Onze puzzle m m m m m m m r OÏ111EB1PEÏ1 H 1 I BI U 1 u 1 1 RK Henk van Eeuw ijk solist op vierde HOV-Zomerconcert „Kunst na Arbeid" in Bennebroek herdacht vijftigjarig bestaan Thuiskomst Kaartjes-puzzle Twee „dertigjarigen Velsens raad in MARMiTE Eadio Moors SLOT DEFECT? HAARLEMS DAGBLAD - ,5 Uitslag kleurwcdstrijd Onmisbaar in de huishouding Mackintosh Co - Amsterdam 5 5' 52 Een geslaagde taptoe en een donatie uit het Prins Rernhard Fonds FEUILLETON door Mevr. Byleveld-Gelinck ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1953 OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Tot in Juli was alles altijd goed ge gaan in het tuintje van oude Theun en Trientje. Eerst hadden de crocussen en de sneeuwklokjes gebloeid en in April toen het weer zachter werd, de tulpen en de narcissen. En toen die waren uit gebloeid staken de dahlia's en de gouds bloemen, de Mariahartjes en de salvia's en nog wel honderd andere bloemen hun kopjes boven de grond. Want oude Theun zorgde goed voor zijn tuintje, 's Morgens, als de zon opkwam was hij er al bezig met zijn pijpje in de mond en zijn rode gieter in z'n hand. En als Trientje dan buiten kwam blonk de hele tuin van zilveren druppeltjes, zó dat ze haar oude oogjes moest dicht knijpen. „Kijk toch eens, Theun," riep ze, „hoe vrolijk ze allemaal zijn" en ze wees op de bloemen die zachtjes hun gekleurde hoofdjes stonden te schud den, net als poedels na een heerlijk bad. Ja, en ze had gelijk ook, die oude Trien tje: de bloemen waren vrolijk; ze kon den goed met elkaar opschieten en niet één bloem was jaloers op de andere, omdat die mooier was dan zij zelf. liet vergeetmenietje niet op de goudsbloem, de goudsbloem niet op de dahlia en de dahlia niet op de rozen. Iedereen was tevreden met wat hij was. Tot in Juli, zoals ik zei. De Japanse lelie ontdekte het het eerst. „Kijk eens," riep ze op een mooie morgen, „we krij gen gezelschap." De bloemen bogen hun hoofdjes naar waar ze wees en ja, mid den tussen hen in stak een nieuwe plant zijn grote ruwe bladen op. „Fijn," ruis ten de bloemen, „fijn, een nieuwe zus ter die ons verhalen kan vertellen over haar familie en over de plaats waar ze groeien. Misschien komt haar familie wel van de bergen of van de zee." Theun en Trientje zagen de nieuwe plant ook meteen. „Kijk Trientje," zei Theun toen het oude vrouwtje naar buiten kwam. „Eindelijk zal je je zin hebben, de zonnebloem die we gezaaid hebben, komt op." Het hele rimpeltjesgezicht van Trien tje begon te stralen. Haar hele leven, van toen ze nog een klein meisje was af, had ze al zonnebloemen in haar tuintje gewild. Eindelijk, eindelijk was het dan zo ver. Van die dag af veranderde er iets. Als Theun 's morgens de bloemen ging be gieten, liep hij het eerst naar de zonne bloem en als Trientje buiten kwam keek ze het eerst of die grote stengel al weer een beetje gegroeid was. Theun gaf de andere bloemen ook wel water en Trientje keek ook nog wel naar de rozen, de lelies, de goudsbloemen en de vergeetmenietjes, maar toch niet meer zo als vroeger. De zonnebloem was het voornaamste. Maar bloemen zijn niet als de mensen en ze waren dus niet jaloers, alleen net zo benieuwd als Trientje en Theun hoe de zonnebloem er uit zou zien. Het leek wel of die bloem door alle zorg en alle nieuwsgie righeid hoger opschoot dan ooit een