We maken een lopende eend Het Huis Een fleurig beroep temidden van mensen en boeken "Wét maniiêïjè uit dê SLEUTEL WEG? ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1953 HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 4 ASSISTENT- BIBLIOTHECARESSE ONZE PUZZLE B. en W. antwoorden raadslid Knape Adoptie-comité Heemstede bezocht Puttershoek FEUILLETON van haar Dromen door Dorothy Quentin, Financiële regelingen „DE SLEUTELSPECIALIST" Nachtdienst apotheken „Voor meisjes met een middelbare schoolopleiding biedt de openbare leeszaal en bibliotheek een aantrekkelijke werkkring. De bekoring van deze arbeid ligt zowel in de omgang met boeken als in die met mensen en vooral ook in het besef dat men in het bibliotheekwerk iets kan doen voor de medemens door hem de weg te wijzen naar die boeken waarmee hij hetzij ontspanning, hetzij ontwikkeling zal vinden", zo zei ons de directeur van de Stadsbibliotheek te Haarlem, de heer P. V. de Wit, in een onderhoud dat wij dezer dagen over de opleiding tot assistent-bibliothecaresse hadden. Die opleiding is tweejarig en de lessen worden zowel in Haarlem op de Stadsbibliotheek zelf als op de Centrale Cursus in Amsterdam gegeven. In Haarlem worden de leerlingen afwisselend te werk gesteld aan de hoofdblibliotheek en aan de filialen, aan de jeugdbibliotheek en aan de openbare leeszaal en bibliotheek in Heemstede; terwijl degenen met een muzikale belangstelling ook in de muziekbiblio theek kunnen werken. Dat werk heeft zowel „voor als achter de gordijnen" plaats; dat wil zeggen dat de leerlingen dienst doen in de uitlening waarbij dan het contact met het publiek voorop staat en het administratieve werk verrichten, waarvan het publiek maar heel weinig merkt. Als een grote rode bol ging de zon onder in zee. Margrietje, die vandaag voor het eerst de zee had gezien, stond er met grote ogen naar te kijken. „Waar gaat hij heen?", vroeg ze aan haar vader. „Slapen," zei die. „In de zee?" „Jazeker." „In een bed?", vroeg ze. „Niet in een bed, zoals jij, met een kussen en een deken,' zei hij, „maar in een paleis van schelpen en zand." „Komen de vissen daar dan niet binnen?" „Natuurlijk wel: zij zorgen dat de zon rustig slapen kan en dat de kleine sterren, die ook in het paleis wonen, geen lawaai maken op de trappen, als ze omhoog klimmen, wanneer het nacht wordt." „En de maan?", vroeg Margrietje weer. „Oei, die maan!", zei haar vader. En hij lachte een beetje. „Wat is er dan met die maan, vader?", vroeg ze nieuwsgierig. „De zon en hij zijn geen goeie vrien den. De één jaagt de ander altijd zijn bed uit. Let maar eens op." Hij trok Margrietje mee tot boven op een duintop en wees naar de lucht. „Kijk daar komt de maan al, rood van boosheid, zie je wel?" „Echt boos, vader?" Haar vader lachte. „Natuurlijk, zou jij dan niet boos zijn, als iemand je zo maar uit je bed joeg en er zelf in ging liggen? Als 's morgens de zon opkomt, zie je zijn boze rode wangen al nog voor hij er zelf is. Want de maan doet net zo, die jaagt hém uit bed. Heel lang geleden waren die twee nog goeie vrienden. Als de zon beneden kwam om te gaan slapen, zat de maan bij de poort van het zeepaleis op hem te wachten. Ze bleven gezellig een poosje praten en de zon vertelde wat hij die dag allemaal gezien had. De maan vertelde haar dromen. Als het tijd werd om naar boven te gaan, rie pen ze elkaar vaarwel toe en kroop de zon in het bed van de maan, dat de