Trouwe diacones, zuster Paulien Br een, verlaat wijkverpleging „De Toverfluit" van Mozart in prachtige montering „Het was mijn lust en mijn leven" Beheerder benoemd bij „Dierenbescherming" Bedenkingen op vocaal gebied Triniteitslyceum met „Egyptische dieven" SLEUTEL WEG Bloemendaal ZATERDAG 30 JANUARI 19 54 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 6 Na veertig jaar zorg voor zieken De heer S. Weiland treedt 1 Februari in functie Dubbel feest bij vijfde kleuterschool Uitbreiding industrieterrein Protest tegen verkeerde voorlichting Vergadering Katholieke Vrouwen Beweging IJ szeil en op de Gouwzee „Twee-kamerwoningen zijn ondingen" DE SLEUTELSPECIALIST Da. A. E. Ruys spreekt in Haarlem over Berlijn Haarlemse groenteveiling had niet kleinste omzet Toen Paulien Breen als tienjarig meisje met haar zusje bloemen liep te plukken en vogelnestjes zocht in de omgeving van De Cocksdorp op Texel, waar zij geboren is, wilde zij al verpleegster worden. En haar ouders besloten in overleg met de dominee om haar voor een korte verpleegsters-op leiding naar het Diaconessenhuis in Haar lem te zenden en haar vervolgens naar Texel te laten terugkomen om het geleerde maar dadelijk in praktijk te brengen. Zuster Paulien kan thans, nu ze, na veertig jaar de toegewijde dienares van zieken te zijn geweest, als zestigjarige de verpleging gaat verlaten, uit haar herin nering nog een levendige beschrijving van dat mooie eiland geven. „Je dacht dat de hele wereld zo was", zegt zij in haar half ontmanteldekamer, want zij zit volop in de verhuizing. Maar de wereld was anders sinds zij als twintigjarig meisje op 20 October 1913 de strenge leerschool in het Diaconessenhuis ging volgen. Zij keerde niet naar Texel terug, maar gaf er de voorkeur aan haar opleiding volledig te maken. In October 1920 werd zij gediplomeerd en daarna werkte zij drieëneenhalf jaar in de kraam- verpleging in Limburg, met een onderbre king van drie maanden voor haar inzege ning tot diacones in Haarlem op 20 October 1922. „Limburg is een prachtig land", vertelt zij, „en het was geen moeilijke overgang voor me om naar Haarlem terug te gaan". En het is thans, dertig jaar later, in wijk IV van de Hervormde gemeente van Haar lem, minstens even moeilijk voor haar, om op te houden, want zij was aan de wijkver pleging verknocht geraakt. ..Het was mijn lust en mijn leven", ver telt zij, „maar dat wil natuurlijk niet zeg gen, dat de narigheid waar ik mee in aan raking kwam mij niets deed. Het was lang niet altijd gemakkelijk, maar ik geloof dat God mij de kracht heeft gegeven om door te zetten". Het liefst werkte zuster Paulien onder de bejaarden, mensen van vaak uitgeran geerde en vergeten groep, die van haar regelmatige bezoeken veel steun hebben ondervonden. „Je probeert de mensen zo veel mogelijk op te beuren, maar dat lukt niet altijd. Het ergste heb ik altijd die sle pende zieken gevonden, waaronder de oud jes zo lang en zo verschrikkelijk kunnen lijden. Iedereen praat over de kanker als een grote verschrikking, en terecht, maar weet men wel, wat het is om acht, tien of vijftien jaar achtereen rheumatiek te heb ben, die verschrikkelijke pijnen en dat ver driet, dat iedere dag terugkomt". Zuster Paulien heeft bij de gemiddeld vijfhonderd bezoeken, die zij per maand maakte, heel wat ernstige gevallen mee gemaakt, maar nooit kwam iets haar erger voor dan deze slepende kwaal. Zij werkte in wijk IV achtereenvolgens onder ds. J. Weener, ds. I. P. van der Waal en ds. Joh. Bronsgeest. Zeer velen zullen op 1 Februari, wan neer zuster Paulien met pensioen gaat, van de receptie in het wijkgebouw Bethel in de Voorhelmstraat gebruik maken om afscheid van haar te nemen. De receptie