Italië deelt het Nederlandse standpunt
inzake economische eenheid
attenb ufg
1
IN DE WERELDPOLITIEK
Zes ministers naar Den Haag
Tioe is het ontstaand
Indrukwekkende vertoning
van „De Vuurproef"
Een Eeuw Geleden
Minister Pella over Nederland
Mozaïek onthuld ter herinnering aan
overstromingsrampen in beide landen
Drama van Arthur Miller over
Amerikaanse heksenjacht
•7i
de°zadchii va l dam i ld
Agendo voor Haarlem
Prins Bernhard terug
uit Ethiopië
Erepromotie
prof. mr. F. de Vries
Dit woord:
ZODOENDE
Uit de Opregte Haarlemsche
Courant van 24 November 1953
DINSDAG 24 NOVEMBER 1953
De minister-president van Italië, de heer
Pella, is vandaag in ons land gearriveerd
voor bijwoning van de ministersconferen
tie, die Donderdag in Den Haag begint. Hij
zal vanmiddag een bezoek brengen aan
minister-president, dr. Drees. Vanavond is
er een officieel diner in het Kurhaus, aan
geboden door dr. Drees. Woensdag brengt
de heer Pella een bezoek aan het ministerie
van Buitenlandse Zaken. In het paleis aan
het Voorhout wordt de Italiaanse gast om
half tivaalf ontvangen door de Koningin.
Woensdagmiddag wordt een mozaick
onthuld, dat door de Italiaanse regering is
aangeboden en dat een plaats gevonden
heeft in het gemeentemuseum te 's-Gra-
venhage. Het dient ter herinnering aan de
Nederlands-Italiaanse samenwerking en de
vwderzijdse hulpverlening bij de overstro
ming van de Po-vlakte in November 1951
en het breken van de Nederlandse dijken
in Februari 1953.
Onze correspondent in Rome heeft met
de heer Pella kort voor zijn vertrek naar
Nederland een onderhoud gehad over on
derwerpen. die Nederland en Italië aan
gaan. Hij vertelt daarover het volgende:
De forse krachtige figuur van Italië's
eerste minister en minister van Buiten
landse Zaken, staat op van achter zijn
grote schrijfbureau, wanneer wij door de
chef van de Voorlichtingsdienst bij hem
worden binnengeleid. Met zijn spreek-
wooi'delijke vriendelijkheid is hij onmid
dellijk bereid ons te woord te staan.
Wij vragen hem of de' minister ons land
Dinsdag voor de eerste keer bezoekt. Zijn
antwoord is dat hij, evenals vele andere
Italianen, zich altijd aangetrokken heeft
gevoeld tot ons land en dat hij als privé-
burger herhaalde malen ons land heeft be
zocht. Ditmaal in een andere positie zal hij
de gelegenheid hebben de mannen te ont
moeten, die dat land besturen en waarvan
hij er verscheidene reeds kent dankzij de
internationale conferenties, waaraan hij in
de laatste jaren heeft deelgenomen.
Op onze tweede vraag: „Hoe staat Italië
tegenover het Nederlandse standpunt dat
een wezenlijke, feitelijke benadering van
de Europese economische eenheid moet
voorafgaan aan de benadering van de poli
tieke eenheid", antwoordt de premier: „De
Italiaanse regering heeft het steeds als
essentieel beschouwd, dat aan de Europese
gemeenschap van den beginne af nieuwe
taken worden toegewezen in de economi
sche sector en als even essentieel, dat de
gemeenschap, voor het verwezenlijken
daarvan, de beschikking hebben over con
crete en werkelijke macht. Daarom heeft de
regering van het eerste ogenblik af zich
accoord verklaard met de richtlijnen van
de voorstellen, die de Nederlandse regering
ADVERTENTIE
neilcrl^nrfL
no deze serie advcrteniies min
DINSDAG 24 NOVEMBER
Concertgebouw: Optreden van Wim Kan,
8 uur. Gebouw Cultura, Openbare Bijbel
lezing met lichtbeelden, 8 uur. Rembrandt:
„Moulin Rouge", 18 jaar, 6.45 en 9.15 uur.
