Plan Mansholt welkom, maar moeilijk uitvoerbaar Feestmaaltijden bij Amerikanen ^nterdrnXn™6 aan huis Meer gasten, minder gangen, minder personeel Nieuwe uitgaven Neem voldoende vitamine D Honger ondanks voedselsurplussen Een appel voor de dorst De modieuze vrouw van 1954 Vergeet bij het zoet het zilte niet Commentaar in „Economisch Statistische Berichten'' Heringa Wuthrich ZATERDAG 2 JANUARI 1954 <V oor dL<sFK) rouw (van onze correspondent te Washington) De herfst en het begin van de winter is wel de drukste tijd wat uitgaan en gasten ontvangen betreft in Amerika. En de gezelligheid bereikt haar hoogte punt in de wck.cn van Kerstmis en nieuwjaar. De diplomaten te Washing ton rijden in die dagen wel drie cocktail- parties per avond af, om van de diners nog maar niet eens te spreken. En inderdaad, over die altijd ietwat conventionele diplomaten-diners wilde ik het in dit artikel niet hebben. Wel echter over een ander soort eterijtjes, dat meer en meer in de mode komt in uitgaand en ontvangend Amerika. Misschien kan het sommige Europese gastvrouwen inspireren om het eens op z'n Amerikaans te proberen. Ik moet eerlijk zeggen, dat ik aan die Amerikaanse eterijtjes heb moeten wennen. In het begin was het toch altijd een beetje een teleurstelling, te merken dat er niet officieel een tafel gedekt was, wanneer men ergens bij vrienden te eten was gevraagd. Men dronk eerst enige drankjes en op een gegeven mo ment nodigde de gastvrouw of de gast heer de aanwezigen naar een hoek van de kamer, waar op een tafel een stapel borden stond, benevens allerlei schalen met voedsel. Gewoonlijk kreeg men een klein blaadje in de hand gedrukt en daarop verzamelde men dan - als in een cafetaria - zijn bord met bestek en van alle gerechten wat. Vervolgens zocht men een stoel (als men wijs was een niet te lage) en daar at men dan van het blaadje dat op de knieën gezet werd, zijn feestmaaltijd op. Het gaf me in het begin altijd een beetje een bekocht gevoel. Wie eet er nu een feestmaaltijd van zijn kniecn.Je drinkt toch ook geen champagne uit een koffiekopje. Toch ben ik langzamerhand niet al leen het nut, maar zelfs in sommige ge vallen het voordeel gaan inzien van zulke eterijtjes. Amerikanen zijn vaak betrekkelijk klein behuisd, tafels waar twaalf men sen aan kunnen zitten zijn hier een zeldzaamheid en personeel is schaars en duur. Wil men daarom een groot aantal vrienden tegelijk uitnodigen, dan is de methode van het boven beschreven buffet-diner de enige mogelijkheid. Deze manier van eten is uit nood geboren: men ziet graag veel mensen tegelijk in zijn huis, maar men heeft noch de nodige tafelruimte noch het personeel om hen allen op ouderwetse manier te onthalen. Van de nood een deugd Het merkwaardige is echter, dat ook die Amerikaanse vrienden, die wel een groot huis, een grote tafel en enig perso neel hebben, hun gasten tegenwoordig dikwijls onthalen op de cafetaria- - manier. Het is mode geworden om het zo te doen en men vindt het - niet ten onrechte - typisch Amerikaans. -Zo te eten brengt namelijk wat leven in de brouwerij: de gasten lopen wat, praten met andere mensen dan waar zij eerst naast zaten, de mannen krijgen de kans behulpzaam te zijn en de vrouwen om wat hulpeloos te doen en daarna dank baar. Primitief zijn die cafetaria-maal tijden in de grote huizen allerminst meer.Men eet daar niet meer van zijn knieën, maar van bridgetafeltjes, waar men met z'n vieren omheen gaat zitten. Op die manier heeft