de 5000e! RANG Enkele honderden arbeiders trachtten ziekte in bollen te onderkennen Oranjeboom Het meisje uit BoisColom bes *t)e vetsnapeunfr .Clowntje Rick Elke student kost het rijk f2750 per jaar Ziekzoekzvedstrijd in Sassenheim FEUILLETON Emissie van J 20 millioen der Holland-Amerika Lijn Vermoedelijk zelfportret van Rembrandt ontdekt Vier verstekelingen op de „Java" Lt.gen. Boerstra, oud KNIL-commandant, overleden Leningwet 1953 Ontevredenheid over Reisbesluit 1953 Voor de kinderen Vol sprankelend zonlicht. Verrassend fijne smaken. U herkent RANG aan de vrolijke kleurentinteling en aan de naam RANG. die op het beschermend omhulsel staat. Aantal niet-vermogende studenten sterk toegenomen Nieuw offensief tegen protestanten in Oostzone Een blijde gebeurtenis op komst? WOENSDAG 13 MEI 1953 (Van onze correspondent in de bloembollenstreek) Na vele mislukte pogingen is men er eindelijk in geslaagd een wedstrijd te houden, die de belangstelling heeft van de arbeiders in het bloembollenbedrijf. In Sassenheim werd vier jaar geleden begonnen met het uitschrijven van een ziekzoekwedstrijd. De Koninklijke Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur en de Unie van Landarbeidersbonden hadden elkaar toen gevonden en werkten eendrachtig samen om de vakkennis op een hoger peil te brengen. Het is eigenlijk een wonder dat dit alle maal zo was blijven lopen. In Hillegom en Lisse heeft men ook wel eens pogingen in het werk gesteld om bepaalde wedstrijden uit te schrijven. Deze beoogden het ver hogen van de „soortenkennis". Vermoede lijk moet het mislukken hiervan worden toegeschreven aan de zeer beperkte ken nis van het grootste gedeelte van de vak mensen, werkgevers zowel als werknemers, van de variëteiten. Indien een vakman een tiental variëteiten meer kent dan die welke hij zelf teelt dan staat hij in aanzien. Na tuurlijk zijn er ook mensen, die de bloemen door en door kennen en bijna onmiddellijk weten te zeggen met welke variëteit men te doen heeft. De werknemers zouden om aan de wed strijden mee te kunnen doen vele tentoon stellingen moeten bezoeken of, toen die er nog niet waren bij bevriende collega's moeten gaan „tuinen". Een poging om dit te voorkomen en een soort van proeftuin met vele variëteiten bij elkaar aan te leg gen is eveneens mislukt bij gebrek aan interesse. Evenmin was het merkwaardig, dat een demonstratie van ziek materiaal ook geen bezoek kreeg. Er was door de organisatoren heel wat werk verzet, maar men heeft tevergeefs op leergierige klanten gewacht. Vermoedelijk gingen deze van het stand punt uit, dat ze het toch wel wisten. Deze wedstrijden en demonstraties, die toch wel weer eens werden herhaald, werden geor ganiseerd door de samenwerkende land arbeidersbonden en de plaatselijke afdelin gen van de Koninklijke Algemene Vereni ging. Uit het mislukken hiervan meende men te mogen constateren, dat de interesse van de arbeiders voor het vak sterk da lende was. Is dit juist geweest dan zal men thans moeten constateren, dat er een stij gende lijn te ontdekken is. Oorspronkelijk was de wedstrijd in Sas senheim plaatselijk, maar al spoedig kwa men er „ziekzoekers" uit de gehele streek en zelfs uit Breezand. De roem van dit „examen" schijnt echter steeds verder door te dringen, want dezer dagen hebben en kele honderden arbeiders getracht de op gestelde ziekten te onderkennen en op pa pier te brengen. Een lichte opgave was dit niet. Wel krij gen de deelnemers eerst gelegenheid om te wennen aan de ziektebeelden op tafels. In het normale werk op het land kijkt men meestal op de planten, hier kijkt men er tegen aan. Dit betrekkelijke voordeel wordt echter weer opgeheven door