m Montmartre Pleidooi voorfilmcursus binnen schoolverband „Bloch" van Hella Haasse Oprichting permanent Europees coördinerend vervoersorgaan In de hoofdstad uit Defensie-inspanning bij ons niet uitzonderlijk Congres Film en Jeugd Vergelijking met Engeland Een nieuw Nederlands stuk Tine Honig exposeert in een boekhandel Brusselse conferentie had resultaat 8 Lezing van directeur-generaal van Departement van Oorlog Brand in Apeldoornse verfstoffen fabriek Veteranenlegioen houdt „passarmalam" in Vishal Nieuw Haags stadhuis grootste van ons land - in gebruik genomen ZATERDAG 17 OCTOBER 1953 Wie kennis wil maken met het ware Montmartre moet zich niet laten afleiden door de Boulevard Clichy, die met zijn Place Blanche, Pigalle en de Moulin Rouge door de meeste touristen voor Montmartre worden versleten. Laat hij de helle neon-reclames, de nachtclubs, de mooie Argentijnse zwijmeizangers, de Spaanse danseressen en wat dies meer zij, kalm achter zich laten en de heuvel, La Bui te, bestijgen dan is hij in Montmartre. Het is een oud dorpje op een heuvel, dat in wezen niets verschilt van andere dorpjes op andere heuvels van het goede Frankrijk. En de bewoners zijn dorpsbewoners ook al worden zij omgeven door een wereldstad. Montmartre vormt een aparte gemeente, het heeft zijn eigen kerkje (uiteraard niet de Sacré-Coeur), zijn pleintje en zijn nauwebochtige straatjes, waarin de verweerde gevels tegen elkaar aanleunen. XXJOOOCOOOOCOOOOOOOOOOOCOfXlOOOOOOOOOOOOOClOOOOOOCCOOOOOOOO De Haarlemse schilder-tekenaar Frans Fnnke heeft een tijdje in de Parijse wijk Montmartre gewoond en maakte daar het onvergetelijke feest van de wijn oogst mee. Hij kwam niet alleen met een stapel schetsen terug, maar ook met enthousiaste verhalen. Hiernevens ge ven wij de door hem geïllustreerde in drukken van dit festijn weer. En dan is er nog iets belangrijks: Mont martre heeft ook een wijngaard. Het is een wat pover restant van een eeuwen oude weelde, want de oudjes kunnen zich nog goed herinneren dat de hele Noord zijde van de heuvel één druiventros was en de overlevering meent te weten dat koning Philippe Auguste ergens omtrent 1200 hier reeds de producten van de wijnbouw kwam sonsumeren. Nu wijdt het gemeentebestuur nog al zijn liefderijke aandacht aan deze ene wijngaard, die niet meer dan vijfhonderd liter wijn op levert. Dit is niet veel, maar genoeg om telken- jare het grote feest van de wijnoogst te rechtvaardigen. En degene, die dit feest één keer heeft meegemaakt, zal voortaan deze wijngaard (goed voor 500 liter) uiterst belangrijk vinden. De veldwachter Anatole met zijn Na poleontische steek en zijn kromme sabel, zonder wiens aanwezigheid er in Mont martre nimmer iets officieels kan gebeu ren, zal een oprechte belangstellende graag als relatie dienen en hem erbij halen. De feestgangers die zich in de wijn gaard verzamelden vormden een merk waardig gezelschap Men is bij plechtig heden meestal verplicht „onder de aan wezigen" het eerst de burgemeester „op te merken". In Montmartre heeft men daar geen moeite mee want zijn beminnelijke burgemeester monsieur Lelandais, haalt men er gauw genoeg uit. Verder versche nen er enige wijnboeren uit Tannay, die van de geoogste druiven een voortreffe lijke wijn komen maken. Het zijn alle maal leden van de broederschap van St. Vincent, beschermheilige van de wijnbou wers, ten teken waarvan zij groengele sjerpen dragen. De bekende Franse stayer Toto Grassin, enige cabaret-artisten, on der wie de lieftallige Annie Cordy, en een koppel cancan-danseressen van de Moulin Rouge kwamen het gezelschap comple teren. Men kan een wijnfeest niet passender beginnen dan met het plechtig ledigen van een glas wijn „om het hart te verwarmen en het verstand te verscherpen" in een prieeltje. Om de feestelingen bovendien vast wat los