Duizendjarige traditie is basis
van Britse kronings-ceremonieel
AKKERTiJ
Showfilms: vrij spel van de filmfantasie
Uitgaan in Haarlem
Oranjeboom
Pijn op gezette tijden
Een Eeuw Geleden
God save Queen Elizabeth
Sprookjesachtige plechtigheid in
aloude Westminster Abbey
Werkbezoek van Prins
aan Gelderland
Lange tijd in discrediet maar
nu eindelijk op niveau
^Hoe is het ontstaand
VRIJDAG 29 MEI 1953
3
Studie van werkgelegenheid,
industrie en woningbouw
„Apollo" honderd jaar
Aankomst in de Abdij
De eedsaflegging
De kroning
Agenda voor Haarlem
De echte musical
Dit woordKW IB U S
Uit de Opregte Haarlemsche
Courant van 30 Mei 1853
i
99
99
Dinsdagmiddag om half een precies zal de aartsbisschop van Canterbury, dr.
Geoffrey Fisher, in Westminster Abbey in Londen de kroon van St. Edward
op het hoofd van Koningin Elizabeth II plaatsen als het hoogtepunt van de
kroningsplechtigheid van twee-en-een-half uur, waaraan 15 maanden van voor
bereidingen zijn voorafgegaan. Een kroningsplechtigheid, die dateert uit de tijd
der Angelsaksische koningen.
De Westminster Abbey, die volgende week het middelpunt zal zijn van de kronings
plechtighedentoonde haar volle schoonheid bij een „lichtrepetitie" van de feestver
lichting in Londen.
Prins Bernhard is gisteren voor het
brengen van een werkbezoek aan Gelder
land in gezelschap van zijn particuliere
secretaris in het tijdelijke Provinciehuis te
Arnhem de gast geweest. Hij werd begroet
door de Commissaris van de Koningin in
de provincie Gelderland, jhr. dr. C. G. C.
Quarles van Ufford en het volledige col
lege van Gedeputeerde Staten. Het in aan
bouw zijnde nieuwe Provinciehuis werd
bezichtigd en daarna volgde een bespre
king in de raadzaal van Nijmegen,met het
volledig college van B. en W., vertegen
woordigers van de Kamer van Koophan
del, van de Universiteit, van de midden
standsbeweging, van de Centrale Raad
van de drie samenwerkende vakcentrales,
burgemeesters uit de naburige gemeenten,
benevens een vertegenwoordiger van het
E.T.I. uit Arnhem.
De Prins stelde daarbij tal van vragen
over de werkloosheid te Nijmegen, over
de opbouw, de krotopruiming ein over de
uitbreiding van de Universiteit.
Vervolgens begaf men zich te voet van
het raadhuis naar de benedenstad. Daar
stond de bevolking langs de straten en
overal werd de Prins met gejuich ontvan
gen. Hij ging een van de oude vervallen
patriciërshuizen in de grote straat binnen
en nam met grote belangstelling kennis
van de woningtoestanden in deze totaal
verouderde huizen welke op vernieuwing
wachten. In de Muchterstraat bezocht de
Prins het oudeliedenverblijf „Adsumptio"
waar hij ontvangen werd met bloemen.
Daarna bezichtigde hij nog enige andere
delen van de stad en na de lunch werd
een bezoek gebracht aan het industrie
terrein en de havenaanleg. Over de
Weurtseweg met de brug over het Maas-
en Waalkanaal reden de Prins en zijn ge
zelschap vervolgens in de richting Land
van Maas en Waal, waar hij in de loop
van de .middag bezoeken bracht aan de
scheepswerf van de gebroeders Van der
Werf N.V te Deest en aan de gemeenten
Druten en Wijchen.
In Wijchen kwam hij bij de N.V. Isola,
de meubelfabriek Eltink, de N.V. Lakatex
en, via de Kasteellaan, die aan beide
zijden geflankeerd werd door de enthou
siaste schooljeugd, twee muziekkorpsen
en vele volwassenen, reed hij naar het
historische kasteel-raadhuis.
Na afloop van de tocht vertrok de Prins
naar de ambtswoning van de Commissaris
der Koningin te Arnhem. Vandaag ver
trok de Prins om negen uur uit Arnhem
en zette hij zijn werkbezoek voort met een
tocht naar de Bommelerwaard via Op-
heusden, Ochten, Tiel en Zaltbommel.