het feit, dat men met planten uit onbekende partijen te doen kriigt. Over het algemeen genomen kent de ziekzoeker de voorgeschiedenis van een partij. Hij weet met welke variëteiten hij te doen heeft en kent de eigenaardigheden daarvan. Het zoeken naar ziek wordt hier door enigszins vergemakkelijkt. Bij de wedstrüd is dit niet het geval. Daar moet men het beeld zuiver kennen, moet men minstens de soort weten te on derscheiden en daarop zijn bevindingen baseren. Wel zijn de ziektebeelden over het algemeen genomen hetzelfde, maar iedere soort heeft zijn eigenaardigheden. Om de nieuwe deelnemers ook een kans te geven is men er toe overgegaan om spe ciale tafels in te richten voor hen, die reeds een diploma verwierven en twee voor de „beginnelingen" De organisatoren hebben zich op het standpunt gesteld, dat er aan vpij hoge eisen moet worden voldaan voor men een diploma krijgt In de practijk is reeds gebleken, dat er werkgevers zijn, die ADVERTENTIE onder (3at Vorstelijk glas bier l (Commissaris Gilles op onderzoek) door JACQUES DECREST Uit het Frans vertaald 19) Hoor eens, Maria, we moeten nog even wachten. Als het blijkt, dat uw pa troon werkelijk geen bloedverwanten heeft, geen enkele wettige erfgenaam, bui ten zijn nicht, dan heeft hij misschien iemand als voogd voor haar aangewezen. En anders Hij zweeg een ogenblik. Anders zullen we samen zijn papieren doorkijken. Voor het ogenblik nergens aan komen, hè? Gilles had plotseling in zijn blik en in zijn stem een buitengewone autoriteit. Maria was er door met stomheid gesla gen. Maar zij had geen zin om weerstand te bieden. De gedachte kwam zelfs niet bij haar op, dat zij weerstand zou kunnen bieden aan die man tegen wie zij een kwartier vroeger een onredelijk, instinc tief vooroordeel had, maar die haar had er rekening mee houden. Een bewijs dus, dat men het volkomen met de gestelde normen eens is. Een ander bewijs dat de ondernemers het nut van deze wedstrijden hoog aanslaan, wordt gevonden in het feit, dat de deelnemers vrijaf krijgen. Er is voor het bloembollenvak uiteraard alles aan gelegen, dat de ziekzoekers hun werk terdege kennen en op de hoogte blij ven van de ziektebeelden. Een bekend voorbeeld hiervan is het aaltjesziek in nar cissen. Deze ziekte is zo goed bestreden, dat er hoegenaamd geen aaltjes meer voor komen. De oud-voorzitter van de vereniging „De Narcis", de heer Th. R. de Vroomen, heeft in zijn openingsrede het belang van het werk van de ziekzoekers besproken. Op hen rust de verantwoordelijke taak om het ziek uit de bollen te halen. Het buitenland wil zichzelf wel eens beschermen, als er ook bollenkwekers wonen. Deze kunnen moeilijk met de Nederlandse kwekers con curreren. Men zoekt het dan in.... het ziek in de bollen. Komt men in die landen met een bol met een aaltje er in, dan wordt dit maar al te graag aangegrepen om met dit wapen de invoer moeilijkheden in de weg te leggen. Prof. Van Slogteren voert al vele jaren een verbeten strijd tegen deze vorm van protectionisme, maar hij alleen kan niets uitrichteh als het vak niet zorgt voor een product, dat. aan alle eisen vol doet. Daarom kon de heer De Vroomen de aanwezigen zeggen, dat ook op hun schou ders een verantwoordelijkheid rust tegen over zichzelf en ons land. Het bloembol lenvak was niet alleen van de ondernemers, maar ook van de arbeiders omdat de wel vaart zo nauw verbonden is aan die van de streek. Hierdoor heeft de heer De Vroomen deze wedstrijd gemaakt tot een object, dat de belangstelling verdient van het gehele vak. Het is niet zo maar een wedstrijd gebleven, maar een doelbewust streven tot het op voeren van de vakkennis van de arbeiders in de