De Wieringermeer heeft zijn vóóroorlogs aanzien herkregen Het Huis Moet de gulden gerevalueerd worden? Clowntje Rick Voor week-end en vacanfie Omzwervingen in Noordholland De ruim 500 boerderijen staan er in de komende herfst allemaal weer Straaljager in het IJselmeer gestort Snelle opbouw na grondige verwoesting van haar Dromen 4 Piloot redde zich met schietstoel Mededelingen voor gemobiliseerden Effecten- en Geldmarkt vy ^Voof de kinderen Parapsychologisch studiecentrum in Utrecht Kerkelijk Nieuws FEUILLETON door Dorothy Quentin, VRIJDAG 7 AUGUSTUS 1953 Een stuk verdronken Nederlandse bodem van 20.000 hectaren, dat bij de Nationale Ramp gespaard bleef, doch dat ruim 8 jaar geleden zijn eigen overstromings-tragedie beleefde, is in zijn oude glorie herrezen. Na ruim 8 jaren van noeste herbouw zal in de komende herfst de laatste der ruim 500 grote en moderne boerderijen in de Wie ringermeer gereed zijn. De drie op 17 April 1945 totaal vernielde dorpen, Wieringer- werf, Middenmeer en Slootdorp zijn reeds eerder herbouwd. De akkers zijn weer beploegd, de wegen en bruggen hersteld en de beplanting is omhoog geschoten. Ruim 8 jaar nadat de bezetters twee grote gaten in de dijk bliezen en het water met vernie lende kracht de bijna vier meter lager gelegen welvarende polder lieten binnenstromen, heeft de Wieringermeer zijn vooroorlogse uiterlijk teruggekregen. Op die fatale dag in April, 18 dagen voor zij capituleerden, gaven de Duitsers de 7000 boeren, burgers en onderduikers in de Wieringermeer een tijdslimiet van 8 uur om alle have en goed, alles wat hun aan bezittingen dierbaar was, in de steek te laten en te vluchten voor zij door het aanstormende water zouden worden gegrepen. Toen bliezen de bezetters de dijk op en dat, ofschoon tevoren tussen Nederlandse instanties en de Duitse bevel hebber een officieuze wapenstilstand tuas gesloten, waarbij onder meer was overeen gekomen, dat geen vernielingen in Nederland meer zouden geschieden. Het gemaal Lely, dat bij de ontwatering van de door de Duitsers geïnundeerde Wie ringermeer 1200 kubieke meter water per minuut wegpompte. Donderdagmiddag is iets ten Zuiden van het toekomstige Lelystad in het IJselmeer een Thunderjet-straaljager van de vlieg basis Volkel verongelukt. De vlieger, de 22- jarige sergeant J. Hommerson uit Amers foort, heeft het toestel met de schietstoel kunnen verlaten. Hij is, nadat hij op het water was neergekomen, opgepikt door de in de nabijheid varende „Waalstroom" van de dienst Amsterdam-Kampen. Nadat de „Waalstroom" in Kampen was aange komen is de vlieger met een militaire auto naar Volkel gebracht. Post voor militairen, die deelnemen aan de oefening „Drietand" moet als volgt worden geadresseerd: Rang, naam, voorletters, legernummer, onderdeel, NAPO-231. Alle stukken moeten volgens het bin nenlandse tarief worden gefrankeerd. Fa milieleden, die gemobiliseerde militairen in kennis willen stellen van overlijden, ernstige ziekte of ongevallen, moeten zich onder vermelding van rang, naam, voor letters, legernummer en het onderdeel van de geadresseerde militair wenden tot de burgemeesters van hun woonplaatsen. Deze burgemeesters wenden zich telegrafisch tot de berichtendienst van het ministerie van Oorlog, die voor onmiddellijke door zending van het bericht aan de betrokken militair zal zorg dragen. Het resultaat overtrof waarschijnlijk de stoutste verwachtingen der Duitsers, want alles wat sinds 1927, toen men aan de drooglegging was begonnen, in de Wierin germeer was opgebouwd, werd grondig verwoest: boerderijen, schuren, huizen, kerken, straten, bruggen, wegen en akkers. In de drie dorpen reikte het water tot de daken. Mistroostig stak nog slechts het bovenlijf boven water van het grote stand beeld „De Maaier", dat thans nog voor het domeinkantoor staat, midden in Wieringer- werf. Het