Pioniersgeest maakte Multifilm groot
Paramount
Het Hek van de Dam
IqjU
Bij het zilveren jubileum
Nieuw boek over Marie-Antoinette
„naar onuitgegeven documenten"
Agenda voor
Haarlem
L
Een keur van films
de perfecte
Qflmerikaanse
cigaret
S.O.S. van Amerikaanse
veehouders
Status van de West
in de UNO ter sprake
tXUD
□MD
SU
i
WOENSDAG 28 OCTOBER 1953 N
3
I HiJrv* I v°ornaamste taak bleef
Poëzieprijs Amsterdam
voor Lucebert
Heringa Wuthrich
BLIKSEMAFLEIDERS
Twee doelpunten
5
OT
[711
2
II?||3]
IIV
'^spr
Jlil
a
Pottenkijkers
Opheffing van nood
maatregelen in Tunesië
Morgen is het op de dag af vijfentwintig jaar geleden, dat de statuten van de N.V.
Multifilm te Haarlem koninklijk werden goedgekeurd. Het zilveren bestaansfeest
kan dus officieel gevierd worden. En voor die viering is alle reden. Het Haarlemse
bedrijf heeft op de Nederlandse filmproductie een belangrijke en verheugend goede
invloed uitgeoefend. Het timmerde niet aan de weg. Het doet dat nog niet. Maar wie,
belangstellend m de film, de verrichtingen van Multifilm in de loop der jaren heeft
gevolgd, zal weten welk een uitstekend materiaal het heeft geleverd op de filmmarkt,
waardoor de Haarlemse .onderneming zich in het buitenland op het stuk van de
documentaire vooral een groot aanzien heeft verworven. Vertelde niet directeur
J. C. Mol. dat nog in Amerika de film loopt, die hij in 1024, dus voor hij Multifilm
stichtte, heeft gemaakt van het leven der microben: de bekende Anthonie van
Leeuwenhoek-film, opgenomen met gebruik van de microscoop, waarmee Van Leeu
wenhoek de wereld der microben ontdekte? Moll legde de grondslag voor het bedrijf,
dat dank zij zijn kennis en vakmanschap, af spoedig opbloeide, crisis en malaise ten
spijt. Toen het geluid zijn functie ging bekleden in de film schakelde hij onmiddellijk
zijn productie daarop over. Hij vond zelf een voortreffelijk geluid systeem, dat kan
wedijveren met de beste ter wereld. En als bewijs hoe Multifilm telkens de tekenen
des tijds verstaat: in het Nederlands televisie-programma worden de journaals door
Multifilm verzorgd, ware getuigenis hoe up to date het bedrijf vandaag de dag wel is.
Oprichter en directeur Moll zal niet heb
ben vermoed welk een hoge vlucht de N.V.
zou nemen toen hij haar in 1924 vormde
uit het „Bureau voor Wetenschappelijke
Cinematografie" dat hij tot dan dreef. Hij
vond steun voor zijn onderneming bij be
kende figuren als Ad. Stoop, de vogelfilmer
Burdet, de natuurkundige Jac. P. Thijsse,
dr. H. F. Tillema, G. J. Droste, mr. P. Tide-
man en de directeur der Mij. Nederland
mr. C. Koning. Met een kleine staf begon
hij. En al spoedig kwam de ene weten
schappelijke film na de andere tot stand.
Dit was het terrein, dat Moll's grote liefde
had. Hij maakte de serie „Wonderen der
natuur", films over bloeiende bloemen en
planten-bewegingen, de zwerftochten van
een waterdruppel, het bloed, het aquarium
van Artis en vele andere, die hun weg
naar het buitenland voorspoedig vonden.
In samenwerking met de universiteiten
ontstonden de medische films. Multifilm
hielp de universiteiten zich op wetenschap
pelijk gebied te outilleren en maakte zich
zelf op den duur overbodig. Maar met dit
werk leverde het bedrijf een aandeel van
onschatbare waarde aan de wetenschap en
de filmpjes die ik, zij het fragmentarisch,
uit die periode heb gezien zijn niet alleen
de vrucht van een gedegen vakkennis,
maar muntten bovenal uit door de liefde
waarmee zij gemaakt zijn: de eerste voor
waarde voor het bereiken van het harts
tochtelijk beoogde doel: klare, heldere beel
den, instructief èn aesthetisch verantwoord.
