ZE VEN DA GEN HAARLEM
Uitvinders profiteren gemiddeld
geen vijf jaar van hun octrooi
Tweeduizend groentekisten van
Beverwijkse veiling verdwenen
G
Haarlemse ingenieur springt
in de bres voor collega-uitvinders
OSRAM lam pen
„Het Witte Legioen"
in het Fries
KEml£RdW-
Van mensen en dingen
onder de Damiaatjes
Franka-Bruin
VRIJDAG 22 JANUARI 1954
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
5
Strubbelingen
Karrevr achten
Eltenaren ontstemd
B.B.-contactavond
in Haarlem-Oost
Internationaal contact
Drie verdachten voor Haarlemse rechtbank
MODERN PORTRAIT SERVICE
Slechte propaganda
voor Nederland
De 59, niet-politiek
25 jaar knippen
Onzichtbare man
90 jaar
De historie van het papier
•"ranke
Arbeider van 7 meter
hoogte gevallen
Onvindbare
brandstichter
„Een uitvinder wordt gewoonlijk door de mensen niet au serieux genomen. Een
beetje meewarig haalt men de schouders op voor iemand, die al zijn krachten en
energie inspant om zijn idee bij de andere mensen ingang te doen vinden. Hij 'bewan
delt zijn eigen weg, zich banend door de woestijn van onbegrepenheid, bespotting,
afgunst, roverij en broodnijd", aldus ir. P. A. Dozy, secretaris van het Nederlands
Genootschap van Uitvinders in het mededelingenblad van dit genootschap. Een kras,
maar duidelijk woord, dat de werkelijkheid maar al te goed weergeeft. Want het komt
er inderdaad taak op neer, dat men een uitvinder bespot om zijn pogingen, iets nieuws,
dat enig op de wereld is, te creëren. Maar ook, wanneer een ieder gebruik maakt
van die vinding, dan nog komt hij er bekaaid af, want niemand denkt dan aan de
man, die er, misschien wel jaren lang, aan heeft gewerkt. Heeft trouwens zo'n uit
vinder een vinding gedaan, dan loopt hij van alle kanten gevaar, dat deze hem zal
worden ontfutseld, want overal staan aasgieren klaar, om met de eer en vooral de
eventuele verdiensten te gaan strijken.
In vrijwel alle gevallen is de uitvinder
zo weinig bemiddeld1, dait hij zijn vinding
sléchts met grote moeite aan de man kan
brengen. Eerst moet hij octrooi zien te
verkrijgen en is dat eenmaal gelukt, dan
dient hij te zorgen voor een gunstige ex
ploitatie van zijn artikel.
Aangezien de kosten, die aan dit alles
vast zitten, zeer hoog zijn en de Neder
landse uitvinders van een knaiuw onderling
contact veel voordeel kunnen ondervin
den, besloot men dan ook enige jaren ge
leden een vereniging van uitvinders op te
richten.
Dezer dagen hadden wij een onderhoud
met d>e Haarlemmer ir. P. A. Dozy, de op
richter van het verbond van uitvinders,
die ons in het kort de geschiedenis van
dit verbond vertelde. We spreken daarom
niet van genootschap, omdat het verbond
in zijn kort bestaan neeidls een grote ver
andering heeft ondergaan. Nadat name
lijk op 10 Juni 1950 door de heer Dozy
de Nederlandse Vereniging van Uitvinders
was opgericht, bleek al spoedig, dat een
deel der bestuursleden er op uit was, om
ten koste van de vereniging zoveel moge
lijk persoonlijk voordeel te behalen, d'aar-
bij gesteund door een aantal leden, zo
zegt de heer Dozy. De bestuurssfcrubbe-
lingen werden zo heftig, dat men tenslot
te besloot, de vereniging te ontbinden,
waarna onmiddellijk een nieuwe in het
leven werd geroepen, namelijk het Ne
derlands Genootschap van Uitvinders. Dit
genootschap poogt een zó groot mogelijke
samenwerking tussen de uitvinders tot
stand te brengen, onder meer door het
uitwisselen van gedachten, waarbij men
elkaar niet zelden grote diensten kan be
wijzen.
