Oud contrast beheerst opnieuw
rede van minister Mansholt
Afscheid directeur Schippers viel
samen met voltooiing verbouwing
Bergers met werktoren naar
wrak van „RenateLeonhard*'
Huldiging bij Twentsche Bank
Donaupont concurrent
van Velsense veren
Emmy Arbous overleden
Spaarndammers vierden
feest in Santpoort
Voedselsurplussen en honger
miïw!
Proeven met model van toren in
waterloopkundig laboratorium geslaagd
Werkloosheid
in December
MAANDAG 11 JANUARI 1954
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Modern interieur achter oude gevel
Twents ros
Kluishal
Deze zomer veel toeristenverkeer
voor Velser ponten
Vier emigratie
voorlichtingsavonden
Arrestaties hebben niets te
maken met Unie-kwestie
Tweede dag van het
P.v.d.A.-congres in Alkmaar
rlUKKlo oefteycu ywf
Een gouddroom (om 75 millioen) herleeft
Zaterdagmiddag is op hartelijke wijze afscheid genomen van de heer J. Schippers,
die per 1 Januari met pensioen is gegaan als voorzitter van het bestuur van het
Westelijk rayon van de Twentsche Bank. Met pensioen: hetgeen inderdaad wil-zeggen,
dat hij 65 jaar is geworden, hetgeen men hem niet aanziet en ook zeker niet vermoed
zou hebben wanneer men hem 's morgens in de bus van half zeven zag stappen. Want
de heer Schippers placht reeds om klokke zeven achter zijn bureau te zitten om de
post te behandelen, hetgeen ongetwijfeld velen voor een bankdirecteur ongewoon
vroeg zullen vinden. Bovendien beschikt hij over een bewonderenswaardig tempo,
hetgeen de bank in de vijftien jaar dat hij aan het kantoor Haarlem verbonden is ge
weest al evenzeer ten goede is gekomen. Niet alleen aan het kantoor trouwens maar
ook aan het personeel, want wanneer een afdeling van het bedrijf tot over de oren
in het werk zat, sprong hij graag bij. Zijn persoonlijke verhouding tot het'personeel
was voorbeeldig. Hij heeft zich daarin van de aanvang af doen kennen als een humaan
chef, beter nog: als een met anderen meelevend mens, die bovendien nog op „geruis
loze" manier leiding wist te geven.
Velen zullen verheugd zijn, dat met zijn
vertrek als gewestelijk directeur tevens de
langdurige en ingrijpende verbouwing is ge
reedgekomen van het bankgebouw aan de
Zijlstraat.
De heer Schippers heeft voor de tot
standkoming daarvan al zijn krachten in
gespannen en ook gezorgd, dat tijdens de
vaak gecompliceerde situaties, welke wer
den geschapen door de eisen van de bouwe
rij, het bedrijf zoveel mogeiyk normaal
voortgang kon vinden.
Na vier jaar is die verbouwing thans af
gesloten met de ingebruikneming van een
nachtsafe, zodat de. cliënten van de Bank
die er behoefte aan hebben geld of goede
ren in bewaring te geven op een ogenblik
dat de Bank gesloten is, dit via een myste
rieus loketdeurtje in de gevel aan de Zijl
straat kunnen doen.
Wij hebben met de heer H. Ledeboer, die
de heer Schippers als voorzitter van het
Westelijk rayonbestuur opvolgt en tevens
medebestuurder is van de kantoren te
Haarlem, een rondgang gemaakt door het
r.aar een ontwerp van prof. ir. H. T. Zwier
gerestaureerde gebouw.
Tijdens die bezichtiging is onze bewon
dering voor hetgeen deze architect heeft
gemaakt van een oud en hokkig gebouw
voortdurend gegroeid. En dat zeker nie'
alleen, omdat de bouwmeester erin ge
slaagd is aan alle kantoorruimten een
zekere openheid te verlenen, door de toe
passing van glazen wanden waar dat mo
gelijk bleek en ook in de loketafdelingen
voor het publiek waar het kon een af
scheiding tussen cliënt en personeel achter
wege liet. Een volkomen ingesloten af
deling, zoals de correspondentie, kreeg
daardoor toch een zekere vrije ruimte, ter
wijl daar door toepassing van een even
vernuftig als fraai plastic plafond de hol
heid van een hoge lichtbak werd te niet
gedaan, zonder dat de lichttoevoer werd
gehinderd.
