Oppervlakte aan sportterreinen in Haarlem
blijft achter bij behoeften der bevolking
Franka-Superwitbrood
Franken
'grieven aan
de redactie
Spaak pleit tegen
neutraal Duitsland
Vacantie-sluiting
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
5
Tekort bedraagt 25 van de benodigde oppervlakte
De behoefte aan velden
Berekening van het tekort
Tekort per wijk
Emissie-Figee geslaagd
Weij vervangt Bouwens
Situatie in 1960
Raadslid Van der Giessen
stelt vragen
Roofbouw op terreinen
Examens
Het zou geheel Europa
economisch overvleugelen
J. I. DRIESSEN
Hoofduitvoerder verdacht
van knoeierijen bij
Hoogovens
Oven drie van Staalfabriek
buiten werking
DONDERDAG 23 JULI 1953
Haarlem komt 27 hectaren sportterrein tekort of 1.30 vierkante meter per hoofd der
bevolking, dat is 25 van de benodigde oppervlakte. De huidige behoefte bedraagt
108 hectaren (per hoofd der bevolking 5.17 vierkante meter), maar er is maar
81 hectaren (3.87 vierkante meter per hoofd) aanwezig. Voor 1960 is een benodigde
oppervlakte berekend van ruim 121 hectaren. Ten opzichte van 1952 betekent dat
een stijging van 13 hectaren of 11.9 Deze behoeftenormen zijn als minima te
beschouwen, waarin de behoeften der scholen niet zijn inbegrepen. Aldus de voor
naamste conclusies van een In opdracht van Burgemeester en Wethouders door het
Nederlands Economisch Instituut te Rotterdam ingesteld onderzoek naar de be
hoefte aan sportterreinen in het Haarlemse recreatiegebied, dat behalve de pro
vinciale hoofdstad ook Bloemendaal en Heemstede omvat. Onderzocht is de behoeften
aan velden voor spelen die in ploegverband worden beoefend: cricket, handbal,
hockey, honkbal, korfbal en voetbal. Kaatsen, klootschieten en rugby worden zo
weinig beoefend dat zij buiten beschouwing zijn gelaten. Uit het rapport, dat 22
pagina's met zeer veel cijfermateriaal en andere feitelijke gegevens telt, laten wij
hieronder een uittreksel volgen.
In de volgende tabel staan de aantallen
beoefenaren van de zes resterende takken
van sport vermeld. Ter vergelijking zijn
eveneens de overeenkomstige cijfers voor
Nederland gegeven, waarna deze twee cij
ferreeksen, verdeeld naar geslacht, uitge
drukt zijn in het aantal mannen resp. vrou
wen van 10 t/m 34 jaar in het Haarlemse
recreatiegebied en in Nederland.
Aantal georganiseerde sportbeoefenaren 1952 (in 1.000-tallen).
Aantal sportbeoefenaren
In van de bevolking
van 10 t/m 34 jaar
Nederland
Haarlem
Nederland
Haarlem
M Vr.
M
Vr.
M
Vr.
M Vr.
Voetbal
325,0
7,708
16,19
20,80
Korfbal
14.5 16,6
0,485
0,495
0,72
0,84
1.31 1,29
Hockey
8,7 6,5
0,472
0,389
0,43
0,33
1,27 1,02
Handbal
11,0 9,2
0,179
0,150
0,55
0,46
0.48 0,39
Honkbal
3,0
1,141
0,15
3,08
Cricket
2,0 0,1
0,295
0,10
0,005
0,80
364,2 32,4
10,280
1,034
18,14
1,635
27,74 2,70
Aantal inwoners van 10 t/m 34 jr. (x 1000)
op 1 Januari 1952:
Nederland: 2006,9 mannen en 1984,9
vrouwen.
Haarlem: 37.062 mannen en 38.249 vrou
wen.
Uit deze tabel blijkt duidelijk, dat, met
uitzondering van handbal, welke tak van
sport een relatief grote beoefening vindt in
de provincies Groningen, Drente, Overijsel,
Utrecht en Zeeland, de belangstelling voor
de terreinspelen in Haarlem aanzienlijk
groter is dan in Nederland in tótaal. In het
bijzonder geldt dit voor hockey en honkbal.
Nog op andere wijze kan een wellicht
wat duidelijker beeld worden gegeven van
de structuur, die de beoefening van de ter
reinspelen in Haarlem en Nederland ver
toont. In de tabel hieronder is namelijk het
aantal beoefenaren van een tak van sport
uitgedrukt in het totaal aantal beoefenaren
van terreinspelen.