zonnebloem deed. De bloemen om haar heen waren stom van verbazing. „Ze lijkt wel een boom, zo hoog is ze, en haar knop is nog groter dan een men senhoofd. O, wat zal ze mooi zijn." Eindelijk, op een morgen in Augustus, héél vroeg nog, toen de bloemen slape rig hun hoofdjes ophieven, hoofden ze opeens een stem. Een stem, veel harder en veel scheller dan ze ooit van een bloem hadden gehoord. „Hier ben ik," riep de zonnebloem, terwijl ze de dauw van haar bladeren schudde, „wat zeg gen jullie wel van me?" De bloemen waren stil van verbazing. „Nee," riep de zonnebloem, „jullie weten natuurlijk niet, wat je zeggen moet, want zo iets moois heb jullie nog nooit gezien. Ben ik niet verrukkelijk? Zie je wel dat jullie, diep onder mij niet eens meer bestaan nu ik bloei? Je moet een bril opzetten om de vergeetmenietjes en de Mariahartjes te zien bloeien. Die rozen struik is een warwinkel van bladeren en doorns. Die lelies en goudsbloemen zijn lelijke boerse bloemen. Wat ben ik blij dat ik een zonnebloem ben en niet één van jullie." De bloemen lieten bedroefd hun hoofdjes hangen en wachtten tot Theun zou komen. Maar toen Theun kwam liet hij zijn pijpje en zijn- gieter vallen en holde hij weer naar binnen om Trientje te halen. Die sloeg haar handen in el kaar toen ze de zonnebloem zag. Ze daar trok ze zich niets van aan. „Ik ben zó mooi vonden ze haar. De zonnebloem had gelijk gehad: de andere bloemen bestonden niet meer; Theun vergat ze water te geven en Trientje keek er niet naar. Van die dag af ging alles verkeerd. De zonnebloem vond zichzelf te goed om met de bloemen te praten en ze lachte om wat de andere elkaar vertel den. Daarom zei niemand meer iets. De kleine bloemen klaagden dat de grote zonnebloem al hun zon wegnam, maar daar trok ze zich niet van aan. „Ik ben jullie zon," zei ze. Toen begonnen de bloemen zich met elkaar te vergelijken; de vergeetmenietjes waren jaloers op de goudsbloemen, de goudsbloemen op de lelies, de lelies op de rozen en allemaal samen waren ze jaloers op de zonne bloem, zó jaloers dat hun bloemen en blaadjes van nijd geel werden en hun hoofdjes hingen. Theun en Trientje be grepen er niets van: „misschien moeten ze wat meer water hebben," zei Trientje maar Theun schudde zijn hoofd. „En de zonnebloem, dan?" zei hij. „kijk die eens stralen. Nee, ik denk dat de grond moe is en dat we het tuintje maar eens helemaal om moeten spitten. Morgen ochtend maar meteen." Trientje keek toch wel een beetje treurig naar al die vergeelde en verlepte bloemenhoofdjes, die vroeger zo vrolijk tegen haar knik ten, maar ze zei: „als het moet, móét het." Van verdriet en schrik konden de bloemen geen woord uitbrengen en ze staarden met bange ogen naar dat grote zonnebloemegezicht daarboven, dat hun geel van boosheid stond uit te lachen. „Ik heb gewonnen," zei het, „morgen bestaan jullie niet meer." Het leek wel alsof de hele natuur treurig was om wat er ging gebeuren in het tuintje van Theun en Trientje. Grote donkere wolken dreven over, on weer ratelde door de lucht, regen en hagel kletterden neer en de wind gierde over het land. Het was noodweer, de Wat was het vreselijk moeilijk om uit al die mooie kleurplaten de mooisten te kiezen. Wat hebben jullie je best ge daan! Sommige waren net schilderijen. En het was nog niet zó erg moeilijk ge weest om de besten