Haa
Situatie van volkshuishouding
op lange termijn geeft zorgen
PAARDEN
Belangrijke verhogingen strekken tot
verbetering der muziekopleiding
Thuiskomst
Jumbo en de
kleurplaat: De slangenbezweerder
We maken een
boekomslag
Mijn hondje Tobias
Onze puzzle
Van 2 tot 11 October
een „Deense week
Ruggesteun van deviezenreserve
onmisbaar, zegt minister Zijlstra
Nieuw Guinea in 1954
Voor zendingen
A. B.C.
feuilleton
ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1953
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
4
OPRECH'
Avontuur van een konijn
Begroting der kunstsubsidies
Biljarten
Om de zilveren bal
AUTORIJLES bij v. d. ZEE
betekent R 13 B E W IJ S OKé
door Mevr. Byleveld-Gelinck
Binnenplaats Stadsdoelen
nu verlicht
't Was op een mooie dag in Mei
des morgens om een uur of zeven.
Twee paardjes stonden in de wei
en wilden wel eens wat beleven!
Het ene zei: „Het hek is los,
daar moeten wij van profiteren!"
En daarop sprak het and're ros:
„Wij gaan om nimmer weer te keren!"
Dus stapten zij het weiland uit
en wandelden door stille dreven.
Van vreugde hinnikten zij luid,
zó heerlijk vonden zij het leven!
Maar dat was dom, want dat misbaar
riep vele mensen naar de ramen.
Die zeiden toen tegen elkaar:
„Kijk die twee dieren nu eens samen!"
Maar dat mag vast niet van hun baas,
daar moeten we iets op verzinnen.
Dat is toch werkelijk dl te dwaas!
Straks huppelen ze hier nog binnen!"
Ze belden de politie op
en vier agenten op een rijtje
pakten de paarden bij hun kop
en brachten ze weer naar het weitje.
De klok sloeg toen juist negen uur,
daar stonden ze weer in hun landje.
Ze keken beide danig zuur
en gaven toen elkaar een standje:
„Jij maakte zo'n lawaai op straat!"
zei d' een. En „Nietes, jij!" de ander.
Zeg dommerds, als je nog eens gaat,
hou dan je kaken op elkander!
Mijn jonge hond heet Tobias,
Hij is van heel bijzonder ras,
met korte pootjes, lange staart
en spitse oortjes, maar géén baard.
Hij speelt graag met een prop papier
- en heeft dan razend veel plezier -
of met een grote gummibal
die hij van buurmans Jantje stal!
Ook gaat hij heel erg graag mee uit
en keft dan met een schel geluid,
Zodat de buren daad'lijk weten:
„Die Tobias - die krijgt weer eten,
óf - hij mag wand'len met de baas.
Wat doet die klein hond weer dwaas!"
Maar Tobias kan dat niets schelen,
hij rent en draaft en is aan 't spelen
met alles wat hij buiten vindt,
en blaft heel hard naar ieder kind,
wat in de hondentaal beduidt:
„Zeg, zie je wel, 'k ben lekker uit!"
J. E. H.-de R.
Begin bij de hoofdletter H en volg de
draadjes van papiertje tot papiertje. Je
leest dan een spreekwoord.
Dit boekomslag past om haast leuer
boek. Je kunt het maken van jute en
boort het om met boorband. De maat
van de jute staat in de tekening. Mid
den over dit stukje jute borduur je te
kening A. (Elk hokje in de tekening
zijn vier gaatjes in de stof). Tekening
B wordt geborduurd in de twee boven
hoeken. Vóór je dit doet, doe je het
omslag om een boek om de plaats te be
palen, waar ze moeten komen.
De bloem van tekening C. borduur je
in het midden van de voorkant. Ziezo,
dat is klaar. En nu maar fijn lezen!
Voor kinderen van vijf tot acht jaar
stelde Ma ja van Heemstra de gezellige
avonturen van Wippie te boek. Wippie
is een konijntje. Met zijn vriendjes
Brammetje Veldmuis, Langoortje Haas
en Evert je Eekhoorn haalt hij allerlei
stoute dierenstreken uit.