Doch ook met fabrikanten en zakenlie
den wensen de uitvinders in nauw contact
te geraken, hetgeen alle dtrie partijen ten
goede kan komen. Daarbij is de hoop van
het bestuur van het N.G.V.U. gevestigd op
het mededelingenblad, dat evenwel door
het ontbreken van voldoende geldmidde
len nog niet geregeld kan verschijnen.
Want de strubbelingen in het bestuur heb
ben de voormalige vereniging veel leden
gekost, maar nu heeft men dan ook de
betrouwbare kern overgehouden.
Wanneer een uitvinder zich met zijn
vinding richt tot het genootschap, dan
valt deze onder de hoede van ir. Dozy, die
eerst terdege onderzoekt of de uitvinding
wel kans van slagen heeft. Daarna dient
hij een octrooi-aanvrage in bij de Octrooi-
raad in Den Haag, waar hij zelf tweemaal
per week zit, om zijn klanten te verdedi
gen. Een vooronderzoeker van de Octrooi-
raad gaat namelijk grondig na, of de vin
ding al op de wereld bestaat en zo ja, dan
maakt hij de octrooinummers bekend die
de vinding „aanvallen". Daarna is het dfö
taak van de heer Dozy te bewijzen, diat
de vinding toch iets nieuws is. Hij krijgt
hiervoor op de Octrooiraad de beschikking
over alle Nederlandse lectuur, die van be
lang kan zijn, en, zo hij de nummers weet
van buitenlandse vindingen, die iets weg
hebben van de huidige uitvinding, ook de
buitenlandse lectuur. Mocht deze niet
voorradig zijn, dan moet ze besteld wor
den. Het gebeurt niet zelden, d'at die heer
Dozy karrevrachten boeken moet door
werken, maar aangezien hij-zelf het klap
pen van de technische zweep goed kent -
hij heeft zelf negen octrooien op zijn naam
staan en enkele nieuwe aangevraagd -
valt die hoeveelheid nog wel een beetje
mee.
Wanneer hij voldoende bewijzen in han
den heeft, dient hij bij de raad het ver
weer in. Wanneer de Octrooinaad dan
vindt, dat de uitvinding openbaar gemaakt
kan worden, verschijnt deze iin „De In-
Nederland heft belasting
op Duitse uitkeringen
In Elten, dat door de grenscorrecties
destijds Nederlands gebied is geworden, is
enige ontstemming ontstaan over het feit
dat de Nederlandse belastingdienst inkom
stenbelasting wil heffen van de uitkerin
gen, die oorlogsslachtoffers van de Duitse
overheid ontvangen. In Duitsland wordt
van deze uitkeringen geen belasting ge
heven.
Een delegatie van Eltense oorlogsslacht
offers heeft thans in Bonn met vertegen
woordigers van de West-Duitse bondsrege
ring besprekingen gevoerd en erop aange
drongen, langs diplomatieke weg met Ne
derland overleg te plegen over deze kwes
tie en te trachten de belastingheffing on
gedaan te maken.
Er zijn ook moeilijkheden met de zieken
fondsverzekering, daar tal van inwoners
van Elten nog onder een Duitse regeling
vallen en daarvoor altijd premie hebben
betaald. Men hoopt dat ook deze aangele
genheid kan worden geregeld.
ADVFRTF.NTJF
O
•i'
n 11 ïi
beter licht voor huishouding en industrie
Vraag L/w leverancier
In het gebouw, van de speeltuin Ooster
kwartier werd gisteren voor Wijk IV van
de Bescherming Bevolking een contact
avond gehouden. Het wijkhoofd, de heer
F. A. Neuman, liet een opwekkend toe
spraakje aan het programma voorafgaan
waarin hij zeide dat de 15 blokploegen van
deze wijk nog niet geheel bemand zijn,
zodat er activiteit van de vrijwilligers ver
wacht wordt om ook de nog lege plaatsen
bezet te krijgen. Gedurende een groot deel
van de avond trad de Boerenkapel „De
Hooimijters" op onder leiding' van de heer
Th. van der Hoeven, die tevens zorg droeg
voor enige conférence. De sneltekenaar
J. Vegter, die met pianobegeleiding
zijn illustratieve bijdrage leverde, boekte
veel succes. Er werden voorts enige schets
jes opgevoerd. De avond werd bijgewoond
door het Hoofd Bescherming Bevolking in
Haarlem, de heer H. J. de Vries en zijn
plaatsvervanger, de heer M. List.
