Plan Mansholt welkom,
maar moeilijk uitvoerbaar
Feestmaaltijden bij Amerikanen ^nterdrnXn™6
aan huis
Meer gasten, minder gangen, minder personeel
Nieuwe uitgaven
Neem voldoende
vitamine D
Honger ondanks voedselsurplussen
Een appel voor de dorst
De modieuze vrouw
van 1954
Vergeet bij het zoet
het zilte niet
Commentaar in „Economisch
Statistische Berichten''
Heringa Wuthrich
ZATERDAG 2 JANUARI 1954
<V
oor
dL<sFK)
rouw
(van onze correspondent te Washington)
De herfst en het begin van de winter
is wel de drukste tijd wat uitgaan en
gasten ontvangen betreft in Amerika.
En de gezelligheid bereikt haar hoogte
punt in de wck.cn van Kerstmis en
nieuwjaar. De diplomaten te Washing
ton rijden in die dagen wel drie cocktail-
parties per avond af, om van de diners
nog maar niet eens te spreken.
En inderdaad, over die altijd ietwat
conventionele diplomaten-diners wilde
ik het in dit artikel niet hebben. Wel
echter over een ander soort eterijtjes,
dat meer en meer in de mode komt in
uitgaand en ontvangend Amerika.
Misschien kan het sommige Europese
gastvrouwen inspireren om het eens op
z'n Amerikaans te proberen.
Ik moet eerlijk zeggen, dat ik aan
die Amerikaanse eterijtjes heb moeten
wennen. In het begin was het toch altijd
een beetje een teleurstelling, te merken
dat er niet officieel een tafel gedekt
was, wanneer men ergens bij vrienden
te eten was gevraagd. Men dronk eerst
enige drankjes en op een gegeven mo
ment nodigde de gastvrouw of de gast
heer de aanwezigen naar een hoek van
de kamer, waar op een tafel een stapel
borden stond, benevens allerlei schalen
met voedsel. Gewoonlijk kreeg men een
klein blaadje in de hand gedrukt en
daarop verzamelde men dan - als in
een cafetaria - zijn bord met bestek en
van alle gerechten wat. Vervolgens
zocht men een stoel (als men wijs was
een niet te lage) en daar at men dan
van het blaadje dat op de knieën gezet
werd, zijn feestmaaltijd op. Het gaf me
in het begin altijd een beetje een bekocht
gevoel. Wie eet er nu een feestmaaltijd
van zijn kniecn.Je drinkt toch ook geen
champagne uit een koffiekopje.
Toch ben ik langzamerhand niet al
leen het nut, maar zelfs in sommige ge
vallen het voordeel gaan inzien van
zulke eterijtjes.
Amerikanen zijn vaak betrekkelijk
klein behuisd, tafels waar twaalf men
sen aan kunnen zitten zijn hier een
zeldzaamheid en personeel is schaars en
duur. Wil men daarom een groot aantal
vrienden tegelijk uitnodigen, dan is de
methode van het boven beschreven
buffet-diner de enige mogelijkheid. Deze
manier van eten is uit nood geboren:
men ziet graag veel mensen tegelijk in
zijn huis, maar men heeft noch de nodige
tafelruimte noch het personeel om hen
allen op ouderwetse manier te onthalen.
Van de nood een deugd
Het merkwaardige is echter, dat ook
die Amerikaanse vrienden, die wel een
groot huis, een grote tafel en enig perso
neel hebben, hun gasten tegenwoordig
dikwijls onthalen op de cafetaria-
- manier. Het is mode geworden om het
zo te doen en men vindt het - niet ten
onrechte - typisch Amerikaans. -Zo te
eten brengt namelijk wat leven in de
brouwerij: de gasten lopen wat, praten
met andere mensen dan waar zij eerst
naast zaten, de mannen krijgen de kans
behulpzaam te zijn en de vrouwen om
wat hulpeloos te doen en daarna dank
baar. Primitief zijn die cafetaria-maal
tijden in de grote huizen allerminst
meer.Men eet daar niet meer van zijn
knieën, maar van bridgetafeltjes, waar
men met z'n vieren omheen gaat zitten.
