Is de Kerk verouderd
Levensstijl der tijden in
kleine steekjes vastgelegd
Kousen, enkels, regen en
hulpjes bij het breien
Weet u wel dat
Rok met losse zak
Het zal U gebeuren
Minder ongelukken op
Heemsteedse Dreef
*5Brieven aan
de redactie
11
VIER EEUWEN BORDUURKUNST
„Naalden werken wonderen"
WANDELING LANGS DE WINKELRAMEN
DIT MAKEN WE ZELF
KERKELIJK LEVEN
Door witte streep
Betaling
abonnementsgeld
per giro
SATERDAG 19 SEPTEMBER 1953
oor
'O uw
Borduursel op gestreepte beige zijde uit Frankrijk, uitgevoerd in natuurlijke
bloemenlinten en bezet met steentjes.
hoofdzakelijk voor kerkelijke doelein
den gebruikt; wand- en altaarkleder.,
kazuifels, mijters, manipels en de kle
ding voor de kerkdienaars, dat alles
werd bewerkt met wol, zijde en goud
draad. En omdat het gouddraad meestal
te dik was om door de linnen onder
grond te worden getrokken, werd dit
in bundels opgelegd en met kleine
draadjes vastgehouden.
Naarmate de vaardigheid in het bor
duren echter groter werd, nam de
weelderigheid van het werk toe. Lang
zamerhand ging men er zelfs toe over
om behalve zijde, wol, goud- en zilver
draad ook uitgeplet goud en kostbare
stenen te verwerken, waarvan de eer
ste bekende voorbeelden dateren uit de
achtste eeuw.
Uit de tijd van Karei de Grote, die
zelf volgens de overlevering een groot
liefhebber van geborduurde stoffen
was getuige zijn met goud en juwelen
bestikte staatsiegewaden zijn nog
verschillende grote stukken bewaard.
In de Duitse landen bloeide de bor
duurkunst op in de tijd van de Gothiek
en het werk, dat toen in de kloosters
vervaardigd werd, was toen lang niet
allemaal meer bestemd voor kerkelijk
gebruik, maar veel maakte men in op
dracht van rijke edellieden. En waar de
inspiratie voor eigen ontwerpen ont
brak, daar werkten de zelfstandige bor-
duurders (grotendeels mannen) ook
in ons land volgens nauwkeurig om
schreven opdrachten.
Hoe meer de jaren zich tot eeuwen
aaneenrijgen en ook de eeuwen ver
strijken, blijkt de borduurkunst echter
achteruit te gaan en wanneer tenslotte
in de negentiende eeuw in Duitsland
een methode wordt uitgevonden om
mechanisch te borduren, is het met het
borduren als vorm van scheppende
kunst welhaast helemaal gedaan.
Weliswaar doen kunstnijverheids
scholen, huishoudscholen en huisvrou
wenverenigingen in ons land momenteel
weer ernstige pogingen om deze oude
kunst weer wat nieuw leven in te bla
zen, maar of zij hierin ooit zullen sla
gen, is voorlopig nog een open vraag-.
J. S.
In het Willet Ilolthuysen Museum in
Amsterdam kunnen we tot 15 October
ervaren, wat mannen en vrouwen door
vier eeuwen heen in verschillende lan
den op het gebied van borduren heb
ben gepresteerd. In dit museum wordt
namelijk onder de naam van „Naalden
werken wonderen" een tentoonstelling
gehouden, waar borduurkunst, mode en
historie hand in hand gaan en die voor
de hartstochtelijke borduurster even
interessant en betoverend is als voor de
stille bewonderaarster en leek op dit
zo bij uitstek kunstzinnig handwerk
terrein. De levensstijl der tijden ligt
hier als het ware in kleine steekjes voor
ons vastgelegd
Zo kunnen we zien hoe de herenmut
sen in Groot-Brittannië er in de zeven
tiende eeuw uitzagen: van wit linnen,
naar boven uitlopend in een punt en
mét een omgeslagen'.brede rand. Zowel
dé rand als de bol zijn met verschillen
de motieven in kleurige zij geborduurd.