Het hart van het gebouw bereikt men
via een gang waarlangs een drietal spreek
kamers liggen en ook de oude kluis, een
zware stalen cel, welke door twee ver
diepingen heenloopt en alleen door toepas
sing van dynamiet te verwijderen zou zijn.
Dat heeft men natuurlijk niet gedaan en
daarom wordt die bergplaats nu als boe-
kenkluis gebruikt.
In het hart van het gebouw, waar men
een aardig doorkijkje heeft via de afdeling
credieten naar de directiekamer, valt on
middellijk naast de trap welke naar de
kluizen leidt, het smeedijzeren hekwerk
met het Twentse ros, handelsmerk van de
Twentsche Bank, op. Het hek werd ont
worpen door prof. ir. Zwifcrs en door Brom
in Utrecht gesmeed.
Men vindt hetzelfde embleem ook in de
vestibule, uitgevoerd in teakhout naar een
ontwerp van Hammes. Dit ornament bood
het personeel ten geschenke aan voor het
nieuwe gebouw.
De bouwmeester heeft trouwens niet al
leen de plattegrond gemaakt voor de ver
bouwing al moeilijk genoeg daar het be-
s'aande pand van de Bank tot een harmo
nisch geheel moest groeien met het aan
grenzende „oude postkantoor". Waarin
clan weer een enclave moest blijven voor
de daar gehuisveste gemeentelijke diens
ten. Maar prof. Zwiers was ook belast met
de vormgeving van het interieur, met de
keuze der materialen en van de ornamen
ten.
Hij heeft zich wat dat betreft kunnen
uitleven in de grote hal van de effecten
afdeling, waar het publiek kan wachten op
drie door monumentale bloembakken ge
scheiden banken: zelfs in het prozaïsche
bankbedrijf kan de fleur der natuur door
dringen! Het heeft dan de gelegenheid de
travantinvloer te bewonderen met de
speelse windroos bij de entrée of aardige
effecten die de architect bereikte door toe
passing van T.L.-buizen als kaarsen of
door het aanbrengen van in het plafond
verzonken lichtpunten. Weinigen zullen
het grapje ontdekken met het glaasje in
de deur van een grote belendende spreek
kamer: door hiervoor een spreidiens te ge
bruiken kan men zien of de kamer bezet
is, zelfs al staat iemand in een hoek achter
de deur!
Wij willen deze beschrijving niet beslui
ten voor wij via de in blauw en grijs
levendig, maar niet druk betegelde corri
dor^ zijn afgedaald naar de grote kluis
hal, sober maar toch indrukwekkend door
de eenvoudige betimmering met een prach
tige houtsoort. In die houten wand gaan de
deuren schuil van talrijke knipkamers. Er
zijn twee kluizen, een voor de gesloten be
waargeving, een andere, de grootste, voor
de open bewaargeving, waar een kleine
tweeduizend safeloketten van verschillen
de afmetingen en model (er zijn erbij uit
de tijd van de Haarlemse Bankvereniging
en van Mees en Ritzema) door Lips wer
den gecombineerd tot een harmonisch ge
heel. De kluisdeur weegt acht ton. Verder
is er nog een „mangat", waar men door
kan kruipen als de toegang om de een of
andere reden versperd is. Ook dat mangat
wordt met een kolossaal dikke stalen deur
afgesloten.
Men kan in de kelders nog de gewelven
zien van het oude Gerechtsgebouw dat op
deze plaats heeft gestaan en waarvan men,
uit een oogpunt van stadsschoon, de ver-
ADV ERTENT1E
dwijning nog steeds moet betreuren.
In de directiekamer de enige plek in
het gebouw welke niet door de verbouwing
werd aangetast kan men twee laat
middeleeuwse Jacobakanneijes en een
testje aanschouwen. Zij werden nog juist
van vernieling door de radicale bulldozers
gered.