was een van de weinige onroe rende goederen in de gehele polder, die het water weerstonden. Op. 21. Juni reeds begon men de dijk te repareren. Buiten de gaten langs legde men een nieuwe dijk aan en tot heden zijn de 200 meter brede gaten in dit oude stuk dijk een bezienswaardigheid. Vlak er achter is de bodem door de kracht van het water uitgeschuurd. In de grote kuilen vormden zich meertjes, als blijvende getuigen van de Duitse misdaad. Een deel van het er achter liggende vroeger vruchtbare land is thans bedekt met zeezand. Teneinde de schade zoveel en zo goed mogelijk te her stellen, heeft men de omgeving van deze meertjes bebost, zodat hier een stukje na tuurschoon vlak achter de dijk in een pol der komt te liggen. En daarachter begon het grootste gemaal ter wereld, de „Lely", samen met het andere gemaal, de „Leemans", voor de tweede maal aan de giganti sche taak om 700 millioen kub. meter water weg te pompen. In 1930 duurde dit karwei bijna acht maanden. Dit maal geschiedde de drooglegging nog sneller, dank zij ook elf nood gemalen. Onafgebroken pompte de „Lely" 1200 m3 en de „Leemans" 550 m3 water per minuut weg en op 11 December van datzelfde jaar, drie maanden eerder dan de deskundigen hadden durven hopen, maakte de toenmalige minister van Wederopbouw, dr. ir. Ringers, door de radio het verheugende nieuws be kend,dat de Wieringermeerpolder weer droog was. Driemanschap Toen begon de herbouw van de getrof fen polder. Drie mannen werden aange wezen om zitting te nemen in een dienst voor de herbouw: ir. C. Krijn, de heer G. G. Loggers, burgemeester van de drie ver woeste dorpen en de rentmeester-dijkgraaf ir. A. Ovinge. Het driemanschap had geen geringe opdracht. Die onafzienbare, een tonige grijze vlakte, zonder één onbescha digd huis, vol puin en puinhopen, vormde voor hen die de polder voordien gekend hadden een troosteloos en benauwend ge zicht, temeer daar de materialen en ge reedschappen in ons uitgemergelde en leeggeroofde land op dat moment uitermate schaars waren. Maar Nederland moest voedsel hebben en ook uit de Wieringermeer moest dat jaar een goede oogst komen. Een lange strenge winter maakte het er niet gemakkelijker op. Ongeveer 1900 kilometer aan sloten werd in drie maanden hersteld en iedere dag reisden de vroegere boeren, die nu in West-Friesland woonden, naar hun oude akkers. Zij werkten hard en hadden veel te verduren, aangezien ze bij slecht weer nog nergens beschutting konden vinden. Maar diezelfde zomer werd er gezaaid en golfde het koren in de Wieringermeer. En in het zelfde jaar werd een bijna normale oogst binnengehaald. Intussen werd het puin van de gebouwen geruimd. Van de 512 grote boerderijen wa ren er ruim 400 volkomen verwoest. De dorpen vrijwel weggevaagd. Van de 150 huizen in Wieringerwerf was er slechts één blijven staan. Het bouwen van nieuwe huizen geschied de minder snel. In 1949 stonden er weer 130 boerderijen en ongeveer 80 percent van de andere gebouwen. Langzamerhand was het grootste gedeelte der zeer gemengde bevolking naar de vernieuwde haardsteden teruggekeerd. In dat jaar werd de Herbouwcommissie opgeheven en de verdere herbouw overge dragen aan drie instanties: de gemeente, het heemraadschap en het rentambt. Einde 1950 waren de dorpen herbouwd, met uit zondering van het raadhuis in Wieringer werf, waarvoor nu juist een plan zal wor den opgesteld. Het heemraadschap nam het herstel van bruggen, wegen en andere wa terstaatkundige werken ter hand en kwam daarmede eveneens in 1950 gereed. Het rentambt begon aan de herbouw der prachtige boerderijen en dat werk is nu in zijn laatste fase. Nog deze herfst zullen de laatste der 512 boerderijen weer op hun plaats staan. Dan zal de herbouw van de Wieringermeer geheel gereed zijn. Nieuwbouw De levenskracht van de thans vrijwel in zijn geheel teruggekeerde bevolking is groot, de gemiddelde gezinssterkte 4,43. Bovendien werken in de Wieringermeer meer mensen dan er wonen. Daarom is ook daar gebrek aan voldoende woningen, en worden er ruim 100 nieuwe woningen opgetrokken. In het uitbreidingsplan is rekening gehouden met een snelle groei der bevolking. Thans wonen er 7500 men sen. Binnen afzienbare tijd zal dit cijfer naar men verwacht tot 12.000 zijn gegroeid. Hoe gemengd de bevolking is, valt min of meer af te lezen uit de samen stelling van de gemeenteraad: 4 P. v. d. A.