„Wippie" is een boek van 86 bladzij
den, dat door de firma Ploegsma in
Amsterdam werd uitgegeven. R. van
Starckenborgh van Straten tekende er
platen bij.
Trek met potlood een lijn van 1 naar 2 en zo vervolgens tot 51 en je weet, waar
Jumbo zo hard tegen duwt.
o
0
4:
Het op' de begroting van het ministerie
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
voor 1954 uitgetrokken bedrag voor de
afdeling kunsten, vertoont in vergelijking
met het vorige paar een stijging van
1.105.765.Deze in verhouding onge
twijfeld aanzienlijke verhoging (ongeveer
22%) is noodzakelijk gebleken om onze
grote culturele instellingen, zoals de opera,
de orkesten en de toneelgezelschappen, in
staat te stellen hun werkzaamheden op
verantwoorde wijze voort te zetten en de
opleiding van en steun aan kunstenaars
te verbeteren. Voorts moest men voor de
noodzakelijke uitbreiding der geografische
en sociale cultuurspreiding gelden ter be
schikking hebben.
De minister is van oordeel, dat het sub
sidiebeleid in de sector der kunsten in de
laatste jaren zodanig is gevoerd, dat bij
aanvaarding van het wetsontwerp ge
sproken kan worden van een zekere af
ronding der overheidsbemoeiingen met de
kunst. Hij wil hiermede allerminst ont
kennen, dat voor verscheidene posten van
deze afdeling een verhoging zeer wense
lijk en in de komende jaren wellicht nood
zakelijk zal zijn. Maar wel meent de mi
nister, dat thans een vrij volledig beeld
is gegeven van de verschillende terreinen
van kunstbeoefening en cultuurspreiding,
waarop de rijksoverheid een taak heeft te
vervullen. Het zal daarom zaak zijn deze
taak in de komende jaren te consolideren
en voor de juiste uitoefening daarvan, voor
zover mogelijk, wettelijke regels vast te leg
gen. Een eerste stap daartoe ziet de minis
ter in het totstandkomen van een wet op
de Raad voor de kunst, waarvoor binnen
kort een ontwerp aan de Staten Generaal
zal worden aangeboden.
Bij het Amsterdams Conservatorium
moet gesproken worden van een financieel
zeer onbevredigende toestand. De salaris
sen van de leraren zijn onvoldoende. De
schoolgelden zijn dermate hoog, dat de
mogelijkheid tot verlaging dient te worden
geopend. Met het gemeentebestuur van
Amsterdam en het provinciaal bestuur van
Noordholland wordt overleg gepleegd om
aan deze noodtoestand een einde te maken.
Het aandeel van het rijk in de kosten
van de gewenste salarisverhoging zal ge
steld moeten worden op ongeveer 30.000.
Er blijkt een ontstellend tekort aan com
petente krachten te bestaan, indien in de
gesubsidieerde symphonie-orkesten vaca
tures vervuld moeten worden. Wat de
Opera betreft is er behoefte aan grondig
opgeleide zangers en zangeressen. De mi
nister acht het daarom van het grootste
belang, dat de opleiding tot orkestmusicus
of operazanger wordt gestimuleerd. Een
van de middelen daartoe is het toekennen
van studiebeurzen op ruimere schaal. Daar
om is voorgesteld het bedrag van 30.000
met 10.000 te verhogen.
Toneel en opera
De Nederlandse Opera heeft een zodanig
artistiek peil bereikt, dat aan het orkest
dezer instelling dezelfde eisen worden ge
steld als aan de grote gesubsidieerde sym-
phonieorkesten. De minister acht het daar
om redelijk, dat de salarissen van de leden
van dit orkest worden gébracht op het
peil van de salarissen van dff leden van
bedoelde symphonie-orkesten.
