Oppervlakte aan sportterreinen in Haarlem blijft achter bij behoeften der bevolking Franka-Superwitbrood Franken 'grieven aan de redactie Spaak pleit tegen neutraal Duitsland Vacantie-sluiting HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 5 Tekort bedraagt 25 van de benodigde oppervlakte De behoefte aan velden Berekening van het tekort Tekort per wijk Emissie-Figee geslaagd Weij vervangt Bouwens Situatie in 1960 Raadslid Van der Giessen stelt vragen Roofbouw op terreinen Examens Het zou geheel Europa economisch overvleugelen J. I. DRIESSEN Hoofduitvoerder verdacht van knoeierijen bij Hoogovens Oven drie van Staalfabriek buiten werking DONDERDAG 23 JULI 1953 Haarlem komt 27 hectaren sportterrein tekort of 1.30 vierkante meter per hoofd der bevolking, dat is 25 van de benodigde oppervlakte. De huidige behoefte bedraagt 108 hectaren (per hoofd der bevolking 5.17 vierkante meter), maar er is maar 81 hectaren (3.87 vierkante meter per hoofd) aanwezig. Voor 1960 is een benodigde oppervlakte berekend van ruim 121 hectaren. Ten opzichte van 1952 betekent dat een stijging van 13 hectaren of 11.9 Deze behoeftenormen zijn als minima te beschouwen, waarin de behoeften der scholen niet zijn inbegrepen. Aldus de voor naamste conclusies van een In opdracht van Burgemeester en Wethouders door het Nederlands Economisch Instituut te Rotterdam ingesteld onderzoek naar de be hoefte aan sportterreinen in het Haarlemse recreatiegebied, dat behalve de pro vinciale hoofdstad ook Bloemendaal en Heemstede omvat. Onderzocht is de behoeften aan velden voor spelen die in ploegverband worden beoefend: cricket, handbal, hockey, honkbal, korfbal en voetbal. Kaatsen, klootschieten en rugby worden zo weinig beoefend dat zij buiten beschouwing zijn gelaten. Uit het rapport, dat 22 pagina's met zeer veel cijfermateriaal en andere feitelijke gegevens telt, laten wij hieronder een uittreksel volgen. In de volgende tabel staan de aantallen beoefenaren van de zes resterende takken van sport vermeld. Ter vergelijking zijn eveneens de overeenkomstige cijfers voor Nederland gegeven, waarna deze twee cij ferreeksen, verdeeld naar geslacht, uitge drukt zijn in het aantal mannen resp. vrou wen van 10 t/m 34 jaar in het Haarlemse recreatiegebied en in Nederland. Aantal georganiseerde sportbeoefenaren 1952 (in 1.000-tallen). Aantal sportbeoefenaren In van de bevolking van 10 t/m 34 jaar Nederland Haarlem Nederland Haarlem M Vr. M Vr. M Vr. M Vr. Voetbal 325,0 7,708 16,19 20,80 Korfbal 14.5 16,6 0,485 0,495 0,72 0,84 1.31 1,29 Hockey 8,7 6,5 0,472 0,389 0,43 0,33 1,27 1,02 Handbal 11,0 9,2 0,179 0,150 0,55 0,46 0.48 0,39 Honkbal 3,0 1,141 0,15 3,08 Cricket 2,0 0,1 0,295 0,10 0,005 0,80 364,2 32,4 10,280 1,034 18,14 1,635 27,74 2,70 Aantal inwoners van 10 t/m 34 jr. (x 1000) op 1 Januari 1952: Nederland: 2006,9 mannen en 1984,9 vrouwen. Haarlem: 37.062 mannen en 38.249 vrou wen. Uit deze tabel blijkt duidelijk, dat, met uitzondering van handbal, welke tak van sport een relatief grote beoefening vindt in de provincies Groningen, Drente, Overijsel, Utrecht en Zeeland, de belangstelling voor de terreinspelen in Haarlem aanzienlijk groter is dan in Nederland in tótaal. In het bijzonder geldt dit voor hockey en honkbal. Nog op andere wijze kan een wellicht wat duidelijker beeld worden gegeven van de structuur, die de beoefening van de ter reinspelen in Haarlem en Nederland ver toont. In de tabel hieronder is namelijk het aantal beoefenaren van een tak van sport uitgedrukt in het totaal aantal beoefenaren van terreinspelen. Aantal sportbeoefenaren and (x 1000) Haarlem in procenten van net totaal Nederland Haarlem M Vr. M Vr. M Vr. M Vr Voetbal 325,0 7,708 86,3 74,8 Korfbal 14,5 16,5 485 495 