Aantal sportbeoefenaren
and (x 1000) Haarlem
in procenten van net totaal
Nederland Haarlem
M
Vr.
M
Vr.
M
Vr.
M
Vr
Voetbal
325,0
7,708
86,3
74,8
Korfbal
14,5
16,5
485
495
3,6
51,2
4,7
47,9
Hockey
8,7
6,5
472
389
2.3
20,1
4,6
37,6
Handbal
11,0
9,2
179
150
2,9
28,4
1,7
14,5
Honkbal
3,0
1,141
0.8
11,1
Cricket
2,0
0,1
295
0,6
0,3
2,9
Overige terrein
spelen
12,5
20
3,3
0,2
376,7 32,4 10,300 1,034
100,0 100,0
De relatieve positie van elke tak van
sport is duidelijk in de tabel te zien. Voet
bal en handbal nemen een andere plaats
in, dan uit de eerste tabel zou kunnen blij
ken. Geeft laatstgenoemde tabel een indruk
van de belangstelling voor de sportbeoefe
ning binnen het kader van de leeftijdsgroep
van 10 t/m 34 jaar, in de tabel hierboven
wordt de onderlinge verhouding der ver
schillende takken van sport bezien, waar
door een beter structureel beeld wordt ver
kregen.
Het Haarlemse structuurbeeld nu ver
toont een relatief grote belangstelling voor
korfbal en hockey en een zeer grote belang
stelling voor honkbal en cricket. Het blijkt
dus, dat in de sportbeoefening in Haarlem
de differentiatie verder is voortgeschreden,
zich uitend in een grote belangstelling voor
de zgn. „deftige" sporten, terwijl voetbal
daarentegen, een populaire sport, relatief
minder belangstelling geniet.
Het belang van deze onderscheiding zal
in het volgende duidelijk worden. Zoals
nog nader aangetoond zal worden, eist
iedere tak van sport een naar de aard en
soort der sport bepaalde ruimte van bespe
ling. Deze sporttechnisch benodigde opper
vlakte nu zal, via het hierboven besproken
structurele beeld, dus tezamen met het aan
tal sportbeoefenaren, mede bepalend zijn
voor de behoefte aan sportterrein.
Een andere belangrijke reden voor deze
onderscheiding ligt hierin, dat aldus een
richtsnoer wordt verkregen bij maatregelen
van practisch beleid. Immers, wanneer men
een inzicht heeft in de betekenis van een
bepaalde tak van sport, zal men in staat
zijn op meer verantwoorde wijze de ver
schillende soorten van sportvelden een
plaats in het recreatiegebied te geven.
Het zal wellicht zijn opgevallen, dat tot
dusverre nog niet is gesproken over het
voorkomen van lichamelijke opvoeding in
schoolverband. De moeilijkheid is echter,
100,0 100,0
gegevens
ter
dat hierover niet voldoende
beschikking staan.
Vervolgens wordt in het rapport een uit
eenzetting gegeven van de wijze waarop
men de behoefte aan sportterreinen heeft
berekend, namelijk op basis van de op
grond van de spelregels voor iedere tak
van sport benodigde terreinoppervlakte,
welke vervolgens werd getoetst aan het
aantal spelers dat aan elke tak van sport
deelneemt.
Vervolgens werd berekend hoeveel malen
per week het terrein bespeeld zou kunnen
worden. De normen voor de laatstgenoem
de factor, waren uiteraard moeilijk vast te
stellen. Gewezen wordt in dat verband op
het euvel van een te frequente, bedrijfs
economisch niet verantwoorde bespeling
der terreinen en op de omstandigheid, dat
een terrein niet pér se voor dezelfde tak
van sport gebruikt behoeft te worden.
In het Haarlemse recreatiegebied komt
het dikwijls voor, dat eenzelfde sportterrein'
voor de beoefening van verschillende tak
ken van sport wordt gebruikt. Dit ver
schijnsel kan niet alleen worden verklaard
uit een bestaand tekort aan speelterrein,
maar ook uit een streven naar een gunstige
verhouding van opbrengst en kosten bij de
exploitatie van sportvelden.
In het hier besproken rapport wordt de
werkelijke bespelingsfrequentie in navol
ging van het meer geciteerde maandblad
Actieve Recreatie op vier aangenomen, al
ligt die in werkelijkheid door de bestaande
tekorten aan speelterreinen tussen de 5
en 6.
In onderstaande tabel is de berekening
aangegeven. Voor iedere tak van sport is
de benodigde oppervlakte berekend. Door
sommering van deze oppervlakten kan de
in totaal benodigde oppervlakte worden
vastgesteld.
