We maken een lopende eend
Het Huis
Een fleurig beroep temidden
van mensen en boeken
"Wét maniiêïjè
uit dê
SLEUTEL WEG?
ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1953
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
4
ASSISTENT- BIBLIOTHECARESSE
ONZE PUZZLE
B. en W. antwoorden
raadslid Knape
Adoptie-comité Heemstede
bezocht Puttershoek
FEUILLETON
van haar Dromen
door Dorothy Quentin,
Financiële regelingen
„DE SLEUTELSPECIALIST"
Nachtdienst apotheken
„Voor meisjes met een middelbare schoolopleiding biedt de openbare leeszaal en
bibliotheek een aantrekkelijke werkkring. De bekoring van deze arbeid ligt zowel
in de omgang met boeken als in die met mensen en vooral ook in het besef dat men
in het bibliotheekwerk iets kan doen voor de medemens door hem de weg te wijzen
naar die boeken waarmee hij hetzij ontspanning, hetzij ontwikkeling zal vinden",
zo zei ons de directeur van de Stadsbibliotheek te Haarlem, de heer P. V. de Wit, in
een onderhoud dat wij dezer dagen over de opleiding tot assistent-bibliothecaresse
hadden. Die opleiding is tweejarig en de lessen worden zowel in Haarlem op de
Stadsbibliotheek zelf als op de Centrale Cursus in Amsterdam gegeven. In Haarlem
worden de leerlingen afwisselend te werk gesteld aan de hoofdblibliotheek en aan
de filialen, aan de jeugdbibliotheek en aan de openbare leeszaal en bibliotheek in
Heemstede; terwijl degenen met een muzikale belangstelling ook in de muziekbiblio
theek kunnen werken. Dat werk heeft zowel „voor als achter de gordijnen" plaats;
dat wil zeggen dat de leerlingen dienst doen in de uitlening waarbij dan het
contact met het publiek voorop staat en het administratieve werk verrichten,
waarvan het publiek maar heel weinig merkt.
Als een grote rode bol ging de zon
onder in zee. Margrietje, die vandaag
voor het eerst de zee had gezien, stond
er met grote ogen naar te kijken.
„Waar gaat hij heen?", vroeg ze aan
haar vader.
„Slapen," zei die.
„In de zee?"
„Jazeker."
„In een bed?", vroeg ze.
„Niet in een bed, zoals jij, met een
kussen en een deken,' zei hij, „maar in
een paleis van schelpen en zand."
„Komen de vissen daar dan niet
binnen?"
„Natuurlijk wel: zij zorgen dat de
zon rustig slapen kan en dat de kleine
sterren, die ook in het paleis wonen,
geen lawaai maken op de trappen, als
ze omhoog klimmen, wanneer het
nacht wordt."
„En de maan?", vroeg Margrietje
weer.
„Oei, die maan!", zei haar vader. En
hij lachte een beetje.
„Wat is er dan met die maan,
vader?", vroeg ze nieuwsgierig.
„De zon en hij zijn geen goeie vrien
den. De één jaagt de ander altijd zijn
bed uit. Let maar eens op."
Hij trok Margrietje mee tot boven op
een duintop en wees naar de lucht.
„Kijk daar komt de maan al, rood van
boosheid, zie je wel?"
„Echt boos, vader?"
Haar vader lachte. „Natuurlijk, zou
jij dan niet boos zijn, als iemand je zo
maar uit je bed joeg en er zelf in ging
liggen?
Als 's morgens de zon opkomt, zie je
zijn boze rode wangen al nog voor hij
er zelf is. Want de maan doet net zo,
die jaagt hém uit bed.
Heel lang geleden waren die twee
nog goeie vrienden. Als de zon beneden
kwam om te gaan slapen, zat de maan
bij de poort van het zeepaleis op hem
te wachten. Ze bleven gezellig een
poosje praten en de zon vertelde wat
hij die dag allemaal gezien had. De
maan vertelde haar dromen. Als het
tijd werd om naar boven te gaan, rie
pen ze elkaar vaarwel toe en kroop de
zon in het bed van de maan, dat de
vissen netjes hadden rechtgelegd.
