LAXEEK-AKKERTJES
Constant worden tijdens de fabricage
van CABALLERO gewichtsproeven*)
genomen. Caballero-rokers genieten dagelijks
van deze accuratesse. Hun sigaret is niet te
vast en niet te los, maar precies goed gestopt.
1
GRUISVRIJ
Kwart eeuw staande sprekers
in Haarlemse gemeenteraad
Schade-commissie Haarlem
viert haar zilveren jubileum
Zandvoort toonde reeds interesse
voor helicopterverbinding
Een bril
FEDEEMANNe
NATUURLIJK*
N. VAN BREEMEN Co. - TEL. 10070
Lezing over het Britse
parlementaire stelsel
DONDERDAG 7 JANUARI 1954
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
5
Merkwaardig jubileum
Pittige discussies over wijziging
in Reglement van Orde
Moeten is dwang
Bespottelijk gezicht
Maling
HILLEGOM
SOIRéE-DANSANTE
HER HEIERMAN
So long....in Treslong
Stille Armen te Heemstede
Psychologische jont
Reinig Uw ingewanden
en voorkom verstopping.
Neem eens per week 1 of 2
CONSTANTE KWALITEIT
Geboren uit de noodzaak
Lisse
Kunst en Volharding
vierde eerste lustrum
Bloemendaal
Zatuhioort
Vrijwillige brandweer
rukte 29 keer uit
Zandvoortse muziekkapel
moet uitgebreid worden
Voorlopig geen opvolger
van dr. Plesman
Mr. Van Fenema juicht Haarlems initiatief toe
Geen enthousiasme
in Hillegom
Sir Hugh Linstead sprak voor
„Nederland-Engeland'
Het is ons tijdens de jongste vergadering van de Haarlemse raad weer eens opgevallen,
dat niet alle sprekers wellicht is het beter te zeggen: niet alle onderwerpen een
even grote aandacht van de overige vroedschapsleden ondervinden. Dan maakt een
algemene beweeglijkheid zich plotseling van de edelachtbaren meester, men verdwijnt
maar de antichambre, men entameert een kort gesprek met buurman of -vrouw, ver
stuurt een briefje naar een confrater en de boden serveren de thee die sinds kort van
een allersmakelijkst wafeltje vergezeld gaat. Temidden van het algemene geroezemoes
staat dan, slechts nog gevolgd door een enkele van de eigen fractie, een man (de dames
worden natuurlijk wel aangehoord) het woord te richten tot de voorzitter. Men ver
staat hem wel niet, maar hij staat in elk geval. Dat is geen „natuurlijke houding"
van het raadslid, dat staan. Dat is hem aangeleerd tot het bij wijze van spreken een
tweede natuur is geworden. Want op 9 Januari 1954, dag voor dag, zal het precies
25 jaar geleden zijn dat de Haarlemse raad, op voorstel van Burgemeester en Wet
houders, besloot in het Reglement van Orde de bepaling op te nemen, dat, in artikel
15 na de eerste zin, zal worden toegevoegd: „De leden spreken staande van hunne
plaats".
Het is wel merkwaardig nu nog in de
toelichting op het voorstel te lezen:
„Het heeft reeds meermalen onze
aandacht getrokken, dat de bespre
kingen in Uw raad niet altijd die op
lettende belangstelling ondervinden
die het behandelde onderwerp en de
woordvoerder verdienen. De oorzaak
daarvan is naar onze mening niet ge
legen in een te geringe belangstelling
van Uw raad voor de te behandelen
zaak zelve, noch in een gebrek aan
«deferentie tussen Uw leden onderling,
«doch in de enigszins gemoedelijke
.sfeer, welke Uw vergaderingen ken
merkt. Hoewel het niet onze bedoeling
is daarin een wijziging te brengen,
menen wij toch dat in de wijze waarop
de redevoeringen in Uw vergaderingen
plegen te worden voorgedragen een
verandering dient te komen, zodanig
dat zulks geschiedt staande van hun
plaats, in stede van zittende. Op deze
wijze zal het gesproken woord beter
gehoord kunnen worden en meer de
aandacht trekken".