bloembollenstreek. ADVERTENTIE Zie advertentie a.s. Maandag De directie van de Holland-Amerika Lijn heeft medegedeeld dat door onderhandse plaatsing van 630.400 aan aandelen het geplaatste kapitaal der vennootschap is gebracht op 40.000.000. Aan de op 20 Mei te houden aandeel houdersvergadering zal een statutenwijzi ging worden voorgesteld, waardoor het maatschappelijk kapitaal zal worden ge bracht op 100.000.000. Met het oog op de uitvoering van het bouwprogramma zal terstond daarna worden overgegaan tot uitgifte van 20.000.000 aandelen a pari, uitsluitend voor aandeelhouders. De nieuw uit te geven aandelen zullen recht geven op de helft van het eventueel te declare ren dividend over 1953. Het voornemen bestaat om een eventueel dividend over 1953 in contanten uit te keren. Een groep bevriende aandeelhouders, vertegenwoordigende ongeveer een derde van het thans uitstaande kapitaal, heeft verklaard zijn claimrechten te zullen aan wenden tot inschrijving op de open te stel len emissie. .Enkele dagen geleden werd de kunst schilder Van Genechten te Mechelen een oud schilderijtje ter restauratie aangebo den. Het betrof een ovaal paneeltje van 40 centimeter hoogte en 30 centimeter breedte, waarin de restaurateur een zelfportret van Rembrandt meende te mogen zien. Hij ba seert zich daarbij op'het feit, dat na reini ging de kleurschakeringen, de afwerking en de compositie veel overeenkomst ver tonen met die van Rembrandt en hij wordt in zijn vermoeden nog gesterkt, doordat het schilderijtje, dat het jaartal 1638 draagt, met een hoofdletter R. is onder tekend. De restaurateur stelde eveneens vast dat de verf geheel versteend is, zodat men in ieder geval met een oud werk te doen heeft. De eigenaar (een advocaat te Mechelen) en de restaurateur zullen zich de volgende week naar prof. Coremans, directeur van het laboratorium der Belgi sche musea, begeven, teneinde het schil derij aan een nauwkeurig onderzoek te laten onderwerpen. ADVERTENTIE geïnteresseerd en gewonnen met zoveel geduldige en ongedwongen handigheid. Goed, mijnheer de commissaris, ant woordde zij alleen maar. Zij deed de deur open. Op de drempel meek Gilles om zich heen, naar de tuin, de straat, het huis aan de overkant. Er was veel minder mist dan de vorige dag en men zag nu duidelijk de eenvoudige, bijna armoedige omgeving van deze voor-stad, de precies eendere huizen. Een ogenblik stelde Gilles zich het leven voor van Favier, van Maria, van de kleine Lysou, wier tere gezichtje en blonde haren hem direct hadden ontroerd. Ver borg de facade van een dergelijk bestaan een mysterie, of niets? Was er onder dit waas van armoedigheid alleen maar ar moede en die gemakkelijke berusting in het alledaagse, die erger is dan droefheid? Morgen zou hij op zijn bureau alle moge lijke inlichtingen vinden, die hij over Fa- vier had laten inwinnen. Maar vanavond was er slechts de grijze voorgevêl, gelig onder het licht, de tuin zonder groen ach ter het gesloten hek, een lijk dat wachtte tussen een verpleegster en een klein meis je, gedurende de laatste nacht boven aarde. A propos, vroeg hij, wat is er hier vannacht gebeurd? Maria hield de klink van de deur vast, verbaasd over het stille gepeins van de commissaris op de drempel. Een flits van wantrouwende verrassing gleed over haar I gezicht. Maar u weet dus alles? Twee 20-jarige Duitse meisjes,' die als verstekelingen de reis van de „Java" der maatschappij Nederland van Hamburg naar Amsterdam meemaakten liepen bij aankomst in de hoofdstedelijke haven in de val. Zij waren door twee Nederlandse matrozen van het schip aan boord gesmok keld en gedurende de gehele terugreis goed verborgen gehouden. Er waren nog