ADVERTENTIE
I hoeft geen 'verloren dag' te betekenen.
Is altijd makkelijk
Op Woensdag 3 Juni zal het honderd
jaar geleden zijn, dat te Amsterdam de
zangvereniging „Liedertafel Apollo" werd
opgericht, die sinds 1925 bekend is als Ko
ninklijke Mannenzangvereniging „Apollo".
De feestelijkheden, waarmede het bestuur
dit jubileum wil vieren, zullen op 3 Juni
in 't hoofdstedelijk Concertgebouw begin
nen met een gala-concert onder leiding
van Fred. J. Roeske, sinds 1896 directeur,
met medewerking van de solisten Gré
Brouwenstijn, Willem Andriessen en Simon
C. Jansen.
Prijzen van Académie Francaise
De Académie Frangaise heeft de prijs
voor litteratuur dit jaar toegewezen aan
Marcel Brion, als bekroning van zijn ge
hele litteraire werk. Hij schreef romans,
novellen en boeken over kunstgeschie
denis.
Romanprijs werd toegekend aan Jean
Hougron voor zijn boek „Mort en fraude".
De plechtigheid is in wezen dezelfde als
ruim duizend jaar geleden. De oudste be
staande teksten van de plechtigheid, die uit
de achtste eeuw dateren, bevatten reeds de
essentiële elementen: de zalving van de
vorst, het overhandigen van de machts
symbolen en het op de troon plaatsen.
De kroning in de abdij levert een Mid
deleeuws schouwspel op: De edelen, ge
kleed in karmozijnrode mantels met her
melijn afgezet, de leden van de lijfwacht
in Tudor-uniformen,herauten in met goud
draad bestikte tunieken, edelen met de
Koninklijke attributen en geestelijken in
blauwe en gouden koormantels.
Als de koningin, gevolgd door zes ere
dames die haar sleep dragen, door de Wes
telijke deur de kerk binnenkomt, wordt zij
begroet met trompetgeschal. Terwijl zij
zich langzaam door het schip en het koor
naar de rijk versierde kroningsplaats voor
het hoogaltaar begeeft, zingt een koor van
400 stemmen de hymne uit Psalm 122:
(Ik verblijd mij in degenen, die tot mij
zeggen: wij zullen in het huis des Heeren
gaan).
Veertig leerlingen van de Westminster-
school begroeten Elizabeth dan met de roep
„vivat Regina Elizabetha, vivat, vivat,
vivat het enige Latijn dat bij de plech
tigheid te pas komt.
De kroningsplechtigheid, die is verdeeld
in de erkenning, de eed, de zalving, de be
kleding met de koninklijke gewaden en
versierselen, het op de troon plaatsen en
het eerbetoon, en de communie, begint in
feite, als de Koningin bij het altaar knielt
om te bidden.
Daarna volgt de erkenning, daterend uit
de tijd, dat koningen, zelfs op de kronings-
dagen, er niet zeker van konden zijn dat
zij door het volk zouden worden aanvaard.
Koningin Elizabeth staat naast de eiken
kroningszetel, waarop alle Engelse vorsten
sedert 1308 gekroond zijn. De aartsbisschop
van Canterbury stelt met luider stem de
Koningin voor en vraagt de edelen of zij
bereid zijn haar eer te bewijzen, waarop
volgens de officiële formule „het volk
zijn bereidheid en vreugde kenbaar maakt
door luide en herhaalde toejuichingen, al
len met een stem roepend: „God save queen
Elizabeth".
Het volgende deel van de plechtigheid
is de beëdiging. De Koningin zweert haar
Britse volk, haar koloniën en het gemene
best te zullen regeren in overeenstemming
met de wetten en gewoonten. Ook zweert
zij het protestants geloof in Engeland te
zullen handhaven. Voor de eerste maal
worden bij deze kroning in de eedsformule,
die door de aartsbisschop in de vorm van
een aantal vragen wordt voorgelezen, de
landen van het gemenebest apart genoemd.
Na de eedsaflegging begint de eigenlijke
dienst. De Koningin en de gasten knielen
en de aartsbisschop bidt, dat over de sou-
verein de geest van wijsheid en beleid mag
worden uitgestort.
De zalving die de Koningin voor haar
bewind wijdt, begint met koorzang van de
hymne „Come, Holy Ghost, our souls in
spire".