vissen netjes hadden rechtgelegd. Hij sliep tot de manestralen neer doken in het water. Van dat licht werd hij altijd wakker. Dan rende de zon naar de poort en was precies op tijd om de maan in zijn armen op te vangen. Dag zon. Dag lieve maan. Hoe was het op de aarde? Ik heb niets gezien. Iedereen sliep of zat in zijn huis met de gordijnen dicht, pruilde de maan. Arme maan, zuchtte de zon en hij knikte haar nog eens vriendelijk toe, dan zette hij zich af in het zand, schoot omhoog door het water en klom de hemel in. Onderweg kwam hij de kleine sterretjes tegen die te laat waren en verschrikt naar beneden tui melden als hun grote oom langs ze heenschoot. Toen de zon op een avond terugkwam en begon te vertellen over wat hij die dag gezien had, hield hij opeens ver schrikt op, want de maan huilde. Jij ziet altijd zoveel, snikte ze. En ik zie nooit iets. Laat me toch eens met je ruilen. Ruilen?, riep de zon verschrikt. Dat kan toch niet. De mensen zouden niet meer weten waar ze aan toe zijn. Ze zouden niet weten of ze moesten werken of slapen, of het dag of nacht was. Eén keertje maar, lieve zon, smeekte de maan. Het kan niet, zei de zon. En toen ze bleef jammeren en klagen, liep hij boos naar binnen en ging slapen. De volgende morgen toen de zon wakker werd, holde hij hard naar buiten, want hij hoorde de maan al voor de poort van het paleis. Maar de maan deed net of ze de uitgestoken armen van de zon niet zag en liet zich naast hem neervallen in het zand. Ik zal je wel krijgen, riep ze boos, toen de zon haar verdrietig aankeek. De zon huilde nog toen hij aan de hemel stond. Wat een waterig zonnetje, zeiden de mensen tegen elkaar en keken omhoog. En toen, in de middag, gebeurde er iets. De zon dacht eerst dat het een wolk was die voor zijn gezicht kroop, maar dat was niet zo. Die wolk stond stil en het werd donker voor zijn ogen. Wie ben je?, riep de zon. Maar dat hoefde hij eigenlijk niet eens te vragen. Het was de maan. Van woede had ze niet kunnen slapen, ze was opgestaan en omhoog geklommen en stiekem voor de zon geschoven. Ga weg, brutaal ding, riep de zon woedend en hij probeerde achter haar vandaan te komen. Als je niet weggaat, kijk ik je nooit meer aan, dreigde de zon. Dat kan me niets schelen, riep de maan brutaal. Ze boog zien c.eper voor over om te kijken wat er op aarde ge beurde. Toen wenkte de zon zijn vriend, de Zuidenwind. Blaas haar uit, riep hij. De dolle wind nam een aanloop en woei recht op de maan af. Floep, blies hij. De maan doofde uit. Als een lege zak hing ze in de lucht en van schaamte liet ze zich meteen vallen en verdween in zee. De zon lachte. Toen hij 's avonds naar huis toe kwam, lag de maan nog te slapen. Ze was doodmoe van haar avontuur. Eruit, riep de zon en schudde haar wakker. Ik kan niet, ik heb niet eens licht, snikte ze. Dan ga je zo maar, riep de zon en duwde haar het bed uit. De mensen op de wereld keken verbaasd omhoog die avond: er was geen maan. De uitge doofde bol konden ze natuurlijk niet Trek tekening 1 en 2 met behulp van carbon (door drukpapier) over op triplex of kar ton. Zaag of knip ze uit en schilder ze in een paar leuke kleuren. Maak bij A een paar gaatjes en bevestig tekening 1 met een splitpen op tekening 2. Je kunt nu de eend laten lopen. De volgende morgen werd de zon niet wakker. Er waren immers geen mane stralen om hem te wekken? Rood van boosheid en veel te laat ontwaakte hij pas, toen de