er uit te zoeken, als ik niet geweten had, dat er jongens en meisjes van 11, maar óók van 4 jaar bij de inzenders waren. Want je be grijpt, dat er dan wel wat verschil in het kleuren is. Een meisje van 4 kan het nog niet zo' goed als een jongen van 11 jaar en daar moest ik toch ook wel een beetje op letten. Weet je, wie de plaat het allermooist gekleurd heeft? Dat is ALEX VAN DEN HOEK, Berkheijdestraat 7 zw. in Haarlem. Wat is dat een mooie plaat geworden, Alex! Je hebt de le prijs eerlijk verdiend. Voor de 2e prijs kwam in aanmerking de kleurplaat van ROEL KROOK, Spaarnrijkstraat 50 in Haarlem. En de 3e prijs gaat naar het 4 jarige meisje BE A BEKS, Atjehstraat 91, ook in Haarlem. De prijswinnaars wens ik veel plezier met hun prijs. En voor de anderen die geen prijs konden krijgen en toch een mooie kleurplaat inzonden hoop ik, dat ze een volgende keer meer geluk hebben. JAN R. HOFMAN. hele nacht lang. De bloemen lieten het eerst zwijgend over zich heengaan,want iedereen was boos en jaloers op de an der, maar toen het weer zo verschrik kelijk werd dat de dakpannen van Theun en Trientjes huisje op straat woeien, vergaten ze opeens al hun lelijke gedachten. „Laten we elkaar vasthouden," riepen ze. De vergeet menietjes grepen de goudsbloemen, de goudsbloemen de lelies, de lelies de rozen en de rozen het hek. En zo, arm in arm hielden ze stand tot het morgen werd. De regen hield op en de wind bedaarde, de zon kroop achter de wol ken vandaan en scheen in het kleine tuintje. En wat zag hij,gelijk met Theun en Trientje die naar buiten kwamen? Fris en ongebogen stonden de bloemen naast elkaar, hun lelijke gele blaadjes hadden ze afgeschud en overal zag je nieuwe knoppen en groen. En midden op het tuinpad, voorover als een geval len reus, lag de zonnebloem, geknakt en verfrommeld met haar hoofd in de modder. Theun bukte en gooide haar over de schutting. „Jammer," zei hij. „Gelukkig dat we de andere nog heb ben," zei Trientje, „het lijkt wel of ze opeens weer mooier en vrolijker zijn." En geloof maar van mij, dat dat waar was! Dit zijn allemaal kaartjes, waar een halve jongensnaam op staat. Zoek de twee helften van deze namen bij elkaar en plaats de namen in zo'n volgorde onder elkaar, dat de eerste letters weer een jongensnaam vormen. sBuioqj, snutH U9A3 puajag ORO jyopny iguissoydo De wind lijkt net een dolle jongen, een jongen die aan één stuk fluit. Hij rent maar door, straat in, straat uit met een bol hoofd en bolle longen. Hij klimt tot in de hoogste bomen, hij hangt te zwiegen aan een tak. Dan zit hij weer opeens op 't dak en kijkt hoe hij in huis moet komen. Hij rinkelt aan de zolderruiten, maar niemand die hem binnenlaat. Hij huilt, hij kleppert en is kwaad. Nee, hoor, denk ik, blijf jij maar buiten. Dan loopt hij plotseling op zijn tenen, terwijl hij enkel nog wat gromt. En als je 's morgens buiten komt is hij net om de hoek verdioenen. MIES BOUHUYS In Velsen deed zich gisteren het zeldzame feit voor, dat twee wethouders uit het hui dige college samen feest vierden en beiden ter gelegenheid van het feit, dat zij dertig jaar geleden door het kiezerscorps naar de raad werden afgevaardigd. De hei-en W. F. Visser en C. P. J. Maas, die respectievelijk voor het socialistische en het katholieke volksdeel in Velsens hoogste bestuurscollege optreden, sinds 1 