Italië deelt het Nederlandse standpunt inzake economische eenheid attenb ufg 1 IN DE WERELDPOLITIEK Zes ministers naar Den Haag Tioe is het ontstaand Indrukwekkende vertoning van „De Vuurproef" Een Eeuw Geleden Minister Pella over Nederland Mozaïek onthuld ter herinnering aan overstromingsrampen in beide landen Drama van Arthur Miller over Amerikaanse heksenjacht •7i de°zadchii va l dam i ld Agendo voor Haarlem Prins Bernhard terug uit Ethiopië Erepromotie prof. mr. F. de Vries Dit woord: ZODOENDE Uit de Opregte Haarlemsche Courant van 24 November 1953 DINSDAG 24 NOVEMBER 1953 De minister-president van Italië, de heer Pella, is vandaag in ons land gearriveerd voor bijwoning van de ministersconferen tie, die Donderdag in Den Haag begint. Hij zal vanmiddag een bezoek brengen aan minister-president, dr. Drees. Vanavond is er een officieel diner in het Kurhaus, aan geboden door dr. Drees. Woensdag brengt de heer Pella een bezoek aan het ministerie van Buitenlandse Zaken. In het paleis aan het Voorhout wordt de Italiaanse gast om half tivaalf ontvangen door de Koningin. Woensdagmiddag wordt een mozaick onthuld, dat door de Italiaanse regering is aangeboden en dat een plaats gevonden heeft in het gemeentemuseum te 's-Gra- venhage. Het dient ter herinnering aan de Nederlands-Italiaanse samenwerking en de vwderzijdse hulpverlening bij de overstro ming van de Po-vlakte in November 1951 en het breken van de Nederlandse dijken in Februari 1953. Onze correspondent in Rome heeft met de heer Pella kort voor zijn vertrek naar Nederland een onderhoud gehad over on derwerpen. die Nederland en Italië aan gaan. Hij vertelt daarover het volgende: De forse krachtige figuur van Italië's eerste minister en minister van Buiten landse Zaken, staat op van achter zijn grote schrijfbureau, wanneer wij door de chef van de Voorlichtingsdienst bij hem worden binnengeleid. Met zijn spreek- wooi'delijke vriendelijkheid is hij onmid dellijk bereid ons te woord te staan. Wij vragen hem of de' minister ons land Dinsdag voor de eerste keer bezoekt. Zijn antwoord is dat hij, evenals vele andere Italianen, zich altijd aangetrokken heeft gevoeld tot ons land en dat hij als privé- burger herhaalde malen ons land heeft be zocht. Ditmaal in een andere positie zal hij de gelegenheid hebben de mannen te ont moeten, die dat land besturen en waarvan hij er verscheidene reeds kent dankzij de internationale conferenties, waaraan hij in de laatste jaren heeft deelgenomen. Op onze tweede vraag: „Hoe staat Italië tegenover het Nederlandse standpunt dat een wezenlijke, feitelijke benadering van de Europese economische eenheid moet voorafgaan aan de benadering van de poli tieke eenheid", antwoordt de premier: „De Italiaanse regering heeft het steeds als essentieel beschouwd, dat aan de Europese gemeenschap van den beginne af nieuwe taken worden toegewezen in de economi sche sector en als even essentieel, dat de gemeenschap, voor het verwezenlijken daarvan, de beschikking hebben over con crete en werkelijke macht. Daarom heeft de regering van het eerste ogenblik af zich accoord verklaard met de richtlijnen van de voorstellen, die de Nederlandse regering ADVERTENTIE neilcrl^nrfL no deze serie advcrteniies min DINSDAG 24 NOVEMBER Concertgebouw: Optreden van Wim Kan, 8 uur. Gebouw Cultura, Openbare Bijbel lezing met lichtbeelden, 8 uur. Rembrandt: „Moulin Rouge", 18 jaar, 6.45 en 9.15 uur. Palace: „Maske in Blau", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Luxor: „Moulin Rouge", 18 jaar, 6.45 en 9.15 uur. Lido: ,,'t Is feest in Parijs", 18 jaar. 7 en 9.15 uur. City: „Het duel bij Silver Creek", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De vallei van de haat", 18 jaar, 8 uur. Roxy: „Ontkomen doet niet één", 18 jaar, 8 uur. WOENSDAG 25 NOVEMBER Stadsschouwburg: „Het uur der verruk king", Haagsche Comedie, 8 uur. Concert gebouw: Zang-recital door Louise Parker, 8.15 uur. Gebouw St. Bavo: „Meeuwen boven Sorronto", Toneelgroep Herman Bouber; Inst. voor Arbeidersontwikkeling. 