland en
met name tegenover de V.S. te handhaven
en te versterken, nu op alle wereldmarkten
met een versterkte concurrentie moet wor
den rekening gehouden en de snelle bevol
kingsaanwas een vergroting van productie
en export noodzakelijk maakt. Uit bedoel
de nota en de onder auspiciën van de re
gering gehouden journalistieke rondgang
bij een aantal industriële bedrijven valt
wel te zien dat zowel de regering als de
leiders van onze industrie zich van die
noodzakelijkheid ten volle bewust zijn. Al
moge de rechtstreekse afhankelijkheid van
de V.S. de laatste tijd zijn verminderd, de
betekenis van dit werelddeel voor de we
reldhandel is sinds de oorlog in die mate
toegenomen, dat de ontwikkeling van de
Amerikaanse economie niettemin van
overwegende invloed blijft op de maat
schappelijke welstand in Europa en ook in
ons land, zodat de gang van zaken aan de
overkant van het grote meer met bijzon
dere belangstelling wordt gevolgd en voor
al, nu door de gewijzigde politiek van Rus
land een toestand van nieuwe onzekerheid
is ontstaan.
Het is dan ook geen wonder dat men
zich over de gehele wereld bezig houdt
met de vraag welke in de V.S. de reacties
zullen zijn van de pogingen om tot vermin
dering van de bewapeningsuitgaven te ko
men en de recente daling van goederen-
prijzen en effecten koersen op de Ameri
kaanse markten meer dan normale belang
stelling heeft getrokken.
Een feit is dat de V.S. thans op een
hoogtepunt van hun economische ontwik
keling staan, welke zich ook in het eerste
kwartaal van het lopende jaar nog heeft
voorgezet, zoals wel blijkt uit de stijging
HM. de Koningin en Z.K.H. Prins Bern hard in gesprek met generaal Foulkes d
bevrijder van Nederland, die zij gisteren op paleis Lange Voorhout in
Den Haag ontvingen.
van het persoonlijke inkomen van de be
volking, dat zich thans op een jaarbasis
van 280 milliard beweegt, zijnde 3'/s
milliard meer dan het maandgemiddelde
van het vierde kwartaal 1952.
Een andere aanwijzing voor dat hoogte
punt is ook de nog steeds stijgende staal-
productie, welke thans wordt geraamd op
een jaarproductie van 117'/2 millioen ton,
terwijl ze in 1952 minder dan 100 millioen
bedroeg. Welk een» dominerende plaats de
V.S. op dit gebied innemen blijkt wel uit
het feit dat de wereldproductie van staal
in 1952 208 millioen ton beliep en voor
1953 op 240 millioen wordt geraamd. Op
vallend is ook dat de zozeer gevreesde in
flatoire werking van de enorme defensie
uitgaven achterwege is gebleven. De koop
kracht van de dollar is in 1952 eerder ge
stegen dan gedaald. In vergelijking met het
hoogste niveau dat in Februari 1951 werd
bereikt, zijn de prijzen met ca. 30 ge
daald, hetgeen er reeds toe geleid heeft dat
nagenoeg alle prijzenbeschikkingen in de
V.S. zijn vervallen. En niet minder opval
lend is dat deze prijsdaling op de effecten
beurzen met een koersstijging van de aan
delen is gepaard gegaan. Het Dow-Jones
gemiddelde voor Industrials is in 1952 van
256 tot 293 opgelopen, dat van de Sporen
van 82 tot 113, van de aandelen der Open
bare Nutsbedrijven van 47Va tot 57 en eerst
de laatste weken is onder invloed van de
Russische vredesgebaren een daling inge
treden, welke thans weer tot staan schijnt
te zijn gekomen.
De optimisten in de V.S. zijn van mening
dat ook bij een beëindiging van de oorlog
in Korea voor een ernstige terugslag in het
bedrijfsleven niet behoeft te worden ge
vreesd. Er wordt op gewezen dat de bruto-
nationale productie, vóór de oorlog nog
slechts 100 milliard, en kort na de oorlog
200 milliard, tot 360 milliard is geste
gen er. daarvan niet meer dan 5 a 6
milliard op rekening komt van de oorlog
in Korea. Ook is men van mening dat de
defensie-inspanning zal worden gehandr
haafd en allicht wel enige vermindering
van de defensie-uitgaven te wachten is,
maar de nadelige invloed daarvan zal
kunnen worden geneutraliseerd door een
vermindering van de belastingen, welke
aan het bedrijfsleven nieuwe impulsen zal
geven voor verdere ontplooiing. Gewezen
wordt ook op de aanmerkelijke toeneming
van de nationale besparingen', welke de
V.S. in staat zullen stellen in ruimere mate
investeringen in het buitenland te doen.