Septem ber als (herkozen) wethouder van Ópen- bare Werken en (nieuwgekozen) gezags drager voor Sociale Zaken en Huisvesting, werden op deze dag van verscheidene kan ten met bloemen, cadeaux en vele hartelij ke woorden bedacht en in hun respectieve lijke woonsteden Driehuis en IJmuiden is menige herinnering aan de „allereerste tijd" opgehaald - een tijd, waarin Velsen zeker niet zo'n positief beeld toonde als thans. ADVERTENTIE Het bekende gistproduet (sterk geconcentreerd) Verbetert de smaak van soepen, sausen en andere gerechten. Het aangewezen product voor de bereiding van smakelijke sandwiches, (zie recepten). Aanbevolen bij alle toestanden samenhangend met een tekort aan Vitaminen van de B-Groep Verkrijgbaar bij alle bekende comestib leszaken. Vandaag beginnen we weer met frisse moed aan onze wekelijkse puzzle-prijsvragen. Voor deze eerste keer een niet al te lastige kruiswoord. Onder de goede oplossers worden drie geldprijzen van respectievelijk f 7.50, f 5.— en f 2.50 verloot. De op lossingen moeten, voorzien van de aanduiding „Oplossing puzzle", uiterlijk Woens dag a.s. om 17 uur in ons bezit zijn. Geen mededelingen bijsluiten of toevoegen. Op lossingen kunnen ingezonden worden aan onze bureaux Grote Houtstraat 93 en Soen- daplein 37 te Haarlem of Kennemerlaan 186 in IJmuiden. Horizontaal: 1. water, dat zich in be weging bevindt; 6. soort jachthond; 11. donkergrijs gesteen te; 12. bronnen in de woestijn; 13. hel dengedicht; 14. jon gensnaam; 16. orga nen v. h. menselijk lichaam; 18. iemand in het vooruitzicht stellen, hem enig kwaad te zullen doen; 20. zich voe den; 22. vlaktemaat; 23. toespraak; 25. kippenhok; 26. gees telijk lied; 28. pot senmaker; 29. on derdeel van schip; 30. rund; 31. nauw; 33. tegenovergestel de van rechts; 37. karaktereigenschap om iets door te zet ten; 39. iemand die eet; 41. gevangenis; 42. exotische vogel; 43. opdrachtgever; 46. periode van ge ringe omzet; 48. dra len; 50. thee (Eng.); 51. een-jarig kalf of veulen; 52. plaats in Gelderland; 53. be paalde chemische verbindingen; 54. meervoud van 28 Hor. Verticaal: 1. vleeshouwer, 2. pas- 1 2 3 t 1 9 3 10 11 12 15 1<1 15 16 '1 19 13 Zo 11 HH22 24 25 26 27 51 32 33 36 35 36 3 9 39 nu, 7 ^5 b5 V6 98 19 5 o 55 N A AM ADRES gang van een paard; 3. delen van het ske let; 4. plaats; 5. onderdeel van een bed; 6. kinds op hoge leeftijd; 7. zonder gelijken; 8. een naad losmaken; 9. plaats in Gelderland; 10. deelnemer aan een wegwedstrijd; 15. cijfer; 17. aan zien; 19. tijdperk; 21. gelaatskleur; 24. Bij belse figuur; 26. pen of klamp; 27. plantje veelvuldig voorkomend op bosgrond; 31. rangtelwoord; 32. aangezicht; 34. hevig; 35. bijwoord; 36. luide uitroepen; 37. polder in N.-H.; 38. plaats in Utrecht; 40. haastig, snel; 42. duinvallei; 44. hemellichaam; 45. omroepvereniging; 47. onderwijs; 49. plaats in Gelderland. cooocxxxxxxx» Het onder leiding van Marinus Adam gegeven Vierde Zomerconcert! van de HOV trok, evenals het vorige, veel belangstelling. De thans gevolgde regeling om jonge so listen te laten debuteren schijnt beter in de smaak te vallen dan het speculeren op po pulaire muziek, wat verleden jaar op een mislukking uitliep. Dit keer werd gelegen- i heid gegeven voor een debuut met orkest aan de Haarlemse pianist Henk van Eeu wijk, die zich, na zijn eindexamen Con servatorium, onder