8 uur. Gebouw HKB, Tempeliersstraat 35: Film avond voor emigranten, 8 uur. Gebouw Cul tura: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia „Is magnetiseren een gevaar?" Kapel Mina- hassastraat: Stichting „Petra"; spreker: Th. Dikkes, 8 uur. Rembrandt: „Moulin Rouge' 18 jaar, 1.45, 4.15, 6.45 en 9.15 uur. Palace: „Maske in Blau", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Moulin Rouge", 18 jaar, 2, o.45 en 9 15 uur. Lido: ,,'t Is feest in Parijs", 18 jaar. 2, 4.15. 7 en 9.15 uur. City: „Het duel bij Silver Creek", 14 jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De vallei van de haat", 18 jaar. 2.30, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Door dik en dun", alle leeft., 2.30 uur. „Ontkomen doet niet één", 18 jaar, 8 uur. Minister Pella in die zin heeft gedaan. Van Italiaanse zijde hoopt men van harte en zeer nadrukkelijk dat men een gemeenschap zal kunnen ver wezenlijken die gebaseerd is op een samen gaan der belangen van de verschillende staten in deze delicate en fundamentele sector. Natuurlijk geven wij ons ook reken schap van de grote en zwaarwegende moeilijkheden die voor elk der zes landen met dit vraagstuk verbonden zijn. Maar wij vertrouwen dat men, door de posities der zes landen geleidelijk dichter bij elkaar te brengen, ook op dit punt tot het ge wenste resultaat zal geraken." Economische verschillen „Het meest opvallend verschil tussen de Italiaanse en de Nederlandse economie op dit ogenblik bestaat hierin," aldus vervolg de de heer Pella, „dat wij in dringende noodzaak verkeren nieuwe arbeidsmoge lijkheden te scheppen voor onze overtal- rijke arbeidskrachten en daarnaast het levenspeil moeten opvoeren van uitgestrek te gebieden, die beslist onderontwikkeld zijn. Dit nu kan alleen worden bereikt door een politiek, die investeringen bevordert, een politiek die er op uit is nieuwe onder nemingen te scheppen en nieuwe arbeids mogelijkheden. Als die politiek eenmaal het einde van haar cyclus heeft bereikt, zal zij een nieuw economisch evenwicht doen ont staan op een hoger plan. Maar in haar hui dige beginfase eist zij de toevlucht tot be paalde bijdragen, die van buitenaf moeten worden aangevoerd. Dit betekent een on middellijke toename van de invoer (machi nes en dergelijke) die pas in verloop van tijd een toename van de productie zal be werkstelligen en daarmee hand in hand gaande ons de beschikking geven zal over een groter hoeveelheid artikelen voor de export." Over de Italiaanse grondstoffenpositie zeide de minister: „Op het gebied van grondstoffen wordt in Italië in de laatste tijd steeds intensiever gezocht naar aard olie, naar vloeibare en gasvormige kool waterstofverbindingen en dat in verschil lende streken. De vondsten van aardgas, die zeer zeker een belangrijke bijdrage hebben geleverd tot de Italiaanse economie, zijn verbonden met die van vloeibare waterstofverbindingen en de tot nu toe be reikte resultaten geven ons hoop voor de toekomst, vooral op Sicilië en in de Po- vlakte. Europese actie „Hoe staat het in Italië met de activiteit der Europese Beweging? Kan men zeggen dat er een toenemende invloed