men meer kans op een aardig gesprek dan aan een ouder wetse lange dinertafel. Ook de tafel waar men zija gerechten haalt, ziet er bij die- geperfectionneerde cafetaria diners lang niet primitief meer uit. Dik- Drie boekjes voor winterwerk En tóch kunt u, waarde lezeres, niet blijven volhouden, dat pitrietvlecht- werk zo bijzonder moeilijk te vervaar digen is, zeker niet, nu onlangs bij de uitgevers-mijA. E. Kluwer te Deven ter „Vlechtende handen" van C. van Nieuwenhoven verschenen is. Een uitermate practiisch boekje, waarin zo volledig mogelijk de meest voorkomen de werkwijzen beschreven zijn. Het laatste gedeelte van dit boekwerkje is gewijd aan werkstukjes, die men, na het doornemen van de leerstof op de vorige bladzijden, zonder veel moeite kan namaken. Foto's van de te vervaar digen kunstwerken tonen overduidelijk, welke mogelijkheden het pitrietvlech- ten voor een „gemiddeld handig" per soon biedt. Wanneer ge bij het doorbla deren van deze handleiding uw oog laat vallen op de afbeeldingen van het broodschaaltje, het stop- of naaimandje en het zakdoekendoosje slechts en kele voorbeelden van een rijkdom aan pitriet-snuisterijen dan kan het niet anders, of u zult het ook eens willen proberen. Maar er verschenen nog meer boek werkjes, die er voor borg staan, dat ge ook dit maal de wintermaanden weer zult doorkomen. Zij, die zeif een smyr- natapijt willen knopen, vinden voor deze weliswaar langdurige, maar in tense voldoening gevende arbeid een uitstekende leidraad in „Smyrna- hobby", dat, verlucht met talrijke kleurenfoto's, een aanwinst voor uw handwerkjesboekenkast zal zijn. Maar niet alleen de kunst van het tapijtkno- pen wordt u duidelijk gemaakt, ook het vervaardigen van traplopers en kussen- ovei-trekken ligt, dank zij dit boekje, binnen uw bereik. Wellicht doet ge er goed aan, ook meteen „Borduurwerk in wol" aan te schaffen. Deze uitgave over Tapestry- en Borduurwerk, eveneens vol kleuren foto's, brengt u in aanraking met de meest populaire dessins, die in het alom bekende boek „Stitchcraft" zijn gepu bliceerd. Hier wordt u onderwezen in het overtrekken van stoelzittingen en voetenbankjes, met kleurrijke des sins uiteraard! terwijl u er tevens voorbeelden vindt voor borduurwerk aan de wand. Beide boekjes verschenen onder auspiciën van F. A. Baudert, Singel 138, Amsterdam-C. N. K. wijls worden de spijzen daar ter plaatse gekookt en geroosterd in prachtig glim mende, electrische apparaten. Ge zit argeloos uw „torn collins" of „old fash ioned" te drinken en ineens klinkt er van de tafel in de hoek een luide bel. De gastvrouw staat prompt op en nodigt u naar de tafel:het vlees in de rooste- raar heeft namelijk gebeld dat het gaar is! De maaltijd kan beginnen. Eten van mijn knieën bevalt me nog altijd niet. Maar voor de bridgetafel methode gevoel ik wel wat, ter afwisse ling. Wie in Nederland durft deze Ameri kaanse manieren eens na te volgen? Als men het helemaal Amerikaans doet, kan men het dienstmeisje vrijaf geven. Dan immers durft men ook wel aan een paar goede vrienden te laten mer ken, dat men het plezierig zou vinden, als ze na afloop nog even bleven vaten wassen. De nieuwe lijn voor komend voor jaar is zeer slank. De foto's geven een indruk van de „skyline" der modieus geklede vrouw van 1954: Let op de zéér enge rok! De winteravonden van vroeger wer den vaak extra gezellig door de warme winterdranken die geschonken werden. Kent u ze nog en schenkt u ze nog? Houdt goede gewoonten