Het College, zo zien wij, meende het en
:zo kwam het tot een discussie in de raad,
want ook in die dagen ging men bij zulke,
principiële, belangrijke, ingrijpende men
vuile naar believen in voorstellen niet
over een nacht ijs.
Wij hebben, omdat wij niet wilden rusten
voordat wij de betekenis van deze bepa
ling in het Reglement van Orde in volle
lengte, breedte, diepte en hoogte hadden
doorgrond, de belangwekkendste passages
uit het nog niet vergeelde verslag van het
gesprokene gelicht en laten die hieronder
volgen.
De heer R e i n a 1 d a bleek alles te voe
len voor staande spreken vanwege de be
tere verstaanbaarheid, maar wilde er geen
„moeten" van maken. En hij was ont
stemd omdat B. en W.. deze opvatting
kennende, er toch een bindend voorstel
van hadden gemaakt. „Dit is naar 's spre
kers mening niet bevorderlijk aan een
goede verstandhouding tussen de fractie
voorzitters en de burgemeester. Ofschoon
sprekers fractie het dus in het algemeen
gewenst vindt staande te spreken, omdat
dit voor de stenografen gemakkelijker is,
zal zij niettemin tegen het voorstel stem
men".
Maar de heer Peper bleek van me
ning dat het voorstel een verzwaring van
de taak der raadsleden betekende. Spreker
achtte de verplichting om te staan zuiver
vormendienerij. Personen die physiek min
der geschikt zijn zullen wel eens moeite
hebben om hun stoel achteruit te krijgen.
De heer Oversteegen sloot zich
grotendeels bij het voorgaande betoog aan.
Spreker zit graag en bovendien, als men
een meter tachtig lang is, is het een bespot
telijk gezicht wanneer men staat. Als de
heer Wolf staat wordt er op de publieke
tribunes gevraagd: „Wie is dat lange eind?"
Spreker gelooft dat de kritiek van de pu
blieke tribune geweldig zal toenemen, als
dit voorstel wordt aangenomen. Wel is hij
daarvoor niet bang, maar de voorzitter
heeft niet te klagen als spreker blijft zit
ten, want de stenografen zitten vlak voor
hem.
Bovendien zijn er genoeg raadsleden die
hun oren opzettelijk sluiten wanneer spre
ker aan het woord is. Ook al wordt het
Reglement van Orde gewijzigd dan zal
spreker toch blijven zitten. Hij heeft er
maling aan en zal het dan wel eens uit
vissen met een advocaat!
De heer Joosten meende, dat het
voorgestelde voorschrift blijk geeft van
een wat straffe opvatting tegenover de
raad, die toch een souverein lichaam is.
B. en W. doen hier eigenlijk half werk,
want wanneer B. en W. tegen de souve
rein spreken behoren zij eigenlijk te gaan
staan.
ADVERTENTIE
ZATERDAGS en ZONDAGS
aan de vleugel
Laatste verantwoording van de Kerst
inzameling 1953.
Sedert de laatste opgave werd nog ont
vangen van: D. G. ƒ2,50; C. B. ƒ5,—; J. J.
R. 5,—; R. O. C. 5,—; K. W. v. d. T. 20,—;
H. H. ƒ2,50; J. C. W. ƒ5,—; N. N. ƒ100,—;
T. v. d. M. 2,50 en G. M. S. 5,—. In totaal
152,50, zodat in het geheel is ontvangen
ƒ3184,08.
Het Comité betuigt zijn hartelijke dank
aan allen die hun bijdragen voor het zo
goede doel hebben overgemaakt.
Indien men nog giften wil overmaken kan
dat geschieden op postgironummer 153308
van de heer A. van Wingerde, penning
meester van het comité.
Nadat de voorzitter burgemees
ter Maarschalk heeft uiteengezet,
dat B. en W. het verkieslijker vinden het
voorbeeld van Provinciale Staten en de
Staten-Generaal te volgen, begint net
als nu de tweede ronde.