Hij sliep tot de manestralen neer
doken in het water. Van dat licht
werd hij altijd wakker. Dan rende de
zon naar de poort en was precies op
tijd om de maan in zijn armen op te
vangen.
Dag zon.
Dag lieve maan.
Hoe was het op de aarde?
Ik heb niets gezien. Iedereen sliep
of zat in zijn huis met de gordijnen
dicht, pruilde de maan.
Arme maan, zuchtte de zon en hij
knikte haar nog eens vriendelijk toe,
dan zette hij zich af in het zand, schoot
omhoog door het water en klom de
hemel in. Onderweg kwam hij de
kleine sterretjes tegen die te laat
waren en verschrikt naar beneden tui
melden als hun grote oom langs ze
heenschoot.
Toen de zon op een avond terugkwam
en begon te vertellen over wat hij die
dag gezien had, hield hij opeens ver
schrikt op, want de maan huilde.
Jij ziet altijd zoveel, snikte ze.
En ik zie nooit iets. Laat me toch eens
met je ruilen.
Ruilen?, riep de zon verschrikt.
Dat kan toch niet. De mensen zouden
niet meer weten waar ze aan toe zijn.
Ze zouden niet weten of ze moesten
werken of slapen, of het dag of nacht
was.
Eén keertje maar, lieve zon,
smeekte de maan.
Het kan niet, zei de zon. En toen
ze bleef jammeren en klagen, liep hij
boos naar binnen en ging slapen. De
volgende morgen toen de zon wakker
werd, holde hij hard naar buiten, want
hij hoorde de maan al voor de poort
van het paleis. Maar de maan deed net
of ze de uitgestoken armen van de
zon niet zag en liet zich naast hem
neervallen in het zand.
Ik zal je wel krijgen, riep ze boos,
toen de zon haar verdrietig aankeek.
De zon huilde nog toen hij aan de
hemel stond. Wat een waterig zonnetje,
zeiden de mensen tegen elkaar en keken
omhoog.
En toen, in de middag, gebeurde er
iets. De zon dacht eerst dat het een wolk
was die voor zijn gezicht kroop, maar
dat was niet zo. Die wolk stond stil en
het werd donker voor zijn ogen.
Wie ben je?, riep de zon. Maar dat
hoefde hij eigenlijk niet eens te vragen.
Het was de maan. Van woede had ze
niet kunnen slapen, ze was opgestaan en
omhoog geklommen en stiekem voor de
zon geschoven.
Ga weg, brutaal ding, riep de zon
woedend en hij probeerde achter haar
vandaan te komen. Als je niet weggaat,
kijk ik je nooit meer aan, dreigde de zon.
Dat kan me niets schelen, riep de
maan brutaal. Ze boog zien c.eper voor
over om te kijken wat er op aarde ge
beurde.
Toen wenkte de zon zijn vriend, de
Zuidenwind. Blaas haar uit, riep hij.
De dolle wind nam een aanloop en
woei recht op de maan af. Floep, blies
hij. De maan doofde uit. Als een lege
zak hing ze in de lucht en van schaamte
liet ze zich meteen vallen en verdween
in zee. De zon lachte.
Toen hij 's avonds naar huis toe kwam,
lag de maan nog te slapen. Ze was
doodmoe van haar avontuur. Eruit, riep
de zon en schudde haar wakker.
Ik kan niet, ik heb niet eens licht,
snikte ze.
Dan ga je zo maar, riep de zon en
duwde haar het bed uit. De mensen op
de wereld keken verbaasd omhoog die
avond: er was geen maan. De uitge
doofde bol konden ze natuurlijk niet
Trek tekening 1
en 2 met behulp
van carbon (door
drukpapier) over
op triplex of kar
ton. Zaag of knip
ze uit en schilder
ze in een paar
leuke kleuren.
Maak bij A een
paar gaatjes en
bevestig tekening 1
met een splitpen
op tekening 2. Je
kunt nu de eend
laten lopen.
De volgende morgen werd de zon niet
wakker. Er waren immers geen mane
stralen om hem te wekken?