3,6 51,2 4,7 47,9 Hockey 8,7 6,5 472 389 2.3 20,1 4,6 37,6 Handbal 11,0 9,2 179 150 2,9 28,4 1,7 14,5 Honkbal 3,0 1,141 0.8 11,1 Cricket 2,0 0,1 295 0,6 0,3 2,9 Overige terrein spelen 12,5 20 3,3 0,2 376,7 32,4 10,300 1,034 100,0 100,0 De relatieve positie van elke tak van sport is duidelijk in de tabel te zien. Voet bal en handbal nemen een andere plaats in, dan uit de eerste tabel zou kunnen blij ken. Geeft laatstgenoemde tabel een indruk van de belangstelling voor de sportbeoefe ning binnen het kader van de leeftijdsgroep van 10 t/m 34 jaar, in de tabel hierboven wordt de onderlinge verhouding der ver schillende takken van sport bezien, waar door een beter structureel beeld wordt ver kregen. Het Haarlemse structuurbeeld nu ver toont een relatief grote belangstelling voor korfbal en hockey en een zeer grote belang stelling voor honkbal en cricket. Het blijkt dus, dat in de sportbeoefening in Haarlem de differentiatie verder is voortgeschreden, zich uitend in een grote belangstelling voor de zgn. „deftige" sporten, terwijl voetbal daarentegen, een populaire sport, relatief minder belangstelling geniet. Het belang van deze onderscheiding zal in het volgende duidelijk worden. Zoals nog nader aangetoond zal worden, eist iedere tak van sport een naar de aard en soort der sport bepaalde ruimte van bespe ling. Deze sporttechnisch benodigde opper vlakte nu zal, via het hierboven besproken structurele beeld, dus tezamen met het aan tal sportbeoefenaren, mede bepalend zijn voor de behoefte aan sportterrein. Een andere belangrijke reden voor deze onderscheiding ligt hierin, dat aldus een richtsnoer wordt verkregen bij maatregelen van practisch beleid. Immers, wanneer men een inzicht heeft in de betekenis van een bepaalde tak van sport, zal men in staat zijn op meer verantwoorde wijze de ver schillende soorten van sportvelden een plaats in het recreatiegebied te geven. Het zal wellicht zijn opgevallen, dat tot dusverre nog niet is gesproken over het voorkomen van lichamelijke opvoeding in schoolverband. De moeilijkheid is echter, 100,0 100,0 gegevens ter dat hierover niet voldoende beschikking staan. Vervolgens wordt in het rapport een uit eenzetting gegeven van de wijze waarop men de behoefte aan sportterreinen heeft berekend, namelijk op basis van de op grond van de spelregels voor iedere tak van sport benodigde terreinoppervlakte, welke vervolgens werd getoetst aan het aantal spelers dat aan elke tak van sport deelneemt. Vervolgens werd berekend hoeveel malen per week het terrein bespeeld zou kunnen worden. De normen voor de laatstgenoem de factor, waren uiteraard moeilijk vast te stellen. Gewezen wordt in dat verband op het euvel van een te frequente, bedrijfs economisch niet verantwoorde bespeling der terreinen en op de omstandigheid, dat een terrein niet pér se voor dezelfde tak van sport gebruikt behoeft te worden. In het Haarlemse recreatiegebied komt het dikwijls voor, dat eenzelfde sportterrein' voor de beoefening van verschillende tak ken van sport wordt gebruikt. Dit ver schijnsel kan niet alleen worden verklaard uit een bestaand tekort aan speelterrein, maar ook uit een streven naar een gunstige verhouding van opbrengst en kosten bij de exploitatie van sportvelden. In het hier besproken rapport wordt de werkelijke bespelingsfrequentie in navol ging van het meer geciteerde maandblad Actieve Recreatie op vier aangenomen, al ligt die in werkelijkheid door de bestaande tekorten aan speelterreinen tussen de 5 en 6. In onderstaande tabel is de berekening aangegeven. Voor iedere tak van sport is de benodigde oppervlakte berekend. Door sommering van deze oppervlakten kan de in totaal benodigde oppervlakte worden vastgesteld. Berekening van de oppervlakte voor terreinsporten. Oppervl. Aantal Oppervl. per speler spelers in per speler bij fre- het Haar- Voetbal Korfbal Hockey Handbal Honkbal Cricket Afmetingen speelveld 100 x 70 90 x 40 91 x 55 100 x 70 100 x 75 100 x 75 Oppervl. M2. 