in ere! Anijsmelk: 1 liter melk, 10 druppels anijsolie, 40 gr. (bijna 2y^ eetlepel) suiker, zout. De melk met iets zout aan de kooK brengen. De suiker besprenkelen met de anijsolie en hierop de hete melk schen ken. De anijsmelk goed doorroeren en heet in de koppen doen. Caramelmelk: 1 liter melk, 130 gr. (bijna 1 kopje) sui ker, water, zout. De melk aan de kook brengen met wat zout. Ruim '/2 kopje suiker in een pan met een dikke bodem (droog) ver warmen.. Waar de suiker gaat smelten voorzichtig roeren. Als de massa begint te bruisen, onder goed roeren eerst wat water en dadelijk daarna de kokende melk er bij schenken. Wanneer de melk kookt, de overge bleven suiker er bij doen en laten op- ossen. De caramelmelk warm in de 'k, sicn doen. De caramel mag niet te donk..- zijn, want dan wordt ze te bit ter. Zeer lichte caramel maakt de melk te zoet. Chocolademelk: 1 liter melk, 25 gr. (3 eetlepels) cacao poeder, 50 gr. (3 eetlepels) of,meer suiker. De cacao met de suiker dooreen mengen en de klontjes er uit wrijven. Met een scheutje koude melk er een papje van maken. De overige melk aan de kook brengen en dan het papje hier door roeren. De chocolademelk nog even laten doorkoken en ze warm in de kopjes doen. Citroenmelk: 1 liter melk," de dun afgesneden gele schil van één citroen, 40 gr. (2y2 eet lepel) suiker, zout. De melk met de citroenschil en iets zout aan de kook brengen en lóten trekken (plm. \f> uur). De schil verwij deren. De suiker toevoegen en de melk warm opdienen. Koffie-chocolademelk: 1 liter melk 20 gr. 2 eetlepels)^ ca cao, 40 gr. (bijna'2V2 eetlepel) of rrieer suiker, 4 eetlepels koffie-extract., zout. Bijna alle melk met wat zout aan de kook brengen. Met het restje de cacao en de suiker aanmengen en dit papje door de kokende melk roeren. Alles nog even laten doorkoken met het koffie- extract. De drank warm opdienen. Slempmelk: 1 liter melk, 3 gr. (2 theelepels) thee, 40 gr. (bijna 21/2 eetlepel) suiker, ci troenschilletje, pijpkaneel, of gemalen kaneel, saffraan, 2 kruidnagelen, foelie, zout. De kruiden, de thee en het citroen schilletje in een zakje binden. De melk met dit zakje en met wat zout aan de kook brengen en ten minste één uur laten trekken. Het zakje verwijderen. De suiker toevoegen en de melk heet opdienen. In het algemeen streven wij er naar om de voeding zo samen te stellen uit gewone levensmiddelen, dat de beno digde stoffen er in voorkomen. Is het immers niet honderd maal smakelijker en „normaler" om groenten en fruit, om bruin brood en weinig gezuiverde graan producten te eten dan om vitamine C- en B-preparaten te slikken. De meeste voedingsstoffen kunnen met een goede voeding in voldoende mate worden opgenomen voor één der vita mines moeten we echter een uitzonde ring maken, en wel voor het vitamine D, waar het kinderen en jonge mensen be treft. Het genoemde vitamine komt na melijk maar in enkele levensmiddelen voor, in hoofdzaak in de vette levens middelen, zoals boter, eigeel, en haring. Nu is het jammer genoeg zo gesteld dat deze artikelen slechts weinig vitaminen D bevatten, terwijl kinderen er vrij veel van nodig hebben. Hun behoefte wordt gerekend op 400 a 800 eenheden (I.E.) per dag. Om tot dit getal te komen zou den de kinderen 200 gram boter moeten eten of 150 a 400 gram margarine. Dat is zelfs voor Holle Bolle Gijs een wel heel erg grote portie. Aanstaande moe ders hebben nog meer vitamine D nodig, wel 800 a 1000 Eenheden. Met het ge wone voedsel