Van 2 tot 11 October zal in ons land voor
de eerste keer een „Deense week" worden
gehouden. De bedoeling is door middel van
concerten door Deense musici, uitzending
van deze concerten via de radio, alsmede
een klankbeeld, exposities en verspreiding
van brochures over Denemarken aan 2500
scholen, de belangstelling van het Neder
landse voor het Deense volk te stimuleren.
De Deense week staat onder bescherm
heerschap van onze beide ministers van
Buitenlandse Zaken en de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
In het Stedelijk Museum te Amsterdam
wordt op Zaterdagmiddag 3 October een
tentoonstelling van moderne Deense schil
derkunst en experimentele grafiek ge
opend. In een zaal van de Haagse Kunst
kring wordt een expositie van Deense teke
ningen gehouden. In het Groothandelsge
bouw te Rotterdam komt een tentoonstel
ling, gewijd aan Deense architectuur.
Het symphonie-orkest van de Deense
radio-omroep zal op Zaterdagavond 3 en
op Zondagmiddag 4 October, met als solist
de pianist-componist Herman D. Koppel,
in het Concertgebouw te Amsterdam con
certeren. Er wordt op ieder concert een
Deens werk uitgevoerd. Het stedelijk or
kest van Aarhus geeft concerten te Utrecht,
Leeuwarden, Arnhem, Rotterdam en Gro
ningen en voorts hebben er avonden van
Deense koorzang plaats in Utrecht, Hel
mond en Alphen aan de Rijn.
Professor L. L. Hamrnerich, hoogleraar
in de Germaanse letteren te Kopenhagen
houdt voor de universiteiten van Amster
dam en Leiden een voordracht over het
onderwerp: „Hoe komen de Nederlandse
woorden in de Deense taal?". Het pro
gramma omvat ook films, gymnastiek,
foto's en volksdansen.
Na grondige bestudering van de verschil
lende voorstellen, die hem dienaangaande
zijn gedaan, heeft de minister zich bereid
verklaard een in de gemeente Amsterdam
te vestigen nationaal ballet van rijkswege
te subsidiëren. Het aandeel van het rijk in
de kosten van het in stand houden daarvan
dient op 60.000 te kunnen worden be
paald. Voorts is het de minister gebleken,
dat de subsidies, welke in het verleden aan
de toneelgezelschappen werden verleend,
te gering zijn geweest, zodat in de meeste
gevallen het seizoen moest worden afge
sloten met een ongedekt tekort. Deze te
korten zijn in de loop der jaren zozeer
gegroeid, dat de liquiditeitspositie dezer
gezelschappen in voortdurend gevaar ver
keert. De minister is van mening dat, in
dien per jaar over een bedrag van 500.000
beschikt kan worden, bovengenoemde
moeilijkheden te voorkomen zijn.
Het is de bedoeling de Rijks-academie
van Beeldende Kunsten te Amsterdam aan
een reorganisatie te onderwepen, waardoor
zij meer dan tot dusverre aan het doel, dat
bij haar oprichting voor ogen stond, zal
beantwoorden. Een strengere selectie bij
de toelating en een verhoging van het al
gemene geestelijke peil van de leerlingen
zullen nodig zijn.
Ten behoeve van de televisie is een be
drag van 2.000.000 uitgetrokken, over
eenkomstig de bestaande plannen, die in
een afzonderlijke nota zullen worden uit
eengezet.
De resultaten van de biljartpartijen, ge-
speeld tussen Groenendaal en Hof van Hol-
land om de zilveren bal, luiden als volgt:
Uitwedstrijd:
Van Schijffelen50 22 31 6 0.71
Van Dijke 40 17 46 3 0.39
Toepoel40 40 46 7 0.87
Wester 70 70 34 7 2.06
Koopmans 45 50 34 6 1.17
Ketel 280 280 20 43 14-
Koster 225 122 20 26 6.01
Fol 70 70 22 10 2.06
Herkmans 60 48 23 11 2.09
Wester 70 55 33 8 1.70
Van Koersel 130 130 33 19 3.94
De uitslag van de avond was 6—6.
