ZE VEN DA GEN HAARLEM Uitvinders profiteren gemiddeld geen vijf jaar van hun octrooi Tweeduizend groentekisten van Beverwijkse veiling verdwenen G Haarlemse ingenieur springt in de bres voor collega-uitvinders OSRAM lam pen „Het Witte Legioen" in het Fries KEml£RdW- Van mensen en dingen onder de Damiaatjes Franka-Bruin VRIJDAG 22 JANUARI 1954 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 5 Strubbelingen Karrevr achten Eltenaren ontstemd B.B.-contactavond in Haarlem-Oost Internationaal contact Drie verdachten voor Haarlemse rechtbank MODERN PORTRAIT SERVICE Slechte propaganda voor Nederland De 59, niet-politiek 25 jaar knippen Onzichtbare man 90 jaar De historie van het papier •"ranke Arbeider van 7 meter hoogte gevallen Onvindbare brandstichter „Een uitvinder wordt gewoonlijk door de mensen niet au serieux genomen. Een beetje meewarig haalt men de schouders op voor iemand, die al zijn krachten en energie inspant om zijn idee bij de andere mensen ingang te doen vinden. Hij 'bewan delt zijn eigen weg, zich banend door de woestijn van onbegrepenheid, bespotting, afgunst, roverij en broodnijd", aldus ir. P. A. Dozy, secretaris van het Nederlands Genootschap van Uitvinders in het mededelingenblad van dit genootschap. Een kras, maar duidelijk woord, dat de werkelijkheid maar al te goed weergeeft. Want het komt er inderdaad taak op neer, dat men een uitvinder bespot om zijn pogingen, iets nieuws, dat enig op de wereld is, te creëren. Maar ook, wanneer een ieder gebruik maakt van die vinding, dan nog komt hij er bekaaid af, want niemand denkt dan aan de man, die er, misschien wel jaren lang, aan heeft gewerkt. Heeft trouwens zo'n uit vinder een vinding gedaan, dan loopt hij van alle kanten gevaar, dat deze hem zal worden ontfutseld, want overal staan aasgieren klaar, om met de eer en vooral de eventuele verdiensten te gaan strijken. In vrijwel alle gevallen is de uitvinder zo weinig bemiddeld1, dait hij zijn vinding sléchts met grote moeite aan de man kan brengen. Eerst moet hij octrooi zien te verkrijgen en is dat eenmaal gelukt, dan dient hij te zorgen voor een gunstige ex ploitatie van zijn artikel. Aangezien de kosten, die aan dit alles vast zitten, zeer hoog zijn en de Neder landse uitvinders van een knaiuw onderling contact veel voordeel kunnen ondervin den, besloot men dan ook enige jaren ge leden een vereniging van uitvinders op te richten. Dezer dagen hadden wij een onderhoud met d>e Haarlemmer ir. P. A. Dozy, de op richter van het verbond van uitvinders, die ons in het kort de geschiedenis van dit verbond vertelde. We spreken daarom niet van genootschap, omdat het verbond in zijn kort bestaan neeidls een grote ver andering heeft ondergaan. Nadat name lijk op 10 Juni 1950 door de heer Dozy de Nederlandse Vereniging van Uitvinders was opgericht, bleek al spoedig, dat een deel der bestuursleden er op uit was, om ten koste van de vereniging zoveel moge lijk persoonlijk voordeel te behalen, d'aar- bij gesteund door een aantal leden, zo zegt de heer Dozy. De bestuurssfcrubbe- lingen werden zo heftig, dat men tenslot te besloot, de vereniging te ontbinden, waarna onmiddellijk een nieuwe in het leven werd geroepen, namelijk het Ne derlands Genootschap van Uitvinders. Dit genootschap poogt een zó groot mogelijke samenwerking tussen de uitvinders tot stand te brengen, onder meer door het uitwisselen van gedachten, waarbij men elkaar niet zelden grote diensten kan be wijzen. Doch ook met fabrikanten en zakenlie den wensen de uitvinders in nauw contact te geraken, hetgeen alle dtrie partijen ten goede kan komen. Daarbij is de hoop van het bestuur van het N.G.V.U. gevestigd op het mededelingenblad, dat evenwel door het ontbreken van voldoende geldmidde len nog niet geregeld kan verschijnen. Want de strubbelingen in het bestuur heb ben de voormalige vereniging veel leden gekost, maar nu heeft