m
Montmartre
Pleidooi voorfilmcursus
binnen schoolverband
„Bloch" van Hella Haasse
Oprichting permanent Europees
coördinerend vervoersorgaan
In de hoofdstad uit
Defensie-inspanning bij
ons niet uitzonderlijk
Congres Film en Jeugd
Vergelijking met
Engeland
Een nieuw Nederlands stuk
Tine Honig exposeert
in een boekhandel
Brusselse conferentie had resultaat
8
Lezing van directeur-generaal
van Departement van Oorlog
Brand in Apeldoornse
verfstoffen fabriek
Veteranenlegioen houdt
„passarmalam" in Vishal
Nieuw Haags stadhuis
grootste van ons land -
in gebruik genomen
ZATERDAG 17 OCTOBER 1953
Wie kennis wil maken met het ware Montmartre moet zich niet laten afleiden
door de Boulevard Clichy, die met zijn Place Blanche, Pigalle en de Moulin
Rouge door de meeste touristen voor Montmartre worden versleten. Laat hij
de helle neon-reclames, de nachtclubs, de mooie Argentijnse zwijmeizangers,
de Spaanse danseressen en wat dies meer zij, kalm achter zich laten en de
heuvel, La Bui te, bestijgen dan is hij in Montmartre. Het is een oud dorpje
op een heuvel, dat in wezen niets verschilt van andere dorpjes op andere
heuvels van het goede Frankrijk. En de bewoners zijn dorpsbewoners ook
al worden zij omgeven door een wereldstad. Montmartre vormt een aparte
gemeente, het heeft zijn eigen kerkje (uiteraard niet de Sacré-Coeur), zijn
pleintje en zijn nauwebochtige straatjes, waarin de verweerde gevels tegen
elkaar aanleunen.
XXJOOOCOOOOCOOOOOOOOOOOCOfXlOOOOOOOOOOOOOClOOOOOOCCOOOOOOOO
De Haarlemse schilder-tekenaar Frans
Fnnke heeft een tijdje in de Parijse wijk
Montmartre gewoond en maakte daar
het onvergetelijke feest van de wijn
oogst mee. Hij kwam niet alleen met
een stapel schetsen terug, maar ook met
enthousiaste verhalen. Hiernevens ge
ven wij de door hem geïllustreerde in
drukken van dit festijn weer.
En dan is er nog iets belangrijks: Mont
martre heeft ook een wijngaard. Het is
een wat pover restant van een eeuwen
oude weelde, want de oudjes kunnen zich
nog goed herinneren dat de hele Noord
zijde van de heuvel één druiventros was
en de overlevering meent te weten dat
koning Philippe Auguste ergens omtrent
1200 hier reeds de producten van de
wijnbouw kwam sonsumeren. Nu wijdt
het gemeentebestuur nog al zijn liefderijke
aandacht aan deze ene wijngaard, die
niet meer dan vijfhonderd liter wijn op
levert.
Dit is niet veel, maar genoeg om telken-
jare het grote feest van de wijnoogst te
rechtvaardigen. En degene, die dit feest
één keer heeft meegemaakt, zal voortaan
deze wijngaard (goed voor 500 liter) uiterst
belangrijk vinden.
De veldwachter Anatole met zijn Na
poleontische steek en zijn kromme sabel,
zonder wiens aanwezigheid er in Mont
martre nimmer iets officieels kan gebeu
ren, zal een oprechte belangstellende graag
als relatie dienen en hem erbij halen.
De feestgangers die zich in de wijn
gaard verzamelden vormden een merk
waardig gezelschap Men is bij plechtig
heden meestal verplicht „onder de aan
wezigen" het eerst de burgemeester „op
te merken". In Montmartre heeft men daar
geen moeite mee want zijn beminnelijke
burgemeester monsieur Lelandais, haalt
men er gauw genoeg uit. Verder versche
nen er enige wijnboeren uit Tannay, die
van de geoogste druiven een voortreffe
lijke wijn komen maken. Het zijn alle
maal leden van de broederschap van St.
Vincent, beschermheilige van de wijnbou
wers, ten teken waarvan zij groengele
sjerpen dragen. De bekende Franse stayer
Toto Grassin, enige cabaret-artisten, on
der wie de lieftallige Annie Cordy, en een
koppel cancan-danseressen van de Moulin
Rouge kwamen het gezelschap comple
teren.