De heer R e i n a 1 d a acht het een psy
chologische fout deze bepaling in het
Reglement van orde vast te leggen. Als er
staat: Gij moet staan en men blijft zit
ten, wat dan?
De voorzitter: Dan zal ik het be
trokken raadslid vragen te gaan staan.
De heer R e i n a 1 d a: En als men dan
toch blijft zitten?
De voorzitter: Dan krijgt zo iemand
het woord niet.
De heer Joosten (half zittend cp de
tafel): Sta ik nu of zit ik?
De voorzitter zegt, dat het geen manier is
een dergelijke vraag in een college als de
gemeenteraad te stellen. De heer Joosten
weet zelf wel of hij staat of zit.
De heer R e i n a 1 d a zegt, dat deze zaak
geen gemeentebelang raakt. Het is een
onderlinge regeling ten aanzien waarvan
men niet het standpunt moet innnemen:
„Gij hebt bezwaren, maar wij, meerder
heid, hebben geen bezwaren".
De heer Oversteegen: Zo gaat het
in de gehele maatschappij!
De heer R e i n a 1 d a verklaart, dat in
dien een zaak als deze zo wordt gesteld,
spreker, ofschoon hij zeer gemoedelijk is,
er vierkant tegenover gaat.... zitten.
Die woorden lokten nogal wat tegen
werpingen uit, onder meer van de heer
Van Liemt, die meende dat het een
kwestie is van een meerderheid en een
minderheid.
De heer Oversteegen: Ja, maar als
nu een meerderheid uit ezels bestaat?
De heer G e r r i t s z: Zelfs een minder
heid kan uit ezels bestaan.
Men moet niet denken, dat het debat met
die wijze woorden geëindigd was. Men
praatte nog een stevig kwartiertje vol, al
dient er onmiddellijk bijgevoegd te worden,
dat dezelfde spreektijd ook werd gebruikt
om het voor of tegen van de rondvraag in
het geding te brengen, want die werd tege
lijkertijd om hals gebracht. Hetgeen maar
weinigen zullen betreuren.
Het voorstel om staande te spreken
kwam er zoals met alle werkelijk be
langrijke voorstellen maar net.
Met twintig tegen achttien. Of het erg
bevorderlijk is geweest voor de aandacht
zie aanhef is de vraag.
Misschien moeten de raadsleden in het
vervolg weer blijven zitten.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Raeds aan mlnlmela afwijking van 30 gram par 1000 algarallan beïnvloed! de smaalt In aan goede tlgarai.
De Schade-commissie te Haarlem jubileert. Misschien zegt de naam weinig voor vele
lezers. Duidelijker zal waarschijnlijk zijn te vernemen, dat bij de commissie zijn aan
gesloten onderaannemers en leveranciers in het bouwbedrijf uit Haarlem en om
streken en dan blijkt wel, dat een aantal personen zich verenigd heeft om wat te
bereiken. Hun doel is te strijden tegen wanbetalers in het algemeen en om te voor
komen, dat onnodig schade geleden wordt. Dat geschiedde vroeger veel, vooral toen
de onderaannemers en leveranciers zich niet gewapend hadden tegen mogelijke aan
vallen. Thans informeren zij eerst ter dege of hun arbeid beloond zal worden en
hebben zij die zekerheid, dan werken of leveren zij.
Op 16 Januari is het vijfentwintig jaar
geleden, dat de Schadecommissie in Haar
lem werd gesticht en al die jaren is de
heer Alb. Baas secretaris. Daarom was er
aanleiding een gesprek te voeren met de
jubilerende secretaris van de jubilerende
commissie en hem te vragen, waarom men
er een kwart-eeuw geleden toe is overge
gaan een organisatie te stichten.
„De toestand in het bouwbedrijf was in
1928 van dien aard, dat onderaannemers
en leveranciers op financieel gebied grote
klappen moesten incasseren. Grondspecu-
lanten en een ieder, die wilde bouwen,
waarbij het er niet op aan kwam of hij al
of niet deskundig was, werden rijk of
deden onnodige uitgaven. Daardoor kregen
onderaannemers en leveranciers van mate
riaal geen geld. De gevolgen waren soms
faillissementen of ernstige verliezen", deel
de de heer Baas mee.