daarvan uitgaat? Zou uitwisseling van sprekers tus sen Italië cn Nederland, juist omdat dit een der kleinere landen is, naar uw mening ge wenst zijn?", vroegen wij. „De Europese Beweging ontwikkelt sedert verscheidene jaren in Italië haar activiteit met een vasthoudendheid en een overtuiging, die gelijk zijn aan de adel der zaak die zij dient. Onder de leiding van mannen van grote geestkracht en met de steun van vooraanstaande personen uit vrijwel alle partijen, heeft die beweging in ons land een opmerkelijke weerklank ge vonden en ik twijfel er niet aan of zij zal in de toekomst steeds breder kringen van de Italiaanse openbare mening voor zich winnen. Uitwisseling van sprekers heeft in het verleden herhaaldelijk met groot suc ces plaats gevonden en ik hoop van ganser harte dat in de toekomst die uitwisseling cp nog ruimer schaal zal kunnen geschie den. Wat die kleinere landen betreft is het mijn overtuiging dat men op Europees plan niet over kleinere landen spreken kan, ge zien de belangrijke bijdragen die zij allen gelijkelijk hebben geleverd op politiek, mo reel en economisch gebied ter bevordering van de Europese eenheidsgedachte." En tenslotte: „Het is mij bekend dat Italië met betrekking tot de eenheid van Europa wensen koestert inzake de mogelijkheid tot uitwisseling van arbeidskrachten. Acht uwe excellentie onder de huidige omstandig heden zulk een uitwisseling met Nederland uitvoerbaar?" „Er bestaat, zoals u weet, een kleine emi gratie van Italianen naar Nederland, waar enkele duizenden Italianen gevestigd ziin. Maar gezien de grote bevolkingsdichtheid in Nederland, dat zelf emigratie kent, is het duidelijk dat er nooit meer dan een uiterst bescheiden aantal Italiaanse arbeiders naar Nederland zal kunnen gaan. Dat neemt niet weg dat er ook op dit speciale terrein wel degelijk reeds een vruchtbare samen werking bestaat tussen de beide regeringen, bestaande in wederzijdse uitwisseling van studie-resultaten inzake de selectie der emigranten en de wijze waarop hun uit zending naar overzee geregeld wordt. Een andere vorm van samenwerking, en die is zeker voor verdere uitbreiding vatbaar, is de uitwisseling van leerjongens, die op zeer nuttige wijze hun vakkennis kunnen ver meerderen door een tijdelijk verblijf in het buitenland. Ik denk daarbij onder andere aan het hotelwezen en het toeristenbedrijf". Maandagmiddag is Prins Bernhard met de regerings-Dakota, waarmede hij de reis naar Ethiopië gemaakt heeft, op de vlieg basis Soesterberg geland. De Prins verklaarde, dat hij een zeer goede tocht heeft gehad. Het bezoek aan Ethiopië was interessant en bijzonder pret tig. De door de Handelsvereniging Amster dam in Wongi gevestigde suikerfabriek gaat een zeer goede toekomst tegemoet. Naar de mening van de Prins zouden er ook voortreffelijke vooruitzichten bestaan indien men zou overgaan tot de verbouw van rijst. De Prins heeft vrijwel de gehele reis het vliegtuig zelf bestuurd. Het leeuwtje, dat hij in Ethiopië ten geschenke heeft gekregen, is niet meegekomen. Het dier zal worden nagestuurd, omdat er op de reis anders wellicht douane- en andere moeilijkheden konden ontstaan. Ethiopië maakte de indruk een land te zijn, waar de geschiedenis twintig eeuwen De R.K. Economische Hogeschool te Til burg vierde Zaterdag haar dies natalis. Na een kerkelijke plechtigheid werd des mid dags een plechtige zitting gehouden in de Metropole-schouwburg, tijdens welke de promotie geschiedde van prof. mr. F. de Vries tot eredoctor in de economische we tenschappen. De rector magnificus, prof. mr. W. C. L. van der