Tijdens een Zaterdagmiddag in het kan
toor aan de Zijlstraat gehouden bijeenkomst
an het personeel van de kantoren uit het
Westelyk rayon is gebleken, hoe de leden
van het personeel de heer Schippers waar
deren. Verscheidene sprekers hebben de
scheidende directeur dank gezegd voor het
geen hij voor het personeel geweest is; ook
bleek, dat men zyn arbeid in Nijmegen niet
vergeten heeft, want een deputatie was
naar Haarlem gekomen om een geschenk
aan te bieden.
De opvolger van de heer Schippers, als
voorzitter van het bestuur van het Weste
lijk rayon, de heer H. Ledeboer, richtte
zich het eerst tot zijn scheidende collega.
Hij herinnerde er aan, dat de heer Schip
pers het „schip" eerst tien jaar als eerste
stuurman had bestuurd en daarna vijf jaar
als gezagvoerder. Hij is voor goed aan wal
gegaan en te begrijpen is het, dat zijn
schepelingen dat als een groot gemis voe
len. Het zal moeilijk zijn De Twentsche
Bank voor te stellen zonder de heer Schip
pers. Van de vroege ochtend tot de avond
was hij aanwezig en hij was niet gekluis
terd aan zijn stoel in de kamer van de di
rectie, integendeel hij ging steeds op in
spectie in het kantoor en toonde belang
stelling voor al het werk, niet alleen voor
dat van de procuratiehouders, maar ook
voor dat van de jongste bediende.
Aan een maaltijd van het rayonbestuur
en de commissie van toezicht heeft spreker
reeds gelegenheid gehad een persoonlijk
woord te spreken; hij wilde zich thans
aansluiten bij hetgeen de heer F. de Boer
in „Banknoten" over de heer Schippers
geschreven heeft.
De heer Ledeboer besloot met het over
handigen van een asbak, met een afbeel
ding van het Twentse ros, een geschenk,
dat aan alle gepensionneerden wordt aan
geboden.
De heer J. D. H a y e, bestuurslid van het
Westelijk rayon, sprak namens de kanto
ren van het vroegere sub-rayon Lisse en de
heer E. H. de C 1 e r c q, directeur van het
kantoor te Hillegom, namens die van het
vroegere sub-rayon Haarlem. Beiden her
innerden aan de prettige verstandhouding
tussen de heer Schippers en de kantoren.
Hij toonde overal grote belangstelling voor
en men behoefde nooit tevergeefs een be
roep op hem te doen. Altijd wist hij een
oplossing.
Uit het personeel was een commissie ge
vormd, bestaande uit mevrouw C. C. de
Reus-Engel, G. Houtzager en J. J. Faase.
Allen Allen richtten zich tot de heer
Schippers; eerstgenoemde bracht de heer
Schippers dank voor de wijze, waarop hij
leiding heeft gegeven aan het personeel en
bood een fiets aan. De heer Houtzager
zette uiteen, waarom men er toe gekomen
was een fiets aan te bieden en overhan
digde een fietsvlaggetje in de kleuren van
de voetbalclub Quick te Nijmegen, waar
van de heer Schippers vroeger voorzitter
is geweest. De heer Faase haalde herinne
ringen op uit het verleden en sprak de
beste wensen uit voor de toekomst.
De heer L. A. J. Kwak, onder-directeur
van het kantoor te Nijmegen, merkte op,
dat toen de heer Schippers aldaar werk
zaam was, hij een werkelijke leider was.
bezield met grote werklust. Hij was een
voorbeeld voor het gehele personeel. Als
herinnering bood spreker een week-end-
koffer aan.
De heer L. de Graaf sprak namens de
Alphense Bank, waarvan de heer Schip
pers gedelegeerd-commissaris is en bood
een geschenk aan, waarna de heer F. de
Boer de rij van sprekers sloot; deze zeide
o.a., dat het personeel van het rayon veel
verliest door het aftreden van de heer
Schippers, die een actief bankier was en
een goed zakenman. Ten gunste van het
personeel nam hij vaak dè beslissingen,
waarbij op de voorgrond trad of het men
selijk geluk er mee gemoeid was. Dat vond
hij belangrijker dan geld.
Tenslotte heeft de heer Schippers zich
met woorden van dank gericht tot de spre
kers waarna het personeel nog enige tijd
bijeen bleef.