V. d. Berg 90 81 23 12 3.52
Van Wunnik 95 95 23 23 4.13
C. Jansen 90 25 16 9 - 1,56
Hoek Jr110 110 16 38 6.87
Spierenburg 40 25 45 4 0.55
Van Dam 45 45 45 5 1.—
De Groot 55 55 39 6 1.44
Herkmans 60 28 39 5 0.71
Bakker 80 80 36 10 2.22
Loerakker 80 69 36 14 1.91
Spierènburg 40 40 28 6 1.42
Van Dam 45 20 28 3 0.71
De uitslag van de avond was 6—6.
De vorige stand was 4123. De totaal stand
is 5335 voor Groenendaal.
Dinsdagavond 29 September vindt de prijs
uitreiking plaats en worden de slotwed
strijden gespeeld.
ADVERTENTIE
Telcf. 17355
In de Memorie van Toelichting op de
begroting van Economische Zaken noemt
minister Zijlstra de economische situatie
van onze volkshuishouding op korte ter
mijn bevredigend, maar op wat langere
termijn bezien vertoont zij volgens hem
minder gunstige aspecten. Ten eerste be
reikt het peil van de investeringen (in
1952 voor 1640 millioen en in het eerste
kwartaal van dit jaar 365 millioen dat
is op een jaarbasis van 1450 millioen) niet
het peil van 1800 millioen dat nodig is om
voor de groeiende beroepsbevolking ar
beidsplaatsen te scheppen en te behouden.
Verder baart het verloop van de uitvoer
Onderwijs en geneeskundige zorg
in handen van missie en zending
In de begroting voor Overzeese Rijks
delen wordtvoor de gewone dienst
37.833.340 gevraagd. Dit is 21.723.760
meer dan voor verleden jaar werd toege
staan.
De regering stelt zich onveranderd op
het standpunt, dat de souvereiniteit over
Nieuw-Guinea de jure en de facto berust
bij het Koninkrijk der Nederlanden. Het
ligt in de bedoeling, te streven naar een
versterking van de samenwerking met
Australië, dat in het Australische gedeelte
van Nieuw-Guinea met overeenkomstige
vraagstukken te maken heeft als Nederland
in Nederlands Nieuw-Guinea.
Bij de ontwikkeling van de bevolking
ziet de regering als een der voornaamste
taken, er zorg voor te dragen, dat de aan
raking van de primitieve bevolking met
de moderne wereld met zo min mogelijk
schokken verloopt. Bij dit proces is een
belangrijke taak weggelegd voor zending
en missie. De regering gaat er daarom prin
cipieel van uit, dat het onderwijs aan, en
waar mogelijk ook de geneeskundige zorg
voor de Papoea gelegd worden in handen
van missie en zending, waarbij de over
heid de financiering van deze taken van
in wezen overheidszorg geheel of groten
deels voor haar rekening neemt.
Ook zal aandacht worden besteed aan
de economische weerbaarmaking van de
Papoea binnen eigen milieu, zowel als in
groter verband.
Van het op de begroting als subsidie voor
Nieuw-Guinea uitgetrokken bedrag van
33.500.000 is 23.500.000 bedoeld als dek
king van het nadelig saldo van de gewone
dienst van de begroting van Nieuw-Guinea
en 10.000.000 om het tekort van de ka-
pitaalsdienst te kunnen opvangen.
ADVERTENTIE
eroot of klein
is BESTELDIENST ABC niet te evenaren
BARREVOETESTRAAT 2 - HAARLEM
Tel. 18428 na 6 uur 14810 - 14155
37)
Het was een lange, uitvoerige telefoon.
Een telefoon van enige malen drie minu
ten, waarbij zijn potlood over het papier
vloog en zijn gezicht zich steeds meer ver
strakte in een intense concentratie. Een
belangrijke telefoon. Het eindigde met een:
„Nu Schuilenberg, dan zal ik hem meteen
op transport naar je toe sturen. Niet te
danken", en een korte klik op de haak.