Rood van boosheid en veel te laat
ontwaakte hij pas, toen de maan hem
uit bed duwde. De treurige maan ging
weer niet slapen. Ze liep alle bedden van
de sterretjes af en bedelde om een heel
klein stukje van hun licht. Iedereen had
medelijden en daarom gaven ze haar
allemaal wat, net zoveel tot ze weer
helemaal vol was.
Toen de zon dat 's avonds merkte,
knabbelde hij er, terwijl ze sliep, stie
kem een stukje af. De volgende avond
weer een. En de volgende weer. Net zo
lang tot al haar licht weer opgegeten
was. Toen moest de maan weer bij de
sterretjes gaan bedelen en begon het
spelletje opnieuw. De zon knabbelde
stukjes van de maan en als ze weer leeg
was ging ze uit bedelen bij de sterretjes.
Dat gaat zo altijd door, tot vanavond
toe. „Kijk maar eens
Margrietje en haar vader keken samen
naar boven. De maan stond al hoog aan
de hemel, maar het was net of iemand
aan één kant er een klein schijfje had
afgegeten. Het leek ook wel of ze een
beetje treurig was.
„Domoor," riep Margrietje. „Moet je
ook maar tevreden zijn met wat je
bent."
„Dat vind ik ook," zei haar vader en
hij lachte.
Pietje heeft een vlag. Een vlag met
letters. Van welk land is deze vlag?
Om het te vinden, moet je eerst een
letter uit het zwarte vlak nemen, dan
één uit het witte en dan een uit het
grijze.. En dan maar weer opnieuw.
'QNVTHaaaN :§UTSSoido
Wie denk je, zeg, wie denk je,
dat ik in Zandvoort zag,
niet 's avonds in het donker,
maar midden op de dag?
Het was, ik weet het zeker,
't mannetje uit de maan,
die net als alle mensen
een dagje uit wou gaan.
De maan wou het niet hebben,
„Je gaat niet", zei ze, ,,nee".
Toen gleed hij naar beneden
en plofte in de zee.
Hij liet zich lekker drijven
en krabbelde aan land.
Ze stonden raar te kijken,
die kinderen op het strand!
Hij vroeg: „Mag ik mee spelen?"
De oudste zei: „Dat mag".
Hij hielp ze forten bouwen,
de hele lange dag.
Toen iedereen ging slapen
klom hij weer in de maan,
waarin je hem vanavond
nog bruinverbrand ziet staan.
MIES BOUHUYS.
oocooooooooo
- 1-0O0OUO0OCXXXXXXXD0000CXX3000000
Bronzen stuivers in muntmeters
blijven in beslag genomen
B. en W. van Haarlem hebben het raads
lid F. W. Knape (K.V.P.) geantwoord op
zijn vragen over het niet vergoeden van de
bronzen stuivers in de muntgasmeters.
Het antwoordt van het college luidt:
Het is bekend, dat aan de opnemers van
muntmeters opdracht is gegeven om de
zich in de meters bevindende geldstukken
en andere voorwerpen anders dan de
voorgeschreven muntmeterpenningen
in beslag te nemen. De inbeslagneming ge
schiedt op grond van de verordening re
gelende de voorwaarden voor de levering
van gas.
Het zijn inderdaad vrijwel uitsluitend
gangbare 5-centsstukken, welke in beslag
worden genomen. De waarde daarvan
wordt als regel niet vergoed.
Indien het gebruik van 5-centsstukken
werkelijk een gevolg is van bijzondere
omstandigheden, kan aan de incassodienst
terugbetaling gevraagd worden.
Klachten, als zouden de verbruikers zich
met het kopen van penningen bij winke
liers e.d. moreel verplicht gevoelen bij
deze ook hun waren te kopen, hebben B.
en W. nimmer bereikt.
Gedurende de opneemperiode van Maart-
Mei 1950 is aan alle verbruikers een
waarschuwing uitgereikt, dat in het ver
volg 5-centsstukken welke in de meter
zouden worden aangetroffen, in beslag
zouden worden genomen. In Juni 1950 is
daarmede begonnen.