In Amsterdam bestond reeds een organi
satie, om te trachten financiële stroppen te
voorkomen en zandschippers hadden zich
verenigd onder de naam „Bijtijds ont
waakt".
Om te trachten paal en perk te stellen
tegen wanbetalers in het bouwbedrijf in
Haarlem werd op 16 Januari 1929 een bij
eenkomst gehouden, waarop tweeëntwin
tig personen tien verenigingen vertegen
woordigden. Besloten werd de Schade-
commissie op te richten. Het doel was
maatregelen te treffen tegen wanbetalers,
hetgeen alleen kon geschieden door samen
werking als betalen op een bouwwerk
stagneert. De bouw mag alleen afgewerkt
worden en leveranties mogen alleen ge
schieden als zekerheid bestaat, dat de
vorderingen zullen worden betaald.
Strijd in de Prof. van der Waals
straat
„De eerste jaren zijn zeer moeilijk ge
weest", vervolgde de heer Baas. „Door de
actie van de commissie is omstreeks 1936
de bouw van een groot aantal woningen
geruime tijd stilgelegd. De aannemer vol
deed niet aan zijn verplichtingen tegenover
onderaannemers en leveranciers. Het ging
er Spaans aan toe en sabotage en achter
volging deden zich voor. De aannemer
wilde met medewerking van andere leve
ranciers verder werken. Bestuurders van
wagens met materiaal werden echter ge
dwongen terug te keren. Stenen werden
per schip aan de Leidsevaart aangevoerd,
doch lossen was niet mogelijk. Het schip
voer door naar Heemstede, maar lossen
was weer onmogelijk gemaakt en vervol
gens naar de Cruquius, waar het een Am
sterdamse losploeg gelukte één auto met
stenen te laden. Het vervoer van de auto
naar de Prof. Van der Waalsstraat ging
niet vlot. Later zijn auto's met stenen des
nachts uit Amsterdam gekomen. Het re
sultaat van de actie van de Schade-com
missie is geweest, dat betrokkenen voor
een deel zijn schadeloos gesteld."
De heer Baas deelde mee, dat de com
missie met bonafide aannemers, die in
moeilijkheden waren gekomen, regelingen
heeft getroffen, waarmee beide partijen
gebaat waren.
In de loop der jaren zijn in tien steden
of streken van ons land Schade-commis
sies gesticht, die onderling samenwerken.
Indien een Haarlemse onderaannemer of
leverancier wil weten of hij zaken kan
doen met een bouwer uit deze omgeving
of een ander deel van ons land, dan kan
hij inlichtingen inwinnen dank zij een
goede onderlinge samenwerking. Dan
wordt hem meegedeeld of degene, over
wie hij geïnformeerd heeft „goed", „min
der goed" of „slecht" is.
In Haarlem wordt het dagelijks bestuur
gevormd door de heren H. Koopmans,
voorzitter, A. Baas, secretaris en I. Polak,
penningmeester en de administratieve
werkzaamheden worden verricht door de
heer J. L. Hijink. Het aantal leden be
draagt 152, maar de commissie verwacht,
dat dit aantal sterk zal toenemen, omdat
er zoveel nuttig werk gedaan wordt voor
groepen uit het bouwbedrijf.
Het jubileum zal op Zaterdag 23 Januari
gevierd worden in de Kroonzaal van
Brinkmann met een receptie (des middags
van drie tot vijf uur) en met een feest
avond.
Met een goed verzorgd programma her
dacht „Kunst en Volharding" Woensdag
avond in gebouw Rehoboth onder leiding van
de nieuwe directeur, de heer H. Wiersma uit
Den Haag, haar vijfjax*ig bestaan.