De grote overzeteapaciteit van de sinds
enige weken in gebruik genomen Donau
pont bij de Hemburg trekt veel wegverkeer
tot zich. Evenals in Amsterdam is dit ook
in Velsen merkbaar.
Veie automobilisten, die uit het Oosten
en Zuiden van ons land komen met be
stemming Noordholland boven het kanaal,
geven er de voorkeur aan bii de Hembrug
over te gaan. Dit brengt uiteraard verbe
tering in het „Velsense pontbes taan".
In 1953 werden in Velsen ruim 1.464.000
auto's, enzovoort overgezet tegen 1.370.490
bij de Hembrug; daarentegen vervoerden
de ponten in de laatste maanden van het
jaar méér wagens bij de Hembrug dan bij
Velsen. De aantallen zijn respectievelijk
104.920 en 102.434.
Als de ontwikkeling van het verkeer zo
zal voortgaan, laat het zich aanzien, dat de
wachttijden in Velsen aanmerkelijk bekort
kunnen worden. Toch heeft Velsen over
het geheel genomen in 1953 belangrijk
meer overgezet dan Zaandam en dit is te
danken aan het toeristenverkeer in de
maanden Juli en Augustus.
De cabaretière Emmy Arbous (Emilia
Johanna Maria Henke) is de afgelopen
nacht op 54-jarige leeftijd in haar woning
te Amsterdam overleden. Zij speelde de
laatste jaren mee in het cabaret van Wim
Sonneveld, doch is als gevolg van haar
ziekte reeds de afgelopen week niet meer
opgetreden.
Emmy Arbous, die op 28 Juli 1899 te
Amsterdam werd geboren, maakte als kind
met een dansensemble een tournée door
Europa, bezocht twee jaar een dansschool
in Boedapest en keerde in 1916 naar Ne
derland terug. Zij trad op in de operette
van Pauwels en Kreeft, daarna in die van
Nap de la Mar en ging vervolgens naar het
Rotterdams toneel van P. D. van Eysden.
Jarenlang speelde Emmy Arbous in ope
rettes, onder meer bij de gezelschappen
van Boskamp en Van Aerschot, in revue en
cabaret. Van 1935 tot 1940 was zij werk
zaam bij de Vara en in die tijd speelde zij
bovendien een deel van het seizoen in het
ensemble Bouber.
Na de oorlog trad jij wederom toe tot dit
ensemble. Sedert 1946 was zij verbonden
aan het cabaret van Wim Sonneveld.
Enkele van haar belangrijkste rollen zijn
geweest: Rita in „Allerzielen" en Jo in „Óp
Hoop van Zegen" van Heijermans en de
vrouwelijke hoofdrol in „Voerman Hen
schel" van Hauptmann.
Deze maand wordt door het Gewestelijk
Arbeidsbureau Haarlem weer een aantal
„emigratie-voorlichtingsavonden" gehou
den, namelijk op 15 Januari (onderwerp
Zuid-Afrika), 18 Januari (Nieuw Zeeland),
22 Januari (Australië) en 25 Januari (Ca
nada). Sprekers zijn diverse emigratie
ambtenaren. Belangstellenden hebben
gratis toegang, doch dienen zich zo snel
mogelijk op te geven bij de afdeling Emi
gratie van het Gewestelijk Arbeidsbureau,
Kleine Houtweg 18, Haarlem.
Van de werf van de Nederlandse Dok- en Scheepsbouwmaatschappij te Amsterdam is
Zaterdagmiddag met goed gevolg de onderzeebootjager Groningente water gelaten.
De doopplechtigheid werd verricht door mevrouw S. de Booij-De Benekendorff, echt
genote van de bevelhebber der zeestrijdkrachten en chef van de marinestaf, vice-
admiraal A. de Booij. De ..Groningen" is 116 meter lang, 11.74 meter breed en heeft
een holte van 6.60 meter. De standaard waterverplaa sing bedraagt 2478 ton. De
tewaterlating werd bijgewoond door de staatssecretaris van Marine, vice-admiraal
H. C. W. Moormazi en door tal van marine- en burgerlijke autoriteiten. Op de vrij
gekomen helling zal de onderzecbootjager .Drente" worden gebouwd.
