de 5000e!
RANG
Enkele honderden arbeiders trachtten
ziekte in bollen te onderkennen
Oranjeboom
Het meisje uit
BoisColom bes
*t)e vetsnapeunfr
.Clowntje Rick
Elke student kost het
rijk f2750 per jaar
Ziekzoekzvedstrijd in Sassenheim
FEUILLETON
Emissie van J 20 millioen
der Holland-Amerika Lijn
Vermoedelijk zelfportret
van Rembrandt ontdekt
Vier verstekelingen
op de „Java"
Lt.gen. Boerstra, oud
KNIL-commandant,
overleden
Leningwet 1953
Ontevredenheid over
Reisbesluit 1953
Voor de kinderen
Vol sprankelend zonlicht.
Verrassend fijne smaken.
U herkent RANG aan de
vrolijke kleurentinteling en
aan de naam RANG. die op
het beschermend omhulsel
staat.
Aantal niet-vermogende
studenten sterk toegenomen
Nieuw offensief tegen
protestanten in Oostzone
Een blijde gebeurtenis
op komst?
WOENSDAG 13 MEI 1953
(Van onze correspondent in de bloembollenstreek)
Na vele mislukte pogingen is men er eindelijk in geslaagd een wedstrijd te houden,
die de belangstelling heeft van de arbeiders in het bloembollenbedrijf. In Sassenheim
werd vier jaar geleden begonnen met het uitschrijven van een ziekzoekwedstrijd.
De Koninklijke Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur en de Unie van
Landarbeidersbonden hadden elkaar toen gevonden en werkten eendrachtig samen
om de vakkennis op een hoger peil te brengen.
Het is eigenlijk een wonder dat dit alle
maal zo was blijven lopen. In Hillegom en
Lisse heeft men ook wel eens pogingen in
het werk gesteld om bepaalde wedstrijden
uit te schrijven. Deze beoogden het ver
hogen van de „soortenkennis". Vermoede
lijk moet het mislukken hiervan worden
toegeschreven aan de zeer beperkte ken
nis van het grootste gedeelte van de vak
mensen, werkgevers zowel als werknemers,
van de variëteiten. Indien een vakman een
tiental variëteiten meer kent dan die welke
hij zelf teelt dan staat hij in aanzien. Na
tuurlijk zijn er ook mensen, die de bloemen
door en door kennen en bijna onmiddellijk
weten te zeggen met welke variëteit men
te doen heeft.
De werknemers zouden om aan de wed
strijden mee te kunnen doen vele tentoon
stellingen moeten bezoeken of, toen die er
nog niet waren bij bevriende collega's
moeten gaan „tuinen". Een poging om dit
te voorkomen en een soort van proeftuin
met vele variëteiten bij elkaar aan te leg
gen is eveneens mislukt bij gebrek aan
interesse.
Evenmin was het merkwaardig, dat een
demonstratie van ziek materiaal ook geen
bezoek kreeg. Er was door de organisatoren
heel wat werk verzet, maar men heeft
tevergeefs op leergierige klanten gewacht.
Vermoedelijk gingen deze van het stand
punt uit, dat ze het toch wel wisten. Deze
wedstrijden en demonstraties, die toch wel
weer eens werden herhaald, werden geor
ganiseerd door de samenwerkende land
arbeidersbonden en de plaatselijke afdelin
gen van de Koninklijke Algemene Vereni
ging. Uit het mislukken hiervan meende
men te mogen constateren, dat de interesse
van de arbeiders voor het vak sterk da
lende was. Is dit juist geweest dan zal men
thans moeten constateren, dat er een stij
gende lijn te ontdekken is.
Oorspronkelijk was de wedstrijd in Sas
senheim plaatselijk, maar al spoedig kwa
men er „ziekzoekers" uit de gehele streek
en zelfs uit Breezand. De roem van dit
„examen" schijnt echter steeds verder door
te dringen, want dezer dagen hebben en
kele honderden arbeiders getracht de op
gestelde ziekten te onderkennen en op pa
pier te brengen.
Een lichte opgave was dit niet. Wel krij
gen de deelnemers eerst gelegenheid om te
wennen aan de ziektebeelden op tafels. In
het normale werk op het land kijkt men
meestal op de planten, hier kijkt men er
tegen aan. Dit betrekkelijke voordeel wordt
echter weer opgeheven door het feit, dat
men met planten uit onbekende partijen te
doen kriigt.