In de periode van Juni tot en met De
cember 1950 werd in beslag genomen een
geldswaarde van f 108.81. Over de jaren
1951 en 1952 en over het tijdvak van
Januari tot en met Mei 1953 bedroeg de in
beslag genomen geldswaarde onderschei
denlijk f 260.86, f 288.74 en f 573.36, waar
van respectievelijk werd terugbetaald
f 16.15, f 19.70 en f 30.10.
Het in beslag nemen van geldstukken
moet niet in de eerste plaats worden ge
zien als een strafmaatregel, doch als een
noodzakelijke maatregel ter bevordering
van een juist gebruik van de muntmeters.
Zonder een dergelijke maatregel kan n.l.
niet' worden voorkomen, dat de aangeslote
nen aan het einde van de opneemperiode
toch nog een belangrijk bedrag moeten
bijbetalen. Indien bij een volgende meter
opneming bij dezelfde verbruiker opnieuw
afwijkende (geld)stukken worden aange
troffen, wordt bovendien een boete opge
legd van 2,50.
B. en W. hebben overwogen of wijziging
of intrekking van de maatregel van inbe
slagneming mogelfjk zou zijn zonder noch
tans het doel, dat met het gebruik van
muntmeters wordt beoogd, in gevaar te
brengen. Wij hebben daarbij tevens nage
gaan of bedoelde maatregel wellicht zou
kunnen worden vervangen door het opleg
gen van een boete.
Noch het een, noch het ander kan echter
het gewenste resultaat opleveren, terwijl
bovendien het algemeen toepassen van het
boetestelsel als regel voor de verbruikers
kostbaarder zal zijn.
Nevens het hiervoor reeds gesignaleerde
bezwaar ontstaat bovendien voor de Incas
sodienst veel extra werk als gevolg van
het maken van extra berekeningen enz.
Het is bovendien vaak noodzakelijk om de
betrokkenen in de gelegenheid te stellen
het verschuldigde in termijnen te betalen.
Mede in het belang van de verbruikers
achten B. en W. het daarom noodzakelijk,
dat het gebruik van andere penningen ten
strengste wordt tegengegaan. Het komt dan
ook gewenst voor, dat met het in beslag
nemen van geldstukken wordt voortge
gaan, waai-bij wij echter gaarne de verze
kering geven dat bij het beoordelen van de
gevallen dat terugbetaling op grond van
bijzondere omstandigheden wordt ge
vraagd, de grootst mogelijke soepelheid zal
worden betracht. Zij zijn dan ook niet be
reid intrekking van de maatregel te be
vorderen.
Zoals bekend, wordt Maandag om on
geveer ha!f twaalf een groep van zesen
veertig kinderen uit Puttershoek in Heem
stede verwacht, die allen tot Vrijdag 14
Augustus in een Heemsteeds gezin een
prettige vacantie zullen doorbrengen. Het
zijn kinderen, wier ouders het meest door
de waterramp geleden hebben; maar de
achterblijvenden werden evenmin verge
ten. Want Vrijdag was mevrouw Vros met
haar poppenkast uit Heemstede naar Put
tershoek overgekomen, teneinde hun even
eens enige prettige uren te bezorgen.
De zaal van café-restaurant „De Post
hoorn" in de geadopteerde gemeente was
dan ook geheel met de driehonderdvijftig
kinderen gevuld, die met een groot en
thousiasme de avonturen van Jan Klaas-
sen en de verdwaalde prinses hebben ge
volgd. Mevrouw Vros, die al eens eerder
in het Minerva-theater een kindervoorstel
ling ten bate van Puttershoek verzorgde,
bieek ook ditmaal het jeugdige publiek te
kunnen amuseren.
Aan het einde der voorstelling mocht
mevrouw Vros dan ook de dank in ont
vangst nemen van de loco-burgemeester
van Puttershoek, de heer C. L. van Es van
der Have, die tevens nog eens van de ge
legenheid gebruik maakte, de erkentelijk
heid van de geadopteerde gemeente jegens
vertaald uit het Engels
42)
HOOFDSTUK 24
Kerstmis op Willows werd een groter
feest dan Mark had durven hopen. Het
had de dagen voor Kerstmis flink ge
sneeuwd en het landschap lag onder een
smetteloos wit kleed van dikke sneeuw.
