Brazilië weet wat het waard is
Hoge opbrengst aan invoer
rechten en dividendbelasting
Politieke strijd in het vrolijk
décor van Willemstad
De grote steden bieden een schone fagade,
maar het is niet alles goudwat er blinkt
Zonnebrillen
r
11
Benden tieren welig
in Oost Java
Nieuwebewijzen aan de Oude Weg
van Romeinse nederzetting
IRA weer actief
WAT DE FISCUS ONTVANGT
ONDER PALMEN EN PASSAAT
Bonte kleurenweelde in
het oude stadscentrum
Pieck keert terug
ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1953
Rio de Janeiro, Brazilië's hoofdstad, groeiend in de hoogte,
beklemd ticssen zee en bergen, welke ontwikkeling op den
duur fataal moet worden.
(Van een bijzondere correspondent)
Brazilië, met zijn 8.500.000 km2 ongeveer 250 maal zo groot als Nederland, heeft vrij
wel onbegrensde mogelijkheden. Er is alles te vinden, wat een land tot bloei kan
brengen: mineralen, ertsen, olie, kolen, kostbaar hout in onmetelijke hoeveelheden,
vruchtbare grond, waterkracht, opgehoopt in tal van geweldige rivieren, schitterend
natuurschoon, groots opgezette, fraai gelegen steden. Gezien dit alles is het slechts
verbazingwekkend dat een dergelijk land, beschikkend over zo rijke grondstoffen
in zultte onnoemelijke hoeveelheden, toch gerekend moet worden tot 's werelds
grootste debiteuren, met buitenlandse schulden, die in de honderden millioenen lopen.
Een verblijf van enkele
weken in dit land is
echter al voldoende om
de reden van deze won
derlijke debiteurenposi
tie te bevroeden. In de
eerste plaats leeft men
er op aangename wijze
boven zijn stand, zonder
al te nauwkeurig de kos
ten en het directe eco
nomische nut te over
wegen van alles wat men
tot stand brengt. Bij
brood alleen kan ook de
Braziliaan niet leven.
Naast economisch nut
verwacht hij van wat er
gewrocht wordt ook
schittering. En dit kost
geld. Daarnaast neemt
hij ruimschoots de tijd
om ook van deze schit
tering te genieten. Al te
stage arbeid zou hem
daarbij te zeer hinderen
en hij lardeert zijn nor
male werk daarom met
tussentijdse pogingen
zich op de een of andere
wijze wat te verrijken.
Ieder op zijn manier
probeert iets aan u te
verdienen.
Van alle kanten
uw beurs belaagd
Wilt u iets kopen, hebt
u een taxi nodig, infor
meer vooral vooraf
nauwkeurig naar de prijs
anders wordt u bij het
betalen in letterlijke zin
het kind van de reke
ning. Onder de meest
uiteenlopende omstan
digheden blijkt men be
zig aanslagen op uw
beurs te beramen en met
groot raffinement wor
den bij allerlei zoge
naamd vaste tarieven
oncontroleerbare opslagen berekend.Zonder
ophouden weet men zich als tourist belaagd
door kellners, chauffeurs, winkeliers, koop
lui enz. In de wisselkantoren in Rio staan
nergens koersen van de dag aangegeven.
U wordt aangeslagen naar de vermoede
lijke staat van uw buidel en uw naïviteit.
In een restaurant valt de prijs altijd aan
merkelijk hoger uit dan u uit de prijslijst
had afgeleid. Voortdurend vraagt men zich
af: wat nu weer? Slechts de grootst moge
lijke voorzichtigheid en terughoudendheid
kunnen de afweer zijn. Met dit al wekt
deze zucht zich op al te gemakkelijke en
door geen tegenprestatie gemotiveerde
wijze te verrijken dikwijls de indruk, dat
men bezig is de kip met de gouden eieren
te slachten. Wie er mee te maken krijgt,
moet tot de slotsom komen: dit is eens,
maar nooit weer.