De herenvesten uit de achttiende eeuw
spreken al niet minder tot onze ver
beelding. Zij zijn van witte zij en zijn
geborduurd met kleine bloemmotiefjes,
van boven tot onder.
In Frankrijk bestonden de bretels
toen uit ongeveer 1 decimeter brede
zijden band, over de hele lengte met
kleine fantasie-patroontjes in heldere
kleurtjes geborduurd....
Uit China hangt er een keizerlijke
mantel uit de achttiende eeuw, bewerkt
met de karakteristieke Oosterse motie
ven en zelfs de mouwranden, gebor
duurd met de acht beroemde paarden
van koning Mu Wang (1001-946 v. Chr.)
kunnen we op deze tentoonstelling be
wonderen.
En een bidmatje uit Perzië, waarop
met zijde een tuinpatroon is geborduurd,
heeft hier even veel recht van hangen
als het haremgordijntje uit de Balkan:
een lap katoen, waaruit figuurtjes zijn
geknipt. Deze kleine openingen in het
doek zijn weer omgebiesd met lapjes
van afstekende kleuren en achter dit
geheel hangt een dun gaas, waardoor
het onmogelijk is naar binnen te kijken,
maar waardoor men wel naar buiten
kan zien.
Och, het is eigenlijk allemaal even
interessant: het Bretonse tasje van ge
borduurde varkensblaas evenzeer als de
achttiende-eeuwse blouse en cape voor
een toreador en het Hongaarse baby
mutsje met zijden borduursel en goud
kant getuigt van niet minder grote bor
duurkunst als het zeventiende eeuwse
zeldzame, gekleurde stopwerk op mous
seline uit Griekenland, de doopjurk
van ananasvezel met ajourwerk af
komstig uit Manilla of de „schilde
rijtjes" van het zogenaamde „stump-
work". Hierbij worden behalve zijde,
lovertjes en kralen, ook haar, fazanten
veren, koraal, pareltjes en stukjes kant
tot een geheel verwerkt.
Waarlijk, alles is even kunstig en
waarschijnlijk voor de meesten van ons
ook even onbegrijpelijk.
Wanneer we dan zo tussen de eeuwen
door van Armenië naar China, van
Mexico naar Italië of van Griekenland
naar Hongarije wandelen, gaan onze
gedachten vanzelf terug naar de oor
sprong van de borduurkunst.
Zowel bij de Chinezen als bij de In
diërs, bij de oude bewoners van Mexico,
bij de Babyloniërs als bij de bewoners
van het Westen vinden we dan voor
beelden van deze weefsel versieringen
en waar het materiaal zelf te verganke
lijk is gebleken om ons de ouderdom
van de kunst te kunnen bewijzen, daar
hebben Assyriërs, Babyloniërs, Perzen
en Grieken in steen of aardewerk af
beeldingen nagelaten van de borduur
sels, waarmee zij de tenten, kleren en
schabrakken van hun paarden versier
den.
Wanneer we echter bedenken, dat
men in die tijd gebruik moest maken
van benen of palmhouten naalden, kun
nen we wel begrijpen, dat dit oorspron
kelijke borduurwerk wat fijnheid be
treft nogal wat te wensen overliet!
In de Middeleeuwen, toen de Kerk
het culturele centrum van de Gemecn-
Mhap vormde, werden borduurwerken
Voor moeders die een hekel hebben
aan het stoppen van de kousen hunner
spruiten zijn kinder-sportkousen van
100 nylon aan te raden. Ze zijn elas
tisch en vrijwel onverslijtbaar. Ze leken
sterk op de kous en sok die in ons blad
van 20 Juni zijn beschreven. Zoals u
zich ongetwijfeld herinnert waren deze
gemaakt van elastisch nylongaren.
Over nylons gesproken: er bestaat
een vloeistof cm nylons tegen ophalen
te beschermen. Deze „Nylife" bevat
onder andere Polycrol en Polycrol ge
bruiken de nylonfabrikanten om hun
nylongoederen sterk en rekbaar te ma
ken. Wanneer de
kledingstukken
gewassen zijn en
goed gespoeld,
mengt men door
een kom warm
water een paar
druppels Nylife.