Grinten, sprak de diesrede uit. Na deze rede volgde de promotie van prof. De Vries, waarbij prof. dr. M. J. H. Cob- benhagen als promotor optrad. Hij schetste de betekenis van de promovendus, die reeds dertig jaren docent is in de hogere economische wetenschappen. heeft stilgestaan. Op het ogenblik ontwik kelt het zich echter zeer snel. De Prins had grote bewondering voor keizer Haille Selassi. De keizer, die 61 jaar is, werkt vrijwel elke dag van des morgens half zeven tot middernacht. Het is duidelijk dat zodoencie, een tegenwoordig veel gebruikt en mis bruikt woord, is ontstaan uit: zo doende, dat wil zeggen: door zo te han delen. Het is juist te zeggen: hij greep zich aan het hek vast en kon zodoende zijn evenwicht bewaren. Maar u kunt elk ogenblik lezen en horen zeggen: zijn vader stierf, toen hij nog jong was, zo doende moest hijDit is natuurlijk onzin. Zodoende past alleen bij een wer kelijke handeling. Merkwaardig is dat het in de spreektaal het schouderophalen vervangt; men drukt er mee uit: en daarvan moet je de consequenties aan vaarden. Let u maar op: ik woon in Am sterdam en zodoendemijn vrouw is ziekelijk en zodoende.... Maar lelijk blijft het. Vervang het door: daarom, hierdoor. De eerste voorstellingen, die de Nederlandse Comedie onder gastregie van Albert van Dalsum in de Amsterdamse Stadsschouwburg heeft gegeven van het eind 1952 gereed gekomen stuk „De Vuurproef" oorspronkelijke titel: The Crucible) van Arthur Miller, zijn een groot succes geworden. Zondagavond ging het heftige applaus aan het slotl zelfs in duidelijke toejuichingen over. Eigenlijk is dat zeer merkwaardigwant men zal het er wel spoedig over eens worden, dat dit werk in dramatisch opzicht maar ten dele geslaagd mag heten. De twee oorzaken van de ontketende bijval moeten, dunkt me, gezocht worden in de actualiteit van het thema en in de uitmuntende vertolking van twee der hoofdrollen door Ank van der Moer en Han Bentz van den Berg, die de schematische opzet boven verwachting met levensechtheid vulden, waar en uiter aard voor zover daar maar gelegenheid toe bestond. Met die actualiteit is het een eigenaardig geval. Arthur Miller men zou in dit drama nauwelijks d'e schrijver van „De dood van een handelsreiziger" herkennen, zoveel te sterker echter die van de roman „Focus" over het anti-semietisme in New York behandelt hier namelijk een histo risch gegeven: de beruchte heksenprocessen te Salem in de Amerikaanse staat Massa chusetts, die in 1692 honderden onschul dige mensen in de gevangenis brachten en waarbij binnen enkele maanden twintig doodvonnissen werden voltrokken. Men wordt dus verplaatst naar de nog betrek kelijk jonge kolonisatiegebieden van de puriteinse pioniers, omringd door einde loze, ondoordringbare wouden, door hei dense Indianen bevolkt en daarom dubbel gevaarlijk door de dreiging van het onbe kende en van de satanische machten, die geacht werden zich daar schuil te houden om bij de geringste aanleiding de gemeen schap der gelovigen in het verderf te stor ten. Onderlinge verdeeldheid verhoogt nog de gespannen sfeer. Een verslindend fana tisme, waartegen alle redelijke argumenten het moeten afleggen, komt op een kwade dag tot uitbarsting als een paar jonge ADVERTENTIE o BIJ K E E LP |J N P A S T I Li'LL E S Donderdag aanstaande komen de ministers van Buitenlandse Zaken der zes landen van „Klein Europa" bijeen in de Lairessezaal van het Haagse Binnenhof, om te beraadslagen over een verdere uitbouw der Europese gemeenschap. De prognoses van deze conferentie zijn zonder uitzondering pessimistisch. Niemand