dustriële Eigendom", als het ware de
Staatscourant van de Octrooiiraad. Zijn er
vier maan dien na het tijdstip van publi
catie geen bezwaren van particulieren
binnengekomen, dian verkrijgt de uitvin
der zijn octrooi. Deze hele procedure vengt
een tijdsduur van ongeveer tweeëneenhalf
jaar.
Na achttien jaar wordt dit octrooi los
gelaten; iedereen kan dan ten volle van de
vinding profiteren. De statistieken wijzen
evenwel uit 'dat een verleend octrooi
slechts viereneenhalf jaar vruchten af
werpt. Daarna is de vinding meestal weer
verbeterd en het is nu eenmaal zo, dat
wanneer een ander een belangrijke verbe
tering op de vorige uitvinding aanbrengt,
hij hierop octrooi kan aanvragen.
De heer Dozy vertelde ons, dat hij aan
sluiting heeft met de Franse, Belgische
en West-Duitse zusterorganisaties; hij
overweegt zelfs aansluiting met die Cana
dese uitvinders. Dit internationaal contact
kan zeer gunstig zijn ten opzichte van de
uitwisseling van octrooien.
Het bestuur van het N. G. V. U. ziet
met spanning de dagen van 25 Mei tot 8
Juni 1954 tegemoet. Dan wordlt namelijk
in het Ahoy-gebouw te Rotterdam de in
ternationale tentoonstelling ter be ver de-
Dat een uitvinder niet alleen een groot
technicus moet zijn, maar ook een grote
bedrevenheid behoort te bezitten in het
leggen van eieren van Columbus, blijkt wel
uit deze foto van een van die vindingen,
waarop men, via het Genootschap, octrooi
hoopt te verkrijgen.
ring van handvaardigheid en vrijetij'dlsbe-
steding „De Gouden Schakel" gehouden.
Het N.G.V.U. heeft een behoorlijke plaats
ruimte op deze tentoonstelling toegemeten
gekregen. Een mooie gelegenheid om te
tonen wat het waard is!
ADVERTENTIE
i
HUURVERHOGING!
Dat is erggelukkig maar
dat de prijs van REMIA
margarine niet verhoogd is!
Amateurtoneel
MIRROFLEX SYSTEEM
Uw beste portret op de prettigste manier
- Schoterweg t/o de
Ripper dakazerne.
De Friese vereniging „Gijs'oert Japicx"
te Haarlem heeft weer eens bezoek gehad
van de toneelgroep van 'haar zustervereni
ging „It Pompehlêd" uit Bussum, die iin ge
bouw St. Bavo „Het Witte Legioen" van
Maarten van Vucht in de Friese vertaling
van L. de H*oop voor het voetlicht bracht.
De drie bedrijven spelen in een ziekenhuis,
waarin blijkbaar alleen militairen ver
pleegd worden, maar dat toch geen mili
taire inrichting is, omdat er een directrice
aan het hoofd staat. In het eerste bedrijf
wordt men reeds omstan.dig in lange
dialogen in kennis gesteld van de inter
ne verwikkelingen tussen doktoren, ver
pleegsters en zelfs tussen een ruige een
armige patiënt en een levenslustige werk
ster, en daarna ontwikkelt zich tegen deze
achtergrond van bijkomstigheden lang
zaam het grote conflict, dat in het laatste
bedrijf op een weinig originele marnier
wordt opgelost. Dat grote conflict leidt tot
het ontslag van de assistente van de direc
trice, die het slachtoffer wordt van een uit
naijver intrigerende collega. Maar op
Kerstavond, als de zuster van de intrigan
te, bij een auto-onigeluk ernstig gewond,
het ziekenhuis wordt binnengebracht, redt
de ontslagen assistente toevallig aanwe
zig het leven van de gewonde door haar
bloed voor een transfusie af te staan. En
na deze ontroerende climax, waarbij nogal
duchtig gespeculeerd wordt op de senti
menten van de toeschouwers, keert ook de
vrede in het ziekenhuis terug.