Het leek een geheel andere wereld, toen
ze op Kerstmorgen buiten kwamen om
naar de kerk te gaan. De rode bessen van
de hulststruiken en de roodborstjes sta
ken vrolijk af tegen al het wit rondom.
Elsie beschreef Mark nauwkeurig, hoe alles
er uitzag, toen ze in de auto naar het dorp
reden. Ze deed dit op eenvoudige, kinder
lijke wijze, maar Mark kreeg hierdoor een
helder beeld van een en ander. Annie
zat in een hoekje van de auto naar Elsie's
beschrijvingen te luisteren. Er was een
glimlach op haar gezicht, terwijl ze vol
liefde Mark gadesloeg. Hij moest al heel
wat van zijn trots hebben laten varen, dat j
hij thans zonder opstandige gevoelens
Elsie het werk van zijn ogen liet doen.
Annie voelde zich gelukkig, dat het Kerst
morgen was. Ze hield van dit feest en ze
vond het heerlijk, dat Elsie er in slaagde
Marx in deze dagen enige vrolijkheid en
gezeiligheid te geven. Wat er ook voor
spanning tussen die twee de laatste week
geweest mocht zijn, thans was alles weer
goed en heerste er weer de sfeer van ver
trouwen en warme vriendschap
Annie wilde niet toegeven aan haar ge
voel van blüdschap, dat Yvonne niet aan
wezig was. Ze kon 't nu eenmaal niet hel
pen, dat deze mondaine, jonge vrouw haar
niet beviel
De oude huishoudster zag op tegen de
dag, dat Mark en zij zouden trouwen; ze
wist maar al te goed, dat Yvonne haar
niet naast zich zou dulden, terwijl ze zelf
ook niet onder Yvonne zou kunnen wer
kenMark kende ze van baby af, en
voor hèm zou ze graag tot haar dood blij
ven werken.... maar Yvonne, die veran
derde allesAnnie zuchtte even.
„Waarvoor zo'n diepe zucht, Annie?"
Mark draaide zich naar haar om. Annie
glimlachte en klopte hem even op zijn
schouder. Voor geen goud zou ze op deze
Kerstmorgen zijn opgewekte stemming be
dorven hebben.
„Zuchtte ik?" deed ze verwonderd. „Dat
is mijn leeftijd, jongen. Ik zat zeker in her-
inneungen verdiept en werd een beetje
sentimenteel".
Mark legde even zijn hand op de hare
en zei niets, denkend dat er herinneringen
bij haar boven gekomen waren aan haar
man en zoon, die ze verloren had. Maar
deze wonden waren al sinds lang geheeld
bij Annie. Ze had steeds voor Mark de
moederrol vervuld en ze zag hèm nu ais
haar zoon. Ze had verdriet, als ze hèm ver
driet zag hebben, en ze hoopte en bad voor
hèm als voor een eigen kind....
Na de kerkdienst en de vrolijke begroe
ting van vele bekenden, namen ze John
Ayrton mee naar huis terug. Hij zat bij
Annie achterin en deze zag, hoe zijn ogen
steeds weer op Elsie gericht waren. Hij
was verliefd op het meisje, dat was over
duidelijk, en er kwam een glimlach van
sympathie op Annie's oude gezicht, hoe
wel het haar een beetje speet voor Mark.
Zou 't niet heerlijk zijn geweest, als er
geen Yvonne was en Mark en Elsie het
samen eens hadden kunnen worden....?
Maar de situatie lag helaas anders: Elsie
zou met heel veel verdriet van Willows
vertrekken en deze jonge dominee zou
alles geven, om haar tot zijn vrouw te
mogen maken, terwijl Mark.... zijn hart
verpand had aan een koude, wereldse
vrouw, die op haar beurt weer niet onge
voelig scheen te zijn voor de attenties van
die mooie filmheldAnnie schudde
even haar hoofd. Ze begon oud te worden
en zich .allerlei id#eën in het hoofd te
halen. Ze moest zich niet met andermans
zaken bemoeien
Zodra ze het huis bereikten, verdween
Annie met een excuus naar de keuken.
