Oud contrast beheerst opnieuw rede van minister Mansholt Afscheid directeur Schippers viel samen met voltooiing verbouwing Bergers met werktoren naar wrak van „RenateLeonhard*' Huldiging bij Twentsche Bank Donaupont concurrent van Velsense veren Emmy Arbous overleden Spaarndammers vierden feest in Santpoort Voedselsurplussen en honger miïw! Proeven met model van toren in waterloopkundig laboratorium geslaagd Werkloosheid in December MAANDAG 11 JANUARI 1954 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Modern interieur achter oude gevel Twents ros Kluishal Deze zomer veel toeristenverkeer voor Velser ponten Vier emigratie voorlichtingsavonden Arrestaties hebben niets te maken met Unie-kwestie Tweede dag van het P.v.d.A.-congres in Alkmaar rlUKKlo oefteycu ywf Een gouddroom (om 75 millioen) herleeft Zaterdagmiddag is op hartelijke wijze afscheid genomen van de heer J. Schippers, die per 1 Januari met pensioen is gegaan als voorzitter van het bestuur van het Westelijk rayon van de Twentsche Bank. Met pensioen: hetgeen inderdaad wil-zeggen, dat hij 65 jaar is geworden, hetgeen men hem niet aanziet en ook zeker niet vermoed zou hebben wanneer men hem 's morgens in de bus van half zeven zag stappen. Want de heer Schippers placht reeds om klokke zeven achter zijn bureau te zitten om de post te behandelen, hetgeen ongetwijfeld velen voor een bankdirecteur ongewoon vroeg zullen vinden. Bovendien beschikt hij over een bewonderenswaardig tempo, hetgeen de bank in de vijftien jaar dat hij aan het kantoor Haarlem verbonden is ge weest al evenzeer ten goede is gekomen. Niet alleen aan het kantoor trouwens maar ook aan het personeel, want wanneer een afdeling van het bedrijf tot over de oren in het werk zat, sprong hij graag bij. Zijn persoonlijke verhouding tot het'personeel was voorbeeldig. Hij heeft zich daarin van de aanvang af doen kennen als een humaan chef, beter nog: als een met anderen meelevend mens, die bovendien nog op „geruis loze" manier leiding wist te geven. Velen zullen verheugd zijn, dat met zijn vertrek als gewestelijk directeur tevens de langdurige en ingrijpende verbouwing is ge reedgekomen van het bankgebouw aan de Zijlstraat. De heer Schippers heeft voor de tot standkoming daarvan al zijn krachten in gespannen en ook gezorgd, dat tijdens de vaak gecompliceerde situaties, welke wer den geschapen door de eisen van de bouwe rij, het bedrijf zoveel mogeiyk normaal voortgang kon vinden. Na vier jaar is die verbouwing thans af gesloten met de ingebruikneming van een nachtsafe, zodat de. cliënten van de Bank die er behoefte aan hebben geld of goede ren in bewaring te geven op een ogenblik dat de Bank gesloten is, dit via een myste rieus loketdeurtje in de gevel aan de Zijl straat kunnen doen. Wij hebben met de heer H. Ledeboer, die de heer Schippers als voorzitter van het Westelijk rayonbestuur opvolgt en tevens medebestuurder is van de kantoren te Haarlem, een rondgang gemaakt door het r.aar een ontwerp van prof. ir. H. T. Zwier gerestaureerde gebouw. Tijdens die bezichtiging is onze bewon dering voor hetgeen deze architect heeft gemaakt van een oud en hokkig gebouw voortdurend gegroeid. En dat zeker nie' alleen, omdat de bouwmeester erin ge slaagd is aan alle kantoorruimten een zekere openheid te verlenen, door de toe passing van glazen wanden waar dat mo gelijk bleek en ook in de loketafdelingen voor het publiek waar het kon een af scheiding tussen cliënt en personeel achter wege liet. Een volkomen ingesloten af deling, zoals de correspondentie, kreeg daardoor toch een zekere vrije