Men kan een wijnfeest niet passender
beginnen dan met het plechtig ledigen van
een glas wijn „om het hart te verwarmen
en het verstand te verscherpen" in een
prieeltje. Om de feestelingen bovendien
vast wat los te doen komen een, naar
het leek, overbodig streven kwamen de
danseressen los van de grond in een wilde
werveling, waarbij de druiventrossen wel
in heftige beroering geraakten maar niet
afknapten. Dat mocht nog niet: eerst
moesten enkele notabelen van Montmartre
uitermate plechtig in de Broederschap van
St. Vincent worden opgenomen.
De trossen los
Toen kwam het grote ogenblik, het sym
bolisch begin van de druivenpluk. V/as er
aanvankelijk reden om met bezorgdheid
toe te zien hoe de danseressen van de Mou
lin Rouge, die zo gewend zijn de trossen
los te gooien, de wijngaard ingingen, die
vrees bleek ongegrond, want déze trossen
werden met de nodige égards behandeld
de pluksters zouden haast voor elke tros
een aparte révérence hebben gemaakt. Na
dat dit charmante beginnetje was ge
maakt hebben de genodigden de wijn
gaard ontruimd wie de rest van de
oogst voor hun rekening hebben genomen
doet weinig te zake. Maar in ieder geval
VOORNAAMSTE VOORSTELLINGEN IN
CONCERTEN IN AMSTERDAM
„Het dagboek van een deugniet" van
Ostrowski wordt Zaterdag en Donderdag
door de Nederlandse Comedie onder regie
van Peter Scharoff in de Stadsschouwburg
vertoond. Met Guus Oster in de titelrol.
Décors van Friso Wiegersma.
De Haagse Comedie is Woensdagavond in
de Stadsschouwburg met het blijspel „Der
tien aan tafel" van Sauvajon onder regie
van Jan Retèl. Maandag geeft de Neder
landse Comedie een abonnementsvoorstel
ling van „Via Lissabon" van Charles Mor
gan.
In het Centraal Theater vertoont het Vrije
Toneel dagelijks het blijspel „Graag of
niet" (Hobsori's Choice) van Harold Brig-
house onder regie van Bob de Lange met
Nell Koppen in de hoofdrol.
De Nederlandse Opera speelt Zondagmid
dag „Madame Butterfly" van Puccini onder
muzikale leiding van Cor Olthuis. Voor
Dinsdag staan „Cavalleria Rusticana" en
„Paljas" onder muzikale leiding van
Alexander Krannhals op het programma.
Films van Cavalcanti worden Donderdag
en Vrijdag respectievelijk in „Le Canard"
aan de Zeedijk en aan de Spuistraat ver
toond. Op eerstgenoemd adres zingt Elise
Ménagé Challa op verzoek oud-Spaanse
volksliederen. In de Spuistraat wordt
Woensdag door afgestudeerde leerlingen
van het Amsterdams Conservatorium „De
kunst der fuga" van Bach uitgevoerd.
Cabaretprogramma's: De gehele maand in
het Nieuwe de la Martheater „In de win-
ckel van Sinckel" door het ensemble Wim
Sonneveld, in het Leidseplein Theater „Het
is te mooi om waar te zijn" door dat van
Martie Verdenius (met Teddy en Henk
Scholten) en in de Kleine Komedie het ge
zelschap van Toon Hermans met „Ballot".
Het volksconcert van Zondagmiddag in het
Concertgebouw staat ondér leiding van
Eduard van Beinum. Nicole Henriot is so
liste in het Derde Pianoconcert van Saint-
Saëns en Marinus Komst blaast de solo
partij in het Trompetconcert van Haydn.
„De Stem des Volks" voert onder leiding
van An toon Krelage op 18 October „Dë
Messias" van Handel uit, begeleid door het
Noordhollands Philharmonisch Orkest.
Solisten zijn Dora van Doorn-Lindeman.
Annie Hermes, Wiebe Drayer en David
Hollestelle.
De abonnementsconcerten door het Con
certgebouw-Orkest op Woensdag en Don
derdag bestaan uit werken van Purcell,
Beethoven, Badings en Tsjaikofski. Solist
is de pianist Léon Fleisher, dirigent Eduard
van Beinum.
In de kleine zaal voeren de violiste Natha
lie Boshko en de pianiste Josefa Rosanska
op 19 October werken van Bach, Franck
en Beethoven (de Kreutzersonate) uit.