De Koningin, zonder haar staatsiekleed,
zit op de kroningszetel boven de „steen van
het lot", een ruw blok rode zandsteen,waar
op eertijds de Schotse koningen werden
gekroond en die in de afgelopen 600 jaar
gebruikt is voor de kroning van alle En
gelse vorsten, behalve koning Edward VI
en Edward VII. Zij zit, aan het oog ont
trokken, onder een baldakijn, die wordt
gedragen door vier ridders van de Kouse
band.
De olie, waarmee zij wordt gezalfd, is
bereid volgens een recept uit de zeven
tiende eeuw. Uit de bek van de ampulla,
in de vorm van een gouden arend met uit
gestrekte vleugels, wordt wat olie gegoten
op de zalvingslepel. De aartsbisschop doopt
zijn vingers in de olie en zalft de handen,
de borst en het hoofd van de Koningin.
Daarna zegent hij haar.
Hierop volgt de bekleding met konink
lijke gewaden, de colobium sindonis, een
kledingstuk zonder mouwen en de super
tunica, een mantel van goudlaken, afgezet
met karmozijnrode zijde. De gewaden wor
den bijeengehouden door een gordel.
Na de bekleding worden de koningin de
attributen van de kroon overhandigd: Eerst
de gouden sporen, symbolen van konink
lijk ridderschap, die de Koningin even met
de hand aanraakt.
Dan overhandigt de aartsbisschop haar
het zwaard, haar verzoekend ermee „recht
te doen, de groei van onrecht te stuiten, de
heilige kerk van God te beschermen, wedu
wen en wezen te helpen en te verdedigen".
De koningin draagt het zwaard «naar het
altaar, waar zij het neerlegt ten teken, dat
zij het offert in de dienst van God.
Na het zwaard komen de gouden armil-
len „armbanden van oprechtheid en
wijsheid" om de polsen der Koningin,
die dan opstaat en de koninklijke stola
en de koninklijke mantel krijgt omgehan
gen. In haar rechterhand wordt een gouden
rijksappel, gekroond met een kruis van
juwelen, geplaatst. Het kruis symboliseert
Christus' heerschappij over de wereld. Ook
de rijksappel wordt op het altaar geplaatst.
Daarna krijgt de koningin nog de kronings-
ring, bekend als de „trouwring van Enge
land", aan de ringvinger van de rechter
hand en de scepter met het kruis („konink
lijke macht en recht") en de roede met de
duif („rechtvaardigheid en barmhartig
heid").
Er is één categorie films, die in deze rubriek nog niet aan de orde is geweest, nog niet
en toch is ze de moeite van een beschouwing waard. Het zijn de show films. Met enige
verbijstering zal zich wellicht de trouwhartige lezer, die zich voor de film interesseert,
afvragen of de filmcriticus de showfilm dan au serieux neemt. Jawel, dat doet hij.
Uw dienaar doet het zeker. Nu kan hij het niet helpen dat de meeste filmmakers de
showfilm blijkens hun producten niet au serieux genomen hebben. Wat er zoal op de
markt verschijnt is doorgaans niet van dien aard dat het uw bewondering gaande
maakt. Nogmaals: dat ligt aan de producten, niet aan ondergetekende. Maar de ver
schijning van de showfilm, de categorie op zichzelf, loont zeker de moeite van een
bespiegelend commentaar. Het gaat niet aan ons er met een schouderophalen vanaf
te maken. De showfilm en haar zuster de musical zijn geen Assepoesters. Het filmspel,
dat met haar wordt bedreven is een kunstig spel, een spel van de filmkunst. Als men
de zaken zo stelt vormt de showfilm een artistiek probleem waarmee alleen het talent
raad zal weten.
Want, kort en goed, welke faiitastische mogelijkheden kan men er mee verwezenlijken!
Het rhythme van de dans, in de showfilm beoefend, is als het rhythme van de beelden,
die maar voortstromen in een werveling van grootse en onvermoede effecten, verras
sende perspectieven, kleurrijke en voortdurend wisselende scènes waarin de fantasie
stappen neemt als met zevenmijlslaarzen en u drijft langs bergen en dalen van droom
en realiteit. Ja, de vonken kunnen er uit spatten. Mits en daar zijn we waar we
wezen willen mits vorm en inhoud niet omgekeerd evenredig zijn aan elkaar of in
één concreet exempel: mits niet een onbenullig verhaaltje telkenmale de fantasie
geweld aandoet en de film in flarden van mooi en lelijk uiteenrijt.
bij U te hebben,
die helpen direct!