Want al stond de aesthetiek niet voorop
zo althans wil Moll het ons doen geloven
markt. De samenwerking met de UFA
hield bij Hitler's machtsovername op. Com
mercieel was het bedrijf niet lonend meer,
wanneer men geen andere weg insloeg.
Dat gebeurde. Men schakelde nu over op
commerciële opdrachtfilms. Van het Spaar-
ne verhuisde Multifilm naar het Kenau
park. Het bedrijf werd uitgebreid, vele
jonge cineasten kregen in Haarlem hun
opleiding. Het was ook in 1935 dat de hui
dige mede-directeur E. J. Verschueren aan
Multifilm werd verbonden. Talrijke films
liepen van stapel. De componist Koos van
der Griend schreef zijn zeer persoonlijke
en niet zelden fraai gerhythmeerde muziek
bij de films, die in die periode werden ver
vaardigd en op de Flora van 1935 was zelfs
een stand aan Multifilm gewijd, waar
regelmatig Flora-journaals werden ge
draaid. De voorlopers van de journaals op
de televisie
Het was in 1939, dat Moll naar Indië ging
om een kleurenfilm te maken. Toen de
oorlog uitbrak kon hij niet terug. Hij
ADVERTENTIE
Verrast door het oog van de camera. (Uit de Multifilm-productie)
zij valt in zijn werk niet te loochenen.
Hoe anders het grote succes te verklaren,
dat hij oogstte met zijn films over kristal
len? Ze kwamen uit in de bloeitijd der
avant-garde. Zonder dat Moll zich er een
ogenblik rekenschap van had gegeven wer
den de films door de avant-garde verklaard
te behoren tot de absolute films. Zij dragen
er inderdaad alle kenmerken van, al wer
den ze het meer omdat Moll in het onder
werp een absolute schoonheid zag, die hij
op de filmband vastlegde dan omdat hij
een absolute film wou maken. Hoe het ook
zij: de onderscheiding is een compliment
voor de man, die in eenvoud de prestaties
leverde van de kunstenaar. Ik meen, dat
dit bij het jubileum van zijn bedrijf nog
eens gezegd moet worden.
Die wetenschappelijke films bezorgden
Multifilm dus een reputatie. Hun waarde
is des te groter, omdat het materiaal waar
mee toen gewerkt werd kwalitatief aan
zienlijk minder was dan thans. Het is nu
tienmaal gevoeliger. De ontdekkingen die
de vertraagde opnames door Moll toegepast,
opleverden, waren van groot belang. De
periode, waarin Multifilm dit werk ver
richtte, is meer dan een tijd van experi
menteren, een tijd van pionieren geweest.
Des te betreurenswaardiger dat er in de
jaren '32-'35 een eind aan kwam.
De geluidsfilm kwam en veroverde de
stichtte „Multifilm Batavia", kwam met
zovele landgenoten terecht in een Jappen
kamp, maar zette in 1946 zijn werk voort
en verzorgde het Indonesisch journaal, dat
wij kennen als de „Wordende Wereld". In
Haarlem zette Verschueren het bedrijf
weer op poten en een grote productie be
gon, waar de namen aan zijn verbonden
van Verschueren zelf, Hei-man van der
Horst („Ontluisterd land"), Allan Penning
(zijn speelfilms gebaseerd op korte ver
halen kunnen mijn bewondering niet weg
dragen), Van der Linden en Hoving. Mul-
tifilm ging zich ook toeleg-
gen op de kleurenfilm. De
I I li 111 echter films in opdracht.
V_y Die krijgt men genoeg. En
met belangstelling richt
men het oog op de ontwikkeling der tele
visie waarbij de film zo nauw is betrokken.