„Allemensen, wat heb jij het hier gezellig
gemaakt, Elsie", merkte John op, toen ze
de zitkamer binnengingen. Het verschil
tussen de kille ongezellige pastorie en de
warme sfeer op Willows moést hem wel
opvallen.
„Bovendien, Mark hoe krijg je het zo
heerlijk warm?"
„We hebben nogal wat extra hout en
behoeven dus niet helemaal met de rant
soenen brandstof toe te komen, antwoord
de Mark. „Maar natuurlijk duurt dat hout
niet eeuwig en zal ook voor ons de tijd
aanbreken, dat we ons bij een spiritus-
lichtje de handen warmen
„Laten we drinken op een gelukkig
Kerstfeest!" zei Elsie, terwijl ze de beide
mannen een glas aanreikte.
„Gelukkig Kerstfeest!" Hun stemmen
klonken warm en blij. Aan het middag
maal, dat uitermate verzorgd was en uit
gebreid, verdiepten de twee mannen zich
in oorlogsherinneringen en anecdotes, ter
wijl Annie en Elsie met een toegeeflijke
glimlach naar hun verhalen luisterden. Na
het eten werden de cadeautjes uitgedeeld
en in enkele ogenblikken was de tafel be
dekt met de kleurige papieren en lintjes,
waarmee de cadeaux waren verpakt. Elsie
kreeg veel meer dan ze verwacht had en
iedereen beschreef nauwkeurig voor Mark
het caudeautje, dat werd uitgepakt. Mark
toonde zich erg verheugd over de tabaks
pot, die Elsie voor hem uitgezocht had.
Voor Elsie waren er cadeautjes van Sir
Leo en zijn vrouw, van Mark en John, en
Annie, van juffrouw Marion en van een
vriendin uit het weeshuis. Ze voelde zich
erg gelukkig en ontroerd. Er stonden tra
nen in haar ogen, maar misschien kwam
Vooral voor de dienende taak: het juiste
boek bij de juiste lezer, is het nodig dat de
aanstaande bibliothecaressen zich goed in
leven in de wereld van het boek, hetgeen
met zich brengt, dat zij op de hoogte moe
ten blijven van de nieuwe uitgaven en dat
zij de boeken moeten leren indelen- in hon
derden rubrieken.
Daartoe dragen ook de wekelijkse boek
besprekingen met het gehele vakkundige
personeel en de classificatielessen, zowel op
de hoofdbibliotheek als op de cursus, bij.
Daarnaast worden lessen gegeven in 't ge
bruik van de uitnemend voorziene leeszaal
boekerij der hoofdbibliotheek, waarin alle
voorname standaardwerken, leer- en
handboeken zijn opgenomen en op peil
worden gehouden door aanschaffing van de
nieuwste uitgaven.
De oriëntering in de eigenlijke binnen-
en buitenlandse bibliotheekwereld is een
aparte opgave voor de leerling, terwijl de
zogenaamde titelbeschrijving in de wan
deling catalogiseren genoemd de tijd-
rovendste bezigheid van de leerling is.
Bovendien geeft de cursus in Amsterdam
een breed inzicht in de litteratuur- en
kunstgeschiedenis.
Zo zijn de telken jare ongeveer zestien
leerlingen in Haarlem en Heemstede niet
gedoemd tot 'n muf bestaan als boekenwurm
een misvatting welke hier en daar nog
wel eens blijkt te bestaan maar leiden
zij integendeel een fleurig leven temidden
van boeken en mensen.
Want er komen elke dag zowel in Heem
stede als in Haarlem nieuwe boeken en
nieuwe mensen, waarmee de leerlingen
kennis maken en het bibliotheekbedrijf
biedt daardoor een grote mate van afwis
seling.
De opleiding wordt aan het einde van
het tweede jaar besloten met de zogenaam
de vorming aan de volkshogeschool op het
kasteel Eerbeek, waar de leerlingen naast
practisch werk een maand voordrachten
aanhoren van docenten op vakkundig ge
bied, maar nog meer op de gebieden van
economie, sociologie, wijsbegeerte en gods
dienst. Voor de Rooms-Katholieke leerlin
gen heeft deze vorming plaats op de
Rooms-Katholieke volkshogeschool „Dra-
kenburgh" te Lage Vuursche bij Hilversum.
Daarbij komt neg, dat de financiële
regelingen heel wat aantrekkelijker zijn
geworden de laatste jaren. Lagen vroeger
ADVERTENTIE
LANGE VEERSTRAAT 10 TEL. 11493
Heemstede onder woorden te brengen. Hij
vermeldde daarbij ook de blijdschap,
waarmee de Puttershoekse huisvrouwen
de zending kussens en sierkleedjes onlangs
in ontvangst hebben genomen. Namens de
schooljeugd sprak de heer H. Verpoorten,
hoofd van de O. L. school te Puttershoek,
die er in geestige bewoordingen aan her
innerde, dat eerst de ouders en thans de
kinderen door Heemstede worden ver
wend. Tenslotte kondigde hij een opstel
wedstrijd aan voor de deelnemers aan het
vacantie-reisje naar Heemstede. Vervol
gens maakte de secretaris van het adoptie
comité, de heer W. M. van Hengelaar het
programma nog bekend, dat voor dit tien
daags uitstapje werd opgemaakt, hetgeen
bij de jeugdige reizigers uiteraard reeds
de nodige voorpret veroorzaakte.
Nadat de kinderen nog van een trac-
tatie waren voorzien, deelde enige dames
van het adoptie-comité het speelgoed uit,
dat door de leerlingen van de Heemsteedse
kleuterscholen was bijeengebracht. Daar
naast werden nog driehonderd paketten
uitgereikt, die toiletartikelen, tekenbehoef
ten en speelgoed bevatten, die het adop
tie-comité van het Amerikaanse Jeugd
Rode Kruis ontvangen had. Een en ander
werd met grote blijdschap in ontvangst
genomen, zodat men in Heemstede opnieuw
overtuigd kan zijn van een dankbaar Put
tershoek.
dat ook wel door de oude cognac, die
Mark haar had laten proeven....
Toen Elsie tenslotte de tafel begon op
te ruimen, en met een blad naar de keu
ken wilde gaan, sprong John Ayrton op
om haar te helpen. „O, nee, dominee, blijft
u alstublieft met Mark praten. Het groot
ste deel van de afwas is al klaar...."
„Ga haar maar gerust helpen, John",
zei Mark lachend. „Helaas kan ik zelf van
weinig nut zijn".
John hield de deur voor Elsie open en
knipogend riep hij in Annie's richting:
„Maak je maar geen zorgen over je kost
baar servies. In de oorlog hebben we
alles geleerd. Laat het maar aan Ayrton
over was een standaardgezegde in mijn
regiment".
„Ozuchtte Annie lachend. „Ik
houd toch mijn hart vast als u in mijn
keuken aan de gang gaat".
„We sturen hem wel de rekening voor
wat hij breekt", kwam Mark tussenbeide
Hij wilde John graag een kans geven om
alleen met Elsie te zijn, Annie voelde dat
opeens.
Ze keek even naar Marks gezicht, waar
op niets te lezen was.
„Wilt u graag, nat Elsie met de domi
nee trouwt?" vroeg ze even later recht op
de man af. Mark scheen te schrikken en
antwoordde niet dadelijk. Tenslotte zei
hij langzaam: Ik wil niets. Ik vind haar
nog veel te jong om aan trouwen te den
ken en bovendien is ze veel te aardig,
zoals ze is: het jonge meisje Elsie. Maar
wat geeft het? Ze zal stellig op een goede
dag gaan trouwen en wie zou ze dan beter
Het bibliotheekwezen heeft een groot
probleem op te lossen, namelijk: hoe
houdt het de beschikking over een vol
doend aantal geschoolde medewerksters.
Zonder een assistentencorps van enige
omvang zou het er niet alleen voor de
openbare bibliotheken, maar ook voor
de ontwikkelingsmogelijkheden van de
bevolking slecht uitzien.