Dinsdag is er een pianovoórdracht' door
Maria Teresa Rodriguez. En op Vrijdag
avond zingt de sopraan Sarabeth Murphy,
begeleid door Joh an Ofcten.
is zij fluks binnenge
haald, want een paar
dagen later moesten
de volle vaten wor
den verrold, een
transport waaraan
men een nationaal
kampioenschap heeft
verbonden. Het werd
een wilde wedstrijd
die heel wat van het
uithoudingsvermogen
vergde, want het zijn
vaten die tot borst
hoogte reiken en deze
schuin op de kant
om strijd te ver
rollen, met een grote
étappe heuvelop
waarts, is geen een
voudige zaak. De
grootste attractie van
de „wedrol" waren de
aanmoedigingen en
de eritiek van de toe
schouwers, die de
lange, dunne, korte en
dikke „rouleurs" uit
geheel Frankrijk,
vooral als zij achter
bleven, niet spaarden.
Een zekere monsieur
Godin maakte zich
tenslotte van het
wakkere peloton los
en daverde met zijn
vat het eerst over de
eindstreep.
De feestvreugde
torende des middags
naar haar hoogtepunt
op Place du Tertre,
waar een aantal
grootheden uit de Pa
rijse kleinkunst, zo
tussen hun middag
en avondoptreden
door, belangeloos een
galavoorstelling kwamen geven, die men
voor vijftig francs staande en voor twee
honderd zittende kon bijwonen. De al eer
der opgemerkte Annie Cordy was weer
van de partij en Mick Micheyl, die „Le
gamin de Paris" op haar naam heeft staan,
en Jean Cyrano als zingende ober om
welke reden het hem niet kwalijk geno
men werd dat hij midden in een fraai lied
de tekst vergeten bleek te zijn en Mi-
chèle Dorian in een hartveroverende de
clamatie. Er waren nog een heleboel an
dere artisten van wie vooral de veldwach
ter Anatole niet vergeten mag worden.
Door zijn nevenfunctie van tamboer-om
roeper kan hij allerlei historische trom
mel-signalen opzenden, die geen mens be
halve hij kan onderscheiden, zoals het
„kok-in-de-keuken" ten tijde van Lode-
wijk de Elfde en ten tijde van Lodewijk
de Zestiende
Ach ja, het is altijd een heel speciaal
wijnieest daar in Montmartre. Het begint
niet, zoals gebruikelijk, ais de oogst bin
nen is, maar als zij nog te velde staat.
Alleen even een korte onderbreking voor
de oogst zelf. En ook al is die opbrengst
van Montmartres wijngaard dan maar
vijfhonderd liter er zit altijd nog wel
wat in het vat.
De heer S. D. Duyverman, directeur-
generaal van het ministerie van Oorlog,
heeft gisteravond voor de Vereniging ter
beoefening van Krijgswetenschappen een
lezing gehouden over de Nederlandse
defensie-inspanning. Hij gaf een uitvoerig
overzicht van de opbouw van leger, vloot
er. luchtmacht ende specifieke moeilijk
heden bij elk dezer onderdelen.
De verwachte stand van de huidige op-
bouwplannen per eind 1954 is voor het
leger de gereedheid van rond 220.000 man.
De luchtmacht, die eind 1954 over 400
vliegtuigen zal beschikken, welke gesta-
tionneerd zullen zijn op 7 operationele
vliegvelden, zal met een sterkte van 20.000
man in vier jaar tijd meer dan vertienvou
digd zijn. Wat de marine betreft, zeide de
spreker, dat de variatie in typen, alsmede
zaak zijn, dat eind 1954 financieel ge
sproken, 75 procent van de geprojecteerde
zelf te bouwen vloot gereed zal zijn. Hij zag
nog geen oplossing voor de vervanging van
de kapitale schepen, wanneer het eigen
defensie-budget varieert tussen 1200 en
1500 millioen gulden 'sjaars.
„In vergelijking tot de inspanning in
andere landen uitgedrukt in het percen
tage, dat de defensie-uitgaven uitmaken
van het nationale inkomen is onze in
spanning zeker niet bovenmatig te
noemen," aldus de heer Duyverman. „Dit
percentage was in 1952, voor Nederland 6,4
procent, voor België 6,5 procent, voor
Frankrijk 11,9 procent en voor de V.S. 14,9
procent. Ook nationaal gezien is onze hui
dige defensie-inspanning niet uitzonderlijk.
Thans maakt de defensiebegroting 25 pro
cent uit van de totale rijksbegroting, in de
jaren 1902 tot en met 1913 was het ook 25
procent, in 1914: 33 procent, in 1915, 1916
en 1917 zelfs 50 procent."