is van half vier tot vijf uur. Des avonds zal zij in de kapel Bethesda- Na een rijk-gevarieerde loopbaan van 28 jaar bij de Rijkspolitie heeft opper wachtmeester S. Weiland Vrijdag de uni form verwisseld voor het burger-„klofje" om zijn benoeming te aanvaarden als be heerder van het asyl en de kliniek der Dierenbescherming in de Ridderstraat. De laatste jaren om precies te zijn sinds Mei 1950 hebben wij „opper" Wei land leren kennen als een decoratief en ca pabel parketwachter bij de Haarlemse rechtbank, waar zijn rustige, sympathieke optreden aan beide zijden der groene tafel grote waardering vond. Zenuwachtige ge tuigen wist hij met een gemoedelijke kwinkslag op hun gemak te stellen en de publieke tribune at, zoals dat heet, „uit zijn hand". De heer Weiland is zijn loopbaan be gonnen als opvoedend ambtenaar in 't Ob servatiehuis voor jongens aan het Cremer- Iplein te Amsterdam waar hij in de jaren 19181925 dikwijls tot zestig jeugdige delinquenten onder zijn hoede had. Dat was geen gemakkelijke, maar wel een dank bare taak, waarin hij veel tact en mensen kennis opdeed en deze zijn hem latei- zeer te stade gekomen. In 1925 verhuisde hij naar de Enkhuizer gemeentepolitie, waar hij het „diploma met aantekening" haalde. In 1929 ging hij over naar de Rijks- veldwacht waar hij al spoedig tot brigadier opklom. Na als zodanig en als detache mentschef op verschillende standplaatsen in Noordholland gediend te hebben, werd hij in Juli 1942 groepscommandant van Texel, dat toen al een Duits garnizoen van 2000 man had en tevens een fanatiek NSB- burgemeester „rijk" was. Dat waren moei lijke jaren, waarin conflicten met de nazi's aan de orde van de dag waren. Nochtans wist de heer Weiland ook in die critieke tijd het hoofd koel te houden en in samen werking met de illegaliteit tussen alle klippen door te laveren. Na de bevrijding was hij eerst comman dant van de „Krententuin" in Hoorn, waar toen politieke delinquenten geïnterneerd waren, daarna weer groepscommandant op Texel en tenslotte in Schoorl, vanwaar hij in 1950 naar Haarlem kwam. Zijn mooiste herinneringen bewaart de heer Weiland aan de tijd van de Rijksveldwacht, toen de dienstreglementen nog volop ruimte lieten voor persoonlijk initiatief en „de veldwach ter" in feite de „juridisch adviseur" was (natuurlijk pro deo) van de hele dorpsge meenschap. De heer bijna 58 jaar en dus nog niet aan de officiële pensioengerech tigde leeftijd toe. Als dierenvriend heeft hij echter niet geaarzeld om nu de tuniek aan de wilgen te hangen en de leiding van het asyl in de Ridderstraat te aanvaarden. Wij geloven dat de Haarlemse Dierenbescher- moeilijk een betere keus had kunnen Zuster Paulien Breen. Sarcpta bij het Diaconessenhuis door leden van de wijkverpleging gehuldigd worden. En daarna zal zij in Overveen, waar zij nu gaat wonen, iets trachten te vinden, waar zij zichzelf het best mee bezig kan houden, hetgeen niet meevalt als men al tijd alleen maar voor anderen in de weer geweest is. In elk geval zal zij daar in Overveen met grote vreugde gehoor geven aan een oproep om in geval van nood eens voor een andr in te vallen, want, zoals ze al zei: „het was mijn lust en mijn leven" Wanneer men het oude gebouw Leidse- plein 33 betreedt, waarin de vijfde open bare kleuterschool van onze stad zetelt, lijkt het een ogenblik of dit geen ideale omgeving is voor het moderne kind. Het gebouw geeft aan de buitenkant een som bere indruk. Maar binnen is het anders. Weliswaar telt de rechtervleugel nog twee oude klassen maar de linkerzijde is gemo derniseerd en ziet er fris en gezellig uit. Bovendien zijn de vertrekken bijzonder ruim. Veel in deze school wijst op een goede organisatie en die