Over het algemeen genomen kent de
ziekzoeker de voorgeschiedenis van een
partij. Hij weet met welke variëteiten hij
te doen heeft en kent de eigenaardigheden
daarvan. Het zoeken naar ziek wordt hier
door enigszins vergemakkelijkt.
Bij de wedstrüd is dit niet het geval.
Daar moet men het beeld zuiver kennen,
moet men minstens de soort weten te on
derscheiden en daarop zijn bevindingen
baseren. Wel zijn de ziektebeelden over het
algemeen genomen hetzelfde, maar iedere
soort heeft zijn eigenaardigheden.
Om de nieuwe deelnemers ook een kans
te geven is men er toe overgegaan om spe
ciale tafels in te richten voor hen, die reeds
een diploma verwierven en twee voor de
„beginnelingen" De organisatoren hebben
zich op het standpunt gesteld, dat er aan
vpij hoge eisen moet worden voldaan voor
men een diploma krijgt In de practijk is
reeds gebleken, dat er werkgevers zijn, die
ADVERTENTIE
onder
(3at Vorstelijk glas bier l
(Commissaris Gilles op onderzoek)
door JACQUES DECREST
Uit het Frans vertaald
19)
Hoor eens, Maria, we moeten nog
even wachten. Als het blijkt, dat uw pa
troon werkelijk geen bloedverwanten
heeft, geen enkele wettige erfgenaam, bui
ten zijn nicht, dan heeft hij misschien
iemand als voogd voor haar aangewezen.
En anders
Hij zweeg een ogenblik.
Anders zullen we samen zijn papieren
doorkijken. Voor het ogenblik nergens aan
komen, hè?
Gilles had plotseling in zijn blik en in
zijn stem een buitengewone autoriteit.
Maria was er door met stomheid gesla
gen. Maar zij had geen zin om weerstand
te bieden. De gedachte kwam zelfs niet
bij haar op, dat zij weerstand zou kunnen
bieden aan die man tegen wie zij een
kwartier vroeger een onredelijk, instinc
tief vooroordeel had, maar die haar had
er rekening mee houden. Een bewijs dus,
dat men het volkomen met de gestelde
normen eens is. Een ander bewijs dat de
ondernemers het nut van deze wedstrijden
hoog aanslaan, wordt gevonden in het feit,
dat de deelnemers vrijaf krijgen.
Er is voor het bloembollenvak uiteraard
alles aan gelegen, dat de ziekzoekers hun
werk terdege kennen en op de hoogte blij
ven van de ziektebeelden. Een bekend
voorbeeld hiervan is het aaltjesziek in nar
cissen. Deze ziekte is zo goed bestreden,
dat er hoegenaamd geen aaltjes meer voor
komen.
De oud-voorzitter van de vereniging „De
Narcis", de heer Th. R. de Vroomen, heeft
in zijn openingsrede het belang van het
werk van de ziekzoekers besproken. Op
hen rust de verantwoordelijke taak om het
ziek uit de bollen te halen. Het buitenland
wil zichzelf wel eens beschermen, als er
ook bollenkwekers wonen. Deze kunnen
moeilijk met de Nederlandse kwekers con
curreren. Men zoekt het dan in.... het
ziek in de bollen. Komt men in die landen
met een bol met een aaltje er in, dan wordt
dit maar al te graag aangegrepen om met
dit wapen de invoer moeilijkheden in de
weg te leggen. Prof. Van Slogteren voert
al vele jaren een verbeten strijd tegen deze
vorm van protectionisme, maar hij alleen
kan niets uitrichteh als het vak niet zorgt
voor een product, dat. aan alle eisen vol
doet.
Daarom kon de heer De Vroomen de
aanwezigen zeggen, dat ook op hun schou
ders een verantwoordelijkheid rust tegen
over zichzelf en ons land. Het bloembol
lenvak was niet alleen van de ondernemers,
maar ook van de arbeiders omdat de wel
vaart zo nauw verbonden is aan die van
de streek.
Hierdoor heeft de heer De Vroomen deze
wedstrijd gemaakt tot een object, dat de
belangstelling verdient van het gehele vak.
Het is niet zo maar een wedstrijd gebleven,
maar een doelbewust streven tot het op
voeren van de vakkennis van de arbeiders
in de bloembollenstreek.