De dames en heren uit Bussum zijn er
niet geheel in geslaagd ons dit alles als
een levende werkelijkheid voor ogen te
stellen. Dat zou misschien bij een grotere
rolvastheid wèl het geval geweest zijn; nu
was men vaak gehandicapt door gebrekki
ge rolkennis, hetgeen vooral in het eerste
bedrijf het tempo zeer vertraagde. De
„foarsizzer" had het niet gemakkelijk en
was vaak achter in de zaal duidelijk te
verstaan, hetgeen niet van alle actrices en
acteurs gezegd kan worden.
Desondanks waren er vele goede mo
menten. Vooral het derde bedrijf maakte
veel goed en leverde het bewiis, dat deze
Bussumse groep over krachten beschikt
die tot uitstekende prestaties in staat zijn.
Van hen mogen speciaal mevrouw J. J. de
Hoop-Jorna, mevrouw I. Zeilstra-Roode en
de heren P. Veening en P. de Vries ge
noemd wordenSK
Donderdagmorgen stond voor de Haar
lemse rechtbank de 35-jarige emballage-
knecht G. F. D. terecht, die in dienst van
de Coöperatieve tuindersvereniging „Ken-
nemerland" G.A. in Beverwijk gedurende
de tijd van Augustus 1952 tot November
1953 op vrij geraffineerde wijze een groot
aantal groentekisten verduisterd zou heb
ben.
Hoeveel kisten het nu eigenlijk waren
is op de zitting niet komen vast te staan,
maar de Officier van Justitie, mr. B. van
der Burg, was van mening dat men kon
aannemen, dat het er ongeveer tweedui
zend geweest waren.
De verdachte was werkzaam op het op
slagterrein van de veiling aan de Adri-
chemstraat in Beverwijk en zou voor twee
vrachtrijders bij het uitschrijven van de
statiegeldbonnen te grote hoeveelheden
kisten vermeld hebben. De vrachtrijders
gingen naar de.kassier van de veiling en
ontvingen daar voor elke kist drie gulden.
Twee gulden stonden zij af aan de embal
lageknecht. Ook op andere, vrij ingewik-
kende manieren zouden er nog kisten uit
de opslagplaats zijn verdwenen totdat ech
ter in November van het vorig jaar de di
recteur van de veiling, die argwaan koes
terde, de knecht naar een andere afdeling
overplaatste.
De knecht, bevreesd voor de ontdekking
van de verduistering, zou toen, volgens zijn
eigen verklaring, het kantoor van de vei
ling hebben opengebroken. Hij nam enkele
administratieve bescheiden mee en ver
brandde de voor hem belangrijke papieren.
De Officier van Justitie, mr. B. van dei-
Burg, was van mening, dat „Kennemer-
land" voor enkele duizenden guldens
schade had geleden en eiste tegen de em
ballageknecht een gevangenisstraf voor de
ADVERTENTIE
rl~ ZIJLSTR.56
HAARDEN GASFORNUIZEN
Tijdens haar tocht door Nederland heeft
op het traject VenloAmsterdam een
Franse Rallye-équipe bij een benzinelaad-
station, betalende met een bankbiljet van
honderd gulden, drie verlopen en dus
waardeloze briefjes van vijfentwintig gul
den als wisselgeld teruggekregen. Deze af
keurenswaardige practijk, waarvan ook
reeds buiteniandse kranten melding maak
ten, heeft uiteraard een bijzonder slechte
indruk nagelaten. De K.N.A.C. spoort de
dader aan om het onrechtmatig verkre
gen bedrag van vijfenzeventig gulden ano
niem aan haar terug te zenden, waarna de
Automobielclub ervoor zal zorgen, dat het
geld in het bezit komt van de gedupeerde
équipe. De op Nederland geworpen blaam
zou op deze wijze gedeeltelijk kunnen
worden uitgewist, daar de K.N.A.C. niet
zal nalaten, de pers in binnen- en buiten
land van het teruggeven van het bedrag
op de hoogte te stellen.