komen we er dus niet. Wij zijn aangewezen op kunstmatig gecon centreerde producten, waarbij veel van het vitamine in een kleine portie voor komt, bijvoorbeeld levertraan, vitamine druppels of tabletten, gevitamineerde melk en sinds kort de sterk met vita mine verrijkte margarine. Het geven van vitamine D kan ook buiten de voeding om gebeuren, met een vitamine„stoot" aan het begin van de winter of met een geregelde hoogtezon- bestraling. Hoedt uw kinderen echter voor overdosering van vitamine D, het zij via de levensmiddelen heztij via de ultraviolet lamp. Waarom dit relaas over vitamine D? Omdat uw kinderen er niet buiten kunnen. U weet, dat de beenderen van een baby betrekkelijk week zijn, ze kun nen ietwat ingedrukt worden. Geleide lijk aan wordt het beendergestel echter steviger, onder andere onder invloed van het vitamine D. Het vitamine D is daar om onmisbaar. Bij een tekort zijn de Over het gebruik van de appel is al veel gezegd en geschreven niet al leen door mensen van de wetenschap, maar ook door sprookjesschrijvers en zangers van legenden. Denk maar eens aan het verhaal van Atlanta, de Griek se hardloopster, die een beslissende wedstrijd verloor, daar zij driemaal bukte om een appel op te rapen. Die appelen waren weliswaar van goud, maar dat doet er weinig toe. En dan Sneeuwwitje, die voor de verleiding van een mooie appel bezweek. De oude toverheks wist wel wat zij uitkoos! Wij menen dat u uw kinderen geen appel op het hoofd zult geven (gedachtig aan het verhaal van Wilhelm Teil), maar wel in de mond. Fruit is immers geen speelgoed en geen artikel om roekeloos mee om te springen. Daarvoor is het te duur, te lekker en te gezond. Wat zegt cle wetenschapsmens ervan: dat het rijk is aan bestanddelen, die het lichaam niet kan missen. De appel slaat geen slecht figuur vergeleken bij andere vruchten. Rauw is hij het best voor het gebit en voor de gezondheid. Hebt u appelen in de tuin, denk hier dan eens aan. Gebruik ze vers, bewaar de voorraad, die u niet meteen kunt gebruiken op een luch tige, koele plaats. Het drogen van een grote hoeveelheid appelen voor eigen gebruik is uit oogpunt van voedings waarde ongewenst. Een groot deel van de beschermende waarde gaat namelijk bij deze verwerking verloren. Gebruik voor het drogen alleen valappels die niet bewaard kunnen worden. Op een gezellig avondje in de familie kring of met gasten kan een goede ver zorging van de inwendige mens in hoge mate bijdragen tot de gezelligheid. Vooral wanneer de tijd al ver gevorderd is, valt een soupertje van hartige ge rechten in de smaak. Zulk een souper kan eenvoudig zijn of uitgebreid. Wij kunnen er speciaal de tafel voor dekken; wij kunnen de gerechten ook zo serveren, dat ze zon der lange onderbreking van spelletjes of conversatie genuttigd kunnen wor- •■'en. Wilier wij iedereen een bordje op Schoot geven of'up oen klein tafeltje, dan dienen de gerechten el gemakke lijk hanteerbaar te zijn. Al bent u zelf misschien handig in het snijden van spijzen op een wankel bord, wie weet of uw gasten het ook zijn. Gerechten, die met een mes gesneden moeten worden, geven we dan ook liever alleen, als de gasten aan een tafel kunnen zitten. Voor een souper kiezen we een licht menu, dat tevoren klaargemaakt kan worden en dat de gastvrouw zonder veel verdere bewerkingen in korte tijd kan opdissen. Geschikte gerechten zijn: slaatjes en koude schotels, aardig opgemaakte sandwiches; geurige bouillon of lichtge- bonden