Vergulde armoede
Bij een meer gedisciplineerd economisch
optreden zou de rijkdom van het land groot
kunnen zijn. Thans leeft Brazilië echter als
een grand seigneur, boven zijn stand, in
vergulde armoede. Maar het verguldsel is
van uitnemende kwaliteit. De ontwikkeling
van steden als Rio de Janeiro en Sao Paulo,
beide met tussen de twee en drie millioen
inwoners, is werkelijk adembenemend. De
wolkenkrabbers schieten er, zonder over
drijving, bij tientallen omhoog, als padden
stoelen uit een rijke bosgrond. En in dit
décor van hemelhoge edificio's, alle van
fraaie namen voorzien, gonst het van leven
en dure auto's. Een ander, nauwelijks min
der stoutmoedig onderdeel van het décor,
van de nationale fagade, vormen de grote
autostrada's, die Brazilië's grote steden on
derling verbinden, die tussen Rio en Sao
Paulo en bovenal die tussen laastgenoemde
stad en de beroemde koffie-haven Santos,
een verbluffend staal van technisch kun
nen.
Brazilië kan zich dit alles veroorloven.
Het weet zich de grand seigneur om wiens
gunsten wordt gedongen. De grote mo
gendheden plegen deze eindeloze debiteur
op de meest welwillende wijze.tegemoet te
treden. De potentie van zijn markt en zijn
onmetelijke rijkdom aan grondstoffen zijn
daar niet vreemd aan. Ze maken Brazilië
tot een benijdenswaardige connectie, die
economische en politieke knievallen vol
komen rechtvaardigt. Met zijn meer dan
52.000.000 inwoners en zijn enorme grond
gebied, dat ongeveer 47 van geheel Zuid-
Amerika omvat, weet Brazilië wat het
waard is.
Beter besef groeiende
Achter de schone fagade wordt helaas dit
onmetelijke reservoir van mogelijkheden
en grondstoffen maar gebrekkig geëxploi
teerd. Zo is b.v. door de koffie-cultuur, één
van Brazilië's voornaamste welvaartsbron
nen, jarenlang op ernstige wijze roofbouw
gepleegd. Ontzaglijke massa's kostbaar
DJAKARTA, (Aneta) Uit West-Java
wordt gemeld, dat in de kampong Tjikadu
«p klaarlichte dag twee dorpelingen door
«en bende zijn vermoord. Later roofde de
bende nog vele schapen in deze kampong.
In de desa Tjipatuireng, eveneens in het
Tasikmalajase, plunderde een goed gewa
pende bende van 25 leden een aantal wo
ningen. Voor een waarde van 25.000 ru-
piah aan verschillende goederen werd ge
roofd. in Malangbong, in het Garoetse,
werden 36 woningen door een een bende
van tweehonderd man geplunderd, waarbij
een desawachter werd vermoord. Op de
weg Bandoeng-Garoet werden de passa
giers van een auto door vijftien bandieten
beroofd. Nadat de automibilisten bij een
«militaire post hiervan aangifte hadden
gedaan, zetten militairen onmiddellijk een
achtervolging in.
hout zijn eenvoudig weggebrand en de
vrijgekomen vruchtbare grond is, tot steeds
verder het binnenland in, uitgebuit tot de
vruchtbaarheid verbruikt was. Daarna,
voor koffie-cultuur niet langer geschikt,
werd ze voor zeer extensieve, oppervlak
kige beweiding gebruikt, eigenlijk mis
bruikt. Want door het periodieke afbran
den, dat met deze vorm van beweiding
samenging, werd een behoorlijke regene
ratie van de grond onmogelijk.
In leidende kringen is thans zeker het
besef groeiende, dat bij de exploitatie van
land en andere welvaartsbronnen ook met
de toekomst rekening gehouden dient te
worden. Maar er zal toch nog heel wat
water door Brazilië's brede rivieren moe
ten stromen voor en aleer algemeen vol
gens dit beginsel wordt gewerkt en voor-
individueel rekening zal gaan houden met
wat wenselijk is voor zijn nakroost. Men
leeft bij voorkeur in het heden. Morgen zal
wel weer voor het zijne zorgen.