Hierin wordt het
natte goed gedom
peld. Na een paar
minuten haalt men
de kledingstukken
uit de kom en
hangt ze zonder verder gespoel of ge-
wring te drogen. In die paar minuten
heeft zich het proces voltrokken: de
Polycrol heeft zich aan het nylon vast
gehecht en elke draad bekleed met een
onzichtbaar dun laagje anti-slip. Hoe
gauw komen niet in onze nieuwe kou
sen lelijke ophaal-streepjes die de kous
op het been rimpelig en oud doen.lijken.
Als wij de kousen elke avond na het
wassen bewerken met de genoemde
vloeistof kunnen wij ook elke morgen
onze (mooie) benen in altijd mooie
kousen steken.
Een grapje, dat ik in Holland nog niet
heb zien dragen en dat in een toonkast
van een groot warenhuis lag, is het
enkelbandje. Het is een smal leren
riempje versierd met blinkende knop
jes. De riempjes worden om de enkel
over een sportsok gedragen. Mooi lijkt
het me niet, op zijn best geschikt voor
jonge meisjes met slanke enkels. In
Amerika worden de enkelbandjes vrij
veel gedragen. Sommige ongetrouwde
vrouwen dragen een gouden bandje of
kettinkje om de linker enkel, naar men
zegt om de aandacht te vestigen op hun
ongehuwde staat.
Wel schijnt terwijl ik dit schrijf de
zon met duizend stralen waarmee zij
onze Septemberkoude bodies verwarmt.
Helaas zal zij zich toch weer achter
wolken moeten verschuilen en er zullen
straks als ieder jaar schijnbaar einde
loze regendagen komen. Wat kunnen
wij ons dan beter aanschaffen dan een
plastic regencape? De cape wordt ons
heel practisch aangeboden in een kleine
ronde koker, zodat zij gemakkelijk in
een wat ruime handtas kan worden
meegevoerd. De capes zijn uiterst licht
in gewicht en behalve transparant in
verschillende kleuren verkrijgbaar.
Hoewel volgens Van Dale's Nieuw Groot
Woordenboek een cape een schouder
mantel met kap of hoge kraag is heb
ben deze vederlichte capes geen van
beide. Ge kunt er dus een plastic drie
kanten doekje bijkopen of een regen
hoedje, maar ik zag in hetzelfde mode
huis iets dat het ook heel goed zou doen.
Hoe het geval precies heet weet ik niet,
ik zou het een „hoed-doekje" willen
noemen. Het is een stevige vierkante
doek, gemaakt van twee op elkaar ge
stikte lapjes. De éne stof is waterdicht,
de andere is linnen of vilt. Tussen de
zoom van één der vier kanten is een
buigzame klem geschoven en zo vast
gemaakt, dat deze er niet tussen uit
kan glippen. Aan die kant heeft het
doekje de vorm gekregen van een rond
mutsje. Aan de tegenover liggende kant
is franje aangebracht in de kleur van
het linnen of het vilt. Bovendien zit
aan de binnenkant een elastiekje om
onder het haar te doen tegen het af
waaien. Zo geeft dit hoed-doekje het
idee van een hoedje, terwijl over het
achterhoofd een jolig doekje wappert
met franje en al.
Aangezien we het nu toch over regen
hebben kan ik meteen even uw aan
dacht vestigen op een regenbeschermer
voor de handtas. Er zijn mensen met
zulke héél mooie leren handtassen. Zij
zouden zich misschien een dergelijke
doorschijnende plastic hoes willen aan
schaffen, die als een zakje om de tas
wordt geschoven. De hoes is verkrijg
baar aan de plastic-afdeling van een
„Blue-back"-mantel in een modern
redingote-model. Voor het bovenstuk
zijn de zeehondenvellen zo verwerkt,
dat een egaal staal'-grijze kleur verkre
gen is. De rok heeft een verrassend ef
fect door de lichte en donkere nuance
ring, die slechts door maandenlangge
duldig handwerk verkregen is.