maan hem uit bed duwde. De treurige maan ging weer niet slapen. Ze liep alle bedden van de sterretjes af en bedelde om een heel klein stukje van hun licht. Iedereen had medelijden en daarom gaven ze haar allemaal wat, net zoveel tot ze weer helemaal vol was. Toen de zon dat 's avonds merkte, knabbelde hij er, terwijl ze sliep, stie kem een stukje af. De volgende avond weer een. En de volgende weer. Net zo lang tot al haar licht weer opgegeten was. Toen moest de maan weer bij de sterretjes gaan bedelen en begon het spelletje opnieuw. De zon knabbelde stukjes van de maan en als ze weer leeg was ging ze uit bedelen bij de sterretjes. Dat gaat zo altijd door, tot vanavond toe. „Kijk maar eens Margrietje en haar vader keken samen naar boven. De maan stond al hoog aan de hemel, maar het was net of iemand aan één kant er een klein schijfje had afgegeten. Het leek ook wel of ze een beetje treurig was. „Domoor," riep Margrietje. „Moet je ook maar tevreden zijn met wat je bent." „Dat vind ik ook," zei haar vader en hij lachte. Pietje heeft een vlag. Een vlag met letters. Van welk land is deze vlag? Om het te vinden, moet je eerst een letter uit het zwarte vlak nemen, dan één uit het witte en dan een uit het grijze.. En dan maar weer opnieuw. 'QNVTHaaaN :§UTSSoido Wie denk je, zeg, wie denk je, dat ik in Zandvoort zag, niet 's avonds in het donker, maar midden op de dag? Het was, ik weet het zeker, 't mannetje uit de maan, die net als alle mensen een dagje uit wou gaan. De maan wou het niet hebben, „Je gaat niet", zei ze, ,,nee". Toen gleed hij naar beneden en plofte in de zee. Hij liet zich lekker drijven en krabbelde aan land. Ze stonden raar te kijken, die kinderen op het strand! Hij vroeg: „Mag ik mee spelen?" De oudste zei: „Dat mag". Hij hielp ze forten bouwen, de hele lange dag. Toen iedereen ging slapen klom hij weer in de maan, waarin je hem vanavond nog bruinverbrand ziet staan. MIES BOUHUYS. oocooooooooo - 1-0O0OUO0OCXXXXXXXD0000CXX3000000 Bronzen stuivers in muntmeters blijven in beslag genomen B. en W. van Haarlem hebben het raads lid F. W. Knape (K.V.P.) geantwoord op zijn vragen over het niet vergoeden van de bronzen stuivers in de muntgasmeters. Het antwoordt van het college luidt: Het is bekend, dat aan de opnemers van muntmeters opdracht is gegeven om de zich in de meters bevindende geldstukken en andere voorwerpen anders dan de voorgeschreven muntmeterpenningen in beslag te nemen. De inbeslagneming ge schiedt op grond van de verordening re gelende de voorwaarden voor de levering van gas. Het zijn inderdaad vrijwel uitsluitend gangbare 5-centsstukken, welke in beslag worden genomen. De waarde daarvan wordt als regel niet vergoed. Indien het gebruik van 5-centsstukken werkelijk een gevolg is van bijzondere omstandigheden, kan aan de incassodienst terugbetaling gevraagd worden. Klachten, als zouden de verbruikers zich met het kopen van penningen bij winke liers e.d. moreel verplicht gevoelen bij deze ook hun waren te kopen, hebben B. en W. nimmer bereikt. Gedurende de opneemperiode van Maart- Mei 1950 is aan alle verbruikers een waarschuwing uitgereikt, dat in het ver volg 5-centsstukken welke in de meter zouden worden aangetroffen, in beslag zouden worden genomen. In Juni 1950 is daarmede begonnen. In de periode van Juni tot en met De cember 1950 werd in beslag genomen een geldswaarde van f 108.81. Over de jaren 1951 en 1952 en over het