Rio: steeds hoger
In dit opzicht is Rio de Janeiro, de schone
hoofdstad des lands, een volmaakt symbool
van deze geestesgesteldheid. Zijn ligging
is ongeëvenaard, zijn ontwikkeling is fan
tastisch, het bruist en schittert, en toch:
stedebouwkundig gezien is deze stad vol
komen in het slop geraakt. Men moet zich
niet voorstellen hoe, wanneer het zo door
gaat, met een vijfentwintig jaar de toe
stand in deze stad zal zijn. Nu al is het in
de city één verkeerscongestie. En niet
tegenstaande de frisse zeewind, zo uit de
Oceaan, overheerst in de kokers van stra
ten, waar deze wind nauwelijks in kan
doordringen, de olie- en benzinewalm.
Toch gaat men onverdroten voort hoger
en hoger te bouwen, 12, 15, 20 en meer
verdiepingen, wolkenkrabbers als gebou
wen in de rij langs de toch al vrij smalle
straten. Ook aan de achterkant zijn er
meestal slechts nauwe spleten voor licht
en lucht. Nu mag in deze subtropische stad
dit dicht op elkaar bouwen uit het oogpunt
van bezonning niet zo'n ernstig bezwaar
vormen als op koelere breedten het geval
zou zijn. Maar het ernstige feit van de ver.
keersopstopping blijft, of liever verergert
met de dag. Het is eenvoudig onmogelijk
thans reeds op de spitsuren het publiek in
een voldoende vlot tempo naar huis te wer
ken. Duizenden, tienduizenden, verdoen
uren met wachten op vervoermiddelen in
eindeloze queue's van een lengte als wij
ons in Nederland niet kunnen voorstellen.
In trossen hangt men aan trams en zelfs
aan de treinen naar de voorsteden.
De weg van de minste weerstand
Gp zichzelf is de groei in de hoogte wel
verklaarbaar. Rio ligt ingeklemd tussen de
zee en steile hoge bergen. Zijn ruimte is
uiterst beperkt. Daarom zoekt men het nu
maar in steeds meer verdiepingen en steeds
hogere gebouwen, in de kantoor- en zaken
wijk zowel als in de woonwijken. Met het
jaar wordt de stad er onbewoonbaarder
door en de toekomst zal hier stellig de last
moeten dragen, die men thans langs de weg
van de minste weerstand tracht te om
zeilen.
De ontwikkeling van deze reuzenstad is
de stedelijke regering in belangrijke mate
uit de hand gelopen. Men heeft verzuimd
tijdig de nodige drastische maatregelen te
nemen en een ontwikkeling af te snijden,
die op den duur fataal moet worden. De
enige mogelijkheid was geweest één of
meer satellietsteden buiten de bestaande
omknelling, maar men heeft de bouwspe-
culanten hun gang laten gaan en zit nu
met steeds groter wordende puzzles. Het
transport-probleem is vrijwel onoplosbaar
geworden. Bovendien stuit ook de water
voorziening op steeds groter moeilijkheden.
Er zijn wijken, waar helemaal geen water
leiding is of waar de waterleiding maar een
uur per dag functionneert, en dat in een
warme, subtropische omgeving. In de dure
Copa cabana-wijk kan het hotelgasten over
komen, dat ze bij aankomst na een ver
moeiende reis hun handen in mineraal
water moeten wassen, omdat de waterlei
ding niet functionneert.