Voor de tweede keer sinds November
1951 is de N.V. verfstoffenfabriek ^Hol
land" aan het kanaal te Apeldoorn door
een hevige brand getroffen. Nadat om half
elf Vrijdagavond bij de controle alles in
orde was bevonden, werd nauwelijks tien
minuten later brandalarm gegeven. Het
bleek, dat een van de belangrijkste afde
lingen, namelijk te droogafdeling voor pig
menten in lichter laaie stond. In afwach
ting van de komst van de brandweer be
streed het personeel, dat in de nachtdienst
was, overigens zonder succes, de vlammen
zee met schuimblussers en emmers water.
De brandweren van Apeldoorn en Wormen
bestreden het vuur met vier stralen en
slaagden er spoedig in de vlammenzee
meester te worden. Zij werden bij het blus-
singswerk door een hevige rookontwikke
ling belemmerd, zodat zij genoodzaakt wa
ren van rookmaskers gebruik te maken.
Het is nog niet bekend, hoe groot de
schade is, doch vast staat, dat voor duizen
den guldens aan grondstoffen verloren is
gegaan De fabriek is voorlopig aangewe
zen op het gebruik van enkele kleine
droogkamers, doch alles wordt in het
werk gesteld om stagnatie in de productie
zoveel mogelijk te voorkomen. Verzeke
ring dekt de schade.
Het nationaal congres van het instituut
..Film en Jeugd" over filmvorming van de
rijpere jeugd, dat te Arnhem gehouden
wordt en twee dagen duurt, is Vrijdag
middag geopend door de directeur-gene
raal van de volksgezondheid, prof D. P.
Muntendam.
Prof. Muntendam drong er op aan alle
pogingen te coördineren om zodoende dat
gene te bevorderen wat vormend en op
voedend voor de rijpere jeugd ka?i wer
ken. Een wijs beleid zei hij het te vinden,
dat het instituut de filmvorming niet zelf
ter hand neemt, maar over laat aan maat
schappelijke krachten die daartoe bereid
en in staat zijn.
In zijn inleiding over de betekenis, in
houd en grenzen van de filmvorming wees
de pater L. Lunde S.O.P. te Brussel er ver
volgens op, hoezeer het probleem film en
jeugd de laatste jaren in de belangstelling
is gekomen en dat ook duidelijk is dat
filmvorming voor de rijpere jeugd nodig
is. Duidelijk is echter nog niet hoe. In een
fundamenteel betoog stelde hij vex-der twee
vragen, nl. hoe het filmgebeuren op de
jeugd-toeschouwer inwerkt en hoe de
jeugdige toeschouwer de invloed van de
film ondex-gaat en op welke wijze deze ge
leid kan worden.
Het hele vraagstuk van de filmvorming
komt hierop neer, aldus spreker, de toe
schouwer zoekt in de film ontspanning, de
jeugdige toeschouwer echter een nieuwe
activiteit en niet zozeer rust. De rijpere
jeugd staat hier tussen in. Bij de filmvor
ming kan daarom niet een bepaald systeem
worden gevolgd. Ten aanzien van de me
thode dient rekening te worden gehouden
met het publiek dat men voor zich heeft.
De meest geschikte verhouding achtte
spreker het schoolverband, waar de vorm
didactisch kan zijn. Hij bepleitte de in
voering van een systematische cursus voor
de film. Wanneer er niet eexx doelmatige
cursus wordt ingericht op de kweekscho
len, komt het niet verder dan enkele spo
radische pogingen. Voor een degelijke
filmvorming is overigens nodig een film
opvoeder en niet enkel het leraar zijn, al
dus spx'eker. Hij wees er voox'ts op, dat de
jeugd in schoolverband slechts een klein
onderdeel betekent en dat er vonr de an
deren misschien nog meer nodig is. Te
meer, omdat de jeugd gebrek aan film
vorming niet als leemte aanvoelt. Voor
jeugdox-ganisaties en jeugdclubs ligt hier
ook een taak. Vele jongeren, jongens zo
wel als meisjes, staan echter buiten elk
school- en jeugdverband en het is juist
deze categorie die het moeilijkst voor de
filmvorming is te hereiken. Deze jeugd
ontsnapt ons, aldus spreker, en toch zal er
ook voor hen iets gedaan moeten worden.
M. Stanley Reed uit Londen gaf hierop
een aantal aspecten weer van de filmvor
ming in Engeland. Het. filmbezoek van vol
wassenen en van kinderen blijkt in Enge-
....Anatole, veldwachter.
In de Centrale Boekhandel v.h. Mul en
Stap in de Grote Houtstraat te Haarlem is
een kleine expositie ingericht van wex-ken
en werkjes van mej. Tine Honig.
In April van het vorige jaar hebben wij
in dit blad vrij uitvoerig over deze schilde
res geschreven naar aanleiding van een
omvangrijker overzicht van haar werk, dat
toen in de gemeentezaal van de Doopsge
zinde kerk te zien was. Er is weinig reden
om aan de waarderende woorden, die wij
toen over de schilderijen en aquarellen van
deze bescheiden kunstenares neerschreven,
nieuwe toe te voegen.
Zulk werk blijft zich zelf gelijk in het
bepex-kte genre, dat het bestrijkt: het is
beschaafd van kleur en voordracht, de stil
levens zijn met veel smaak geaiTangeerd,
de kleur is vooral in de kleine werkjes
uiterst harmonieus. Het mooiste vond ik
no. 26: Blauwe fles, waarin de kleur van
het fond mooi contrasteert met het oranje
van een paar abrikozen in een spanen
doosje. Verder kan vermeld worden:
„Stokrozen" (pastel no. 3) en „Kastanjes",
waar het blank van de binnenkant der om
hullende schil fijn getroffen is.
Wij hopen dat mej. Honig nog eens de
gelegenheid zal vinden om een groter for
maat aan te vatten voor haar stillevens.
Vroeger heeft zij bewezen hierin ook iets
te kunnen presteren.
0*TO B. DB KAflf
Men moet toch wel bewondering hebben
voor de energie, waarmee „Puck" de
toneelgroep van en voor jonge mensen
de zaken aanpakt. Binnen het tijdsbestek
van een maand kregen wij de derde pre
mière in dit seizoen voorgezet: gisteravond
in de Amsterdamse Stadsschouwburg
kwam namelijk Blochvan Hella Haasse
voor het voetlicht, welke voorstelling on
der leiding van Egbert van Paridon was
voorbereid. Een dag tevoren had Bever
wijk reeds van dit moderne probleemstuk
kennis genomen.
Om te beginnen dient dit energieke ge
zelschap een woord van lof te worden toe
gezwaaid voor de vervulling van de be
lofte om ook werken van Nederlandse
auteurs een kans te geven. Het stuk heeft
blijkbaar zijn definitieve vorm gevonden
in een-.nauwe samenwerking van schrijf
ster en regisseur. Hella Haasse maakte, zo
wordt ons in het programma meegedeeld,
de eerste notities in de hongerwinter en
verwerkte deze in opdracht van het mi
nisterie van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen tot het actualiteitsdrama „Het
donkerste uur". Daaruit is vervolgens de
thans vertoonde versie gegroeid.
De schrijfster heeft gepoogd een aantal
houdingen van de mens in deze tijd tussen
de uitersten van liefde en onverschillig
heid, van ideaal en compromis te schetsen,
door middel van een confrontatie met het
verleden. Om te beoordelen in hoeverre zij
in deze opzet is geslaagd, zou men de tekst
grondig moeten bestuderen. Wat men te
zien kreeg is immers een soort roman in
dialoogvorm. Een geheel ander vraagstuk
is echter of de door haar gevolgde methode
dramatisch voldoende effect sorteert. En
dan moet ik eerst vaststellen, dat ik zelden
een stuk heb gezien, dat aan zoveel andere
stukken tegelijk doet denken aan „Gla
zen Speelgoed" voor wat de filmische te
rugblik betreft, aan „Via Lissabon" door de
wijze van behandeling van een verwant
thema en aan „De Cocktailparty" door de
enscenering en dat toch zo oorspronkelijk
aandoet door de klaarblijkelijke ernst
waarmee op een zeer persoonlijke wijze de
menselijke verantwoordelijkheid wordt ge
vraagd.
In het programma vindt men onder meer
de volgende beschrijving van de inhoud:
„De handeling speelt afwisselend in het
heden en in het verleden, te weten de be
zettingstijd. Het heden is een receptie ter
gelegenheid van een ambtsjubileum van
professor Abeling, wiens zoon Thomas in
de verzetsbeweging de dood heeft gevon
den. De sfeer van het feest, de verhouding
der daar aanwezige vrienden en familie
leden, worden ingrijpend geschokt door de
terugkeer van Regina, die zij allen uit de
oorlogsjaren kennen, na een lang en ge
deeltelijk gedwongen verblijf in Oost-
Europa."
In het verloop van de inderdaad met een
zeker raffinement opgebouwde gesprek
ken zijn allerlei retrospectieve scènes ge
vlochten, die tenslotte een volledige recon
structie bieden "van de omstandigheden,
waaronder de uit een concentratiekamp
gevluchte Thomas om het leven is ge
komen. De titelheld Bloch is het middel
punt van aller gedachten, al verschijnt hij
niet ten. tonele. Hij is bedoeld als het sym
bool van de gekwelde en vervolgde mens.
De één wil zijn lijden vex-bitterd wreken,
een ander zijn offer voltrekken door zo
veel mogelijk nieuwe ellende te lenigen en
een derde, de verrader, poogt hem te ver
geten. En zo is dit vaak beklemmende spel
er toch meer een van reacties, dan van
werkelijke handeling, temeer daar alle
elementen van actie in het verleden zijn
gepx-ojecteerd. Er is dan ook geen sprake
van ontwikkeling der karakters. Sterker
nog: de schrijfster heeft teveel personen
moeten aanvoeren en 'tot te onwerkelijk-
eenzijdige types laten verstarren om van
alle kanten licht op de door haar gestelde
problemen te werpen.
Hella Haasse, die haar artistieke carrière
als toneeelspeelster in het Centx-aal Toneel
van Cees Laseur begon, heeft voornamelijk
bekendheid gekregen door haar historische
boeken (Het woud der verwachting en De
scharlaken stad) en dit stuk is dan ook
duidelijk het werk van een romancière.
Het nadeel van zulke constructies, heeft
de Amerikaanse criticus George Jean Na
than eens opgemerkt, is dat men nooit
precies weet wanneer men zich waar be
vindt. In deze overdx-ijving schuilt een
kern van waarheid. Nog beter zou men
kunnen zeggen: dat men nooit precies
weet waar men aan» toe is. Dit geldt zeker
voor „Bloch" met zijn overigens over het
algemeen uitmuntende dialogen, die een
zekere spanning voortdurend op peil hou
den. Maar heiaas heeft Hella Haasse veel
teveel tegelijk willen demonstreren en dat
had mede tot gevolg, dat er enkele perso
nen optreden, zoals de Duitser Stück en de
cynische journalist Simon, wier aanwezig
heid nauwelijks plausibel kon worden ge
maakt, ondanks de goede vex-tolkingen
door Frans 't Hoen en Wim van den Heu
vel.
Van.de medespelenden moet in de eerste
plaats Greet Groot als Regina worden ge
noemd, die op uiterst sobere wijze met
emotie geladen spel te zien gaf. Deze
actrice weet voorbeeldig zuiver gébxniik te
maken van de mogelijkheden van haar
mooie, diepe stem. Verder trokken speciaal
Cecilia Lichtveld als de met niets dan haar
kunst te maken willen hebbende danseres
en Cas Baas als de wraakzuchtige vex-zets-
strijder de aandacht. Ook Yda Andrea,
Sepha Disrikx en de regisseur Egbert van
Paridon brachten het tot sterke scènes.
Dick Scheffer speelde zeer bescheiden en
ingetogen de professor, al moest het uiter
aard een zekere mannetjesmakerij blijven.
Tot mijn genoegen kan ik ditkeer een
vriendelijk woord wijden aan Karin Haage
voor haar zorgvuldige uitbeelding van
diens haar idealen buiten de werkelijkheid
koesterende echtgenoot. Men had overigens
de indruk, dat er met acteurs van rijpere
toneel)ex-varing meer uit de tekst te halen
was geweest. DAVID KONING
De Europese vervoerseonferentie heeft
overeenstemming bereikt over de oprich
ting van een permanent Europees ver
voersorgaan, dat echter niet op suprana
tionale leest zal zijn geschoeid maar op die
van iixternalionale samenwerking. Het sta
tuut van dit nieuwe orgaan zal vandaag
door de Ministers van Verkeer der zestien
aan de conferentie deelnemende landen
worden getekend.
Om het karakter van het vervoersorgaan
duidelijk tot uiting te bx-engen zal het de
naam „permanente conferentie van Euro
pese Ministers vaix Verkeer" dragen. Het
zal een lichaam zijn dat wel coördinerend,
maar niet wetgevend kan optreden.