Berekening van de oppervlakte voor terreinsporten.
Oppervl. Aantal
Oppervl. per speler spelers in
per speler bij fre- het Haar-
Voetbal
Korfbal
Hockey
Handbal
Honkbal
Cricket
Afmetingen
speelveld
100 x 70
90 x 40
91 x 55
100 x 70
100 x 75
100 x 75
Oppervl.
M2.
7.000
3.600
5.005
7.000
7.500
7.500
Aantal
spelers
22
24
22
22
18
22
M2.
318
150
228
318
417
341
quentie 4 lemse re-
M2.
79,5
37,5
57,0
79,5
104,3
85,3
creatie-
gebied
7.708
980
861
329
1.141
295
Totaal
benodigde
opper
vlakte
in M2.
612.786
36.750
49.077
26.156
119.006
25.164
868.939
De in totaal benodigde netto-oppervlakte
blijkt dus bijna 87 ha te bedragen.
De in de tabel berekende oppervlakten
voor elke sport afzonderlijk- en voor alle
sporten gezamenlijk hebben betrekking op
de netto-oppervlakte, die benodigd is. In de
werkelijkheid zullen de ingenomen opper
vlakten groter moeten zijn in verband met
uitloopruimte, ruimte voor de toeschou
wers, voor kleed- en waslokalen, beplan
ting, sloten, wegen en paden. Hiervoor
dient de netto-oppervlakte met 25% ver
meerderd te worden De benodigde opper
vlakte wordt dan in totaal 108,61,75 hect
aren.
Met behulp van dit totaalcijfer en het
totaal aantal inwoners in Haarlem, Heem
stede en Bloemendaal op 1 Januari 1952
van 210.051 kan het benodigd aantal vier
kante meters per hoofd worden berekend
op 5,17 m2.
Ter vergelijking worden eveneens enkele
normen gegeven, zoals die voor enkele an
dere Nederlandse steden zijn berekend. In
het Algemeen Uitbreidingsplan van Am
sterdam van 1934 is voor het jaar 1930 een
norm van 5 vierkante meter bruto-terrein-
oppervlak per inwoner berekend.
Voor 's Gravenhage acht men een norm
van 4,5 vierkante meter per inwoner rede
lijk.
Gezien de voor Amsterdam en 's Graven
hage berekende behoefte per inwoner is de
voor Haarlem berekende norm naar ver
houding eveneens tamelijk ruim. Dit is ge
heel in overeenstemming met de reeds ge
noemde conclusie, dat de beoefening van
veldsporten in Haarlem relatief groter is
dan in Nederland.
Door de Dienst Openbare Werken van
de gemeente Haarlem is, uitgaande van de
situatie in Mei 1952, een plattegrond samen
gesteld, waarop de grootte en ligging van
de sportterreinen in Haarlem staan aange
geven.
De oppervlakte aan sportterrein in Haar
lem bedroeg in Mei 1952 in totaal 49.25.71
ha. Met de in Heemstede en Bloemendaal
aanwezige oppervlakten van achttien en
veertien hectaren is de totale in het Haar
lemse recreatiegebied aanwezige hoeveel
heid sportterrein te stellen op 81.25.71 ha.
Het tekort beloopt dus ruim 27 hectaren.
Uitgedrukt per hoofd der bevolking is be
schikbaar 3,87 vierkante meter. De behoef
te bedraagt 5,17 vierkante meter en der
halve het tekort per hoofd 1,30 vierkante
meter of 25% van het benodigde oppervlak.
In Amsterdam bedroeg het tekort in 1947
1,75 vierkante meter per inwoner of 35%
van het benodigde oppervlak.
In 's Gravenhage en omgeving beliep in
1947 het tekort 1,5 vierkante meter ofwel
33% van het benodigde oppervlak.
Het cijfer voor Haarlem van de -hik-
bare oppervlakte sportterrein ten opzichte
van de meeste andere steden is lamelijk
laag. In verhouding tot de jonge snel
groeiende steden, zoals Eindhoven, Ensche
de en Hilversum, waar men in de uitbrei
dingsplannen reeds rekening kan houden
met de ontspanningsmogelijkheden voor
een snelgroeiende bevolking, is het verschil
wel heel duidelijk. Toch blijken ook de
oude steden dikwijls behoorlijk van recre
atieruimte voorzien te zijn. De cijfers voor
Breda, Dordrecht en 's Hertogenbosch zijn
hiervan een voorbeeld.
Uit weer andere berekeningen blijkt, dat
in Haarlem geen vermindering van het te
kort is opgetreden, ondanks de aanleg van
sportterreinen in 1948 en 1949 aan de
Schalkwijkerweg met een oppervlakte van
7,39,41 hectaren.