verwacht iets belangrijks van deze ontmoeting, ook de ministers zelf niet tenminste voorzover zij zich over de vooruit zichten ervan hebben uitgelaten. De inactiviteit op Europees terrein, waar in Frankrijk is teruggevallen, heeft de gehele Europese zaak meegesleurd tot het niveau van aarzelend afwachten. Afwachten wat Engeland zal doen, afwachten wat de conferentie van Bermuda voor resultaat zal hebben, af wachten hoe de Franse presidentsverkiezingen aflopen afwachten wat met afwachten zal kunnen worden bereikt. Terwijl de Franse regering met de voor naamste parlementsfracties tot een verge lijk betreffende de Europa-politiek pro beert te komen, waarmede de debatten in de Nationale Vergadering kunnen worden besloten zonder dat de politieke vrede wordt verstoord, moeten de ministers van de andere vijf Europese landen zich be zinnen op een parallel-schakeling met dit uiteindelijke Franse standpunt, omdat nu eenmaal in „Klein Europa" Frankrijk de sleutelpositie inneemt. Wanneer zelfs de eind-resolutie van het Franse Kamerdebat de maximum-verwachting der Europa- strevers vertolkt, dan nog zal er niet meer in staan dan dat de actie voor een verdere integratie van Europa zal moeten worden voortgezet en dat een politieke gemeen schap moet worden gevormd, die enkel bevoegdheden bezit op het gebied van kolen en staal, en ten aanzien van een ver dedigingsgemeenschap. Bovendien zullen straks als de debatten over die verdedi gingsgemeenschap zullen worden ge houden, de socialistische voorwaarden be perkingen opleggen aan de vorm dezer defensieve samenwerking. Er zal namelijk een Engelse medewerking aan het Euro pese leger voor vereist zijn, benevens een Engels-Amerikaanse garantie ten aanzien van de permanente tegenwoordigheid van troepen dezer landen in Duitsland. Dit alles in aanmerking genomen, wordt de ontmoedigende situatie waarin de ko mende ministersconferentie zich zal be vinden, tenvolle duidelijk. Zij zal niet an ders kunnen doen dan in het algemeen het verlangen naar verwezenlijking van een zekere soort van Europese politieke gemeenschap tot uitdrukking brengen en dit verlangen in zeer vage conclusie als eindcommuniqué de wereld inzenden. Be sluiten ten aanzien van de hoofdzaken der Europese kwestie kan zij onmogelijk nemen en daaraan kan de poging, die door de Raad van Europa zal worden ondernomen om tenminste iets concreets te doen be reiken, niet veel kunnen veranderen. De raadgevende vergadering van de Raad van Europa heeft namelijk een delegatie sa mengesteld, die zich Donderdag naar Den Haag zal begeven om de denkbeelden van de Raad aan de zes ministers uiteen te zetten. Hierbij dient te worden verduide lijkt, dat de Raad van Europa een weer spiegeling vormt van vijftien landen,waar van een deel principieel niet wenst mede te werken aan een Europese politieke ge meenschap. Het is dus niet zo, dat deze delegatie zal aandringen op een spoedige, zo breed mogelijke, politieke gemeenschap, doch veeleer zal trachten de ministers te brengen tot een nieuw initiatief ten aan zien van de vsrming van aparte gemeen schappen, zoals die van kolen en staal en defensie, yia deze weg van aparte gemeen schappen wil „Groot-Europa" tenslotte een zo intensief mogelijke Europese samen werking bereiken, zonder dat de mede werkende landen hun souvereiniteit zul len behoeven te „schenden". Een andere instantie op Europees plan. namelijk de werkgroep uit de Assemblée ad hoe der Kolen- en Staalgemeenschap, die het thans in discussie zijnde ontwerp ener Europese grondwet heeft samenge steld, heeft ervan afgezien om