Op die manier heeft men meer kans op
een aardig gesprek dan aan een ouder
wetse lange dinertafel. Ook de tafel
waar men zija gerechten haalt, ziet er
bij die- geperfectionneerde cafetaria
diners lang niet primitief meer uit. Dik-
Drie boekjes voor winterwerk
En tóch kunt u, waarde lezeres, niet
blijven volhouden, dat pitrietvlecht-
werk zo bijzonder moeilijk te vervaar
digen is, zeker niet, nu onlangs bij de
uitgevers-mijA. E. Kluwer te Deven
ter „Vlechtende handen" van C. van
Nieuwenhoven verschenen is. Een
uitermate practiisch boekje, waarin zo
volledig mogelijk de meest voorkomen
de werkwijzen beschreven zijn. Het
laatste gedeelte van dit boekwerkje is
gewijd aan werkstukjes, die men, na
het doornemen van de leerstof op de
vorige bladzijden, zonder veel moeite
kan namaken. Foto's van de te vervaar
digen kunstwerken tonen overduidelijk,
welke mogelijkheden het pitrietvlech-
ten voor een „gemiddeld handig" per
soon biedt. Wanneer ge bij het doorbla
deren van deze handleiding uw oog laat
vallen op de afbeeldingen van het
broodschaaltje, het stop- of naaimandje
en het zakdoekendoosje slechts en
kele voorbeelden van een rijkdom aan
pitriet-snuisterijen dan kan het niet
anders, of u zult het ook eens willen
proberen.
Maar er verschenen nog meer boek
werkjes, die er voor borg staan, dat ge
ook dit maal de wintermaanden weer
zult doorkomen. Zij, die zeif een smyr-
natapijt willen knopen, vinden voor
deze weliswaar langdurige, maar in
tense voldoening gevende arbeid een
uitstekende leidraad in „Smyrna-
hobby", dat, verlucht met talrijke
kleurenfoto's, een aanwinst voor uw
handwerkjesboekenkast zal zijn. Maar
niet alleen de kunst van het tapijtkno-
pen wordt u duidelijk gemaakt, ook het
vervaardigen van traplopers en kussen-
ovei-trekken ligt, dank zij dit boekje,
binnen uw bereik.
Wellicht doet ge er goed aan, ook
meteen „Borduurwerk in wol" aan te
schaffen. Deze uitgave over Tapestry-
en Borduurwerk, eveneens vol kleuren
foto's, brengt u in aanraking met de
meest populaire dessins, die in het alom
bekende boek „Stitchcraft" zijn gepu
bliceerd. Hier wordt u onderwezen in
het overtrekken van stoelzittingen en
voetenbankjes, met kleurrijke des
sins uiteraard! terwijl u er tevens
voorbeelden vindt voor borduurwerk
aan de wand.
Beide boekjes verschenen onder
auspiciën van F. A. Baudert, Singel 138,
Amsterdam-C. N. K.
wijls worden de spijzen daar ter plaatse
gekookt en geroosterd in prachtig glim
mende, electrische apparaten. Ge zit
argeloos uw „torn collins" of „old fash
ioned" te drinken en ineens klinkt er
van de tafel in de hoek een luide bel.
De gastvrouw staat prompt op en nodigt
u naar de tafel:het vlees in de rooste-
raar heeft namelijk gebeld dat het gaar
is!
De maaltijd kan beginnen.
Eten van mijn knieën bevalt me nog
altijd niet. Maar voor de bridgetafel
methode gevoel ik wel wat, ter afwisse
ling.
Wie in Nederland durft deze Ameri
kaanse manieren eens na te volgen?
Als men het helemaal Amerikaans doet,
kan men het dienstmeisje vrijaf geven.
Dan immers durft men ook wel aan
een paar goede vrienden te laten mer
ken, dat men het plezierig zou vinden,
als ze na afloop nog even bleven vaten
wassen.
De nieuwe lijn voor komend voor
jaar is zeer slank. De foto's geven
een indruk van de „skyline" der
modieus geklede vrouw van 1954:
Let op de zéér enge rok!