tijdvak van Januari tot en met Mei 1953 bedroeg de in beslag genomen geldswaarde onderschei denlijk f 260.86, f 288.74 en f 573.36, waar van respectievelijk werd terugbetaald f 16.15, f 19.70 en f 30.10. Het in beslag nemen van geldstukken moet niet in de eerste plaats worden ge zien als een strafmaatregel, doch als een noodzakelijke maatregel ter bevordering van een juist gebruik van de muntmeters. Zonder een dergelijke maatregel kan n.l. niet' worden voorkomen, dat de aangeslote nen aan het einde van de opneemperiode toch nog een belangrijk bedrag moeten bijbetalen. Indien bij een volgende meter opneming bij dezelfde verbruiker opnieuw afwijkende (geld)stukken worden aange troffen, wordt bovendien een boete opge legd van 2,50. B. en W. hebben overwogen of wijziging of intrekking van de maatregel van inbe slagneming mogelfjk zou zijn zonder noch tans het doel, dat met het gebruik van muntmeters wordt beoogd, in gevaar te brengen. Wij hebben daarbij tevens nage gaan of bedoelde maatregel wellicht zou kunnen worden vervangen door het opleg gen van een boete. Noch het een, noch het ander kan echter het gewenste resultaat opleveren, terwijl bovendien het algemeen toepassen van het boetestelsel als regel voor de verbruikers kostbaarder zal zijn. Nevens het hiervoor reeds gesignaleerde bezwaar ontstaat bovendien voor de Incas sodienst veel extra werk als gevolg van het maken van extra berekeningen enz. Het is bovendien vaak noodzakelijk om de betrokkenen in de gelegenheid te stellen het verschuldigde in termijnen te betalen. Mede in het belang van de verbruikers achten B. en W. het daarom noodzakelijk, dat het gebruik van andere penningen ten strengste wordt tegengegaan. Het komt dan ook gewenst voor, dat met het in beslag nemen van geldstukken wordt voortge gaan, waai-bij wij echter gaarne de verze kering geven dat bij het beoordelen van de gevallen dat terugbetaling op grond van bijzondere omstandigheden wordt ge vraagd, de grootst mogelijke soepelheid zal worden betracht. Zij zijn dan ook niet be reid intrekking van de maatregel te be vorderen. Zoals bekend, wordt Maandag om on geveer ha!f twaalf een groep van zesen veertig kinderen uit Puttershoek in Heem stede verwacht, die allen tot Vrijdag 14 Augustus in een Heemsteeds gezin een prettige vacantie zullen doorbrengen. Het zijn kinderen, wier ouders het meest door de waterramp geleden hebben; maar de achterblijvenden werden evenmin verge ten. Want Vrijdag was mevrouw Vros met haar poppenkast uit Heemstede naar Put tershoek overgekomen, teneinde hun even eens enige prettige uren te bezorgen. De zaal van café-restaurant „De Post hoorn" in de geadopteerde gemeente was dan ook geheel met de driehonderdvijftig kinderen gevuld, die met een groot en thousiasme de avonturen van Jan Klaas- sen en de verdwaalde prinses hebben ge volgd. Mevrouw Vros, die al eens eerder in het Minerva-theater een kindervoorstel ling ten bate van Puttershoek verzorgde, bieek ook ditmaal het jeugdige publiek te kunnen amuseren. Aan het einde der voorstelling mocht mevrouw Vros dan ook de dank in ont vangst nemen van de loco-burgemeester van Puttershoek, de heer C. L. van Es van der Have, die tevens nog eens van de ge legenheid gebruik maakte, de erkentelijk heid van de geadopteerde gemeente jegens vertaald uit het Engels 42) HOOFDSTUK 24 Kerstmis op Willows werd een groter feest dan Mark had durven hopen. Het had de dagen voor