De vereniging heeft, aldus voorzittter Ir. 't
Veld moeilijkheden gehad, vooral gedurende
het laatste jaar. De grote populariteit welke
de vereniging geniet kwam echter ook op deze
avond weer tot uitdrukking, daar de voor
zittter voor de vereniging een fraaie vlag in
ontvangst kon nemen, die was gemaakt door
een dames-comité.
Uitgevoerd werd als eerste nummer Ge
zang 105. Vervolgens een mars van J. B. Kok,
de wals „Rosetta" van Bisselink, de Fantasie
uit de opera „Stradella" van Flutow. „La
Danseuse" van J. B. Kok en de mars „Willi"
van A. M. v. d. Leest, waarna dit gedeelte
werd besloten met Gezang 108.
Ter afwisseling kwam de declamator de
heer J. B. Oosterwelder van Amsterdam voor
het voetlicht met een levensvoordracht
„Grootmoeder en kleinzoon".
Kunst en Volharding besloot haar eerste
lustrum-optreden met een viertal provinciale
volksliederen, een drietal wandel-liedjes en
een potpourri van succesliedjes der vereni
ging uit het vijfjarig bestaan, naar een be
werking van de dirigent de heer Wiersma.
BURGERLIJKE STAND
GEBOORTEN: H. Koppen—Bijlsma. d.; E.
S. E. ThijsseKrans, d.; J. van Gelderen
Joustra, z.
ONDERTROUWD: H. M. van Roozendaal
en G. van Leersum; W. W. Groenendijk en
A. Th. Pulleux; C. de Jong en Th. L. van
Wessem.
GEHUWD: R. Lambregts en P. M. Baljon.
OVERLEDEN: Wed. A. L. Braak—de
Paauw, 83 j.; Wed. H. M. E. Beereboom
Hoog, 84 j.
HALTESTRAATVERENIGING
GAAT VERGADEREN
De Haltestraatvereniging houdt deze
week Donderdagavond een vergadering.
Aan de orde van bespreking komen be
stuursvoorstellen voor diverse acties in het
komende seizoen. Vele plannen, die het
bestuur van deze belangrijke winkelstraat
gaarne zou zien verwezenlijkt, zullen aan
de leden worden voorgelegd.
De onder-commandant van de Zandvoortse
vrijwillige brandweer heeft een opgave ver
strekt van de in het jaar 1953 gemelde bran
den. In totaal kwamen 29 meldingen voor,
tegen 34 in 1952. Grote branden hadden niet
plaats. Er werd hulp ingeroepen voor vier
schoorsteenbranden, één autobrand, acht bin
nenbranden, één kelderbrand. één gasont
ploffing in een kachel, dertien duinbranden
en één geval van blikseminslag.
De grootste brand was die op 19 April toen
in de duinen van de Amsterdamse Water
leiding niet minder dan 12.000 M2. duinbe
planting bij een zware duinbrand verloren
ging.
De grootste schade 1000.—) werd aange
richt bij het geval van blikseminslag op 1
Juni in het r rceel Zandvoortselaan 110.
De Zandvoortse muziekkapel houdt Zater
dagavond in café Bluijs haar jaarvergadering.
Onder meer zal een punt van bespreking uit
maken hoe men op korte termijn tot uit
breiding van de kapel zal kunnen komen.
Diverse leden vertrokken en hun plaatsen zijn
nog steeds niet door anderen ingenomen.
Bovendien is er grote behoefte aan hout
blazers. Men zou gaarne het ledenaantal met
jonge krachten zien aangevuld.
ADVERTENTIE
Gr Houtstraat 37 - Rijksstraatweg 246 B
Ook voor alle Ziekenfondsen
De Raad van Bestuur van de K. L. M.
deelt mede, dat hij, in overleg met de
Raad van Commissarissen, besloten heeft
voorlopig niet tot benoemimg van een op
volger van dr. Plesman over te gaan, zo
dat krachtens de statuten de directie op
gedragen blijft aan de directeuren F. von
Balluseck, ir. F. Besangon en M. J. van
der Ploeg.