De winteravonden van vroeger wer
den vaak extra gezellig door de warme
winterdranken die geschonken werden.
Kent u ze nog en schenkt u ze nog?
Houdt goede gewoonten in ere!
Anijsmelk:
1 liter melk, 10 druppels anijsolie, 40 gr.
(bijna 2y^ eetlepel) suiker, zout.
De melk met iets zout aan de kooK
brengen. De suiker besprenkelen met de
anijsolie en hierop de hete melk schen
ken. De anijsmelk goed doorroeren en
heet in de koppen doen.
Caramelmelk:
1 liter melk, 130 gr. (bijna 1 kopje) sui
ker, water, zout.
De melk aan de kook brengen met
wat zout. Ruim '/2 kopje suiker in een
pan met een dikke bodem (droog) ver
warmen.. Waar de suiker gaat smelten
voorzichtig roeren. Als de massa begint
te bruisen, onder goed roeren eerst wat
water en dadelijk daarna de kokende
melk er bij schenken.
Wanneer de melk kookt, de overge
bleven suiker er bij doen en laten op-
ossen. De caramelmelk warm in de
'k, sicn doen. De caramel mag niet te
donk..- zijn, want dan wordt ze te bit
ter. Zeer lichte caramel maakt de melk
te zoet.
Chocolademelk:
1 liter melk, 25 gr. (3 eetlepels) cacao
poeder, 50 gr. (3 eetlepels) of,meer
suiker.
De cacao met de suiker dooreen
mengen en de klontjes er uit wrijven.
Met een scheutje koude melk er een
papje van maken. De overige melk aan
de kook brengen en dan het papje hier
door roeren. De chocolademelk nog
even laten doorkoken en ze warm in
de kopjes doen.
Citroenmelk:
1 liter melk," de dun afgesneden gele
schil van één citroen, 40 gr. (2y2 eet
lepel) suiker, zout.
De melk met de citroenschil en iets
zout aan de kook brengen en lóten
trekken (plm. \f> uur). De schil verwij
deren. De suiker toevoegen en de melk
warm opdienen.
Koffie-chocolademelk:
1 liter melk 20 gr. 2 eetlepels)^ ca
cao, 40 gr. (bijna'2V2 eetlepel) of rrieer
suiker, 4 eetlepels koffie-extract., zout.
Bijna alle melk met wat zout aan de
kook brengen. Met het restje de cacao
en de suiker aanmengen en dit papje
door de kokende melk roeren. Alles nog
even laten doorkoken met het koffie-
extract. De drank warm opdienen.
Slempmelk:
1 liter melk, 3 gr. (2 theelepels) thee,
40 gr. (bijna 21/2 eetlepel) suiker, ci
troenschilletje, pijpkaneel, of gemalen
kaneel, saffraan, 2 kruidnagelen, foelie,
zout.
De kruiden, de thee en het citroen
schilletje in een zakje binden. De melk
met dit zakje en met wat zout aan de
kook brengen en ten minste één uur
laten trekken. Het zakje verwijderen.
De suiker toevoegen en de melk heet
opdienen.
In het algemeen streven wij er naar
om de voeding zo samen te stellen uit
gewone levensmiddelen, dat de beno
digde stoffen er in voorkomen. Is het
immers niet honderd maal smakelijker
en „normaler" om groenten en fruit, om
bruin brood en weinig gezuiverde graan
producten te eten dan om vitamine C-
en B-preparaten te slikken.
De meeste voedingsstoffen kunnen met
een goede voeding in voldoende mate
worden opgenomen voor één der vita
mines moeten we echter een uitzonde
ring maken, en wel voor het vitamine D,
waar het kinderen en jonge mensen be
treft. Het genoemde vitamine komt na
melijk maar in enkele levensmiddelen
voor, in hoofdzaak in de vette levens
middelen, zoals boter, eigeel, en haring.