Kerstmis flink ge sneeuwd en het landschap lag onder een smetteloos wit kleed van dikke sneeuw. Het leek een geheel andere wereld, toen ze op Kerstmorgen buiten kwamen om naar de kerk te gaan. De rode bessen van de hulststruiken en de roodborstjes sta ken vrolijk af tegen al het wit rondom. Elsie beschreef Mark nauwkeurig, hoe alles er uitzag, toen ze in de auto naar het dorp reden. Ze deed dit op eenvoudige, kinder lijke wijze, maar Mark kreeg hierdoor een helder beeld van een en ander. Annie zat in een hoekje van de auto naar Elsie's beschrijvingen te luisteren. Er was een glimlach op haar gezicht, terwijl ze vol liefde Mark gadesloeg. Hij moest al heel wat van zijn trots hebben laten varen, dat j hij thans zonder opstandige gevoelens Elsie het werk van zijn ogen liet doen. Annie voelde zich gelukkig, dat het Kerst morgen was. Ze hield van dit feest en ze vond het heerlijk, dat Elsie er in slaagde Marx in deze dagen enige vrolijkheid en gezeiligheid te geven. Wat er ook voor spanning tussen die twee de laatste week geweest mocht zijn, thans was alles weer goed en heerste er weer de sfeer van ver trouwen en warme vriendschap Annie wilde niet toegeven aan haar ge voel van blüdschap, dat Yvonne niet aan wezig was. Ze kon 't nu eenmaal niet hel pen, dat deze mondaine, jonge vrouw haar niet beviel De oude huishoudster zag op tegen de dag, dat Mark en zij zouden trouwen; ze wist maar al te goed, dat Yvonne haar niet naast zich zou dulden, terwijl ze zelf ook niet onder Yvonne zou kunnen wer kenMark kende ze van baby af, en voor hèm zou ze graag tot haar dood blij ven werken.... maar Yvonne, die veran derde allesAnnie zuchtte even. „Waarvoor zo'n diepe zucht, Annie?" Mark draaide zich naar haar om. Annie glimlachte en klopte hem even op zijn schouder. Voor geen goud zou ze op deze Kerstmorgen zijn opgewekte stemming be dorven hebben. „Zuchtte ik?" deed ze verwonderd. „Dat is mijn leeftijd, jongen. Ik zat zeker in her- inneungen verdiept en werd een beetje sentimenteel". Mark legde even zijn hand op de hare en zei niets, denkend dat er herinneringen bij haar boven gekomen waren aan haar man en zoon, die ze verloren had. Maar deze wonden waren al sinds lang geheeld bij Annie. Ze had steeds voor Mark de moederrol vervuld en ze zag hèm nu ais haar zoon. Ze had verdriet, als ze hèm ver driet zag hebben, en ze hoopte en bad voor hèm als voor een eigen kind.... Na de kerkdienst en de vrolijke begroe ting van vele bekenden, namen ze John Ayrton mee naar huis terug. Hij zat bij Annie achterin en deze zag, hoe zijn ogen steeds weer op Elsie gericht waren. Hij was verliefd op het meisje, dat was over duidelijk, en er kwam een glimlach van sympathie op Annie's oude gezicht, hoe wel het haar een beetje speet voor Mark. Zou 't niet heerlijk zijn geweest, als er geen Yvonne was en Mark en Elsie het samen eens hadden kunnen worden....? Maar de situatie lag helaas anders: Elsie zou met heel veel verdriet van Willows vertrekken en deze jonge dominee zou alles geven, om haar tot zijn vrouw te mogen maken, terwijl Mark.... zijn hart verpand had aan een koude, wereldse vrouw, die op haar beurt weer niet onge voelig scheen te zijn voor de attenties van die mooie filmheldAnnie schudde even haar hoofd. Ze begon oud te worden en zich .allerlei id#eën in het hoofd te halen. Ze moest zich niet met andermans zaken bemoeien Zodra ze het huis bereikten, verdween Annie met een excuus