7.000 3.600 5.005 7.000 7.500 7.500 Aantal spelers 22 24 22 22 18 22 M2. 318 150 228 318 417 341 quentie 4 lemse re- M2. 79,5 37,5 57,0 79,5 104,3 85,3 creatie- gebied 7.708 980 861 329 1.141 295 Totaal benodigde opper vlakte in M2. 612.786 36.750 49.077 26.156 119.006 25.164 868.939 De in totaal benodigde netto-oppervlakte blijkt dus bijna 87 ha te bedragen. De in de tabel berekende oppervlakten voor elke sport afzonderlijk- en voor alle sporten gezamenlijk hebben betrekking op de netto-oppervlakte, die benodigd is. In de werkelijkheid zullen de ingenomen opper vlakten groter moeten zijn in verband met uitloopruimte, ruimte voor de toeschou wers, voor kleed- en waslokalen, beplan ting, sloten, wegen en paden. Hiervoor dient de netto-oppervlakte met 25% ver meerderd te worden De benodigde opper vlakte wordt dan in totaal 108,61,75 hect aren. Met behulp van dit totaalcijfer en het totaal aantal inwoners in Haarlem, Heem stede en Bloemendaal op 1 Januari 1952 van 210.051 kan het benodigd aantal vier kante meters per hoofd worden berekend op 5,17 m2. Ter vergelijking worden eveneens enkele normen gegeven, zoals die voor enkele an dere Nederlandse steden zijn berekend. In het Algemeen Uitbreidingsplan van Am sterdam van 1934 is voor het jaar 1930 een norm van 5 vierkante meter bruto-terrein- oppervlak per inwoner berekend. Voor 's Gravenhage acht men een norm van 4,5 vierkante meter per inwoner rede lijk. Gezien de voor Amsterdam en 's Graven hage berekende behoefte per inwoner is de voor Haarlem berekende norm naar ver houding eveneens tamelijk ruim. Dit is ge heel in overeenstemming met de reeds ge noemde conclusie, dat de beoefening van veldsporten in Haarlem relatief groter is dan in Nederland. Door de Dienst Openbare Werken van de gemeente Haarlem is, uitgaande van de situatie in Mei 1952, een plattegrond samen gesteld, waarop de grootte en ligging van de sportterreinen in Haarlem staan aange geven. De oppervlakte aan sportterrein in Haar lem bedroeg in Mei 1952 in totaal 49.25.71 ha. Met de in Heemstede en Bloemendaal aanwezige oppervlakten van achttien en veertien hectaren is de totale in het Haar lemse recreatiegebied aanwezige hoeveel heid sportterrein te stellen op 81.25.71 ha. Het tekort beloopt dus ruim 27 hectaren. Uitgedrukt per hoofd der bevolking is be schikbaar 3,87 vierkante meter. De behoef te bedraagt 5,17 vierkante meter en der halve het tekort per hoofd 1,30 vierkante meter of 25% van het benodigde oppervlak. In Amsterdam bedroeg het tekort in 1947 1,75 vierkante meter per inwoner of 35% van het benodigde oppervlak. In 's Gravenhage en omgeving beliep in 1947 het tekort 1,5 vierkante meter ofwel 33% van het benodigde oppervlak. Het cijfer voor Haarlem van de -hik- bare oppervlakte sportterrein ten opzichte van de meeste andere steden is lamelijk laag. In verhouding tot de jonge snel groeiende steden, zoals Eindhoven, Ensche de en Hilversum, waar men in de uitbrei dingsplannen reeds rekening kan houden met de ontspanningsmogelijkheden voor een snelgroeiende bevolking, is het verschil wel heel duidelijk. Toch blijken ook de oude steden dikwijls behoorlijk van recre atieruimte voorzien te zijn. De cijfers voor Breda, Dordrecht en 's Hertogenbosch zijn hiervan een voorbeeld. Uit weer andere berekeningen blijkt, dat in Haarlem geen vermindering van het te kort is opgetreden, ondanks de aanleg van sportterreinen in 1948 en 1949 aan de Schalkwijkerweg met een oppervlakte van 7,39,41 hectaren. De