ruimte, ter wijl daar door toepassing van een even vernuftig als fraai plastic plafond de hol heid van een hoge lichtbak werd te niet gedaan, zonder dat de lichttoevoer werd gehinderd. Het hart van het gebouw bereikt men via een gang waarlangs een drietal spreek kamers liggen en ook de oude kluis, een zware stalen cel, welke door twee ver diepingen heenloopt en alleen door toepas sing van dynamiet te verwijderen zou zijn. Dat heeft men natuurlijk niet gedaan en daarom wordt die bergplaats nu als boe- kenkluis gebruikt. In het hart van het gebouw, waar men een aardig doorkijkje heeft via de afdeling credieten naar de directiekamer, valt on middellijk naast de trap welke naar de kluizen leidt, het smeedijzeren hekwerk met het Twentse ros, handelsmerk van de Twentsche Bank, op. Het hek werd ont worpen door prof. ir. Zwifcrs en door Brom in Utrecht gesmeed. Men vindt hetzelfde embleem ook in de vestibule, uitgevoerd in teakhout naar een ontwerp van Hammes. Dit ornament bood het personeel ten geschenke aan voor het nieuwe gebouw. De bouwmeester heeft trouwens niet al leen de plattegrond gemaakt voor de ver bouwing al moeilijk genoeg daar het be- s'aande pand van de Bank tot een harmo nisch geheel moest groeien met het aan grenzende „oude postkantoor". Waarin clan weer een enclave moest blijven voor de daar gehuisveste gemeentelijke diens ten. Maar prof. Zwiers was ook belast met de vormgeving van het interieur, met de keuze der materialen en van de ornamen ten. Hij heeft zich wat dat betreft kunnen uitleven in de grote hal van de effecten afdeling, waar het publiek kan wachten op drie door monumentale bloembakken ge scheiden banken: zelfs in het prozaïsche bankbedrijf kan de fleur der natuur door dringen! Het heeft dan de gelegenheid de travantinvloer te bewonderen met de speelse windroos bij de entrée of aardige effecten die de architect bereikte door toe passing van T.L.-buizen als kaarsen of door het aanbrengen van in het plafond verzonken lichtpunten. Weinigen zullen het grapje ontdekken met het glaasje in de deur van een grote belendende spreek kamer: door hiervoor een spreidiens te ge bruiken kan men zien of de kamer bezet is, zelfs al staat iemand in een hoek achter de deur! Wij willen deze beschrijving niet beslui ten voor wij via de in blauw en grijs levendig, maar niet druk betegelde corri dor^ zijn afgedaald naar de grote kluis hal, sober maar toch indrukwekkend door de eenvoudige betimmering met een prach tige houtsoort. In die houten wand gaan de deuren schuil van talrijke knipkamers. Er zijn twee kluizen, een voor de gesloten be waargeving, een andere, de grootste, voor de open bewaargeving, waar een kleine tweeduizend safeloketten van verschillen de afmetingen en model (er zijn erbij uit de tijd van de Haarlemse Bankvereniging en van Mees en Ritzema) door Lips wer den gecombineerd tot een harmonisch ge heel. De kluisdeur weegt acht ton. Verder is er nog een „mangat", waar men door kan kruipen als de toegang om de een of andere reden versperd is. Ook dat mangat wordt met een kolossaal dikke stalen deur afgesloten. Men kan in de kelders nog de gewelven zien van het oude Gerechtsgebouw dat op deze plaats heeft gestaan en waarvan men, uit een oogpunt van stadsschoon, de ver- ADV ERTENT1E dwijning nog steeds moet betreuren. In de directiekamer de enige plek in het gebouw welke niet door de verbouwing werd aangetast kan men twee laat middeleeuwse Jacobakanneijes en een testje aanschouwen. Zij werden nog juist van vernieling door de radicale bulldozers gered. Tijdens een Zaterdagmiddag