ADVERTENTIE
Zie advertentie a.s. Maandag
De directie van de Holland-Amerika Lijn
heeft medegedeeld dat door onderhandse
plaatsing van 630.400 aan aandelen het
geplaatste kapitaal der vennootschap is
gebracht op 40.000.000.
Aan de op 20 Mei te houden aandeel
houdersvergadering zal een statutenwijzi
ging worden voorgesteld, waardoor het
maatschappelijk kapitaal zal worden ge
bracht op 100.000.000. Met het oog op de
uitvoering van het bouwprogramma zal
terstond daarna worden overgegaan tot
uitgifte van 20.000.000 aandelen a pari,
uitsluitend voor aandeelhouders. De nieuw
uit te geven aandelen zullen recht geven
op de helft van het eventueel te declare
ren dividend over 1953. Het voornemen
bestaat om een eventueel dividend over
1953 in contanten uit te keren.
Een groep bevriende aandeelhouders,
vertegenwoordigende ongeveer een derde
van het thans uitstaande kapitaal, heeft
verklaard zijn claimrechten te zullen aan
wenden tot inschrijving op de open te stel
len emissie.
.Enkele dagen geleden werd de kunst
schilder Van Genechten te Mechelen een
oud schilderijtje ter restauratie aangebo
den. Het betrof een ovaal paneeltje van 40
centimeter hoogte en 30 centimeter breedte,
waarin de restaurateur een zelfportret van
Rembrandt meende te mogen zien. Hij ba
seert zich daarbij op'het feit, dat na reini
ging de kleurschakeringen, de afwerking
en de compositie veel overeenkomst ver
tonen met die van Rembrandt en hij wordt
in zijn vermoeden nog gesterkt, doordat
het schilderijtje, dat het jaartal 1638
draagt, met een hoofdletter R. is onder
tekend. De restaurateur stelde eveneens
vast dat de verf geheel versteend is, zodat
men in ieder geval met een oud werk te
doen heeft. De eigenaar (een advocaat te
Mechelen) en de restaurateur zullen zich
de volgende week naar prof. Coremans,
directeur van het laboratorium der Belgi
sche musea, begeven, teneinde het schil
derij aan een nauwkeurig onderzoek te
laten onderwerpen.
ADVERTENTIE
geïnteresseerd en gewonnen met zoveel
geduldige en ongedwongen handigheid.
Goed, mijnheer de commissaris, ant
woordde zij alleen maar.
Zij deed de deur open.
Op de drempel meek Gilles om zich heen,
naar de tuin, de straat, het huis aan de
overkant. Er was veel minder mist dan de
vorige dag en men zag nu duidelijk de
eenvoudige, bijna armoedige omgeving
van deze voor-stad, de precies eendere
huizen. Een ogenblik stelde Gilles zich het
leven voor van Favier, van Maria, van de
kleine Lysou, wier tere gezichtje en blonde
haren hem direct hadden ontroerd. Ver
borg de facade van een dergelijk bestaan
een mysterie, of niets? Was er onder dit
waas van armoedigheid alleen maar ar
moede en die gemakkelijke berusting in
het alledaagse, die erger is dan droefheid?
Morgen zou hij op zijn bureau alle moge
lijke inlichtingen vinden, die hij over Fa-
vier had laten inwinnen. Maar vanavond
was er slechts de grijze voorgevêl, gelig
onder het licht, de tuin zonder groen ach
ter het gesloten hek, een lijk dat wachtte
tussen een verpleegster en een klein meis
je, gedurende de laatste nacht boven aarde.
A propos, vroeg hij, wat is er hier
vannacht gebeurd?
Maria hield de klink van de deur vast,
verbaasd over het stille gepeins van de
commissaris op de drempel. Een flits van
wantrouwende verrassing gleed over haar
I gezicht.
Maar u weet dus alles?
Twee 20-jarige Duitse meisjes,' die als
verstekelingen de reis van de „Java" der
maatschappij Nederland van Hamburg
naar Amsterdam meemaakten liepen bij
aankomst in de hoofdstedelijke haven in
de val. Zij waren door twee Nederlandse
matrozen van het schip aan boord gesmok
keld en gedurende de gehele terugreis
goed verborgen gehouden.