Dan bleef de politieman enige ogenblikken
voor zich uitzien en glimlachte in zichzelf.
Het werd langzamerhand een soort fatali
teit: er was al wéér een kaartenhuis in
elkaar gevallen!
Vijf minuten later stond de ingenieur
James Delmonte die wonder boven wonder
nog steeds wakker was gebleven, weer
voor hem, insolent en dédaigneus en af
wachtend en op zijn qui vive. Maar inspec
teur Renkevoort bleek ditmaal over min
der geduld te beschikken dan de vorige
keer.
„Meneer Delmonte, gaat u zitten. Het
zal u misschien een teleurstelling zijn dat
ons charmant vraag-en-antwoorden-spel
van daareven niet herhaald zal worden. U
hebt alleen maar te luisteren naar wat ik
u te vertellen heb en ik zal dat kort en
bondig doen. U hoeft zich ook geen moeite
te geven om iets te ontkennen of tegen te
spreken; uw zaak wordt verder behan
deld door mijn Haagse collega Schuilen-
burg. U kunt dus uw bedenkingen verder
voor hem bewaren. Voor het ogenblik
slechts het volgende:
U ging gisteravond naar Den Haag, waar
u werkelijk een afspraak had met mejuf
frouw Caroline Bent, een dame van zeer
twijfelachtig allooi. Uw verklaringen over
uw verblijf in Den Haag waren inderdaad
juist: tot elf uur. Toen reed u met juffrouw
Bent naar een café op de hoek van de
Laan van Meerdervoort, waar u ieder aan
een apart tafeltje hebt plaatsgenomen en
zij spoedig contact aanknoopte met een
jongmens, een technisch tekenaar waarvan
u beiden wist dat hij geregeld in dat café
kwam. Het contact leidde al spoedig tot
een intieme kennismaking en juffrouw
Bent en de jonge man gingen tenslotte naar
zijn kamers, waarvan het adres aan u bei
den ook bekend was. U wachtte buiten in
een taxi. Om half één kwam juffrouw Bent
weer naar buiten met een belangrijk ont
werp van een nieuw model boortoren,
waarvan u beiden ook wist dat het in bezit
van genoemde jongeman moest zijn. U nam
haar op in de taxi en reed gezamenlijk met
haar naar een huis aan de Wassenaarse-
weg, waar u het ontwerp aan een mede
plichtige hebt afgegeven. U hebt samen
met juffrouw Bent uw beloning geïncas
seerd, die u zeer goed te pas kwam aan
gezien u er financieel slecht aan toe was.
Daarna hebt u juffrouw Bent ergens in de
binnenstad afgezet en u bent met de taxi
naar Amsterdam gereden,waar u inderdaad
op de Westermarkt bent uitgestapt. Het
was een ongelukkige samenloop van om
standigheden dat u bij uw thuiskomst met
uw lege actetas door mijn rechercheur
werd gezien en uw Haagse alibi daardoor
in duigen viel. Het was eveneens een onge
lukkige samenloop van omstandigheden
dat ik u er toe gebracht heb om de naam
van juffrouw Bent te noemen, waardoor
de zaak veel sneller is uitgekomen dan
anders misschien het geval geweest zou
zijn. Het is ook een ongelukkige samenloop
van omstandigheden dat de bewuste taxi
chauffeur op het ogenblik al met mijn col
lega Schuilenburg zit te praten, waardoor
ook het adres aan de Wassenaarseweg
reeds bekend is. Het is helemaal een onge
lukkige samenloop van omstandigheden,
het is een reuze pech voor u dat u er op
deze wijze ingevlogen bent en nu op trans
port naar Den Haag gesteld zult worden.
Alleen moet ik u met ere nageven dat u
de inbraak hier in huis werkelijk niet ge
pleegd hebt. Het is mij toch niet gelukt om
dat te bewijzen, dat moet ik u toegeven".