Zo ziet het er uit achter de schone faga
de. Wel is de schittering groot. Maar het
De zonnebril is slechts een van de hon-
d.erd-drie-en-dei"tig ergernissen van mijn
geringe leven. Dat is: het leven van elke
dag. Mijn grote ergernissen, die op politiek
en sociaal terrein liggen, zijn nog oninte
ressanter. Dat zijn dezelfde die alle men
sen van goede wille en geringe invloed
koesteren. De grote en kleine ergernissen
hebben één treffende overeenkomst: nie
mand stoort zich eraan en niemand erkent
datgene, dat toch als een betonnen paal
boven laag water staat: dat ik altijd gelijk
heb. Dus leef ik maar gewoon door en
dus doe ik er maar niks tegen. Ook niet
tegen de zonnebrillen, die een van mijn
kleine doch ernstige ergernissen zijn. Mis
schien dat ik één vrouw op aarde van mijn
permanent gelijk overtuigen kan, één
vrouw, die denkt: eigenlijk is het wel zo
wat hij zegt, laat ik die donkere bril maar
aflaten in het vervolg. Kijk, als ik die ene
zou kunnen overtuigen, dan zou dat al de
moeite waard zijn; want één vrouw zon
der zonnebril is één levend wezen meer op
aarde en dat is de moeite waard. Donkere
brillen maken de mens in de mens dood;
de ogen maken een gelaat levend; wie zijn
ogen bedekt ontneemt het levende leven
aan zijn gelaat. Ik begrijp niet dat Eva
dit zelf niet begrijpt. Ik begrijp niet dat
ze allerlei potjes en flesjes en tubetjes met
watertjes en zalfjes en poeders te baat
neemt om haar natuurlijke schoonheid te
accentueren en dat zij dan pardoes haar
hele gelaat, dus haar gehele wezen en haar
hele persoonlijkheid, doodt met twee ron
de donkere platen die haar tot een robot,
een marionet, een houten pop maken.
Wasseggu?
Tegen het felle licht? Goed voor de
ogen? Kom kom mevrouw, u zit met die
zelfde mooie donkere dooie ogen in de
schaduw en in lokalen waarin geen zon
binnenkomt. En een kwart eeuw geleden
droeg niemand zo'n ding. Wanneer u het
mij ten goede houdt, mevrouw, die brille-
rij van u is pure aanstellerij. U denkt dat
het zo moet van de mode en u denkt bo
vendien dat het u interessant maakt en
mysterieus. Mevrouw, die zonnebril maakt
u alleen maar levenloos. Zij maakt u gelijk
aan alle andere marionetten, die met dode
ogen door de zomer wandelen. Denkt u er
eens over na?
Misschien heeft-ie wel gelijk. ELIAS
dat elke in vrijheid gedresseerde Braziliaan is lang niet allemaal goud wat er blinkt.
BELFAST (Reuter) Het Ierse republi
keinse leger (IRA), een verboden militaire
organisatie die de Britten uit Noord-Ierland
wil verdrijven, is van plan haar activiteit
te hervatten, zo meent de politie te Belfast.
Men gelooft, dat de organisatie verantwoor
delijk is voor de wapendiefstallen, die de
laatste tijd in Engeland gepeegd zijn.
De politie heeft vastgesteld dat de bom-
incidenten, voorafgaande aan Koningin
Elizabeths bezoek aan Belfast in het begin
van deze maand, alsmede een poging om
een trein met Britse oudstrijders te doen
verongelukken, het werk van het republi
keinse leger zijn.
Een speciale afdeling van Scotland Yard
heeft de afgelopen 48 uur te Londen huis
zoekingen geclaan en Ieren ondervraagd.
Lidmaatschap UNO
De leider van de Australische socialisti
sche oppositiepartij, Eva'tt, heeft Vrijdag
avond in een radiotoespraak gezegd, dat
het „onrechtvaardig is de deur voor com
munistisch China te openen, terwijl andere
landen in de rij staan te wachten" voor het
lidmaatschap van de U.N.O. „Indien com
munistisch China om het lidmaatschap
verzoekt, is de UNO moreel gebonden er
op toe te zien, dat China haar verplichtin
gen zal nakomen", zo zei Evatt.
Zoals men zich wellicht
herinneren, zal werd enige
tijd geVïden in dit blad
melding gemaakt van enige
vondsten van Romeinse ar-
chaeologica, door onderge
tekende en zijn vrouw ge
daan aan de Oude Weg,
daar waar de weg door de
Waarderpolder de Oude
Weg bereikt. Zo hadden wij
het geluk in een hoop aar
de, afkomstig uit een pas
gegraven bermsloot, lopen
de langs en ten Zuiden van
de Oude Weg, een tweetal
halsfragmenten, afkomstig
van twee Romeinse kruiken
uit de tweede eeuw na
Christus, aan te treffen.