Er waren nog twee andere verstekelin
gen op de „Java", twee Polen van 23 en 28
jaar oud, die hun dienstverband met het
Amerikaanse leger in Duitsland hadden op
gezegd en in Nederland werk wilden
zoeken.
Toen de „Java" in Amsterdam was ge
arriveerd wist een der matrozen zijn meisje
aan wal te brengen. Hij liep reeds met
haar over de strekdam, toen zij over de
kade een niets vermoedende agent zagen
naderen. Hun kwade geweten speelde hen
dermate parten, dat zij het op een lopen
zetten en dat was natuurlijk de beste
methode om de aandacht van de agent te
trekken. Deze slaagde er in het tweetal in
te halen en daarmede was het romantische
avontuur ten einde. Het zal waarschijnlijk
voor de matroos nog een bittere nasmaak
hebben, want zijn maatschappij prefereert
betalende passagiers.
Enkele uren later liep de vriendin in de
val bij een persoonscontrole door de Ko
ninklijke Maréchaussée. Beide meisjes wer
den uitgeleverd aan de Vreemdelingen
dienst en zullen zo snel mogelijk naar Ham
burg worden teruggezonden.
De twee Poolse verstekelingen beland
den eveneens bij de Vreemdelingendienst.
Zij zijn nog dezeifde dag met de „Sumatra"
van de maatschappij Nederland naar Ham
burg teruggebracht.
De Haagse componist Hugo van Dalen
heeft een „Fantasie Oriëntale" voor piano en
viool gecomponeerd en dit werk aan
Joachim Röntgen opgedragen.
Luitenant-generaal M. Boerstra, oud
commandant van het voormalige KNIL, is
Zaterdag in Den Haag op 70-jarige leef
tijd overleden. Hij diende achtereenvol
gens onder meer bij het wapen der artille
rie, als leraar aan de Militaire Academie
van Breda, als militaire attaché van het
Nederlands gezantschap te Tokio en Pe
king. Met ingang van 30 Juli 1935 kreeg
hij de rang van luitenant-generaal, com
mandant van het toenmalige KNIL, tevens
hoofd van het departement van Oorlog in
Nederlands Indië. Op eigen verzoek werd
hem op 26 Juli 1939 eervol ontslag ver
leend. Hij was sinds 1939 Groot Officier
in de Orde van Oranje Nassau en sinds
1933 Ridder in de Orde van de Nederlandse
Leeuw.
Bij de Tweede Kamer is ingediend de
Leningwet 1953. Dóór de uitgifte van de
3% pet. Staatslening 1953 is de mogelijk
heid tot het emitteren van Staatsleningen,
welke de Leningwet 1949 nog biedt, be
perkt geworden tot een bedrag van rond
f 177 millioen.
Teneinde voorshands ónder alle omstan
digheden voldoende armslag te hebben tot
het aangaan van leningen ter dekking van
kapitaalsuitgaven en ter consolidatie van
vlottende schuld is het wenselijk te kun
nen beschikken over een nieuwe wettelijke
machtiging. Het thans bij de Tweede ka
mer ingediende ontwerp-leningwet 1953
voorziet daarin tot een bedrag van f iy2
milliard.
Op vragen van het Tweede Kamerlid de
heer Van de Wetering (C.H.) over de toe
passing van het Reisbesluit 1952 op perso
neel van de Rijksaccountantsdienst heeft de
minister van Binnenlandse Zaken mede
namens de minister van Financiën geant
woord, dat inderdaad bij de ambtenaren
van de Rijksaccountantsdienst ontevreden
heid heerst, welke verband houdt met de
totstandkoming en invoering van het Reis
besluit 1952. Er is een zeer intensief ge
organiseerd overleg aan de totstandkoming
van het nieuwe Reisbesluit voorafgegaan.
Over de aan de nieuwe regeling ten
grondslag liggende beginselen is na diep
gaand overleg (in een achttal vergaderin
gen) volledige overeenstemming bereikt
met de vertegenwoordigers van de vijf cen
trales van overheidspersoneel, met dien
verstande, dat één centrale zich het recht
heeft voorbehouden om na een half jaar
praktijk op de hoogte der vergoedingsbe
dragen terug te komen. Uiteraard was het
niet mogelijk het overleg over de uitvoe
ring van dit nieuwe besluit uit te strekken
tot de talloze afzonderlijke groepen in de
rijksdienst, wier belangen in de centrale
commissie reeds door een der vijf centra
les worden behartigd.