Nu is het jammer genoeg zo gesteld dat
deze artikelen slechts weinig vitaminen
D bevatten, terwijl kinderen er vrij veel
van nodig hebben. Hun behoefte wordt
gerekend op 400 a 800 eenheden (I.E.)
per dag. Om tot dit getal te komen zou
den de kinderen 200 gram boter moeten
eten of 150 a 400 gram margarine. Dat
is zelfs voor Holle Bolle Gijs een wel
heel erg grote portie. Aanstaande moe
ders hebben nog meer vitamine D nodig,
wel 800 a 1000 Eenheden. Met het ge
wone voedsel komen we er dus niet. Wij
zijn aangewezen op kunstmatig gecon
centreerde producten, waarbij veel van
het vitamine in een kleine portie voor
komt, bijvoorbeeld levertraan, vitamine
druppels of tabletten, gevitamineerde
melk en sinds kort de sterk met vita
mine verrijkte margarine.
Het geven van vitamine D kan ook
buiten de voeding om gebeuren, met een
vitamine„stoot" aan het begin van de
winter of met een geregelde hoogtezon-
bestraling. Hoedt uw kinderen echter
voor overdosering van vitamine D, het
zij via de levensmiddelen heztij via de
ultraviolet lamp.
Waarom dit relaas over vitamine D?
Omdat uw kinderen er niet buiten
kunnen. U weet, dat de beenderen van
een baby betrekkelijk week zijn, ze kun
nen ietwat ingedrukt worden. Geleide
lijk aan wordt het beendergestel echter
steviger, onder andere onder invloed van
het vitamine D. Het vitamine D is daar
om onmisbaar. Bij een tekort zijn de
Over het gebruik van de appel is al
veel gezegd en geschreven niet al
leen door mensen van de wetenschap,
maar ook door sprookjesschrijvers en
zangers van legenden. Denk maar eens
aan het verhaal van Atlanta, de Griek
se hardloopster, die een beslissende
wedstrijd verloor, daar zij driemaal
bukte om een appel op te rapen. Die
appelen waren weliswaar van goud,
maar dat doet er weinig toe. En dan
Sneeuwwitje, die voor de verleiding
van een mooie appel bezweek. De oude
toverheks wist wel wat zij uitkoos! Wij
menen dat u uw kinderen geen appel
op het hoofd zult geven (gedachtig aan
het verhaal van Wilhelm Teil), maar
wel in de mond. Fruit is immers geen
speelgoed en geen artikel om roekeloos
mee om te springen. Daarvoor is het te
duur, te lekker en te gezond. Wat zegt
cle wetenschapsmens ervan: dat het rijk
is aan bestanddelen, die het lichaam
niet kan missen.
De appel slaat geen slecht figuur
vergeleken bij andere vruchten. Rauw
is hij het best voor het gebit en voor
de gezondheid. Hebt u appelen in de
tuin, denk hier dan eens aan. Gebruik
ze vers, bewaar de voorraad, die u niet
meteen kunt gebruiken op een luch
tige, koele plaats. Het drogen van een
grote hoeveelheid appelen voor eigen
gebruik is uit oogpunt van voedings
waarde ongewenst. Een groot deel van
de beschermende waarde gaat namelijk
bij deze verwerking verloren. Gebruik
voor het drogen alleen valappels die
niet bewaard kunnen worden.
Op een gezellig avondje in de familie
kring of met gasten kan een goede ver
zorging van de inwendige mens in hoge
mate bijdragen tot de gezelligheid.
Vooral wanneer de tijd al ver gevorderd
is, valt een soupertje van hartige ge
rechten in de smaak.
Zulk een souper kan eenvoudig zijn
of uitgebreid. Wij kunnen er speciaal
de tafel voor dekken; wij kunnen de
gerechten ook zo serveren, dat ze zon
der lange onderbreking van spelletjes
of conversatie genuttigd kunnen wor-
•■'en. Wilier wij iedereen een bordje op
Schoot geven of'up oen klein tafeltje,
dan dienen de gerechten el gemakke
lijk hanteerbaar te zijn. Al bent u zelf
misschien handig in het snijden van
spijzen op een wankel bord, wie weet of
uw gasten het ook zijn. Gerechten, die
met een mes gesneden moeten worden,
geven we dan ook liever alleen, als de
gasten aan een tafel kunnen zitten.