Terwijl deze investeringen in 1951 600
milllioen en in 1952 900 millioen hebben
bedragen, is de voorzitter van de Advies
commissie voor internationale ontwikke
ling van oordeel dat dit bedrag tot 36000
millioen kan stijgen, wat dan natuurlijk
wil zeggen dat de wereld haar exporten
aan de V.S. in zeer belangrijke mate moet
doen toenemen. Henry Ford Jr. meent dat
de V.S. 5 a 6 milliard meer kunnen in
voeren dan thans het geval is en op deze
wijze krachtig kunnen blijven bijdragen
tot de vergroting van de maatschappelijke
welstand in vele landen van de wereld.
Dit klinkt wel goed, zoals de bedelaar
zei toen hij een gulden hoorde vallen,
maar van andere zijde worden tegen zulk
een stijging van de import grote bezwaren
ingebracht en het is altijd nog onzeker hoe
uiteindelijk de Amerikaanse regering op
deze suggesties zal reageren. Want ook zij
heeft haar financiële moeilijkheden, nu
van begrotingsoverschotten geen sprake
meer is en beperking van de regerings
uitgaven op het program staat. De nieuwe
minister van Financiën heeft juist beslo
ten tot de uitgifte van een 3 1/4% 30-
jarige staatslening groot 1 milliard ter
consolidering van de grote vlottende
schuld, waaruit blijkt dat zij met de goed-
koopgeldpolitiek wil breken en een periode
van lichte deflatie wenselijk acht. Dit kan
tot enige inkrimping van de industriële be
drijvigheid leiden, tezamen met de prijs
daling op de goederenmarkten, welke reeds
tot een loonsverlaging bij de spoorwegen
en de textielbedrijven heeft geleid, omdat
men hier tijdens de prijsstijging een glij
dende loonschaal heeft ingevoerd, welke
op de indexcijfers van de kosten van
levensonderhoud is gebaseerd. Nu de keer
zijde van- deze maatregel zichtbaar wordt,
zijn de arbeiders hiervoor minder enthou
siast en worden reeds bezwaren tegen de
basis van het indexcijfer ingebracht en
voor een verhoging van de basisionen ge
pleit.
Een en ander wijst er op dat ten aanzien
van de economische ontwikkeling van de
V.S. thans een toestand van labiliteit is in
getreden die ook op de gang van zaken in
Europa van invloed is en vooreerst de on
zekerheid, welke de goederen- en effecten-
markten beheerst, zal doen voortduren.
HAARLEM, 17 April 1953
BEVALLEN van een zoon: 16 April, P. M.
HoogkamerSiewertsen; A. VisserBrand;
BosmanGrooteman; J. GruijtersDeen;
r. AkkermansBrandsen; 17 April, J. C.
tomenvan Dam; M. J. B. DroogWissink;
Kroonstuiver—Winkel.
BEVALLEN van een dochter: 15 April, A.
ap HovenFaas.
OVERLEDEN: 15 April, M. A. A. van der
HorstWarnau, 72 j., Kruisweg; 16 April, T.
ter Horst—Bergsma, 81 j., Rijksstraatweg;
J. van den Bcsch, 62 j„ GasthLisvest; M. C.
H. Mommaas, 59 j., Kinderhuisvest.
Bij het gemeentebestuur bestaan plan
nen medewerking te verlenen aan de aan
leg van twee speeltuinen in Haarlem en
wel op het Brouwersplein en bü de Park
laan.
De speeltuin op het Brouwersplein zal
bestemd zijn voor de vereniging „Klaren-
hof" die reeds enige tijd in het Leidse-
kwaxtier werkzaam is en onder nogal pri
mitieve omstandigheden. Het bestuur
hoopt dat de plannen met voortvarendheid
zullen worden uitgewerkt en dat binnen
niet te lange tijd de tuin op het Brouwers
plein in gebruik genomen zal worden. Er
zal voor een beplanting worden gezorgd.