Palace: „Maske in Blau", alle leeft., 7 en
9.15 uur. Luxor: „Moulin Rouge", 18 jaar,
6.45 en 9.15 uur. Lido: ,,'t Is feest in Parijs",
18 jaar. 7 en 9.15 uur. City: „Het duel bij
Silver Creek", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans
Hals: „De vallei van de haat", 18 jaar, 8 uur.
Roxy: „Ontkomen doet niet één", 18 jaar,
8 uur.
WOENSDAG 25 NOVEMBER
Stadsschouwburg: „Het uur der verruk
king", Haagsche Comedie, 8 uur. Concert
gebouw: Zang-recital door Louise Parker,
8.15 uur. Gebouw St. Bavo: „Meeuwen boven
Sorronto", Toneelgroep Herman Bouber;
Inst. voor Arbeidersontwikkeling. 8 uur.
Gebouw HKB, Tempeliersstraat 35: Film
avond voor emigranten, 8 uur. Gebouw Cul
tura: Ned. Ver. van Spiritisten „Harmonia
„Is magnetiseren een gevaar?" Kapel Mina-
hassastraat: Stichting „Petra"; spreker: Th.
Dikkes, 8 uur. Rembrandt: „Moulin Rouge'
18 jaar, 1.45, 4.15, 6.45 en 9.15 uur. Palace:
„Maske in Blau", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15
uur. Luxor: „Moulin Rouge", 18 jaar, 2, o.45
en 9 15 uur. Lido: ,,'t Is feest in Parijs", 18
jaar. 2, 4.15. 7 en 9.15 uur. City: „Het duel
bij Silver Creek", 14 jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur.
Frans Hals: „De vallei van de haat", 18 jaar.
2.30, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Door dik en dun",
alle leeft., 2.30 uur. „Ontkomen doet niet
één", 18 jaar, 8 uur.
Minister Pella
in die zin heeft gedaan. Van Italiaanse zijde
hoopt men van harte en zeer nadrukkelijk
dat men een gemeenschap zal kunnen ver
wezenlijken die gebaseerd is op een samen
gaan der belangen van de verschillende
staten in deze delicate en fundamentele
sector. Natuurlijk geven wij ons ook reken
schap van de grote en zwaarwegende
moeilijkheden die voor elk der zes landen
met dit vraagstuk verbonden zijn. Maar
wij vertrouwen dat men, door de posities
der zes landen geleidelijk dichter bij elkaar
te brengen, ook op dit punt tot het ge
wenste resultaat zal geraken."
Economische verschillen
„Het meest opvallend verschil tussen de
Italiaanse en de Nederlandse economie op
dit ogenblik bestaat hierin," aldus vervolg
de de heer Pella, „dat wij in dringende
noodzaak verkeren nieuwe arbeidsmoge
lijkheden te scheppen voor onze overtal-
rijke arbeidskrachten en daarnaast het
levenspeil moeten opvoeren van uitgestrek
te gebieden, die beslist onderontwikkeld
zijn. Dit nu kan alleen worden bereikt door
een politiek, die investeringen bevordert,
een politiek die er op uit is nieuwe onder
nemingen te scheppen en nieuwe arbeids
mogelijkheden. Als die politiek eenmaal het
einde van haar cyclus heeft bereikt, zal zij
een nieuw economisch evenwicht doen ont
staan op een hoger plan. Maar in haar hui
dige beginfase eist zij de toevlucht tot be
paalde bijdragen, die van buitenaf moeten
worden aangevoerd. Dit betekent een on
middellijke toename van de invoer (machi
nes en dergelijke) die pas in verloop van
tijd een toename van de productie zal be
werkstelligen en daarmee hand in hand
gaande ons de beschikking geven zal over
een groter hoeveelheid artikelen voor de
export."
Over de Italiaanse grondstoffenpositie
zeide de minister: „Op het gebied van
grondstoffen wordt in Italië in de laatste
tijd steeds intensiever gezocht naar aard
olie, naar vloeibare en gasvormige kool
waterstofverbindingen en dat in verschil
lende streken. De vondsten van aardgas,
die zeer zeker een belangrijke bijdrage
hebben geleverd tot de Italiaanse economie,
zijn verbonden met die van vloeibare
waterstofverbindingen en de tot nu toe be
reikte resultaten geven ons hoop voor de
toekomst, vooral op Sicilië en in de Po-
vlakte.