- zetels, 3 A.R., 3 K.V.P., 2 C.H. en 1 V.V.D. Binnen afzienbare tijd zal Nederland weer een dorp rijker zijn want in het Oos ten van de polder krijgen Wieringerwerf, Middenmeer en Slootdorp een zusje. „Wij wachten nog op de goedkeuring van het uitbreidingsplan door Gedeputeerde Sta ten", vertelde burgemeester Loggers in zijn nood-gemeentehuis. „Wij hebben goede hoop, dat we volgend jaar aan dit vierde dorp kunnen beginnen. Een naam hebben we er nog niet voor". Wie nu de herbouwde polder doorrijdt kan nauwelijks nog een spoor terugvinden van de tragedie, die acht jaar geleden over dit land kwam. De welvaart straalt van alles af: van de nieuwe, hyper-moderne boerderijen, van de brede en dikwijls dub bele autowegen, van de moderne bruggen, van het frisse groen en van de akkers. Men ziet er weer de mooie gemillimeterde gras gazons, breed vooruit glooiend voor de woonhuizen der boerderijen en de zonnige straten met huizendie alle glimmen van de nieuwe verf. Het water is' opnieuw bedwongen. En op de bodem van wat eens een deel der Zui derzee was, groeit thans een welvarende ge meenschap. ABVERTENT1E Het is wel een bewijs voor de ruime geld en kapitaalmarkt dat de staatsfondsen- markt slechts een uiterst geringe invloed heeft ondergaan van de aangekondigde 314% Nederlandse Staatslening met een looptijd van 30 jaar en aangeboden tot een bedrag van ƒ400 millioen a 100%. De ren tevoet ligt 14% lager dan die van de in Maart van dit jaar uitgegeven lening, groot 1 200 millioen, die een groot succes werd en hoezeer de situatie in ons land veran derd is blijkt wel duidelijk wanneer men zich herinnert dat ruim twee jaar geleden een 354% lening van 200 millioen slechts met hangen en wurgen kon worden ge plaatst en vervolgens ver beneden pari terugliep. Thans noteren de Nederlandse staatsleningen op een hoog niveau, de 314% lening van 1951 handhaaft zich 1% boven pari en het rendement van de Nederlandse staatsfondsen beweegt zich om en bij 314%. Aan het succes van de nieuwe lening be hoeft dan ook niet te worden getwijfeld. De meest gunstige factor ten aanzien van de ruime geld- en kapitaalmarkt is wel de hernieuwde mogelijkheid voor de bevolking om te sparen, welke ook uit de cijfers over de maand Juni weer gebleken is. Zowel bij de Rijkspostspaarbank als bij de particu liere spaarbanken heeft het bedrag van de inlagen dat van de terugbetalingen verre overtroffen, ondanks het feit dat grote be dragen aan vacantiegenoegens worden be steed. De invloed naar de spaarbanken houdt uiteraard ook verband met het sterk ge daalde rendement op obligaties, welke, hoe zeer ook op een wijziging van de rentestand vooreerst geen kans schijnt te bestaan, toch altijd het risico lopen dat bij een stij ging van de rentestand de koersen dalen. Veel aantrekkelijks schuilt er in obligaties op de thans geldende hoge koersen niet meer en bij de spaarbanken heeft men in elk geval het voordeel van de integrale .terugbetaling. Intussen wordt het voor deze instellingen moeilijker een zodanig rende ment te maken dat de spaarbanken met een marge voor de banken kan worden ver diend en een verlaging van de spaarrente lijkt ons daarom dan ook niet uitgesloten. Het is echter niet alleen de besparing op het nationaal inkomen, welke aan de geld en kapitaalmarkt ten goede komt. De