De voorzitter van het Spaarndamse fan
fare-corps „Crescendo", de heer J. Naakt
geboren, opende Zaterdag de jaarlijkse
feestavond met een woord van welkom aan
de leden, de donateurs en geïntroduceer-
den, die de zaal van de Weyman geheel
vulden.
Op zeer verdienstelijke wijze is het pro
gramma begonnen met een uitvoering van
het corps, dat onder leiding van directeur
J. M. Jacobs een zestal nummers ten ge
hore bracht. Spirit of Youth van Gilbert
werd gevolgd door de ouverture Les jours
de soleil van Vling en de grande valse
Madeliefjes van Bisselink.
Het corps, dat bijzonder goed op dreef
was, vervolgde het optreden met Coriola-
nus van Cyril Jenkins en de Sabeldans van
Khachaturian Jakma, welke in het ver
eiste strenge rhythme uitgevoerd werd. Het
langdurig applaus dat na het slotnummer,
Blankenberg's Prins Eitel-Friedrich, aan
zwol tot een ware ovatie, vertolkte op on
dubbelzinnige wijze de gevoelens van de
aanwezigen.
Na de pauze opende het cabaret ensem
ble De Witte Kraaien het tweede gedeelte
van het programma met wat lichte muziek.
De humorist-conférencier Frans Eijkhof
had de lachers al gauw op zijn hand en
laste het optreden van de verschillende
artisten vlot aan elkaar. Lajos Heros be
speelde met veel virtuositeit de xs'lofoon
en werd daarbij uitmuntend begeleid door
de pianist Krab. In de toegift bereikten zij
een climax, welke een uitbundig applaus
aan de toehoorders ontlokte.
In driekwarts maat deinde een ieder ver
volgens mee op de tonen van populaire
melodietjes, welke Corri Breed uit zijn
accordeon trok. De Witte Kraaien kwamen
als Tirolers terug, waarbij het effect van
hun fluorescerende kleding daar een aar
dige belichting werd geaccentueerd. Huib
van Meurs imiteerde de beroemde Buziau
Als Franly de sneltekenaar kwam Eijk-
hcf nog even terug. Ook nu was het ge
lach niet van de lucht en zijn optreden
was een aardig besluit van het cabaretpro
gramma. De Witte Kraaien verzorgden de
dansmuziek tot twee uur 's nachts.
Minister Soenorjo:
DJAKARTA (United Press). De Indo-
nesische minister van Buitenlandse Zaken 1
Soenarjo heeft tegenover het blad „Mer-
deka" verklaard, dat de arrestaties van
Nederlanders in Indonesië geen verband
houden met het voornemen van de Indo
nesische regering de Nederlands-Indonesi
sche Unie op te heffen en ook niet met de
aanspraken van Indonesië op Westelijk
Nieuw-Guinea.
Soenarjo legde zijn verklaring af in ant
woord op berichten in de Nederlandse bla
den „Het Parool" en „De Telegraaf", waar
in was gezegd, dat de arrestaties nauw
verband hielden met de campagne om de
Unie op te zeggen en zich van West-Irian
te kunnen verzekeren.
De Amerikaanse torpedobootjagers
„McGowan" en „Rich" zijn in de Parkhaven
te Rotterdam aangekomen. Zij zullen Zon
dagochtend de haven van Rotterdam weer
verlaten.
Op de tweede dag van het te Alkmaar
gehouden agrarisch congres van de Partij
van de Arbeid heeft een tweetal sprekers
de aspecten van de landbouw in verband
met de wereldmerkt behandeld. Dr. ir. A.
Vondeling besprak de vraagstukken die
verband houden met de eenwording van
West-Europa. Vooral de oplossing van de
economische kwesties is nodig „om stap
voor stap tot betere verhoudingen te ko
men op het gebied van productie en afzet
van landbouwproducten".
Verwerkelijking van de integratie-ge
dachte noemde spreker de aanvaarding van
een „stille revolutie", die het gehele beeld
van de economische structuur zal wijzigen.