leiding gesteld heeft van de voortreffelijke paedagoog Piet Vincent, directeur van de Toonkunst- muziekschool. Van Eeuwijk trad op met het Concert no. 3 (c kleine terts) van Beethoven, een opgave die niet alleen een zeer ontwikkelde techniek vraagt, doch tevens een rijpe muzikaliteit. Het is im mers Beethoven's eerste concert waarin hij, in navolging van Mozart (d en c klein) tot persoonlijke confidenties komt en iets van zijn innerlijke wezen blootlegt; het is geen louter virtuoos notenspel meer, maar een soort „openbare biecht". Wie het stuk speelt moet weten dat hij niet alleen de noten, maar ook de gedachten van Beethoven te vertolken heeft om de romantische sfeer te treffen waarin Jeze muzikale confidenties gehuld zijn. Dat Henk van Eeuwijk niet direct die toon te pakken had en in het begin wat oneven wichtig van aanslag was, zelfs nu en dan rhythmisch wat buiten het spoor liep, het zii hem niet te zwaar aangerekend, vermits hij in de loop van het werk tot opmerkelijk goede en innig-doorleefde passages in staat bleek. De rustige zekerheid die zijn spel goeddeels kenmerkte toen hij een maal door de zenuwspanningen van de aanhef heen was, en die in het heerlijke Largo tot momenten van treffende expres sie leidden, deed weldadig aan. En toen hij, los van het orkest, zijn grote cadens vertolkte, kreeg zijn spel een treffend cachet; alleen de afsluiting, namelijk de overgang naar de geheimzinnige coda, had wel wat geraffineerder mogen zijn. Het orchestrale deel van het Concert werd onder Adam's beproefde leiding zeer goed verzorgd. De uitvoering genoot een dank baar onthaal bij het publiek. Als inleiding was Mozart's ouvertui'e „Die Entfürung aus dem Serail" ten ge hore gebracht. De avond werd besloten met. een belangrijke krachtproeve voor het orkest, namelijk de Shéherazade van Rimsky-Korsakoff, de brillante symphoni- sche suite die van elke instrumentale groep een solistische prestatie vergt, die niet mis is. Zelfs de tweede trombonist mag er even karakteristiek en markant zijn kunnen in tonen. De meeste dezer prestaties slaag den volkomen. Niemand van zijn collega's zal echter aan concertmeester Jan Hes- merg een speciaal woord van lof misgun nen, dat hij volop verdiende met zijn vir tuoos gespeelde solopassages, als vertolker van de handige babbelkous Shéherazade, die tenslotte met haar fantastische ver halen haar hoofd wist te redden. Het werd, als geheel, een merkwaardige uitvoering, waar het publiek geestdriftig op reageerde. JOS. DE KLERK. ADVERTENTIE van ouds bekend. - Tel. 14609 Officieel Philips-reparateur KRUISSTRAAT 38 - HAARLEM Voor de derde keer houdt het Hout- voorlichtingsinstituut te Amsterdam „hout- dagen". Deze „houtdagen 1953" en de ten toonstelling „Dik hout en planken" hebben de bedoeling de Nederlandse architecten en de bouwondernemers op de hoogte te stel len van de vorderingen op het gebied van moderne houtconstructies, conserverings methoden en toepassingen. De tentoonstel ling wordt van 25 September tot en met 18 October achter het rijksmuseum te Amster dam gehouden. Ter ere van het fanfarecorps „Kunst na Arbeid", dat dezer dagen zijn vijftigjarig bestaan viert, werd gisteravond door de Hillegomse Harmoniekapel en de tamboer corpsen van de Haarlemse Politie-kapel en de Haarlemse Postfanfare op het terras van „De