Voor een souper kiezen we een licht
menu, dat tevoren klaargemaakt kan
worden en dat de gastvrouw zonder
veel verdere bewerkingen in korte tijd
kan opdissen.
Geschikte gerechten zijn: slaatjes en
koude schotels, aardig opgemaakte
sandwiches; geurige bouillon of lichtge-
bonden soep; of voor een warm souper
pasteitjes, ragoütbroodjes of schelpen,
niet-vette rijst- of macaronischotels.
Voorbeelden van souper-menu's:
3, lichte soep sandwiches -— fruit;
bzalm- of huzarensla met toast en
Boter,koffie met gebak;
c. bouillon pittige rijst met vlees
vruchtensla;
d. pasteitjes met ragout van garna
len, gevogelte of paddestoelen schotel
van gemengd koud vlees, sla, ravigote-
saus koffie noten.
Open sandwiches
Dunne sneden brood tot driehoekjes
en rechthoekjes snijden, puntbroodjes
tot ronde plakken snijden.
Belegsels: reepjes gerookte paling,
garnering van gehakte peterselie: fijn
gesneden garnalen met mayonnaise;
fijngewreven haring in tomatensaus op
sla; sardines of andere visconserven,
garnering van gehakt ei; luchtig geroer
de leverpastei; hampasta van zachtge-
roerde boter of margarine met gesnip
perde ham; diverse vleeswaren; plak
ken gekookt ei garnering van toma
tenketchup.
Huzarensla (8 personen) 200 g. gebra
den vlees, 2 zachtzure appelen, 200 gr.
gekookte biet, 6 a 8 gekookte aardappe
len, een paar augurkjes en uitjes uit het
zuur, olie, azijn, een paar lepels bruin
van jus; een krop sla, desgewenst
mayonnaise, peterselie, een hardge
kookt ei.
De aardappelen fijnstampen in een
pan of kom. De appelen en biet schoon
maken en, evenals het vlees en de
augurk klein snijden. De ui hakken.
Al deze ingrediënten dooreenmengen en
de massa op smaak afmaken met een
paar lepels bruin van jus, olie en azijn.
De kropsla wassen en uitslaan, het ei
in plakken verdelen.
De huzarensla in een vorm drukken
en op een schotel storten, de slabladeren
er omheeen schikken. Op regelmatige
afstanden de plakken ei leggen, in het
midden van de dooier een beetje
mayonnaise aanbrengen en hierop een
klein blaadje peterselie.
Een koude vleesschotel samenstellen
uit diverse vleeswaren, zowel gerookte
(b.v. ham, cervelaatworst, bacon) als
niet gerookte (b.v. gebraden fricandeau,
gehakt).
Een deel van de plakken dubbelslaan
en trapsgewijze op een schotel leggen,
een deel oprollen en naast elkaar schik
ken.
Desgewenst de schotel garneren met
schijfjes uitgetande citoen en takjes
peterselie, partjes hardgekookt ei of
agurk.
Een koude schotel van vis en conser
ven kan op dezelfde wijze gemaakt wor
den. Wij kunnen er o.a. voor gebruiken:
gerookte paling, zalm, sardines, bis-
marekharing, haring in tomatensaus,
gestoomde makreel, vis met mayonnaise.
kinderen huilerig en lusteloos. De tan
den komen slecht door en de gi-oei
ondervindt stoornissen.
Dat wilt u uw kindei-en toch niet aan
doen?
Zorg behalve voor voldoende vitamine
D, voor voldoende melk in de voeding.
Zonder een toevoer van melk, karne
melk of yoghurt kan het vitamine zijn
werking namelijk niet ontplooien. Geef
de jonge kinderen en neem zelf tenmin
ste een halve liter melk per dag, geef de
oudere zoons en dochters tenminste drie
kwart liter eet verder als het enigs
zins mogelijk is, een ons kaas per week.
Wanneer de zon weer volop schijnt, in
de zomertijd, kunt u de vitamine D-
preparaten laten schieten een ruim
melkgebruik blijft geboden.