twee andere verstekelin gen op de „Java", twee Polen van 23 en 28 jaar oud, die hun dienstverband met het Amerikaanse leger in Duitsland hadden op gezegd en in Nederland werk wilden zoeken. Toen de „Java" in Amsterdam was ge arriveerd wist een der matrozen zijn meisje aan wal te brengen. Hij liep reeds met haar over de strekdam, toen zij over de kade een niets vermoedende agent zagen naderen. Hun kwade geweten speelde hen dermate parten, dat zij het op een lopen zetten en dat was natuurlijk de beste methode om de aandacht van de agent te trekken. Deze slaagde er in het tweetal in te halen en daarmede was het romantische avontuur ten einde. Het zal waarschijnlijk voor de matroos nog een bittere nasmaak hebben, want zijn maatschappij prefereert betalende passagiers. Enkele uren later liep de vriendin in de val bij een persoonscontrole door de Ko ninklijke Maréchaussée. Beide meisjes wer den uitgeleverd aan de Vreemdelingen dienst en zullen zo snel mogelijk naar Ham burg worden teruggezonden. De twee Poolse verstekelingen beland den eveneens bij de Vreemdelingendienst. Zij zijn nog dezeifde dag met de „Sumatra" van de maatschappij Nederland naar Ham burg teruggebracht. De Haagse componist Hugo van Dalen heeft een „Fantasie Oriëntale" voor piano en viool gecomponeerd en dit werk aan Joachim Röntgen opgedragen. Luitenant-generaal M. Boerstra, oud commandant van het voormalige KNIL, is Zaterdag in Den Haag op 70-jarige leef tijd overleden. Hij diende achtereenvol gens onder meer bij het wapen der artille rie, als leraar aan de Militaire Academie van Breda, als militaire attaché van het Nederlands gezantschap te Tokio en Pe king. Met ingang van 30 Juli 1935 kreeg hij de rang van luitenant-generaal, com mandant van het toenmalige KNIL, tevens hoofd van het departement van Oorlog in Nederlands Indië. Op eigen verzoek werd hem op 26 Juli 1939 eervol ontslag ver leend. Hij was sinds 1939 Groot Officier in de Orde van Oranje Nassau en sinds 1933 Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Bij de Tweede Kamer is ingediend de Leningwet 1953. Dóór de uitgifte van de 3% pet. Staatslening 1953 is de mogelijk heid tot het emitteren van Staatsleningen, welke de Leningwet 1949 nog biedt, be perkt geworden tot een bedrag van rond f 177 millioen. Teneinde voorshands ónder alle omstan digheden voldoende armslag te hebben tot het aangaan van leningen ter dekking van kapitaalsuitgaven en ter consolidatie van vlottende schuld is het wenselijk te kun nen beschikken over een nieuwe wettelijke machtiging. Het thans bij de Tweede ka mer ingediende ontwerp-leningwet 1953 voorziet daarin tot een bedrag van f iy2 milliard. Op vragen van het Tweede Kamerlid de heer Van de Wetering (C.H.) over de toe passing van het Reisbesluit 1952 op perso neel van de Rijksaccountantsdienst heeft de minister van Binnenlandse Zaken mede namens de minister van Financiën geant woord, dat inderdaad bij de ambtenaren van de Rijksaccountantsdienst ontevreden heid heerst, welke verband houdt met de totstandkoming en invoering van het Reis besluit 1952. Er is een zeer intensief ge organiseerd overleg aan de totstandkoming van het nieuwe Reisbesluit voorafgegaan. Over de aan de nieuwe regeling ten grondslag liggende beginselen is na diep gaand overleg (in een achttal vergaderin gen) volledige overeenstemming bereikt met de vertegenwoordigers van de vijf cen trales van overheidspersoneel, met dien verstande, dat één centrale zich het recht heeft voorbehouden om na een half jaar praktijk op de hoogte der vergoedingsbe dragen terug te komen. Uiteraard was het niet mogelijk het overleg over de uitvoe ring van dit nieuwe besluit uit te