ook een delegatie naar Den Haag te sturen. Dat wil zeggen dat deze werkgroep het geringe belang der ministersconferentie inziet en geen enkele verwachting koestert, de mi nisters tot een andere dan de algemeen voorziene houding te kunnen brengen. Onlangs hebben in Rome de plaatsver vangers der nu Donderdag bijeenkomende ministers geconfereerd, teneinde de weg voor de Haagse conferentie te effenen. Zij hebben echter niets geëffend, doch enkel de oneffenheden op die weg duidelijk ge markeerd. De ministers weten nu waar de verschillen liggen, zij kennen de moeilijk heden en ook de voor het moment onover komelijke hindernissen. Zij zullen daarom heen proberen te laveren om tenminste niet tot een officieel mislukkende confe rentie te komen. Zo zullen zij -zeker niet praten over de belangrijkste hindernis, de economische integratie. De economische samenwerking, culmine rend in een vrije Europese markt, is een van de vooropgestelde verlangens van Nederland, waarbij België-Luxemburg en Italië zich onder zeker voorbehoud in ondergeschikte détails aansluiten. Frank rijk echter heeft ten aanzien van die eco nomische samenwerking op het moment met zulke heftige weerstanden in eigen boezem rekening te houden, dat het de wankele Franse situatie veel kwaad zou kunnen doen, wanneer de Franse minister van Buitenlandse Zaken zich solidair zou verklaren met een verdere economische integratie dan die. welke op het moment door middel van bilaterale verdragen be staat. Een andere factor, die de belangrijkheid van „Den Haag" illusoir maakt, is de scha duw van „Bermuda", die zich vooruitwerpt tot over het Haagse Binnenhof. Wanneer in Bermuda besluiten zouden worden ge nomen ten aanzien van bepaalde kwesties in de wereldpolitiek, die Frankrijk niet onderschrijven kan, zou de weerslag daar van op het Europese beleid van Frankrijk niet gering zijn. Een verdere verwijdering van de Fransen uit de Atlantische solidari teit zou onvermijdelijk gepaard gaan met een grotere Franse reserve ten aanzien van Duitsland. De Franse vrees voor een her levend Duitsland zou op Bermuda kunnen worden versterkt, wanneer de Amerikanen niet tactisch genoeg omgaan met de Duitse troefkaart. Het uiterste geval nemende, namelijk dat Frankrijk zich voor de on ontbeerlijke garantie, die het bij Amerika wellicht niet krijgen kan, tot de Sovjet- Unie zou richten, zou het Europese plan voor lange tijd naar de achtergrond van het wereldtoneel schuiven. Men kan daartegen betogen dat Washing ton daarmede de vervulling van zijn eigen wens om een eenheid in Europa te zien. zou vernietigen doch er is in de Ameri kaanse politiek de laatste tijd, tegelijk met een soort van ontmoediging over de geringe voortschrijding de-- Europese idee, een nieuw streven merkbaar geworden, name lijk dat naar uitbuiting der Duitse beteke nis ten dienste van Europa. Dit zou in At lantisch verband kunnen geschieden door West-D.uitsland souvereiniteit te geven en tegelijk Duitse contingenten in het Atlan tisch leger te passen. Dit is de Duitse troef kaart, die bij ontactisch gebruik de Fran sen in isolatie zou kunnen drijven. En dan is de stap naar een Frans-Russisch ver drag een kleinigheid, met alle gevolgen van dien voor „Klein" zowel als „Groot" Europa. J. L. meisjes uit angst ze zijn tijdens het dansen in het bos met een West-Indische tovenares betrapt in het wilde weg enige vrouwen van hekserij beschuldigen. in naam van het geloof vloeit daar een hyste rische vervolgingscampagne uit voort, ein digend met de dood door de strop voor ieder der van omgang met de duivel be