Europese actie
„Hoe staat het in Italië met de activiteit
der Europese Beweging? Kan men zeggen
dat er een toenemende invloed daarvan
uitgaat? Zou uitwisseling van sprekers tus
sen Italië cn Nederland, juist omdat dit een
der kleinere landen is, naar uw mening ge
wenst zijn?", vroegen wij.
„De Europese Beweging ontwikkelt
sedert verscheidene jaren in Italië haar
activiteit met een vasthoudendheid en een
overtuiging, die gelijk zijn aan de adel der
zaak die zij dient. Onder de leiding van
mannen van grote geestkracht en met de
steun van vooraanstaande personen uit
vrijwel alle partijen, heeft die beweging in
ons land een opmerkelijke weerklank ge
vonden en ik twijfel er niet aan of zij zal
in de toekomst steeds breder kringen van
de Italiaanse openbare mening voor zich
winnen. Uitwisseling van sprekers heeft in
het verleden herhaaldelijk met groot suc
ces plaats gevonden en ik hoop van ganser
harte dat in de toekomst die uitwisseling
cp nog ruimer schaal zal kunnen geschie
den. Wat die kleinere landen betreft is het
mijn overtuiging dat men op Europees plan
niet over kleinere landen spreken kan, ge
zien de belangrijke bijdragen die zij allen
gelijkelijk hebben geleverd op politiek, mo
reel en economisch gebied ter bevordering
van de Europese eenheidsgedachte."
En tenslotte: „Het is mij bekend dat Italië
met betrekking tot de eenheid van Europa
wensen koestert inzake de mogelijkheid tot
uitwisseling van arbeidskrachten. Acht uwe
excellentie onder de huidige omstandig
heden zulk een uitwisseling met Nederland
uitvoerbaar?"
„Er bestaat, zoals u weet, een kleine emi
gratie van Italianen naar Nederland, waar
enkele duizenden Italianen gevestigd ziin.
Maar gezien de grote bevolkingsdichtheid
in Nederland, dat zelf emigratie kent, is het
duidelijk dat er nooit meer dan een uiterst
bescheiden aantal Italiaanse arbeiders naar
Nederland zal kunnen gaan. Dat neemt
niet weg dat er ook op dit speciale terrein
wel degelijk reeds een vruchtbare samen
werking bestaat tussen de beide regeringen,
bestaande in wederzijdse uitwisseling van
studie-resultaten inzake de selectie der
emigranten en de wijze waarop hun uit
zending naar overzee geregeld wordt. Een
andere vorm van samenwerking, en die is
zeker voor verdere uitbreiding vatbaar, is
de uitwisseling van leerjongens, die op zeer
nuttige wijze hun vakkennis kunnen ver
meerderen door een tijdelijk verblijf in het
buitenland. Ik denk daarbij onder andere
aan het hotelwezen en het toeristenbedrijf".
Maandagmiddag is Prins Bernhard met
de regerings-Dakota, waarmede hij de reis
naar Ethiopië gemaakt heeft, op de vlieg
basis Soesterberg geland.
De Prins verklaarde, dat hij een zeer
goede tocht heeft gehad. Het bezoek aan
Ethiopië was interessant en bijzonder pret
tig. De door de Handelsvereniging Amster
dam in Wongi gevestigde suikerfabriek
gaat een zeer goede toekomst tegemoet.
Naar de mening van de Prins zouden er
ook voortreffelijke vooruitzichten bestaan
indien men zou overgaan tot de verbouw
van rijst.
De Prins heeft vrijwel de gehele reis
het vliegtuig zelf bestuurd. Het leeuwtje,
dat hij in Ethiopië ten geschenke heeft
gekregen, is niet meegekomen. Het dier
zal worden nagestuurd, omdat er op de
reis anders wellicht douane- en andere
moeilijkheden konden ontstaan.