in het kan toor aan de Zijlstraat gehouden bijeenkomst an het personeel van de kantoren uit het Westelyk rayon is gebleken, hoe de leden van het personeel de heer Schippers waar deren. Verscheidene sprekers hebben de scheidende directeur dank gezegd voor het geen hij voor het personeel geweest is; ook bleek, dat men zyn arbeid in Nijmegen niet vergeten heeft, want een deputatie was naar Haarlem gekomen om een geschenk aan te bieden. De opvolger van de heer Schippers, als voorzitter van het bestuur van het Weste lijk rayon, de heer H. Ledeboer, richtte zich het eerst tot zijn scheidende collega. Hij herinnerde er aan, dat de heer Schip pers het „schip" eerst tien jaar als eerste stuurman had bestuurd en daarna vijf jaar als gezagvoerder. Hij is voor goed aan wal gegaan en te begrijpen is het, dat zijn schepelingen dat als een groot gemis voe len. Het zal moeilijk zijn De Twentsche Bank voor te stellen zonder de heer Schip pers. Van de vroege ochtend tot de avond was hij aanwezig en hij was niet gekluis terd aan zijn stoel in de kamer van de di rectie, integendeel hij ging steeds op in spectie in het kantoor en toonde belang stelling voor al het werk, niet alleen voor dat van de procuratiehouders, maar ook voor dat van de jongste bediende. Aan een maaltijd van het rayonbestuur en de commissie van toezicht heeft spreker reeds gelegenheid gehad een persoonlijk woord te spreken; hij wilde zich thans aansluiten bij hetgeen de heer F. de Boer in „Banknoten" over de heer Schippers geschreven heeft. De heer Ledeboer besloot met het over handigen van een asbak, met een afbeel ding van het Twentse ros, een geschenk, dat aan alle gepensionneerden wordt aan geboden. De heer J. D. H a y e, bestuurslid van het Westelijk rayon, sprak namens de kanto ren van het vroegere sub-rayon Lisse en de heer E. H. de C 1 e r c q, directeur van het kantoor te Hillegom, namens die van het vroegere sub-rayon Haarlem. Beiden her innerden aan de prettige verstandhouding tussen de heer Schippers en de kantoren. Hij toonde overal grote belangstelling voor en men behoefde nooit tevergeefs een be roep op hem te doen. Altijd wist hij een oplossing. Uit het personeel was een commissie ge vormd, bestaande uit mevrouw C. C. de Reus-Engel, G. Houtzager en J. J. Faase. Allen Allen richtten zich tot de heer Schippers; eerstgenoemde bracht de heer Schippers dank voor de wijze, waarop hij leiding heeft gegeven aan het personeel en bood een fiets aan. De heer Houtzager zette uiteen, waarom men er toe gekomen was een fiets aan te bieden en overhan digde een fietsvlaggetje in de kleuren van de voetbalclub Quick te Nijmegen, waar van de heer Schippers vroeger voorzitter is geweest. De heer Faase haalde herinne ringen op uit het verleden en sprak de beste wensen uit voor de toekomst. De heer L. A. J. Kwak, onder-directeur van het kantoor te Nijmegen, merkte op, dat toen de heer Schippers aldaar werk zaam was, hij een werkelijke leider was. bezield met grote werklust. Hij was een voorbeeld voor het gehele personeel. Als herinnering bood spreker een week-end- koffer aan. De heer L. de Graaf sprak namens de Alphense Bank, waarvan de heer Schip pers gedelegeerd-commissaris is en bood een geschenk aan, waarna de heer F. de Boer de rij van sprekers sloot; deze zeide o.a., dat het personeel van het rayon veel verliest door het aftreden van de heer Schippers, die een actief bankier was en een goed zakenman. Ten gunste van het personeel nam hij vaak dè beslissingen, waarbij op de voorgrond trad of het men selijk geluk er mee gemoeid was. Dat vond hij