men dan ook de betrouwbare kern overgehouden. Wanneer een uitvinder zich met zijn vinding richt tot het genootschap, dan valt deze onder de hoede van ir. Dozy, die eerst terdege onderzoekt of de uitvinding wel kans van slagen heeft. Daarna dient hij een octrooi-aanvrage in bij de Octrooi- raad in Den Haag, waar hij zelf tweemaal per week zit, om zijn klanten te verdedi gen. Een vooronderzoeker van de Octrooi- raad gaat namelijk grondig na, of de vin ding al op de wereld bestaat en zo ja, dan maakt hij de octrooinummers bekend die de vinding „aanvallen". Daarna is het dfö taak van de heer Dozy te bewijzen, diat de vinding toch iets nieuws is. Hij krijgt hiervoor op de Octrooiraad de beschikking over alle Nederlandse lectuur, die van be lang kan zijn, en, zo hij de nummers weet van buitenlandse vindingen, die iets weg hebben van de huidige uitvinding, ook de buitenlandse lectuur. Mocht deze niet voorradig zijn, dan moet ze besteld wor den. Het gebeurt niet zelden, d'at die heer Dozy karrevrachten boeken moet door werken, maar aangezien hij-zelf het klap pen van de technische zweep goed kent - hij heeft zelf negen octrooien op zijn naam staan en enkele nieuwe aangevraagd - valt die hoeveelheid nog wel een beetje mee. Wanneer hij voldoende bewijzen in han den heeft, dient hij bij de raad het ver weer in. Wanneer de Octrooinaad dan vindt, dat de uitvinding openbaar gemaakt kan worden, verschijnt deze iin „De In- Nederland heft belasting op Duitse uitkeringen In Elten, dat door de grenscorrecties destijds Nederlands gebied is geworden, is enige ontstemming ontstaan over het feit dat de Nederlandse belastingdienst inkom stenbelasting wil heffen van de uitkerin gen, die oorlogsslachtoffers van de Duitse overheid ontvangen. In Duitsland wordt van deze uitkeringen geen belasting ge heven. Een delegatie van Eltense oorlogsslacht offers heeft thans in Bonn met vertegen woordigers van de West-Duitse bondsrege ring besprekingen gevoerd en erop aange drongen, langs diplomatieke weg met Ne derland overleg te plegen over deze kwes tie en te trachten de belastingheffing on gedaan te maken. Er zijn ook moeilijkheden met de zieken fondsverzekering, daar tal van inwoners van Elten nog onder een Duitse regeling vallen en daarvoor altijd premie hebben betaald. Men hoopt dat ook deze aangele genheid kan worden geregeld. ADVFRTF.NTJF O •i' n 11 ïi beter licht voor huishouding en industrie Vraag L/w leverancier In het gebouw, van de speeltuin Ooster kwartier werd gisteren voor Wijk IV van de Bescherming Bevolking een contact avond gehouden. Het wijkhoofd, de heer F. A. Neuman, liet een opwekkend toe spraakje aan het programma voorafgaan waarin hij zeide dat de 15 blokploegen van deze wijk nog niet geheel bemand zijn, zodat er activiteit van de vrijwilligers ver wacht wordt om ook de nog lege plaatsen bezet te krijgen. Gedurende een groot deel van de avond trad de Boerenkapel „De Hooimijters" op onder leiding' van de heer Th. van der Hoeven, die tevens zorg droeg voor enige conférence. De sneltekenaar J. Vegter, die met pianobegeleiding zijn illustratieve bijdrage leverde, boekte veel succes. Er werden voorts enige schets jes opgevoerd. De avond werd bijgewoond door het Hoofd Bescherming Bevolking in Haarlem, de heer H. J. de Vries en zijn plaatsvervanger, de heer M. List. dustriële Eigendom", als het ware de Staatscourant van de Octrooiiraad. Zijn er vier maan dien na het tijdstip van publi catie geen bezwaren van particulieren binnengekomen, dian verkrijgt de uitvin der zijn octrooi. Deze hele procedure vengt een tijdsduur van ongeveer tweeëneenhalf jaar. Na achttien jaar wordt dit octrooi los gelaten; iedereen kan dan ten volle van de vinding profiteren. De statistieken wijzen evenwel uit 'dat een verleend octrooi slechts viereneenhalf jaar vruchten af werpt. Daarna is de vinding meestal weer verbeterd en het is nu