Ethiopië maakte de indruk een land te
zijn, waar de geschiedenis twintig eeuwen
De R.K. Economische Hogeschool te Til
burg vierde Zaterdag haar dies natalis. Na
een kerkelijke plechtigheid werd des mid
dags een plechtige zitting gehouden in de
Metropole-schouwburg, tijdens welke de
promotie geschiedde van prof. mr. F. de
Vries tot eredoctor in de economische we
tenschappen.
De rector magnificus, prof. mr. W. C. L.
van der Grinten, sprak de diesrede uit.
Na deze rede volgde de promotie van prof.
De Vries, waarbij prof. dr. M. J. H. Cob-
benhagen als promotor optrad. Hij schetste
de betekenis van de promovendus, die
reeds dertig jaren docent is in de hogere
economische wetenschappen.
heeft stilgestaan. Op het ogenblik ontwik
kelt het zich echter zeer snel. De Prins
had grote bewondering voor keizer Haille
Selassi. De keizer, die 61 jaar is, werkt
vrijwel elke dag van des morgens half
zeven tot middernacht.
Het is duidelijk dat zodoencie, een
tegenwoordig veel gebruikt en mis
bruikt woord, is ontstaan uit: zo
doende, dat wil zeggen: door zo te han
delen. Het is juist te zeggen: hij greep
zich aan het hek vast en kon zodoende
zijn evenwicht bewaren. Maar u kunt
elk ogenblik lezen en horen zeggen: zijn
vader stierf, toen hij nog jong was, zo
doende moest hijDit is natuurlijk
onzin. Zodoende past alleen bij een wer
kelijke handeling. Merkwaardig is dat
het in de spreektaal het schouderophalen
vervangt; men drukt er mee uit: en
daarvan moet je de consequenties aan
vaarden. Let u maar op: ik woon in Am
sterdam en zodoendemijn vrouw is
ziekelijk en zodoende.... Maar lelijk
blijft het. Vervang het door: daarom,
hierdoor.
De eerste voorstellingen, die de Nederlandse Comedie onder gastregie van Albert van
Dalsum in de Amsterdamse Stadsschouwburg heeft gegeven van het eind 1952 gereed
gekomen stuk „De Vuurproef" oorspronkelijke titel: The Crucible) van Arthur Miller,
zijn een groot succes geworden. Zondagavond ging het heftige applaus aan het slotl
zelfs in duidelijke toejuichingen over. Eigenlijk is dat zeer merkwaardigwant men
zal het er wel spoedig over eens worden, dat dit werk in dramatisch opzicht maar ten
dele geslaagd mag heten. De twee oorzaken van de ontketende bijval moeten, dunkt
me, gezocht worden in de actualiteit van het thema en in de uitmuntende vertolking
van twee der hoofdrollen door Ank van der Moer en Han Bentz van den Berg, die
de schematische opzet boven verwachting met levensechtheid vulden, waar en uiter
aard voor zover daar maar gelegenheid toe bestond.
Met die actualiteit is het een eigenaardig
geval. Arthur Miller men zou in dit
drama nauwelijks d'e schrijver van „De
dood van een handelsreiziger" herkennen,
zoveel te sterker echter die van de roman
„Focus" over het anti-semietisme in New
York behandelt hier namelijk een histo
risch gegeven: de beruchte heksenprocessen
te Salem in de Amerikaanse staat Massa
chusetts, die in 1692 honderden onschul
dige mensen in de gevangenis brachten en
waarbij binnen enkele maanden twintig
doodvonnissen werden voltrokken. Men
wordt dus verplaatst naar de nog betrek
kelijk jonge kolonisatiegebieden van de
puriteinse pioniers, omringd door einde
loze, ondoordringbare wouden, door hei
dense Indianen bevolkt en daarom dubbel
gevaarlijk door de dreiging van het onbe
kende en van de satanische machten, die
geacht werden zich daar schuil te houden
om bij de geringste aanleiding de gemeen
schap der gelovigen in het verderf te stor
ten.