belangrijker dan geld. Tenslotte heeft de heer Schippers zich met woorden van dank gericht tot de spre kers waarna het personeel nog enige tijd bijeen bleef. De grote overzeteapaciteit van de sinds enige weken in gebruik genomen Donau pont bij de Hemburg trekt veel wegverkeer tot zich. Evenals in Amsterdam is dit ook in Velsen merkbaar. Veie automobilisten, die uit het Oosten en Zuiden van ons land komen met be stemming Noordholland boven het kanaal, geven er de voorkeur aan bii de Hembrug over te gaan. Dit brengt uiteraard verbe tering in het „Velsense pontbes taan". In 1953 werden in Velsen ruim 1.464.000 auto's, enzovoort overgezet tegen 1.370.490 bij de Hembrug; daarentegen vervoerden de ponten in de laatste maanden van het jaar méér wagens bij de Hembrug dan bij Velsen. De aantallen zijn respectievelijk 104.920 en 102.434. Als de ontwikkeling van het verkeer zo zal voortgaan, laat het zich aanzien, dat de wachttijden in Velsen aanmerkelijk bekort kunnen worden. Toch heeft Velsen over het geheel genomen in 1953 belangrijk meer overgezet dan Zaandam en dit is te danken aan het toeristenverkeer in de maanden Juli en Augustus. De cabaretière Emmy Arbous (Emilia Johanna Maria Henke) is de afgelopen nacht op 54-jarige leeftijd in haar woning te Amsterdam overleden. Zij speelde de laatste jaren mee in het cabaret van Wim Sonneveld, doch is als gevolg van haar ziekte reeds de afgelopen week niet meer opgetreden. Emmy Arbous, die op 28 Juli 1899 te Amsterdam werd geboren, maakte als kind met een dansensemble een tournée door Europa, bezocht twee jaar een dansschool in Boedapest en keerde in 1916 naar Ne derland terug. Zij trad op in de operette van Pauwels en Kreeft, daarna in die van Nap de la Mar en ging vervolgens naar het Rotterdams toneel van P. D. van Eysden. Jarenlang speelde Emmy Arbous in ope rettes, onder meer bij de gezelschappen van Boskamp en Van Aerschot, in revue en cabaret. Van 1935 tot 1940 was zij werk zaam bij de Vara en in die tijd speelde zij bovendien een deel van het seizoen in het ensemble Bouber. Na de oorlog trad jij wederom toe tot dit ensemble. Sedert 1946 was zij verbonden aan het cabaret van Wim Sonneveld. Enkele van haar belangrijkste rollen zijn geweest: Rita in „Allerzielen" en Jo in „Óp Hoop van Zegen" van Heijermans en de vrouwelijke hoofdrol in „Voerman Hen schel" van Hauptmann. Deze maand wordt door het Gewestelijk Arbeidsbureau Haarlem weer een aantal „emigratie-voorlichtingsavonden" gehou den, namelijk op 15 Januari (onderwerp Zuid-Afrika), 18 Januari (Nieuw Zeeland), 22 Januari (Australië) en 25 Januari (Ca nada). Sprekers zijn diverse emigratie ambtenaren. Belangstellenden hebben gratis toegang, doch dienen zich zo snel mogelijk op te geven bij de afdeling Emi gratie van het Gewestelijk Arbeidsbureau, Kleine Houtweg 18, Haarlem. Van de werf van de Nederlandse Dok- en Scheepsbouwmaatschappij te Amsterdam is Zaterdagmiddag met goed gevolg de onderzeebootjager Groningente water gelaten. De doopplechtigheid werd verricht door mevrouw S. de Booij-De Benekendorff, echt genote van de bevelhebber der zeestrijdkrachten en chef van de marinestaf, vice- admiraal A. de Booij. De ..Groningen" is 116 meter lang, 11.74 meter breed en heeft een holte van 6.60 meter. De standaard waterverplaa sing bedraagt 2478 ton. De tewaterlating werd bijgewoond door de staatssecretaris van Marine, vice-admiraal H. C. W. Moormazi en door tal van marine- en burgerlijke autoriteiten. Op de vrij gekomen helling zal de onderzecbootjager .Drente" worden gebouwd. De voorzitter van het