eenmaal zo, dat wanneer een ander een belangrijke verbe tering op de vorige uitvinding aanbrengt, hij hierop octrooi kan aanvragen. De heer Dozy vertelde ons, dat hij aan sluiting heeft met de Franse, Belgische en West-Duitse zusterorganisaties; hij overweegt zelfs aansluiting met die Cana dese uitvinders. Dit internationaal contact kan zeer gunstig zijn ten opzichte van de uitwisseling van octrooien. Het bestuur van het N. G. V. U. ziet met spanning de dagen van 25 Mei tot 8 Juni 1954 tegemoet. Dan wordlt namelijk in het Ahoy-gebouw te Rotterdam de in ternationale tentoonstelling ter be ver de- Dat een uitvinder niet alleen een groot technicus moet zijn, maar ook een grote bedrevenheid behoort te bezitten in het leggen van eieren van Columbus, blijkt wel uit deze foto van een van die vindingen, waarop men, via het Genootschap, octrooi hoopt te verkrijgen. ring van handvaardigheid en vrijetij'dlsbe- steding „De Gouden Schakel" gehouden. Het N.G.V.U. heeft een behoorlijke plaats ruimte op deze tentoonstelling toegemeten gekregen. Een mooie gelegenheid om te tonen wat het waard is! ADVERTENTIE i HUURVERHOGING! Dat is erggelukkig maar dat de prijs van REMIA margarine niet verhoogd is! Amateurtoneel MIRROFLEX SYSTEEM Uw beste portret op de prettigste manier - Schoterweg t/o de Ripper dakazerne. De Friese vereniging „Gijs'oert Japicx" te Haarlem heeft weer eens bezoek gehad van de toneelgroep van 'haar zustervereni ging „It Pompehlêd" uit Bussum, die iin ge bouw St. Bavo „Het Witte Legioen" van Maarten van Vucht in de Friese vertaling van L. de H*oop voor het voetlicht bracht. De drie bedrijven spelen in een ziekenhuis, waarin blijkbaar alleen militairen ver pleegd worden, maar dat toch geen mili taire inrichting is, omdat er een directrice aan het hoofd staat. In het eerste bedrijf wordt men reeds omstan.dig in lange dialogen in kennis gesteld van de inter ne verwikkelingen tussen doktoren, ver pleegsters en zelfs tussen een ruige een armige patiënt en een levenslustige werk ster, en daarna ontwikkelt zich tegen deze achtergrond van bijkomstigheden lang zaam het grote conflict, dat in het laatste bedrijf op een weinig originele marnier wordt opgelost. Dat grote conflict leidt tot het ontslag van de assistente van de direc trice, die het slachtoffer wordt van een uit naijver intrigerende collega. Maar op Kerstavond, als de zuster van de intrigan te, bij een auto-onigeluk ernstig gewond, het ziekenhuis wordt binnengebracht, redt de ontslagen assistente toevallig aanwe zig het leven van de gewonde door haar bloed voor een transfusie af te staan. En na deze ontroerende climax, waarbij nogal duchtig gespeculeerd wordt op de senti menten van de toeschouwers, keert ook de vrede in het ziekenhuis terug. De dames en heren uit Bussum zijn er niet geheel in geslaagd ons dit alles als een levende werkelijkheid voor ogen te stellen. Dat zou misschien bij een grotere rolvastheid wèl het geval geweest zijn; nu was men vaak gehandicapt door gebrekki ge rolkennis, hetgeen vooral in het eerste bedrijf het tempo zeer vertraagde. De „foarsizzer" had het niet gemakkelijk en was vaak achter in de zaal duidelijk te verstaan, hetgeen niet van alle actrices en acteurs gezegd kan worden. Desondanks waren er vele goede mo menten. Vooral het derde bedrijf maakte veel goed en leverde het bewiis, dat deze Bussumse groep over krachten beschikt die tot uitstekende prestaties in staat zijn. Van hen mogen speciaal mevrouw J. J. de Hoop-Jorna, mevrouw I. Zeilstra-Roode en de heren P. Veening en P. de Vries ge noemd wordenSK Donderdagmorgen stond voor de Haar lemse rechtbank de 35-jarige emballage- knecht G. F. D. terecht, die in dienst van de Coöperatieve tuindersvereniging „Ken- nemerland" G.A. in Beverwijk gedurende de tijd van Augustus 1952 tot November 1953 op vrij geraffineerde wijze een groot aantal groentekisten verduisterd