berust bij mejuf frouw Cats hoofd der school die Donder dagavond op een bijeenkomst van ouders, belangstellenden en onderwijzend perso- neel het zilveren jubileum van de school herdacht. Tegelijkertijd vierde men een tweede feest: mejuffrouw Cats is namelijk 12V2 jaar werkzaam als kleuteronderwij zeres aan de school. Nadat de 'voorzitter van de oudercom missie de heer P. Ruygrok, de verandering geschetst had die het kleuteronderwijs in de afgelopen jaren onderging, waarbij hij de hoop uitsprak, dat de verdere ontwik keling even voorspoedig mocht zijn. ver telde mejuffrouw Cats iets over de ge schiedenis van de school. Deze werd in 1929 geopend met slechts drie lokalen. Tijdens de oorlog was de school door mi litairen bezet, en een tijdlang diende zij als Centrale keuken. Na de bevrijding is het aantal leerlingen sterk gestegen: er zijn nu vijf klassen en met totaal 162 kleuters. Het dubbele jubileum werd ook met dubbele gaven herdacht. Zo overhandigde de heer Ruygrok namens de ouders een wip en een keurig poppenhuis voor de school. Juffrouw Cats kreeg een tafeltje en een fraaie bloemenmand. De jubilaresse en tevens gastvrouwe bracht vervolgens dank aan Openbare Wer ken en aan degenen, die het gebouw schoonhouden en verwarmen. Zij herin nerde aan het feit dat deze school de eerste voorbereidende school met een oudercom missie is in Haarlem en wees op het belang van contact tussen ouders en onderwijzend personeel. Wethouder D. J. A. Geluk memoreerde dat het kleuteronderwijs in Haarlem zich pas na de oorlog heeft uitgebreid. Spreker, die mejuffrouw Cats kende als een ijverig strijdster voor vernieuwingen, wenste haar namens het gemeentebestuur veel geluk. Het vrolijke muzikale programma, dat de leden van het Instituut voor Arbeiders- ontwikkelinge ten gehore brachten viel bijzonder in de smaak. Na de pauze ver volgde deze groep met muziek uit de ne gentiende eeuw. De avond werd besloten met de verto ning van de film: „Aan iedere deur". In antwoord op vragen van gemeente raadsleden over industrie-vestiging hebben B. en W. in de memorie van antwoord op de gemeentebegroting meegedeeld, dat de voor uitzichten omtrent de ontwikkeling van de exploitatie van het industrieterrein in de YVaarderpolder niet ongunstig zijn. De resul taten van de activiteit van de Stichting tot ontwikkeling van de industrie zullen gelei delijk in omvang en betekenis toenemen. Plannen bestaan het terrein in oostelijke richting te doen uitbreiden. Enige malen heeft contact plaats gehad met het directoraat-generaal voor de indus trialisatie, inzake vestiging van buitenlandse ondernemingen in Haarlem, echter zonder tot dusver tot concrete resultaten te leiden. Gevraagd is of er na 1951 weer eens con tact is opgenomen met Figee en Hilarius over de verbetering van de polderweg, welke toegang vormt tot deze fabrieken. B. cn W. delen mee, dat zich sinds 1951 geen nieuwe motieven hebben voorgedaan om contact te zoeken met Figee en Hilarius over de verbetering van de polderweg. Sluis te Spaarndam Raadsleden vroegen of voor de noodzake lijke openlegging van Haarlems industriege bied verbreding van de sluis te Spaarndam niet de enige mogelijkheid is. Volgens B. en W. moet alvorens deze vraagt beantwoord kan worden, een nauwgezet onderzoek wor den ingesteld, waarbij alle belangen moeten worden overwogen. Uit een onderzoek is gebleken, dat slechts twee bedrijven be lang hebben bij een grotere sluis in Spaarn dam. Een grotere sluis betekent ook ver dieping van het Noorder Spaarne en van Zijkanaal C. Hiervoor zijn omvangrijke baggerwerken vereist. Indien het onderzoek mocht uitwijzen, dat een grotere sluis eco nomisch verantwoord is, zou de grotere sluis naast de bestaande moeten worden gebouwd. Pensionhouders hijcen Voor een klein gehoor heeft de heer E. Bouwman, voorzitter van de Haarlemse afdeling van de Nederlandse Federatieve Vereniging van Pension-, Rusthuis- en Kamerverhuurbedrijven gisteravond in Brinkmann een heftig protest laten horen tegen eên artikel over rusthuizen in Neder land, dat dezer dagen in een dagblad werd gepubliceerd. Volgens de schrijver van dit artikel zijn de eigenaars van rusthuizen er alleen op uit, winst te behalen. De oudjes worden „uitgekleed en uitgemergeld". Spreker vond de toon in dat artikel laat dunkend, beneden peil. Hier wordt ge- insinueerd, aldus spreker, en het is een belediging aan ons aller adres. Het is trouwens niet moeilijk, zo zei de heer Bouwman, om het tegendeel te be wijzen. In de eerste plaats is daar een sta tistiek over de middenstand van dr. Tobi en drs. Luik, waaruit, blijkt, dat drie-kwart van de middenstand moet leven van eeri loon, lager dan 60 per week. En om dich ter bij het bedrijf te blijven: een Horeca- onderzoek bij pension- en rusthuizen heeft uitgewezen, dat het rendement eigenlijk negatief is! Het is dus zeker niet waar, dat wij op winstbejag uit zijn. In tegendeel, wij moeten juist vooruti, en daarvoor is orga nisatie een eerste vereiste. Nederland telt bijna vijfduizend pensions en kamerver- huur-bedrijven. Daarvan is ten hoogste de helft georganiseerd. En organisatie is drin gend noodzakelijk, want er is op velerlei gebied voor ons nog veel te doen, aldus besloot de heer Bouwman zijn betoog. Na de pauze voerde de heer H. Meyer, voorzitter van de afdeling Amsterdam en tevens vice-voorzitter van de federatie, het woord. Spreker belichtte uitvoerig de ver houding tussen de federatie, de Bedrijfs- horeca en de Peruka. De Bedrijfshoreca, waaraan de federatie steeds betaalt en die dus achter haar behoort te staan, werkt haar in werkelijkheid evenwel vaak tegen. Spreker betreurde dit zeer. De Bedrijfs horeca heeft reeds ondervonden, dat de federatie zich niet de kaas van het brood laat eten. Geheel anders is dat gesteld met Peruka. Deze organisatie had steun nodig, vond die bij de Bedrijfshoreca en liep sinds dien keurig aan haar leiband. Spreker verklaarde, dat hij een fusie poging heeft gedaan tussen Peruxa en oe federatie. Doch op allerlei manieren neen Peruka deze poging te niet gedaan. De heer Meyer lichtte zijn betoog met tal van voor beelden toe. De heer Bouwman gaf ook een uitvoerig exposé over de consequenties van de huur verhoging voor de pension- en aart verwante bedrijven. J. A. J. Erftemeyer hield lezing over reclame In het R.K. Verenigingsgebouw aan de Herenweg hield de afdeling Heemstede van de Katholieke Vrouwen Beweging Donder dagavond haar jaarvergadering, waarbij de presidente, mevrouw M. Kubatz-Brugman de leden welkom heette. Het jaarverslag van de secretaresse gaf een duidelijk beeld van de activiteit in deze afdeling en het jaarverslag van de penningmeesteresse kon met een batig saldo worden afgesloten. Vervolgens werd de periodiek aftreden de mevrouw M. Spierings-Hessels weer in haar functie herkozen, waarna het bestuur verder nog met de dames Van der Velden, Nobels, Rijken en Koppen werd uitgebreid. De laatste werd tevens in de propaganda- commissie opgenomen. Voor de toekomst staat een grote feestavond op het program ma, welke in Haarlem gehouden wordt, in samenwerking met de verschillende afde lingen uit de omgeving en de afdeling heeft voor 21 Februari nog zelfstandig een feest avond in voorbereiding. Na de pauze hield de heer J. A. J. Erfte meyer een korte causerie over het onder werp ,.De invloed van reclame op de vrouw". Hierbij stelde hij vast, dat tachtig procent van het nationale inkomen door de huisvrouwen wordt besteed, hetgeen hij een juiste oplossing vond, omdat zij over het algemeen beter met geld kunnen om- gaan dan de man. Verder gaf spreker enige voorbeelden van de psychologische uitwer- j king ;an de reclame, waarbij hij vaststel de, dal wanneer bepaalde producten regel matig onder de aandacht van de consu ment worden gebracht, deze met vertrou wen gekocht kunnen worden, omdat hier door tevens bewezen is, dat de fabrikant door een regelmatige verkoop in staat wordt gesteld de campagne te blijven voe ren. Wanneer het artikel niet van goede kwaliteit zou zijn, werd het immers niet afgenomen. Om dezelfde reden concludeer de hij ten slotte, dat een goede reclame campagne een bepaald product beslist niet duurder behoefte maken. Onze indruk van de jongste creatie van de Nederlandse Opera te Amsterdam namelijk die van Mozarts laatste opera „Die Zauberflöte" ofwel „De Toverfluit" wordt beheerst door de sublieme muziek, die alle uitersten in het populaire en te vens ethische sprookjesspel overbrengt. Verder mag de scenische montering in één woord schitterend worden genoemd. De dirigent Josef Krips, de regisseur Georg Hartmann en de ontwerper van décors en costuums Emil Preetorius hebben getracht een model-opvoering van dit werk tot stand te brengen en zij zijn daar tot op ze kere hoogte in geslaagd. De reserve die deze laatste zin inhoudt, geldt regisseur noch décor-ontwerper en ook niet de mu zikale leider voor zover het zijn opvat ting van de partituur aangaat, maar wel voor wat betreft zijn verantwoording voor een deel der bezetting. Wij weten niet in hoeverre hij daarvoor aansprakelijk gesteld kan worden, maar het is onze vaste overtuiging, dat uit de solisten van de Nederlandse Opera het werk vrij wat gunstiger zou kunnen wor den bezet. Het mag waar zijn, dat men het bezwaarlijk beter kon treffen voor de rol van Papageno dan met Jos Burcksen en dat men tevens een goede keuze deed voor de Papagena door deze partij aan de jonge vlotte actrice Nel Duval toe te ver trouwen. Ook de Menostatos van Chris Taverne was te aanvaarden en tevens had men een zeer gelukkige hand gehad in de toewijzing van het trio der Darties aan de beproefde krachten: Corry van Beckum, Cora Canne Meyer en Anny Delorie. even als met de twee Geharnasten van Jan van Mantgem en Guus Hoekman. Maar wij begrijpen niet, dat men aan deze laatste niet de rol van Sarastro heeft toevertrouwd in plaats van aan Gerard Groot; dat men de lyrische tenorpartij door Frans Vroons liet zingen, wiens ca paciteiten op een heel ander plan liggen; dat men uit Engeland een nog onbedreven actrice liet komen de sopraan Adele Leigh die als gast de rol van Pamina vertolkte, terwijl men in het eigen gezel schap over zangeressen beschikt voor wie deze partij heel wat gunstiger ligt; dat men tenslotte voor het kiezen van een vertolk ster van de lastige partij van de Koningin van de Nacht niet kieskeuriger te werk is gegaan. Het kon ten hoogste verdienstelijk heten wat Nelly Burbach hiervan terecht bracht; maar toen we tijdens de pauze in de corridor van de tweede verdieping het bronzen beeld van mevrouw Cato Engelen- Lewing terug zagen, ontwaakte onze her innering aan haar interpretatie van deze hachelijke rol de gaafste die wij ooit hoorden en begrepen te beter onze te leurstelling op deze avond. Bovendien heeft men het aangedurfd om het Trio der knaapjes, naar Weense tra ditie, door kinderen te laten vertolken. Helaas vond men er de geschikte krachten niet voor. Het blijft alleen een honnepon- nig geval voor teerhartige toehoorders, die het snoezig vinden, ook al wordt er val* gezongen. Laat men bij de Opera toch niet wachten om deze vergissing te erkennen en een drietal zangeressen met deze deli cate partij te belasten, zoals dat hier steeds gebruikelijk is geweest. En toch, ondanks deze vele bedenkingen I op vocaal gebied, heeft de opvoering van „Die Zauberflöte" sterk weten te boeien, niet door individuële prestaties, doch door een vastomlijnd samenspel en een welbe grepen uitbuiten van de muzikale moge lijkheden. Het orkest klonk prima en wat het koor presteerde stond boven alle lot verheven. De scène van de Geharnasten vormde het hoogtepunt van de opvoering; hier staan we trouwens voor de oneindig heid in Mozarts kunst. Treffend was ook het Kwintet uit het eerste bedrijf. En al door kon men het spel van Frans Vroons waarderen en genoegen scheppen in de creatie die Jos Burcksen te beste gaf. Zelfs Gerard Groot wist een ogenblik te imponeren namelijk met de tweede strofe van „In diesen heil'gen Hallen". Met dat al ccn wonderlijk kijkspel, over goten met muziek, die in klare eenvoud tot de hoogste toppen reikt. JOS. DE KLERK Adele Leigh en Frans Vroons in „De Tover- fluit" van Mozart bij de Nederlandse Opera Amateurtoneel Nadat het Kennemer Lyceum met goed gevolg zijn krachten had beproefd op dr. P. H. Schröders blijspel „De twee Egypti sche dieven", zijn Donderdagavond de leerlingen van het Triniteitslyceum ermee op de planken van de Stadsschouwburg verschenen, geassisteerd door enige oud leerlingen van het R.K. Lyceum voor meisjes „Sancta Maria". Deze assistentie betekende „het kelderen van een prin cipe". Maar zij maakte het mogelijk een stuk met een gemengde bezetting te doen opvoeren, een omstandigheid welke men alleen maar kan toejuichen. De belang rijkste vrouwelijke rol in het stuk werd namelijk zo goed gespeeld, dat men thans misschien een principieel voorstander van de samenwerking tussen de Katholieke lycea voor jongens en meisjes op toneel gebied is geworden. Wat voor de toekomst nog meer winst kan betekenen als de krachten, gelijk verleden jaar, aan Molière worden beproefd of aan andere klassieke schrijvers, hetgeen voor schoolvoorstellin gen niet ongebruikelijk is. Over de inhoud van het stuk behoef ik niet meer te schrijven. Die inhoud kan als bekend worden verondersteld. Schröders toneelbewerking van het verhaaltje uit Herodotus is er een, die gebouwd is op vondsten, heel geestige vondsten, met ana chronismen en niet te onderschatten her halingen, welke men terdege kan uitbuiten. Het is scherts-toneel, zich bijzonder lenend voor een schoolvoorstelling, omdat het van de acteurs plezier in de situatie vraagt, wat zoveel betekent als plezier in hun spel. Wanneer de typeringen niet te sterk wor den aangezet is het allemaal leuk en ge zellig. een charge op het deftige toneel en pedante schoolwijsheid. Het derde bedrijf alleen vraagt een beetje te veel van de toeschouwers, omdat er ijverig in wordt gepraat en de ontknoping in twee étappes verloopt. Wat. nu de opvoering aangaat: onder de regie van pater Donné is het een grappige kolderieke vertoning geworden. Ik prees al de vertolking van Ida Rooijers, die qua intonatie en plastiek de prinses de nodige luister bijzette; ik zou ook John Daniels een compliment willen maken voor zijn type ring van de pharao, waarin je hem zag groeien. Geestige momenten had Henk Bos man als commandant van de lijfwacht, minzaamheid spreidde Cees Heemskerk in zijn hoedanigheid van regisseur ten toon, komisch was de toneelknecht van Victor Pollé met zijn „kleine mannetje, dat er voor staat" allure. Er werd vlot gespeeld en zo'n klein rolletje bijvoorbeeld als van Frans Giesberger toonde aan, dat ook aan de nevenfiguren alle aandacht was besteed. Alleen de articulatie liet te wensen over. De zaal amuseerde zich uitstekend; als een luchtig intermezzo in de ernst van alle dag bleek de voorstelling a.an haar doel vol komen te beantwoorden. P. W. FRANSE. De Gouwzee is dicht gevroren en zodra zij de kans schoon zagen zijn dan ook de ijs- zeilers verschenen om te profiteren van de unieke gelegenheid welke de vorst hun voor de beoefening van deze vorm van wintersport biejdt. Hoewel wij erover klaagden, hadden zij niet over de harde wind te klagen. Met grote snelheid schoten zij voort over het ijs en boden de fotograaf de kans het neven staande plaatje te maken. Drs. W. Hazevoet: Donderdagavond hield de R.K. Midden standsvereniging, afdeling Haarlem, in Brinkmann de eerste vergadering van dit jaar, waarop drs. W. Hazevoet, directeur van het Haarlemse Huisvestingbureau, een uiteenzetting gaf van de werkwijze van het Kuisvestingbureau. De Burgerlijke Stand wijst, aldus drs. Hazevoet, uit dat jaarlijks in Haarlem twaalf- tot veertienhonderd echtparen in het huwelijk treden. Na ongeveer één jaar jaar komt bij duizend van deze jonggeuuw- den het eerste kind, zodat er jaarlijks dui zend woningen beschikbaar gesteld dienen te worden. Er worden echter slechts vier honderd woningen per jaar gebouwd, zodat de normale bevolkingsaanwas nog steeds beduidend hoger ligt dan de bouw. Het Huisvestingkanloor moet dus beperkingen bij de toewijzing van de woningen instellen. Hierbij heeft mep de woningzoekenden in twaalf groepen verdeeld, waarmee echter het voorrangsprobleem nog niet is opgelost. Daarbij komt nog dat de huiseigenaar een bepaalde candidaat mag stellen en ditzelfde geldt voor de woningbouwverenigingen, hoewel de huizen van deze verenigingen voor een groot gedeelte slechts met behulp van zeer grote subsidies gebouwd kunnen v/orden. De huiseigenaar of de woning bouwvereniging verstrekt de adspirant- huurder een bereidverklaring en volgens de regeling die op 1 Januari 1954 is inge gaan, geeft het Huisvestingbureau slechts een huiirmachtiging wanneer de toekom stige huurder behoort tot een van de twaalfhonderd „oudste" ingeschrevenen bij het bureau. Vervolgens besprak de heer Hazevoet, die zijn causerie illustreerde met talloze voor beelden uit de practijk, het probleem van de uitzetting, waarbij vooral voor de mid denstanders van belang is, dat een winke lier gedwongen kan worden zijn winkel woning in gebruik te nemen, wanneer deze leeg staat. Ten aanzien van de koop van huizen, waarschuwde spreker voor de heersende misvatting, dat een koper enige aanspraak op een pas-gebouwd huis kan maken. De Haarlemse notarissen wijzen de adspirant- kopers daar wel op en raden hun cliënten altijd aan, voordat er een vergunning van het Huisvestingbureau is verkregen, in het voorlopig koopcontract een „vestigingsclau sule" op te nemen. Tenslotte gaf drs. Hazevoet als zijn per soonlijke mening te kennen, dat de twee kamerwoningen, die men tegenwoordig uit bezuiniging dikwijls bouwt „ondingen" zijn. Over tien jaar zullen deze huizen, aldus spreker leeg komen te staan, omdat zij ten ene male ongeschikt zijn voor gezinnen met kinderen. De benedenverdiepingen der duplexwoningen kunnen wellicht beter dienen voor de huisvesting van al wat oudere kinderloze echtparen. De jonggehuwden kunnen zich tegen woordig bij het Huisvéstingbureau laten inschrijven indien zij samen vijftig jaar zijn. Zij krijgen dan ook een huiirmachti ging, hetgeen echter niet betekent dat zij nu ook in alle gevallen op korte termijn geholpen kunnen worden. De heer Hazevoet vond, dat in deze tijd van woningnood de Rooms-Katholieke bouwverenigingen ook niet-Katholieke be woners moeten opnemen. Anders ontstaan scheve verhoudingen, want de veel talrijker niet-Katholieke bouwverenigingen nemen