Ten aanzien van de Rijksaccountants
dienst heeft de minister van Financiën tij
delijke bijzondere faciliteiten verleend,
teneinde de verblijfsvergoedingen te kun
nen toetsen aan de werkelijke verblijfs
kosten.
De ministers delen tenslotte nog mede,
dat de interpretatie van het Reisbesluit bij
de erkende centrales van overheidsperso
neel verschillende vragen heeft doen rij
zen. Deze zijn voor de voorzitter van de
centrale commissie voor georganiseerd
overleg aanleiding geweest om in over
eenstemming met de organisaties opnieuw
een subcommissie te benoemen ter behan
deling van de gerezen vraagpunten.
c
Ja, werkelijkRick was een stuk vóórgekomen. Als een pijl schoot hij over het
gladde ijs. Maar de andere jongen reed ook goed; het zou best kunnen, dat hij op het
laatst toch nog vóór Rick over de eindstreep zou gaan!
Maar Rick deed zijn uiterste best. Toen hij de eindstreep naderde, reed hij zo hard
als hij maar enigszins kon. En toenja!daar schoot Rick het eerst over de
streep! De vlag ging naar beneden. Rick had gewonnen!
Hij hield zijn vaart in en lachte vrolijk.
„Goed gereden, ventje!", zei de meneer die met de vlag bij de eindstreep stond. „Jij
hebt je prijs verdiend. Hier, je kunt 'm gelijk meenemen!"
„Dank u wel, meneer", lachte Pdck blij.
Hij nam het pakje aan en ging terug naar de plaats, waar de anderen stonden. Die
hadden gezien, hoe hij gewonnen had, en ze kwamen op hem toe om hem geluk te
wensen.
„Mooi zo, Rick", zei oom Tripje. „Je hebt het er goed afgebracht!"
Ook Oepoetie en Bunkie sloegen Rick op de schouders.
„Fijn, Rick!", zei Bunkie. „Nou gaan we tenminste niet alle drie zonder iets naar huis!"
„En nou krijgt Oepoetie nog een beurt", zei oom Tripje.
ADVERTENTIE
Naar aanleiding van de door het Tweede
Kamerlid mevrouw Fortanier-De Wit op
26 Februari ingediende motie heeft de
minister van Onderwijs, Kunsten en- We
tenschappen de Tweede Kamer een nota
met enige beschouwingen omtrent voor
zieningen ten behoeve van studenten toe
gezonden.
De collegegelden vormen voor verreweg
de meeste studie-inrichtingen slechts een
fractie van de werkelijke kosten van het
hoger onderwijs per student, zo deelt de
minister mede.
De middelen voor het hoger onderwijs
zijn voor 1953 begroot op 6.963.500, ter
wijl de uitgaven voor dit zelfde jaar ge
raamd zijn op 67.328.306. Uitgaven en
middelen van de Gemeentelijke Universi
teit te Amsterdam, die niet in de rijksbe
groting tot uitdrukking komen, zijn hier
bij buiten beschouwing gelaten.
Volgens deze cijfers, die uiteraard niet
een geheel zuiver beeld geven, betekent
dit, gerekend per student, een gemiddeld
bedrag van 2750 per jaar. Dit bedrag zal
nog stijgen wanneer de in overweging ge
nomen verlaging van de collegegelden
(gedacht wordt aan een verlaging van
325 tot 200) doorgang zal vinden.
In 1920 begon het rijk met het geven van
geldelijke steun bij de studie. Tot 1940
werd voor de studenten ongeveer een be
drag van 250.000 per jaar besteed. Na de
tweede wereldoorlog nam de toeloop van
niet-vermogende studenten zo sterk toe,
dat het bedrag in 1946 reeds moest worden
verhoogd tot een millioen gulden.
De minister waarschuwt tegen de mis
vatting, als zou met deze voorschotten in
vele gevallen geen goed werk worden ver
richt. Het ligt in zijn voornemen door mid
del van een royaler beurzenstelsel het be
drag van de renteloze voorschotten gelei
delijk kleiner te doen worden.