te doen komen een, naar het leek, overbodig streven kwamen de danseressen los van de grond in een wilde werveling, waarbij de druiventrossen wel in heftige beroering geraakten maar niet afknapten. Dat mocht nog niet: eerst moesten enkele notabelen van Montmartre uitermate plechtig in de Broederschap van St. Vincent worden opgenomen. De trossen los Toen kwam het grote ogenblik, het sym bolisch begin van de druivenpluk. V/as er aanvankelijk reden om met bezorgdheid toe te zien hoe de danseressen van de Mou lin Rouge, die zo gewend zijn de trossen los te gooien, de wijngaard ingingen, die vrees bleek ongegrond, want déze trossen werden met de nodige égards behandeld de pluksters zouden haast voor elke tros een aparte révérence hebben gemaakt. Na dat dit charmante beginnetje was ge maakt hebben de genodigden de wijn gaard ontruimd wie de rest van de oogst voor hun rekening hebben genomen doet weinig te zake. Maar in ieder geval VOORNAAMSTE VOORSTELLINGEN IN CONCERTEN IN AMSTERDAM „Het dagboek van een deugniet" van Ostrowski wordt Zaterdag en Donderdag door de Nederlandse Comedie onder regie van Peter Scharoff in de Stadsschouwburg vertoond. Met Guus Oster in de titelrol. Décors van Friso Wiegersma. De Haagse Comedie is Woensdagavond in de Stadsschouwburg met het blijspel „Der tien aan tafel" van Sauvajon onder regie van Jan Retèl. Maandag geeft de Neder landse Comedie een abonnementsvoorstel ling van „Via Lissabon" van Charles Mor gan. In het Centraal Theater vertoont het Vrije Toneel dagelijks het blijspel „Graag of niet" (Hobsori's Choice) van Harold Brig- house onder regie van Bob de Lange met Nell Koppen in de hoofdrol. De Nederlandse Opera speelt Zondagmid dag „Madame Butterfly" van Puccini onder muzikale leiding van Cor Olthuis. Voor Dinsdag staan „Cavalleria Rusticana" en „Paljas" onder muzikale leiding van Alexander Krannhals op het programma. Films van Cavalcanti worden Donderdag en Vrijdag respectievelijk in „Le Canard" aan de Zeedijk en aan de Spuistraat ver toond. Op eerstgenoemd adres zingt Elise Ménagé Challa op verzoek oud-Spaanse volksliederen. In de Spuistraat wordt Woensdag door afgestudeerde leerlingen van het Amsterdams Conservatorium „De kunst der fuga" van Bach uitgevoerd. Cabaretprogramma's: De gehele maand in het Nieuwe de la Martheater „In de win- ckel van Sinckel" door het ensemble Wim Sonneveld, in het Leidseplein Theater „Het is te mooi om waar te zijn" door dat van Martie Verdenius (met Teddy en Henk Scholten) en in de Kleine Komedie het ge zelschap van Toon Hermans met „Ballot". Het volksconcert van Zondagmiddag in het Concertgebouw staat ondér leiding van Eduard van Beinum. Nicole Henriot is so liste in het Derde Pianoconcert van Saint- Saëns en Marinus Komst blaast de solo partij in het Trompetconcert van Haydn. „De Stem des Volks" voert onder leiding van An toon Krelage op 18 October „Dë Messias" van Handel uit, begeleid door het Noordhollands Philharmonisch Orkest. Solisten zijn Dora van Doorn-Lindeman. Annie Hermes, Wiebe Drayer en David Hollestelle. De abonnementsconcerten door het Con certgebouw-Orkest op Woensdag en Don derdag bestaan uit werken van Purcell, Beethoven, Badings en Tsjaikofski. Solist is de pianist Léon Fleisher, dirigent Eduard van Beinum. In de kleine zaal voeren de violiste Natha lie Boshko en de pianiste Josefa Rosanska op 19 October werken van Bach, Franck en Beethoven (de Kreutzersonate) uit. Dinsdag is er een pianovoórdracht' door Maria Teresa Rodriguez. En op Vrijdag avond zingt de sopraan Sarabeth Murphy, begeleid door Joh an Ofcten. is zij fluks binnenge haald, want een paar dagen later moesten de volle vaten wor den verrold, een transport waaraan men een nationaal kampioenschap heeft verbonden. Het werd een wilde wedstrijd die heel wat van het uithoudingsvermogen