in dustriële bedrijven in Nederland hebben hun voorraden de laatste tijd sterk vermin derd en klein gehouden, maar bovendien hebben zij de investeringen in belangrijke mate verminderd. In het zo juist versche nen Centraal Economisch Plan 1953, dat het Centraal Planbureau heeft gepubliceerd wordt met nadruk gewezen op de minder gunstige ontwikkeling, welke zich ten aan zien van de investering in vaste activa voordoet en waarvan nog een verdere ach teruitgang wordt verwacht. Dit zal, naar wordt vastgesteld, op de duur een onge wenst gevolg hebben voor de werkgelegen heid, welke thans min of meer kunstmatig door allerlei overheidswerken wordt be vorderd. Door vele ondernemers wordt de huidige productie-capaciteit toereikend ge acht om de verwachte afzet te verwerken, terwijl andere, die wel tot investering zou den willen overgaan, hierin door liquidi- De op 30 Juli in de Utrechtse Universi teit geopende eerste internationale confe rentie over parapsychologische studies is Woensdag geëindigd. De presidente van de „Parapsychology Foundation" te New York, Eileen J. Garett, deelde mede dat men van Amerikaanse zijde bereid is een vijfjarig werkprogram ma voor parapsychologische studies te fi nancieren. Het ligt in de bedoeling te ko men tot een West-Europees centrum voor deze studie en dit te vestigen in Utrecht. De reden waarom de keuze op Neder land gevallen is houdt verband met de grote belangstelling van de wetenschap in ons land voor de parapsychologie. Over vier jaar zal de tweede internatio nale conferentie worden gehouden, waar schijnlijk wederom te Utrecht. Ned. Herv. kerk geroepen te Ernst, J. Noltes, cand. te Wierden; te Veenendaal (vac. J. Bakker) (toez.) P. Bouw te Ridderkerk. Geref. kerken Beroepen te Surhuisterveen J. Kuntz te Tzum. Aangenomen naar Heerhugowaard R. J. Koolstra, cand. te Leeuwarden, die be dankte voor Oldemarkt, Ten Post en voor Wierum. teitsmoeilijkheden worden geremd. Da mechanisatie van de landbouw is thans zo danig, dat kan worden verwacht dat aan schaffing van landbouwmachines geen ver, dere uitbreiding meer zal ondergaan en zo wel dit als het verloop van de industriële investeringen zal zijn weerslag hebben in de sector handel en overige diensten. Wanneer men deze ontwikeling projec teert op de enorme aanwas van de bevol king, tengevolge waarvan in 1953 het voor de bedrijven beschikbare aantal personen met 55.000 tot 3.65 millioen zal worden uit gebreid, is men geneigd zijn optimisme ten aanzien van de economische toekomst enigermate te temperen. Het is goed ook -deze kant van de me daille eens te belichten omdat bij een gunstige gang van zaken zo licht de nei ging ontstaat de economische toekomst van Nederland door een rose bril te bezien en daaruit consequenties te trekken, welke niet zonder gevaar zijn. Wat de overeen komsten inzake de Benelux betreft, heb ben wij de vorige week reeds op het ge vaar daarvan gewezen. Het is een feit dat de Nederlandse exportpositie nog altijd be vredigend is, maar dat de maand Juli, evenals haar voorgangster voor ons land weer een tekort bij de E.B.U. heeft opge leverd, mag toch worden gezien als een aanwijzing dat men in zijn oordeel over de toekomst voorzichtig moet zijn. Voor zichtig ook als het gaat om de opheffing van de consumptiebeperking, welke als de bestaande verlangens worden ingewilligd, wel op een niet onbelangrijke consumptie stijging zal neerkomen. Voorzichtig zal men ook moeten zijn, wanneer, gelijk thans het geval is in de sterk verbeterde positie van de Neder landse handelsbalans en de verharding van de gulden aanleiding wordt gevonden om een revaluatie van onze valuta tegen over de buitenlandse te bepleiten. In Sep tember '49 heeft men, zoals men zich her innert, de gulden met 30 pet. gedevalueerd en als gevolg van de aanpassing, welke sedert is gevolgd, spreekt