elijk een komeet het zon-
59-jarige heer Jan Prikkel
(Arbeid) vandaag onze zo
nauwgezet in acht genomen
alfabetische orde der raads
leden. En met reden. Want
morgenmiddag recipiëert de
heer Prikkel in zijn woning
aan de Rechthuisstraat ter
gelegenheid van zijn veertig
jarige lotsverbondenheid met
de Rijksbelastingdienst.
Het raadslid van de dag
komt uit het Friese dorpje
Koudum. Op zijn tiende jaar
was hij daar op de lagere
school, zoals zijn onderwijzer
het uitdrukte, al uitgestu
deerd en werd hij naar huis
gestuurd. Daar konden ze
best wat extra inkomsten ge
bruiken, want hij was de oud
ste van een schildersgezin,
dat twaalf kinderen zou tellen.
Voor zijn militaire dienst
werkte hij bij een bakker,
maar hij bracht ook de ener
gie op een avondschool te be
zoeken en hij deed veel aan
zelfstudie. Dat verschafte
hem al voldoende ondergrond
om in dienst de sergeants
strepen te kunnen halen. De
wapenrok verhinderde hem
trouwens niet schriftelijke
lessen te volgen, waaraan hij
het dankte, dat hij na de
dienst werd aangesteld tot
kommies bij de douanedienst
in Winschoten en Vrieselo.
Van toen af kon men hem
gelijk een zwerfsteen dan in
deze, dan in gene plaats zien
opduiken, altijd weer bij de
belastingdienst, waarin hij
geleidelijk opklom tot zijn
huidige rang van hoofdassi
stent bij de invoerrechten en
accijnzen. Sneek, Amsterdam,
Vlaardingen bij een van
zijn uitstapjes naar Rotterdam
leerde hij de tegenwoordige
mevrouw PrikkelVan der
Mark kennen Loenen aan
de Vecht, Loosdrêcht, Breu-
kelen, tot hij tien jaar geleden
op zijn verzoek naar Haarlem
werd overgeplaatst.
Dat is, zeer in het kort, zijn
ambtelijke loopbaan. Maar er
is ook een andere kant aan het
leven van de heer Prikkel,
namelijk de vele uren wel
eens meer dan zijn vrouw lief
is! welke hij wijdt aan het
sociale en politieke leven. Zijn
werkzaamheid in die sectoren
was en is zo omvangrijk, dat
wij haar in de volgende op-
Mevrouw Prikkel verkwikt haar echtgenoot met een kopje thee
tijdens dc vele schrijverij voor zijn organisatie.
somming zeker geen recht
doen wedervaren. Wil men
een beginpunt nemen, dan
moet men jaren teruggaan,
naar Loosdrêcht, waar hij als
belastingambtenaar zag hoe
ernstige ziekte gezinnen finan
cieel aan de grond kan bren
gen. Daarom stichtte hij daar
een „Onderlinge vereniging
voor vrij vervoer en zieken-
huisverpleging", waarvan hij
nu nog ere-voorzitter is. In
Breukelen deed hij hetzelfde.
Hij was dertien jaar secretaris
van de afdeling Utrecht van
het Christelijk Nationaal Vak
verbond en ook secretaris van
het districtsbestuur daarvan.
Hij was jarenlang penning
meester van de Christelijk
Nationale Werkmansbond en
redigeerde daarvoor het week
blad „De Voorzorg". Hij was
medewerker aan het maand
blad van de Christelijke bond
van belastingambtenaren, pen
ningmeester van het fonds
„Hulp in nood", commissaris
van de Ubo, hij richtte in
Haarlem de oudervereniging
van de Marnixschool op, de
eerste oudervereniging bij een
bijzondere school in ons land.
Hij was twaalf jaar ouder
ling van de Nederlands Her
vormde kerk, ook scriba van
de kerkeraad. Hij was en is
nog steeds met grote toewij
ding werkzaam in het bestuur
van de Hervormde organisatie
van gemeenteleden in dienst
der kerk, die de lidmaten wil
vormen tot bewuste en vol
waardige leden van de kerk.
Deze enorme werkkracht
bracht en brengt hij op on
danks een kwetsbare gezond
heid en de zorg voor een ge
zin met drie kinderen. Maar
hij putte altijd kracht uit de
woorden van Talma: „Het is
uiteindelijk niet het recht van
de mens dat we zoeken, maar
Gods recht."
Was de heer Prikkel voor
de oorlog politiek bij de Chris
telijk Historische Unie aange
sloten waarin hij hard
maar vergeefs gestreden heeft
voor de opheffing van het
bankgeheim, waarvan hij de
noodzaak ook door zijn werk
inzag na de oorlog kwam
hij door zijn geloof tot de op
vatting, dat zijn plaats was
in de rijen van de Partij van
de Arbeid, waarvan hij thans
afdelingsvoorzitter is. Wel
bleef hij aangesloten bij het
C.N.V. Ook zijn ervaringen
tijdens de bezetting droegen
tot die ontwikkeling bij. Als
commandant van een verzets-
compagnie in Haarlem-Noord
en toegevoegd officier der Bin
nenlandse Strijdkrachten er
voer hij de waarde van samen
werking met groepen van ver
schillende levensovertuiging.
Daar evenals in zijn werk bij
de belastingen begon hij met
de mensen te vertrouwen.
„Daar ben ik altijd goed bij
gevaren," zegt hij. En ook
daarom zullen velen hem
morgen komen feliciteren.
Morgen beleeft kapper A.
de Jong een belangrijke dag.
Hij zal dan mettrots terug
denken aan het moment, dat
hij als negentienjarige jongen
een huis aan dé Doelstraat
betrok met het doel een groot
kapper te worden, nu vijfen
twintig jgar geleden. Als hij
thans zijn zaak aan de Jaco-
bijnestraat overziet, zal hij
glimlachen om 1929, toen hij
zich moest behelpen met een
eenvoudige apparatuur, en één
hulpje. „Ik kan mijn klanten
nu niet meer tellen," zegt de
heer De J'ong; terwijl veertien
assistenten rustig hun werk
doen. Op een concours voor
Nederlandse knippers ver
wierf hij in 1947 het Neder
lands kampioenschap. In het
zelfde jaar nam hij deel aan
de Coupe Mondiale de la Coif
fure in Parijs. Daar ging hij
strijken met de derde prijs.
Voorts maakt de heer De Jong
deel uit van enkele landelijke
en plaatselijke besturen van
kappersclubs en -organisaties.
Op een receptie in een der
zalen van „Die Raeckse" zal
de jubilaris ongetwijfeld vele
handen moeten schudden.
„Zogaat u daar maar
even zitten," zegt een stem die
uit het niet schijnt te komen.
„Mooi, en nu even in spiegel
één kijkenja, nu het
hoofd langzaam wenden tot u
spiegel vier ziet. Uw kin iets
omhoog, juist, en nu even
houden zo. Dank u!"
Zo vlot gaat dat in zijn
werk als men zich volgens
een nieuwe methode „pijn
loos" laat vereeuwigen.
Een Haarlemse fotograaf
aan de Schoterweg merkte
op, dat het noodzakelijk ge-
manipuleer met camera's, re
flectoren en schijnwerpers op
sommige van zijn klanten de
zelfde uitwerking had als de
boormachine van eon tand
arts: zij werden er „dood
zenuwachtig" van. Nu is dat
voor een tandarts geen on
overkomelijk bezwaar, maar
voor een portretfotograaf lig
gen de zaken anders, want van
hypernerveuze lieden kan men
maar moeilijk een bevredi
gend conterfeitsel maken.
Dit bracht deze fotograaf op
het idee om zijn hele kiek-
apparatuur te camoufleren.
Zichzelf en zijn camera ver
borg hij achter glas en zwart
gaas in een hokje, dat aan de
kant van het atelier uitmond
de in een soort reuzen-kap
tafel, waarop vijf genummer
de spiegels waren gemonteerd,
terwijl hij zijn opnamelampen
op strategische wijze in de
zijpanelen en in het plafond
liet inbouwen.
Als er een klant voor de
tafel zit, trekt de fotograaf
zich in zijn schuilhoek terug
om op het camera-matglas zijn
„slachtoffer" te bestuderen.
Via een drievoudig luidspre
kersysteem wordt de „patiënt"
verzocht, achtereenvolgens in
elk der .vijf kapspiegels te
kijken, totdat de gunstigste
pose gevonden is en de foto
gemaakt wordt. Dit systeem
heeft het grote voordeel, dat
de klant in kwestie de foto
graaf en zijn „martelwerktui
gen" niet ziet en tevens in de
spiegels zijn eigen gezichts
uitdrukking controleren kan,
waardoor hij niet verstart in
de bekende „poseervrees".
Fotograaf Grommers, die nu
al een halfjaar lang met dit
systeem werkt, is er zeer
tevreden over.
Toen een Haarlemmer dezer
dagen ter ere van zijn ver
jaardag tussen de bloemetjes
zat, zal hij zich duidelijker
dan ooit hebben herinnerd,
dat hij lang geleden bloemist
is geweest. Reden om het te
vergeten had hij wel, want
dat was ongeveer zeventig
jaar geleden. Het is de heer
H. M. Out. Hij bereikte als
een kerngezond mens de
negentig en gaat opgewekt in
gezelschap van zijn vrouw,
twee kanaries, twee honden
en een kat naar de honderd.
De heer Out was op zijn ver
jaardag bovendien precies
vijfentwintig jaar gepension-
neerd bij het Gemeente Gas
bedrijf. Hij heeft geholpen de
fundamenten daarvan te leg
gen: een gebeurtenis om nog
eens aan terug te denken.
tijd van twaalf maanden, waarvan vier
voorwaardelijk met een proeftijd van drie
jaar.
Mr. J. Jansonius, de verdediger, achtte
de geëiste straf veel te hoog en bepleitte,
vooral met het oog op de huiselijke om
standigheden van zijn cliënt, clementie.
Tegen de 33-jarige vrachtrijder C. B. uit
Heilo eiste de Officier van Justitie een ge
vangenisstraf voor de tijd van drie maan
den. B. had de vierhonderd gulden, die hij
aan de transacties had „verdiend", reeds
terugbetaald.
Tegen de 63-jarige vrachtrijder-groente
man P. d. V. uit Heemskerk eiste de Offi
cier van Justitie een gevangenisstraf van
een half jaar met aftrek van het voorarrest.
De beide verdedigers van de vracht
rijders, mr. W. A. Dunbar en mr. R. K. P.
Kalbfleisch, meenden dat de tenlastegeleg-
de heling niet bewezen kon worden geacht
en vroeg vrijspraak subsidiair clementie.
De uitspraak werd door de rechtbank
bepaald op 4 Februari.
Er was veel belangstelling voor de lezing
over het ontstaan van papier, welke ir. C.
Pels voor de Volksuniversiteit in oud-
Schoten in de Emmaschool gehouden heeft.
De inleider gaf een overzicht van de ver
schillende ontwikkelingsfasen die het
schrijfpapier in de loop der tijden heeft
doorgemaakt. De eerste schrifturen werden
op bamboestengels, op klei- of op wastafels
gesteld. Later heeft men allerlei weder-
waardigs op papyrusrollen geschreven. Uit
het Oosten kwam na 900 het dierlijk per
kament. Dit was veel sterker dan de papy
rus. De export naar onze gebieden werd
bespoedigd door een papieroorlog tussen
Perzië en Egypte. Perzië trok namelijk de
als zeer bekwaam bekend staande Alexan-
drijnse bibliothecarissen tot zich, waarop
het. land aan de Nijl reageerde door de pa-
pieruitvoer naar Perzië stop te zetten. Nu
moest men in dat laatste land zelf aan de
slag en dat leidde tot de uitvinding van het
perkament, in het stadje Pergamon. Lang
zamerhand kwam het nieuwe procédé ook
in Europa, waar het een duurzaam mate
riaal voor de bekende monniken-hand
schriften bleek. Ook in onze tijd wordt
het nog wel gebruikt, o.a. voor oorkonden.