Wat nu de plannen zijn, die de N.V.
koestert voor de toekomst? De heer
Verschueren is een beetje huiverig om die
bekend te maken. Er worden er zoveel af
gekondigd en men hoort er daarna niets
meer van. Multifilm voelt zich echter nog
jong. Haar vijfentwintig jaren vormen, om
met J. C. Moll te spreken, een basis van
ervaring, die de toekomst met vertrouwen
tegemoet doet gaan. Een vertrouwen, dat
ik volledig kan delen. P. W. FRANSE.
Rechtstreekse regeringssubsidie
geëist
Veehouders in 30 Amerikaanse staten
hebben gisteren een boodschap aan presi
dent Eisenhower gezonden, waarin zij
aandringen op een stelsel van rechtstreekse
regeringssteun voor de prijzen der vee
houderijproducten, verklarende dat het
regeringsprogramma, dat tot nu toe is ge
volgd om de wanhopige situatie voor de
Amerikaanse veehouders te verbeteren, is
mislukt,
De veehouders deelden in hun bood
schap mee, dat duizenden veehouders met
middelgrote bedrijven slechts van de on
dergang kunnen worden gered wanneer er
onmiddellijk maatregelen worden getrof
fen om de veehouders betere prijzen te
garanderen.
De in 1952 verschenen bundel gedichten
„Apocrief" van Lucebert is door B. en W.
van Amsterdam op advies der jury be
kroond met de poëzieprijs 1953 der ge
meente Amsterdam.
De prijs, groot f 1000.was op voorstel
van de Amsterdamse kunstraad beschik
baar gesteld voor een in 1951 of 1952 in
boekvorm uitgegeven bundel poëzie of een
gedicht van de omvang van een poëzie
bundel. In haar rapport acht de jury, be
staande uit de heren Jan Engelman, Han
G. Hoekstra en Gerrit Kouwenaar, de
dichter Lucebert, de tot de zgn. experi
mentele groepering behorende dichter, „die
zich tot nu toe het meest overtuigend in
dat genre poëzie heeft uitgedrukt. Hij
moet beschouwd worden als een dichter
lijke figuur met grote potentie, die een
waardevol element aan de Nederlandse
poëzie heeft toegevoegd en hij weet ge
stalte te geven aan gedachten en gevoelens,
die hij voortdurend in het totaal van het
huidige wereldbeeld tracht te betrekken".
Zweedse ontwerp-resolutie
De Zweedse afgevaardigde in^ de UNO-
beheerschapscommissie, Skottsberg-Ahman,
heeft in de vergadering van die commissie
een ontwerp-resolutie ingediend, volgens
welke de Algemene Vergadering zou ver
klaren. dat zij van mening is, dat de nieu
we status van Suriname en de Antillen
slechts op de juiste waarde geschat zou
kunnen worden, nadat de onderhandelin
gen tussen de afgevaardigden van deze ge
bieden en die van Nederland waren be
ëindigd en schriftelijk waren vastgesteld.
De Zweedse ontwerp-resolutie wil ver
volgens de Nederlandse regering uitnodi
gen, de resultaten van deze onderhande
lingen en de vastgelegde voorzieningen
mede te delen. Voorts wil zij de commis
sie inzake inlichtingen over niet-zelfbe-
sturende gebieden uitnodigen, deze mede
delingen te bestuderen met het oog op de
reeds gegeven inlichtingen en rapport uit
te brengen aan de Algemene Vergadering.
Tevoren had de Nederlandse afgevaar
digde, mr. Schurmann, nogmaals het Ne
derlandse standpunt uiteengezet, waarna
de vertegenwoordigers van Suriname en de
Nederlandse Antillen, dr. Pos en mr. De-
brot steun gaven aan zijn uiteenzetting.