soep; of voor een warm souper pasteitjes, ragoütbroodjes of schelpen, niet-vette rijst- of macaronischotels. Voorbeelden van souper-menu's: 3, lichte soep sandwiches -— fruit; bzalm- of huzarensla met toast en Boter,koffie met gebak; c. bouillon pittige rijst met vlees vruchtensla; d. pasteitjes met ragout van garna len, gevogelte of paddestoelen schotel van gemengd koud vlees, sla, ravigote- saus koffie noten. Open sandwiches Dunne sneden brood tot driehoekjes en rechthoekjes snijden, puntbroodjes tot ronde plakken snijden. Belegsels: reepjes gerookte paling, garnering van gehakte peterselie: fijn gesneden garnalen met mayonnaise; fijngewreven haring in tomatensaus op sla; sardines of andere visconserven, garnering van gehakt ei; luchtig geroer de leverpastei; hampasta van zachtge- roerde boter of margarine met gesnip perde ham; diverse vleeswaren; plak ken gekookt ei garnering van toma tenketchup. Huzarensla (8 personen) 200 g. gebra den vlees, 2 zachtzure appelen, 200 gr. gekookte biet, 6 a 8 gekookte aardappe len, een paar augurkjes en uitjes uit het zuur, olie, azijn, een paar lepels bruin van jus; een krop sla, desgewenst mayonnaise, peterselie, een hardge kookt ei. De aardappelen fijnstampen in een pan of kom. De appelen en biet schoon maken en, evenals het vlees en de augurk klein snijden. De ui hakken. Al deze ingrediënten dooreenmengen en de massa op smaak afmaken met een paar lepels bruin van jus, olie en azijn. De kropsla wassen en uitslaan, het ei in plakken verdelen. De huzarensla in een vorm drukken en op een schotel storten, de slabladeren er omheeen schikken. Op regelmatige afstanden de plakken ei leggen, in het midden van de dooier een beetje mayonnaise aanbrengen en hierop een klein blaadje peterselie. Een koude vleesschotel samenstellen uit diverse vleeswaren, zowel gerookte (b.v. ham, cervelaatworst, bacon) als niet gerookte (b.v. gebraden fricandeau, gehakt). Een deel van de plakken dubbelslaan en trapsgewijze op een schotel leggen, een deel oprollen en naast elkaar schik ken. Desgewenst de schotel garneren met schijfjes uitgetande citoen en takjes peterselie, partjes hardgekookt ei of agurk. Een koude schotel van vis en conser ven kan op dezelfde wijze gemaakt wor den. Wij kunnen er o.a. voor gebruiken: gerookte paling, zalm, sardines, bis- marekharing, haring in tomatensaus, gestoomde makreel, vis met mayonnaise. kinderen huilerig en lusteloos. De tan den komen slecht door en de gi-oei ondervindt stoornissen. Dat wilt u uw kindei-en toch niet aan doen? Zorg behalve voor voldoende vitamine D, voor voldoende melk in de voeding. Zonder een toevoer van melk, karne melk of yoghurt kan het vitamine zijn werking namelijk niet ontplooien. Geef de jonge kinderen en neem zelf tenmin ste een halve liter melk per dag, geef de oudere zoons en dochters tenminste drie kwart liter eet verder als het enigs zins mogelijk is, een ons kaas per week. Wanneer de zon weer volop schijnt, in de zomertijd, kunt u de vitamine D- preparaten laten schieten een ruim melkgebruik blijft geboden. ADVERTENTIE Een vraagstuk in de economie, waarmee vele deskundigen en nog veel meer leken zich wel het meest hebben beziggehouden de laatste uiteraard op een meer principiële, dan wetenschappelijke manier is zeker het naast elkaar bestaan van voedsel-surplusscn en massale ondervoeding in één wereld. Van oudsher heeft men zich er 't hoofd over gebroken en ook thans is het probleem weer nijpend