strekken tot de talloze afzonderlijke groepen in de rijksdienst, wier belangen in de centrale commissie reeds door een der vijf centra les worden behartigd. Ten aanzien van de Rijksaccountants dienst heeft de minister van Financiën tij delijke bijzondere faciliteiten verleend, teneinde de verblijfsvergoedingen te kun nen toetsen aan de werkelijke verblijfs kosten. De ministers delen tenslotte nog mede, dat de interpretatie van het Reisbesluit bij de erkende centrales van overheidsperso neel verschillende vragen heeft doen rij zen. Deze zijn voor de voorzitter van de centrale commissie voor georganiseerd overleg aanleiding geweest om in over eenstemming met de organisaties opnieuw een subcommissie te benoemen ter behan deling van de gerezen vraagpunten. c Ja, werkelijkRick was een stuk vóórgekomen. Als een pijl schoot hij over het gladde ijs. Maar de andere jongen reed ook goed; het zou best kunnen, dat hij op het laatst toch nog vóór Rick over de eindstreep zou gaan! Maar Rick deed zijn uiterste best. Toen hij de eindstreep naderde, reed hij zo hard als hij maar enigszins kon. En toenja!daar schoot Rick het eerst over de streep! De vlag ging naar beneden. Rick had gewonnen! Hij hield zijn vaart in en lachte vrolijk. „Goed gereden, ventje!", zei de meneer die met de vlag bij de eindstreep stond. „Jij hebt je prijs verdiend. Hier, je kunt 'm gelijk meenemen!" „Dank u wel, meneer", lachte Pdck blij. Hij nam het pakje aan en ging terug naar de plaats, waar de anderen stonden. Die hadden gezien, hoe hij gewonnen had, en ze kwamen op hem toe om hem geluk te wensen. „Mooi zo, Rick", zei oom Tripje. „Je hebt het er goed afgebracht!" Ook Oepoetie en Bunkie sloegen Rick op de schouders. „Fijn, Rick!", zei Bunkie. „Nou gaan we tenminste niet alle drie zonder iets naar huis!" „En nou krijgt Oepoetie nog een beurt", zei oom Tripje. ADVERTENTIE Naar aanleiding van de door het Tweede Kamerlid mevrouw Fortanier-De Wit op 26 Februari ingediende motie heeft de minister van Onderwijs, Kunsten en- We tenschappen de Tweede Kamer een nota met enige beschouwingen omtrent voor zieningen ten behoeve van studenten toe gezonden. De collegegelden vormen voor verreweg de meeste studie-inrichtingen slechts een fractie van de werkelijke kosten van het hoger onderwijs per student, zo deelt de minister mede. De middelen voor het hoger onderwijs zijn voor 1953 begroot op 6.963.500, ter wijl de uitgaven voor dit zelfde jaar ge raamd zijn op 67.328.306. Uitgaven en middelen van de Gemeentelijke Universi teit te Amsterdam, die niet in de rijksbe groting tot uitdrukking komen, zijn hier bij buiten beschouwing gelaten. Volgens deze cijfers, die uiteraard niet een geheel zuiver beeld geven, betekent dit, gerekend per student, een gemiddeld bedrag van 2750 per jaar. Dit bedrag zal nog stijgen wanneer de in overweging ge nomen verlaging van de collegegelden (gedacht wordt aan een verlaging van 325 tot 200) doorgang zal vinden. In 1920 begon het rijk met het geven van geldelijke steun bij de studie. Tot 1940 werd voor de studenten ongeveer een be drag van 250.000 per jaar besteed. Na de tweede wereldoorlog nam de toeloop van niet-vermogende studenten zo sterk toe, dat het bedrag in 1946 reeds moest worden verhoogd tot een millioen gulden. De minister waarschuwt tegen de mis vatting, als zou met deze voorschotten in vele gevallen geen goed werk worden ver richt. Het ligt in zijn voornemen door mid del van een royaler beurzenstelsel het be drag van de renteloze voorschotten gelei delijk kleiner te doen worden. De bezwaren van het spoorstudenten schap en de klachten van de randprovin- cies over de geringe studiekansen van hen, die