Onderlinge verdeeldheid verhoogt nog
de gespannen sfeer. Een verslindend fana
tisme, waartegen alle redelijke argumenten
het moeten afleggen, komt op een kwade
dag tot uitbarsting als een paar jonge
ADVERTENTIE
o BIJ K
E E
LP |J N
P A S T I Li'LL E S
Donderdag aanstaande komen de ministers van Buitenlandse Zaken der
zes landen van „Klein Europa" bijeen in de Lairessezaal van het Haagse
Binnenhof, om te beraadslagen over een verdere uitbouw der Europese
gemeenschap. De prognoses van deze conferentie zijn zonder uitzondering
pessimistisch. Niemand verwacht iets belangrijks van deze ontmoeting, ook
de ministers zelf niet tenminste voorzover zij zich over de vooruit
zichten ervan hebben uitgelaten. De inactiviteit op Europees terrein, waar
in Frankrijk is teruggevallen, heeft de gehele Europese zaak meegesleurd
tot het niveau van aarzelend afwachten. Afwachten wat Engeland zal doen,
afwachten wat de conferentie van Bermuda voor resultaat zal hebben, af
wachten hoe de Franse presidentsverkiezingen aflopen afwachten wat
met afwachten zal kunnen worden bereikt.
Terwijl de Franse regering met de voor
naamste parlementsfracties tot een verge
lijk betreffende de Europa-politiek pro
beert te komen, waarmede de debatten in
de Nationale Vergadering kunnen worden
besloten zonder dat de politieke vrede
wordt verstoord, moeten de ministers van
de andere vijf Europese landen zich be
zinnen op een parallel-schakeling met dit
uiteindelijke Franse standpunt, omdat nu
eenmaal in „Klein Europa" Frankrijk de
sleutelpositie inneemt. Wanneer zelfs de
eind-resolutie van het Franse Kamerdebat
de maximum-verwachting der Europa-
strevers vertolkt, dan nog zal er niet meer
in staan dan dat de actie voor een verdere
integratie van Europa zal moeten worden
voortgezet en dat een politieke gemeen
schap moet worden gevormd, die enkel
bevoegdheden bezit op het gebied van
kolen en staal, en ten aanzien van een ver
dedigingsgemeenschap. Bovendien zullen
straks als de debatten over die verdedi
gingsgemeenschap zullen worden ge
houden, de socialistische voorwaarden be
perkingen opleggen aan de vorm dezer
defensieve samenwerking. Er zal namelijk
een Engelse medewerking aan het Euro
pese leger voor vereist zijn, benevens een
Engels-Amerikaanse garantie ten aanzien
van de permanente tegenwoordigheid van
troepen dezer landen in Duitsland.
Dit alles in aanmerking genomen, wordt
de ontmoedigende situatie waarin de ko
mende ministersconferentie zich zal be
vinden, tenvolle duidelijk. Zij zal niet an
ders kunnen doen dan in het algemeen
het verlangen naar verwezenlijking van
een zekere soort van Europese politieke
gemeenschap tot uitdrukking brengen en
dit verlangen in zeer vage conclusie als
eindcommuniqué de wereld inzenden. Be
sluiten ten aanzien van de hoofdzaken der
Europese kwestie kan zij onmogelijk nemen
en daaraan kan de poging, die door de
Raad van Europa zal worden ondernomen
om tenminste iets concreets te doen be
reiken, niet veel kunnen veranderen. De
raadgevende vergadering van de Raad van
Europa heeft namelijk een delegatie sa
mengesteld, die zich Donderdag naar Den
Haag zal begeven om de denkbeelden van
de Raad aan de zes ministers uiteen te
zetten. Hierbij dient te worden verduide
lijkt, dat de Raad van Europa een weer
spiegeling vormt van vijftien landen,waar
van een deel principieel niet wenst mede
te werken aan een Europese politieke ge
meenschap. Het is dus niet zo, dat deze
delegatie zal aandringen op een spoedige,
zo breed mogelijke, politieke gemeenschap,
doch veeleer zal trachten de ministers te
brengen tot een nieuw initiatief ten aan
zien van de vsrming van aparte gemeen
schappen, zoals die van kolen en staal en
defensie, yia deze weg van aparte gemeen
schappen wil „Groot-Europa" tenslotte een
zo intensief mogelijke Europese samen
werking bereiken, zonder dat de mede
werkende landen hun souvereiniteit zul
len behoeven te „schenden".