vergde, want het zijn vaten die tot borst hoogte reiken en deze schuin op de kant om strijd te ver rollen, met een grote étappe heuvelop waarts, is geen een voudige zaak. De grootste attractie van de „wedrol" waren de aanmoedigingen en de eritiek van de toe schouwers, die de lange, dunne, korte en dikke „rouleurs" uit geheel Frankrijk, vooral als zij achter bleven, niet spaarden. Een zekere monsieur Godin maakte zich tenslotte van het wakkere peloton los en daverde met zijn vat het eerst over de eindstreep. De feestvreugde torende des middags naar haar hoogtepunt op Place du Tertre, waar een aantal grootheden uit de Pa rijse kleinkunst, zo tussen hun middag en avondoptreden door, belangeloos een galavoorstelling kwamen geven, die men voor vijftig francs staande en voor twee honderd zittende kon bijwonen. De al eer der opgemerkte Annie Cordy was weer van de partij en Mick Micheyl, die „Le gamin de Paris" op haar naam heeft staan, en Jean Cyrano als zingende ober om welke reden het hem niet kwalijk geno men werd dat hij midden in een fraai lied de tekst vergeten bleek te zijn en Mi- chèle Dorian in een hartveroverende de clamatie. Er waren nog een heleboel an dere artisten van wie vooral de veldwach ter Anatole niet vergeten mag worden. Door zijn nevenfunctie van tamboer-om roeper kan hij allerlei historische trom mel-signalen opzenden, die geen mens be halve hij kan onderscheiden, zoals het „kok-in-de-keuken" ten tijde van Lode- wijk de Elfde en ten tijde van Lodewijk de Zestiende Ach ja, het is altijd een heel speciaal wijnieest daar in Montmartre. Het begint niet, zoals gebruikelijk, ais de oogst bin nen is, maar als zij nog te velde staat. Alleen even een korte onderbreking voor de oogst zelf. En ook al is die opbrengst van Montmartres wijngaard dan maar vijfhonderd liter er zit altijd nog wel wat in het vat. De heer S. D. Duyverman, directeur- generaal van het ministerie van Oorlog, heeft gisteravond voor de Vereniging ter beoefening van Krijgswetenschappen een lezing gehouden over de Nederlandse defensie-inspanning. Hij gaf een uitvoerig overzicht van de opbouw van leger, vloot er. luchtmacht ende specifieke moeilijk heden bij elk dezer onderdelen. De verwachte stand van de huidige op- bouwplannen per eind 1954 is voor het leger de gereedheid van rond 220.000 man. De luchtmacht, die eind 1954 over 400 vliegtuigen zal beschikken, welke gesta- tionneerd zullen zijn op 7 operationele vliegvelden, zal met een sterkte van 20.000 man in vier jaar tijd meer dan vertienvou digd zijn. Wat de marine betreft, zeide de spreker, dat de variatie in typen, alsmede zaak zijn, dat eind 1954 financieel ge sproken, 75 procent van de geprojecteerde zelf te bouwen vloot gereed zal zijn. Hij zag nog geen oplossing voor de vervanging van de kapitale schepen, wanneer het eigen defensie-budget varieert tussen 1200 en 1500 millioen gulden 'sjaars. „In vergelijking tot de inspanning in andere landen uitgedrukt in het percen tage, dat de defensie-uitgaven uitmaken van het nationale inkomen is onze in spanning zeker niet bovenmatig te noemen," aldus de heer Duyverman. „Dit percentage was in 1952, voor Nederland 6,4 procent, voor België 6,5 procent, voor Frankrijk 11,9 procent en voor de V.S. 14,9 procent. Ook nationaal gezien is onze hui dige defensie-inspanning niet uitzonderlijk. Thans maakt de defensiebegroting 25 pro cent uit van de totale rijksbegroting, in de jaren 1902 tot en met 1913 was het ook 25 procent, in 1914: 33 procent, in 1915, 1916 en 1917 zelfs 50 procent." Voor de tweede keer sinds November 1951 is de N.V. verfstoffenfabriek ^Hol land" aan het kanaal te Apeldoorn door een hevige brand getroffen. Nadat om half elf Vrijdagavond bij de controle alles in orde was bevonden, werd nauwelijks tien minuten later brandalarm gegeven. Het