De uitvoerende taak ten aanzien van de
buitenlandse betrekkingen blijft opgedra
gen aan mr. L. H. Slotemaker, directeur
buitenlandse betrekkingen.
ENT IE
WV /V'
Zandvoort blijkt Haarlem voor te zijn geweest in belangstelling voor een uitbreiding
van het helicopternet van de Sabena. In Augustus van het vorige jaar is de burge
meester, mr. H. M. van Fenema, met de directeur van „Touring Zandvoort", de heer
J. Th. Hugenholtz, naar Brussel geweest om daar besprekingen te voeren over deze
mogelijkheid met de heer Schoevaerts, zakelijk directeur van de Sabena. Daarbij
waren nog enkele andere autoriteiten op luchtvaartgebied tegenwoordig. Ook werd
de heliport van Brussel bezichtigd. De mogelijkheden voor doortrekking van de
dienst op Rotterdam naar Zandvoort werden terdege bekeken. De Zandvoortse be
zoekers wezen op de bijna ideale landingsmogelijkheid op de parkeerplaats achter de
pits op het circuit.
In ons land hebben de dijken het geweld van de door de storm_opgezweepte zee
kunnen weerstaan: in Duitsland en Zuid-Scandinavië zijn echter talrijke dijkbreuken
te tellen: deze luchtopname geeft een beeld van een doorbraak bij Skige (ten Noorden
van Odense op het eiland Fünen), tengevolge waarvan ruim 48000 vierkante meter
bouwland onder water kwam te staan.
Burgemeester Van Fenema verklaarde
onze Zandvoortse correspondent, dat men
in België wel oren scheen te hebben naar
de Zandvoortse voorstellen.
De grote moeilijkheid bleek echter ge
legen in het geringe aantal machines, dat
men ter beschikking had en om tot uit
breiding van de vloot te kunnen overgaan,
moest men garanties verlangen, voor een
zeker aantal passagiers, dat Zandvoort ge
durende een seizoen zou kunnen garan
deren, om deze uitbreiding van de dienst
zonder verlies te kunnen exploiteren.
Daar het seizoen 1953 reeds te ver ge
vorderd was en het hier slechts informa
tieve besprekingen gold, werd besloten,
dat men in het voorjaar 1954 op een en
ander zou terugkomen en gedurende de
daaraan voorafgaande maanden dit pro
bleem zou bestuderen, teneinde voor sei
zoen 1954 met definitieve voorstellen te
kunnen komen.
„Het moet", aldus Zandvoorts burge
meester, „daarom volstrekt niet uitgesloten
worden geacht, dat Zandvoort in het ko
mend seizoen zal worden ingeschakeld in
het net van de helicopter-dienst. Ik zie de
ontwikkeling van deze tak van luchtvaart
nog steeds als van zeer groot gewicht voor
onze badplaats ter bevordering van het
vreemdelingenverkeer en ik ben druk
doende in deze meer definitieve plannen
uit te werken. Dat Haarlems burgemeester
thans in gezelschap van de voorzitter van
de Kamer van Koophandel eveneens een
bezoek gaat brengen aan de Sabena is een
initiatief, dat ik slechts kan toejuichen,
omdat uit komende samenwerking, waar
aan ik niet twijfel, de mogelijkheden voor
Zandvoort, dcor eventuele doortrekking
van de lijn via Haarlem naar de badplaats,
eerder groter dan kleiner zullen worden.
Ik zal dan ook niet aarzelen, mijn ambtge
noot in Haarlem de hartelijke groeten van
de heer Hugenholtz en mij aan de direc
teur van de Sabena te laten overbrengen,
waarbij ik uiteraard het verloop der ko
mende besprekingen met belangstelling
volgen zal".