Spaarndamse fan fare-corps „Crescendo", de heer J. Naakt geboren, opende Zaterdag de jaarlijkse feestavond met een woord van welkom aan de leden, de donateurs en geïntroduceer- den, die de zaal van de Weyman geheel vulden. Op zeer verdienstelijke wijze is het pro gramma begonnen met een uitvoering van het corps, dat onder leiding van directeur J. M. Jacobs een zestal nummers ten ge hore bracht. Spirit of Youth van Gilbert werd gevolgd door de ouverture Les jours de soleil van Vling en de grande valse Madeliefjes van Bisselink. Het corps, dat bijzonder goed op dreef was, vervolgde het optreden met Coriola- nus van Cyril Jenkins en de Sabeldans van Khachaturian Jakma, welke in het ver eiste strenge rhythme uitgevoerd werd. Het langdurig applaus dat na het slotnummer, Blankenberg's Prins Eitel-Friedrich, aan zwol tot een ware ovatie, vertolkte op on dubbelzinnige wijze de gevoelens van de aanwezigen. Na de pauze opende het cabaret ensem ble De Witte Kraaien het tweede gedeelte van het programma met wat lichte muziek. De humorist-conférencier Frans Eijkhof had de lachers al gauw op zijn hand en laste het optreden van de verschillende artisten vlot aan elkaar. Lajos Heros be speelde met veel virtuositeit de xs'lofoon en werd daarbij uitmuntend begeleid door de pianist Krab. In de toegift bereikten zij een climax, welke een uitbundig applaus aan de toehoorders ontlokte. In driekwarts maat deinde een ieder ver volgens mee op de tonen van populaire melodietjes, welke Corri Breed uit zijn accordeon trok. De Witte Kraaien kwamen als Tirolers terug, waarbij het effect van hun fluorescerende kleding daar een aar dige belichting werd geaccentueerd. Huib van Meurs imiteerde de beroemde Buziau Als Franly de sneltekenaar kwam Eijk- hcf nog even terug. Ook nu was het ge lach niet van de lucht en zijn optreden was een aardig besluit van het cabaretpro gramma. De Witte Kraaien verzorgden de dansmuziek tot twee uur 's nachts. Minister Soenorjo: DJAKARTA (United Press). De Indo- nesische minister van Buitenlandse Zaken 1 Soenarjo heeft tegenover het blad „Mer- deka" verklaard, dat de arrestaties van Nederlanders in Indonesië geen verband houden met het voornemen van de Indo nesische regering de Nederlands-Indonesi sche Unie op te heffen en ook niet met de aanspraken van Indonesië op Westelijk Nieuw-Guinea. Soenarjo legde zijn verklaring af in ant woord op berichten in de Nederlandse bla den „Het Parool" en „De Telegraaf", waar in was gezegd, dat de arrestaties nauw verband hielden met de campagne om de Unie op te zeggen en zich van West-Irian te kunnen verzekeren. De Amerikaanse torpedobootjagers „McGowan" en „Rich" zijn in de Parkhaven te Rotterdam aangekomen. Zij zullen Zon dagochtend de haven van Rotterdam weer verlaten. Op de tweede dag van het te Alkmaar gehouden agrarisch congres van de Partij van de Arbeid heeft een tweetal sprekers de aspecten van de landbouw in verband met de wereldmerkt behandeld. Dr. ir. A. Vondeling besprak de vraagstukken die verband houden met de eenwording van West-Europa. Vooral de oplossing van de economische kwesties is nodig „om stap voor stap tot betere verhoudingen te ko men op het gebied van productie en afzet van landbouwproducten". Verwerkelijking van de integratie-ge dachte noemde spreker de aanvaarding van een „stille revolutie", die het gehele beeld van de economische structuur zal wijzigen. Integratie van West-Europa alleen is ech ter slechts een gedeeltelijke oplossing, want wij zijn in vele opzichten gebonden aan de Verenigde Staten, waar de grote bodem productie de oorzaak