De behoefte aan sportvelden in het Haar
lemse recreatiegebied is dan ook nog geens
zins bevredigend.
Ten behoeve van het onderzoek naar het
tekort in de verschillende delen van het
recreatiegebied werd het recreatiegebied
Haarlem in de volgende vijf onderdelen
verdeeld:
a. Haarlem Noord: het gebied ten Noor
den van de spoorlijn Leiden-Amsterdam
en ten Westen van het Spaarne;
b. Haarlem Centrum, Zuid en Zuid-West:
het gebied ten Zuiden van de spoorlijn Lei-
den-Amsterdam en ten Westen van het
Spaarne;
c. Haarlem Oost: het gebied ten Oosten
van het Spaarne;
d. Heemstede;
e. Bloemendaal.
Voor ëlk van deze gebieden is het aantal
inwoners per 1 Januari 1953 bekend. Ver
volgens is de totale behoefte aan sport
terrein in elk gebied vastgesteld door het
aantal inwoners per gebied te vermenigvul
digen met de berekende behoeftenorm van
5,17 vierkante meter per inwoner. Tegen
over deze totale behoefte is nu de totale
aanwezige oppervlakte van het betrokken
gebied gesteld, zodat het tekort respectie
velijk overschot per onderdeel bepaald kan
worden. Deze tabel vertoont het volgende
beeld:
Ter nadere kennismaking misschien hebben alle dreumesen, die lid zijn van een
Haarlemse speeltuinvereniging zich gisteren naar het sportveld aan de Kleverlaan
begeven. De ochtend hebben de kinderen zich vermaakt met spelen van allerlei
soort. Tevens heeft een groep van hen een kinderoperette opgevoerd, 's Middags
hebben zij allen, onder leiding van mevrouw To Venema, wat meer geleerd van
volksdansen. Deze dag was een van de punten op een programma, dat de kinderen
vier weken bezig houdt en georganiseerd is door het Verbond van Haarlemse
Speeltuinverenigingen.
Wij vernamen van de Nederlandse Han
delmaatschappij, dat de emissie van N.V.
Haarlemse machinefabriek v.h. Gebroeders
Eigee als geslaagd kan worden beschouwd.
De inschrijvingstermijn voor deze 400
nieuwe aandelen van duizend gulden sloot
vandaag. De claimprijs liep op van veertig
tot zesenvijftig gulden.
In het Nederlands Bonds honkbalteam,
dat Zaterdag 25 Juli in Rotterdam tegen de
„Lakenheath Pirates" uitkomt, is Bouwens
(ABC) door Weij (OVVO) vervangen. Hout
kamp (RCH) zal nu als links- en Weij als
midvelder spelen.
Totaal benodig
Tekort
Inwonertal
de oppervlakte
Aanwezige
Overschot
op 1—1—'53
in ha.
oppervl. in ha.
in ha.
Haarlem Noord
73.830
38.17.01
23.56.14
14.60.87
Haarlem Centrum,
Zuid en Zuid-West
65.222
33.71.98
13.98.26
19.73.72
Haarlem Oost
25.674
13.27.35
11.71.31
1.56.04
Heemstede'
24.802
12.82.26
18.00.00
5.17.74
Bloemendaal
20.175
10.43.05
14.00.00
3.56.95
209.703
108.41.65
81.25.71
27.15.94
Uiteraard geeft deze tabel niet zozeer een
beeld van reële tekorten of overschotten
per wijk, maar veeleer een overzicht van
de verdeling der terreinen over het recrea
tiegebied.
- Deze analyse biedt echter wel een grond
slag voor de bepaling van de plaats van
aanleg van nieuwe sportvelden. In principe
zou men er dan van uit kunnen gaan
nieuwe terreinen aan te leggen in de wij
ken met de grootste „tekorten". Het sport
veldencomplex Noord-Akendam in Haar
lem-Noord is een goede toepassing van dit
principe.
Als bezwaar tegen de hier gegeven richt
lijn zou men kunnen aanvoeren, dat af
standen geen belemmering behoeven te
vormen voor de sportbeoefening in een
andere wijk. Toch achten de opstellers het
juister de betekenis van de af te leggen
afstand niet te onderschatten. Zij denken
hier niet zozeer aan de sportbeoefenaars
zelf, als wel aan het kijklustig publiek.
Vóór en na iedere wedstrijd kunnen deze
massa's een serieus verkeersobstakel vor
men. Des te meer zal dit het geval zijn.
naarmate de wedstrijden zelf belangrijker
zijn, de af te leggen afstanden groter wor
den en geen evenwichtige spreiding bestaat
in de ligging der sportterreinen over het
gehele recreatiegebied.
Het feit, dat vele sportverenigingen typi
sche wijkverenigingen zijn, zoals bijvoor
beeld Ripperda en Schoten, die hun leden
vrijwel geheel uit een bepaalde wijk recru-
teren, vormt een tweede argument voor een
evenwichtige spreiding der velden. Wan
neer wijkverenigingen worden aangewezen
op terreinen buiten haar wijk gelegen, be
staat de mogelijkheid, dat dergelijke ver
enigingen hun typisch wijkkarakter gaan
verliezen en dat de kern van de vereniging
zich verplaatst naar elders, zoals met
R.C.H. het geval is, welke vereniging steeds
meer inwoners van Heemstede onder haar
leden telt.
In bovenstaande uiteenzetting is nog
geen rekening gehouden met de betekenis
van de velden voor de lichamelijke opvoe
ding in schoolverband. Voor deze categorie
is het gewenst, dat in de nabijheid van de
scholen wordt gespeeld. Om die reden zou
het dus eveneens aanbeveling verdienen
bij een eventuele aanleg van nieuwe sport
velden zich in de eerste plaats te richten tot
de dichtstbevolkte wijken, welke in Haar
lem eveneens de stadsdelen met het groot
ste tekort zijn.
Op grond van eerder gedane onderzoe
kingen door het Nederlands Economisch
Instituut over de vermoedelijke toekom
stige loop der bevolking van Haarlem is
men ook tot een raming van het aantal
sportbeoefenaren in 1960 gekomen. Daarbij
in aanmerking genomen de groei van de
sportbeoefening in de periode van 1943 tot
1951, een groei waarop alleen de hockey-
beoefening een uitzondering vormt; het
aantal hockeyspeelsters is zelfs gedaald.
In de jaren 1950 en 1951 is echter een
zekere stabilisatie in de sportbeoefening
opgetreden. Zeer waarschijnlijk speelt de
slechte voorziening met sportterreinen hier
mede een rol. Hierdoor immers worden de
sportverenigingen gedwongen wachtlijsten
aan te leggen voor adspirantleden. Het op
stellen van een enigszins redelijke prog
nose, toch reeds moeilijk doordat slechts
cijfers over enkele jaren beschikbaar zijn,
is hierdoor vrijwel onmogelijk.
Nu is het bekend, dat de- ontwikkeling
van de sportbeoefening in Haarlem eerder
begonnen is dan elders in Nederland. Deze
grotere belangstelling is nu nog aanwezig.
Wel is aan te nemen, dat dit verschil tussen
Nederland en Haarlem de laatste jaren
minder is geworden.
De berekeningen hadden het volgende
resultaat:
HET PROVINCIAAL ORKEST
Over medezeggenschap orkestleden
Het Haarlemse raadslid, de heer H. W.
van der Giessen (Partij van den Ar
beid) heeft zich naar aanleiding van de
berichten omtrent de voorbereiding tot de
oprichting van het Noordhollands Philhar-
monisch Orkest met schriftelijke vragen tot
Burgemeester en wethouders gewend.
„Uit de berichten blijkt," zo schrijft de
heer Van der Giessen, „dat de leden van de
H.O.V. er telegrafisch bij de constituërende
vergadering hebben aangedrongen reke
ning te houden met de bij de leden van het
orkest levende wens hun enige medezeg
genschap te geven, bijvoorbeeld door een
vertegenwoordiger van het orkest in het
bestuur op te nemen.
Afgezien van de vraag op welke wijze
deze medezeggenschap het best te ver
wezenlijken zal zijn, geeft de publicatie van
deze aangelegenheid mij aanleiding Uw
College onder verwijzing naar het recht
van schriftelijke vragen stellen de vraag
voor te leggen of bij de gehouden bespre
kingen met de evengenoemde, door de
leden van het orkest uitgesproken wens
rekening is gehouden."
Aantal sportbeoefenaren in 1960.
Aantal sportbeoefenaren
Voetbal
Korfbal
Hockey
Handbal
Honkbal
Cricket
Aantal mannen van 10 t/m 34 jaar in 1960:
41.560. Aantal vrouwen van 10 t/m 34 jaar
in 1960: 41.160.
Op grond van die getallen kon worden
berekend, dat in 1960 voor voetbal
85,90,98 ha, voor korfbal 5,03,91 ha, voor
hockey 6,75,45 ha, voor handbal 3,57,75 ha,
voor honkbal 16,68,80 ha en voor cricket
3,54 ha nodig zullen zijn, in totaal dus 121
hectaren.