Ongeveer op dezelfde
hoogte en in dezelfde tijd,
doch ditmaal ten Noorden
van de Oude Weg, werden
door ons andere Romeinse
oudheden opgediept uit een
meer dan manshoge berg
bagger: een zandstenen bal-
listakogel en een ijzeren
umbo of schildknop. Hier
aan kunnen wij thans toe
voegen een grote enigszins
ovale asymmetrisch ge
vormde, van onderen afge
vlakte en van boven afge
ronde klomp graniet(zwerf-
stcen) ter lengte van onge
veer 40 cm en met een
maximale breedte van 23
centimeter, welke vermoe
delijk als een Romeins ge
wicht is te beschouwen.
Aan de bovenzijde bevindt
zich namelijk een met lood
in de steen vastgegoten ijze
ren oog, waaraan een thans
ontbrekende ring was be
vestigd, waarmede het ge
wicht kon worden opgetild
of opgehangen. Deze ring
was geen overbodige luxe.
Het gewicht toch (thans
zonder de ring ruim twin
tig kilo wegende) zal mèl
de ring vermoedelijk 65 Ro
meinse ponden (van 325
gram) hebben gewogen.
Een soortgelijk exemplaar,
.doch van een iets kleiner
formaat en vervaardigd uit
een ander soort natuursteen
bevindt zich in het Romeins
Museum te Heerlen.
Tenslotte kwam uit de
bedding van het Vuilrak
naar boven de helft van
'n Romeinse (hand)molen
steen, waarvan ons reeds
destijds direct de bijzondere
van de gewone afwijkende
vorm was opgevallen. De
steen heeft namelijk een
uitspringende bovenrand.
Nader is gebleken dat hier
van een zeer zeldzame vorm
sprake is, waarvan in ons
land alleen het Museum
Kan te Nijmegen een voor
beeld bezit.
Wij brengen in herinne
ring, dat een Romeinse
handmolen bestond uit een
roterende steen, de loper of
catillus, om 'n spil draaiend
boven een stilstaande steen
of meta, waarvan de loper
door middel van een verti
cale of horizontale houten
stok of ijzeren staaf, gesto
ken in een daarvoor in de
steen aangebracht gat, met
de hand werd rondgedraaid.
Ook bij ons exemplaar is in
de verdikte buitenrand een
verticaal gat geboord,waar_
in de vermoedelijk ijzeren
staaf werd gestoken, waar
mede de loper werd rond
gedraaid. In de middel
eeuwen werd schuin ge
boord, zodat er geen twijfel
omtrent de herkomst kan
bestaan.
Wij koesterden de ver
wachting,dat in de genoem
de hoop aarde nog meer
vondsten te doen zouden
zijn. De gemeente Haarlem
was zo bereidwillig ons
voor de afgraving enkele
dagen een paar arbeiders
ter beschikking te stellen.
De grondeigenaar, de heer
Zandvliet, was zo vriende
lijk zijn toestemming tot 'n
nader onderzoek te geven.
Bij het omwerken van de
aardhoop kwamen, behalve
niet nader te dateren en
determineren wandscherven
van Romeinse ruwwandig
aardewerk, enige belang
rijke fragmenten van een
tweede Romeinse handmo
lensteen voor de dag. Deze
bruine vulkanische tufsteen
moet oorspronkelijk een
diameter hebben gehad van
veertig centimeter en een
dikte aan de buitenkant van
een centimeter of negen.