men thans van een onderwaardering van de gulden, bijv. tegenover de Franse franc, een onderwaar dering, welke uiteraard de export in sterke mate bevordert, maar de goederen feitelijk te goedkoop aan het buitenland presen teert. Vandaar dat sommigen tot een reva luatie willen overgaan, welke het tegen deel is van de devaluatie, omdat zij de waarde van de gulden tengenover de bui tenlandse valuta verhoogt. Een dollar, een Pond, een Franc zullen dan minder gul dens waard zijn, omgekeerd zal men met een gulden meer buitenlandse valuta kun nen krijgen en dus ook de importen met minder guldens kunnen betalen. Als een gevolg hiervan zullen de prij zen in het binnenland kunnen dalen, wat dus wil zeggen dat de koopkracht voor ieder, die guldens heeft, wordt begroot, de consumptiemogelijkheden toenemen en derhalve van een loonsverhoging kan wor den afgezien. Het is echter duidelijk dat door een der gelijke monetaire operatie het buitenland voor onze producten en goederen meer moet betalen, hetgeen alleen zou kunnen worden voorkomen, wanneer tegelijkertijd de kostprijs van de goederen en dus ook de verkoopprijzen zouden kunnen dalen. Het vraagstuk van devaluatie en reva luatie is niet eenvoudig en heeft een sterk theoretische kant, terwijl de praktijk vaak anders uitvalt dan men verwacht had. Feitelijk is dat vraagstuk een begeleidend verschijnsel van oorlog en zware econo mische depressies, welke de regeringen tot abnormale maatregelen nopen om het evenwicht in de staatsfinanciën te hand haven. Onder normale omstandigheden behoort aan manipulaties van de Overheid met het geld niet te worden gedacht, om dat zij een kunstmatige verbreking van bestaande verhoudingen betekenen, welke alleen door natuurlijke verschijnselen be horen te worden beïnvloed. Het gaat in feite niet om het niveau, waarop de va luta-verhoudingen tussen de verschillende landen worden vastgesteld, maar om de stabiliteit van die verhoudingen, waarbij handel en bedrijf zich aanpassen en ten aanzien waarvan zekerheid moet bestaan. Daarom is devaluatie principieel te ver oordelen en zal men ook tot revaluatie slechts moeten overgaan, wanneer andere, meer normale maatregelen niet mogelijk zijn. Het is trouwens zeer de vraag of reva luatie van de gulden kan worden toegepast zonder de export te schaden. Reacties uit die kringen wijzen reeds op grote onge rustheid. En wanneer niet absoluut zeker is dat de export niet wordt geschaad, zal men zich van nieuwe experimenten met het geld moeten onthouden. Want ons land moet van de export, die 50 pet. van ons nationaal inkomen uitmaakt, leven. De gunstige resultaten van vele bedrijven over 1951 en 1952 zijn voor een goed deel aan de export te danken, maar in tal van ver slagen wordt geconstateerd dat de toene mende concurrentie, zomede de invoerbe perkingen van verschillende landen, de ex port bemoeilijkt. En het is daarom de vraag of wij de prijs van onze goederen voor de buitenlandse importeurs kunnen verhogen zonder dat deze hun behoeften elders zullen trachten te dekken. Het komt ons daarom voor dat men ook met revaluatie van de gulden wel zeer voorzichtig moet zijn. Dat gebrul van de Bimaboemoe's klonk niet erg bemoedigend. „Brrr.ik geloof, dat het maar 't beste is, als ik me een eind uit de voeten maak!", dacht oom Tripje. „Als die snuiters me te pakken krijgen, ben ik nog niet gelukkig!" Hij stond nog steeds achter de dikke palm verscholen en gluurde heel voorzichtig om 'n hoekje. Maar hier zou hij toch niet lang veilig zijn; nu de mannen zijn voetstappen hadden ontdekt, zouden ze vast en zeker naar hem gaan zoeken. „Ik moet maken, dat ik uit de buurt kom", mompelde hij. Het leek hem het best, uit de omgeving van het strand te gaan en de bergen in te vluchten, waar meer schuilplaatsen waren. Voorzichtig liep hij gebukt achter de palm weg en hij