zou heb ben. Hoeveel kisten het nu eigenlijk waren is op de zitting niet komen vast te staan, maar de Officier van Justitie, mr. B. van der Burg, was van mening dat men kon aannemen, dat het er ongeveer tweedui zend geweest waren. De verdachte was werkzaam op het op slagterrein van de veiling aan de Adri- chemstraat in Beverwijk en zou voor twee vrachtrijders bij het uitschrijven van de statiegeldbonnen te grote hoeveelheden kisten vermeld hebben. De vrachtrijders gingen naar de.kassier van de veiling en ontvingen daar voor elke kist drie gulden. Twee gulden stonden zij af aan de embal lageknecht. Ook op andere, vrij ingewik- kende manieren zouden er nog kisten uit de opslagplaats zijn verdwenen totdat ech ter in November van het vorig jaar de di recteur van de veiling, die argwaan koes terde, de knecht naar een andere afdeling overplaatste. De knecht, bevreesd voor de ontdekking van de verduistering, zou toen, volgens zijn eigen verklaring, het kantoor van de vei ling hebben opengebroken. Hij nam enkele administratieve bescheiden mee en ver brandde de voor hem belangrijke papieren. De Officier van Justitie, mr. B. van dei- Burg, was van mening, dat „Kennemer- land" voor enkele duizenden guldens schade had geleden en eiste tegen de em ballageknecht een gevangenisstraf voor de ADVERTENTIE rl~ ZIJLSTR.56 HAARDEN GASFORNUIZEN Tijdens haar tocht door Nederland heeft op het traject VenloAmsterdam een Franse Rallye-équipe bij een benzinelaad- station, betalende met een bankbiljet van honderd gulden, drie verlopen en dus waardeloze briefjes van vijfentwintig gul den als wisselgeld teruggekregen. Deze af keurenswaardige practijk, waarvan ook reeds buiteniandse kranten melding maak ten, heeft uiteraard een bijzonder slechte indruk nagelaten. De K.N.A.C. spoort de dader aan om het onrechtmatig verkre gen bedrag van vijfenzeventig gulden ano niem aan haar terug te zenden, waarna de Automobielclub ervoor zal zorgen, dat het geld in het bezit komt van de gedupeerde équipe. De op Nederland geworpen blaam zou op deze wijze gedeeltelijk kunnen worden uitgewist, daar de K.N.A.C. niet zal nalaten, de pers in binnen- en buiten land van het teruggeven van het bedrag op de hoogte te stellen. elijk een komeet het zon- 59-jarige heer Jan Prikkel (Arbeid) vandaag onze zo nauwgezet in acht genomen alfabetische orde der raads leden. En met reden. Want morgenmiddag recipiëert de heer Prikkel in zijn woning aan de Rechthuisstraat ter gelegenheid van zijn veertig jarige lotsverbondenheid met de Rijksbelastingdienst. Het raadslid van de dag komt uit het Friese dorpje Koudum. Op zijn tiende jaar was hij daar op de lagere school, zoals zijn onderwijzer het uitdrukte, al uitgestu deerd en werd hij naar huis gestuurd. Daar konden ze best wat extra inkomsten ge bruiken, want hij was de oud ste van een schildersgezin, dat twaalf kinderen zou tellen. Voor zijn militaire dienst werkte hij bij een bakker, maar hij bracht ook de ener gie op een avondschool te be zoeken en hij deed veel aan zelfstudie. Dat verschafte hem al voldoende ondergrond om in dienst de sergeants strepen te kunnen halen. De wapenrok verhinderde hem trouwens niet schriftelijke lessen te volgen, waaraan hij het dankte, dat hij na de dienst werd aangesteld tot kommies bij de douanedienst in Winschoten en Vrieselo. Van toen af kon men hem gelijk een zwerfsteen dan in deze, dan in gene plaats zien opduiken, altijd weer bij de belastingdienst, waarin hij geleidelijk opklom tot zijn huidige rang van hoofdassi stent bij de invoerrechten en accijnzen. Sneek, Amsterdam, Vlaardingen bij een van zijn uitstapjes naar Rotterdam leerde hij de tegenwoordige mevrouw PrikkelVan der Mark kennen Loenen aan de Vecht, Loosdrêcht, Breu- kelen, tot hij tien jaar geleden op zijn verzoek naar Haarlem werd overgeplaatst. Dat is, zeer in het kort, zijn ambtelijke loopbaan. Maar er