Hartekamp" in Bennebroek een taptoe gegeven, waarvoor door de bevolking grote belangstelling werd getoond. De weersom standigheden waren buitengewoon gunstig voor een avond-muziekuitvoering, zodat men in de tuin van het oude landgoed on gestoord de prestaties van de tamboer corpsen en de harmoniekapel kon volgen. Enkele keren tezamen, maar meestal el kaar afwisselend traden deze ensembles bij de uitvoering van de uit twintig fazen be staande taptoe op. De tamboercorpsen, die onder leiding stonden van de instructeur "VV. van der Peijl, wisten met hun uitvoeringen veel indruk te maken. Met het oer-element van de muziek: het rhythme, bleken zij op zeer goede voet te staan. Tal van uitstekend volgehouden rhythmen gaven aan hun spel een kernachtige inhoud. Bovendien wist de heer Van der Peijl heel veel te bereiken met een zorgvuldig-overwogen dynamische schakering. Deze werd zelfs dienstbaar ge maakt aan het verkrijgen van een geraffi neerd-effect in de „Oriënt-èxpress", in welk stuk de post- en de politie-tamboers er met een sneltrein-vaartje, figuurlijk althans, van door gingen. De Hillegomse Harmoniekapel speelde onder directie van de heer A. Vastenouw met toewijding de vaderlandse liederen, de marsen en de koraal-muziek, die in de taptoe waren opgenomen. Men had uiter aard wel eens moeite, tegen het trommel- geweld op te tornen en soms zette een tè geïmponeerd korpslid te vroeg in, maar daartegenover stonden weer geslaagde, goed klinkende zelfstandige uitvoeringen als „Bede voor het Vaderland" en „Dankt, dankt nu allen God". Na afloop van de taptoe wenste de bur gemeester van Bennebroek, mr. K. J. G. baron van Hardenbroek „Kunst na Arbeid" geluk met zijn 50-jarig bestaan. Hij prees het korps om het zeer verdienstelijke werk, in al die jaren in Bennebroek verricht. Met grote voldoening kon hij meedelen, dat „Kunst na Arbeid" uit het Prins Bernhard- fonds een bedrag van 250 als jubileum geschenk was toegekend. De voorzitter van „Kunst na Arbeid", de heer H. van Exel was zeer getroffen door de woorden van de burgemeester en door alle sympathie in deze jubileum-dagen ondervonden. Hij dankte allen, die tot het slagen van deze avond hadden medegewerkt en sprak de hoop uit, dat vele muzikale Bennebroekers zich spoedig als werkend lid van de vereni ging zullen opgeven, opdat „Kunst na Ar beid" een nieuwe bloeiperiode tegemoet zal gaan. P. ZWAANSWIJK. ADVERTENTIE „DE SLEUTELSPECIALIST'' LANGE VEERSTRAAT 10 - TEL. 11493 19) Ze had zich beheerst terwille van deze onnozele snuitjes en ze ,had hun verlegenheid overwonnen door 'allerlei grapjes en zelfs haar kanten zak doekje beschikbar gesteld om hun vuile neusjes af te vegen. Ze had ook een flikje van Bergman gehad, zoet en een beetje kleverig van zijn warme broekzak en het had haar meer goed gedaan dan whiskey of een andere stimulans. Onder het ver- haaltjes-vertellen was het leven weer aanvaardbaar geworden en was haar wan hoop wat minder schrijnend, wat minder reëel en wat minder onverdraaglijk ge weest. Ze liet haar fantasie de vrije loop en had geen oog af van de twee glanzende en gespannen gezichtjes. Toen inspecteur Renkevoort binnen kwam vertelde zij door. En hij was zo goed niet, of hij moest op een stoel plaats ne men en rustig luisteren hoe het kleine,, stoute konijntje weer bij zijn moeder in het holletje