De permanente conferentie zal een vast
secretariaat krijgen waarvoor de krachten
door de organisatie voor Europese econo
mische samexx'werkmg beschikbaar zullen
worden gesteld. Dit secretariaat zal te
Parijs gevestigd zijn, maar dit wil niet zeg
gen dat de permanente conferentie zelf ook
steeds te Parijs bijeen zal komen: het is
integendeel de bedoeling dat deze bijeen
komsten om beurten ixi de hoofdsteden
der verschillende aangesloten landen zul
len worden gehouden.
De Nederlandse minister van Verkeer en
Waterstaat, dr. J. Algera, die onze delega
tie op de vervoei-sconferentie leidt, heeft
verklaard, dat hij tevreden was oveer de
bereikte resultaten. Het statuut, dat nu ge
reed is gekomen, kon geheel zijn goedkeu
ring wegdragen. Het verheugde hem voor
al, dat het Nederlandse standpunt was
aanvaax-d ten aanzien van de kwestie der
samenwerking tussen de Permanente con
ferentie van Ministers vain Verkeer en de
O.E.E.S. Nederland had zich namelijk ver
zet tegen een regeling, volgens welke de
permanente conferentie verplicht zou zijn,
de O.E.E.S. te raadplegen alvorens zij be
paalde besluiten zou kunnen nemen. Deze
verplichting is nu niet in het statuut op
genomen, al is bij wijze van compromis
wel tot uitdrukking gebracht, dat raadple
ging van de O.E.E.S. in zulke gevallen door
de permanente conferentie belangrijk
wordt geacht. Deze formulering was voor
de Nederlandse delegatie aanvaardbaar,
omdat zij geen afbreuk doet aan de onaf
hankelijke positie van de Permanente con
ferentie. Een verplichting tot raadpleging
zou volgens de Nederlandse opvatting die
onafhankelijkheid aanzienlijk hebben ge
schaad.
Goede geest
Minister Algex-a was goed te spreken over
de geest, waarin de besprekingen waren
gehouden. Hij vond dat het in Januari te
Parijs begonnen werk in Brussel tot een
goed einde was gebracht.
„Het nu voltooide statuut kan van grote
betekenis wonden voor de ontwikkeita®
land zeer groot te zijn. De keuring in En-
geland is bedoeld om kinderen te bescher
men, maar met uitzondering van een paar
films, die een certificaat ontvangen en die
alleen door volwassenen mogen worden ge-
zien, wordt de verantwoordelijkheid aan de
ouders gelaten. Niettegenstaande de voor
zorgen blijft hét kern-probleem bestaan,
t.w. het trainen van onderwijskrachten en
jeugdleiders in grote aantallen om het
scholingswerk te doen. Het Britsh Film
Institute- organiseert vele cursussen en
filmscholen, maar dit is niet voldoende. De
oplossing van het probleem ligt in de in
voeging van gedegen filmstudie in het
rooster der universiteiten en bovenal in het
tot stand brengen van goede cursussen in
filmkennis en methoden van filmscholing
in de kweek- en normaalscholen. Een begin
is reeds gemaakt.
Intussen wox-dt veel vrijwillig werk'ver
zet. Zo bestaan er bijna duizend filmliga's
voor volwassenen in Engeland en deze be
ginnen zich hoe langer hoe meer" te inte
resseren voor werk met kinderen en jonge
ren. In sommige streken zijn ook plaatse
lijke bioscoopcommissies opgericht.
Over de methoden zeide heer Reed, dat
uit en door het werk van enkele enthou
siastelingen in Engeland enkele scholings
axioma's t.a.v. dit nieuwe terrein naar
voren zijn gekomen. De eerste en belang
rijkste stelling is deze, dat wie er ook pro
beren mag om filmvoorlichting te geven,
hij of zij allereerst zelfs een filmliefheb
ber moet zijn. Men xnoet dus positief zijn
in de aanpak van de taak. Het tweede
principe is dit, dat het wexk, dat in school
en club wox"dt gedaan, dicht in de buurt
j blijft van wat de kinderen zelf in de bio
scoop zien. Vooxdichting mag echter nooit
academisch worden. De belangrijkste me
thode achtte de heer Reed ongetwijfeld
die van de discussie.
De deelnemers aan het congres werden
's avonds officieel ontvangen door het Arn
hemse gemeentebestxiux". Tijdens de voort
gezette vergadering spreekt vandaag de
heer J. Pront over de wegen tot ontwikke
ling van de ci'itische zin van de jeugdige
„massale" bioscoopbezoeker en 's middags
Jack. Dirkse S.C.J. over aspecten der. film
vorming in Nederland vanwege of onder
auspiciën van de katholieke filmactie.