bleek, dat een van de belangrijkste afde lingen, namelijk te droogafdeling voor pig menten in lichter laaie stond. In afwach ting van de komst van de brandweer be streed het personeel, dat in de nachtdienst was, overigens zonder succes, de vlammen zee met schuimblussers en emmers water. De brandweren van Apeldoorn en Wormen bestreden het vuur met vier stralen en slaagden er spoedig in de vlammenzee meester te worden. Zij werden bij het blus- singswerk door een hevige rookontwikke ling belemmerd, zodat zij genoodzaakt wa ren van rookmaskers gebruik te maken. Het is nog niet bekend, hoe groot de schade is, doch vast staat, dat voor duizen den guldens aan grondstoffen verloren is gegaan De fabriek is voorlopig aangewe zen op het gebruik van enkele kleine droogkamers, doch alles wordt in het werk gesteld om stagnatie in de productie zoveel mogelijk te voorkomen. Verzeke ring dekt de schade. Het nationaal congres van het instituut ..Film en Jeugd" over filmvorming van de rijpere jeugd, dat te Arnhem gehouden wordt en twee dagen duurt, is Vrijdag middag geopend door de directeur-gene raal van de volksgezondheid, prof D. P. Muntendam. Prof. Muntendam drong er op aan alle pogingen te coördineren om zodoende dat gene te bevorderen wat vormend en op voedend voor de rijpere jeugd ka?i wer ken. Een wijs beleid zei hij het te vinden, dat het instituut de filmvorming niet zelf ter hand neemt, maar over laat aan maat schappelijke krachten die daartoe bereid en in staat zijn. In zijn inleiding over de betekenis, in houd en grenzen van de filmvorming wees de pater L. Lunde S.O.P. te Brussel er ver volgens op, hoezeer het probleem film en jeugd de laatste jaren in de belangstelling is gekomen en dat ook duidelijk is dat filmvorming voor de rijpere jeugd nodig is. Duidelijk is echter nog niet hoe. In een fundamenteel betoog stelde hij vex-der twee vragen, nl. hoe het filmgebeuren op de jeugd-toeschouwer inwerkt en hoe de jeugdige toeschouwer de invloed van de film ondex-gaat en op welke wijze deze ge leid kan worden. Het hele vraagstuk van de filmvorming komt hierop neer, aldus spreker, de toe schouwer zoekt in de film ontspanning, de jeugdige toeschouwer echter een nieuwe activiteit en niet zozeer rust. De rijpere jeugd staat hier tussen in. Bij de filmvor ming kan daarom niet een bepaald systeem worden gevolgd. Ten aanzien van de me thode dient rekening te worden gehouden met het publiek dat men voor zich heeft. De meest geschikte verhouding achtte spreker het schoolverband, waar de vorm didactisch kan zijn. Hij bepleitte de in voering van een systematische cursus voor de film. Wanneer er niet eexx doelmatige cursus wordt ingericht op de kweekscho len, komt het niet verder dan enkele spo radische pogingen. Voor een degelijke filmvorming is overigens nodig een film opvoeder en niet enkel het leraar zijn, al dus spx'eker. Hij wees er voox'ts op, dat de jeugd in schoolverband slechts een klein onderdeel betekent en dat er vonr de an deren misschien nog meer nodig is. Te meer, omdat de jeugd gebrek aan film vorming niet als leemte aanvoelt. Voor jeugdox-ganisaties en jeugdclubs ligt hier ook een taak. Vele jongeren, jongens zo wel als meisjes, staan echter buiten elk school- en jeugdverband en het is juist deze categorie die het moeilijkst voor de filmvorming is te hereiken. Deze jeugd ontsnapt ons, aldus spreker, en toch zal er ook voor hen iets gedaan moeten worden. M. Stanley Reed uit Londen gaf hierop een aantal aspecten weer van de filmvor ming in Engeland. Het. filmbezoek van vol wassenen en van kinderen blijkt in Enge- ....Anatole, veldwachter. In de Centrale Boekhandel v.h. Mul en Stap in de Grote Houtstraat te Haarlem is een kleine expositie ingericht van wex-ken en werkjes van mej. Tine Honig. In April van het vorige jaar hebben