Een andere instantie op Europees plan.
namelijk de werkgroep uit de Assemblée
ad hoe der Kolen- en Staalgemeenschap,
die het thans in discussie zijnde ontwerp
ener Europese grondwet heeft samenge
steld, heeft ervan afgezien om ook een
delegatie naar Den Haag te sturen. Dat wil
zeggen dat deze werkgroep het geringe
belang der ministersconferentie inziet en
geen enkele verwachting koestert, de mi
nisters tot een andere dan de algemeen
voorziene houding te kunnen brengen.
Onlangs hebben in Rome de plaatsver
vangers der nu Donderdag bijeenkomende
ministers geconfereerd, teneinde de weg
voor de Haagse conferentie te effenen. Zij
hebben echter niets geëffend, doch enkel
de oneffenheden op die weg duidelijk ge
markeerd. De ministers weten nu waar de
verschillen liggen, zij kennen de moeilijk
heden en ook de voor het moment onover
komelijke hindernissen. Zij zullen daarom
heen proberen te laveren om tenminste
niet tot een officieel mislukkende confe
rentie te komen. Zo zullen zij -zeker niet
praten over de belangrijkste hindernis, de
economische integratie.
De economische samenwerking, culmine
rend in een vrije Europese markt, is een
van de vooropgestelde verlangens van
Nederland, waarbij België-Luxemburg en
Italië zich onder zeker voorbehoud in
ondergeschikte détails aansluiten. Frank
rijk echter heeft ten aanzien van die eco
nomische samenwerking op het moment
met zulke heftige weerstanden in eigen
boezem rekening te houden, dat het de
wankele Franse situatie veel kwaad zou
kunnen doen, wanneer de Franse minister
van Buitenlandse Zaken zich solidair zou
verklaren met een verdere economische
integratie dan die. welke op het moment
door middel van bilaterale verdragen be
staat.
Een andere factor, die de belangrijkheid
van „Den Haag" illusoir maakt, is de scha
duw van „Bermuda", die zich vooruitwerpt
tot over het Haagse Binnenhof. Wanneer
in Bermuda besluiten zouden worden ge
nomen ten aanzien van bepaalde kwesties
in de wereldpolitiek, die Frankrijk niet
onderschrijven kan, zou de weerslag daar
van op het Europese beleid van Frankrijk
niet gering zijn. Een verdere verwijdering
van de Fransen uit de Atlantische solidari
teit zou onvermijdelijk gepaard gaan met
een grotere Franse reserve ten aanzien van
Duitsland. De Franse vrees voor een her
levend Duitsland zou op Bermuda kunnen
worden versterkt, wanneer de Amerikanen
niet tactisch genoeg omgaan met de Duitse
troefkaart. Het uiterste geval nemende,
namelijk dat Frankrijk zich voor de on
ontbeerlijke garantie, die het bij Amerika
wellicht niet krijgen kan, tot de Sovjet-
Unie zou richten, zou het Europese plan
voor lange tijd naar de achtergrond van
het wereldtoneel schuiven.
Men kan daartegen betogen dat Washing
ton daarmede de vervulling van zijn eigen
wens om een eenheid in Europa te zien.
zou vernietigen doch er is in de Ameri
kaanse politiek de laatste tijd, tegelijk met
een soort van ontmoediging over de geringe
voortschrijding de-- Europese idee, een
nieuw streven merkbaar geworden, name
lijk dat naar uitbuiting der Duitse beteke
nis ten dienste van Europa. Dit zou in At
lantisch verband kunnen geschieden door
West-D.uitsland souvereiniteit te geven en
tegelijk Duitse contingenten in het Atlan
tisch leger te passen. Dit is de Duitse troef
kaart, die bij ontactisch gebruik de Fran
sen in isolatie zou kunnen drijven. En dan
is de stap naar een Frans-Russisch ver
drag een kleinigheid, met alle gevolgen van
dien voor „Klein" zowel als „Groot"
Europa. J. L.