ADVERTENTIE
Een vraagstuk in de economie, waarmee vele deskundigen en nog veel meer
leken zich wel het meest hebben beziggehouden de laatste uiteraard op een
meer principiële, dan wetenschappelijke manier is zeker het naast elkaar
bestaan van voedsel-surplusscn en massale ondervoeding in één wereld. Van
oudsher heeft men zich er 't hoofd over gebroken en ook thans is het probleem
weer nijpend actueel. Terwijl, zoals onlangs nog voor de F.A.O., de voedsel- en
landbouworganisatie van de U.N.O. te Rome is betoogd, zestig procent van
de wereldbevolking ondervoed is, zijn er landen in het Westen, die met grote
voedseloverschotten zitten, welke uit de markt worden gehouden om de prijzen
niet te doen kelderen. In de Verenigde Staten beschikt men over voorraden
landbouwproducten, waarvan de totale waarde geschat kan worden op ruim
viermillard dollar, waarvoor een uitweg wordt gezocht zonder dat de Amerikaan
se en ook de wereldeconomie erdoor wordt geschaad. „De kloof tussen goedge-
voeden en ondervoeden is thans groter dan ooit", zo werd op het F.A.O.-congres
gezegd. Minister Mansholt heeft destijds een plan bekendgemaakt dat een
voorzichtige poging zou zijn om deze kloof te overbruggen. Het is echter niet
door de Algemene Vergadering van de F.A.O. aangenomen om redenen, welke
nog niet bekend zijn.
In de laatste twee nummers van „Econo
misch Statistische Berichtende bekende
vitgave van het Nederlands Economisch
Instituut, heeft de Rotterdamse hoogleraar
prof. dr. H. J Fnèterna een paar artikelen
gewijd aan dit plan-Mahsholtwaarin hij
duidelijk laat uitkomen, dat de verwezen
lijking ervan op vele moeilijkheden zal
sluiten, maar dat er toch ook wel degelijk
mogelijkheden in zitten. Het behelst een
regeling tussen belanghebbende export
landen en een groep onderontwikkelde
landen, waarvan de bevolking permanent
ondervoed is, waarbij de eerste met hun
voedselsurplussen voorzien in de tekorten
van de laatste, zonder dat de wereldmarkt
daardoor zou worden ontwricht.
De daarbij overeen te komen prijzen
zullen, naar men kan aannemen, onder de
marktprijzen liggen. De schrijver in „E. S.
B." gaat uitvoerig de gevolgen na van
voedselzendingen tegen lage prijzen of
pro-Deo op de interne huishouding van
deze landen.
Aanpassing
Hij neemt daarbij India als voorbeeld,
dat een in meerderheid agrarische bevol
king heeft. Een plotseling sterk vergroot
aanbod zou daar de tarwemarkt ernstig
verstoren en daar zou de Indiase landbouw
zeker niet mee gediend zijn.
Prof. Frietema noemt twee mogelijkheden
waardoor het nadelig effect op de prijzen
zou kunnen worden voorkomen. Eén ervan
is de inkrimping van het tarwe-areaal in
India in dezelfde mate, waarin extra-
hoeveelheden krachtens een overeenkomst
met overproducerende landen worden aan
geboden. Er zou dan land vrijkomen voor
andere gewassen. Een dergelijke aanpas
sing, die afhankelijk is van de bodemge
steldheid en het klimaat, zou echter slechts
zeer langzaam kunnen geschieden. Daarom
zou zij geen zin hebben, wanneer het
slechts om een zeer tijdelijk aanbod ging
dus tot het ogenblik waarop de surplus-
sen op zijn.
Een tweede mogelijkheid om de voor in
heemse producenten nadelige invloed op
de marktprijs weg te nemen zou zijn de
leveranties uitsluitend te doen ten behoeve
van die categorie van de bevolking, die er
bij de gangbare prijs toch niet aan te pas
komt, omdat zij deze niet kan betalen. Dan
zou men het wel eens meer toegepaste
systeem van de twee volkomen gescheiden
markten volgen, die dus geen invloed op
elkaar kunnen uitoefenen.