is ook een andere kant aan het leven van de heer Prikkel, namelijk de vele uren wel eens meer dan zijn vrouw lief is! welke hij wijdt aan het sociale en politieke leven. Zijn werkzaamheid in die sectoren was en is zo omvangrijk, dat wij haar in de volgende op- Mevrouw Prikkel verkwikt haar echtgenoot met een kopje thee tijdens dc vele schrijverij voor zijn organisatie. somming zeker geen recht doen wedervaren. Wil men een beginpunt nemen, dan moet men jaren teruggaan, naar Loosdrêcht, waar hij als belastingambtenaar zag hoe ernstige ziekte gezinnen finan cieel aan de grond kan bren gen. Daarom stichtte hij daar een „Onderlinge vereniging voor vrij vervoer en zieken- huisverpleging", waarvan hij nu nog ere-voorzitter is. In Breukelen deed hij hetzelfde. Hij was dertien jaar secretaris van de afdeling Utrecht van het Christelijk Nationaal Vak verbond en ook secretaris van het districtsbestuur daarvan. Hij was jarenlang penning meester van de Christelijk Nationale Werkmansbond en redigeerde daarvoor het week blad „De Voorzorg". Hij was medewerker aan het maand blad van de Christelijke bond van belastingambtenaren, pen ningmeester van het fonds „Hulp in nood", commissaris van de Ubo, hij richtte in Haarlem de oudervereniging van de Marnixschool op, de eerste oudervereniging bij een bijzondere school in ons land. Hij was twaalf jaar ouder ling van de Nederlands Her vormde kerk, ook scriba van de kerkeraad. Hij was en is nog steeds met grote toewij ding werkzaam in het bestuur van de Hervormde organisatie van gemeenteleden in dienst der kerk, die de lidmaten wil vormen tot bewuste en vol waardige leden van de kerk. Deze enorme werkkracht bracht en brengt hij op on danks een kwetsbare gezond heid en de zorg voor een ge zin met drie kinderen. Maar hij putte altijd kracht uit de woorden van Talma: „Het is uiteindelijk niet het recht van de mens dat we zoeken, maar Gods recht." Was de heer Prikkel voor de oorlog politiek bij de Chris telijk Historische Unie aange sloten waarin hij hard maar vergeefs gestreden heeft voor de opheffing van het bankgeheim, waarvan hij de noodzaak ook door zijn werk inzag na de oorlog kwam hij door zijn geloof tot de op vatting, dat zijn plaats was in de rijen van de Partij van de Arbeid, waarvan hij thans afdelingsvoorzitter is. Wel bleef hij aangesloten bij het C.N.V. Ook zijn ervaringen tijdens de bezetting droegen tot die ontwikkeling bij. Als commandant van een verzets- compagnie in Haarlem-Noord en toegevoegd officier der Bin nenlandse Strijdkrachten er voer hij de waarde van samen werking met groepen van ver schillende levensovertuiging. Daar evenals in zijn werk bij de belastingen begon hij met de mensen te vertrouwen. „Daar ben ik altijd goed bij gevaren," zegt hij. En ook daarom zullen velen hem morgen komen feliciteren. Morgen beleeft kapper A. de Jong een belangrijke dag. Hij zal dan mettrots terug denken aan het moment, dat hij als negentienjarige jongen een huis aan dé Doelstraat betrok met het doel een groot kapper te worden, nu vijfen twintig jgar geleden. Als hij thans zijn zaak aan de Jaco- bijnestraat overziet, zal hij glimlachen om 1929, toen hij zich moest behelpen met een eenvoudige apparatuur, en één hulpje. „Ik kan mijn klanten nu niet meer tellen," zegt de heer De J'ong; terwijl veertien assistenten rustig hun werk doen. Op een concours voor Nederlandse knippers ver wierf hij in 1947 het Neder lands kampioenschap. In het zelfde jaar nam hij deel aan de Coupe Mondiale de la Coif fure in Parijs. Daar ging hij strijken met de derde prijs. Voorts maakt de heer De Jong deel uit van enkele landelijke en plaatselijke besturen van kappersclubs en -organisaties. Op een receptie in een der zalen van „Die Raeckse" zal de jubilaris ongetwijfeld vele handen moeten schudden. „Zogaat u daar maar even zitten," zegt een stem die uit het niet schijnt te komen. „Mooi, en