behoefte aan sportvelden in het Haar lemse recreatiegebied is dan ook nog geens zins bevredigend. Ten behoeve van het onderzoek naar het tekort in de verschillende delen van het recreatiegebied werd het recreatiegebied Haarlem in de volgende vijf onderdelen verdeeld: a. Haarlem Noord: het gebied ten Noor den van de spoorlijn Leiden-Amsterdam en ten Westen van het Spaarne; b. Haarlem Centrum, Zuid en Zuid-West: het gebied ten Zuiden van de spoorlijn Lei- den-Amsterdam en ten Westen van het Spaarne; c. Haarlem Oost: het gebied ten Oosten van het Spaarne; d. Heemstede; e. Bloemendaal. Voor ëlk van deze gebieden is het aantal inwoners per 1 Januari 1953 bekend. Ver volgens is de totale behoefte aan sport terrein in elk gebied vastgesteld door het aantal inwoners per gebied te vermenigvul digen met de berekende behoeftenorm van 5,17 vierkante meter per inwoner. Tegen over deze totale behoefte is nu de totale aanwezige oppervlakte van het betrokken gebied gesteld, zodat het tekort respectie velijk overschot per onderdeel bepaald kan worden. Deze tabel vertoont het volgende beeld: Ter nadere kennismaking misschien hebben alle dreumesen, die lid zijn van een Haarlemse speeltuinvereniging zich gisteren naar het sportveld aan de Kleverlaan begeven. De ochtend hebben de kinderen zich vermaakt met spelen van allerlei soort. Tevens heeft een groep van hen een kinderoperette opgevoerd, 's Middags hebben zij allen, onder leiding van mevrouw To Venema, wat meer geleerd van volksdansen. Deze dag was een van de punten op een programma, dat de kinderen vier weken bezig houdt en georganiseerd is door het Verbond van Haarlemse Speeltuinverenigingen. Wij vernamen van de Nederlandse Han delmaatschappij, dat de emissie van N.V. Haarlemse machinefabriek v.h. Gebroeders Eigee als geslaagd kan worden beschouwd. De inschrijvingstermijn voor deze 400 nieuwe aandelen van duizend gulden sloot vandaag. De claimprijs liep op van veertig tot zesenvijftig gulden. In het Nederlands Bonds honkbalteam, dat Zaterdag 25 Juli in Rotterdam tegen de „Lakenheath Pirates" uitkomt, is Bouwens (ABC) door Weij (OVVO) vervangen. Hout kamp (RCH) zal nu als links- en Weij als midvelder spelen. Totaal benodig Tekort Inwonertal de oppervlakte Aanwezige Overschot op 1—1—'53 in ha. oppervl. in ha. in ha. Haarlem Noord 73.830 38.17.01 23.56.14 14.60.87 Haarlem Centrum, Zuid en Zuid-West 65.222 33.71.98 13.98.26 19.73.72 Haarlem Oost 25.674 13.27.35 11.71.31 1.56.04 Heemstede' 24.802 12.82.26 18.00.00 5.17.74 Bloemendaal 20.175 10.43.05 14.00.00 3.56.95 209.703 108.41.65 81.25.71 27.15.94 Uiteraard geeft deze tabel niet zozeer een beeld van reële tekorten of overschotten per wijk, maar veeleer een overzicht van de verdeling der terreinen over het recrea tiegebied. - Deze analyse biedt echter wel een grond slag voor de bepaling van de plaats van aanleg van nieuwe sportvelden. In principe zou men er dan van uit kunnen gaan nieuwe terreinen aan te leggen in de wij ken met de grootste „tekorten". Het sport veldencomplex Noord-Akendam in Haar lem-Noord is een goede toepassing van dit principe. Als bezwaar tegen de hier gegeven richt lijn zou men kunnen aanvoeren, dat af standen geen belemmering behoeven te vormen voor de sportbeoefening in een andere wijk. Toch achten de opstellers het juister de betekenis van de af te leggen afstand niet te onderschatten. Zij denken hier niet zozeer aan de sportbeoefenaars zelf, als wel aan het kijklustig publiek. Vóór en na iedere wedstrijd kunnen deze massa's een serieus verkeersobstakel vor men. Des te meer zal dit het geval zijn. naarmate de wedstrijden zelf belangrijker zijn, de af te leggen afstanden groter wor den en geen evenwichtige spreiding bestaat in de ligging