daar wonen, hebben met name voor de universitaire instellingen in het Westen van het land het probleem van de huis vesting in een acuut stadium gebracht. De in Leiden en Delft reeds bestaande studen tenhuizen voldoen aan een behoefte, maar hun capaciteit is te gering om het probleem op te lossen. De grote moeilijkheid vormt de financiering: bij een kamerprijs van 30 tot 40 per maand levert gezien de huidige bouwprijzen de exploitatie een verlies op. Naar het zich laat aanzien, zal zonder aanzienlijke steun van overheids wege geen oplossing voor dit probleem te vinden zijn. Tenslotte zegt de minister, dat de omvang van de problematiek voor een niet onbe langrijk gedeelte mede beïnvloed wordt door de mate waarin men er in slaagt bij het middelbaar onderwijs aan degenen, die overwegen een universitaire studie te vol gen en aan hun ouders een zodanige voor lichting te geven, dat zij hun beslissing op dit punt op de meest verantwoorde wijze kunnen nemen. Bisschop Otto Dibelius en de Duitse Evangelische kerkeraad hebben in een brief aan alle protestantse gemeenten in Oost- en West-Duitsland de protestanten opgeroepen „standvastig te blijven tegen over een nieuwe aanval van anti-christe lijke krachten" in Oost-Duitsland. Volgens de brief is het volgende tegen de kerk ondernomen: 1. Arrestatie en berechting van protestant se geestelijken en leken. 2. Onteigening van vijf grote en verschei dene kleinere kerkelijke instellingen. 3. Aanvallen op de „Junge Gemeinde" (protestantse jeugdgroepen). 4. Aanvallen op protestantse studenten- groepen en 5. Bedreiging aan het adres van protes tantse functionarissen in geheel Oost- Duitsland. ADVERTENTIE Zorg dan voor een regelmatige levens wijze en voor een goede, volledige voe ding Denk er aan voldoende vitamine B te gebruiken, het wordt aanbevolen ge durende de zwangerschap. Er bestaat dan een grotere behoefte aan vitamine B. Neem dagelijks een flinke eetlepel VITAMINE GISTVLOKKEN. VITAMINE GISTVLOKKEN zijn een product van de Koninklijke Nederland- sche Gist- en Spiritusfabriek N.V. Zij bevatten het gehele in gist aanwezige natuurlijke vitamine B complex, als mede een hoog percentage eiwit. Regel matig gebruik zal Uw gezondheid en Uw zenuwgestel ten goede komen 1 Verkrijgbaar bij Uw drogist. Gilles glimlachte enigszins. Het oog van de politie, juffrouw Maria! Toch moet ik u zeggen, dat de ver pleegster Dat is waar. U hebt met haar gespro ken voordat Ja, juist op dat ogenblik hebt u haar geroepen. Ik was zo bang, toen ik zag, dat hij het te kwaad kreeg. Maria sloot haar ogen, streek met haar grote hand over haar voorhoofd. Natuurlijk, uffrouw Maria. De dood is nu eenmaal niet iets onbetekenends Enfin, u vertelt me dat de volgende keer maar, als u wiltHet is al laat. Zij hield hem bij zijn arm vast. Neen, mijnheer de commissaris. Ik wil het u maar liever zeggen.... Dat is misschien beter Zij vertelde hem van hun ontwaken in de nacht, het lawaai van het gevecht be neden en wat Lysou door het raam gezien zou hebben. Kille windvlagen kwamen door de open deur naar binnen. Gilles had de kraag van zijn regenjas opgezet. Toen zij uitverteld was, bleef hij een ogenblik peinzend staan. Daarna ging hij de vestibule weer in, onderzocht het slot. Is er geen andere deur? Geen leve ranciersingang? Neen. Goed. Hij had de autoritaire toon weer aan genomen, die Maria zoëven zo had ge troffen. U wilt me wel het genoegen doen de grendel stevig op.de deur te doen, en.... Hij keek eens om zich heen hier, die porceleinen paraplu standaard tegen de deur te zetten. Op zo'n manier moet men die eerst omver duwen als men de deur wil openen. Maar, mijnheer, gelooft u werkelijk, dat