De bezwaren van het spoorstudenten
schap en de klachten van de randprovin-
cies over de geringe studiekansen van hen,
die daar wonen, hebben met name voor
de universitaire instellingen in het Westen
van het land het probleem van de huis
vesting in een acuut stadium gebracht. De
in Leiden en Delft reeds bestaande studen
tenhuizen voldoen aan een behoefte, maar
hun capaciteit is te gering om het probleem
op te lossen. De grote moeilijkheid vormt
de financiering: bij een kamerprijs van 30
tot 40 per maand levert gezien de
huidige bouwprijzen de exploitatie een
verlies op. Naar het zich laat aanzien, zal
zonder aanzienlijke steun van overheids
wege geen oplossing voor dit probleem te
vinden zijn.
Tenslotte zegt de minister, dat de omvang
van de problematiek voor een niet onbe
langrijk gedeelte mede beïnvloed wordt
door de mate waarin men er in slaagt bij
het middelbaar onderwijs aan degenen, die
overwegen een universitaire studie te vol
gen en aan hun ouders een zodanige voor
lichting te geven, dat zij hun beslissing op
dit punt op de meest verantwoorde wijze
kunnen nemen.
Bisschop Otto Dibelius en de Duitse
Evangelische kerkeraad hebben in een
brief aan alle protestantse gemeenten in
Oost- en West-Duitsland de protestanten
opgeroepen „standvastig te blijven tegen
over een nieuwe aanval van anti-christe
lijke krachten" in Oost-Duitsland.
Volgens de brief is het volgende tegen
de kerk ondernomen:
1. Arrestatie en berechting van protestant
se geestelijken en leken.
2. Onteigening van vijf grote en verschei
dene kleinere kerkelijke instellingen.
3. Aanvallen op de „Junge Gemeinde"
(protestantse jeugdgroepen).
4. Aanvallen op protestantse studenten-
groepen en
5. Bedreiging aan het adres van protes
tantse functionarissen in geheel Oost-
Duitsland.
ADVERTENTIE
Zorg dan voor een regelmatige levens
wijze en voor een goede, volledige voe
ding
Denk er aan voldoende vitamine B te
gebruiken, het wordt aanbevolen ge
durende de zwangerschap. Er bestaat
dan een grotere behoefte aan vitamine
B. Neem dagelijks een flinke eetlepel
VITAMINE GISTVLOKKEN.
VITAMINE GISTVLOKKEN zijn een
product van de Koninklijke Nederland-
sche Gist- en Spiritusfabriek N.V. Zij
bevatten het gehele in gist aanwezige
natuurlijke vitamine B complex, als
mede een hoog percentage eiwit. Regel
matig gebruik zal Uw gezondheid en
Uw zenuwgestel ten goede komen 1
Verkrijgbaar bij Uw drogist.
Gilles glimlachte enigszins.
Het oog van de politie, juffrouw
Maria! Toch moet ik u zeggen, dat de ver
pleegster
Dat is waar. U hebt met haar gespro
ken voordat
Ja, juist op dat ogenblik hebt u haar
geroepen.
Ik was zo bang, toen ik zag, dat hij
het te kwaad kreeg.
Maria sloot haar ogen, streek met haar
grote hand over haar voorhoofd.
Natuurlijk, uffrouw Maria. De dood is
nu eenmaal niet iets onbetekenends
Enfin, u vertelt me dat de volgende keer
maar, als u wiltHet is al laat.
Zij hield hem bij zijn arm vast.
Neen, mijnheer de commissaris. Ik
wil het u maar liever zeggen.... Dat is
misschien beter
Zij vertelde hem van hun ontwaken in
de nacht, het lawaai van het gevecht be
neden en wat Lysou door het raam gezien
zou hebben.
Kille windvlagen kwamen door de open
deur naar binnen. Gilles had de kraag van
zijn regenjas opgezet. Toen zij uitverteld
was, bleef hij een ogenblik peinzend staan.
Daarna ging hij de vestibule weer in,
onderzocht het slot.
Is er geen andere deur? Geen leve
ranciersingang?
Neen.
Goed.
Hij had de autoritaire toon weer aan
genomen, die Maria zoëven zo had ge
troffen.
U wilt me wel het genoegen doen de
grendel stevig op.de deur te doen, en....
Hij keek eens om zich heen
hier, die porceleinen paraplu
standaard tegen de deur te zetten. Op zo'n
manier moet men die eerst omver duwen
als men de deur wil openen.