naar de keuken. „Allemensen, wat heb jij het hier gezellig gemaakt, Elsie", merkte John op, toen ze de zitkamer binnengingen. Het verschil tussen de kille ongezellige pastorie en de warme sfeer op Willows moést hem wel opvallen. „Bovendien, Mark hoe krijg je het zo heerlijk warm?" „We hebben nogal wat extra hout en behoeven dus niet helemaal met de rant soenen brandstof toe te komen, antwoord de Mark. „Maar natuurlijk duurt dat hout niet eeuwig en zal ook voor ons de tijd aanbreken, dat we ons bij een spiritus- lichtje de handen warmen „Laten we drinken op een gelukkig Kerstfeest!" zei Elsie, terwijl ze de beide mannen een glas aanreikte. „Gelukkig Kerstfeest!" Hun stemmen klonken warm en blij. Aan het middag maal, dat uitermate verzorgd was en uit gebreid, verdiepten de twee mannen zich in oorlogsherinneringen en anecdotes, ter wijl Annie en Elsie met een toegeeflijke glimlach naar hun verhalen luisterden. Na het eten werden de cadeautjes uitgedeeld en in enkele ogenblikken was de tafel be dekt met de kleurige papieren en lintjes, waarmee de cadeaux waren verpakt. Elsie kreeg veel meer dan ze verwacht had en iedereen beschreef nauwkeurig voor Mark het caudeautje, dat werd uitgepakt. Mark toonde zich erg verheugd over de tabaks pot, die Elsie voor hem uitgezocht had. Voor Elsie waren er cadeautjes van Sir Leo en zijn vrouw, van Mark en John, en Annie, van juffrouw Marion en van een vriendin uit het weeshuis. Ze voelde zich erg gelukkig en ontroerd. Er stonden tra nen in haar ogen, maar misschien kwam Vooral voor de dienende taak: het juiste boek bij de juiste lezer, is het nodig dat de aanstaande bibliothecaressen zich goed in leven in de wereld van het boek, hetgeen met zich brengt, dat zij op de hoogte moe ten blijven van de nieuwe uitgaven en dat zij de boeken moeten leren indelen- in hon derden rubrieken. Daartoe dragen ook de wekelijkse boek besprekingen met het gehele vakkundige personeel en de classificatielessen, zowel op de hoofdbibliotheek als op de cursus, bij. Daarnaast worden lessen gegeven in 't ge bruik van de uitnemend voorziene leeszaal boekerij der hoofdbibliotheek, waarin alle voorname standaardwerken, leer- en handboeken zijn opgenomen en op peil worden gehouden door aanschaffing van de nieuwste uitgaven. De oriëntering in de eigenlijke binnen- en buitenlandse bibliotheekwereld is een aparte opgave voor de leerling, terwijl de zogenaamde titelbeschrijving in de wan deling catalogiseren genoemd de tijd- rovendste bezigheid van de leerling is. Bovendien geeft de cursus in Amsterdam een breed inzicht in de litteratuur- en kunstgeschiedenis. Zo zijn de telken jare ongeveer zestien leerlingen in Haarlem en Heemstede niet gedoemd tot 'n muf bestaan als boekenwurm een misvatting welke hier en daar nog wel eens blijkt te bestaan maar leiden zij integendeel een fleurig leven temidden van boeken en mensen. Want er komen elke dag zowel in Heem stede als in Haarlem nieuwe boeken en nieuwe mensen, waarmee de leerlingen kennis maken en het bibliotheekbedrijf biedt daardoor een grote mate van afwis seling. De opleiding wordt aan het einde van het tweede jaar besloten met de zogenaam de vorming aan de volkshogeschool op het kasteel Eerbeek, waar de leerlingen naast practisch werk een maand voordrachten aanhoren van docenten op vakkundig ge bied, maar nog meer op de gebieden van economie, sociologie, wijsbegeerte en gods dienst. Voor de