Integratie van West-Europa alleen is ech
ter slechts een gedeeltelijke oplossing, want
wij zijn in vele opzichten gebonden aan de
Verenigde Staten, waar de grote bodem
productie de oorzaak is dat de Amerikaan
se economie wel een stootje kan velen. Te
meer omdat de socialisten onder een econo
mische integratie pertinent geen „vrijhan
del" verstaan en wel degelijk de noodzaak
zien van overheidsbemoeiingen ten aan
zien van de productie, zal dit denkbeeld
niet beperkt mogen worden tot marktorde
ning, maar uitgestrekt dienen te worden
tot een uitvoerige bemoeiing met de inter
nationale productie.
De in de middaguren gehouden slotrede
van minister S. L. Mansholt sloot aan bij
het betoog van de heer Vondeling. Uitvoe-
BARTCtJORISSTRAAT 20 TEL. 13439
ROSLEPEREN JASSEN ƒ155.—
rig besprak de minister het probleem van
de voedseloverschotten in verband met de
wereldvoedselvoorziening, dat reeds lang
zijn aandacht heeft en waarover hij een
voorstel bij de F.A.O. heeft ingediend, dat
NIET VER VAN DEN HELDER, even ten Noorden van de Vlakke Haaks bij
het Molengat, ligt al van 1917 af het wrak van de 1500 ton metende Duitse
stoomboot „Renate Leonhardt", die in Augustus van dat jaar op zijn weg van
ljmuiden naar Duitsland door een Engelse onderzeeboot werd getorpedeerd en
tot zinken gebracht. Aan dek voerde het schip een lading van zestig ton cokes
mee, maar in de ruimen lag achthonderd ton cacaoboter en volgens mede
delingen van door Helderse vletterlui aan land gebrachte opvarenden, 454 kistjes
met elk 37Vz kilogram goud en zilver. Dat betekende een waarde van ruim
vijfenzeventig millioen gulden. Sinds 1937 heeft de heer P. Visser uit Wijde
Wormer zoals al eens eerder gemeld onverdroten gewerkt aan het plan tot
berging van die schat. Dit jaar zal het er van komen, want de proeven met een
model van de door hem ontworpen werkput in het Waterloopkundig Labora
torium te Delft zijn goed verlopen en het kapitaal, dat voor berging en bouw van
de stalen en betonnen put nodig is ruim 300.000 is voor een groot gedeelte
uit het buitenland gekomen. De Zaandamse firma M. Hogeveen heeft opdracht
gekregen de put te vervaardigen voor de Coöp. Bergingsvereniging, waarvan
de heer P. Visser voorzitter is. Over drie maanden hoopt men het gevaarte, dat
een waterverplaatsing van 1170 ton heeft, gereed te hebben.
Het was in Juli 1917, dat de Renate Leon
hard in een convooi van zestien schepen
uit Rotterdam vertrok. Dwars van Egmond
werden de schepen aangevallen door
echter niet is aanvaard. In verschillende I Engelse torpedobootjagers en op de kust
Een kijkje in de centrale hal van het nieuwe gebouw van de Twentsche Bank aan de
I Zijlstraat te Haarlem. Het „Twentse ros" (embleem van de bankinstelling) werd
J door edelsmid Brom uit Utrecht gesmeed naar een ontwerp van prof. ir. H. T. Zwieres.
delen van de wereld zijn'grote spanningen
ontstaan, doordat de voedselproductie niet
overal gelijke tred heeft gehouden met de
behoeften. Vooral in de tropische gebieden,
het Verre Oosten, Afrika en Zuid-Amerika
is de agrarische productie te laag door een
achterlijke en primitieve wijze van land
bouw. Welvaart en koopkracht liggen hier
ver beneden het normale peil en het zal
afhangen van het beleid, dat de wereld
straks op agrarisch gebied zal gaan voeren,
of er door de situatie in deze achtergeble
ven gebieden een crisis zal ontstaan, zoals
ruim 20 jaar geleden. De mogelijkheden
tot het ontstaan van een crisis achtte de
heer Mansholt overigens gering, want men
heeft tegenwoordig, mede door het bestaan
van de Voedsel- en Landbouw Organisatie
van de U.N.O. (de F.A.O.een duidelijk
inzicht in de vraagstukken. Bovendien
kende vrijwel geen enkel land toen een
behoorlijke landbouwpolitiek en tegen
woordig wordt deze in alle landen aange
troffen. Weliswaar zullen voedselover
schotten een landbouwcrisis kunnen ver
oorzaken, want de oplossingen komen niet
vanzelf en er zullen offers gebracht moe
ten worden om het ergste te voorkomen.