Het vinden, ongeveer op
dezelfde plaats, van de res
ten van twee verschillende
Romeinse molenstenen, is
meer dan een zuivere toe
valligheid en alleen te ver
klaren, wanneer men zich
herinnert dat in het Ro
meinse leger elk „contuber-
nium" of peloton van acht
tentgenoten was uitgerust
met ten minste één hand-
(koren)molen. De onmis
baarheid van dit loodzware
uitrustingsstuk (dat met de
overige bagage van het pe
loton op muilezels of pak
paarden werd meegevoerd)
voor het bereiden van de
dagelijkse gemeenschappe
lijke maaltijden der man
schappen, is zonder meer
duidelijk als men bedenkt
dat tarwemeel, hetzij ge
nuttigd als warme meel
spijs, vermengd met vet,
olie of melk, hetzij in de
vorm van brood of beschuit,
het hoofdvoedsel van de
Romeinse soldaat uitmaak
te. Aangezien in dit geval
van gebroken waar
schijnlijk versleten en afge
dankte molenstenen
sprake is, mag wellicht aan
het ter plaatse bestaan heb
ben van een min of meer
langdurige Romeinse ves
tiging worden gedacht, bij
voorbeeld aan een wacht
post ter bescherming van
een rivierovergang of van
de door ons veronderstelde
Romeinse vaarweg, achter
de duinen langs, van de
Oude Rijn naar het Noor
den.
Hoe dit zij, het is zeker
niet uitgesloten dat de bo
dem van de Veerpolder nog
meer overblijfselen uit de
periode der Romeinse be
zetting bevat. Uiterste
waakzaamheid bij eventuele
•toekomstige grondwerken,
öp of nabij dit terrein uit
te voeren, blijft volgens ons
in elk geval geboden.
Mr. H. K. d e R a a f.
Het ministerie van Financiën heeft een plaatsgevonden bij de vennootschapsbelas-
overzicht gegeven van de stand der rijks
middelen in Juni.
In Juni werd aan gezamenlijke kohier
belastingen 234,8 millioen opgelegd tegen
103.3 millioen in Mei. Deze stijging is het
gevolg van de aanzienlijke vorderingen
welke zijn gemaakt met het opleggen van
voorlopige aanslagen inkomstenbelasting
1953.
In de eerste helft van dit jaar is onge
veer 250 millioen minder opgelegd dan
in de overeenkomstige periode van 1952.
De daling heeft voor het overgrote deel
(Van onze speciale verslaggever)
Het zijn sterke ogen, die de weelde kunnen verdragen van Curagao's felle kleuren.
En wie geen sterke ogen heeft, loopt hier rond met een zonnebril. De meisjes zouden
zich schamen indien haar brillen niet het allerlaatste Amerikaanse model hadden
en versierd waren met flonkerende pareltjes. Ook de auto's in haar vele kleuren
flonkeren in de zon. De Curagaose kleurling poetst thans zijn auto met dezelfde
toewijding waarmee hij twintig jaar geleden zijn Zondagse schoenen poetste. Curagao
zou niet zo fel van kleur zijn, indien er geen huizen stonden. Wat er groeit op dit
dorrige eiland zijn in hoofdzaak grote, grijsgroene cactussen en door de passaat naar
één kant gewaaide divi-divi bomen. De huizen voegen daar hun felle kleuren aan toe.
Prachtig maar helaas vaak vervallen zijn de oude plantage-woningen met hun
Hollandse topgevels. De muren zijn meestal geel, het dak steenrood, met een lijst van
witte pannen langs de nok en zijribben.
Die plantage-huizen staan ofwel buiten,
ofwel aan de rand van de stad. In het oude
centrum van Willemstad treft men nog
huizen aan, die Hollands zijn van grond
vorm, maar toch door galerijen met
boogjes en buikige zuilen alleraardigst
zijn aangepast aan dit zonnige klimaat.
Geel zijn die huizen vaak, maar ook wel
zachtgroen of rose en bijna altijd levendig
gehouden door banden van wit, langs het
dak en de gevel.
Het is moeilijk te zeggen wat op het
ogenblik het huizen-type is van Willem
stad. Die oude Nederlandse gebouwen zijn
betrekkelijk zeldzaam geworden en in
Schaarloo, de wijk waar zich vooral de
Joodse handelaars gevestigd hebben, treft
men een geheel ander type aan. Huizen,
die soms Frans, soms Venezolaans aandoen,
altijd kleurig en vaak ook met banden van
wit, demonstratief welvarend en soms wat
tierelantijnerig en suikertaartig. Maar
daarmee zij van Schaarloo niets kwaads
gezegd: al die kleur en speelsheid past wel
in dit klimaat.