„Welver...." bracht James Delmonte
nauwelijks uit.
Hij zat daar, doodsbleek, en veegde de
transpiratie van zijn voorhoofd. Zijn ogen
schoten heen en weer als van een dier, dat
in de val gelopen is. En ineens vloog hij op
en schoot naar de deur. „Prins!" riep in
specteur Renkevoort.
De doortastende rechercheur beleefde
enige grootse momenten, waarin zijn spe
ciale capaciteiten zich ten volle konden
ontplooien. Toen zat de ingenieur Delmonte
weer op zijn stoel, maar nu met een eigen
aardig gekleurde plek op zijn voorhoofd,
een ingescheurde broekspijp en hand
boeien aan zijn polsen. De rechercheur
Prins telefoneerde om een politiewagen. En
inspecteur Renkevoort besloot:
„Nog één ding, meneer Delmonte. Een
„heer" verlaat nooit een hötel zonder zijn
rekening te betalen. Mijn collega Schuilen
burg vertelde mij dat u vannacht vijf mille
hebt verdiend. Zoudt u daarvan vijfhon
derd gulden hier neer willen leggen voor
juffrouw Jager, die u vijf maanden lang
gratis heeft verzorgd? Ik zal het haar zelf
ter hand stellen".
,,'t Pension is maar vijf-en-zeventig gul
den", zei de ingenieur Delmonte. „En nog
slecht ook".
„Dan is de rest de fooi", zei de politie
man. „Hebt u het geld bij u? Mooi. ik dank
u wel. Hier hebt u een papiertje, fan kunt
u zien verantwoorden tegenover mijn col
lega in Den Haag. En dan wens ik u een
goede reis. Mijn rechercheur Prins zal u
vergezellen".
Hij nam de vijf bankjes van honderd
van de schrijftafel en verliet het vertrek.
zorgen. De stijging van het uitvoervolume
beliep in 1952 nog maar zes procent en de
laatste cijfers bewijzen dat de daling zich
voortzet, door toenemende weerstand tegen
de verdere groei van onze uitvoer.
Het is te verwachten, dat het overschot
op de betalingsbalans op niet te lange ter
mijn tot aanzienlijk geringere proporties
zal teruglopen. Een aanwijzing in die rich
ting geeft het snelle oplopen van het
volume van de invoer.
Deviezenreserve
Op zichzelf gezien is enige aanwas van
onze deviezenreserve gewenst, minister
Zijlstra verheelt zich niet, dat een derge
lijke verdere aanwas betekent, dat onze
volkshuishouding zich bepaalde expansie
mogelijkheden ontzegt. Bij de keuze van
het in dezen te volgen beleid moet aan de
aanwezigheid van een ruime deviezen
voorraad grote betekenis worden toege
kend. De huidige gunstige situatie van hoge
werkgelegenheid en hoge productie wordt
immers niet alleen bedreigd, indien het niet
zou gelukken de uitvoer en de industriële
investeringen tot een hoger niveau op te
voeren, doch zij kan ook worden aange
tast, indien de wereldconjunctuur onver
hoopt een terugslag van betekenis zou
ondergaan. In dat geval zullen de mogelijk
heden om in nationaal verband conjunc
tuur-stimulerende maatregelen te treffen,
goeddeels afhankelijk zijn van de omvang
van de dan aanwezige deviezenvoorraad.
Verder bespreekt de minister de libera
lisatie van het Europese handelsverkeer.
Zeven O.E.E.S.-landen hebben hun libera
lisatie opgevoerd tot aanzienlijk boven het
verplichte percentage van 75 procent,
onder meer Nederland met 92 procent. Drie
landen hebben een liberalisatiepercentage,
dat ongeveer 75 procent bedraagt. Enkele
andere landen echter blijven, wat de vrij
making van de invoer betreft, aanmerke
lijk ten achter. Het gaat hier voornamelijk
om Frankrijk, dat nog steeds niet is terug
gekomen op de volledige deliberalisatie, en
Engeland, dat in de loop van 1953 het
liberalisatiepercentage slechts tot 58 heeft
weten te verhogen.