is dat de Amerikaan se economie wel een stootje kan velen. Te meer omdat de socialisten onder een econo mische integratie pertinent geen „vrijhan del" verstaan en wel degelijk de noodzaak zien van overheidsbemoeiingen ten aan zien van de productie, zal dit denkbeeld niet beperkt mogen worden tot marktorde ning, maar uitgestrekt dienen te worden tot een uitvoerige bemoeiing met de inter nationale productie. De in de middaguren gehouden slotrede van minister S. L. Mansholt sloot aan bij het betoog van de heer Vondeling. Uitvoe- BARTCtJORISSTRAAT 20 TEL. 13439 ROSLEPEREN JASSEN ƒ155.— rig besprak de minister het probleem van de voedseloverschotten in verband met de wereldvoedselvoorziening, dat reeds lang zijn aandacht heeft en waarover hij een voorstel bij de F.A.O. heeft ingediend, dat NIET VER VAN DEN HELDER, even ten Noorden van de Vlakke Haaks bij het Molengat, ligt al van 1917 af het wrak van de 1500 ton metende Duitse stoomboot „Renate Leonhardt", die in Augustus van dat jaar op zijn weg van ljmuiden naar Duitsland door een Engelse onderzeeboot werd getorpedeerd en tot zinken gebracht. Aan dek voerde het schip een lading van zestig ton cokes mee, maar in de ruimen lag achthonderd ton cacaoboter en volgens mede delingen van door Helderse vletterlui aan land gebrachte opvarenden, 454 kistjes met elk 37Vz kilogram goud en zilver. Dat betekende een waarde van ruim vijfenzeventig millioen gulden. Sinds 1937 heeft de heer P. Visser uit Wijde Wormer zoals al eens eerder gemeld onverdroten gewerkt aan het plan tot berging van die schat. Dit jaar zal het er van komen, want de proeven met een model van de door hem ontworpen werkput in het Waterloopkundig Labora torium te Delft zijn goed verlopen en het kapitaal, dat voor berging en bouw van de stalen en betonnen put nodig is ruim 300.000 is voor een groot gedeelte uit het buitenland gekomen. De Zaandamse firma M. Hogeveen heeft opdracht gekregen de put te vervaardigen voor de Coöp. Bergingsvereniging, waarvan de heer P. Visser voorzitter is. Over drie maanden hoopt men het gevaarte, dat een waterverplaatsing van 1170 ton heeft, gereed te hebben. Het was in Juli 1917, dat de Renate Leon hard in een convooi van zestien schepen uit Rotterdam vertrok. Dwars van Egmond werden de schepen aangevallen door echter niet is aanvaard. In verschillende I Engelse torpedobootjagers en op de kust Een kijkje in de centrale hal van het nieuwe gebouw van de Twentsche Bank aan de I Zijlstraat te Haarlem. Het „Twentse ros" (embleem van de bankinstelling) werd J door edelsmid Brom uit Utrecht gesmeed naar een ontwerp van prof. ir. H. T. Zwieres. delen van de wereld zijn'grote spanningen ontstaan, doordat de voedselproductie niet overal gelijke tred heeft gehouden met de behoeften. Vooral in de tropische gebieden, het Verre Oosten, Afrika en Zuid-Amerika is de agrarische productie te laag door een achterlijke en primitieve wijze van land bouw. Welvaart en koopkracht liggen hier ver beneden het normale peil en het zal afhangen van het beleid, dat de wereld straks op agrarisch gebied zal gaan voeren, of er door de situatie in deze achtergeble ven gebieden een crisis zal ontstaan, zoals ruim 20 jaar geleden. De mogelijkheden tot het ontstaan van een crisis achtte de heer Mansholt overigens gering, want men heeft tegenwoordig, mede door het bestaan van de Voedsel- en Landbouw Organisatie van de U.N.O. (de F.A.O.een duidelijk inzicht in de vraagstukken. Bovendien kende vrijwel geen enkel land toen een behoorlijke landbouwpolitiek en tegen woordig wordt deze in alle landen