zorgde er voor, dat ze zijn voetstappen niet zouden horen. Zo, van palm tot palm sluipend, ging hij uit de buurt van het strand en kwam tussen de rotsen. Daar begon hij harder te lopen; hij klom steeds hoger. Het werd wel wat moeilijker. De rotsranden, die hij als pad gebruikte, werden steeds smaller; hij moest oppassen, er niet af te vallen. Maar hij vond het beter, zo ver moge lijk te vluchten; misschien vond hij dan ergens een hol, waarin hij zich kon verbergen. Want hij had het op die kerels niet erg begrepen ADVERTENTIE Ui! de fabriek van de beroemde GEVAPAN vertaald uit het Engels 47) „Ze bracht bovendien klanten aan. Ze heeft veel vrienden in de uitgaande we reld. Maar helaas betaalt die uitgaande wereld vaak heel slecht haar rekenin genMadame lachte even. „En u be grijpt, hoe ik nu in moeilijkheden zit in verband met mijn voorjaarsshow", voegde ze er aan toe. „Maakt u zich maar geen zorgen meer", zei Mark droogjes, terwijl hij Annie belde, die zijn hand zou moeten vasthouden, terwijl hij een cheque schreef: „Ik zal u de vierhonderd Pond, die u nodig hebt, voorschieten, opdat u uw moeilijkheden kunt overbruggen, tot juffrouw Clair te rug komt". „Ik ben u zéér dankbaar". Er stonden tranen in mactame's ogen en met een zuoht van verlichting leunde ze achterover in haar stoel. HOOFDSTUK 27 Yvonne gaf geen gehoor aan Mark's verzoek om zo spoedig mogelijk naar Wil lows te komen. In plaats daarvan belde ze hem uit haar flat op, de dag nadat Madame Véronique bij hem was geweest.. Ze scheen het volkomen ovei-bodig te vin den, dat ze nog een onderhoud samen had den. „Wat is 't nut van zo'n afseheid- scène, lieve Mark? Ik haat elke scène. Je bent er nu eenmaal achter gekomen, hoe de zaak in elkaar zit, en ik zal je je ring per aangetekende terugzenden. Daar mee lijkt me de zaak afgehandeld. Ac- coord?" Nee, dacht Mark, ze had ook nog een schuld aan hem van 2400 Pond. Dat ze bovendien zijn hart gebroken zou kunnen hebben, scheen niet in haar op te komen „Ik denk niet, dat je veel van dat geld terug zult zien", antwoordde Yvonne hem op zijn desbetreffende vraag. „Maar aan de andere kant zal ik niets tegen jou on dernemen wegens verbroken trouwbelof ten, en daarom lijkt 't me dat we quitte staan en als vrienden uit elkaar kunnen gaan". „Vind je dat werkelijk, Yvonne?" vroeg Mark op spotte toon. „Ik geloof, d- we eigenlijk nooit echte vrienden zijn geweest". „Wel, je werd bekoord door mijn uiter lijk en bouwde daaromheen een fantasie persoontje. Om je de waarheid te vertel len, ik ga binnenkort met Garth trouwen. Hij heeft een aanbod uit Hollywood gekre gen en ik geloof, dat Hollywood echt iets voor mij zal zijn". „Ik wens jullie veel geluk". Mark was verbaasd over zichzelf, dat hij deze woor den op zo kalme toon kon zeggen. Gisteren nog had hij Yvonne ter verantwoording willen roepen, de waarheid willen zeggen, maar nu was 't alsof diep in zijn hart een lach klonk. Een lach om de ironie van het leven, een lach om zichzelf en om Yvon ne's gewetenloosheid „Dank je, Mark!" Voor het eerst was er enige emotie in Yvonne's koele stem. Ze scheen verwonderd. ,,'t Klinkt alsof je het werkelijk meent". „Dat doe ik ooit. Ik heb heel veel van je geleerd!" Yvonne antwoordde niet dadelijk. Dan zei ze luchtig: „Je moet eigenlijk maar blij zijn, dat je me kwijt bent, Mark. Ik ben geen vrouw om in zo'n klein buiten huis te wonen. Toen ik hoorde, dat je niet van plan wns om ooit weer op Farthings te gaan wonen, was 't voor mii uit. Ik zal trachten je wat van mijn schuld af te beta len, als we 't in Hollywood goed krij gen „Doe geen moeite", zei hij droog, en cy nisch bedacht hij, dat de prijs, die hij voor zijn herwonnen vrijheid betaald had, niet eens zo heel hoog was. Inderdaad moest hij dankbaar zijn dat het zo liep en dat hij niet enkele maanden geleden op haar aan