Bij de interpretatie van de cijfers moet
men bovendien bedenken, dat deze als mi
nima zijn te beschouwen. Voor de hier
boven berekende behoeftestijging is alleen
de bevolkingsgroei verantwoordelijk. Nu is
het heel goed mogelijk, dat in de toekomst
de belangstelling voor de sport zal toe
nemen, vooral wanneer door de aanleg van
nieuwe velden de mogelijkheid tot daad
werkelijke beoefening groter wordt. Dit be
tekent dus, dat een grotere behoefte aan
sportterreinen dan voor 1960 is berekend
niet tot de onmogelijkheden behoort.
Reeds werd opgemerkt, dat bij de bepa
ling van de terreinbehoefte geen rekening
zou worden gehouden met het voorkomen
van lichamelijke opvoeding in schoolver
band. Wanneer dit wel het geval zou zijn
geweest, zou de behoefennorm uiter
aard groter zijn. Hoeveel groter is echter
moeilijk te zeggen. Veel hangt hier af van
de ligging der scholen en, wanneer in klas-
severband buitensport wordt beoefend,
welke de invloed is op de frequentie van
bespeling.
Volgens de inspecteur voor de lichame
lijke opvoeding te Haarlem waren de ge
meentelijke sportterreinen in principe be
stemd voor schoolsportterxeinen. Tengevol
van de bevolking
Absolute cijfers
van tot t/m 34 jaar
Mannen
Vrouwen
Mannen
Vrouwen
Totaal
20,80
8.645
8.645
1,31
1,29
544
531
1.075
1,27
1,02
528
420
948
0,48
0,39
199
161
360
3,08
1,280
1,280
0,80
332
332
ge van het grote tekort aan sportvelden
evenwel werden deze velden mede ge
bruikt door de diverse sportverenigingen.
In feite werd en wordt echter hierdoor
roofbouw gepleegd. De scholen gebruiken
de velden dagelijks van 9-16 uur en de
sportverenigingen des Zaterdags van 14-17
uur en des Zondags van 9-17 uur. Op de
zomeravonden wordt bovendien nog ge
traind van 19 uur tot zonsondergang.
Uit het bovenstaande blijkt duidelijk, dat
de terreinen zodoende nooit voldoende rust
krijgen, ook niet in het voorjaar, wanneer
dit met het oog op het herstel van de gras
mat dringend noodzakelijk zou zijn. De
onderhoudskosten worden hierdoor zeer
hoog. Het is dan ook dringend gewenst over
te gaan tot de aanleg van aparte sportter
reinen voor de lichamelijke opvoeding in
schoolverband. In tegenstelling tot de ge
organiseerde sportbeoefening, welke in dit
rapport is besproken, kan de bespelings
frequentie hier echter groter zijn. De slij
tage voor de velden is kleiner in verband
met het feit, dat alleen buiten gespeeld
wordt, wanneer de weersomstandigheden
dit toelaten. Bovendien is het schoeisel
minder zwaar, de kinderen zijn lichter van
gewicht en het schoolspel is niet aan een
vaste plaats gebonden.
Voor de op 22 Juli te Haarlem gehouden
Mulo-examens (afdeling A) slaagden
G. M. Karskens. Haarlem; A. E. Pot, Heem
stede; J. B. van Eerden en G. B. van Gelder,
Velsen; A. R. Kop, A. J. Laane en C. E. Keur,
Zandvoort; A. Niemeyer, J. Oort en N. Oort-
huysen, Velsen; J. A. Bronkhorst, Benne-
broek; F. de Groot, F. Dorresteyn, G. de
Gooijer, W. de Heer, B. W. Goedhart, H.
Jaski en J. F. M. Molenaar, Haarlem; J. Nie-
horster en M. Schilt, Bloemendaal; F. Groe-
newoud, G. Hoekstra en W. van Hensbergen,
Haarlem.
Voor dè hoofdakte-examens, die op 21 Juli
te Haarlem werden gehouden slaagden de
heren M. J. Beunk te Beltrum; E. M. Wage
naar te Roelofarendsveen en J. v. d. Brink
te Hillegom.
Voor afdeling A slaagden: H. H. A. Veu-
voest te Den Helder en mej. C. Th. Meken-
kamp te Amersfoort.
Voor afdeling B de heren J. Bakker te
Texel; J. T. Bremer te Den Helder; L. S.