Daarom kunnen de leerlingen ervan
overtuigd zijn, dat er na de opleiding
steeds plaats voor hen is. Daarbij zal het
voor degenen die zich tot dit werk aan
getrokken voelen een stimulans zijn te
weten, dat ook het buitenland heel wat
mogelijkheden biedt. De heer De Wit
vertelde ons, dat de laatste jaren talrijke
Nederlandse meisjes als bibliothecaresse
een plaats hebben gevonden in alle we
relddelen, tot in Australië en Zuid-
Amerika.
Een der Haarlemse leerlingen, mejuf
frouw Henriëtte Verbeek, hoopt zelfs
binnen niet te lange tijd in een
IJslandse boekerij te kunnen werken.
j Niet alleen de binnen- en buitenlandse
openbare leeszalen en biblotheken vra
gen steeds nieuwe arbeidskrachten, ook
de vakbibliotheken van grote bedrijven
en dergelijke nemen vele afgestudeer
den op. De meeste meisjes komen echter
terecht in het huwelijk. Want ze zijn
allemaal erg aardig.
D?X*XXX>MOOOOOOOO<X)OCODOOCOCOCOOOOOOOOOCOOOOOCOOOOOCOOeO
de „salarissen" meer in het vlak der „ver
goedingen voor de moeite" en waren be
dragen van zeshonderd tot duizend gulden
geen uitzondering, tegenwoordig bestaat
een voorgeschreven minimum van 2150,-
per jaar, dat echter in vele gevallen over
schreden wordt.
In Haarlem bijvoorbeeld ligt het minimum
om de 2500 gulden. Daarbij komt nog, dat
tijdens de opleidingstijd gratificaties wor
den gegeven en wel 390 voor het eerste
en 550 voor het tweede jaar.
Tenslotte verdient nog vermelding, dat
tegenwoordig de mogelijkheid is geopend
tol opleiding van hulpassistenten, speciaal
voor degenen die een Mulo-diploma bezit
ten. Deze opleiding duurt een jaar. Voor
de opleiding tot assistent-bibliothecaresse
is een einddiploma van middelbaar of voor
bereidend hoger onderwijs vereist.
Firma Duym en Keur, Keizerstraat 6, te
lefoon 10378.
Apotheek Begemann en Sneltjes, Kruisweg
30, telef. 10043.
Marnix-apotheek, Marnixstraat 65, tele
foon 23525.
Teyler-apotheek. Teylerplein 79, tel. 17946.
Het is de sigaar van het soort dat Winston
Churchill gewend is te roken, maar dit
exemplaar is gestoken in de mond van de
heer A. C. Nwapa, minister van handel en
industrie van Nigeria, die in Londen is aan
gekomen ter bijwoning van een bespreking
lot herziening van de Nigariaanse Grond
wet. Het meisje, tot wie hij zich richt, is
het zesjarig dochtertje van het hoofd van
Nigeria, Bomi Solanke.
kunnen kiezen dan John?"
Annie draaide de radio aan. Ze voelde
zich ontstemd over Marks antwoord en
draaide de muziek harder aan dan ze ge
woon was.
In de keuken grinnikte John Ayrton. „Ik
wist niet, dat Mark óók zijn gehoor kwijt
wasmerkte hij op.
HOOFDSTUK 25
Het scheen helemaal niet gek te zijn
om met de jonge dominee van Farndon de
afwas te doen. John Ayrton had een
schortje voorgebonden en toor.de zich bij
zonder handig bij het afdrogen. Elsie
dacht echter aan Mark en aan het boek,
dat hij haar gegeven had, een in leer ge
bonden exemplaar van Thompsons gedich
ten. Ze verlangde er naar alleen te zijn om
deze gedichten te lezenZe had eens
haar bewondering voor de dichter Thomp
son uitgesproken en Mark moest het zich
herinnerd hebben, toen hij dit boekje voor
haar kocht.... Ze dacht aan de wat slor
dig geschreven inscriptie, die hij zonder
hulp van haar op het schutblad had ge
krabbeld: „Voor Elsie met heel veel
dank voor alles van Mark".
Het daghulpje was al naar huis gegaan
en Elsie was dankbaar, dat ze de pannen
en grote schalen nog afgewassen had,
voordat ze wegging.
„Waar denk je eigenlijk aan?" vroeg
John, terwijl hij haar vragend aankeek.
(Wordt vervolgd