VRIJDAG 29 MEI
Stadsschouwburg: „Schoppen vrouw" (Rot
terdams Toneel), 8 uur. Brinkmann: Odd
Fellow Orde, spreker Robert Peereboom
over de noodzaak van de eenwording van
Europa, 8 uur. Lido: „Het gesloten gelaat",
18 jaar 7 en 9.15 uur. City: „De verzonken
stad", 14 jaar, 7 en 9.15 uuur. Spaamc:
„Tijgerhaai", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans
Hals: „Het eiland der begeerte", 14 jaar, 7
en 9.15 uur. Minerva: „Moeder is studente",
alle leeft., 8.15 uur. Rembrandt: „De schoon
heidsspecialist", 18 jaar, 7 en 9.15 uur.
Luxor: „De loodgieter en het atoomgeheim",
alle leeft., 7 en 9.15 uur. Palace: „April in
Paris", alle leeft., 7 en 9.15 uur.
ZATERDAG 30 MEI
Stadsschouwburg: „Je kunt 't nooit we
ten" (A.T.G.), 8 uur. Lido: „Het gestolen
gelaat", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City:
„De verzonken stad", 14 jaar, 2.15, 4.30, 7 en
9.15 uur. Spaarne: „Tijgerhaai", 14 jaar, 2.30,
7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Het eiland dei-
begeerte", 14 jaar, 2.30, 7 cn 9.15 uur.
Minerva: „Moeder is studente", alle leeft.,
2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „De schoon
heidsspecialist", 18 jaar. 2, 4.15, 7 en 9.15
uur. Luxor: „Het koninklijk bezoek aan
Noorwegen en Denemarken", 10.30, 11.30 en
12.30 uur. „De loodgieter en het atoom
geheim", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Palace: „April in Paris" alle leeft., 2, 4.15,
7 en 9.15 uur.
Is dit rijkelijk veel eer aan de showfilm
besteed? Èen overwaardering, een uitstal
ling van adjectieven, die hier niet op hun
plaats zijn? Te veel loffelijke omschrij
vingen voor duizend meter celluloid, waar
op men, gezien de bioscoopreclames, alleen
maar bekoorlijke joffers ontwaart, op wie
uw oog gericht en door wie uw oog ge
streeld zal zijn? Alsof dat alles is waar de
film om draait? Neen, neen, maar de goede
showfilm, de ene goede showfilm, laten we
haar tot uitgangspunt nemen. Tot in de
jaren '40-'45 betekende een showfilm voor
Hollywood inderdaad niet veel anders dan
een flauw romantisch verhaaltje, dat zich
afspeelde rond een revue, waarvan men de
gedanste scènes fotografeerde. Ginger Ro
gers en Fred Astaire waren de sterren. Zij
vlucht van de filmfantasie, spel met de
ruimte en beheersing van de ruimte. En
wat die dansen en balletten betreft: zij wa
ren ondergeschikt aan de film, zoals zij het
moeten zijn tenzij hun een functie is toege
wezen als in „Limelight", waar de film hen
niet afhankelijk mocht maken van haar
wetten, maar slechts hun verschijning op
tekende als een nuchtere fotografische no
titie.
„An American in Paris" is gevolgd door
„Singin' in the rain", zeker niet beter dan
de eerste, maar in elk geval ook niet terug
kerend naar de vroegere dwaalwegen. De
film miste de dichterlijke humor en ver
beelding van „An American in Paris"; aan
dynamiek kwam men er niet bepaald in
tekort. De vaststelling van deze kwaliteiten
dichterlijkheid en humor zeggen alles wan
neer het erom gaat een lans voor de show
film te breken. Inderdaad dichterlijk en
verkochten hun nummer goed, fabelachtige humoristisch was „An American in Paris".
dansers als zij waren. Maar aan filmkunst
gebeurde er niets. De gedanste scènes wa
ren - het zij eerlijkheidshalve toegegeven
- niet altijd van originaliteit gespeend. Ik
herinner mij de „Broadway-melodies", die
telkenj are verschenen en althans op dat
punt verrassende vergezichten en perspec
tieven te voorschijn toverden, die op show:
het ten toon stellen berustten. Ze boeiden.
Zoals gezegd deed het verhaaltje de film de
das om. Het was zo allerakeligst banaal,
dat het een anti-climax teweeg bracht op
ieder ogenblik, dat het zich met zo'n film
bemoeide. De kunst was de showfilm zo te
construeren, dat het verhaaltje de vaart, de
cadans, het rhythme niet onderbrak, maar
er in vervloeide, alle rhythme, vaart en ca
dans er uit voortkwam en in opging. Dan
waren er ook geen hinderlijke onderbre
kingen meer en bereikte men de harmonie,
waarop nog altijd het wachten was. Voor
een belangrijk deel is dat gelukt. Het ver
haaltje wérd de handeling - de show in dit
geval - de flauwiteiten verdwenen en zo
werd met „An American in Paris" het
ideaal bereikt, dat met de gebreken van
vroeger radicaal afrekende. Hier geen
revue, waarin de ster danst en danst tot hij
er bij neervalt. Hier geen zinloos of over
dreven romantisch liefdeshistorietje, waar
mee al die danspartijen niets uitstaande
hebben, zelfs geen contrasterende werking
uitoefenen of de spanning opvoeren. Hier
een gedurfd spel met beelden en kleuren,
de volle maat aan dansescapades van Gene
Kelley, groots gemonteerde balletten op de
Dat deze eigenschappen voordien ontbra
ken maakte de film des te opvallender. Ze
betekende een verademing voor wie het
met de showfilm goed meende, ze opende
het uitzicht op kunstzinnig bedreven film
werk, ze hief de showfilm op een niveau
dat men tot dan toe onbereikbaar had ge
acht, terwijl toch altijd de mogelijkheden
daartoe voorhanden wa
ren. Het kijkspel werd tot
een hogere macht verheven.
Geen Jan Klaassen meer
met de show, maar spel met
het spel en dat van zuiver
kunstzinnig gehalte. Zeker, het is divertis
sement, verstrooiing. Maar sinds wanneer
rijmt het niet met het artistiek geweten
wanneer men dat met het filmmedium be
oefent?
De musical
De tweede Assepoester van de filmkunst
is de musical, die nogal eens een verbond
met de show aangaat. Wat de operette is
voor het toneel zou men de musical voor de
film kunnen noemen: het auditieve element
geeft er de toon aan. Ik heb van alle
musicals waarin Doris Day optrad er
slechts één gezien: Young man with a
horn" en daarin speelde zij lang niet de
hoofdrol. De trompet van een jazztrompet-
tist speelde er de hoofdrol in. De film schil
derde de levensloop van een trompettist,
zijn verknochtheid aan zijn instrument, de
furore, die hij ermee maakte, het leed, dat
hem niet bespaard bleef. De trompet werd
bijna een obsessie voor hem. Hij dreigt aan
zijn fanatieke muziekbeoefening ten onder
te gaan, maar hervindt juist op tijd zijn
evenwicht. Deze film was een musical in
de enig juiste betekenis van het woord. De
muziek is er alles in en die muziek krijgt
een dramatische betekenis door de man,
die er zijn leven aan heeft gewijd. Het is
jazz wat men hoort. Zelfs de trouwste aan
bidder der klassieke muziek zal er geen
ogenblik bezwaar tegen hebben. Dat pleit
voor deze film, die vele andere musicals ver
aardige melodie. Hier zit in de film muziek
niet opgeofferd aan een mooie stem of een
aardige melodie. Daar zit in de film muziek
in letterlijke en figuurlijke zin. Iets wat
men de vele bewerkingen van het leven
van Bach, Chopin en anderen nogal eens
zou toewensen. H. W. FRANSE
De plechtigheid heeft nu zijn hoogtepunt,
de eigenlijke kroning, bereikt. De aarts
bisschop plaatst de met vele juwelen ver
sierde kroon van St. Edward op het hoofd
van de vorstin, waarop de doodse stilte
wordt verbroken door de 7000 gasten in de
abdij, die luidkeels enige malen „God save
the Queen" roepen. De edelen zetten nu
ook hun kroontjes op het hoofd, trompet
ten schallen, buiten de kerk vuren kanon
nen saluutschoten af en het koor zingt:
„wees krachtig en van goede moed: onder
houd de geboden van de Heer uw God, en
bewandel Zijn wegen".
De koningin verlaat nu de kroningszetel
en begeeft zich naar de troon. Zij wordt
op de troongeheven door de aartsbisschop,
de bisschoppen en de edelen rondom haar.
Een kwibus is iemand in het bij
zonder een jonge man die zich be
lachelijk aanstelt, een zot, een dwaze
fat. Men kan zich niet onttrekken aan
de gedachte, dat men hier te maken
heeft met het Latijnse quibus, een
naamval van quis dat: wie, welk be
duidt. En deze overtuiging wordt ver
sterkt door het woord kwidarn, aar
sterk op het Latijnse quidam: de een of
ander, lijkt en dat ook gebezigd wordt
voor: een vreemde snuiter, een rare
snoesnaan.
Mischien moet men uitgaan van de
vorm cum quibus: met wie, uit een
R.K. kerkgezang. Daarin kan men heb
ben gehoord: kom, kwibus en zo kan
kwibus als een persoonsnaam zijn opge
vat. Maar meer dan een onderstelling
'^is dit niet.
Eerst knielen daarna de aartsbisschop en
bisschoppen voor de Koningin en zweren
haar trouw. Daarna komt de Hertog van
Edinburgh.
Hij knielt voor zijn echtgenote en zweert,
met zijn hand in de hare: „Ik, Philip, Her
tog van Edinburgh, zal uw vazal zijn met
lijf en ziel, en u eren boven alles op aarde,
en oprechte trouw zal ik u betonen in leven
en dood, tegen elk, die u belaagt. Zo waar
lijk helpe mij God". Dan staat hij op, raakt
de kroon aan en kust de Koningin op de
linkerwang.
Na hem komen de koninklijke hertogen
en de oudste edelen van elke graad her
togen, markiezen, earls, burggraven en ba
ronnen.
Als ook deze hun eerbewijzen hebben
gebracht roffelen de trommels en klinken
opnieuw de trompetten en de aanwezigen
roepen: „God save Queen Elizabeth. Long
live Queen Elizabeth. May the Queen live
forever".
De rest van de plechtigheid bestaat uit
de communie. De Koningin knielt, samen
met de Hertog van Edinburgh voor het al
taar en offert brood en wijn. Er wordt een
speciaal gebed gezegd voor de Hertog en
daarna ontvangen beiden, als man en
vrouw, de communie.
Terwijl het koor het „Te Deum" zingt,
begeeft de Koningin zich in processie naar
het deel van de kerk dat reces heet, waar
haar koninklijke staatsiemantel wordt ver
vangen door een mantel van purper. Dan
wordt de stoet opnieuw gevormd en ver
laat de Koningin de abdij. De gasten zingen
staande het volkslied en de indrukwekken
de plechtigheid is ten einde.
Het kroningsbouquet, dat de koningin
draagt, bestaat uit orchideeën en stephano-
tis met anjers in het midden. De bloemen
zijn afkomstig uit de vier delen van het
verenigde koninkrijk: Engeland, Noord-
Ierland, Schotland en Wales.
TONEEL
Vrijdag 29 Mei, Stadsschouwburg, 20 uur:
Het Rotterdams Toneel vertoont het door
Cruys Voorbergh geregisseerde spel
„Schoppen vrouw" van Rodney Ackland
met Magda Janssens, Coba Kelling en
Charlotte Kohier. Het décor is van Lucas
Wensing.
Nu de Vietminh-troependie de hoofdstad van Laos Loenag Prabang bedreigden zich
hebben teruggetrokken naar het Noorden, heeft de Koning van Laos erin toegestemd
zijn hoofdstad te verlaten. Hier ziet- men de Koning bij het inspecteren van de wacht
voor zijn vertrek.
Een scène uit „Je kunt het nooit weten
van Shaw met Robert de Vries tussen Liane
Saalborn en Johan Walhain (Zaterdag en
Zondag in de schouwburg)
Zaterdag 30 Mei, Stadsschouwburg, 20 uur:
„Je kunt het nooit weten" (You never
can tell) van George Bernard Shaw door
het Amsterdams Toneelgezelschap onder
regie van A. Defresne.
Zondag 31 Mei, Stadsschouwburg, 20 uur:
Het A.T.G. met „Je kunt het nooit weten"
(zie Zaterdag) met Vera Bondam, Annie de
Lange, Liane Saalborn, Louis van Gaste
ren, Paul Huf, Jacques Snoek, Jo Stern-
heim, Robert de Vries en Jo Walhain.