meisjes uit angst ze zijn tijdens het
dansen in het bos met een West-Indische
tovenares betrapt in het wilde weg enige
vrouwen van hekserij beschuldigen. in
naam van het geloof vloeit daar een hyste
rische vervolgingscampagne uit voort, ein
digend met de dood door de strop voor
ieder der van omgang met de duivel be
tichten, die weigert een verlossende be
kentenis af te leggeh. Zo ongeveer heeft
zich wat Miller „één van de vreemdste en
afschuwelijkste hoofdstukken uit de ge
schiedenis der mensheid" noemt, inder
daad toegedragen. Van eigen vinding is
slechts de boer John Proctor die, geheel
vrij van de door sommigen ondervonden
begeerte naar het martelaarschap, opkomt
voor het recht op persoonlijke vrijheid,
overhelt naar het compromis als hij het
zinloze van langer verzet inziet, maar ten
slotte de reddende leugen niet kan vol
houden en sterft voor het behoud der men
selijke waardigheid.
Modern „diabolisme"
Het zal niemand verbazen en hiermee
doet dan de actualiteit haar intrede dat
men onmiddellijk na de eerste kennisma
king met het stuk meende met een ver
momde aanval op de activiteit van senator
McCarthy te doen te hebben. Een zekere
parallel is inderdaad onmiskenbaar. Maar
Miller heeft sindsdien meer papier dan de
omvang van zijn stuk volgeschreven met
argumenten om aan te tonen dat hij zijn
onderwerp veel ruimer bedoelde: een ge
schiedkundige illustratie van het zoge
naamde diabolisme, dat de laatste jaren
weer als een splijtzwam in de beschaving
woekert. Wat hij wilde uitbeelden is het
gevaar van de besmettelijke ziekte van het
denken in uiterste tegenstellingen van
zwart en wit, zoals men dat laatstelijk
kent uit het vooroorlogse Duitsland, maar
evenzeer uit het Rusland en het Amerika
van nu. Dit diabolisme, het zien van de
duivel in het van de eigen ideologie ver
schillende kamp, zo betoogt hij, leidt tot
het organiseren van angstcomplexen, met
alle helse gevolgen vandien zoals de
heksenjacht, die als een eoidemie in Salem
woedde, bij wijze van sterk voorbeeld heeft
geleerd. Het is tevens duidelijk, dat Miller
hier een positieve houding tegenover wil
stellen.
Misschien herinnert men zich, wat ik
naar aanleiding van een stuk van Wlliam
Inge heb opgemerkt over typisch-Ame-
rikaanse rancune van de man tegen het
raadselachtige wezen „vrouw" als vrees
aanjagende en ongelukbrengende belicha
ming van het onbekende. Deze valt immers
ook hier te signaleren. Hysterische, leugen
achtige meisjes die echter tenslotte zelf
geloven in de waandenkbeelden v#n haar
overspannen fantasie,welke vervalsing van
de herinnering door weglating van een
later door de schrijver toegevoegde scène
thans niet zuiver uit de opvoering bleek
verschaffen als gevolg van mysterieus
nachtelijk gedoe de aanleiding tot de uit
brekende razernij. Nu is het inderdaad
merkwaardis, dat altijd in de geschiedenis
van dergelijke collectieve verstandsver
bijstering Satan zijn boze samenzwerin
gen met vrouwen smeedde. Het zou dus
kunnen zijn, dat Miller op deze manier een
demonstratie heeft willen geven van de
Deze tafereeltjes kan men zien in de stad
Mexico, waar bedelkinderen voor een paar
centen „vuurblaasvoorstellingen" geven.
Het vuurblazen lijkt moeilijker dan het is.
De jongens nemen een mond vol kerosine
en blazen deze in de vlam van een bran
dend stokje. Het effect is fantastisch.
Ank van der Moer en Han Bentz van den
Berg als het echtpaar Proctor, de enige
niet historische personen in „De Vuurproef"
van Arthur Miller.
primitiviteit van de moderne „heksen
jachten".