ADVERTENTIE
PARIJS, October. Volgens de enige deskundige critiek er op die ik gelezen heb,
is het kort geleden verschenen boek van André Castelot over Marie-Antoinette
armer aan verrassingen dan het op grond van de toevoeging „naar onuitgegeven
documenten" hoort te zijn. Het is niettemin een goed boek, dat een stuk verder komt
dan de gemid,delde biografie met het reconstrueren van een persoonlijkheid. Het mag
waar zijn dat biografen van deze koningin bij het onderzoek van de documenten vaak.
zelf onder haar bekoring raken, Castelot heeft zich aan zo'n historische bandeloosheid
niet overgeleverd. Wij zien haar beroemde onweerstaanbaarheid voortdurend tegelijk
met haar misplaatstheid in de geschiedenis, en ook haar onaangename persoonlijke
eigenschappen. De gang van zaken krijgt op deze manier een pijnlijke onvermijdelijk
heid, die weinig steun nodig heeft van voorafgaande kennis van de afloop; men
betrapt zichzelf onder het lezen van tijd tot tijd op de hoop dat de koningin en haar
domme Lodewijk XVI er toch nog doorheen zullen rollen alweer niet omdat men
zo op ze gesteld is geraakt, maar omdat dit soort menselijk lot te wreed is. Wij zijn
geen van allen voldoende verantwoord tegenover de geschiedenis van de volgende
honderdvijftig jaar, en de eerzucht om het wel te zijn is ook allerminst heilig.
Haarlem
Sommigen van ons hadden het er niette
min beter af kunnen brengen dan Marie-
Antoinette. In 1770, vlak voordat zij, veer
tien jaar oud, naar Frankrijk vertrok, zei
haar moeder, de keizerin Maria Theresia
van Oostenrijk: „Ik zie in haar karakter
veel lichtvaardigheid, gemakzucht en kop
pigheid in het doorzetten van haar wil,
met evenveel handigheid in het ontwijken
van de verwijten die men haar zou willen
maken". Zij werd overigens in Frankrijk
enthousiast ontvangen, temeer omdat Lo
dewijk XV zich buitengewoon impopulair
had gemaakt en de bevolking alle hoop op
de opvolger had gesteld. In 1774, toen de
oude koning stierf, was die hoop in het
land nog even sterk, al had zij zich in Ver
sailles veel vijanden gemaakt.
Men kan aannemen dat haar karakter
des te moeilijker werd, doordat zij aan
haar echtgenoot weinig plezier beleefde.
Lodewijk XVI had de gewoonte om zich
's morgens na een solide maaltijd op de
jacht te begeven en tegen de avond suf van
moeheid terug te komen. Hij gaat dan al
vrij gauw alleen naar bed, en het maakt
niet veel verschil als hij van deze gewoon
te eens afwijkt; pas in de zomer van 1777
heeft hij de moed verzameld om een een
voudige operatie (maar zonder verdoving)
te ondergaan, waarna hij werkelijk als
echtgenoot kan optreden. De ware Thomas,
of hoe dat heet, is hij voor Marie-Antoi
nette toch niet geworden, en de bevolking
van Parijs bracht het ene lied na het an
dere over haar betrekkingen met vermeen
de minnaars op. André Castelot is over dit
onderwerp discreet: hij meent met zeker
heid te kunnen zeggen dat haar grote lief
de voor de Zweedse graaf Axel Fersen
„in het nette" is gebleven.
In 1775 schreef Maria-Theresia aan haar
ambassadeur in Frankrijk: „Mijn dochter
loopt met grote stappen naar haar onder
gang". De brieven van deze ambassadeur,
Mercy, zijn een belangrijke bron van ge
gevens over Marie-Antoinette, al moet er
rekening mee gehouden worden dat hij al
lerminst op haar gesteld was: het was zijn
taak haar de goede adviezen van de kei
zerin over te brengen, een onvruchtbare
arbeid. Zij bleef op de meest luchthartige
manier leven en gaf vooral voor kleren on
waarschijnlijke bedragen uit in 1785 het
equivalent van zowat 500.000 gulden. Het
waren overigens niet deze uitgaven van
haar die ergernis wekten bij de burger
stand, maar de bedragen die de burger
echtgenoten en dochters verlangden om
modieus te kunnen blijven: de koningin
gaf de toon aan. Daar staat tegenover dat
de zijde-industrie van Lyon dadelijk pro
testeerde toen zij het eenvoudiger ging
doen: het was zeker haar bedoeling de
Franse zijde-industrie te ruïneren ten be
hoeve van de Vlaamse lakenwevers (die
onder Oostenrijks bestuur stonden)!