actueel. Terwijl, zoals onlangs nog voor de F.A.O., de voedsel- en landbouworganisatie van de U.N.O. te Rome is betoogd, zestig procent van de wereldbevolking ondervoed is, zijn er landen in het Westen, die met grote voedseloverschotten zitten, welke uit de markt worden gehouden om de prijzen niet te doen kelderen. In de Verenigde Staten beschikt men over voorraden landbouwproducten, waarvan de totale waarde geschat kan worden op ruim viermillard dollar, waarvoor een uitweg wordt gezocht zonder dat de Amerikaan se en ook de wereldeconomie erdoor wordt geschaad. „De kloof tussen goedge- voeden en ondervoeden is thans groter dan ooit", zo werd op het F.A.O.-congres gezegd. Minister Mansholt heeft destijds een plan bekendgemaakt dat een voorzichtige poging zou zijn om deze kloof te overbruggen. Het is echter niet door de Algemene Vergadering van de F.A.O. aangenomen om redenen, welke nog niet bekend zijn. In de laatste twee nummers van „Econo misch Statistische Berichtende bekende vitgave van het Nederlands Economisch Instituut, heeft de Rotterdamse hoogleraar prof. dr. H. J Fnèterna een paar artikelen gewijd aan dit plan-Mahsholtwaarin hij duidelijk laat uitkomen, dat de verwezen lijking ervan op vele moeilijkheden zal sluiten, maar dat er toch ook wel degelijk mogelijkheden in zitten. Het behelst een regeling tussen belanghebbende export landen en een groep onderontwikkelde landen, waarvan de bevolking permanent ondervoed is, waarbij de eerste met hun voedselsurplussen voorzien in de tekorten van de laatste, zonder dat de wereldmarkt daardoor zou worden ontwricht. De daarbij overeen te komen prijzen zullen, naar men kan aannemen, onder de marktprijzen liggen. De schrijver in „E. S. B." gaat uitvoerig de gevolgen na van voedselzendingen tegen lage prijzen of pro-Deo op de interne huishouding van deze landen. Aanpassing Hij neemt daarbij India als voorbeeld, dat een in meerderheid agrarische bevol king heeft. Een plotseling sterk vergroot aanbod zou daar de tarwemarkt ernstig verstoren en daar zou de Indiase landbouw zeker niet mee gediend zijn. Prof. Frietema noemt twee mogelijkheden waardoor het nadelig effect op de prijzen zou kunnen worden voorkomen. Eén ervan is de inkrimping van het tarwe-areaal in India in dezelfde mate, waarin extra- hoeveelheden krachtens een overeenkomst met overproducerende landen worden aan geboden. Er zou dan land vrijkomen voor andere gewassen. Een dergelijke aanpas sing, die afhankelijk is van de bodemge steldheid en het klimaat, zou echter slechts zeer langzaam kunnen geschieden. Daarom zou zij geen zin hebben, wanneer het slechts om een zeer tijdelijk aanbod ging dus tot het ogenblik waarop de surplus- sen op zijn. Een tweede mogelijkheid om de voor in heemse producenten nadelige invloed op de marktprijs weg te nemen zou zijn de leveranties uitsluitend te doen ten behoeve van die categorie van de bevolking, die er bij de gangbare prijs toch niet aan te pas komt, omdat zij deze niet kan betalen. Dan zou men het wel eens meer toegepaste systeem van de twee volkomen gescheiden markten volgen, die dus geen invloed op elkaar kunnen uitoefenen. Een extra-aanbod van boter zou bijvoor beeld onder die groepen consumenten kun nen worden verdeeld, die geen boter ple gen te kopen, maar op een andere manier aan hun behoefte aan eetbare vetten voor zien. Om deze streng gescheiden te houden van de boter, die normaal tegen hogere prijzen aan de binnenlandse markt komt, zou men de