der sportterreinen over het gehele recreatiegebied. Het feit, dat vele sportverenigingen typi sche wijkverenigingen zijn, zoals bijvoor beeld Ripperda en Schoten, die hun leden vrijwel geheel uit een bepaalde wijk recru- teren, vormt een tweede argument voor een evenwichtige spreiding der velden. Wan neer wijkverenigingen worden aangewezen op terreinen buiten haar wijk gelegen, be staat de mogelijkheid, dat dergelijke ver enigingen hun typisch wijkkarakter gaan verliezen en dat de kern van de vereniging zich verplaatst naar elders, zoals met R.C.H. het geval is, welke vereniging steeds meer inwoners van Heemstede onder haar leden telt. In bovenstaande uiteenzetting is nog geen rekening gehouden met de betekenis van de velden voor de lichamelijke opvoe ding in schoolverband. Voor deze categorie is het gewenst, dat in de nabijheid van de scholen wordt gespeeld. Om die reden zou het dus eveneens aanbeveling verdienen bij een eventuele aanleg van nieuwe sport velden zich in de eerste plaats te richten tot de dichtstbevolkte wijken, welke in Haar lem eveneens de stadsdelen met het groot ste tekort zijn. Op grond van eerder gedane onderzoe kingen door het Nederlands Economisch Instituut over de vermoedelijke toekom stige loop der bevolking van Haarlem is men ook tot een raming van het aantal sportbeoefenaren in 1960 gekomen. Daarbij in aanmerking genomen de groei van de sportbeoefening in de periode van 1943 tot 1951, een groei waarop alleen de hockey- beoefening een uitzondering vormt; het aantal hockeyspeelsters is zelfs gedaald. In de jaren 1950 en 1951 is echter een zekere stabilisatie in de sportbeoefening opgetreden. Zeer waarschijnlijk speelt de slechte voorziening met sportterreinen hier mede een rol. Hierdoor immers worden de sportverenigingen gedwongen wachtlijsten aan te leggen voor adspirantleden. Het op stellen van een enigszins redelijke prog nose, toch reeds moeilijk doordat slechts cijfers over enkele jaren beschikbaar zijn, is hierdoor vrijwel onmogelijk. Nu is het bekend, dat de- ontwikkeling van de sportbeoefening in Haarlem eerder begonnen is dan elders in Nederland. Deze grotere belangstelling is nu nog aanwezig. Wel is aan te nemen, dat dit verschil tussen Nederland en Haarlem de laatste jaren minder is geworden. De berekeningen hadden het volgende resultaat: HET PROVINCIAAL ORKEST Over medezeggenschap orkestleden Het Haarlemse raadslid, de heer H. W. van der Giessen (Partij van den Ar beid) heeft zich naar aanleiding van de berichten omtrent de voorbereiding tot de oprichting van het Noordhollands Philhar- monisch Orkest met schriftelijke vragen tot Burgemeester en wethouders gewend. „Uit de berichten blijkt," zo schrijft de heer Van der Giessen, „dat de leden van de H.O.V. er telegrafisch bij de constituërende vergadering hebben aangedrongen reke ning te houden met de bij de leden van het orkest levende wens hun enige medezeg genschap te geven, bijvoorbeeld door een vertegenwoordiger van het orkest in het bestuur op te nemen. Afgezien van de vraag op welke wijze deze medezeggenschap het best te ver wezenlijken zal zijn, geeft de publicatie van deze aangelegenheid mij aanleiding Uw College onder verwijzing naar het recht van schriftelijke vragen stellen de vraag voor te leggen of bij de gehouden bespre kingen met de evengenoemde, door de leden van het orkest uitgesproken wens rekening is gehouden." Aantal sportbeoefenaren in 1960. Aantal sportbeoefenaren Voetbal Korfbal Hockey Handbal Honkbal Cricket Aantal mannen van 10 t/m 34 jaar in 1960: 41.560. Aantal vrouwen van 10 t/m 34 jaar in 1960: 41.160. Op grond van die getallen kon worden berekend, dat in 1960 voor voetbal 85,90,98 ha, voor korfbal 5,03,91 ha, voor hockey 6,75,45 ha, voor handbal 3,57,75 ha, voor honkbal 16,68,80 ha en voor cricket 3,54 ha nodig zullen zijn, in totaal dus 121 hectaren. Bij de interpretatie van de cijfers moet men bovendien bedenken, dat deze als mi nima zijn te beschouwen. Voor de hier boven berekende behoeftestijging is alleen de bevolkingsgroei verantwoordelijk. Nu is het heel goed mogelijk, dat in de toekomst de belangstelling voor de sport zal toe nemen, vooral wanneer door de aanleg van nieuwe velden de mogelijkheid tot daad werkelijke beoefening groter wordt. Dit be tekent dus, dat een grotere behoefte aan sportterreinen dan voor 1960 is berekend niet tot de onmogelijkheden behoort. Reeds werd opgemerkt, dat bij de bepa ling van de terreinbehoefte geen rekening zou worden gehouden met het voorkomen van lichamelijke opvoeding in schoolver band. Wanneer dit wel het geval zou zijn geweest, zou de behoefennorm uiter aard groter zijn. Hoeveel groter is echter moeilijk te zeggen. Veel hangt hier af van de ligging der scholen en, wanneer in klas- severband buitensport wordt beoefend, welke de invloed is op de frequentie van bespeling. Volgens de inspecteur voor de lichame lijke opvoeding te Haarlem waren de ge meentelijke sportterreinen in principe be stemd voor schoolsportterxeinen. Tengevol van de bevolking Absolute cijfers van tot t/m 34 jaar Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Totaal 20,80 8.645 8.645 1,31 1,29 544 531 1.075 1,27 1,02 528 420 948 0,48 0,39 199 161 360 3,08 1,280 1,280 0,80 332 332 ge van het grote tekort aan sportvelden evenwel werden deze velden mede ge bruikt door de diverse sportverenigingen. In feite werd en wordt echter hierdoor roofbouw gepleegd. De scholen gebruiken de velden dagelijks van 9-16 uur en de sportverenigingen des Zaterdags van 14-17 uur en des Zondags van 9-17 uur. Op de zomeravonden wordt bovendien nog ge traind van 19 uur tot zonsondergang. Uit het bovenstaande blijkt duidelijk, dat de terreinen zodoende nooit voldoende rust krijgen, ook niet in het voorjaar, wanneer dit met het oog op het herstel van de gras mat dringend noodzakelijk zou zijn. De onderhoudskosten worden hierdoor zeer hoog. Het is dan ook dringend gewenst over te gaan tot de aanleg van aparte sportter reinen voor de lichamelijke opvoeding in schoolverband. In tegenstelling tot de ge organiseerde sportbeoefening, welke in dit rapport is besproken, kan de bespelings frequentie hier echter groter zijn. De slij tage voor de velden is kleiner in verband met het feit, dat alleen buiten gespeeld wordt, wanneer de weersomstandigheden dit toelaten. Bovendien is het schoeisel minder zwaar, de kinderen zijn lichter van gewicht en het schoolspel is niet aan een vaste plaats gebonden. Voor de op 22 Juli te Haarlem gehouden Mulo-examens (afdeling A) slaagden G. M. Karskens. Haarlem; A. E. Pot, Heem stede; J. B. van Eerden en G. B. van Gelder, Velsen; A. R. Kop, A. J. Laane en C. E. Keur, Zandvoort; A. Niemeyer, J. Oort en N. Oort- huysen, Velsen; J. A. Bronkhorst, Benne- broek; F. de Groot, F. Dorresteyn, G. de Gooijer, W. de Heer, B. W. Goedhart, H. Jaski en J. F. M. Molenaar, Haarlem; J. Nie- horster en M. Schilt, Bloemendaal; F. Groe- newoud, G. Hoekstra en W. van Hensbergen, Haarlem. Voor dè hoofdakte-examens, die op 21 Juli te Haarlem werden gehouden slaagden de heren M. J. Beunk te Beltrum; E. M. Wage naar te Roelofarendsveen en J. v. d. Brink te Hillegom. Voor afdeling A slaagden: H. H. A. Veu- voest te Den Helder en mej. C. Th. Meken- kamp te Amersfoort. Voor afdeling B de heren J. Bakker te Texel; J. T. Bremer te Den Helder; L. S. Carper te Mijdrecht; H. Daas te Steenwijker- wolde; S. P. Dekker te Slootdorp; E. van Dijk te Uithoorn; J. van Elk te Amsterdam; A- van Gooi te Amsterdam en H. R. Zijlstra te Amsterdam.