De Hillegomse ambtgenoot van de bur
gemeester van Haarlem en Zandvoort, jhr.
dr. O. F. A, H. van Nispen tot Pannerden,
is, blijkens een onderhoud met het dagblad
„Trouw", minder enthousiast over wat hij
noemt een „helicopter-mode". Hij ver
klaarde: „De bollenkwekers en handelaren
zullen weinig aan een helicopter hebben,
daar zij hoofdzakelijk verre trips maken
naar Engeland, Amerika, Scandinavië e.d.
en op hun reizen naar België liever de auto
gebruiken. Een helicopter brengt ze name
lijk wèl in Brussel, maar daar staan deze
mensen, die zich snel verplaatsen moeten,
met niet meer dan de bestaande bus- en
treindiensten te hunner beschikking. En
dat vervoer is voor hen onvoldoende."
Ook voor het luchttoerisme boven de
bollenvelden kon de burgemeester niet en
thousiast zijn.
„Men zoekt gunstige voorwaarden voor
deze helicopter-mode, doch men vergeet,
dat vooral buitenlanders die een „lucht-
trip" betalen kunnen! de bloemen rustig
van nabij willen zien. En bovendien zeer
gehecht zijn aan hun auto!'
Het nut van een belicopterdienst achtte
Sir Hugh Linstead, die voor het district
Putney zitting heeft in het Engelse Lager
huis. hield gisteravond op uitnodiging van
het Genootschap NederlandEngeland voor
de Haarlemse afdeling, daarvan in de Kleine
Brinkman een lezing over de functies van
het Engelse parlement. Hij deed dat in de
plaats van Sir Edward Keeling, die door
ziekte verhinderd was. De spreker zei in de
inleiding van zijn betoog, door zijn herhaalde
bezoeken al zozeer in Nederland ingeburgerd
te zijn, dat hij onder grote pressie zelfs het
lied „Piet Hein" vloot kan zingen.
„Men kan het Britse parlementaire stelsel
zien als bestemd om het regeren moeilijk te
maken", zei hij, „zoals dat van Frankrijk
bestemd schijnt om het regeren onmogelijk
te maken".
Hij schetste achtereenvolgens de betekenis
van de Kroon, het Hogerhuis en het Lager
huis in dit stelsel, „dat ons in de afgelopen
zes eeuwen te goed gediend heeft om nog
gevaar te lopen, dat het omver geworpen
wordt". Op een aantrekkelijke manier be
schreef hij de bevoegdheden van de Kroon
en van het Hogerhuis, waarin men voorna
melijk bij erfop.volging zitting krijgt, vandaar
de bijnaam van de leden „de oudste zonen
van de oudste zonen" of schertsend „de onge
lukken van de ongelukken". In 1911 is hun
constitutionele macht zeer beknot, maar dit
eerbiedwaardige Hogerhuis heeft nog altijd
een groot gezag. Daartegenover bezit het
Lagerhuis een schier onbegrensde competen
tie, een meerderheid daarin zou zelfs het
Hogerhuis en de monarchie overboord kun
nen zetten en van Engeland een republiek
kunnen maken, ware het niet, dat het onge
schreven gewoonrecht dit zou beletten.
Als enkele voorbeelden van de bevoegd
heden van het Lagerhuis, noemde Sir Hugh
de consequenties van een door een meerder
heid aangenomen motie van afkeuring en de
schriftelijke vragen, waaraan men bij het
antwoord van de minister nog een hele serie
suDpIementaire vragen toe kan voegen, die
pas grondig op een kwestie ingaan, waarop
in de schriftelijke, schijnbaar onbeduidende
vraag, gewoonlijk slechts wordt gezinspeeld.
Daarbij komt de critiek op de regering ten
volle los evenals bij de begrotingsbehande
ling.
Het twee-partijen systeem, dat nog al eens
wordt toegeschreven aan de Engelse voor
liefde voor team-sporten, legt de oppositie
een grote verantwoordelijkheid op: zij moet
altijd rekening houden met de mogelijkheid
dat zij morgen de regeringspartij zal zijn.
„Ik zal de laatste zijn om te beweren, dat dit
parlementaire stelsel altijd even efficiënt en
snel werkt", aldus de spreker, „maar de ba-
Hillegoms burgemeester voor de bollen- jans tussen vrijheid en doelmatigheid mag
streek dan ook zeer gering. toch niet naar de verkeerde kant doorslaan."