tichten, die weigert een verlossende be kentenis af te leggeh. Zo ongeveer heeft zich wat Miller „één van de vreemdste en afschuwelijkste hoofdstukken uit de ge schiedenis der mensheid" noemt, inder daad toegedragen. Van eigen vinding is slechts de boer John Proctor die, geheel vrij van de door sommigen ondervonden begeerte naar het martelaarschap, opkomt voor het recht op persoonlijke vrijheid, overhelt naar het compromis als hij het zinloze van langer verzet inziet, maar ten slotte de reddende leugen niet kan vol houden en sterft voor het behoud der men selijke waardigheid. Modern „diabolisme" Het zal niemand verbazen en hiermee doet dan de actualiteit haar intrede dat men onmiddellijk na de eerste kennisma king met het stuk meende met een ver momde aanval op de activiteit van senator McCarthy te doen te hebben. Een zekere parallel is inderdaad onmiskenbaar. Maar Miller heeft sindsdien meer papier dan de omvang van zijn stuk volgeschreven met argumenten om aan te tonen dat hij zijn onderwerp veel ruimer bedoelde: een ge schiedkundige illustratie van het zoge naamde diabolisme, dat de laatste jaren weer als een splijtzwam in de beschaving woekert. Wat hij wilde uitbeelden is het gevaar van de besmettelijke ziekte van het denken in uiterste tegenstellingen van zwart en wit, zoals men dat laatstelijk kent uit het vooroorlogse Duitsland, maar evenzeer uit het Rusland en het Amerika van nu. Dit diabolisme, het zien van de duivel in het van de eigen ideologie ver schillende kamp, zo betoogt hij, leidt tot het organiseren van angstcomplexen, met alle helse gevolgen vandien zoals de heksenjacht, die als een eoidemie in Salem woedde, bij wijze van sterk voorbeeld heeft geleerd. Het is tevens duidelijk, dat Miller hier een positieve houding tegenover wil stellen. Misschien herinnert men zich, wat ik naar aanleiding van een stuk van Wlliam Inge heb opgemerkt over typisch-Ame- rikaanse rancune van de man tegen het raadselachtige wezen „vrouw" als vrees aanjagende en ongelukbrengende belicha ming van het onbekende. Deze valt immers ook hier te signaleren. Hysterische, leugen achtige meisjes die echter tenslotte zelf geloven in de waandenkbeelden v#n haar overspannen fantasie,welke vervalsing van de herinnering door weglating van een later door de schrijver toegevoegde scène thans niet zuiver uit de opvoering bleek verschaffen als gevolg van mysterieus nachtelijk gedoe de aanleiding tot de uit brekende razernij. Nu is het inderdaad merkwaardis, dat altijd in de geschiedenis van dergelijke collectieve verstandsver bijstering Satan zijn boze samenzwerin gen met vrouwen smeedde. Het zou dus kunnen zijn, dat Miller op deze manier een demonstratie heeft willen geven van de Deze tafereeltjes kan men zien in de stad Mexico, waar bedelkinderen voor een paar centen „vuurblaasvoorstellingen" geven. Het vuurblazen lijkt moeilijker dan het is. De jongens nemen een mond vol kerosine en blazen deze in de vlam van een bran dend stokje. Het effect is fantastisch. Ank van der Moer en Han Bentz van den Berg als het echtpaar Proctor, de enige niet historische personen in „De Vuurproef" van Arthur Miller. primitiviteit van de moderne „heksen jachten". Grote waarachtigheid Maar wat er van dit alles ook zij ik kan tenslotte niet meer dan slechts enkele punten uit dit bijzonder belangwekkende drama ter discussie aanwijzen het stuk is voor een zeer groot gedeelte in het do cumentaire blijven steken. Het dankt zijn waarde aan de al dan niet opzettelijke pa rallel met hedendaagse „moeilijkheden", waarbij wij gelukkig tot dusver eveneens