* Middenstandsdiploma Voor de op Woensdag in het Concert gebouw gehouden examens voor het mid denstandsdiploma zijn geslaagd: T. Klinken berg, Hillegom; N. J. M. Kloes, Haarlem mermeer; W. G. Kluver, Haarlem; G. Koop man, Haarlem; J. C. Koot, Hillegom; E. H. Koper—Koreman. Zandvoort; J. Kriebel, Hillegom; J. J. Vroom, Haarlem; J. H. van Hemert, Haarlem; J. B. van der Laan, Lisse; C. de Leeuw, Haarlem; J. van Leeuwen, Be verwijk; H. G. v. Lieshout, Haarlem; J. Lou wen, Haarlem: M. G. M. Lunenburg, Haar lem; H. C. v. Luyken, Haarlem: H. W. Mei boom, Haarlem: J. A. M. Neelissen, Haar lem; R. N. Nelis, Haarlemmermeer: H. A. Nieland-Pollatschek, Haarlem; J. Nieuwen- huis, Haarlem: M. E. Nieuwenhuys, Haar lemmermeer; F. G. M. Nijssen, Hillegom. ADVERTENTIE Een groot succes: In 26 smakelijke boterhammen gesneden Sneeuwblank Overmorgen nog vers V Luchtdicht verpakt FR ANK A-SUPER WIT „Brood als cake"! Meer dan een halve eeuw toonaangevend OOK MARINUS ADAM ZAL CONCERTEN DIRIGEREN Uit onze gisteren gegeven 6amen%ratting van het programma der abonnementsconcer ten van het Noordhollands Philharmonisch Orkest in het volgend seizoen, zou ten on rechte de conclusie kunnen worden getrok ken, dat al deze uitvoeringen onder leiding van Toon Verhey zullen zijn. Daarom voegen wij er aan toe. dat ook Marinus Adam als dirigent van het orkest blijft optreden. (Verkort weergegeven) Schoterweg. Het dodelijk ongeluk dat vorige week op de Schoterweg gebeurde was te voorzien. Dat de maximumsnel- heidsbepalingen afgeschaft zijn is al erg genoeg, maar dat de Schoter- en de Rijks straatweg tot voorrangswegen zijn ver klaard is absoluut verkeerd.. Dat moedigt het jakkeren aan, waardoor ernstige ver keersongelukken onvermijdelijk zijn. Men maakt er zich te gemakkelijk af met de verklaring dat het slachtoffer niet heeft op gelet. In de bebouwde kom is een voor- rangsweg uit den boze. De autoriteiten ver anderen hieraan echter niets. Ik wek ook anderen op om te protesteren tegen derge lijke wantoestanden in het verkeer, waar bij ik ook deitk aan de situatie op Kenne- merplein en Soendaplein. H. W. H, S. BRUSSEL (A.N.P.) In een artikel in de Peuple schrijft Paul Henri Spaak, met het oog op de mogelijkheid van een vier- mogendhedenconferentie, dat West-Europa niet kan toestemmen in een neutralisatie van Duitsland. Het Duitse vraagstuk zal op een derge lijke conferentie de hoofdschotel vormen, aldus Spaak. De Russen zullen waarschijn lijk toestemmen in de hereniging van Duits land en in vrije verkiezingen, op voorwaar de dat Duitsland volkomen geneutraliseerd wordt. De Westelijke mogendheden daar entegen zullen pleiten voor opneming van Duitsland in de Europese gemeenschap. Spaak zegt er diep van overtuigd te zijn dat, in weerwil van de droeve ervaringen van 1914 en 1939, neutralisatie verworpen moet worden. Een herenigd en geneutrali seerd Duitsland, bevrijd van alle militaire lasten en uitgaven zou geheel Europa eco nomisch kunnen overheersen, doordat het al zijn inspanning op economische ontwik keling zou kunnen richten. Onafhankelijk en geïsoleerd, zou het een aggressief nationalisme kunnen ontwikke len. Bovendien zouden de Russen op zekere dag in Berlijn kunnen doen wat ze ook in Warschau en Praag hebben gedaan, en dan zou Duitsland een gemakkelijke prooi voor de Sovjet-Unie zijn. Wij moeten de Russen er van overtuigen en dat is mogelijk, aldus Spaak dat ook zij gemakkelijker vrede zouden kun nen sluiten en bewaren met een Europese gemeenschap waarin Duitsland opgenomen is, dan met een volkomen onafhankelijk Duitsland waarin zich zonder tegenwicht een gevaarlijk nationalisme en een ex pansiedrang zouden kunnen ontwikkelen. De „Pravda", het officiële dagblad der Sovjet-Russische communistische partij, reeft Donderdag in een hoofdartikel ver klaard dat Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten een conferentie met Rusland willen „uit beweegredenen, die niets te maken hebben met het krachtiger vestigen van de vrede, of het teweeg bren gen van ontspanning in de internationale betrekkingen". Volgens de „Pravda" heeft de kort geleden te Washington gehouden bijeen komst der Franse, Britse en Amerikaanse ministers van Buitenlandse Zaken „het be wijs geleverd, dat thans niemand meer de dringende noodzaak van een oplossing der grote internationale vraagstukken door on derhandelingen, kan ontkennen". ADVERTENTIE van 27 Juli tot en met 1 Augustus Juwelier Anegang 9 Telefoon 10366 Haarlemse rechtbank De Haarlemse rechtbank heeft zich van morgen geruime tijd bezig gehouden met de zaak tegen de 33-jarige hoofduitvoerder P. M. R. uit Velsen, die verdacht werd van oplichting en valsheid in geschrifte. De verdachte zou in de loop van 1952 en begin 1953 op het terrein van de Hoog ovens graafwerk moeten verdelen en daar toe nam hij contact op met een aannemer en een garagehouder. R. zou op het Hoogoven-terrein een con structie- en montagewerk hebben uit te voeren en daarbij zou enig graafwerk ver richt moeten worden. Hij beloofde de 63-jarige Amsterdamse aannemer K. de R., dat deze het graafwerk zou krijgen, indien deze aannemer 12.500 zou storten. De aannemer deed dit, maar van het graafwerk kwam niets terecht. Verdachte nam voorts door middel van een tussenpersoon contact op met een garage houder, de 60-jarige J. S. uit Haarlem, en hij beloofde deze man, dat hij een benzine station op het terrein bij de Hoogovens zou kunnen vestigen, indien c-r een bedrag van 10.000 gestort zou Worden. Om zijn credietwaardigheid aan te tonen liet hij een fictieve factuur opstellen, waar in stond, dat R. van de Hoogovens nog een bedrag van 30.000 tegoed had. De officier van Justitie, mr. B. van der Burg, was van mening, dat zowel de op lichtingen als de valsheid in geschrifte be wezen geacht dienden te worden. Hij wees erop, dat de verdachte reeds in de oorlog enkele malen veroordeeld was en hij eiste dan ook een gevangenisstraf voor de tijd van 12 'maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met aftrek van het voor arrest. De verdediger, mr. Van Hattum, meende, dat alleen het opmaken van de valse fac tuur strafbaar geacht diende te worden. Volgens mr. Van Hattum en volgens ver klaringen van de verdachte zelf, waren de transacties met de aannemer en de garage houder volkomen correct geweest. Mr. Van Hattum drong dan ook aan op een korte onvoonvaardelijke straf en vroeg de recht bank de verdachte onmiddellijk in vrijheid te stellen. Nadat de rechtbank afwijzend op dit ver zoek had beschikt bepaalde de president de uitspraak op 31 Juli. Boven de motorhal van de Walserij- West is door een explosie in een olie-scha kelaar een begin van brand ontstaan. Een steekvlam, die na de ontploffing ontstond, wondde de arbeider v. L., die bij een an der bedrijf werkzaam is, zodanig, dat hij in het Rode Kruisziekenhuis moest worden opgenomen. De afdelingschef van de elec- trotechnische afdeling der Walserij-West werd door de rook bedwelmd en is later met zuurstof bijgebracht. Nadat de bodem van de Siemens Mar tin-oven 3 in de Staalfabriek ingezakt was een incident, dat zich een enkele keer meer voordoet stortte het zich daarin bevindende staal, ongeveer 200 ton, tussen de fundamenten van de oven. De gaslei dingen van de oven werden zwaar bescha digd. Het snel stollende staal moet nu wegge brand worden. De oven is geruime tijd buiten werking.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 7