„De overschotvoorraden zullen niet
in silo's en opslagplaatsen bewaard
moeten worden, doch naar die plaatsen
gebracht dienen te worden waar hon
gersnood heerst. Het wezenlijke vraag
stuk zal daarmee evenwel niet zijn op
gelost want dat is alleen mogelijk in
dien in de achtergebleven gebieden de
koopkracht en daardoor de welvaart
opgevoerd worden. Dit kan alleen
door productie-verhoging in zulke lan
den en dat is een plan waar zeker 25
jaar mee gemoeid zal zijn. Landbouw
onderwijs en -voorlichting, ontginning,
verkaveling, begroeiing en ontwatering
van de achtergebleven agrarische ge
bieden is een allereerste eis en er zijn
in de wereld deskundigen genoeg, die
daaraan kunnen medewerken", aldus
minister Mansholt.
Wat de overschotten in de Nederlandse
tuinbouw betreft en wel speciaal in het
grote koolteeltgebied van de Langendijk,
meende de minister, dat een goede han
tering van de teeltregeling, een moeilijk
probleem, de enige oplossing is. Het telen
van andere producten op deze bedrijven is
onmogelijk. Slechts herverkaveling van
het gehele gebied kan hier een wezenlijke
oplossing geven.
Als de grootste belemmering van de
welvaart van de Europese boer, en daar is
uiteraard de bebouwer van het „tuintje
Nederland" bij inbegrepen, moet men vol
gens de minister echter wel de huidige ver
brokkeling van Europa zien. „Een gemeen
schappelijke Europese inspanning is nodig
en daarom is het goed, dat de agrariërs
zich nu gaan bezinnen op een Europees
agrarisch congres inplaats van op een
volgend Nederlands agrarisch congres".
gedreven. Enige schepen wisten te ont
komen, anderen werden in brand gescho
ten, maar de „Josina" en de „Renate Leon
hard" strandden in de buurt van Bergen
aan Zee. De „Renate Leonhard" werd
door een Nederlandse sleper vlotgetrokken
en naar IJmuiden gebracht, waar het schip
werd hersteld. In Augustus ging het schip
weer naar zee, maar in de nabijheid van
Den Helder lagen de Engelse onderzee
boten op wacht. De „Renate" zou Hamburg
niet bereiken, want een torpedo trof de sto
mer. Een gedeelte van de bemanning werd
door Helderse vletterlui gered.
Een van deze vletterlui, de heer G. de
Vries, vernam toen van een van de twee
vrouwen, die aan boord waren, dat het
schip een lading goud aan boord had.
Voorts had de kapitein tot de loods gezegd:
„Dit schip mag nooit in handen van de
vijand vallen". Toen de heren P. Visser en
C. van de Toren uit Wijde Wormer er van
hoorden, begonnen ze zich voor de zaak te
interesseren. Het onderzoek vergde nog al
wat tijd, maar daarbij hoorde men zoveel
interessante dingen, dat er dieper op de
zaak werd ingegaan. Met sleeplijnen werd
het wrak in 1937 opgespoord. Het lag op
een diepte van 21 meter. In 1939 werden
boringen verricht en het bleek de „Renate"
te zijn, er kleefde cacaoboter aan de boor
Toch kwam men niet veel verder met de
berging. Met duikers kon men daar niet
werken, een duikkooi voldeed ook niet en
mede door de oorlog, gebrek aan kapitaal
en door het mijnengebied van na de oorlog
kon de heer Visser pas in 1948 het plan op
nieuw opnemen. De assuradeuren hadden
hem intussen in een verklaring verzekerd,
dat de „Renate" geladen was met 800 ton
cacaoboter en 454 kistjes goud, die te Rot
terdam aan boord waren gebracht.