slechts toeschouwers zijn. Het interesseert ons levendig, maar we worden er niet wezenlijk door geschokt of ontroerd. Dat komt niet alleen door het soms te ver door gevoerde streven naar authenticiteit, dat de auteur trouwens tot teveel herhalingen verplichtte. Het is voornamelijk een gevolg van zijn behoefte aan betogen, aan demon stratie van een zienswijze, waartoe hij per sonen gebruikt, die nauwelijks verder leven dan in zijn denkschema past. Het zijn zeker geen marionetten a la Shaw, maar toch ook geen mensen (en daarbij moet men speciaal John Proctor en zijn vrouw rekenen) die tot medelijden bewe gen. En daar is het Miller toch zeer zeker om te doen geweest, getuige zijn verkla ring: „Ik heb getracht mijn figuren uit drukking te laten geven aan wat hen in nerlijk bezighoudt, door hen (als Hamlet) inzicht in hun situatie te verschaffen." Misschien is dit door de nadrukkelijkheid van de pretentie mislukt. Maar ze zijn met zoveel intensiteit geladen, dat ze in ieder geval blijven boeien en dat men stel lig het wel eens geuite verwijt van „con junctuurridderlijkheid" van de hand mag wijzen. „De Vuurproef" is wel eens langdradig, doch men merkt het nauwelijks. En de scène na de pauze, waarin John Proctor bij zichzelf „een spoortje goed", ontdekt, is bepaald grandioos, mede dank zij de buitengewoon overtuigende vertolking door Han Bentz van den Berg, die alle kanten van deze rol een grote waarachtigheid ver leende: zijn ruwe koppigheid, zijn vastbe raden doorzettingskraeht.zijn afstomping in de cel en zijn vertwijfeling. Voortdurend wist hij te voorkomen dat het pathos tot zwakte werd, het sterkste compliment dat men hem maken kan. Ank van der Moer slaagde er op wonderbaarlijke wijze in zijn koude, maar eerlijke vrouw als het ware doorzichtig te maken. En men werd daar door ook echt getroffen door de geraffi neerde scène, waarin zij met haar eerste leugen om de goede naam van haar man te beschermen, in feite zijn doodvonnis uit spreekt. Het was jammer, dat regisseur Albert van Dalsum, die alles wat zwaar en letter lijk nam, de meisjes (en met name Lou's Hensen als de overigens knap gespeelde Abigail) teveel veinzerij liet bedrijven. Een verrassing was de heel zuiver aangevoelde en gerealiseerde typering door Marion Gobau van de tussen werkelijkheidszin en bijgeloof heen en weer geslingerde dienst bode. Verder moeten genoemd worden: Mimi Boesnach als de uit eigen leed het kwaad aanwakkerende vrouw, Van Dalsum als de rechter met zijn doeltreffend gebruik van list en autoriteit, Ton Lutz als de al lengs uit zijn fanatisme tot beter besef van de werkelijke verhoudingen komende do minee en eigenlijk nog vele anderen, zoals Jacqueline Royaards-Sandberg en John Gobau, die tezamen een indrukwekkende vertoning tot stand brachten. DAVID KONING. LONDEN. De Fransche gezant, graaf Walewski, is overhaast naar Parijs ver trokken, alwaar hij door Keizer Napoleon terstond is ontvangen. In diplomatieke kringen verluidt, dat de Keizer het Brit- sche gouvernement berigt heeft doen toe komen, dat hij eene krijgsmagt naar Konstantinopel wil zenden teneinde de Turken tegen de Russen te helpen. Hij heeft de Britsche regeering voorgesteld, ook van hare zijde eenige troepen, met gelijke bedoeling, derwaarts te zenden. Het Britsche kabinet is echter volstrekt niet gezind om tot een dergelijken maat regel over te gaan. Dit heeft eenige moeijelijkheden tusschen de twee regee ringen doen ontstaan. Vandaar het plot selinge vertrek van den Franschen gezant.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1953 | | pagina 7