Is de Kerk verouderd Levensstijl der tijden in kleine steekjes vastgelegd Kousen, enkels, regen en hulpjes bij het breien Weet u wel dat Rok met losse zak Het zal U gebeuren Minder ongelukken op Heemsteedse Dreef *5Brieven aan de redactie 11 VIER EEUWEN BORDUURKUNST „Naalden werken wonderen" WANDELING LANGS DE WINKELRAMEN DIT MAKEN WE ZELF KERKELIJK LEVEN Door witte streep Betaling abonnementsgeld per giro SATERDAG 19 SEPTEMBER 1953 oor 'O uw Borduursel op gestreepte beige zijde uit Frankrijk, uitgevoerd in natuurlijke bloemenlinten en bezet met steentjes. hoofdzakelijk voor kerkelijke doelein den gebruikt; wand- en altaarkleder., kazuifels, mijters, manipels en de kle ding voor de kerkdienaars, dat alles werd bewerkt met wol, zijde en goud draad. En omdat het gouddraad meestal te dik was om door de linnen onder grond te worden getrokken, werd dit in bundels opgelegd en met kleine draadjes vastgehouden. Naarmate de vaardigheid in het bor duren echter groter werd, nam de weelderigheid van het werk toe. Lang zamerhand ging men er zelfs toe over om behalve zijde, wol, goud- en zilver draad ook uitgeplet goud en kostbare stenen te verwerken, waarvan de eer ste bekende voorbeelden dateren uit de achtste eeuw. Uit de tijd van Karei de Grote, die zelf volgens de overlevering een groot liefhebber van geborduurde stoffen was getuige zijn met goud en juwelen bestikte staatsiegewaden zijn nog verschillende grote stukken bewaard. In de Duitse landen bloeide de bor duurkunst op in de tijd van de Gothiek en het werk, dat toen in de kloosters vervaardigd werd, was toen lang niet allemaal meer bestemd voor kerkelijk gebruik, maar veel maakte men in op dracht van rijke edellieden. En waar de inspiratie voor eigen ontwerpen ont brak, daar werkten de zelfstandige bor- duurders (grotendeels mannen) ook in ons land volgens nauwkeurig om schreven opdrachten. Hoe meer de jaren zich tot eeuwen aaneenrijgen en ook de eeuwen ver strijken, blijkt de borduurkunst echter achteruit te gaan en wanneer tenslotte in de negentiende eeuw in Duitsland een methode wordt uitgevonden om mechanisch te borduren, is het met het borduren als vorm van scheppende kunst welhaast helemaal gedaan. Weliswaar doen kunstnijverheids scholen, huishoudscholen en huisvrou wenverenigingen in ons land momenteel weer ernstige pogingen om deze oude kunst weer wat nieuw leven in te bla zen, maar of zij hierin ooit zullen sla gen, is voorlopig nog een open vraag-. J. S. In het Willet Ilolthuysen Museum in Amsterdam kunnen we tot 15 October ervaren, wat mannen en vrouwen door vier eeuwen heen in verschillende lan den op het gebied van borduren heb ben gepresteerd. In dit museum wordt namelijk onder de naam van „Naalden werken wonderen" een tentoonstelling gehouden, waar borduurkunst, mode en historie hand in hand gaan en die voor de hartstochtelijke borduurster even interessant en betoverend is als voor de stille bewonderaarster en leek op dit zo bij uitstek kunstzinnig handwerk terrein. De levensstijl der tijden ligt hier als het ware in kleine steekjes voor ons vastgelegd Zo kunnen we zien hoe de herenmut sen in Groot-Brittannië er in de zeven tiende eeuw uitzagen: van wit linnen, naar boven uitlopend in een punt en mét een omgeslagen'.brede rand. Zowel dé rand als de bol zijn met verschillen de motieven in kleurige zij geborduurd. De herenvesten uit de achttiende eeuw spreken al niet minder tot onze ver beelding. Zij zijn van witte zij en zijn geborduurd met kleine bloemmotiefjes, van boven tot onder. In Frankrijk bestonden de bretels toen uit ongeveer 1 decimeter brede zijden band, over de hele lengte met kleine fantasie-patroontjes in heldere kleurtjes geborduurd.... Uit China hangt er een keizerlijke mantel uit de achttiende eeuw, bewerkt met de karakteristieke Oosterse motie ven en zelfs de mouwranden, gebor duurd met de acht beroemde paarden van koning Mu Wang (1001-946 v. Chr.) kunnen we op deze tentoonstelling be wonderen. En een bidmatje uit Perzië, waarop met zijde een tuinpatroon is