Een extra-aanbod van boter zou bijvoor
beeld onder die groepen consumenten kun
nen worden verdeeld, die geen boter ple
gen te kopen, maar op een andere manier
aan hun behoefte aan eetbare vetten voor
zien. Om deze streng gescheiden te houden
van de boter, die normaal tegen hogere
prijzen aan de binnenlandse markt komt,
zou men de twee soorten verschillende
kleuren kunnen geven. Het lijkt de schrij
ver echter onmogelijk om in landen als
India en Pakistan tot een zo duidelijke
scheiding tussen de al dan niet koopkrach
tige consumenten te komen, dat een sto
rende werking op de binnenlandse markt
beperkt zou kunnen blijven.
Blijvende voorziening?
Wanneer de regering van zulk een land
plotseling de beschikking krijgt over grote
hoeveelheden voedsel, dan kan zij deze op
twee manieren verdelen: via een eigen dis
tributie-apparaat, hetgeen de aanstelling
van speciale ambtenaren en de oprichting
van depóts met zich meebrengt, of zij zal
gebruik kunnen maken van de gevestigde
groot- en kleinhandel. Het oprichten van
een doeltreffend distributiesysteem zal
juist in deze onder ontwikkelde landen,
waar zich een tekort aan bekwaam over-
heidspersoneeel doet gelden, lang niet een
voudig zijn. Zo'n kostbare voorziening zou
trouwens weinig zin hebben wanneer er
slechts van een éénmalige distributie spra
ke zou zijn.
Minister S. L. Mansholt, de man, die het
plan opperde.
Nog meer voedselsurplussen in de toe
komst worden door prof. Frietema niet on
mogelijk geacht, maar toch is het zeer goed
mogelijk, dat de uitwerking van het plan-
Mansholt slechts zou neerkomen op oprui
ming van de thans bestaande overschotten.
Gebruikmaking van de handel zou
gezien de andere mentaliteit van de Oos
terse handelaar met zijn vaak monopolis
tische positie en zijn algemeen gebruik te
overvragen ook niet zonder risico's zijn.
Mogelijkheden
Dit alles sluit overigens naar de mening
van prof. Frietema een gedeeltelijke uit
voering van het plan van minister Mans
holt geenszins uit. De producten, die voor
een dergelijke regeling in aanmerking ko
men, zijn tarwe, katoen, tabak, boter, ka-
toenzaadolie, kaas, wol, magere melk
poeder en lijnolie. De behoeften aan tarwe
van India en Pakistan acht de schrijver
sterk afgenomen, maar het is denkbaar dat
een land als Birma voor dit product wel
belangstelling zou hebben. De tarwepro-
ductie is daar gering en een groter ver
bruik ervan zou tot een toenemende rijst-
export kunnen leiden, waarvan landen in
de omgeving weer zouden kunnen profi
teren. Birma staat in dit opzicht wellicht
niet alleen. Ook wat katoenzaadolie en lijn
olie en boter betreft zijn er wellicht moge
lijkheden voor de onder-ontwikkelde ge
bieden. Deze mogelijkheden moeten uiter
aard vooral in deze landen zelf worden be
studeerd.
„Men moet voorzichtig zijn met het
trekken van conclusies uit omstandighe
den, zoals die in het Oosten gelden, wan
neer wij deze met Westerse ogen bezien",
zo besluit prof. Frietema. „het gevaar, dat
hierbij stellig dreigt, is namelijk dat wij
door een perfectionisme worden beheerst,
tengevolge waarvan wij vaak in gebreke
blijven hoofdzaken van bijzaken te onder
scheiden, wat de wenselijkheden en moge
lijkheden betreft terzake van wat in on
derontwikkelde gebieden dient te geschie
den".
Toen tegen het einde van de honger
winter 1944/45 geallieerde vliegtuigen aan
zienlijke hoeveelheden voedsel in de. na
bijheid van de grote steden in het Westen
van ons land „dropten", was de distributie
van deze goederen niet in alle opzichten
bevredigend. Toch zou niemand de con
clusie voor zijn rekening hebben durven
nemen, dat deze air-dropping op grond
daarvan niet had moeten plaats vinden. Zo
is naar onze mening ook de situatie in de
onderontwikkelde landen."
ADVERTENTIE
Haarlem
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS