Indo-Europese groep op Nieuw
Guinea militant en aggressief
Vergiftiging in Varsseveld
thans opnieuw voor het hof
Economische ontwikkeling is
een kwestie van werkkrachten
Onderzoek naar de toestand
der Amsterdamse tramwagens
Kartering van het gebied (kosten
f 2\ millioen) dringend nodig
Nederlands naast
Maleis voertaal
Twee tegenstrijdige psychiatrische
rapporten over verdachte L.
NIEUW GUINEA
Franse staking had
weinig om het lijf
Zandvoort
Directeur hield
rapport achter
ZATERDAG 30 JANUARI 1954
3
Parlementaire missie rapporteert:
Onderwijs op N. Guinea
Rhee waarschuwt
tegen Japan
Geheel 01 geheel niet
toerekeningsvatbaar?
Conservator Rijksher
barium te Leiden naar
N. Guinea
Zwaargewonde machinist
voorkwam scheepsbrand
Parlementaire missie
critiseert geldsanering
Weer bezoek aan
ziekenhuis Zuidwal
Heringa Wuthrich
Nieuwe ijsbaan
bij watertoren
De parlementaire missie, die in 1953 een
bezoek van vier weken aan Nieuw Guinea
heeft gebracht, heeft haar rapport over
haar bevindingen vandaag aan de Staten
Generaal aangeboden. „Het is een van de
moeilijkst binnen te dringen gebieden van
de wereld", zo schrijft zij. De eilanden en
de nederzettingen aan de kust zijn bekend,
maar in zeer omvangrijke gebieden in het
binnenland, bijvoorbeeld tussen de 4000 a
5000 meter hoge bergketens, is nog nooit
iemand doorgedrongen. De omvang van de
bevolkingsgroepen moet dan ook met een
zeer ruwe schatting worden weergegeven:
700.000 Papoea's, waarvan er 350.000 on
der bestuur zijn gebracht. 12.000 Europea
nen, 11.000 Indonesiërs, enige duizenden
Chinezen en een klein aantal Arabieren.
Omdat men naar het oordeel van de
missie slechts uit de lucht de openlegging
van enorme gebieden kan voorbereiden,
luidt een van de conclusies van het rap
port: Het luchtverkeer zal sterk moeten
worden uitgebreid, aangezien dit de enige
goede mogelijkheid van verplaatsing is.
Voor een goede bestuursvoering zal het
noodzakelijk zijn het aantal vliegvelden
en ook de frequentie van de lijnen op te
voeren.
Zo spoedig mogelijk moet worden be
gonnen met een systematische luchtkarte-
ring want nog niet een-tiende van het to
tale oppervlak is in kaart gebracht. Als de
regering het Luchtkarteringsinstituut in
Delft een karteringsopdracht geeft, dan zal
zij de kosten daarvan moeten begroten op
tweeëneenhalf millioen gulden. Het werk
zal tien jaar duren. De weersgesteldheid
in Nieuw Guinea is zo, dat er slechts
negen minuten per dag kan worden gefo
tografeerd.
Er is thans een bedrag van 25.000
uitgetrokken. Indien men echter met
dergelijke kleine bedragen wil wer
ken kan men beter thuisblijven, zo
werd in Nieuw Guinea opgemerkt.
In Biak zag de missie het eerste spoor
van politiek leven, maar zij cansta-
teerde dat deze poging van politieke
vormgeving nog weinig in het volks
leven geworteld is. De Eenheidsbewe
ging van Nieuw Guinea deed haar verte
genwoordigers de missie mededelen, dat
niet zonder de Papoea's over de toekom
stige status van het land mag worden be
schikt, dat het onder Nederlandse souve-
reiniteit moet blijven en dat door onder
wijs aan de Papoea's met kracht aan de
toekomst gewerkt zal worden.
In het gebied van de Wisselmeren, waar
nauwelijks een rechtsorde aanwezig is,
woedt een vrijwel permanente oorlog tus
sen de stammen en de bevolking zou paci
ficatie onder het Nederlandse gezag zeer
op prijs stellen.
Kolonisten selecteren
In Manokwari hoorde de missie grieven
tegen het optreden van kolonisten en naar
aanleiding daarvan schrijft zij: „Wil het
opvoedende element dat het vestigen van
kolonisten nu eenmaal met zich meebrengt,
voldoende uitwerking hebben, dan moet
men bij de uitzending van kolonisten zeer
selectief te werk gaan". De wens werd ge
uit, dat Nederlandse boeren zich als kolo
nisten in Nieuw Guinea zullen vestigen,
want behalve Canada en andere emigratie-
landen biedt ook Nieuw Guinea vele toe
komstmogelijkheden. Om de Papoea's tot
beschaving te brengen is het noodzakelijk
dat men komt tot dorpvorming, want
daarbuiten zal het onmogelijk zijn onder
wijs te geven en ziekten te bestrijden. Men
55
Het rapport van de parlementaire missie
constateert dat het onderwijs op de volks
scholen in vele opzichten een copie is van
het Indonesische onderwijs. Maleis is over
wegend de voertaal. De leer- en leesboek
jes worden uit Djakarta geïmporteerd. Er
zijn geen leermiddelen, ook geen wand
kaarten, speciaal voor de scholen op Nieuw
Guinea. De stof voor lees- en taaloefenin
gen past beter in een Javaanse desa dan in
een kampong op Nieuw Guinea.
Het wordt noodzakelijk geacht op korte
termijn te streven naar een beter aange
past ondcrwijs-systeem. Naast het Maleis
is het nodig dat ook gebruik wordt gemaakt
van het Nederlands als voertaal omdat
daardoor de begaafde Papoea voor verdere
studie directer met Nederland in contact
kan worden gebracht.
Het onderwijs aan autochtonen is geheel
toevertrouwd aan zending en missie. Dit
wordt door de meerderheid van de commis
sie in de gegeven omstandigheden juist ge
acht omdat het aannemen van een nieuw
levenspatroon een zodanige geestelijke om
schakeling betekent dat de leiding daarbij
een geestelijke, positief gerichte eenheid
moet vormen.
De taak van de overheid is vogens de boven-
aangegeven opvatting principieel slechts de
mogelijkheden te scheppen voor de werk
zaamheid van missie en zending op dit ter
rein en deze werkzaamheid financiëel te
steunen. Zélf treden zij slechts dan actief
op dit terrein op indien en voor zover mis
sie of zending in gebreke zou (moeten)
blijven en het algemeen belang ingrijpen
van haar vraagt.
Noch aan missie, noch aan zending worde
voor haar arbeid bepaalde gebieden toege
wezen. De voorwaarden, waaronder finan
ciële steun aan het onderwijs wordt ver
leend, moeten zoveel mogelijk objectief zijn.
De minderheid der missie is van mening,
dat de zienswijze der meerderheid er toe
zou leiden, dat Nieuw Guinea in geestelijke
zjn, maar ook organisatorisch, tot een ge
bied der kerken zou worden. Zij acht dit
onverenigbaar met de politieke verhoudin
gen in Nederland en met de in Nederland
verkregen oplossing van de schoolstrijd.
Zij acht het óók onverenigbaar met de be
langen van Nieuw Guinea, een land dat
gemoderniseerd moet worden, dat niet tot
een theocratie gemaakt wordt. De toekom
stige ontwikkeling der Papoea's te belasten
met godsdienst-twisten, acht ze noch in het
belang der autochtonen, noch in dat van het
Christendom, noch in dat der beschaving.
Er moet in Nieuw Guinea een-Staatsgezag
zijn, dat onafhankelijk is van kerkelijke
organisaties, en er moet plaats zijn voor
huiteakerkelijk onderwijs.
kan zich naar het oordeel van de missie
niet beperken tot een flinke aanpak van
de jeugd, maar men moet de gehele ge
meenschap trachten te verheffen. Dat is
een probleem van indrukwekkende om
vang want verscheidene clans leven in een
permanente oorlogstoestand met elkaar en
op een totale bevolking van 700.000 zielen
treft men niet minder dan 70 a 80 talen.
In Hollandia hebben vooraanstaande
Papoea's de missie stukken overhandigd,
v;aarin zij te kennen geven dat zij onder
het Nederlandse bestuur willen blijven,
nimmer bij Indonesië willen worden inge
lijfd, en ook de actie van de Republiek
Zuid-Molukken verwerpen. Zij wensen dat
Papoea's voor hoge bestuu.rsfunc.ties wor
den opgeleid en dat Nederlands als voer
taal wordt ingevoerd.
De Indische Nederlanders
Van de 12.000 personen omvattende
Europese groep 2 percent van de totale
bevolking is het grootste deel afkomstig
uit het voormalige Nederlands-Indië. De
Indische Nederlanders hebben zich in
hoofdzaak gevestigd in Hollandia en
Manokwari.
In Hollandia hebben zij zich verenigd in
het Nieuw Guinea Verbond, dat een assimi
latie van Indische Nederlanders met
andere volken onjuist acht, omdat de In
dische Nederlander dan op den duur zijn
eigen karakter verliest.
Het Verbond stelt zich onder meer op
het standpunt, dat het niet aanvaardbaar
is, dat Nederland zich beschouwt als rent
meester over Nieuw Guinea en dit beheert,
totdat de bevolking lijp is om zelf te be
slissen, welke politieke status zij wenst.
In het rapportdat hiernevens wordt
gepubliceerd, heeft de Nederlandse par
lementaire missie, die het vorig jaar
vier weken in Nieuw Guinea vertoefde,
haar bevindingen over dit gebied weer
gegeven en daar blijkt wel heel duide
lijk uit welk een grote verantwoorde
lijkheid ons land op zich neemt bij zijn
pogingen om dit overzeese gebiedsdeel
tot ontwikkeling te brengen. De nogal
late voltooiing van dit rapport heeft de
veronderstelling doen rijzen dat er in
de missie weinig eenstemmigheid zou
bestaan, maar de voorzitter, de heer
Van de Wetering, heeft dit krachtig
tegengesproken. De oorzaak van de ver
traging is het feit, dat de leden van de
missie na hun terugkeer dadelijk in het
begrotingswerk moesten ..duiken" zodat
er maar weinig tijd overbleef voor de
opstelling van het rapport.
OOOQO<XXXXXX)OOOOOOOOCXXXX)OCOOOOOOOCOOCOOOOOOOOOOCX>DOOOOO"
De Indische Nederlander toch is een kind
van Nederland, terwijl de Papoea een
pleegkind is. Het is de plicht van de Ne
derlandse regering in de eerste plaats voor
haar kind te zorgen.
De samenleving op Manokwari van de
Indische Nederlanders wordt gekenmerkt
door een grote onderlinge gespletenheid.
Er is een commissie van onderling overleg,
die tot doel heeft tot samenwerking te ko
men, ook met de Papoea's. Deze commissie
heeft voorstellen bij het gouvernement
aanhangig gemaakt om de verdere econo
mische en politieke ontwikkeling op gang
te helpen.
In haar conclusie zegt de missie ten aan
zien van de Indische Nederlanders, dat er
met kracht naar gestreefd dient te worden,
dat de verschillende bevolkingsgroepen in
harmonie met elkaar gaan leven. Thans is
dit nog te weinig het geval. De Indo-Euro
pese groep is aggressief en militant, het
geen voortdurend spanningen moet opleve
ren. Met name zijn de wensen van het
Nieuw Guinca-Verbond, welke in de rich
ting gaan van een maatschappelijke struc
tuur, gelijkend op die in het voormalige
Nederlands-Ipdië, gevaarlijk zowel voor
de ontwikkeling van de Papoea als ook
voor de Indo-Europeanen zelf.
SEOEL (AFP). Het Zuid-Koreaanse
ministerie van voorlichting heeft medege
deeld, dat president Syngrnan Rhee een
nota heeft gericht tot de Amerikaanse mi
nister van Buitenlandse Zaken, Foster Dul
les, waarin hij er op aandringt, dat de
Verenigde Staten hun politiek ten aanzien
van Japan zullen herzien en waarin hij
wijst op „de gevaren voor een nieuwe
Japanse aanval".
De Zuid-Koreaanse president heeft Fos
ter Dulles in zijn nota verzocht Japan niet
op te nemen in een bondgenootschap van
anti-communistische staten in het Stille
Oceaan-gebied. „Japans streven is niet
veranderd. Het besloot alleen de verwer
kelijking er van uit te stellen", aldus Rhee,
die hieraan toevoegt: „De Zuid-Koreaanse
regering zou een Amerikaanse politiek, om
Japan te helpen de sterkste mogendheid
van Azië te worden, zeer onverstandig ach
ten".
Door de N.V. Koninklijke Begeer' te Voorschoten is een penning vervaardigd ter
herinnering aan het dijkherstel na de ramp van 1 Februari 1953. De penning, welke
werd ontworpen door de medailleur M. Kutterink,. symboliseert op de voorzijde het
moment, waarop hel laatste gal bij Ouwerkerk wordt gedicht in de nacht van 6 op
7 November 1953. De keerzijde van de medaille geeft een beeld van de ramp.
Voor het Arnhemse gerechtshof heeft
gisteren voor de tweede keer in hoger be
roep terecht gestaan de 54-jarige landbou
wer D. J. L. te Heelweg bij Varsseveld,
die er van wordt verdacht op 29 Juli 1952
zijn buren, de 52-jarige Mein, de 54-jarige
Hendrik en de 45-jarige Bernard te LLn-
dert om het leven te hebben gebracht door
vergif in hun eten te strooien. De Arn
hemse rechtbank veroordeelde verdachte
conform de eis tot levenslange gevangenis
straf. Het gerechtshof te Arnhem schorste
de behandeling voor de eerste keer in ho
ger beroep voor een tweede psychiatrisch
rapport.
Prof. dr. mr. P. A. H. Baan, heeft de ver
dachte, die enige maanden onder zijn con
trole heeft gestaan, onderzocht en daarvan
op 9 December een rapport samengesteld.
Hij kwam tot de conclusie, dat verdachte
als niet toerekeningsvatbaar moet worden
beschouwd, welke conclusie in strijd is
met die van de eerste psychiater ,dr. J. G.
Schnitzler te Arnhem, die L. in opdracht
van de rechtbank had onderzocht. Boven
dien ontwikkelde professor Baan in het
rapport fundamentele bezwaren tegen de
wijze van onderzoek door dr. Schnitzler.
Het lag in de bedoeling, dat beide des
kundigen hun conclusie zouden toelichten
voor Let hof. Professor Baan bleek echter
verhinderd te zijn, zodat dr. Schnitzler
alieen het woord had om zijn rapport te
verdedigen tegen de daarop gerichte aan
vallen van de tweede psychiater. Nadat het
hof verdachte L„ dr. Schnitzler en twee
Dr. P. van Royen, conservator van het
rijksherbarium te Leiden zal 6 Februari
per boot naar Nieuw Guinea vertrekken
voor het verrichten van een botanisch on
derzoek. Dr. Van Royen werd tot het maken
van deze expeditie in staat gesteld door een
subsidie van de Nedeidandse organisatie
voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek,
door een subsidie van de Hollandse Maat
schappij voor Wetenschappen te Haarlem,
door subsidies van het Aardrijkskundig
Genootschap en de Trubmaatschappij en
door een aantal andere, kleine bijdragen.
Dr. Van Royen zal Nieuw Guinea kris
kras doorkruisen. Hij begint in Sorang,
waar zich de heren J. C. Vcrsteegh en A.
Zieck van het boswezen bij hem voegen
met 25 dragers.
De inspecteur-generaal voor de Scheep
vaart bij de Raad voor de Scheepvaart te
Amsterdam heeft zijn bijzondere waarde
ring uitgesproken voor het moedig optre
den van de tweede machinist Asberg, die
na een explosie aan boord van het 5346 ton
metende ms. „Tamo" op 17 April van het
vorig jaar, niet in de eerste plaats aan eigen
veiligheid heeft gedacht, doch ondanks zijn
brandwonden het begin van brand geblust
en daarmee een mogelijk ernstige scheeps
ramp heeft voorkomen. Pas daarna heeft
de man zich naar de verbandkamer bege
ven, terwijl zijn ketelpak nog gloeide. De
volgende dag is de tweede machinist, die
volgens de medicus .ernstige brandwonden
tegen de vierde graad had, aan de gevolgen
overleden aan boord van het Argentijnse
schip „Santa Fe", die via radio-Scheve-
ningen ter hulp was gevaren en de zwaar
gewonde man had overgenomen.
De oorzaak van de explosie was het heet
lopen van een onderdeel der krukas. Door
dat een oliekanaal verstopt had gezeten
met een houten propje, was in het carter
gas ontstaan dat door het warm lopen van
de onderdelen was ontploft. Een felle, drie
meter lange steekvlam met een hitte van
ongeveer 7000 graden was uit de hoofd
motor geslagen i
„De economische ontwikkeling van
Nieuw Guinea is nog maar nauwelijks be
loopt over enige schijven naar het minis
terie van Overzeese Rijksdelen, dat de ar
tikelen op de markt koopt. Van een vrije
keuze inzake het merk kan niet gesproken
worden, omdat de landbouwvoorlichtings-
dienst dwang uitoefent. Zo klaagde de
Handelsvereniging Hollandia dat het gou-
gonnen zegt de parlementaire missie in j vernement fietsen en radio's tegen aantrek-
haar vandaag bekendgemaakte rapport,
kelijke prijzen op de markt brengt. De
i omzetten van het gouvernementsbedrijf in
,cen van de grootste moeilijkheden levert de particuliere sector bedroegen vorig jaar
het geringe aantal beschikbare werkkrach
ten". Uit de thans onder bestuur staande
gebieden zijn 8400 mensen gerecruteerd
om gedurende een jaar arbeid in loondienst
te verrichten. Van de zijde van het gou
vernement hoopt men te komen tot een
10.000 a 12.000 arbeidskrachten in de ko
mende jaren.
Wanneer men aanneemt, dat in de thans
onder bestuur staande gebieden ongeveer
350.000 mensen leven, van wie ongeveer
65.000 werkbare mannen, dan zal het niet
uitgesloten zijn over enige jaren een aan
tal van 16.000 a 20.000 in loondienst zijnde
arbeidskrachten te bereiken. Maar dit zal
vermoedelijk het maximum zijn.
In het rapport wordt critiek geleverd op
de geldsanering. Indische Nederlanders
leden tengevolge van de geldsanering een
verlies van 60 percent en de landbouwer,
die er met moeite bovenop was gekomen,
raakte door de geldsanering weer aan de
grond. De missie heeft in vrijwel alle krin
gen klachten hierover opgevangen. Zij
constateert, dat door het uitgeven van
tegenstrijdige mededelingen en door het
wekken van ongefundeerde verwachtingen
onrust en onzekerheid is veroorzaakt.
De voorlichting ter zake van de geld
sanering, moet onvoldoende worden ge
acht. Op sommige plaatsen zijn door ge
brek aan inzicht bij bestuursambtenaren
de door het gouvernement gegeven op
drachten zo slecht uitgevoerd, dat de ver
warring nog werd vermeerderd in plaats
van verminderd.
Particulier initiatief
Er is voorts onder de landbouwers on
tevredenheid over de wijze, waarop men
gedwongen wordt mechanische hulpmidde
len aan te schaffen. Deze aanschaffing
500.000 gulden en de Vereniging is van
oordeel, dat een groot gedeelte van deze
omzet via de normale handelskanalen had
kunnen en derhalve had moeten lopen.
Verder werd er critiek uitgeoefend op de
busdienst van het gouvernement, waar
voor dt particuliere ondernemer gedwon
gen was het veld te ruimen.
De parlementaire missie is er van over
tuigd, dat bij de ontwikkeling van Nieuw
Guinea aan de initiatieven van het parti
culiere bedrijfsleven een ruime plaats moet
worden toebedeeld en die initiatieven
dienen te worden bevorderd, zonder be
voorrechting van bepaalde ondernemin
gen ook niet in administratief opzicht.
Hachelijke, zaak
Wat de bosbouw betreft luidt het oor
deel van de missie dat tot nu toe practisch
zonder lijn is gewerkt. Thans moet in een
houtrijk land als Nieuw Guinea hout wor
den geïmporteerd. Het rapport beveelt
coöperatieve bosbouw aan en het stimu
leren van bedrijfsbosbouw door particulie
ren. In dit land met zijn vele moeilijk
heden ook met betrekking tot het werk
volk zal een ontwikkeling en openlegging
van het land in mechanische en technische
zin gezocht moeten worden. De goede
werkplaats-outillage, het goede lager en
middelbaar technisch personeel zijn ei-
even wel niet te vinden.
Het zou aanbeveling verdienen, indien
aan militairen, die nog op Nieuw Guinea
willen blijven en hun krachten zouden
willen wijden aan het bosbeheer aldaar,
werd toegestaan, dat zij hun vrije over
tocht gedurende drie jaar behouden. Van
weerszijden zou dan nagegaan kunnen
worden of het bevalt. Dit zou wellicht een
belangrijk hulpmiddel kunnen zijn het
grote personeelsgebrek enigszins op te
lossen.
getuigen had gehoord wilde de president
met goedvinden van de procureur-generaal
en de raadsman afzien van de getuigen
verklaring van professor Baan en de zaak
voortzetten, doch het bleek, dat verdachte
van zhn recht om de Utrechtse psychiater
alsnog te doen horen gebruik wilde maken.
De voortzetting van de zaak werd hierop
uitgesteld tot 8 Februari.
Voordat dr. Schnitzler aan het woord
kwam werd de verdachte uitvoerig ver
hoord. Hij handhaafde zijn verklaring, dat
het niet in ziin bedoeling had gelegen, die
drie huurlieden te doden: hij had ze alleen
willen bedwelmen om gelegenheid te heb
ben het geld te stelen. Met dat geld had hij
een hypotheek willen aflossen.
Dr. Schnitzler, die verdachte in zijn
rapport een „niet-ziekelijk gestoorde, kou
de misdadiger" had genoemd, wees de be
wering van de tweede psychiater, dat hij
L. te zwart afgeschilderd had, van ae
hand.
Volgens het'rapport van professor Baan
was verdachte in het begin van het onder
zoek star en geremd, later ging hij praten
over zijn familie en de plaats waar hij van
daan komt. Hij was hulpvaardig en niet
gevoelloos, zij het somber en depressief en
traag in zijn gesprekken. Een apert oneer
lijke indruk maakte hij niet. Professor
3aan kreeg niet de indruk, dat de zaak
nem onverschillig laat.
„Koele misdadiger" of
„angstige boerenman"?
Dr. Schnitzler vond het opmerkelijk, dat
de tweede rapporteur iemand, die van zijn
jeugd af als oneerlijk bekend staat, nu als
een eerlijk mens ziet.. Verder vestigde de
Arnhemse psychiater de aandacht op de
koelbloedige manier, waarop verdachte
zich na de moord heeft gedragen: hij heeft
de doodsklok geluid, hij is naar het cir
cus gegaan, alsof er niets was gebeurd. Dat
L. een „steunbehoevende, angstige boeren
man" zou zijn, zoals professor Baan hem
lekent, ontkent dr. Schnitzler ten stellig
ste. De verdachte sloeg kalm zijn Slag ter
wijl iedereen op het land werkte. En met
de werking van het zware vergif moet hij
voldoende op de hoogte zijn geweest. Dr.
Schnitzler acht de conclusie van professor
Baan volkomen onacceptabel en verdedig
de zich tegen het verwijt van de tweede
rapporteur, als zou hij- niet objectief zijn
geweest. Volgens prof. Baan zou hij een
medisch onhoudbaar standpunt hebben
ingenomen door zich te bedienen van juri
dische gegevens 'oij ziin beoordeling, met
te zeggen, dat het onvermijdelijk is voor
een psychiater, van een hypothese uit te
gaan om een conclusie te vormen. L. heeft
echter volgens dr. Schnitzler „geloof ge
vonden voor zijn kletspraatjes, zodat prof.
Baan meende, dat de verschrikkelijke mis
daad niet paste uii zijn persoonlijkheid".
Dr. Schnitzler handhaafde zijn overtui
ging, dat verdachte het ten laste gelegde
volkomen moet worden toegerekend.
(Van onze correspondent in Parijs)
De stakingen, die de drie Franse vak
centrales voor gisteren hadden uitgeschre
ven. hebben weinig te betekenen gehad.
Na acht uur gistermorgen liepen de Parijse
bussen en Metro's weer en alleen aan de
zuinige gasvoorziening was het te merken,
dat er ergens weer eens iets aan de hand
was.
In de provincies schijnt het succes voor
de stakingscomitéïi nauwelijks groter te
zijn geweest, met uitzondering van een
viertal grote steden, waaronder Bordeaux,
waar de stakingsparolcn. naar men zegt,
wat vlotter opgevolgd werden.
Gistermiddag was er in de buurt van
het palais Matignon de ambtswoning
van de minister-president nogal wat
beweging ontstaan. Een driehonderd vak
bondsleiders wensten de minister-presi
dent te spreken en de deputatie had zich
opgesteld als rouwstoet achter een lijk-
auto. In de wagen lag een enorme krans,
die de delegatie aan de heer Laniel wilde
overhandigen. Op het lint stond: uit naam
der arbeiders aan de afgestorven koop
kracht van de overleden franc.
Totdat men de buurt van het Matignon
bereikt had, waren de afgevaardigden goed
in hun rol gebleven. Met ernstige, uitge
streken gezichten, waren ze in trage pas
achter de rouwwagen voortgeschreden en
verschillende voorbijgangers ontblootten
bij hun voorbijgaan piëteitsvol het hoofd.
Maar toen bij stilstand voor het ambts
paleis de „dode" werd geïdentificeerd, ver
anderden op slag de reacties van de om
standers. Vele winkeliers lieten uit
vrees voor manifestaties de ijzeren rol
luiken voor hun vitrines neer, maar ook
hier liepen de gebeurtenissen met een
sisser af.
Na een korte woordenwisseling met
een politie-inspecteur werd de deputatie
toegestaan het Matignon te betreden en de
regeringschef hun wensen kenbaar te ma
ken. Maar de krans moest worden achter
gelaten bij de concierge.
De reden van de mislukking der staking
want daar kwam het wel op neer
moet worden gezocht in de gebrekkige
voorbereiding en de-verdeeldheid der drie
vakcentrales. Maar een andere reden is
zeker ook, dat de communisten zich be
wust op de achtergrond gehouden hebben,
ongetwijfeld op last van Moskou.
In het Berlijnse pokcrsoel zou een roerig
Parijs voor Molotov een kaart hebben be
tekend, waarmede vermoedelijk geen winst
te behalen zou zijn geweest.
ADVERTENTIE
Haarlem
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
De dienst voor publieke werken heeft een
nieuwe ijsbaan in Zandvoort doen ontstaan.
De geneeskundige hoofdinspecteur van doordat het parkeerterrein voor de water
de volksgezondheid deelt mede dat van toren met water werd bespoten. Er ontstond
Zondag 31 Januari af het gemeente-zieken- een fraaie ijsvlakte, waarop de jeugd en ook
i. - i r-r - i s-. trolo miflöi'nn nifctis!.*on/*l Iznnnon *ror_
huis aan de Zuidwal te 's Gravenhage
opengesteld is voor bezoek. Van Maandag
1 Februari af zullen weer patiënten wor
den opgenomen.
vele ouderen, zich uitstekend kunnen ver
maken. Met de ondergespoten speelplaats
achter de R.K. school is dit de derde ijs
baan in de badplaats.
B. en W. van Amsterdam hebben aan
leiding gevonden om op zo kort mogelijke
termfju een onderzoek naar de onderhouds-
toestand van het tram wagenpark van het
gemeentevervoerbedrijf, buiten de leiding
van dit bedrijf om, te doen instellen door
deskundigen.
Dit hebben B. en W. medegedeeld in hun
antwoord op vragen van de raadsleden
R. Th. J. Le Cavelier (V.V.D.), W. van
Halm (P.v.d.A.) en J; Brandenburg (C.P.
N.) over het ongeval met een tramwagen
van lijn 2 op 12 October op het Stations
plein in Amsterdam, waarbij een P.T.T.-
beambte om het leven is gekomen.
B. cn W. verklaren dat het onderzoek
van de desbetreffende motorwagen onvol
doende is geweest. Daardoor heeft men niet
ontdekt dat er een defect bestond, dat later
door een door de rechtercommissaris aan
gewezen deskundige wel is opgemerkt.
Directiebeleid afgekeurd
Het rapport van de door de rechtercom
missaris aangewezen deskundige over de
onderhoudstoestand van de motorwagen is
door de directeur niet ter kennis van het
gemeentebestuur gebracht. Evenmin is
daarop zijnerzijds ten aanzien van de jus
titie gereageerd.
B. en W. betreuren het in hoge mate, dat
hun de onmiddellijke kennisneming van
dit rapport is onthouden, waardoor zij niet
in de gelegenheid zijn geweest zich tijdig
een oordeel over de conclusies van de des
kundige te vormen en dit oordeel ter ken
nis van de justitie te brengen. Zij hebben
hun zeer ernstige afkeuring over dit beleid
tegenover de directeur van het gemeente
vervoerbedrijf uitgesproken.
Onvolledig onderzoek
Over het onderzoek van de motorwagen
van lijn 2, waarmee op 12 October het on
geluk op het Stationsplein is gebeurd,
zeggen B. en W.:
Dat de met het onderzoek belaste mon
teurs hun werk onvolledig hebben verricht,
moet hun als een ernstig plichtsverzuim
worden aangerekend. Ook de controle op
deze werkzaamheden heeft gefaald, aange
zien bij een zo belangrijk onderzoek de
chefs zich uitdrukkelijk ei-van hadden moe
ten overtuigen, dat dit onderzoek op de
meest grondige wijze was ingesteld. B. en
W. menen, dat, zeker wanneer een tram
ongeluk heeft plaats gehad, onmiddellijk
een diepgaand onderzoek moet worden in
gesteld naar de deugdelijkheid en be
trouwbaarheid van het rijdend materieel,
dat bij dit ongeluk is betrokken en dat dit
een eis is, die gesteld moet worden in het
algemeen, in het belang van de rijveilig-
heid en in het bijzonder in dat van de bij
het ongeluk gemoeide leden van het rij
dend personeel, voor wie het resultaat van
zo'n onderzoek de mogelijkheid van straffe
loosheid kan opleveren. B. en W. menen te
moeten betwijirien of dit doel bij het in
dit geval verrichte onderzoek voorop is ge
steld en achten dit een ernstig verzuim.