immers wel Rooms-Katholieken op. De heer Hazevoet meende ook, dat er meer woningen voor grote gezinnen moeten worden gebouwd. Het is een misvatting, dat dit alleen van belang is voor Rooms- Katholieken of Gereformeerden. Na de pauze kregen de aanwezigen ge legenheid enkele vragen te stellen over actuele buisvesting-problemen, waarbij uiteraard de moeilijkheden voor de mid denstand een bijzonder grote plaats innam. ADVERTENTIE u LANGE VEEHSTRAAT 10 ft TEL. 11493 Mejuffrouw da. A. E. Ruys, vicaris bij de Nederlandse gemeente te Berlijn heeft zich bereid verklaard in Haarlem en om geving te komen spreken over haar con tact met de kerk in Oost-Duitsland namens de Stichting Oecumenische Hulp aan Ker ken en Vluchtelingen. De Oecumenische Raad, die haar ver zocht over te komen deelt mede, dat zij op drie plaatsen haar lezing zal houden: op Maandag 8 Februari in het Hervormd Jeugdhuis aan ae Herenweg 111 te Heem stede; op Dinsdag 9 Februari in de Her vormde kerk aan de Ramplaan te Over veen en op Woensdag 10 Februari in de Remonstrantse kerk aan de Wilhelmina- straat in Haarlem. De lezingen, die men gratis kan komen beluistern, beginnen des avonds om acht uur. Aan het eind ervan wordt een collecte gehouden voor het ker kelijk werk in Berlijn, dat de zorg voor vele vluchtelingen omvat. De lezingen worden gehouden onder de titel „Berlijn 1954". Naar aanleiding van een Donderdag in ons blad opgenomen passage uit de Memorie van Antwoord over de eventuele verplaatsing van de Haarlemse groente- en fruitveiling hebben wij ons in verbinding gesteld met de directeur van de veiling, de heer G. Böhm. Hij was van mening, dat als bedoeld is, dat Haarlem de kleinste veiling in Nederland is, naar de omzet gerekend, de conclusie van het Nederlands Economisch Instituut onjuist is. Blijkens het jaarver slag 1952 van het Centraal Bureau van de tuinbouwveilingen in Nederland zijn 125 veilingen aangesloten. Haarlem staat op de 71e plaats: 54 veilingen hebben dus een kleinere omzet dan Haarlem. Het is mogelijk, wat de ruimte betretf, dat Haarlem tot de kleinste behoort. Dat kan de heer Böhm moeilijk controleren. De Haarlemse veiling is te klein en men wil gaarne de plaats verlaten. Dat is ook de mening van de heer J. H. Scholte, die in het jaarverslag 1952 over hel markt- en havenwezen hetzelfde heeft opgemerkt. De heer Böhm merkte op, dat het be stuur van de Haarlemse Groente en fruit veiling de vele malen genoemde plaats in de Veerpolder ongunstig vindt: zij is te ver uit het centrum gelegen. Tijdens bespre kingen met het gemeentebestuur is ver zocht een plaats aan te wijzen bij een ver harde weg bij vaarwater. De veiling is bereid de bouwkosten voor haar rekening te nemen. Voor de gemeente bestaat er dan geen financieel vraagstuk. ZONDAGSDIENST De artsendienst van de doktoren in Bloe- mendaal-dorp wordt van hedenmiddag twee uur tot Maandagmorgen acht uur waar genomen door de arts J. H. M. Egberts. Zui- der Stationsweg 12, Bloemendaal, telefoon 22261; die van de Overveense huisartsen tot Zondagavond elf uur door de arts R. Holt huis, Rollandslaan 35, Haarlem, tel. 10367. In hetzelfde tijdvak is de dienstdoende wijkverpleegster zuster J. van Dijk, Bloe- mendaalseweg 307, Overveen, telefoon 12698, b.g.g. 14424. De Zondags-, avond- en nachtdienst van de apotheken voor Overveen, Bloemendaal en Santpoort' wordt van hedenavond zes uur tot Zaterdag 6 Februari in spoedgevallen verzorgd door de Elswout apotheek (drs. A. P. W. v. d. Ham). Blocmendaalseweg 341, Overveen. telefoon 16760 cn de Santpoortse apotheek (drS. K. Zijp). Rloemendaalsestraat- weg 145, Santpoort station, telefoon K 2560 8249.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 8