Politieke operette
In dit operette-décor van Willemstad
wordt een politiek spel ten tonele gebracht,
dat minder licht van toon is dan de ensce
nering doet verwachten. In en buiten het
miniatuur Binnenhof dat fort Amsterdam
heet, wordt een felle strijd gevoerd om de
politieke macht en juist omdat Curagao
twee politieke partijen heeft, die elkaar in
kracht niet veel ontlopen, blijft de span
ning er voortdurend in. De spelers hebben
zeer verschillende allures en ook dat houdt
de zaak levendig: Jonkheer, van de oppo
sitiepartij, is glad en geslepen, dr. Da Costa
Gomez, de minister-president, is een eru-
diet-acteur, die bij voorkeur de rol van
nobele vader vervult, Kroon, van de op
positie, is een idealist en minister Karner
is de Oostenrijker, die in geen operette
gemist kan worden. Zijn humor is gemengd
met levenswijsheid. Philip Henrique ten
slotte, de voorzitter van de Staten, is een
welvarend man van ongeveer 34 jaar. Hij
is speelser en minder krampachtig dan de
meesten op dit toneel.
Het is wel goed, dat een man van dit
slag, die de betrekkelijke waarde van al
deze politiek inziet, voorzitter is in de
staten-arena.
Aanvankelijk in 1948 zag het er
naar uit, dat dr. Da Costa Gomez, de lei
der van de Nationale Volkspartij (N.V.P.),
onbedreigd zou winnen, indien er alge
mene verkiezingen gehouden zouden wor
den. Immers, hij was
de man, die de massa
der kleurlingen ach
ter zich scheen te
hebben.
In 1949 won hij in
derdaad, doch slechts
met ongeveer 14.000
tegen 12.000 stemmen
De democratische
partij had meer stem
men in de stad ver
worven dan men ver
wachtte, het platte
land was echter voor
Gomez. Zo is een ze
ker evenwicht ont
staan en de uitslag
van de volgende ver
kiezingen laat zich
nog niet voorspellen.
De invloed van Go
mez, als leider, is nog
altijd groot. Met hem
staat en valt de N.P.
V. De democraten,
van wie sommigen
De De Ruyterkade te Willemstad met de typische Venezolaanse groente
en fruitschoeners.
vroeger weieens hardop droomden over
aansluiting bij Venezuela, hebben inge
zien, dat „Venezuela" nooit een leus is die
bij kleurlingen succes kan hebben. Een
donkere huidskleur is niet erg in ere in
Cararas.
Autonomie heeft wel enige bezwaren in
De
Berg Altena" in het oude deel van Willemstad, vol
herinneringen aan het verleden.
zulk een klein gebied als Curagao (100.000
inwoners). In een gemeenschap waar men
elkaar zo goed kent, is regeren, is het
uitoefenen van gezag, wel eens lastig. De
gouverneur, die mede de belangen van het
Koninkrijk behartigt, kan het algemeen
gezag ook van de Antilliaanse regering
zeker versterken. Hij zou in deze maat
schappij de positie van hoog raadsman
kunnen bekleden, die in Nederland is toe
bedacht aan een burgemeester of aan een
Commissaris der Koningin. Maar dat kan
alleen indien die positie door alle partijen
wordt begrepen en gewaardeerd. Zolang
men kibbelt over gezagsbegrenzing en over
stipulatie van macht, is de toestand niet
geconsolideerd en zijn er nog teveel tegen
gestelde krachten aan het werk.
Niet voor niets hebben ze tientallen jaren
in een handels- en industrie-gebied ge
woond.
Ook over secessie, over een eventuele
afscheiding van Nederland, praten zij in
het algemeen zeer nuchter. Op het ogen
blik voelt vrijwel niemand daarvoor.