aange troffen. Weliswaar zullen voedselover schotten een landbouwcrisis kunnen ver oorzaken, want de oplossingen komen niet vanzelf en er zullen offers gebracht moe ten worden om het ergste te voorkomen. „De overschotvoorraden zullen niet in silo's en opslagplaatsen bewaard moeten worden, doch naar die plaatsen gebracht dienen te worden waar hon gersnood heerst. Het wezenlijke vraag stuk zal daarmee evenwel niet zijn op gelost want dat is alleen mogelijk in dien in de achtergebleven gebieden de koopkracht en daardoor de welvaart opgevoerd worden. Dit kan alleen door productie-verhoging in zulke lan den en dat is een plan waar zeker 25 jaar mee gemoeid zal zijn. Landbouw onderwijs en -voorlichting, ontginning, verkaveling, begroeiing en ontwatering van de achtergebleven agrarische ge bieden is een allereerste eis en er zijn in de wereld deskundigen genoeg, die daaraan kunnen medewerken", aldus minister Mansholt. Wat de overschotten in de Nederlandse tuinbouw betreft en wel speciaal in het grote koolteeltgebied van de Langendijk, meende de minister, dat een goede han tering van de teeltregeling, een moeilijk probleem, de enige oplossing is. Het telen van andere producten op deze bedrijven is onmogelijk. Slechts herverkaveling van het gehele gebied kan hier een wezenlijke oplossing geven. Als de grootste belemmering van de welvaart van de Europese boer, en daar is uiteraard de bebouwer van het „tuintje Nederland" bij inbegrepen, moet men vol gens de minister echter wel de huidige ver brokkeling van Europa zien. „Een gemeen schappelijke Europese inspanning is nodig en daarom is het goed, dat de agrariërs zich nu gaan bezinnen op een Europees agrarisch congres inplaats van op een volgend Nederlands agrarisch congres". gedreven. Enige schepen wisten te ont komen, anderen werden in brand gescho ten, maar de „Josina" en de „Renate Leon hard" strandden in de buurt van Bergen aan Zee. De „Renate Leonhard" werd door een Nederlandse sleper vlotgetrokken en naar IJmuiden gebracht, waar het schip werd hersteld. In Augustus ging het schip weer naar zee, maar in de nabijheid van Den Helder lagen de Engelse onderzee boten op wacht. De „Renate" zou Hamburg niet bereiken, want een torpedo trof de sto mer. Een gedeelte van de bemanning werd door Helderse vletterlui gered. Een van deze vletterlui, de heer G. de Vries, vernam toen van een van de twee vrouwen, die aan boord waren, dat het schip een lading goud aan boord had. Voorts had de kapitein tot de loods gezegd: „Dit schip mag nooit in handen van de vijand vallen". Toen de heren P. Visser en C. van de Toren uit Wijde Wormer er van hoorden, begonnen ze zich voor de zaak te interesseren. Het onderzoek vergde nog al wat tijd, maar daarbij hoorde men zoveel interessante dingen, dat er dieper op de zaak werd ingegaan. Met sleeplijnen werd het wrak in 1937 opgespoord. Het lag op een diepte van 21 meter. In 1939 werden boringen verricht en het bleek de „Renate" te zijn, er kleefde cacaoboter aan de boor Toch kwam men niet veel verder met de berging. Met duikers kon men daar niet werken, een duikkooi voldeed ook niet en mede door de oorlog, gebrek aan kapitaal en door het mijnengebied van na de oorlog kon de heer Visser pas in 1948 het plan op nieuw opnemen. De assuradeuren hadden hem intussen in een verklaring verzekerd, dat de „Renate" geladen was met 800 ton cacaoboter en 454 kistjes goud, die te Rot terdam aan boord waren gebracht. Werkput van tien meter doorsnee De ligging van het schip is na de oorlog nauwkeurig in kaart gebracht en daarbij bleek dat de „Renate" bovendien onder een laag van 3 tot 4 meter klei lag. Men kwam op het idee voor de berging een constructie te gebruiken, zoals de Amerikanen die be zitten voor olieboringen in de Golf van Mexico: een drijvend eiland van buizen, dat men aan de grond zet waar men wil werken. Maar uiteindelijk bleef het plan tot de textiel- bouw van een werkput over. Men stich'te in het land aan de Zaan een Coöperatieve Bergingsvereniging en tenslotte kwam er nog kapitaal bij uit het buitenland. De werkput of toren van staal en beton zal zes en twintig meter hoog worden en tien meter in doorsnee zijn, wat een con structie van 970 ton zal geven. De water- verplaatsing wordt ongevec- 1170 ton groot. De werkput, waarvan een model door het Waterloopkundig Laboratorium in Delft met succes is beproefd, is het beste te vergelijken met een enorme staande ketel, die boven op het luik, waaronder zich het goud bevindt, komt te staan. De „ketel" is in kamers verdeeld, waarin men het zee water kan laten binnenstromen, om de constructie te doen zakken. Onderin de „ketel" is dan de werkkamer gebouwd, die acht by acht meter groot is. Om het geval niet te laten omslaan door de sterke zeestroom bij het Molengat of door de zeegang, heeft men een uitstekende rand van vijf meter aan de onderzijde ge maakt. In deze rand komen ernorme pen nen, die de zaak stevig in de kleigrond moeten verankeren. In het binnenste van de tien meter brede put wordt een koker aangebracht, waardoor de schatgravers zich in de werkkamer kunnen laten zakkc Dan komt de tijd om uit de werkkamer die versche lucht krijgt van compres soren de aanval op het schip te openen. Een drie meter brede en vier meter lange koker laat men vervolgens via een in de bodem van de werkkamer gemaakt gat in de kleilaag,. zakken. Peilingen zullen moe ten aangeven, dat de koker precies boven het luik wordt neergelaten. De klei kan dan uit de smalle koker worden verwijderd en opgeslagen in kisten in de werkkamer. In totaal is dit 17 m3. Mocht er grondwater zijn, dan wordt dit weggepompt. Achter een luik moet dan de goudschat 'iggen. Het aanbod van mannelijke arbeids krachten steeg in December als gevolg van het winterseizoen met 29.375, hetgeen volgt uit de toeneming van het aantal werklozen van 66.326 tot 91.206 en het aantal op door de D.U.W. gesubsidieerde objecten werkzame personen van 15.911 tot 20.406. Het beschikbare aanbod van bouwvak arbeiders steeg van 12.464 tot 19.645, veenarbeiders van 1655 tot 2281, metaal arbeiders van 5045 tott 5882, transport- personeel van 5453 tot 6873 en losse arbeiders van 15.158 tott 20.860. Het aantal openstaande aanvragen voor mannelijke arbeidskrachteen daalde van 25.257 tot 21.030. In vergelijking met eind 1952 was het aanbod van mannelijke arbeidskrachten eind 1953 rond 55.000 lager. Deze aanzien lijke daling is een gevolg van de uit de watersnood voortvloeiende werkgelegen heid, de gunstige weeromstandigheden in December, de conjunctuurverbetering met name in de metaalnijverheid en in de en de schoenen- en confectie- industrie en tenslotte de plaatsingsmoge lijkheid voor arbeidskrachten bij openbare werken, boerenwerken en cultuurtech nische werken. De werkloosheid was eind November het hoogst in Groningen met 50 werklozen per 1000 mannelijke beroepsbeoefenaren en het laagst in Limburg met 14. Het rijksgemiddelde bedroeg 29 tegen 21 op 30 November. Het aantal als werkloos geregistreerde vrouwen steeg van 8034 tot 8598. De vraag naar vrouwelijk personeel daalde van 21.071 tot 20.102.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 7