nu even in spiegel één kijkenja, nu het hoofd langzaam wenden tot u spiegel vier ziet. Uw kin iets omhoog, juist, en nu even houden zo. Dank u!" Zo vlot gaat dat in zijn werk als men zich volgens een nieuwe methode „pijn loos" laat vereeuwigen. Een Haarlemse fotograaf aan de Schoterweg merkte op, dat het noodzakelijk ge- manipuleer met camera's, re flectoren en schijnwerpers op sommige van zijn klanten de zelfde uitwerking had als de boormachine van eon tand arts: zij werden er „dood zenuwachtig" van. Nu is dat voor een tandarts geen on overkomelijk bezwaar, maar voor een portretfotograaf lig gen de zaken anders, want van hypernerveuze lieden kan men maar moeilijk een bevredi gend conterfeitsel maken. Dit bracht deze fotograaf op het idee om zijn hele kiek- apparatuur te camoufleren. Zichzelf en zijn camera ver borg hij achter glas en zwart gaas in een hokje, dat aan de kant van het atelier uitmond de in een soort reuzen-kap tafel, waarop vijf genummer de spiegels waren gemonteerd, terwijl hij zijn opnamelampen op strategische wijze in de zijpanelen en in het plafond liet inbouwen. Als er een klant voor de tafel zit, trekt de fotograaf zich in zijn schuilhoek terug om op het camera-matglas zijn „slachtoffer" te bestuderen. Via een drievoudig luidspre kersysteem wordt de „patiënt" verzocht, achtereenvolgens in elk der .vijf kapspiegels te kijken, totdat de gunstigste pose gevonden is en de foto gemaakt wordt. Dit systeem heeft het grote voordeel, dat de klant in kwestie de foto graaf en zijn „martelwerktui gen" niet ziet en tevens in de spiegels zijn eigen gezichts uitdrukking controleren kan, waardoor hij niet verstart in de bekende „poseervrees". Fotograaf Grommers, die nu al een halfjaar lang met dit systeem werkt, is er zeer tevreden over. Toen een Haarlemmer dezer dagen ter ere van zijn ver jaardag tussen de bloemetjes zat, zal hij zich duidelijker dan ooit hebben herinnerd, dat hij lang geleden bloemist is geweest. Reden om het te vergeten had hij wel, want dat was ongeveer zeventig jaar geleden. Het is de heer H. M. Out. Hij bereikte als een kerngezond mens de negentig en gaat opgewekt in gezelschap van zijn vrouw, twee kanaries, twee honden en een kat naar de honderd. De heer Out was op zijn ver jaardag bovendien precies vijfentwintig jaar gepension- neerd bij het Gemeente Gas bedrijf. Hij heeft geholpen de fundamenten daarvan te leg gen: een gebeurtenis om nog eens aan terug te denken. tijd van twaalf maanden, waarvan vier voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Mr. J. Jansonius, de verdediger, achtte de geëiste straf veel te hoog en bepleitte, vooral met het oog op de huiselijke om standigheden van zijn cliënt, clementie. Tegen de 33-jarige vrachtrijder C. B. uit Heilo eiste de Officier van Justitie een ge vangenisstraf voor de tijd van drie maan den. B. had de vierhonderd gulden, die hij aan de transacties had „verdiend", reeds terugbetaald. Tegen de 63-jarige vrachtrijder-groente man P. d. V. uit Heemskerk eiste de Offi cier van Justitie een gevangenisstraf van een half jaar met aftrek van het voorarrest. De beide verdedigers van de vracht rijders, mr. W. A. Dunbar en mr. R. K. P. Kalbfleisch, meenden dat de tenlastegeleg- de heling niet bewezen kon worden geacht en vroeg vrijspraak subsidiair clementie. De uitspraak werd door de rechtbank bepaald op 4 Februari. Er was veel belangstelling voor de lezing over het ontstaan van papier, welke ir. C. Pels voor de Volksuniversiteit in oud- Schoten in de Emmaschool gehouden heeft. De inleider gaf een overzicht van de ver schillende ontwikkelingsfasen die het schrijfpapier in de loop der tijden heeft doorgemaakt. De eerste schrifturen werden op bamboestengels, op klei- of op wastafels gesteld. Later heeft men allerlei weder- waardigs op papyrusrollen geschreven. Uit het Oosten kwam na 900 het dierlijk per kament. Dit