Ontwerp: Van Daal, Groningen.
warenhuis. Aan dezelfde toonbank wer
den ook étui's verkocht voor breipen
nen. Het is een plat étui voor plusminus
tien naalden. Het heeft aan weerskan
ten een klep. Opgerold neemt het niet
meer plaats in dan de lengte en iets
meer dan de dikte van de pennen. Voor
het geval wij niet meer weten of wij
met breipen nummero twee of tweeën
half te doen hebben, is er aan dit naal
den-étui een maatmeter gefixeerd. Door
verschillende ronde gaatjes geeft deze
precies de maat van de breipen aan.
Wat is het toch lastig dat de kluwen
wol ons iedere keer van de schoot glipt.
Hij rolt langs stoel- en tafelpoten,
kruipt onder de kast of vormt een ge
noeglijk speelgoed voor poes of baby.
Om dit te voorkomen bestaat er een
handige armband die de kluwen in de
onmiddellijke nabijheid van de breiende
handen houdt. Het is een wijde arm
band waaraan met een kogelscharnier-
tje een dik plastic pennetje hangt. Dit
is aan het uiteinde verbreed. Men duwt
dit gladde pennetje door de knot wol
die er aan blijft hangen door middel
van de verbrede punt. Doen we de
armband om, dan bungelt dus meteen
de wolknot aan de arm. Voor het geval
de wol wat losjes is gewonden en de
pen er misschien toch nog tussenuit
schiet, kan men een gummi ringetje
over het uiteinde doen en dan blijft de
knot werkelijk aldoor dicht bij onze
bezige handen.
ANNEKE.
de tekening dit aangeeft. Midden achter
wordt 8 cm aangeknipt voor een plooi,
deze plooi leggen we naar één kant,
zodat de naad niet te zien komt. Vei'der
komen er 2 figuurnaden in het achter
pand van 3 cm diep. Het voorpand is
geheel glad.
We maken nu eerst de rok helemaal
af en beginnen dan aan de zak. We
knippen hiervoor 2 lapjes van 20 cm
breed en 28 cm lang. In één van deze
lapjes maken we een split, op de ma
nier van een gepassepoilleerd knoops
gat. Daarna maken we de zak af en
rafelen de onderste 4 cm uit. Hierna
zetten we de zak aan de ceintuur en
het geheel is voltooid.
L. S.
De tijd breekt weer aan, dat we veel
een rok en blouse zullen dragen en
voor de liefhebsters van deze kleding
volgt hier een patroon van een nauwe
rok. Het aardige van deze rok is, dat er
een zak bij gemaakt is die aan de cein
tuur vast zit, zodat de rok mét en zon
der zak gedragen kan worden. Voor deze
rok hebben we 1.15 meter stof nodig
van 140 cm breed. Het patroon is ge
maakt voor maat 42. De taillewijdte is
72, heupwijdte 102, lengte 75 cm.
We gaan allereerst de maten contro
leren en als deze niet kloppen met het
patroon, dan veranderen we die even.
Daarna tekenen we de patronen op ware
grootte na, en leggen ze op de stof zoals
Een nieuwe herenmode: Een corduroy
vest in vrolijke ruit onder een donker
costuum. Dit is Amerikaans. In Europa
prefereert men wollen vesten van deze
kleur en nuance onder een sportjasje
.vlekken op meubilair van plafond-
witsel te verwijderen zijn met lauw
azijnwater? Daarna moeten de plekken
afgenomen worden met schoon water
en met was worden bij ge wreven.
zout geglazuurd aardewerk aan
tast? Geen zoute koekjes dus op een
dergelijk geglazuurd schaaltje!
De redactie van „De Jonge Kerk", het
maandblad voor Hervormde Jongeren heeft
een aantal interessante vragen voorgelegd
aan enkele bekende personen in binnen-
en buitenland. De vragen waren: 1. Is de
Kerk verouderd? Zo ja, waarom? 2. Is er
vernieuwing mogelijk? Hoe? 3. Wat is de
opdracht van de leken als de kerk „leken
kerk" moet worden? 4. Wat moet er dan
met de dominees gebeuren?
In Italië woont een predikant Tullio Vi-
nay, die zich een naam heeft gemaakt door
hoog in de Italiaanse bergen een geweldig
jeugdcentrum te bouwen. Ook hem werd
verzocht op bovenstaande vragen een ant
woord te geven. Het belangrijkste uit zijn
reactie geven wij u hierbij door.
Is de Kerk in haar huidige vorm ver
ouderd? Zo „ja", waarom?
De kerk is in haar leer levend. Geeste
lijk is zij echter verouderd, daar zij vooral
een aangelegenheid van de middenstanden
is geworden. Daardoor zijn haar arbeids
krachten verzwakt en is zij vervreemd
van de massa.
Momenteel treffen wij een geloofsvorm
aan, die wij in de Bijbel niet vinden en die
we daarom in de kerk niet mogen aan
treffen. Wij ontmoeten namelijk de indi
vidualistische gelovige, die op zijn eigen
zieleheil bedacht is en zich vanuit een
verkeerd vrijheidsbesef over het heil van
de ander niet bekommert of bekommeren
wil; hij denkt er niet over en hij vindt het
ook niet juist om zijn broeders hoeder te
zijn. Daarmee heeft de kerk opgehouden
een gemeenschap te zijn, en werd zij veel
meer tot een geestelijk-culturele vereniging
van mensen, die niet in het leven, maar
met het oog op een speciaal doel met el
kaar verbonden zijn.
De predikant verzorgt deze mensen en
spreekt met hen. Daar echter ieder van
hen voor zich zelf leeft als kerkleden die
geen onderlinge banden hebben maar we
zenlijk eenlingen zijn, kan zelfs de beste
dominee onmogelijk het niet functionneren
van de andere leden goed maken, door op
zijn eentje te doen wat allen eigenlijk
moeten verrichten.
Is er vernieuwing mogelijk? Hoe?
De kerk moet weer gemeente worden
ADVERTENTIE
dat U een superbon vindt in het U be
kende pakje Keg's koffie A.
Op elke 100 pakjes bevindt zich een ruim
aantal voorzien van 10 punten Punten
zijn verpakt niet alleen in Keg's koffie,
doch ook in Keg's thee, verpakte levens
middelen,custard, pudding.
Voor slechts 80 punten
stelt U zich in het bezit
van een zware badhand
doek, 70 punten halflinnen
theedoek, 50 punten witte
handdoek, 20 punten heren-
of dameszakdoek, 60 pun
ten bedrukt postpapier. In
elk pakje koffie Aeen
bon a 2l/2 punt; in thee
Boudoir; eeD bon k 1
punt.
Daar herhaaldelijk is gebleken, dat on
der de weggebruikers nog al enig mis
verstand bestaat over de bedoeling van
de witte streep op de Heemsteedse Dreef,
hebben wij ons ter nadere informatie tot
de Heemsteeds verkeerspolitie gewend,
die de volgende opheldering verschafte.
Bedoelde streep werd namelijk enige
tijd geleden aangebracht met hel oogmerk,
de wielrijders meer veiligheid te verschaf
fen. Wanneet; automobilisten hun wagen
immers tegen de trottoirrand parkeren,
zijn de wielrijders hier genoodzaakt naai
de middenweg uit te wijken, hetgeen in
verband met de intensiteit van het snel
verkeer op de Heemsteedse Dreef, meer
malen fatale aanrijdingen tengevolge heeft
gehad. Vandaar dat de automobilist gele
genheid werd geboden links van de streep
te parkeren, hetgeen de wielrijders in dit
geval een veilige rit aan de rechterzijde
garandeert.
Ideaal is deze oplossing evenwel aller
minst, vooral 's avonds niet, wanneer het
snelverkeer, mede doordat de verlichting
van de Heemsteedse Dreef nog steeds het
een en ander te wensen overlaat, plotse
ling op een auto stuit, die niet geheel
rechts van de weg is geparkeerd. De witte
streep is echter geen officieel rijwielpad,
zodat het parkeren aan beide zijden daar
van blijft geoorloofd.
Zolang evenwel nog geen stop- of par
keerverbod voor de Heemsteedse Dreef is
afgekondigd een maatregel waar de
politie slechts in uiterste noodzaak toe zal
overgaan wordt de autobezitters, be
zoekers en leveranciers dringend verzocht
hun wagen, in bet belang van de alge
mene verkeersveiligheid, te willen parke
ren op het eigen erf, of in een der vele
zijstraten. Op deze wijze kunnen dan on
getwijfeld nog verscheidene ongelukken
worden voorkomen.
Tenslotte was de politie er van over
tuigd, dat de witte streep de veiligheid
der wielrijders dusdanig heeft bevorderd,
dat het aantal aanrijdingen op de Heem
steedse Dreef, waarbij fietsers betrokken
waren, sindsdien sterk is afgenomen.
U kunt het Uzelf gemakkelijk maken
door het abonnementsgeld voor het
volgende kwartaal te voldoen op onze
postgirorekening no. 273107 ten name
van Haarlems Dagblad, U bespaart
daarmee incassokosten en vermijdt
geloop aan de deur.
Het te gireren bedrag is f6.10, post-
abonnés f 6.60.
U kunt het ons gemakkelijk maken
door Uw giro-opdracht te verzenden
vóór het eind van de maand. Wij be
hoeven dan geen kwitanties uit te
zenden.
Voor automatische girobetalingen
(het allergemakkelijkste) zijn formu
lieren op aanvraag gaarne ter be
schikking.
DE ADMINISTRATIE.
en dat niet alleen omdat ze zich aan moet
passen aan de huidige sociale stromingen,
maar eenvoudig om zichzelf terug te vin
den. Wanneer het huidige wereldprobleem
de vraag naar het samenleven der mensen
is, dan is dit een bewijs, dat de mens op
zoek is naar iets wat hem van de zijde van
de kerk niet in voldoende mate gepredikt
is! Wat wil gemeenschap anders zijn dan
dat de christenen werkelijk eikaars broe
ders zijn, dat zij elkaar helpen, dat zij de
problemen van de ander als de hunne gaan
zien.
Natuurlijk kan men over de broeder
liefde niet beschikken. Alleen de evange
lieprediking kan die in de harten doen ont
kiemen, maar dan blijft een splitsing van
de grote gemeenten in kleinere kerken
nodig om een wederzijds kennen en be
grijpen mogelijk te maken.
De kerk moet lekenkerk worden. Wat is
dan de taak der leken?
Nadat de leken van de eis van waarach
tig kerk-zijn in kennis gesteld zijn en door
de prediking van het evangelie onderwe
zen zijn, zullen zij ook weer iets van het
algemeen priesterschap der gelovigen gaan
verstaan. In de kerk vindt men veel gees
tesgaven. Niemand komt tot geloof of hij
ontvangt een speciale gave. Het bezit
daarvan erkennen en gebruiken betekent:
de kerk reorganiseren en haar met nieuwe
kracht laten werken.
De kerk als gemeenschap der gelovigen
moet over ieders gaven kunnen beschikken.
Ieder, zonder uitzondering, heeft zijn op
dracht. Als men met de uitdrukking „le
kenkerk" die gestalte van de kerk wil
omschrijven, waarin ieder lid zich van zijn
opdracht bewust en daardoor medeverant
woordelijk is, moet men daar met een po
sitief „ja" op antwoorden. Dit moet niet
gebeuren om de.kerk tot een overdreven
activiteit te bewegen (een geneesmiddel,
dat dikwijls erger is dan de kwaal zelf),
maar met de bedoeling om het evangelie
in het leven van alle kerkleden „vlees te
doen worden", zodat zijn liefde een daad
wordt en hem samenbindt bij elk optreden
van de gemeente naar binnen of naar
buiten.
Wat moet er met de dominees gebeuren?
En de dominees? Zij moeten eveneens
van hun bijzondere gaven in de gemeente
doen blijken. Zij moeten de predikers zijn
die het evangelie uitleggen, de zin en de
betekenis daarvan aan de gemeente dui
delijk maken en niet haar „factotum" zijn!
Hun opdracht wordt des te waardevoller
en zal door de anderen des te meer ge
waardeerd worden, wanneer zij hun eigen
lijke ambtswerk vervullen, dat is het evan
gelie aan de gemeente brengen. En hun
prediking die nu vaak heel abstract is
niet alleen door eigen schuld, maar ook
door de gemeente, die een theorie wenst,
die niemand kwetst zal nieuw en levend
worden. Nooit zal het werk van de predi
kant hoger aangeslagen worden dan wan
neer bij hem en bij de kerk het kerkisme
verdwenen is.
Ieder zal dan de behoefte voelen om
door een evangelische prediking vernieuwd
en gesterkt te worden bij het nakomen van
zijn opdracht.
De dominees zullen werkelijk dominees
zijn als zij bewuste levende mensen te
heiden hebben ep niet meer troosters moe
ten zijn van beklagenswaardige,individuele
vrome mensen, die geestelijk met zichzelf
tevreden, tenslotte de zin van 't dominees
ambt vermoorden.
O^erkort weergegeven)
Het Federalisme. Wij allen worden als
het ware met een min of meer harde plons
in de levenszee gesmakt en vormen om ons
heen in steeds wijder kring de rimpelin
gen in het water van deze levenszee. Deze
rimpelingen nemen in intensiteit af naar
mate ze verder doordringen, doch het is
niet mogelijk een aantal van deze rimpe
lingen weg te denken.
Zo gaat het in zekere zin ook met het
federalisme. Wil men komen tot een fede
ratie van Europa en van de wereld, dan
zal men moeten beginnen de grondslagen,
waarop het federalisme berust, volledig
onder de knie te krijgen, want het federa
lisme vraagt mensen, die bij voortduring
het zeer ingewikkelde maatschappelijke
beeld trachten in te vullen met hun eigen
leven, staatkundig, individueel, regionaal,
economisch, sociaal, kortom van alle
kanten.
Een grondige bestudering van het fede
ralisme zal er toe leiden dat men dit niet
langer als een nummer in de catalogus van
staatsrechtelijke mogelijkheden ziet, een
onder bijzondere omstandigheden aan
vaardbare noodoplossing, maar als het
hoogste ideaal van staatkundige organisa
tie, waar men ooit naar zou kunnen
streven, omdat alleen het federalisme in
staat is de aan het wezen van de gemeen
schap verbonden autonomie op hoger plan
te brengen en omdat .het federalisme de
zuiverste vorm van democratie inhoudt.
De ware federalist kan derhalve nooit
alleen maar Europees- of alleen maar
Wereldfederalist zijn, maar hij zal het
federalisme willen zien toegepast in alle
levensgebieden. Dit betekent echter een
machtig stuk volksopvoeding om de ver
derfelijke invloed van ruim anderhalve
eeuw Jacobinistische éénheidsgedachte,
waarop verreweg de meeste souvereine
staten zijn gebouwd, tegen te gaan. Pas
indien algemeen wordt erkend dat het
federalisme de hoogst bereikbare vorm van
democratie betekent, kan men zonder ge
vaar voor ontsporingen tot het stichten
van boven-nationale federaties overgaan.
Juist omdat er voor de werkelijke fede
ralisten geen essentieel, hoogstens een gra
dueel verschil bestaat tussen Europees- en
Wereldfederalisme, vragen zij zich af, of
het langzamerhand geen tijd wordt alle
federalisten in één organisatie te verenigen.
Het zijn immers dezelfde mensen, die zich
voor de federalisatie van Europa en van de
wereld interesseren, vooropgesteld althans
dat werkelijk het federalisme daarbij als
richtsnoer geldt.
Wij, Nederlanders, kunnen op de meest
vruchtbare wijze aan ae totstandkoming
van een Verenigd Europa en van een Ver
enigde Wereld op federalistische grondslag
werken door in eigen land de mensen te
leren van het federalisme is, wat het be
tekent en wat het inhoudt.
P. C. HEISER,
J. v. Stolberglaan 328, 's-Gravenliage,