Dinsdag 2 Juni, Stadsschouwburg, 20 uur:
Herhaling van het spectacle-coupé door
afgestudeerde leerlingen van de Academie
van Dramatische Kunst (het zogenaamde
„openbaar eindexamen" van de Toneel
school) dat Zaterdag 30 Mei in de Amster
damse Stadsschouwburg wordt gegeven.
MUZIEK
Dinsdag 2 Juni, Grote Kerk, 20 uur: Orgel
concert door George Robert, die behalve
drie werken van Bach het Grande pièce
symphonique van César Franck ten gehore
brengt.
Donderdag 4 Juni, Grote Kerk, 15 uur: Wer
ken van Purcell, Handel, Wesley, Franck,
Alain en Jongen worden op het orgel van
Christiaan Muller ten gehore gebracht
door George Robert.
Donderdag 4 Juni, Grote Kerk, 20 uur: Uit
voering van het Requiem van Verdi door
Haarlems Gemengd Koor met medewer
king van de H.O.V. De solisten zijn Greet
Koeman. Anne de Vries, Herman Schey en
R. van Randwijk. Het geheel staat onder
leiding van Jan Booda, de opbrengst
strekt ten bate van Oude Tonge.
DIVERSEN
Vrijdag 29 Mei, Frans Halsmuseum, 20 uur:
Feestelijke avond voor genodigden ter ge
legenheid van het jubileum van het
Frans Halsmuseum met costuumshow door
Cruys Voorbergh.
Vrijdag 29 Mei, Brinkmann, 20 uur: De heer
Robert Peereboom spreekt over „De nood
zaak van de eenwording van Europa" voor
de Kennemer Loge nr 27 van de Indepen
dent Order of Odd Fellows.
Zaterdag 30 Mei, Frans Halsmuseum. 20 uur:
Openbare costuumshow door Cruys Voor
bergh met een evocatie van het Jeven in
de achttiende eeuw door middel van kle
derdracht, zang en dans.
Woensdag 3 Juni, Stadsschouwburg. 19.30 uur:
Leerlingenuitvoering onder leiding van
mevrouw Van der Reevan Ttricht.
Zaterdag 30 Meil, Huis met de sleutels, 20.30
uur: Lezing voor de afdeling Haarlem van
de K.N.T.V. door A. Herckenrath over
„Muzikale nomenclatuur aangepast aan
moderne compositie technieken". Werken
van A. Schönberg worden vertolkt door
Betsy Koopman (Bronsteeweg 76, Heem
stede).
Donderdag 4 Juni, Concertgebouw, 20 uur:
Het Koninklijk mannenkoor Caecilia geeft
voor de zevende keer een concert voor
ouden van dagen. Dirigent is Nico
Hoogerwerf.
Bijzondere filmvoorstellingen: Rembrandt-
Theater Zondag 11 uur „Eroïca". Lido-
Theater idem „Ave Maria" met Benja-
mino Gigli. Cinema Palace 4 Juni 21.15 uur
„Sportfilm 19511952". Luxor iedere och
tend reportage in kleuren van het Konink
lijk bezoek aan Denemarken (10.30, 11.30
en 12.30).
TENTOONSTELLINGEN
Huis Van Looy: Werken van mevrouw H.
Reuchlin-Lucardie, op werkdagen van
1012.30 en 13.3017 uur, des Zondags al
leen van 14—17 uur. Tot 22 Juni.
Kunsthandel Bier: Tentoonstelling van
vroeg-Aziatisehe kunst, dagelijks geopend
tot 1 Juni, Groot Heiligland 66
De Stompe Toren, Spaarnwouüe: Geopend
op Donderdag, Zaterdag en Zondag van
1419 uur. Voor verdere inlichtingen: mr.
H. K. de Raaf, Heemstede, telef. 38199.
ADVERTENTIE
onde
dat Vorstelijk glas hier I
HAARLEM, -r- Vanwege Heeren Burge
meester en Wethouders van HAARLEM
wordt ter kennis gebracht van de belang
hebbenden, dat de ZWEMSCHOOL op
Woensdag den lsten Junij zal worden
opengesteld, en dat, met inachtneming der
bepalingen, vervat in het Reglement, van
de voorzeide inrigting, van dien dag af,
gebruik kan worden gemaakt, en ook de
Zwemlessen, tegen betaling van 6 voor
het geheele Badseizoen, een aanvang zullen
nemtn. (Advertentie)
i