Opnieuw werd de oude dienstbode door een hevige schrik aangegrepen. Ik geloof niets, ik weet niets Maar ik verzoek u precies te doen wat ik u zeg. En dan moet u ook goed luisteren naar wat er op straat en rondom het huis gebeurt. Kijk zo nu en dan eens door een raam op de eerste verdieping. U moet de luiken niet sluiten en geen licht aansteken, want dan zou men u zien. Onthoud goed alles wat u ziet en hoort. Ik kom morgen terug. Ik, of mijn collega, inspecteur Mo- reauHoort u het goed, Moreau. En aan hem of aan mij, maar alleen aan een van ons beiden, vertelt u alles. Maar :k. Hij zag het ontdane gezicht, de door de wind bewogen grijze haarlok. Wees niet bang, juffrouw Maria. Ik denk dat er vannacht niets zal gebeuren. Het is alleen maar uit voorzorg, begrijpt u. Goeden avond. Tot morgen. XVIII Commissaris Gilles sprong om vijf mi nuten voor half acht op het perron van het station Saint-Lazare uit de trein. Een half uur te laat, het was vervelend. Frangoise zou nooit zo lang op hem ge wacht hebben. En nu was ze juist de vo rige dag niet in een erg goede stemming, omdat de naaister haar mantelpak had verprutst, omdat het mistte, omdatGa maar eens proberen te ontdekken, om welke redenen het jonge meisje, waar je van houdt, in een slechte stemming is! Gilles had genoeg ervaring om er zich niet bovenmatig druk over te maken. En bo vendien kon hij er niets aan doen. Maar toch: er was bij zulke gelegenheden een zekere gesloten uitdrukking op het gezicht van Frangoise, die hij niet kon verdragen en die hem soms buiten zichzelf bracht. De menigte van bewoners der voorstad, die hun kantoren hadden verlaten, stroom de over het perron in tegengestelde rich ting als Gilles. Hij wilde vlug lopen, hij* zou hebben willen rennen, maar hij moest vechten tegen die stroom, gehaast om de wagons te bezetten die weer gingen ver trekken, en die hem op zij duwde, hem naar links en rechts wierp. De handtas van een tj'piste haakte in een knoop van zijn regenjas, hij trok, waarbij het verblufte meisje bijna omgetrokken werd en liet haar ten slotte met de knop in haar han den onder een „Pardon, juffrouw" staan, waarbij zij bijna haar trein miste. Gilles volkomen meester van ziohzelf in de ergste gevaren, liet zijn nervositeit uitgroeien tot verbittering voor de kleine dagelijkse moeilijkheden. Vijf minuten la ter lachte hij er zelf om, maar hij meende even oprecht, dat de autobus-onderneming het op hem had voorzien, toen hij wachtte op een bus, die maar niet kwam. En hij vond die avond de hele wereld maar slecht georganiseerd omdat op het perron, waar Frangoise op hem zou wachten, een enor me menigte was, die in zijn richting kwam. Hoe het ook zij, hij bereikte tenslotte de laatste boekwinkel „aan de linkerkant van het pen-qn, komend van buiten", waar hij de vorige dag met Frangoise Herlin had af gesproken. Geen Frangoise te zien. „Natuurlijk, dacht hij, na een kwartier wachten is zij vertrokken. Och waar omk En bovendien begon die affaire-Dorsel hem zowel op te winden als te verontrus ten. Onder een nogal alledaags voorkomen voelde hij schimmen zich roeren, die hem nog onbekend waren en wier motieven hem ontsnapten, maar die hem niet veel goeds zeiden. Hij draaide enkele seconden wat rond met nog altijd de hoop, dat Frangoise zou opdoemen, zich los zou maken uit die dui zenden wezens, die door het begin van de winter hun kleur verloren, van wie de ge zichten in een waas aan zijn blik voorbij gingen en die zich haastten naar het avondmaal: de vlucht naar het bed, naar de slaap, gelijk aan de dood. Plotseling nam hij een besluit. Ik moet Moreau opbellen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 6