terugkwam. Toen was het ver haaltje uit. En brigadier Bergman gaf nog een rondje flikjes, óók aan de actrice die glimlachend accepteerde, en toen verliet hij de kamer met op iedere arm een kind, zó rustig en vanzelfsprekend alsof hij een kindermeisje van beroep was. En in specteur Renkevoort en Vera Dana glim lachten tegen elkaar in de blijde, argeloze sfeer die nog na het verhaal van het ko nijntje was blijven hangen. Als ik een rid derorde te vergeven had, kreeg Bergman 'em, dacht de politieman. „Een béste brigadier!" zei hij tegen Vera Dana. „Een kerel waar je wat aan hèbt en een coeur d'or. Voelt u zich alweer wat beter? Het spijt mij eerlijk, dat ik u in zulk een staat heb gebracht, maar ik zie niet in hoe ik anders had kunnen hande len. Ik weet nu alles, mevrouw. Het zal misschien een schok voor u zijn dat te ho ren, maar misschien ook een rust. Wij kunnen nu samen bespreken wat u te doen staat. Het zou ook niet helemaal onmoge lijk zijn.... dat ik u kon helpen. Mis schien. Ik zal in ieder geval mijn uiterste best voor u doen". Gelukkig, ze nam deze mededeling tame lijk kalm op. Ze zag hem aan, twijfelend. „Weet u dan „Ik weet dat u op uw achttiende jaar met Holstein getrouwd bent. In Makassar. Dat u vanavond bij hem geweest bent. En dat hij u niet wil laten gaan". „Ja. En denkt udat er werkelijk een mogelijkheid zou zijnom van hem af te komen?" „Misschien. Wij moeten de zaak eerst eens rustig bekijken. Bent u uit eigen be weging vanavond naai- hem toegegaan om echtscheiding te vragen?" „Nee. inspecteur. Nee, Hij schreef mij een briefje". „Schreef hij u een briefje?" „Ja. U weet nog niet alles, inspecteur. Hij is kortgeleden hier in Holland terug gekomen. Daar heeft hij naar mij ge speurd, want hij wist eerst niet, dat ik Vera Dana was. Wij hebben elkaar in acht en twintig jaar niet gezien. Toen verscheen er een berichtje in de kranten, dat de be kende actrice, Vera Dana, zou gaan trou wen met de Amsterdamse rubberman Her- bert Marsfeld". „Erg onvoorzichtig, mevrouw. Een zui ver geval van bigamie". „Inspecteur! Wat moet ik beginnen! Wie zou gedacht hebben, dat na al die jaren die man ineens op zou duiken! Een hu welijk op mijn achttiende jaar, een onbe raden stap, een gangetje van een kwartier naar de Burgerlijke Stand. Een meisjes- verliefdheid. En ik- wist niet wie hij was". „Maar hij heeft waarschijnlijk de papie ren". „Ja. En die wil hij mij verkopen". „Verkópen?" „Ja. Hij is een chanteur. Hij leefde, ook al toen wij trouwden, van chantage. Ik wist het niet. Wat wist ik van het leven zo iets mins, zoi ets gemeens! Ik begreep het.... toen het te laat was. Hij leefde van smerige zaakjes. En dat heeft hij al tijd gedaan, alle jaren dat hij in Indië ge leefd heeft, daar ben ik van overtuigd. En nu wil hij mij op mijn huwelijk chante ren". „Tragisch, mevrouw!" „Kunt u zich het geval voorstellen? Ik was achttien jaar, en mooi en arm. Een onbekend kleedstertje en dromend van een carrière. Die avond in Makassar kwam mijn grote kans: ik mocht invallen voor een zieke. Ik trad op, het ging goed; ik voelde dat ik contact had, applaus, suc ces! Ik droomde mij een actrice. Later op de avond kwam ik op de soos en waren er bloemen en huldebetuigingen, en be wonderaars. Toen zag ik Holstein voor het eerst. Een vriendelijke, al wat oudere man. Hij deed