Werkput van tien meter doorsnee
De ligging van het schip is na de oorlog
nauwkeurig in kaart gebracht en daarbij
bleek dat de „Renate" bovendien onder een
laag van 3 tot 4 meter klei lag. Men kwam
op het idee voor de berging een constructie
te gebruiken, zoals de Amerikanen die be
zitten voor olieboringen in de Golf van
Mexico: een drijvend eiland van buizen, dat
men aan de grond zet waar men wil
werken.
Maar uiteindelijk bleef het plan tot de textiel-
bouw van een werkput over. Men stich'te
in het land aan de Zaan een Coöperatieve
Bergingsvereniging en tenslotte kwam er
nog kapitaal bij uit het buitenland.
De werkput of toren van staal en beton
zal zes en twintig meter hoog worden en
tien meter in doorsnee zijn, wat een con
structie van 970 ton zal geven. De water-
verplaatsing wordt ongevec- 1170 ton
groot. De werkput, waarvan een model
door het Waterloopkundig Laboratorium in
Delft met succes is beproefd, is het beste te
vergelijken met een enorme staande ketel,
die boven op het luik, waaronder zich het
goud bevindt, komt te staan. De „ketel" is
in kamers verdeeld, waarin men het zee
water kan laten binnenstromen, om de
constructie te doen zakken. Onderin de
„ketel" is dan de werkkamer gebouwd, die
acht by acht meter groot is.
Om het geval niet te laten omslaan door
de sterke zeestroom bij het Molengat of
door de zeegang, heeft men een uitstekende
rand van vijf meter aan de onderzijde ge
maakt. In deze rand komen ernorme pen
nen, die de zaak stevig in de kleigrond
moeten verankeren. In het binnenste van
de tien meter brede put wordt een koker
aangebracht, waardoor de schatgravers zich
in de werkkamer kunnen laten zakkc
Dan komt de tijd om uit de werkkamer
die versche lucht krijgt van compres
soren de aanval op het schip te openen.
Een drie meter brede en vier meter lange
koker laat men vervolgens via een in de
bodem van de werkkamer gemaakt gat in
de kleilaag,. zakken. Peilingen zullen moe
ten aangeven, dat de koker precies boven
het luik wordt neergelaten. De klei kan dan
uit de smalle koker worden verwijderd en
opgeslagen in kisten in de werkkamer. In
totaal is dit 17 m3. Mocht er grondwater
zijn, dan wordt dit weggepompt. Achter
een luik moet dan de goudschat 'iggen.
Het aanbod van mannelijke arbeids
krachten steeg in December als gevolg van
het winterseizoen met 29.375, hetgeen
volgt uit de toeneming van het aantal
werklozen van 66.326 tot 91.206 en het
aantal op door de D.U.W. gesubsidieerde
objecten werkzame personen van 15.911
tot 20.406.
Het beschikbare aanbod van bouwvak
arbeiders steeg van 12.464 tot 19.645,
veenarbeiders van 1655 tot 2281, metaal
arbeiders van 5045 tott 5882, transport-
personeel van 5453 tot 6873 en losse
arbeiders van 15.158 tott 20.860.
Het aantal openstaande aanvragen voor
mannelijke arbeidskrachteen daalde van
25.257 tot 21.030.
In vergelijking met eind 1952 was het
aanbod van mannelijke arbeidskrachten
eind 1953 rond 55.000 lager. Deze aanzien
lijke daling is een gevolg van de uit de
watersnood voortvloeiende werkgelegen
heid, de gunstige weeromstandigheden in
December, de conjunctuurverbetering met
name in de metaalnijverheid en in de
en de schoenen- en confectie-
industrie en tenslotte de plaatsingsmoge
lijkheid voor arbeidskrachten bij openbare
werken, boerenwerken en cultuurtech
nische werken.
De werkloosheid was eind November
het hoogst in Groningen met 50 werklozen
per 1000 mannelijke beroepsbeoefenaren
en het laagst in Limburg met 14. Het
rijksgemiddelde bedroeg 29 tegen 21 op
30 November.
Het aantal als werkloos geregistreerde
vrouwen steeg van 8034 tot 8598. De vraag
naar vrouwelijk personeel daalde van
21.071 tot 20.102.