Op de binnenplaats van de Stadsdoelen
aan de Gasthuisstraat in Haarlem is een
electrische verlichtings-installatie aange
bracht. Daardoor is het mogelijk dit bin
nenterrein gedurende de winteravonden
te georuiken voor sportdoeleinden. In het
bijzonder geldt dit voor de basketball-
sport. De wintertraining van deze tak van
sport, diie tot nog toe in de gymnastiek
lokalen werd gehouden, welke lokalen
voor deze sport van te geringe afmeting
zijn, kan thans in de openlucht plaats
hebben. Deze verlichting zal Maandag, 28
September a.s., des avonds om acht uur
officieel in gebruik worden gesteld.
Ter gelegenheid hiervan zal die avond
een basketball-wedstrijd worden gespeeld
tussen een vertegenwoordigend Haarlems
team (heren) en het Nederlands E-tearn
(heren).
Het is een onloochenbaar feit dat de da
den der mensen, de goede zowel als de
slechte, een eigen leven leiden. Meestal
onmerkbaar in het begin, omdat een daad
immers spoedig vergeten wordt, maar zij
leven toch voort en de goede daad brengt
andere goede daden voort en de slechte
daad slechte. Na een tijd duiken zij weer
op, meestel onverwacht, en staat men
verbijsterd over zóveel goeds of zóveel
slechts; men spreekt dan van het toeval,
een samenloop van omstandigheden, het
noodlot of „hoe is het mogelijk!" Men is
meestal niet meer in staat om de geheime
oorsprong op te zoeken. En alleen de heel
grooten, de kunstenaars, zieners en profe
ten zijn bij machte om heel die onzienlijke
wereld, de wereld van oorzaak en gevolg,
te ontdekker., er de grote lijnen van te
zien en er hun levensvisie aan te ontlenen.
De gewone man spreekt van „kleine oorza
ken, grote gevolgen" en voelt zich een hul
peloos wezen, een zwevend stofje, de
speelbal van een willekeurig lot.
Zo was het dan op deze vroege Zondag
morgen Jean de Vere, en Jean de Vere al
leen, die een aanrijding veroorzaakte op de
brug bij de Vlieghaven Schiphol. Hij zelf
was volkomen onbewust van dit feit: kon
het ook niet anders zijn omdat hij nog
altijd in het huis op de Prinsengracht ver
toefde, waar hij zich ter beschikking moest
houden van inspecteur Renkevoort. Hij
had, na het gesprek met zijn zusje voor de
kachel, zich bij het raam teruggetrokken
en daarna abrupt de kamer verlaten. Hij
had zijn hoofd afgewend om daarna Ma
rianne's gezicht niet te zien. Hij had zijn
jas van de kapstok getrokken en juist zijn
ene arm in de mouw laten glijden toen hij
op zijn schouder werd getikt.
„Meneer.
De rechercheur Van Houwing, die weer
zijn observatiepost op het bovenportaal
had ingenomen. De Vere draaide zich met
een ruk naar hem om en de politieman
zag verbaasd naar zijn gezicht: bleek en
vertrokken en met een smartelijke trek
om de mond Hij vroeg:
„Wou u uitgaan, meneer?"
„Ja".
„Dat zal niet gaan, meneer. Het spijt mij
wel. Inspecteur Renkevoort heeft het ver
boden".
„Verboden? Heeft inspecteur Renkevoort
het verboden? Maar hij hééft niets te ver
bieden!"
„Toch wel, meneer. Zolang deze zaak
niet is opgelost. Ik mag niemand van zijn
kamer laten".
„Maar, verduiveld nog aan toe, daar heb
ik toch niets mee te maken! Ik ben toch
waarachtig de persoon, die bestolen is! Dat
zou wat moois zijn! Ik ga uit".
„Meneer, ik mag het niet toestaan".
„Ik ga uit".
(Wordt vervolgd).