twee soorten verschillende kleuren kunnen geven. Het lijkt de schrij ver echter onmogelijk om in landen als India en Pakistan tot een zo duidelijke scheiding tussen de al dan niet koopkrach tige consumenten te komen, dat een sto rende werking op de binnenlandse markt beperkt zou kunnen blijven. Blijvende voorziening? Wanneer de regering van zulk een land plotseling de beschikking krijgt over grote hoeveelheden voedsel, dan kan zij deze op twee manieren verdelen: via een eigen dis tributie-apparaat, hetgeen de aanstelling van speciale ambtenaren en de oprichting van depóts met zich meebrengt, of zij zal gebruik kunnen maken van de gevestigde groot- en kleinhandel. Het oprichten van een doeltreffend distributiesysteem zal juist in deze onder ontwikkelde landen, waar zich een tekort aan bekwaam over- heidspersoneeel doet gelden, lang niet een voudig zijn. Zo'n kostbare voorziening zou trouwens weinig zin hebben wanneer er slechts van een éénmalige distributie spra ke zou zijn. Minister S. L. Mansholt, de man, die het plan opperde. Nog meer voedselsurplussen in de toe komst worden door prof. Frietema niet on mogelijk geacht, maar toch is het zeer goed mogelijk, dat de uitwerking van het plan- Mansholt slechts zou neerkomen op oprui ming van de thans bestaande overschotten. Gebruikmaking van de handel zou gezien de andere mentaliteit van de Oos terse handelaar met zijn vaak monopolis tische positie en zijn algemeen gebruik te overvragen ook niet zonder risico's zijn. Mogelijkheden Dit alles sluit overigens naar de mening van prof. Frietema een gedeeltelijke uit voering van het plan van minister Mans holt geenszins uit. De producten, die voor een dergelijke regeling in aanmerking ko men, zijn tarwe, katoen, tabak, boter, ka- toenzaadolie, kaas, wol, magere melk poeder en lijnolie. De behoeften aan tarwe van India en Pakistan acht de schrijver sterk afgenomen, maar het is denkbaar dat een land als Birma voor dit product wel belangstelling zou hebben. De tarwepro- ductie is daar gering en een groter ver bruik ervan zou tot een toenemende rijst- export kunnen leiden, waarvan landen in de omgeving weer zouden kunnen profi teren. Birma staat in dit opzicht wellicht niet alleen. Ook wat katoenzaadolie en lijn olie en boter betreft zijn er wellicht moge lijkheden voor de onder-ontwikkelde ge bieden. Deze mogelijkheden moeten uiter aard vooral in deze landen zelf worden be studeerd. „Men moet voorzichtig zijn met het trekken van conclusies uit omstandighe den, zoals die in het Oosten gelden, wan neer wij deze met Westerse ogen bezien", zo besluit prof. Frietema. „het gevaar, dat hierbij stellig dreigt, is namelijk dat wij door een perfectionisme worden beheerst, tengevolge waarvan wij vaak in gebreke blijven hoofdzaken van bijzaken te onder scheiden, wat de wenselijkheden en moge lijkheden betreft terzake van wat in on derontwikkelde gebieden dient te geschie den". Toen tegen het einde van de honger winter 1944/45 geallieerde vliegtuigen aan zienlijke hoeveelheden voedsel in de. na bijheid van de grote steden in het Westen van ons land „dropten", was de distributie van deze goederen niet in alle opzichten bevredigend. Toch zou niemand de con clusie voor zijn rekening hebben durven nemen, dat deze air-dropping op grond daarvan niet had moeten plaats vinden. Zo is naar onze mening ook de situatie in de onderontwikkelde landen." ADVERTENTIE Haarlem CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 9