geborduurd, heeft hier even veel recht van hangen als het haremgordijntje uit de Balkan: een lap katoen, waaruit figuurtjes zijn geknipt. Deze kleine openingen in het doek zijn weer omgebiesd met lapjes van afstekende kleuren en achter dit geheel hangt een dun gaas, waardoor het onmogelijk is naar binnen te kijken, maar waardoor men wel naar buiten kan zien. Och, het is eigenlijk allemaal even interessant: het Bretonse tasje van ge borduurde varkensblaas evenzeer als de achttiende-eeuwse blouse en cape voor een toreador en het Hongaarse baby mutsje met zijden borduursel en goud kant getuigt van niet minder grote bor duurkunst als het zeventiende eeuwse zeldzame, gekleurde stopwerk op mous seline uit Griekenland, de doopjurk van ananasvezel met ajourwerk af komstig uit Manilla of de „schilde rijtjes" van het zogenaamde „stump- work". Hierbij worden behalve zijde, lovertjes en kralen, ook haar, fazanten veren, koraal, pareltjes en stukjes kant tot een geheel verwerkt. Waarlijk, alles is even kunstig en waarschijnlijk voor de meesten van ons ook even onbegrijpelijk. Wanneer we dan zo tussen de eeuwen door van Armenië naar China, van Mexico naar Italië of van Griekenland naar Hongarije wandelen, gaan onze gedachten vanzelf terug naar de oor sprong van de borduurkunst. Zowel bij de Chinezen als bij de In diërs, bij de oude bewoners van Mexico, bij de Babyloniërs als bij de bewoners van het Westen vinden we dan voor beelden van deze weefsel versieringen en waar het materiaal zelf te verganke lijk is gebleken om ons de ouderdom van de kunst te kunnen bewijzen, daar hebben Assyriërs, Babyloniërs, Perzen en Grieken in steen of aardewerk af beeldingen nagelaten van de borduur sels, waarmee zij de tenten, kleren en schabrakken van hun paarden versier den. Wanneer we echter bedenken, dat men in die tijd gebruik moest maken van benen of palmhouten naalden, kun nen we wel begrijpen, dat dit oorspron kelijke borduurwerk wat fijnheid be treft nogal wat te wensen overliet! In de Middeleeuwen, toen de Kerk het culturele centrum van de Gemecn- Mhap vormde, werden borduurwerken Voor moeders die een hekel hebben aan het stoppen van de kousen hunner spruiten zijn kinder-sportkousen van 100 nylon aan te raden. Ze zijn elas tisch en vrijwel onverslijtbaar. Ze leken sterk op de kous en sok die in ons blad van 20 Juni zijn beschreven. Zoals u zich ongetwijfeld herinnert waren deze gemaakt van elastisch nylongaren. Over nylons gesproken: er bestaat een vloeistof cm nylons tegen ophalen te beschermen. Deze „Nylife" bevat onder andere Polycrol en Polycrol ge bruiken de nylonfabrikanten om hun nylongoederen sterk en rekbaar te ma ken. Wanneer de kledingstukken gewassen zijn en goed gespoeld, mengt men door een kom warm water een paar druppels Nylife. Hierin wordt het natte goed gedom peld. Na een paar minuten haalt men de kledingstukken uit de kom en hangt ze zonder verder gespoel of ge- wring te drogen. In die paar minuten heeft zich het proces voltrokken: de Polycrol heeft zich aan het nylon vast gehecht en elke draad bekleed met een onzichtbaar dun laagje anti-slip. Hoe gauw komen niet in onze nieuwe kou sen lelijke ophaal-streepjes die de kous op het been rimpelig en oud doen.lijken. Als wij de kousen elke avond na het wassen bewerken met de genoemde vloeistof kunnen wij ook elke morgen onze (mooie) benen in altijd mooie kousen steken. Een grapje, dat ik in Holland nog niet heb zien dragen en dat in een toonkast van een groot warenhuis lag, is het enkelbandje. Het is een smal leren riempje versierd met blinkende knop jes. De riempjes worden om de enkel over een sportsok gedragen. Mooi lijkt het me niet, op zijn best geschikt voor jonge meisjes met slanke enkels. In Amerika worden de enkelbandjes vrij veel gedragen. Sommige ongetrouwde vrouwen dragen een gouden bandje of kettinkje om de linker enkel, naar men zegt om de aandacht te vestigen op hun ongehuwde staat. Wel schijnt terwijl ik dit schrijf de zon met duizend stralen waarmee zij onze Septemberkoude bodies verwarmt. Helaas zal zij zich toch weer achter wolken moeten verschuilen en er zullen straks als ieder jaar schijnbaar einde loze regendagen komen. Wat kunnen wij ons dan beter aanschaffen dan een plastic regencape? De cape wordt ons heel practisch aangeboden in een kleine ronde koker, zodat zij gemakkelijk in een wat ruime handtas kan worden meegevoerd. De capes zijn uiterst licht in gewicht en behalve transparant in verschillende kleuren verkrijgbaar. Hoewel volgens Van Dale's Nieuw Groot Woordenboek een cape een schouder mantel met kap of hoge kraag is heb ben deze vederlichte capes geen van beide. Ge kunt er dus een plastic drie kanten doekje bijkopen of een regen hoedje, maar ik zag in hetzelfde mode huis iets dat het ook heel goed zou doen. Hoe het geval precies heet weet ik niet, ik zou het een „hoed-doekje" willen noemen. Het is een stevige vierkante doek, gemaakt van twee op elkaar ge stikte lapjes. De éne stof is waterdicht, de andere is linnen of vilt. Tussen de zoom van één der vier kanten is een buigzame klem geschoven en zo vast gemaakt, dat deze er niet tussen uit kan glippen. Aan die kant heeft het doekje de vorm gekregen van een rond mutsje. Aan de tegenover liggende kant is franje aangebracht in de kleur van het linnen of het vilt. Bovendien zit aan de binnenkant een elastiekje om onder het haar te doen tegen het af waaien. Zo geeft dit hoed-doekje het idee van een hoedje, terwijl over het achterhoofd een jolig doekje wappert met franje en al. Aangezien we het nu toch over regen hebben kan ik meteen even uw aan dacht vestigen op een regenbeschermer voor de handtas. Er zijn mensen met zulke héél mooie leren handtassen. Zij zouden zich misschien een dergelijke doorschijnende plastic hoes willen aan schaffen, die als een zakje om de tas wordt geschoven. De hoes is verkrijg baar aan de plastic-afdeling van een „Blue-back"-mantel in een modern redingote-model. Voor het bovenstuk zijn de zeehondenvellen zo verwerkt, dat een egaal staal'-grijze kleur verkre gen is. De rok heeft een verrassend ef fect door de lichte en donkere nuance ring, die slechts door maandenlangge duldig handwerk verkregen is. Ontwerp: Van Daal, Groningen. warenhuis. Aan dezelfde toonbank wer den ook étui's verkocht voor breipen nen. Het is een plat étui voor plusminus tien naalden. Het heeft aan weerskan ten een klep. Opgerold neemt het niet meer plaats in dan de lengte en iets meer dan de dikte van de pennen. Voor het geval wij niet meer weten of wij met breipen nummero twee of tweeën half te doen hebben, is er aan dit naal den-étui een maatmeter gefixeerd. Door verschillende ronde gaatjes geeft deze precies de maat van de breipen aan. Wat is het toch lastig dat de kluwen wol ons iedere keer van de schoot glipt. Hij rolt langs stoel- en tafelpoten, kruipt onder de kast of vormt een ge noeglijk speelgoed voor poes of baby. Om dit te voorkomen bestaat er een handige armband die de kluwen in de onmiddellijke nabijheid van de breiende handen houdt. Het is een wijde arm band waaraan met een kogelscharnier- tje een dik plastic pennetje hangt. Dit is aan het uiteinde verbreed. Men duwt dit gladde pennetje door de knot wol die er aan blijft hangen door middel van de verbrede punt. Doen we de armband om, dan bungelt dus meteen de wolknot aan de arm. Voor het geval de wol wat losjes is gewonden en de pen er misschien toch nog tussenuit schiet, kan men een gummi ringetje over het uiteinde doen en dan blijft de knot werkelijk aldoor dicht bij onze bezige handen. ANNEKE. de tekening dit aangeeft. Midden achter wordt 8 cm aangeknipt voor een plooi, deze plooi leggen we naar één kant, zodat de naad niet te zien komt. Vei'der komen er 2 figuurnaden in het achter pand van 3 cm diep. Het voorpand is geheel glad. We maken nu eerst de rok helemaal af en beginnen dan aan de zak. We knippen hiervoor 2 lapjes van 20 cm breed en 28 cm lang. In één van deze lapjes maken we een split, op de ma nier van een gepassepoilleerd knoops gat. Daarna maken we de zak af en rafelen de onderste 4 cm uit. Hierna zetten we de zak aan de ceintuur en het geheel is voltooid. L. S. De tijd breekt weer aan, dat we veel een rok en blouse zullen dragen en voor de liefhebsters van deze kleding volgt hier een patroon van een nauwe rok. Het aardige van deze rok is, dat er een zak bij gemaakt is die aan de cein tuur vast zit, zodat de rok mét en zon der zak gedragen kan worden. Voor deze rok hebben we 1.15 meter stof nodig van 140 cm breed. Het patroon is ge maakt voor maat 42. De taillewijdte is 72, heupwijdte 102, lengte 75 cm. We gaan allereerst de maten contro leren en als deze niet kloppen met het patroon, dan veranderen we die even. Daarna tekenen we de patronen op ware grootte na, en leggen ze op de stof zoals Een nieuwe herenmode: Een corduroy vest in vrolijke ruit onder een donker costuum. Dit is Amerikaans. In Europa prefereert men wollen vesten van deze kleur en nuance onder een sportjasje .vlekken op meubilair van plafond- witsel te verwijderen zijn met lauw azijnwater? Daarna moeten de plekken afgenomen worden met schoon water en met was worden bij ge wreven. zout geglazuurd aardewerk aan tast? Geen zoute koekjes dus op een dergelijk geglazuurd schaaltje! De redactie van „De Jonge Kerk", het maandblad voor Hervormde Jongeren heeft een aantal interessante vragen voorgelegd aan enkele bekende personen in binnen- en buitenland. De vragen waren: 1. Is de Kerk verouderd? Zo ja, waarom? 2. Is er vernieuwing mogelijk? Hoe? 3. Wat is de opdracht van de leken als de kerk „leken kerk" moet worden? 4. Wat moet er dan met de dominees gebeuren? In Italië woont een predikant Tullio Vi- nay, die zich een naam heeft gemaakt door hoog in de Italiaanse bergen een geweldig jeugdcentrum te bouwen. Ook hem werd verzocht op bovenstaande vragen een ant woord te geven. Het belangrijkste uit zijn reactie geven wij u hierbij door. Is de Kerk in haar huidige vorm ver ouderd? Zo „ja", waarom? De kerk is in haar leer levend. Geeste lijk is zij echter verouderd, daar zij vooral een aangelegenheid van de middenstanden is geworden. Daardoor zijn haar arbeids krachten verzwakt en is zij vervreemd van de massa. Momenteel treffen wij een geloofsvorm aan, die wij in de Bijbel niet vinden en die we daarom in de kerk niet mogen aan treffen. Wij ontmoeten namelijk de indi vidualistische gelovige, die op zijn eigen zieleheil bedacht is en zich vanuit een verkeerd vrijheidsbesef over het heil van de ander niet bekommert of bekommeren wil; hij denkt er niet over en hij vindt het ook niet juist om zijn broeders hoeder te zijn. Daarmee heeft de kerk opgehouden een gemeenschap te zijn, en werd zij veel meer tot een geestelijk-culturele vereniging van mensen, die niet in het leven, maar met het oog op een speciaal doel met el kaar verbonden zijn. De predikant verzorgt deze mensen en spreekt met hen. Daar echter ieder van hen voor zich zelf leeft als kerkleden die geen onderlinge banden hebben maar we zenlijk eenlingen zijn, kan zelfs de beste dominee onmogelijk het niet functionneren van de andere leden goed maken, door op zijn eentje te doen wat allen eigenlijk moeten verrichten. Is er vernieuwing mogelijk? Hoe? De kerk moet weer gemeente worden ADVERTENTIE dat U een superbon vindt in het U be kende pakje Keg's koffie A. Op elke 100 pakjes bevindt zich een ruim aantal voorzien van 10 punten Punten zijn verpakt niet alleen in Keg's koffie, doch ook in Keg's thee, verpakte levens middelen,custard, pudding. Voor slechts 80 punten stelt U zich in het bezit van een zware badhand doek, 70 punten halflinnen theedoek, 50 punten witte handdoek, 20 punten heren- of dameszakdoek, 60 pun ten bedrukt postpapier. In elk pakje koffie Aeen bon a 2l/2 punt; in thee Boudoir; eeD bon k 1 punt. Daar herhaaldelijk is gebleken, dat on der de weggebruikers nog al enig mis verstand bestaat over de bedoeling van de witte streep op de Heemsteedse Dreef, hebben wij ons ter nadere informatie tot de Heemsteeds verkeerspolitie gewend, die de volgende opheldering verschafte. Bedoelde streep werd namelijk enige tijd geleden aangebracht met hel oogmerk, de wielrijders meer veiligheid te verschaf fen. Wanneet; automobilisten hun wagen immers tegen de trottoirrand parkeren, zijn de wielrijders hier genoodzaakt naai de middenweg uit te wijken, hetgeen in verband met de intensiteit van het snel verkeer op de Heemsteedse Dreef, meer malen fatale aanrijdingen tengevolge heeft gehad. Vandaar dat de automobilist gele genheid werd geboden links van de streep te parkeren, hetgeen de wielrijders in dit geval een veilige rit aan de rechterzijde garandeert. Ideaal is deze oplossing evenwel aller minst, vooral 's avonds niet, wanneer het snelverkeer, mede doordat de verlichting van de Heemsteedse Dreef nog steeds het een en ander te wensen overlaat, plotse ling op een auto stuit, die niet geheel rechts van de weg is geparkeerd. De witte streep is echter geen officieel rijwielpad, zodat het parkeren aan beide zijden daar van blijft geoorloofd. Zolang evenwel nog geen stop- of par keerverbod voor de Heemsteedse Dreef is afgekondigd een maatregel waar de politie slechts in uiterste noodzaak toe zal overgaan wordt de autobezitters, be zoekers en leveranciers dringend verzocht hun wagen, in bet belang van de alge mene verkeersveiligheid, te willen parke ren op het eigen erf, of in een der vele zijstraten. Op deze wijze kunnen dan on getwijfeld nog verscheidene ongelukken worden voorkomen. Tenslotte was de politie er van over tuigd, dat de witte streep de veiligheid der wielrijders dusdanig heeft bevorderd, dat het aantal aanrijdingen op de Heem steedse Dreef, waarbij fietsers betrokken waren, sindsdien sterk is afgenomen. U kunt het Uzelf gemakkelijk maken door het abonnementsgeld voor het volgende kwartaal te voldoen op onze postgirorekening no. 273107 ten name van Haarlems Dagblad, U bespaart daarmee incassokosten en vermijdt geloop aan de deur. Het te gireren bedrag is f6.10, post- abonnés f 6.60. U kunt het ons gemakkelijk maken door Uw giro-opdracht te verzenden vóór het eind van de maand. Wij be hoeven dan geen kwitanties uit te zenden. Voor automatische girobetalingen (het allergemakkelijkste) zijn formu lieren op aanvraag gaarne ter be schikking. DE ADMINISTRATIE. en dat niet alleen omdat ze zich aan moet passen aan de huidige sociale stromingen, maar eenvoudig om zichzelf terug te vin den. Wanneer het huidige wereldprobleem de vraag naar het samenleven der mensen is, dan is dit een bewijs, dat de mens op zoek is naar iets wat hem van de zijde van de kerk niet in voldoende mate gepredikt is! Wat wil gemeenschap anders zijn dan dat de christenen werkelijk eikaars broe ders zijn, dat zij elkaar helpen, dat zij de problemen van de ander als de hunne gaan zien. Natuurlijk kan men over de broeder liefde niet beschikken. Alleen de evange lieprediking kan die in de harten doen ont kiemen, maar dan blijft een splitsing van de grote gemeenten in kleinere kerken nodig om een wederzijds kennen en be grijpen mogelijk te maken. De kerk moet lekenkerk worden. Wat is dan de taak der leken? Nadat de leken van de eis van waarach tig kerk-zijn in kennis gesteld zijn en door de prediking van het evangelie onderwe zen zijn, zullen zij ook weer iets van het algemeen priesterschap der gelovigen gaan verstaan. In de kerk vindt men veel gees tesgaven. Niemand komt tot geloof of hij ontvangt een speciale gave. Het bezit daarvan erkennen en gebruiken betekent: de kerk reorganiseren en haar met nieuwe kracht laten werken. De kerk als gemeenschap der gelovigen moet over ieders gaven kunnen beschikken. Ieder, zonder uitzondering, heeft zijn op dracht. Als men met de uitdrukking „le kenkerk" die gestalte van de kerk wil omschrijven, waarin ieder lid zich van zijn opdracht bewust en daardoor medeverant woordelijk is, moet men daar met een po sitief „ja" op antwoorden. Dit moet niet gebeuren om de.kerk tot een overdreven activiteit te bewegen (een geneesmiddel, dat dikwijls erger is dan de kwaal zelf), maar met de bedoeling om het evangelie in het leven van alle kerkleden „vlees te doen worden", zodat zijn liefde een daad wordt en hem samenbindt bij elk optreden van de gemeente naar binnen of naar buiten. Wat moet er met de dominees gebeuren? En de dominees? Zij moeten eveneens van hun bijzondere gaven in de gemeente doen blijken. Zij moeten de predikers zijn die het evangelie uitleggen, de zin en de betekenis daarvan aan de gemeente dui delijk maken en niet haar „factotum" zijn! Hun opdracht wordt des te waardevoller en zal door de anderen des te meer ge waardeerd worden, wanneer zij hun eigen lijke ambtswerk vervullen, dat is het evan gelie aan de gemeente brengen. En hun prediking die nu vaak heel abstract is niet alleen door eigen schuld, maar ook door de gemeente, die een theorie wenst, die niemand kwetst zal nieuw en levend worden. Nooit zal het werk van de predi kant hoger aangeslagen worden dan wan neer bij hem en bij de kerk het kerkisme verdwenen is. Ieder zal dan de behoefte voelen om door een evangelische prediking vernieuwd en gesterkt te worden bij het nakomen van zijn opdracht. De dominees zullen werkelijk dominees zijn als zij bewuste levende mensen te heiden hebben ep niet meer troosters moe ten zijn van beklagenswaardige,individuele vrome mensen, die geestelijk met zichzelf tevreden, tenslotte de zin van 't dominees ambt vermoorden. O^erkort weergegeven) Het Federalisme. Wij allen worden als het ware met een min of meer harde plons in de levenszee gesmakt en vormen om ons heen in steeds wijder kring de rimpelin gen in het water van deze levenszee. Deze rimpelingen nemen in intensiteit af naar mate ze verder doordringen, doch het is niet mogelijk een aantal van deze rimpe lingen weg te denken. Zo gaat het in zekere zin ook met het federalisme. Wil men komen tot een fede ratie van Europa en van de wereld, dan zal men moeten beginnen de grondslagen, waarop het federalisme berust, volledig onder de knie te krijgen, want het federa lisme vraagt mensen, die bij voortduring het zeer ingewikkelde maatschappelijke beeld trachten in te vullen met hun eigen leven, staatkundig, individueel, regionaal, economisch, sociaal, kortom van alle kanten. Een grondige bestudering van het fede ralisme zal er toe leiden dat men dit niet langer als een nummer in de catalogus van staatsrechtelijke mogelijkheden ziet, een onder bijzondere omstandigheden aan vaardbare noodoplossing, maar als het hoogste ideaal van staatkundige organisa tie, waar men ooit naar zou kunnen streven, omdat alleen het federalisme in staat is de aan het wezen van de gemeen schap verbonden autonomie op hoger plan te brengen en omdat .het federalisme de zuiverste vorm van democratie inhoudt. De ware federalist kan derhalve nooit alleen maar Europees- of alleen maar Wereldfederalist zijn, maar hij zal het federalisme willen zien toegepast in alle levensgebieden. Dit betekent echter een machtig stuk volksopvoeding om de ver derfelijke invloed van ruim anderhalve eeuw Jacobinistische éénheidsgedachte, waarop verreweg de meeste souvereine staten zijn gebouwd, tegen te gaan. Pas indien algemeen wordt erkend dat het federalisme de hoogst bereikbare vorm van democratie betekent, kan men zonder ge vaar voor ontsporingen tot het stichten van boven-nationale federaties overgaan. Juist omdat er voor de werkelijke fede ralisten geen essentieel, hoogstens een gra dueel verschil bestaat tussen Europees- en Wereldfederalisme, vragen zij zich af, of het langzamerhand geen tijd wordt alle federalisten in één organisatie te verenigen. Het zijn immers dezelfde mensen, die zich voor de federalisatie van Europa en van de wereld interesseren, vooropgesteld althans dat werkelijk het federalisme daarbij als richtsnoer geldt. Wij, Nederlanders, kunnen op de meest vruchtbare wijze aan ae totstandkoming van een Verenigd Europa en van een Ver enigde Wereld op federalistische grondslag werken door in eigen land de mensen te leren van het federalisme is, wat het be tekent en wat het inhoudt. P. C. HEISER, J. v. Stolberglaan 328, 's-Gravenliage,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 13