De tuin bij de Parklaan wordt gebruikt
door de Haarlemse Katholieke Vereniging
Het Gezin, die reeds enige tuinen in Haar
lem heeft en wier activiteit eveneens ge
remd wordt door gebrek aan ruimte.
Van Maandag af zal de Haarlemse Ka
tholieke vereniging voor het Gezin een
huis-aan-huis-collecte houden ten bate van
het speeltuinwerk in Haarlem. Onder de
vele activiteiten dezer vereniging is de be
hartiging van een zevental (waarschijnlijk
binnenkort nog meer) Katholieke speeltui
nen wel de voornaamste. Dit prachtige
werk, waardoor duizenden kinderen op
veilige en verantwoorde wijze in staat
worden gesteld onbezorgd hun spel te spe
len hetgeen waai'lijk absolute noodzaak
mag worden genoemd verdient alle
medewerking en steun.
ADVERTENTIE
SANIUW
TOWELS
IN ENGLANDH
Amateurtoneel
Door harde nood geparst moest uw re
censent Vrijdagavond twee toneelvoorstel
lingen tegelijk bezoeken. Hij heeft derhal
ve zijn tijd over beide verdeeld zonder
zich overigens te verbeelden daarmee de
toneelgroep ,,'t Spectrum" - in gebouw St.
Bavo optredend met „Mr. King" en de
feestvierende MTS - in het Concertge
bouw spelend „Godin van het geluk" - het
volle pond te kunnen geven. Een gelukkige
toevalligheid kwam hem echter te hulp.
Beide stukken kende hij. En dat verge
makkelijkt een bepaling der normen. Het
critiseren van de spelbeoordeling behoefde
hij maar uit handen van geheugen en er
varing te ontvangen.
Om te beginnen met Mr. King en de
prestaties van 't Spectrum: deze groep
heeft er goed aan gedaan zich niet te wa
gen aan een moeilijker genre toneelspel
dan in dit „mysterieuze spel" voorhanden
ligt. Het is een nogal doorzichtige geschie
denis, waarin veel wordt gepraat zonder
dat er veel behoeft te worden gespeeld.
Het komt vooral op typeren aan en dat
ging de deels ongeroutineerde bezetting
vrij goed af. Ik vond de vuurvretende ma
joor Hopkins van Kees Huizing wel het
vermakelijkst. Gré Admiraal speelde een
goed strak gehouden jonge oude vrijster,
Ansje Hagen was een opgewekte en dar
tele dochter juist zoals haar rol dit voor
schrijft. Het deel van de voorstelling, dat
ik zag, verliep bevredigend, al zullen de
spelers van 't Spectrum vooral meer moe
ten letten op de natuurlijkheid in hun
toon; er werd, gelijk gezegd, veel gepraat
en dan komt het juist aan op een normale
gesprekstoon. Een taak voor de regie die
er zich op moge bezinnen.
Anders lagen de zaken bij de voorstel
ling van de MTS, waar Jan Kraakman
had gezorgd voor een afgewogen voorstel
ling. Hij trof in de hoofdrolspeler W. v. d.
Meer een jongeman, die zich met opval
lend gemak van zijn taak kweet: met veel
aplomb en een geestige plastiek. Het was
trouwens een plezierig stuk, dat de jonge
lui speelden, jong, zwierig, pikant en vol
onverwachte wendingen. Echt zo'n Frans
stukje spitsvondigheid op het burleske af.
W. v. d. Meer spande de kroon, maar ook
Aimea (S. Koetse) was heel natuurlijk en
evenwichtig, terwijl van de types de woe
keraar (F. Tewes) en de parfumfabrikant
(J. H. van Koppenhagen) mij het meest
bevielen.
De zaal leverde hartelijke bijval. De on
derneming, die mij nogal gewaagd voor
kwam, verliep boven mijn verwachting
goed, ze was fleurig als de Flora en het
feest der MTS waardig. P. W. FRANSE
Nachtdienst apotheken
Bos en Vaart-apotheek, Bos en Vaart
straat 26, telefoon 13290; Centraal-apotheek
voorheen Florijn. Grote Houtstraat 78, tele
foon 10500 en 10502; H. Remmers en Zoon,
Kruisstraat 6, telefoon 10354; Noorder
apotheek, Jan Gijzenkade 181, telefoon 23821