wij in dit blad vrij uitvoerig over deze schilde res geschreven naar aanleiding van een omvangrijker overzicht van haar werk, dat toen in de gemeentezaal van de Doopsge zinde kerk te zien was. Er is weinig reden om aan de waarderende woorden, die wij toen over de schilderijen en aquarellen van deze bescheiden kunstenares neerschreven, nieuwe toe te voegen. Zulk werk blijft zich zelf gelijk in het bepex-kte genre, dat het bestrijkt: het is beschaafd van kleur en voordracht, de stil levens zijn met veel smaak geaiTangeerd, de kleur is vooral in de kleine werkjes uiterst harmonieus. Het mooiste vond ik no. 26: Blauwe fles, waarin de kleur van het fond mooi contrasteert met het oranje van een paar abrikozen in een spanen doosje. Verder kan vermeld worden: „Stokrozen" (pastel no. 3) en „Kastanjes", waar het blank van de binnenkant der om hullende schil fijn getroffen is. Wij hopen dat mej. Honig nog eens de gelegenheid zal vinden om een groter for maat aan te vatten voor haar stillevens. Vroeger heeft zij bewezen hierin ook iets te kunnen presteren. 0*TO B. DB KAflf Men moet toch wel bewondering hebben voor de energie, waarmee „Puck" de toneelgroep van en voor jonge mensen de zaken aanpakt. Binnen het tijdsbestek van een maand kregen wij de derde pre mière in dit seizoen voorgezet: gisteravond in de Amsterdamse Stadsschouwburg kwam namelijk Blochvan Hella Haasse voor het voetlicht, welke voorstelling on der leiding van Egbert van Paridon was voorbereid. Een dag tevoren had Bever wijk reeds van dit moderne probleemstuk kennis genomen. Om te beginnen dient dit energieke ge zelschap een woord van lof te worden toe gezwaaid voor de vervulling van de be lofte om ook werken van Nederlandse auteurs een kans te geven. Het stuk heeft blijkbaar zijn definitieve vorm gevonden in een-.nauwe samenwerking van schrijf ster en regisseur. Hella Haasse maakte, zo wordt ons in het programma meegedeeld, de eerste notities in de hongerwinter en verwerkte deze in opdracht van het mi nisterie van Onderwijs, Kunsten en We tenschappen tot het actualiteitsdrama „Het donkerste uur". Daaruit is vervolgens de thans vertoonde versie gegroeid. De schrijfster heeft gepoogd een aantal houdingen van de mens in deze tijd tussen de uitersten van liefde en onverschillig heid, van ideaal en compromis te schetsen, door middel van een confrontatie met het verleden. Om te beoordelen in hoeverre zij in deze opzet is geslaagd, zou men de tekst grondig moeten bestuderen. Wat men te zien kreeg is immers een soort roman in dialoogvorm. Een geheel ander vraagstuk is echter of de door haar gevolgde methode dramatisch voldoende effect sorteert. En dan moet ik eerst vaststellen, dat ik zelden een stuk heb gezien, dat aan zoveel andere stukken tegelijk doet denken aan „Gla zen Speelgoed" voor wat de filmische te rugblik betreft, aan „Via Lissabon" door de wijze van behandeling van een verwant thema en aan „De Cocktailparty" door de enscenering en dat toch zo oorspronkelijk aandoet door de klaarblijkelijke ernst waarmee op een zeer persoonlijke wijze de menselijke verantwoordelijkheid wordt ge vraagd. In het programma vindt men onder meer de volgende beschrijving van de inhoud: „De handeling speelt afwisselend in het heden en in het verleden, te weten de be zettingstijd. Het heden is een receptie ter gelegenheid van een ambtsjubileum van professor Abeling, wiens zoon Thomas in de verzetsbeweging de dood heeft gevon den. De sfeer van het feest, de verhouding der daar aanwezige vrienden en familie leden, worden ingrijpend geschokt door de terugkeer van Regina, die zij allen uit de oorlogsjaren kennen, na een lang en ge deeltelijk gedwongen verblijf in Oost- Europa." In het verloop van de inderdaad met een zeker raffinement opgebouwde gesprek ken zijn allerlei retrospectieve scènes