Grote waarachtigheid
Maar wat er van dit alles ook zij ik
kan tenslotte niet meer dan slechts enkele
punten uit dit bijzonder belangwekkende
drama ter discussie aanwijzen het stuk
is voor een zeer groot gedeelte in het do
cumentaire blijven steken. Het dankt zijn
waarde aan de al dan niet opzettelijke pa
rallel met hedendaagse „moeilijkheden",
waarbij wij gelukkig tot dusver eveneens
slechts toeschouwers zijn. Het interesseert
ons levendig, maar we worden er niet
wezenlijk door geschokt of ontroerd. Dat
komt niet alleen door het soms te ver door
gevoerde streven naar authenticiteit, dat
de auteur trouwens tot teveel herhalingen
verplichtte. Het is voornamelijk een gevolg
van zijn behoefte aan betogen, aan demon
stratie van een zienswijze, waartoe hij per
sonen gebruikt, die nauwelijks verder
leven dan in zijn denkschema past. Het
zijn zeker geen marionetten a la Shaw,
maar toch ook geen mensen (en daarbij
moet men speciaal John Proctor en zijn
vrouw rekenen) die tot medelijden bewe
gen. En daar is het Miller toch zeer zeker
om te doen geweest, getuige zijn verkla
ring: „Ik heb getracht mijn figuren uit
drukking te laten geven aan wat hen in
nerlijk bezighoudt, door hen (als Hamlet)
inzicht in hun situatie te verschaffen."
Misschien is dit door de nadrukkelijkheid
van de pretentie mislukt. Maar ze zijn
met zoveel intensiteit geladen, dat ze in
ieder geval blijven boeien en dat men stel
lig het wel eens geuite verwijt van „con
junctuurridderlijkheid" van de hand mag
wijzen.
„De Vuurproef" is wel eens langdradig,
doch men merkt het nauwelijks. En de
scène na de pauze, waarin John Proctor
bij zichzelf „een spoortje goed", ontdekt,
is bepaald grandioos, mede dank zij de
buitengewoon overtuigende vertolking door
Han Bentz van den Berg, die alle kanten
van deze rol een grote waarachtigheid ver
leende: zijn ruwe koppigheid, zijn vastbe
raden doorzettingskraeht.zijn afstomping in
de cel en zijn vertwijfeling. Voortdurend
wist hij te voorkomen dat het pathos tot
zwakte werd, het sterkste compliment dat
men hem maken kan. Ank van der Moer
slaagde er op wonderbaarlijke wijze in zijn
koude, maar eerlijke vrouw als het ware
doorzichtig te maken. En men werd daar
door ook echt getroffen door de geraffi
neerde scène, waarin zij met haar eerste
leugen om de goede naam van haar man
te beschermen, in feite zijn doodvonnis uit
spreekt.
Het was jammer, dat regisseur Albert
van Dalsum, die alles wat zwaar en letter
lijk nam, de meisjes (en met name Lou's
Hensen als de overigens knap gespeelde
Abigail) teveel veinzerij liet bedrijven. Een
verrassing was de heel zuiver aangevoelde
en gerealiseerde typering door Marion
Gobau van de tussen werkelijkheidszin en
bijgeloof heen en weer geslingerde dienst
bode. Verder moeten genoemd worden:
Mimi Boesnach als de uit eigen leed het
kwaad aanwakkerende vrouw, Van Dalsum
als de rechter met zijn doeltreffend gebruik
van list en autoriteit, Ton Lutz als de al
lengs uit zijn fanatisme tot beter besef van
de werkelijke verhoudingen komende do
minee en eigenlijk nog vele anderen, zoals
Jacqueline Royaards-Sandberg en John
Gobau, die tezamen een indrukwekkende
vertoning tot stand brachten.
DAVID KONING.
LONDEN. De Fransche gezant, graaf
Walewski, is overhaast naar Parijs ver
trokken, alwaar hij door Keizer Napoleon
terstond is ontvangen. In diplomatieke
kringen verluidt, dat de Keizer het Brit-
sche gouvernement berigt heeft doen toe
komen, dat hij eene krijgsmagt naar
Konstantinopel wil zenden teneinde de
Turken tegen de Russen te helpen. Hij
heeft de Britsche regeering voorgesteld,
ook van hare zijde eenige troepen, met
gelijke bedoeling, derwaarts te zenden.
Het Britsche kabinet is echter volstrekt
niet gezind om tot een dergelijken maat
regel over te gaan. Dit heeft eenige
moeijelijkheden tusschen de twee regee
ringen doen ontstaan. Vandaar het plot
selinge vertrek van den Franschen gezant.