In 1951 werd in ons land het „Vetex-anen-
legioen" opgericht, dat voornamelijk een
vereniging wilde zijn van militairen, die in
Indonesië zijn geweest, doch die later allen
in de gelederen wilde opnemen die bij het
Nederlandse leger als militairen hebben
gediend. Oprichter van de vereniging was
de heer Ton Schilling, een gewezen luite
nant van de K.N.I.L.
Ongeveer tegelijkertijd met de oprich
ting van de landelijke vereniging kwam
men in Haarlem tot de oprichting van een
plaatselijke afdeling. De afdeling Haarlem
en omsfi-eken bevat alle plaatsen in koord-
Holland, liggende ten Zuiden van het
Noordzeekanaal, verder Halfweg en Hoofd
dorp. Bennebröëk is de Zuidelijke en Zand-
voort de Westelijke grens. De afdeling
heeft ongeveer driehonderdvijftig leden.
Onlangs had een bestuursverkiezing plaats.
In het bestuur hebben zitting de heren G.
J. de Vries, voorzitter: J. A. G. M. Leen-
derts, vice-voorzitter; J. C. Kramer^ secre
taris, Aelbertsbergstraat 77; A. S. Bersee,
penningmeester; L. J. Leopold, pi'opagan-
dist; H. Cramer en H. Kramer, leden.
Men houdt elke maand een bijeenkomst
en meestal is dit een gezellige sociëteits
avond, doch af en toe worden algemene
bijeenkomsten belegd. Vanavond zal de
heer Schilling op de bijeenkomst van deze
maand het doel en streven van de vereni
ging „Veteranenlegioen" nogmaals uiteen
zetten. Voor de maand November staat
een „pasarmalem" op het programma, een
Indonesische kermis naar een idee van
voorzitter De Vries. Deze pasarmalem zal
gedurende drie dagen, 28 en 30 November
en 1 December in de Haarlemse Vishal
worden gehouden. Er komen velschillende
stands en met de vooi-bereidingen er van
is men thans druk bezag. Iedereen, mili
tair of geen militair, zal op de vermelde
data de Vishal kunnen binnenlopen om
daar aan een der attracties deel te nemen.
Tevens staat een Ambon-avond op het
programma, waarschijnlijk in Maart 1954.
In aanwezigheid van tal van autoriteiten
er waren ongeveer 650 genodigden,
onder wie de Commissaris der-Koningin in
de provincie Zuidholland heeft heden
middag in Den Haag de- officiële ingebruik
stelling plaats gehad van het administra
tieve deel van het nieuwe stadhuis aan het
burgemeester De Monchy-plein. 'Burge
meester Schokking heeft hierbij een rede
gehouden, waarin hij er op wees, dat de
concentratie op één punt opeens de enorme
ruimtebehoefte demonstreert van de ge
meentelijke diensten. Hij bracht hulde aan
de oud-burgemeesters Patijn en De Mon-
chy, die respectievelijk in de keuze van de
plaats en in de voorbereiding van de bouw
zulk een belangrijk aandeel hebben gehad,
om vervolgens te gewagen van het nu reeds
grootste stadhuis in Nederland, dat op
naam staat van architect Luthmann, aan
wie door de Koningin de onderscheiding is
toegekend van officier in de Orde van
Oranje Nassau.
De Kamers van Koophandel voor Am
sterdam en Rotterdam hebben besloten tot
oprichting van een Nieuw Guinea-instituut,
met als doel het bedrijfsleven in Nedei-land
van voorlichting te dienen omtrent de econo
mische mogelijkheden van Nieuw Quinea
en te fungeren als contact- en informatie
centrum voor zakenlieden, die in Nieuw
Guinea zijn geïnteresseerd.
van de Europese vervoersvraagstukken en
bijgevolg ook voor de oplossing van de Ne
derlandse problemen op.dit gebied", zo
zei hij.
Tot de geproduceerde resoluties behoort
er een omtrent het gemeenschappelijk ge
bruik van veavoei-smateriaal door' de ver
schillende landen, een over dé standaardi
satie van rollend materiaal, elèctrificatie
en gebruik van dieselmateriaal, een over
de internationale tarieven en routes, een
over kwesties van binnenscheepvaart en
een over internationale financiering vatt
grote werken en aankop^.