Carper te Mijdrecht; H. Daas te Steenwijker-
wolde; S. P. Dekker te Slootdorp; E. van
Dijk te Uithoorn; J. van Elk te Amsterdam;
A- van Gooi te Amsterdam en H. R. Zijlstra
te Amsterdam.*
Middenstandsdiploma
Voor de op Woensdag in het Concert
gebouw gehouden examens voor het mid
denstandsdiploma zijn geslaagd: T. Klinken
berg, Hillegom; N. J. M. Kloes, Haarlem
mermeer; W. G. Kluver, Haarlem; G. Koop
man, Haarlem; J. C. Koot, Hillegom; E. H.
Koper—Koreman. Zandvoort; J. Kriebel,
Hillegom; J. J. Vroom, Haarlem; J. H. van
Hemert, Haarlem; J. B. van der Laan, Lisse;
C. de Leeuw, Haarlem; J. van Leeuwen, Be
verwijk; H. G. v. Lieshout, Haarlem; J. Lou
wen, Haarlem: M. G. M. Lunenburg, Haar
lem; H. C. v. Luyken, Haarlem: H. W. Mei
boom, Haarlem: J. A. M. Neelissen, Haar
lem; R. N. Nelis, Haarlemmermeer: H. A.
Nieland-Pollatschek, Haarlem; J. Nieuwen-
huis, Haarlem: M. E. Nieuwenhuys, Haar
lemmermeer; F. G. M. Nijssen, Hillegom.
ADVERTENTIE
Een groot succes:
In 26 smakelijke boterhammen gesneden
Sneeuwblank
Overmorgen nog vers
V Luchtdicht verpakt
FR ANK A-SUPER WIT
„Brood als cake"!
Meer dan een halve eeuw
toonaangevend
OOK MARINUS ADAM ZAL CONCERTEN
DIRIGEREN
Uit onze gisteren gegeven 6amen%ratting
van het programma der abonnementsconcer
ten van het Noordhollands Philharmonisch
Orkest in het volgend seizoen, zou ten on
rechte de conclusie kunnen worden getrok
ken, dat al deze uitvoeringen onder leiding
van Toon Verhey zullen zijn. Daarom voegen
wij er aan toe. dat ook Marinus Adam als
dirigent van het orkest blijft optreden.
(Verkort weergegeven)
Schoterweg. Het dodelijk ongeluk dat
vorige week op de Schoterweg gebeurde
was te voorzien. Dat de maximumsnel-
heidsbepalingen afgeschaft zijn is al erg
genoeg, maar dat de Schoter- en de Rijks
straatweg tot voorrangswegen zijn ver
klaard is absoluut verkeerd.. Dat moedigt
het jakkeren aan, waardoor ernstige ver
keersongelukken onvermijdelijk zijn. Men
maakt er zich te gemakkelijk af met de
verklaring dat het slachtoffer niet heeft op
gelet. In de bebouwde kom is een voor-
rangsweg uit den boze. De autoriteiten ver
anderen hieraan echter niets. Ik wek ook
anderen op om te protesteren tegen derge
lijke wantoestanden in het verkeer, waar
bij ik ook deitk aan de situatie op Kenne-
merplein en Soendaplein. H. W. H, S.
BRUSSEL (A.N.P.) In een artikel in
de Peuple schrijft Paul Henri Spaak, met
het oog op de mogelijkheid van een vier-
mogendhedenconferentie, dat West-Europa
niet kan toestemmen in een neutralisatie
van Duitsland.
Het Duitse vraagstuk zal op een derge
lijke conferentie de hoofdschotel vormen,
aldus Spaak. De Russen zullen waarschijn
lijk toestemmen in de hereniging van Duits
land en in vrije verkiezingen, op voorwaar
de dat Duitsland volkomen geneutraliseerd
wordt. De Westelijke mogendheden daar
entegen zullen pleiten voor opneming van
Duitsland in de Europese gemeenschap.
Spaak zegt er diep van overtuigd te zijn
dat, in weerwil van de droeve ervaringen
van 1914 en 1939, neutralisatie verworpen
moet worden. Een herenigd en geneutrali
seerd Duitsland, bevrijd van alle militaire
lasten en uitgaven zou geheel Europa eco
nomisch kunnen overheersen, doordat het
al zijn inspanning op economische ontwik
keling zou kunnen richten.
Onafhankelijk en geïsoleerd, zou het een
aggressief nationalisme kunnen ontwikke
len. Bovendien zouden de Russen op zekere
dag in Berlijn kunnen doen wat ze ook in
Warschau en Praag hebben gedaan, en dan
zou Duitsland een gemakkelijke prooi voor
de Sovjet-Unie zijn.