Maar het hof zelf was natuurlijk van
meer invloed op haar gedrag dan de in
dustrie van Lyon en niemand had daar
tijd over om de politieke litteratuur „bij
WOENSDAG 28 OCTOBER
Vleeshal: Modeshow van C. A„ 8 en 9.30
uur. Tempeliersstraat 35: Filmavond voor
emigranten, 8 uur. Lutherse Kerk: Evange
lische maatschappij; ds. W. J. Manger over:
„Zwaard en Kromstaf", 8 uur. Westerhout-
park I a: A. G. Degcnaar over: „De ontwik
keling van de mens". 8 uur. Gebouw Cullura:
Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia"; J. G.
de Jong over: „Christenen Ongelovigen".
8 uur. Roxy: ..Actie in de stille Zuidzee", 14
jaar, 8 uur. Lido: „Dageraad der vrijheid",
14 jaar, 7 en 9.15 uur. City: „Kindersmokkel",
18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Geheime
opdracht", 14 jaar. 7 en 9.15 uur. Rembrandt:
„Tanzende Sterne", alle leeft., 7 en 9.15 uur.
Palace: „De gouden poort", 18 jaar, 7 en 9.15
uur. Luxor: „De terugkeer van Don Camillo",
alle leeft., 7 en 9.15 uur.
DONDERDAG 29 OCTOBER
Brinkmann: Het Humanisme, door W. F.
Happé: De taak van het Hum. Verbond,
door mr. H. B. J. Waslanden 8 uur. Grote
Houtstraat 119: Tentoonstelling J. Q. van
Regteren Altena, 10—12.30 en 25 uur. Roxy:
„Actie in de stille Zuidzee", 14 jaar, 2.30 en
8 uur. Lido: „Dageraad der vrijheid 14
jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Minerva: „De
vrouw met het geschonden gelaat 18 jaar,
8.15 uur. City: „Kindersmokkel", 18 jaar,
2.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Geheime op
dracht", 14 jaar. 2.30, 7 en 9.15 uur Rem
brandt: „Tanzende Sterne", alle leeft.,
4,15, 7 en 9.15 uur. ralace: „De gouden
poort", 18 jaar, 2 cn 4.15 uur. „Sunset-Bou-
levard", 18 jaar. 7 en 9.15 uur. Luxor: De
terugkeer van Don Camillo", alle leeft., 7
w» 8.15 uur.
In de dagen van Jules Verne kon men
nog nu ja, in verbeelding voor een
kwartje de tvereld rond. De vermaarde
reis duurde toen tachtig dagen. Tegen
woordig kost het bijna het dubbele be
drag, doch slechts vijftig minuten. U
begrijpt wel, dat wij het nu niet over de
K.L.M. hebben, maar over de zoge
naamde Cineac in de Reguliersbree-
straat, een bioscoop met die in alle op
zichten doorlopende voorstelling. Want
niet alleen volgt het ene programma
zonder onderbreking op het andere, dat
overigens precies hetzelfde is, boven
dien zijn in dit theater voortdurend de
toeschouwers in beweging, op zoek naar
een zitplaats. Men laat er namelijk
steeds meer mensen binnen dan er
stoelen zijn. Dit brengt mede, dat het
uitzicht op het witte doek telkens ver
stoord wordt door uit beleefdheid op-
standigen, die om de vijf minuten een
komende en gaande man of vrouw laten
passeren.
Nu is dat niet zo erg, want er wordt
over het algemeen niet veel anders dan
narigheid vertoond. Hier immers brengt
men het nieuws uit alle hoeken en gaten
van de wereld in beeld. Men ziet dus
bijna van week tot week dezelfde
hoofdrolspelers. Maar deze keer is er
toch weer eens een debutant bij geko
men, te weten de Sjors van de Russische
rebellenclub, de opvolger van vadertje
Stalin, de dikhoofdige Malenkow met
een zwierige kurketrekkerlok boven zijn
ferme ogen. Hij maakte de indruk zijn
tekst zeer goed te kennen, maar dooi'dat
hij een ons vreemde taal gebruikte,
konden wij er niet goed achter komen
of hij nu met een comedie of met een
treurspel bezig was. Een dolle klucht
leek het ons in ieder geval niet.
Maar hoe dan ook, u zult niet van ons
verwachten, dat wij op deze plaats een
complete beschrijving van de deze week
roulerende actualiteiten geven. Niets
veroudert trouwens zo snel als het
nieuws. Eeuwigheidswaarden zijn er,
zo is ons altijd geleerd, slechts in de
kunst te vinden. Blijkbaar weet de
directie van de Cineac dit ook heel goed,
want zij ruimt in ieder programma
plaats in voor een tekenfilm. Weliswaar
zijn wij dol op deze geanimeerde cartons
en kunnen wij ons tranen lachen bij
iedere loer, die onze vriend Pluto door
ieder willekeurig insect met de tactische
intelligentie van een Montgomery of een
Abe Lenstra wordt gedraaid, maar dit
keer had ons bezoek toch een andere en
veel diepere reden. Wij wilden namelijk
met onze eigen ogen wel eens zien of het
FIFA-elftal de niet behaalde overwin-
W'l ZÉS-
J
f!
L
- c
■SI
l'C
ning op Engeland nu eigenlijk ja of nee
had verdiend.
De film kan opheldering geven, zo
dachten wij in onze continentale on
schuld, of Mortensen zich opzettelijk
liet vallen of niet. Doch helaas, vrien
den, juist in die critieke laatste minuyt
had de omvangrijke dame naast ons er
genoeg van en besloot zij het terrein
van de strijd te verlaten. Ze vroeg nog
wel even pedon, toen haar hoed met
een wolk van verwelkt parfum ons uit
zicht verduisterde, maar daarmee werd
de martelende onzekerheid niet goed ge
maakt, waarin wij nog steeds verkeren.
Wij hebben zelfs de pinantiekik niet,
waargenomen. Toen het scherm zich
namelijk weer aan ons voordeed, was
"fLÜ-f)
juist president Eisenhower bezig de zes
tig kaarsjes van zijn verjaardagstaart
met één adem uit te blazen.
Wij troosten ons nu met de gedachte,
dat wij vandaag of morgen het schot
kunnen zien, waarmee Van Beurden,
die gewoon Max heet, net als Euwe, na
een depressie van dertig maanden de
nationale eer heeft hersteld. En ook die
geweldige uittrap van Steiger, helemaal
uit Eindhoven, zouden wij niet graag
willen missen, want die heeft de grond
slag gelegd voor een overwinning, die
toch ook een heel klein tikje de onze is.
Het moet wel iets zeer bijzonders zijn
geweest op die mooie Zondagmiddag in
het Feijenoord-stadion, waar de voetbal
zo beweeglijk was als een stuk zeep in
de badkuip. U heeft het verslag door
Aad van Leeuwen toch zeker gehoord?
De goeie man huilde compleet van ont
roering, toen scheidsrechter Ling het
eindsignaal floot. Naar wij vernemen,
komt hij in zijn sportpraatje van mor
genavond nog even op deze gesmoorde
snikken terug.
Maandagmorgen hebben wij onmid
dellijk alle in de kiosk van het Amster
damse Centraal Station verkrijgbare
kranten gekocht, om de reportages van
de Nederlandse Leeuwen op de Rode
Duivels te lezen. Het merkwaardigste
staaltje van vechtlust vonden wij be
schreven in de Gazet van Limburg, die
dan ook een speciale verslaggever had
afgevaardigd. Deze merkte namelijk op,
in zijn beschouwing van de tweede helft,
dat „vooral Klaasssens en Odenthal nog
steeds groeiden." Nu, dat verschijnsel
willen wij ook wel eens waarnemen.
Van Odenthal kunnen wij het gemakke
lijk controleren, want dat is een Haar
lemmer, maar terwille van Klaassens
zullen wij ons nogmaals naar de Cineac
begeven. Wij zijn trouwens benieuwd
of Steiger ook groeide. Voor hem zou
dat een nadeel wezen, want er zijn in
Eindhoven heel wat lampen waar hij
tegen aan kan lopen. En de volgende
keer moet de kleine Van Overbeeke
maar eens aan de beurt komen.
Het zoekplaatje van deze week brengt
de nieuwste kunsthandel in beeld, die
Amsterdam rijk is geworden. Vlak bij
het Koningsplein, op de hoek van de
Herengracht met de Beulingstraat, heeft
men een oud pothuisje als zodanig inge
richt. Het is trouwens min of meer een
pothuisje gebleven, want er worden
vooral serviezen en sieraardewerk ver
kocht.. Verder vindt men er allerhande
bedrukte kleedjes, die volstrekt niet
somber zijn, lampen en ambachtsmeu
beltjes, asbakken voor verloofden en de
gebruikelijke curiosa op kunstnijver-
heidsgebied. Zoals men ziet is het ge
heel een nogal laag-bij-de-grondse
onderneming, alsof men zeggen wilde:
pottenkijkers hebben wij niet nodig.
Dit vol te houden zou echter in strijd
met de waarheid zijn. Laten wij hopen,
dat vooral buitenlandse toeristen het
een aangenaam tijdverdrijf zullen
achten om zich als kurketrekkers over
het plaveisel te slingeren, teneinde een
blik door de ramen te werpen. Een Hol
landse huisvx-ouw zou misschien in de
verleiding komen om stoffer en blik te
nemen, maar daar kan het glas niet
tegen. Vergeet u niet er eens te gaan
kijken, als u toevallig daar in de buurt
bent. Het is een aardige zaak en de in
spanning is goed voor de lijn. BOEDA
te houden". Ook bij Castelot wordt het
verhaal eentonig: schulden, favoritisme,
achterklap en huilbuien over blijken van
impopulariteit hoewel zij natuurlijk het
staatshoofd niet is, krijgt zij veel meer
schuld voor de toestand dan Lodewijk XVI,
die haar in alles haar zin geeft.
Dan is het plotseling 1789.
Het bittere lot
Zoals ik reeds opmerkte heeft André
Castelot zich bij het schrijven van zijn bio
grafie van Marie-Antoinette niet door de
charme van de hoofdpersoon laten aflei
den. Dat zijn beeld van de Franse revolutie
niettemin meer dan gewoon grimmig is,
komt doordat het verloop ervan alleen
wordt aangegeven voor zover het direct
uitwerking heeft op het bestaan van de
koningin (later „de weduwe Capet"). Haar
lot was volgens iedere mogelijke maatstaf
bitter, temeer omdat zij het er op een wan
hopige manier „naar maakte". Waarom
zou de Revolutie eigenlijk niet onduidelijk
en min of meer onbegrijpelijk in de ach
tergrond van het verhaal mogen blijven
zij begreep er zelf ook haast niets van.
De manier waarop zij omsprong met de
gematigde afgevaardigde Barnave, die
waarschijnlijk wel enigszins onder haar
bekoring was gekomen en die zich bereid
had verklaard om voor een politiek herstel
te werken, geeft goed aan hoe zij de zaken
opvatte. Barnave had bij haar in de koets
gezeten als bewaker op de terugtocht van
Varennes zoals men weet ondernam de
koninklijke familie in Juni 1791 een
vluchtpoging uit Parijs, voorbereid door
Axel Fersen, en werd zij in het plaatsje
Varennes weer gevangen genomen. De
ontsnapping is maar net mislukt: als de
generaal De Bouillé, die het gezelschap in
Varennes had moeten opwachten en die pas
arriveerde toen de terugreis begon, gewe
ten had dat hij even verderop de rivier
kon oversteken, waarvoor hij tot stilstand
kwam, had hij hen nog makkelijk kunnen
ontzetten.