vaderlijk en beschermend. Hij waarschuw de mij voor de gevaren die een onervaren mooi meisje in Indië bedreigen, hij maak te mij wegwijs ln het leven in de tropen, hij chaperonneerde mij. Wij maakten rij - toertjes in de omstreken en hij liet mij de omgeving zien. Hij was de kiesheid en de gereserveerdheid zelve. Hij gaf mij kleine, passende geschenkjes en besprak met mij de vooruitzichten van mijn aanstaande car rière. Ik vertrouwde hem, ik was op zijn gezelschap gesteld. Toen verklaarde hij dat hij van mij hield en liet ik mij ge makkelijk overhalen om met hem te trou wen. Er was niemand die mij raad gaf, niemand die zich om mij bekommerde. Toen wij getrouwd waren bemerkte ik wie hij was: een chanteur. Ik heb hem na enige maanden verlaten". „Hebt u daar enige bewijzen van, dat hij een chanteur is? Dat zou misschien het middel zijn...." „Om van hem af te komen?" „Ja. Wanneer iemand enige jaren gevan genisstraf krijgt, is dat zó zonder meer een reden tot echtscheiding. Wanneer wij dus zouden kunnen bewijzen, dat hij een chan teur is, zou dat zeker een middel zijn. Maai' het is altijd uiterst lastig te bewij zen. U ziet het aan u zelf mevrouw, hoe moeilijk wij de mensen aan het spreken kunnen krijgen". Zij glimlachte even „Ja inspecteur, dat is waar. Maar ik kon het niet. Werkelijk". „Ja mevrouw, ik begrijp het. Was het vanavond de eerste maal dat u Holstein weer terugzag?" „Nee. Hij is al tweemaal bij mij ge weest op mijn flat". „Om u geld af te persen?" „Ja". „Dan zouden wij het in die richting moe ten zoeken". Zij zwegen nu beiden. De actrice, met iets van vrouwelijke bewondering in haar blik, zag naar de correcte figuur tegenover zich met zijn intelligente kop. Een man, die ze kon vertrouwen. De inspecteur ver diepte zich, krachtens zijn beroep, meer in de zaak zelf dan in de vrouw en over woog het vóór en tegen van een uit te voeren tactiek. En dan was er plotseling gerucht. Harde stemmen, geroep, gedaver van voetstappen over gang en trappen. Deuren, die met een slag werden dichtgeslagen. En dan ineens, hoog boven alles uit, twee schelle jongensstemmen met de doordrin gende kreet: „Brand! Brand!" HOOFDSTUK V De ridderlijkheid is geenszins met de Middeleeuwen verloren gegaan. Natuurlijk zijn er in de huidige tijd geen geharnaste ridders, die in een schitterend tournooi elkaar de handschoen van een edele dame betwisten, of schone, onschuldige jonk vrouwen, die door vuurspuwende draken belaagd en door dappere jonge helden be vrijd worden. De eeuw van het colbertjasje is nuchter en matter-of-fact. Maar in de harten der mannen, der jonge mannen vooral, smeult onveranderd een vonk van de oude ridderlijkheid en nog altijd zijn er de cowboyfilms, waar de edele held, ge tooid met een witte sombrero, de zege 'weg draagt over de bende schurken en ten slotte als beloning het mooie meisje in zijn armen sluit. Hoe harder en feller de strijd om het bestaan van de twintigste-eeuwer, des te dieper zijn behoefte aan romantiek en ridderlijkheid. Wanneer je een jonge tje bent van veertien jaar met een vaalgrijs muizengezichtje en een gelapte blouse, de oudste van een weduwe met zes kinderen en zo juist gepromoveerd tot loopjongen van het groentekeldertje-om-de hoek, dan heb je je dromen en fantasieën wel bitter nodig. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 5