bod, om dadelijk met hem te trouwen, was ingegaan „Je moet met iemand als dat dierbare weeskind trouwen", zei Yvonne, „dan kun je verder je hele leven gelukkig zijn in een soort sprookjeswereld". „Ik denk niet, dat daarvan iets zal kun nen komen", antwoordde Mark koel. „Aan gezien het weeskind waarschijnlijk bin nenkort met iemand, die veel beter bij haar past dan ik, zal gaan trouwen". Het was een wonderlijke manier om een verloving te beëindigen, peinsde hij, ter wijl hij de hoorn op de haak legde. Yvon ne was er natuurlijk van overtuigd ge weest, dat hij, na wat hem onthuld was, hoe dan ook zijn verloving met haar zou verbreken, en ze had de eer aan zich wil len houden. Het was bovendien waar, dat ze nooit enig echt medegevoel met zijn hopelijk tijdelijke blindheid had ge toond. Neehet was haai- opzet ge weest om haar stralende schoonheid te ver enigen met zijn succes als schrijver en met het bezit van Farthings, en van dat stand punt uit bekeken zouden ze inderdaad voor de wereld een geslaagd paar gevormd hebbenNatuurlijk was hij in zijn mannelijke iidelheid gekwetst, maar het meest overheerste in hem toch een gevoel van oneindige opluchting en bevrijding. De telefoon begon opnieuw te rinkelen. Het was Elsie, die hem vroeg, of Sir Leo haar morgen terug kon brengen. Sir Leo zou 't erg prettig vinden hem te leren kennen In de verwarring van de laatste 24 uur had hij er helemaal niet meer aan ge dacht, dat Elsie zo spoedig terug zou ko men. Haar stem klonk jong en fris en lief, en opeens kwam er een intens verlangen naar haar aanwezigheid over hem. Het zou heerlijk zijn, als ze weer om hem heen was met haar warme begrijpende wezen. Hij zou tegen haar aan willen leunen en haar zijn dwaasheid bekennenMaar dat was uitgesleten! John Ayrton hield van haar en bovendien zou thans waarschijn lijk ook die jonge Victor Geddes zijn hart aan haar verloren hebbenNee, hij zou niet op haar gevoelens van medelijden mo gen speculeren. Hij antwoordde Elsie, dat het uitstekend was, dat ze morgen kwam, en vroeg of Sir Leo kon blijven lunchen. Annie was in de keuken aan het afwas sen, toen Mark binnen kwam, en voor zichtig begon hij haar te helpen met het afdrogen. Zonder omwegen, kort en sim pel, vertelde hij haar, dat zijn verloving met juffrouw Clair verbroken was. „Maar het is mijn uitdrukkelijke wens, dat Elsie hiervan niet op de hoogte wordt gesteld", voegde hij er langzaam aan toe. „Ik zou oneerlijk zijn, als ik beweerde dat het me spijt", zei Annie. „Ik heb altijd iets tegen haar gehad, ze paste niet bij u". Da oude huishoudster brandde van nieuwsgierigheid om alles te weten te ko men, maar ze besefte maar al te goed, dat Mark haar verder nooit iets zou vertellen. Mark lachte. „Goed, je mag me een dwaas noemen, en laten we er verder dan niet meer over spreken. Mijn hart is hele maal niet gebroken, dit om je gerust te stellen!" „Daar twijfelde ik niet aan", zei Annie droogjes. „Maar wat is de reden, dat Elsie hier niets van mag weten? Weet u, dat dat meisje u aanbidt?" „Zeg niet zulke dwaze dingen, Annie", zei hij kortaf. Zijn stem klonk hees, toen hij eraan toevoegde: „Weet je het verschil niet tussen liefde en medelijden?" „En weet u dat?" mompelde Annie, ter wijl ze veel lawaai maakte met het vaat werk in de afwasteil. En hardop zei ze: „Als u haar zelf niet vraagt, zullen er an deren zijn, die haar inpikken". „Dat is nu juist de reden. Ik wens geen geestelijke chantage te bedrijven", merkte Mark op koele toon op. „Ze is nog een kind, Ann:e, en ze moet plezier maken met mensen van haar eigen leeftijd zoals die jongen Geddes. Of trouwen met een ernstig, degelijk iemand als John Ayrton! Maar ze moet zich geen verkeerde ideeën in het hoofd halen met betrekking tot een invalide oorlogsheld als Mark Hilary!" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 8