Maar hij wist het niet, en Barnave bleef
tegenover de koningin in de koets zitten
en werd ontroerd door haar en door haar
zoontje, dat op de knopen van zijn uniform
wees en zei: „Kijk, mama, zie je dat? Vivre
libre ou mourir!" Toen zij in Parijs terug
was, dacht Marie-Antoinette, dat hij de
aangewezen man was om te helpen. Zij
schreef hem een briefje, hij deed voorstel
len, waarvoor zij belangstelling toonde, hij
gaf haar goede hoop als zij zich strikt aan
de vastgestelde gedragslijn zou houden
maar ondertussen deed zij haar vertrouw
den weten dat zij natuurlijk met de „over
dreven ideeën" van de constitutie niets op
had, en alleen onderhandelde om tijd te
winnen.
De enige hoop die zij zich verwaardigde
te koesteren was die op hulp uit het bui
tenland, van haar broer de keizer van
Oostenrijk in het bijzonder zij kón niet
anders zijn dan een kind van de tijd waar
in naties beschouwd werden als de bezit
tingen van vorstelijke families die eikaars
belangen bevorderden, tenzij zij het na
tuurlijk onderling niet konden vinden. Als
zij in 1793 terechtstaat, is zij overigens wel
wijs genoeg geworden om overtuigingen
van dit slag voor zich te houden; zij heeft
dan een soort grootste gemene deler tus
sen haar ideeën en die van haar rechters
gevonden, en spreekt voortdurend van „het
belang van Frankrijk", waaraan zij zichzelf
gewijd heeft en wil blijven wijden.
Dit helpt haar weinig, het stond ook al
bij voorbaat vast dat zij veroordeeld zou
worden: de naam van Fouquier-Tinville,
de openbare aanklager, was garant. Tegen
die tijd is het medegevoel van de lezer
afgestompt, de maat van de misère is al
lang vol en men wil maar liefst zo gauw
mogelijk van deze vuile affaire verlost
worden. Er is nu niemand meer over die
niet in een werkelijk of denkbeeldig koor
zijn hoge opinies uitkraamt: dit is dan ook
de tijd van Robespierre, en de terreur is
op zijn ergst.
Men vraagt zich af of Marie-Antoinette,
op de hotsende kar onderweg naar het
schavot, zich niet enigermate verzoend kan
hebben met het vooruitzicht de wereld te
verlaten, door de gedachte dat haar soort
levenswijs toch voorgoed verloren was.
Hébert kon wel feilloos geprofeteerd heb
ben, toen hij enige maanden tevoren tegen
zijn medeleden in in het Comité du Salut
public zei: „Ik weet niet of er bij u nog
hoop bestaat op de republiek, op de con
stitutie, op het heil van uw persoon; maar
ik weet wel dat als die nog bestaat, u u
sterk vergistDe koningen zullen zich
zelf een schade doen door te proberen ons
te vernietigen, die henzelf binnen twintig
jaar ten onder zal brengen. Maar daarom
zullen wij niet minder ten onder gaan."
De laatste woorden van Marie-Antoinette
konden ook wel de laatste van hun soort
zijn zij-Jrapt de beul op zijn voet en
zegt: „Mijnheer, ik verontschuldig mij, ik
heb het niet expres gedaan." Maar als om
aan te geven dat er toch nog iets anders
leefde dan het fanatisme van de revolutie,
kwam onmiddellijk na haar terechtstelling
de wonderlijke Maingot onder het schavot
vandaan: hij was met bloed bezoedeld en
hield een anjer tussen de tanden geklemd.
ADVERTENTIE
JERSEY
VESTEN
BARTELJORISSTR 24
HAARLEM TEL.20420
De Franse resident-generaal in Tunesië,
Pierre Voizard, heeft de censuur opge
heven, de politiebevoegdheden van de
militaire aan de burgerlijke autoriteiten
teruggegeven, 22 gedeporteerde nationa
listen vrijgelaten en het uitgaansverbod in
het gebied van Sahel in Oost-Tunesië op
geheven.