ge vlochten, die tenslotte een volledige recon structie bieden "van de omstandigheden, waaronder de uit een concentratiekamp gevluchte Thomas om het leven is ge komen. De titelheld Bloch is het middel punt van aller gedachten, al verschijnt hij niet ten. tonele. Hij is bedoeld als het sym bool van de gekwelde en vervolgde mens. De één wil zijn lijden vex-bitterd wreken, een ander zijn offer voltrekken door zo veel mogelijk nieuwe ellende te lenigen en een derde, de verrader, poogt hem te ver geten. En zo is dit vaak beklemmende spel er toch meer een van reacties, dan van werkelijke handeling, temeer daar alle elementen van actie in het verleden zijn gepx-ojecteerd. Er is dan ook geen sprake van ontwikkeling der karakters. Sterker nog: de schrijfster heeft teveel personen moeten aanvoeren en 'tot te onwerkelijk- eenzijdige types laten verstarren om van alle kanten licht op de door haar gestelde problemen te werpen. Hella Haasse, die haar artistieke carrière als toneeelspeelster in het Centx-aal Toneel van Cees Laseur begon, heeft voornamelijk bekendheid gekregen door haar historische boeken (Het woud der verwachting en De scharlaken stad) en dit stuk is dan ook duidelijk het werk van een romancière. Het nadeel van zulke constructies, heeft de Amerikaanse criticus George Jean Na than eens opgemerkt, is dat men nooit precies weet wanneer men zich waar be vindt. In deze overdx-ijving schuilt een kern van waarheid. Nog beter zou men kunnen zeggen: dat men nooit precies weet waar men aan» toe is. Dit geldt zeker voor „Bloch" met zijn overigens over het algemeen uitmuntende dialogen, die een zekere spanning voortdurend op peil hou den. Maar heiaas heeft Hella Haasse veel teveel tegelijk willen demonstreren en dat had mede tot gevolg, dat er enkele perso nen optreden, zoals de Duitser Stück en de cynische journalist Simon, wier aanwezig heid nauwelijks plausibel kon worden ge maakt, ondanks de goede vex-tolkingen door Frans 't Hoen en Wim van den Heu vel. Van.de medespelenden moet in de eerste plaats Greet Groot als Regina worden ge noemd, die op uiterst sobere wijze met emotie geladen spel te zien gaf. Deze actrice weet voorbeeldig zuiver gébxniik te maken van de mogelijkheden van haar mooie, diepe stem. Verder trokken speciaal Cecilia Lichtveld als de met niets dan haar kunst te maken willen hebbende danseres en Cas Baas als de wraakzuchtige vex-zets- strijder de aandacht. Ook Yda Andrea, Sepha Disrikx en de regisseur Egbert van Paridon brachten het tot sterke scènes. Dick Scheffer speelde zeer bescheiden en ingetogen de professor, al moest het uiter aard een zekere mannetjesmakerij blijven. Tot mijn genoegen kan ik ditkeer een vriendelijk woord wijden aan Karin Haage voor haar zorgvuldige uitbeelding van diens haar idealen buiten de werkelijkheid koesterende echtgenoot. Men had overigens de indruk, dat er met acteurs van rijpere toneel)ex-varing meer uit de tekst te halen was geweest. DAVID KONING De Europese vervoerseonferentie heeft overeenstemming bereikt over de oprich ting van een permanent Europees ver voersorgaan, dat echter niet op suprana tionale leest zal zijn geschoeid maar op die van iixternalionale samenwerking. Het sta tuut van dit nieuwe orgaan zal vandaag door de Ministers van Verkeer der zestien aan de conferentie deelnemende landen worden getekend. Om het karakter van het vervoersorgaan duidelijk tot uiting te bx-engen zal het de naam „permanente conferentie van Euro pese Ministers vaix Verkeer" dragen. Het zal een lichaam zijn dat wel coördinerend, maar niet wetgevend kan optreden. De permanente conferentie zal een vast secretariaat krijgen waarvoor de krachten door de organisatie voor Europese econo mische samexx'werkmg beschikbaar zullen worden gesteld. Dit secretariaat zal te Parijs gevestigd zijn, maar dit wil niet zeg gen dat de permanente conferentie zelf ook steeds te Parijs bijeen zal komen: het is integendeel de bedoeling dat deze bijeen komsten om beurten ixi de hoofdsteden der verschillende aangesloten landen zul len worden gehouden. De Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat, dr. J. Algera, die onze delega tie op de vervoei-sconferentie leidt, heeft verklaard, dat hij tevreden was oveer de bereikte resultaten. Het statuut, dat nu ge reed is gekomen, kon geheel zijn goedkeu ring wegdragen. Het verheugde hem voor al, dat het Nederlandse standpunt was aanvaax-d ten aanzien van de kwestie der samenwerking tussen de Permanente con ferentie van Ministers vain Verkeer en de O.E.E.S. Nederland had zich namelijk ver zet tegen een regeling, volgens welke de permanente conferentie verplicht zou zijn, de O.E.E.S. te raadplegen alvorens zij be paalde besluiten zou kunnen nemen. Deze verplichting is nu niet in het statuut op genomen, al is bij wijze van compromis wel tot uitdrukking gebracht, dat raadple ging van de O.E.E.S. in zulke gevallen door de permanente conferentie belangrijk wordt geacht. Deze formulering was voor de Nederlandse delegatie aanvaardbaar, omdat zij geen afbreuk doet aan de onaf hankelijke positie van de Permanente con ferentie. Een verplichting tot raadpleging zou volgens de Nederlandse opvatting die onafhankelijkheid aanzienlijk hebben ge schaad. Goede geest Minister Algex-a was goed te spreken over de geest, waarin de besprekingen waren gehouden. Hij vond dat het in Januari te Parijs begonnen werk in Brussel tot een goed einde was gebracht. „Het nu voltooide statuut kan van grote betekenis wonden voor de ontwikkeita® land zeer groot te zijn. De keuring in En- geland is bedoeld om kinderen te bescher men, maar met uitzondering van een paar films, die een certificaat ontvangen en die alleen door volwassenen mogen worden ge- zien, wordt de verantwoordelijkheid aan de ouders gelaten. Niettegenstaande de voor zorgen blijft hét kern-probleem bestaan, t.w. het trainen van onderwijskrachten en jeugdleiders in grote aantallen om het scholingswerk te doen. Het Britsh Film Institute- organiseert vele cursussen en filmscholen, maar dit is niet voldoende. De oplossing van het probleem ligt in de in voeging van gedegen filmstudie in het rooster der universiteiten en bovenal in het tot stand brengen van goede cursussen in filmkennis en methoden van filmscholing in de kweek- en normaalscholen. Een begin is reeds gemaakt. Intussen wox-dt veel vrijwillig werk'ver zet. Zo bestaan er bijna duizend filmliga's voor volwassenen in Engeland en deze be ginnen zich hoe langer hoe meer" te inte resseren voor werk met kinderen en jonge ren. In sommige streken zijn ook plaatse lijke bioscoopcommissies opgericht. Over de methoden zeide heer Reed, dat uit en door het werk van enkele enthou siastelingen in Engeland enkele scholings axioma's t.a.v. dit nieuwe terrein naar voren zijn gekomen. De eerste en belang rijkste stelling is deze, dat wie er ook pro beren mag om filmvoorlichting te geven, hij of zij allereerst zelfs een filmliefheb ber moet zijn. Men xnoet dus positief zijn in de aanpak van de taak. Het tweede principe is dit, dat het wexk, dat in school en club wox"dt gedaan, dicht in de buurt j blijft van wat de kinderen zelf in de bio scoop zien. Vooxdichting mag echter nooit academisch worden. De belangrijkste me thode achtte de heer Reed ongetwijfeld die van de discussie. De deelnemers aan het congres werden 's avonds officieel ontvangen door het Arn hemse gemeentebestxiux". Tijdens de voort gezette vergadering spreekt vandaag de heer J. Pront over de wegen tot ontwikke ling van de ci'itische zin van de jeugdige „massale" bioscoopbezoeker en 's middags Jack. Dirkse S.C.J. over aspecten der. film vorming in Nederland vanwege of onder auspiciën van de katholieke filmactie. In 1951 werd in ons land het „Vetex-anen- legioen" opgericht, dat voornamelijk een vereniging wilde zijn van militairen, die in Indonesië zijn geweest, doch die later allen in de gelederen wilde opnemen die bij het Nederlandse leger als militairen hebben gediend. Oprichter van de vereniging was de heer Ton Schilling, een gewezen luite nant van de K.N.I.L. Ongeveer tegelijkertijd met de oprich ting van de landelijke vereniging kwam men in Haarlem tot de oprichting van een plaatselijke afdeling. De afdeling Haarlem en omsfi-eken bevat alle plaatsen in koord- Holland, liggende ten Zuiden van het Noordzeekanaal, verder Halfweg en Hoofd dorp. Bennebröëk is de Zuidelijke en Zand- voort de Westelijke grens. De afdeling heeft ongeveer driehonderdvijftig leden. Onlangs had een bestuursverkiezing plaats. In het bestuur hebben zitting de heren G. J. de Vries, voorzitter: J. A. G. M. Leen- derts, vice-voorzitter; J. C. Kramer^ secre taris, Aelbertsbergstraat 77; A. S. Bersee, penningmeester; L. J. Leopold, pi'opagan- dist; H. Cramer en H. Kramer, leden. Men houdt elke maand een bijeenkomst en meestal is dit een gezellige sociëteits avond, doch af en toe worden algemene bijeenkomsten belegd. Vanavond zal de heer Schilling op de bijeenkomst van deze maand het doel en streven van de vereni ging „Veteranenlegioen" nogmaals uiteen zetten. Voor de maand November staat een „pasarmalem" op het programma, een Indonesische kermis naar een idee van voorzitter De Vries. Deze pasarmalem zal gedurende drie dagen, 28 en 30 November en 1 December in de Haarlemse Vishal worden gehouden. Er komen velschillende stands en met de vooi-bereidingen er van is men thans druk bezag. Iedereen, mili tair of geen militair, zal op de vermelde data de Vishal kunnen binnenlopen om daar aan een der attracties deel te nemen. Tevens staat een Ambon-avond op het programma, waarschijnlijk in Maart 1954. In aanwezigheid van tal van autoriteiten er waren ongeveer 650 genodigden, onder wie de Commissaris der-Koningin in de provincie Zuidholland heeft heden middag in Den Haag de- officiële ingebruik stelling plaats gehad van het administra tieve deel van het nieuwe stadhuis aan het burgemeester De Monchy-plein. 'Burge meester Schokking heeft hierbij een rede gehouden, waarin hij er op wees, dat de concentratie op één punt opeens de enorme ruimtebehoefte demonstreert van de ge meentelijke diensten. Hij bracht hulde aan de oud-burgemeesters Patijn en De Mon- chy, die respectievelijk in de keuze van de plaats en in de voorbereiding van de bouw zulk een belangrijk aandeel hebben gehad, om vervolgens te gewagen van het nu reeds grootste stadhuis in Nederland, dat op naam staat van architect Luthmann, aan wie door de Koningin de onderscheiding is toegekend van officier in de Orde van Oranje Nassau. De Kamers van Koophandel voor Am sterdam en Rotterdam hebben besloten tot oprichting van een Nieuw Guinea-instituut, met als doel het bedrijfsleven in Nedei-land van voorlichting te dienen omtrent de econo mische mogelijkheden van Nieuw Quinea en te fungeren als contact- en informatie centrum voor zakenlieden, die in Nieuw Guinea zijn geïnteresseerd. van de Europese vervoersvraagstukken en bijgevolg ook voor de oplossing van de Ne derlandse problemen op.dit gebied", zo zei hij. Tot de geproduceerde resoluties behoort er een omtrent het gemeenschappelijk ge bruik van veavoei-smateriaal door' de ver schillende landen, een over dé standaardi satie van rollend materiaal, elèctrificatie en gebruik van dieselmateriaal, een over de internationale tarieven en routes, een over kwesties van binnenscheepvaart en een over internationale financiering vatt grote werken en aankop^.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 8