Rooms-Katholieke leerlin gen heeft deze vorming plaats op de Rooms-Katholieke volkshogeschool „Dra- kenburgh" te Lage Vuursche bij Hilversum. Daarbij komt neg, dat de financiële regelingen heel wat aantrekkelijker zijn geworden de laatste jaren. Lagen vroeger ADVERTENTIE LANGE VEERSTRAAT 10 TEL. 11493 Heemstede onder woorden te brengen. Hij vermeldde daarbij ook de blijdschap, waarmee de Puttershoekse huisvrouwen de zending kussens en sierkleedjes onlangs in ontvangst hebben genomen. Namens de schooljeugd sprak de heer H. Verpoorten, hoofd van de O. L. school te Puttershoek, die er in geestige bewoordingen aan her innerde, dat eerst de ouders en thans de kinderen door Heemstede worden ver wend. Tenslotte kondigde hij een opstel wedstrijd aan voor de deelnemers aan het vacantie-reisje naar Heemstede. Vervol gens maakte de secretaris van het adoptie comité, de heer W. M. van Hengelaar het programma nog bekend, dat voor dit tien daags uitstapje werd opgemaakt, hetgeen bij de jeugdige reizigers uiteraard reeds de nodige voorpret veroorzaakte. Nadat de kinderen nog van een trac- tatie waren voorzien, deelde enige dames van het adoptie-comité het speelgoed uit, dat door de leerlingen van de Heemsteedse kleuterscholen was bijeengebracht. Daar naast werden nog driehonderd paketten uitgereikt, die toiletartikelen, tekenbehoef ten en speelgoed bevatten, die het adop tie-comité van het Amerikaanse Jeugd Rode Kruis ontvangen had. Een en ander werd met grote blijdschap in ontvangst genomen, zodat men in Heemstede opnieuw overtuigd kan zijn van een dankbaar Put tershoek. dat ook wel door de oude cognac, die Mark haar had laten proeven.... Toen Elsie tenslotte de tafel begon op te ruimen, en met een blad naar de keu ken wilde gaan, sprong John Ayrton op om haar te helpen. „O, nee, dominee, blijft u alstublieft met Mark praten. Het groot ste deel van de afwas is al klaar...." „Ga haar maar gerust helpen, John", zei Mark lachend. „Helaas kan ik zelf van weinig nut zijn". John hield de deur voor Elsie open en knipogend riep hij in Annie's richting: „Maak je maar geen zorgen over je kost baar servies. In de oorlog hebben we alles geleerd. Laat het maar aan Ayrton over was een standaardgezegde in mijn regiment". „Ozuchtte Annie lachend. „Ik houd toch mijn hart vast als u in mijn keuken aan de gang gaat". „We sturen hem wel de rekening voor wat hij breekt", kwam Mark tussenbeide Hij wilde John graag een kans geven om alleen met Elsie te zijn, Annie voelde dat opeens. Ze keek even naar Marks gezicht, waar op niets te lezen was. „Wilt u graag, nat Elsie met de domi nee trouwt?" vroeg ze even later recht op de man af. Mark scheen te schrikken en antwoordde niet dadelijk. Tenslotte zei hij langzaam: Ik wil niets. Ik vind haar nog veel te jong om aan trouwen te den ken en bovendien is ze veel te aardig, zoals ze is: het jonge meisje Elsie. Maar wat geeft het? Ze zal stellig op een goede dag gaan trouwen en wie zou ze dan beter Het bibliotheekwezen heeft een groot probleem op te lossen, namelijk: hoe houdt het de beschikking over een vol doend aantal geschoolde medewerksters. Zonder een assistentencorps van enige omvang zou het er niet alleen voor de openbare bibliotheken, maar ook voor de ontwikkelingsmogelijkheden van de bevolking slecht uitzien. Daarom kunnen de leerlingen ervan overtuigd zijn, dat er na de opleiding steeds plaats voor hen is. Daarbij zal het voor degenen