Waarom zou men daar dan iets over op
schrift stellen? Maar juist omdat men hier
zo realistisch en ook materialistisch is, zou
de stemming zeer kunnen veranderen, in
dien Venezuela als voorwaarde dat de
olie-industrie hier zou mogen blijven
politieke eisen ging stellen. Hoewel daar
op het ogenblik geen sprake van is, moet
de „olie" toch in een volgend artikel uit
voerig besproken worden.
ting. De teruggang van het in 1953 opge
legde bedrag ten opzichte van de tweede
helft van 1952 is ongeveer 725 millioen.
Aan voorlopige aanslagen 1953 voor de
inkomstenbelasting is reeds een aanzienlijk
bedrag op kohier gebracht. Totaal was eind
Juni 183 millioen opgelegd.
Het boekingstijdvak 1952-'53 van de ven
nootschapsbelasting is afgesloten op 1140
millioen.
De tot dusverre bereikte opbrengst na
aftrek van tegenkohieren kan voor het
boekjaar 1950-'51 worden geschat op 785
of 100 millioen beneden de raming voor
de begroting 1952, welke op de verwachte
opbrengst over dit boekjaar was gebaseerd.
Het is thans wel zeker, dat deze raming
ad 885 millioen te hoog is geweest. Het
netto kohierbedrag van het boekjaar 1951-
'52 beloopt 420 millioen.
De ontvangsten van kohierbelastingen
herstelden zich in Juni enigszins ten op
zichte van het in Mei bereikte dieptepunt.
De niet-kohierbelastingen brachten in
Juni 239,8 millioen op tegen 214,3 mil
lioen in Juni 1952. Totaal is tot dusverre
dit jaar 3686 millioen ontvangen. Ten
opzichte van de eerste helft van 1952 be
tekent dit een stijging van 67 millioen,
welke voor het overgrote gedeelte is toe te
schrijven aan hogere opbrengsten aan in-
voerrechen en dividendbelasting.
De ontvangsten in het eerste halfjaar van
1953 waren hoger dan de helft van de jaar
raming, welke 1643 millioen beloopt.
De omzetbelasting heeft tot dusverre
aanzienlijk minder opgebracht dan was
voorzien. Zelfs werd de eerste vijf maan
den van dit jaar telkens minder ontvangen
dan in de overeenkomstige maand van
1952, toen de opbrengst reeds werd gedrukt
door de geringe kooplust, welke zich voor
deed als reactie op de Korea-hausse. Eerst
Juni leverde een betrekkelijk hoog bedrag
op (ƒ71,3 millioen tegen ƒ62,5 millioen in
Juni 1952) waardoor over het eerste half
jaar het peil van vorig jaar nog kon worden
bereikt.
Het bruto kohierbedrag der beide bui
tengewone heffingen vertoonde in Juni een
stijging van 18,3 millioen tot 3.955,3
millioen. Van het totaal opgelegde bedrag
betreft 2.807,8 millioen de vermogensaan-
wasbelasting en 1.147,5 millioen de ver
mogensheffing ineens.
De ontvangsten beliepen in Juni 9,8
millioen, waarmee voor het eerste halfjaar
een totaal is bereikt van bijna 55 millioen
of 10 millioen meer dan de helft van de
jaarraming, welke 90 millioen beliep.
Voor het betalen van de heffingen werd
ongeveer 96 millioen aan staatsschuld in
geleverd. Dat dit bedrag hoger is dan de
ontvangsten ad 55 millioen vloeit voort
uit het feit dat terugbetalingen wegens ver
mindering van aanslagen in contanten ge
schieden.
LONDEN (Reuter). Radio-Boedapest
meldt, dat de Oost-Duitse president, Wil
helm Pieck, heden, na drie maanden voor
herstel in de Sovjet-Unie te hebben ver
toefd, naar OostDuitsland terugkeert.
Pieck is ook lid van het nieuwe politieke
bureau der onder communistische leiding
staande Oost-Duitse socialistische een
heidspartij, de „S.E.D.".
Bus verongelukte
Op de drukke verkeersweg tussen To
ronto en Montreal, bij Cornwall in de Ca
nadese staat Ontario, is een autobus tegen
een stilstaande vrachtauto gereden en in
het zes meter diepe Williamsburgkanaal
gekanteld. Twintig van de 37 inzittenden
verdronken.