was veel sterker dan de papy rus. De export naar onze gebieden werd bespoedigd door een papieroorlog tussen Perzië en Egypte. Perzië trok namelijk de als zeer bekwaam bekend staande Alexan- drijnse bibliothecarissen tot zich, waarop het. land aan de Nijl reageerde door de pa- pieruitvoer naar Perzië stop te zetten. Nu moest men in dat laatste land zelf aan de slag en dat leidde tot de uitvinding van het perkament, in het stadje Pergamon. Lang zamerhand kwam het nieuwe procédé ook in Europa, waar het een duurzaam mate riaal voor de bekende monniken-hand schriften bleek. Ook in onze tijd wordt het nog wel gebruikt, o.a. voor oorkonden. In China, waar men op bamboestengels, later op zij den weef seis schreef, zeefde later Tj'ai Lun een mengsel van uitgeplozen touw, delen van de bast van de moerbei boom en van oude visnetten op een bam- boezeef. Het vlies dat hierbij ontstond, bleek geschikt voor het aanbrengen van geschriften, een ontdekking, die Tj'ai Lun geen windeieren legde; hij werd zelfs tot minister benoemd. De werkwijze van de moderne papiermolen berust nog steeds op het principe van Tj'ai Lun. Van de Chinezen keken Japanners en Koreanen de kunst af en de Arabieren werden er mee geconfronteerd, toen zij in 751 een aantal zonen van het Land van de Rijzende Zon gevangen namen. Via Spanje en Frankrijk kwam het procédé in ons land, maar ook van het Midden-Oosten uit, door Duitsland, bracht men het mee. Tussen de 12de en 13de eeuw maakten wij er kennis mee. De spreker wees er op dat de papier molens uit die tijd kostbaar waren en langzaam maalden. In 1670 gebruikte men in Zaandam voor het eerst de „Hollander": een ronde bak met tussenschot, waarin messen de papierbrij uitwreven. De Hollan der wordt nog steeds gebruikt. In een korte film liet de heer Pels zien hoe in de tijd van de gilden papier ge maakt werd. Hierbij vertelde hij tevens een en ander over het gildewezen. De pa piermakers hadden het recht bij hun patroon aan tafel mee te eten, maar dik wijls gebeurde het, dat de baas een kwar tier eerder begon en de knechten dan maar moesten zien hoe zij zich binnen de ge stelde tijd verzadigden. Dat zij daardoor in het vlug-eten een bijzondere routine verkregen bewijst de uitdrukking „hij eet als een papiermaker". In 1843 ontdekte de Duitser Keiler dat ook gemalen kersenpitten een papje op leverden dat een vlies ging vormen. Door dit principe uit te werken kreeg men het eerste papier uit hout vervaardigd. Dertig jaar later werd het kookproces van hout toegepast en maakte men papier uit hout slijp. Na de pauze werd een tweede film ver toond. Zij toonde het papierbedrijf in Vel- sen. Vermelding verdient nog dat ons land per jaar 380.000 ton krantenpapier fabri ceert, of één percent van de werldproduc- tie. ADVERTENTIE Alles wat de hele tarwekorrel aan smaak en voeding te bieden heeft vindt U in Gesneden en verpakt tarwebrood Meer dan een halve eeuw toonaangevend Op het terrein van de Eerste Neder landse Coöperatieve Kunstmestfabriek te Vlaardingen is hedenochtend om zes uur de 53-jarige ongehuwde arbeider J. van G. uit Vlaardingen, die bezig was met het schoonmaken van een windscherm op het bordes van de aftapinrichting op een hoogte van zeven meter, gevallen en kort daarna overleden. De politie van Oud- en Nieuw Gastel in West-Brabant zoekt naar een brandstich ter, die het op de stromijten van de land bouwers heeft voorzien. Sinds October zijn steeds op Zondagavonden stromijten in vlammen opgegaan, soms op drie plaatsen tegelijk. De totale schade loopt in de dui zenden guldens. Iedere Zondagavond neemt de politie uitgebreide voorzorgsmaatregelen, maar desondanks brak er Zondag j.l. weer brand uit. De burgemeester heeft nu een beloning van 250 uitgeloofd voor degene, die aan wijzingen geeft welke tot aanhouding van de brandstichter leiden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 7