die zich tot dit werk aan getrokken voelen een stimulans zijn te weten, dat ook het buitenland heel wat mogelijkheden biedt. De heer De Wit vertelde ons, dat de laatste jaren talrijke Nederlandse meisjes als bibliothecaresse een plaats hebben gevonden in alle we relddelen, tot in Australië en Zuid- Amerika. Een der Haarlemse leerlingen, mejuf frouw Henriëtte Verbeek, hoopt zelfs binnen niet te lange tijd in een IJslandse boekerij te kunnen werken. j Niet alleen de binnen- en buitenlandse openbare leeszalen en biblotheken vra gen steeds nieuwe arbeidskrachten, ook de vakbibliotheken van grote bedrijven en dergelijke nemen vele afgestudeer den op. De meeste meisjes komen echter terecht in het huwelijk. Want ze zijn allemaal erg aardig. D?X*XXX>MOOOOOOOO<X)OCODOOCOCOCOOOOOOOOOCOOOOOCOOOOOCOOeO de „salarissen" meer in het vlak der „ver goedingen voor de moeite" en waren be dragen van zeshonderd tot duizend gulden geen uitzondering, tegenwoordig bestaat een voorgeschreven minimum van 2150,- per jaar, dat echter in vele gevallen over schreden wordt. In Haarlem bijvoorbeeld ligt het minimum om de 2500 gulden. Daarbij komt nog, dat tijdens de opleidingstijd gratificaties wor den gegeven en wel 390 voor het eerste en 550 voor het tweede jaar. Tenslotte verdient nog vermelding, dat tegenwoordig de mogelijkheid is geopend tol opleiding van hulpassistenten, speciaal voor degenen die een Mulo-diploma bezit ten. Deze opleiding duurt een jaar. Voor de opleiding tot assistent-bibliothecaresse is een einddiploma van middelbaar of voor bereidend hoger onderwijs vereist. Firma Duym en Keur, Keizerstraat 6, te lefoon 10378. Apotheek Begemann en Sneltjes, Kruisweg 30, telef. 10043. Marnix-apotheek, Marnixstraat 65, tele foon 23525. Teyler-apotheek. Teylerplein 79, tel. 17946. Het is de sigaar van het soort dat Winston Churchill gewend is te roken, maar dit exemplaar is gestoken in de mond van de heer A. C. Nwapa, minister van handel en industrie van Nigeria, die in Londen is aan gekomen ter bijwoning van een bespreking lot herziening van de Nigariaanse Grond wet. Het meisje, tot wie hij zich richt, is het zesjarig dochtertje van het hoofd van Nigeria, Bomi Solanke. kunnen kiezen dan John?" Annie draaide de radio aan. Ze voelde zich ontstemd over Marks antwoord en draaide de muziek harder aan dan ze ge woon was. In de keuken grinnikte John Ayrton. „Ik wist niet, dat Mark óók zijn gehoor kwijt wasmerkte hij op. HOOFDSTUK 25 Het scheen helemaal niet gek te zijn om met de jonge dominee van Farndon de afwas te doen. John Ayrton had een schortje voorgebonden en toor.de zich bij zonder handig bij het afdrogen. Elsie dacht echter aan Mark en aan het boek, dat hij haar gegeven had, een in leer ge bonden exemplaar van Thompsons gedich ten. Ze verlangde er naar alleen te zijn om deze gedichten te lezenZe had eens haar bewondering voor de dichter Thomp son uitgesproken en Mark moest het zich herinnerd hebben, toen hij dit boekje voor haar kocht.... Ze dacht aan de wat slor dig geschreven inscriptie, die hij zonder hulp van haar op het schutblad had ge krabbeld: „Voor Elsie met heel veel dank voor alles van Mark". Het daghulpje was al naar huis gegaan en Elsie was dankbaar, dat ze de pannen en grote schalen nog afgewassen had, voordat ze wegging. „Waar denk je eigenlijk aan?" vroeg John, terwijl hij haar vragend aankeek. (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 6