Wij moeten de Russen er van overtuigen
en dat is mogelijk, aldus Spaak dat
ook zij gemakkelijker vrede zouden kun
nen sluiten en bewaren met een Europese
gemeenschap waarin Duitsland opgenomen
is, dan met een volkomen onafhankelijk
Duitsland waarin zich zonder tegenwicht
een gevaarlijk nationalisme en een ex
pansiedrang zouden kunnen ontwikkelen.
De „Pravda", het officiële dagblad der
Sovjet-Russische communistische partij,
reeft Donderdag in een hoofdartikel ver
klaard dat Groot-Brittannië, Frankrijk en
de Verenigde Staten een conferentie met
Rusland willen „uit beweegredenen, die
niets te maken hebben met het krachtiger
vestigen van de vrede, of het teweeg bren
gen van ontspanning in de internationale
betrekkingen".
Volgens de „Pravda" heeft de kort
geleden te Washington gehouden bijeen
komst der Franse, Britse en Amerikaanse
ministers van Buitenlandse Zaken „het be
wijs geleverd, dat thans niemand meer de
dringende noodzaak van een oplossing der
grote internationale vraagstukken door on
derhandelingen, kan ontkennen".
ADVERTENTIE
van 27 Juli tot en met 1 Augustus
Juwelier
Anegang 9 Telefoon 10366
Haarlemse rechtbank
De Haarlemse rechtbank heeft zich van
morgen geruime tijd bezig gehouden met
de zaak tegen de 33-jarige hoofduitvoerder
P. M. R. uit Velsen, die verdacht werd van
oplichting en valsheid in geschrifte.
De verdachte zou in de loop van 1952
en begin 1953 op het terrein van de Hoog
ovens graafwerk moeten verdelen en daar
toe nam hij contact op met een aannemer
en een garagehouder.
R. zou op het Hoogoven-terrein een con
structie- en montagewerk hebben uit te
voeren en daarbij zou enig graafwerk ver
richt moeten worden.
Hij beloofde de 63-jarige Amsterdamse
aannemer K. de R., dat deze het graafwerk
zou krijgen, indien deze aannemer 12.500
zou storten. De aannemer deed dit, maar
van het graafwerk kwam niets terecht.
Verdachte nam voorts door middel van een
tussenpersoon contact op met een garage
houder, de 60-jarige J. S. uit Haarlem, en
hij beloofde deze man, dat hij een benzine
station op het terrein bij de Hoogovens zou
kunnen vestigen, indien c-r een bedrag van
10.000 gestort zou Worden.
Om zijn credietwaardigheid aan te tonen
liet hij een fictieve factuur opstellen, waar
in stond, dat R. van de Hoogovens nog een
bedrag van 30.000 tegoed had.
De officier van Justitie, mr. B. van der
Burg, was van mening, dat zowel de op
lichtingen als de valsheid in geschrifte be
wezen geacht dienden te worden. Hij wees
erop, dat de verdachte reeds in de oorlog
enkele malen veroordeeld was en hij eiste
dan ook een gevangenisstraf voor de tijd
van 12 'maanden, waarvan drie maanden
voorwaardelijk met aftrek van het voor
arrest.
De verdediger, mr. Van Hattum, meende,
dat alleen het opmaken van de valse fac
tuur strafbaar geacht diende te worden.
Volgens mr. Van Hattum en volgens ver
klaringen van de verdachte zelf, waren de
transacties met de aannemer en de garage
houder volkomen correct geweest. Mr. Van
Hattum drong dan ook aan op een korte
onvoonvaardelijke straf en vroeg de recht
bank de verdachte onmiddellijk in vrijheid
te stellen.
Nadat de rechtbank afwijzend op dit ver
zoek had beschikt bepaalde de president
de uitspraak op 31 Juli.
Boven de motorhal van de Walserij-
West is door een explosie in een olie-scha
kelaar een begin van brand ontstaan. Een
steekvlam, die na de ontploffing ontstond,
wondde de arbeider v. L., die bij een an
der bedrijf werkzaam is, zodanig, dat hij in
het Rode Kruisziekenhuis moest worden
opgenomen. De afdelingschef van de elec-
trotechnische afdeling der Walserij-West
werd door de rook bedwelmd en is later
met zuurstof bijgebracht.
Nadat de bodem van de Siemens Mar
tin-oven 3 in de Staalfabriek ingezakt was
een incident, dat zich een enkele keer
meer voordoet stortte het zich daarin
bevindende staal, ongeveer 200 ton, tussen
de fundamenten van de oven. De gaslei
dingen van de oven werden zwaar bescha
digd.
Het snel stollende staal moet nu wegge
brand worden.
De oven is geruime tijd buiten werking.