Maar, mijnheer, gelooft u werkelijk,
dat
Opnieuw werd de oude dienstbode door
een hevige schrik aangegrepen.
Ik geloof niets, ik weet niets
Maar ik verzoek u precies te doen wat ik
u zeg. En dan moet u ook goed luisteren
naar wat er op straat en rondom het huis
gebeurt. Kijk zo nu en dan eens door een
raam op de eerste verdieping. U moet de
luiken niet sluiten en geen licht aansteken,
want dan zou men u zien. Onthoud goed
alles wat u ziet en hoort. Ik kom morgen
terug. Ik, of mijn collega, inspecteur Mo-
reauHoort u het goed, Moreau. En
aan hem of aan mij, maar alleen aan een
van ons beiden, vertelt u alles.
Maar :k.
Hij zag het ontdane gezicht, de door de
wind bewogen grijze haarlok.
Wees niet bang, juffrouw Maria. Ik
denk dat er vannacht niets zal gebeuren.
Het is alleen maar uit voorzorg, begrijpt
u. Goeden avond. Tot morgen.
XVIII
Commissaris Gilles sprong om vijf mi
nuten voor half acht op het perron van
het station Saint-Lazare uit de trein.
Een half uur te laat, het was vervelend.
Frangoise zou nooit zo lang op hem ge
wacht hebben. En nu was ze juist de vo
rige dag niet in een erg goede stemming,
omdat de naaister haar mantelpak had
verprutst, omdat het mistte, omdatGa
maar eens proberen te ontdekken, om
welke redenen het jonge meisje, waar je
van houdt, in een slechte stemming is!
Gilles had genoeg ervaring om er zich niet
bovenmatig druk over te maken. En bo
vendien kon hij er niets aan doen. Maar
toch: er was bij zulke gelegenheden een
zekere gesloten uitdrukking op het gezicht
van Frangoise, die hij niet kon verdragen
en die hem soms buiten zichzelf bracht.
De menigte van bewoners der voorstad,
die hun kantoren hadden verlaten, stroom
de over het perron in tegengestelde rich
ting als Gilles. Hij wilde vlug lopen, hij*
zou hebben willen rennen, maar hij moest
vechten tegen die stroom, gehaast om de
wagons te bezetten die weer gingen ver
trekken, en die hem op zij duwde, hem
naar links en rechts wierp. De handtas van
een tj'piste haakte in een knoop van zijn
regenjas, hij trok, waarbij het verblufte
meisje bijna omgetrokken werd en liet
haar ten slotte met de knop in haar han
den onder een „Pardon, juffrouw" staan,
waarbij zij bijna haar trein miste.
Gilles volkomen meester van ziohzelf
in de ergste gevaren, liet zijn nervositeit
uitgroeien tot verbittering voor de kleine
dagelijkse moeilijkheden. Vijf minuten la
ter lachte hij er zelf om, maar hij meende
even oprecht, dat de autobus-onderneming
het op hem had voorzien, toen hij wachtte
op een bus, die maar niet kwam. En hij
vond die avond de hele wereld maar slecht
georganiseerd omdat op het perron, waar
Frangoise op hem zou wachten, een enor
me menigte was, die in zijn richting kwam.
Hoe het ook zij, hij bereikte tenslotte de
laatste boekwinkel „aan de linkerkant van
het pen-qn, komend van buiten", waar hij
de vorige dag met Frangoise Herlin had af
gesproken.
Geen Frangoise te zien.
„Natuurlijk, dacht hij, na een kwartier
wachten is zij vertrokken. Och waar
omk
En bovendien begon die affaire-Dorsel
hem zowel op te winden als te verontrus
ten. Onder een nogal alledaags voorkomen
voelde hij schimmen zich roeren, die hem
nog onbekend waren en wier motieven
hem ontsnapten, maar die hem niet veel
goeds zeiden.
Hij draaide enkele seconden wat rond
met nog altijd de hoop, dat Frangoise zou
opdoemen, zich los zou maken uit die dui
zenden wezens, die door het begin van de
winter hun kleur verloren, van wie de ge
zichten in een waas aan zijn blik voorbij
gingen en die zich haastten naar het
avondmaal: de vlucht naar het bed, naar
de slaap, gelijk aan de dood.
Plotseling nam hij een besluit.
Ik moet Moreau opbellen.
(Wordt vervolgd).