In China, waar men op bamboestengels,
later op zij den weef seis schreef, zeefde later
Tj'ai Lun een mengsel van uitgeplozen
touw, delen van de bast van de moerbei
boom en van oude visnetten op een bam-
boezeef. Het vlies dat hierbij ontstond,
bleek geschikt voor het aanbrengen van
geschriften, een ontdekking, die Tj'ai Lun
geen windeieren legde; hij werd zelfs tot
minister benoemd. De werkwijze van de
moderne papiermolen berust nog steeds op
het principe van Tj'ai Lun.
Van de Chinezen keken Japanners en
Koreanen de kunst af en de Arabieren
werden er mee geconfronteerd, toen zij
in 751 een aantal zonen van het Land van
de Rijzende Zon gevangen namen. Via
Spanje en Frankrijk kwam het procédé in
ons land, maar ook van het Midden-Oosten
uit, door Duitsland, bracht men het mee.
Tussen de 12de en 13de eeuw maakten wij
er kennis mee.
De spreker wees er op dat de papier
molens uit die tijd kostbaar waren en
langzaam maalden. In 1670 gebruikte men
in Zaandam voor het eerst de „Hollander":
een ronde bak met tussenschot, waarin
messen de papierbrij uitwreven. De Hollan
der wordt nog steeds gebruikt.
In een korte film liet de heer Pels zien
hoe in de tijd van de gilden papier ge
maakt werd. Hierbij vertelde hij tevens
een en ander over het gildewezen. De pa
piermakers hadden het recht bij hun
patroon aan tafel mee te eten, maar dik
wijls gebeurde het, dat de baas een kwar
tier eerder begon en de knechten dan maar
moesten zien hoe zij zich binnen de ge
stelde tijd verzadigden. Dat zij daardoor
in het vlug-eten een bijzondere routine
verkregen bewijst de uitdrukking „hij eet
als een papiermaker".
In 1843 ontdekte de Duitser Keiler dat
ook gemalen kersenpitten een papje op
leverden dat een vlies ging vormen. Door
dit principe uit te werken kreeg men het
eerste papier uit hout vervaardigd. Dertig
jaar later werd het kookproces van hout
toegepast en maakte men papier uit hout
slijp.
Na de pauze werd een tweede film ver
toond. Zij toonde het papierbedrijf in Vel-
sen. Vermelding verdient nog dat ons land
per jaar 380.000 ton krantenpapier fabri
ceert, of één percent van de werldproduc-
tie.
ADVERTENTIE
Alles wat de hele tarwekorrel aan
smaak en voeding te bieden heeft
vindt U in
Gesneden en verpakt tarwebrood
Meer dan een halve eeuw
toonaangevend
Op het terrein van de Eerste Neder
landse Coöperatieve Kunstmestfabriek te
Vlaardingen is hedenochtend om zes uur
de 53-jarige ongehuwde arbeider J. van G.
uit Vlaardingen, die bezig was met het
schoonmaken van een windscherm op het
bordes van de aftapinrichting op een
hoogte van zeven meter, gevallen en kort
daarna overleden.
De politie van Oud- en Nieuw Gastel in
West-Brabant zoekt naar een brandstich
ter, die het op de stromijten van de land
bouwers heeft voorzien. Sinds October zijn
steeds op Zondagavonden stromijten in
vlammen opgegaan, soms op drie plaatsen
tegelijk. De totale schade loopt in de dui
zenden guldens.
Iedere Zondagavond neemt de politie
uitgebreide voorzorgsmaatregelen, maar
desondanks brak er Zondag j.l. weer
brand uit.
De burgemeester heeft nu een beloning
van 250 uitgeloofd voor degene, die aan
wijzingen geeft welke tot aanhouding van
de brandstichter leiden.