Eind goed, niet al goed in „Drie liefdes
letelligeetieproevee tot vaststelling
van het menselijke in het dier
Experimentele dichtkunst
Een poging tot inleiding
WINTER
AafLMZtlb&n
Drie verhalen in één film
Kirk Douglas een
prachtig filmacteur
VREEMDE HISTORIE Boeken schilderijen
over absolute kunst
De verbeeldingskracht
van de chimpansé
Regisseur naar Spanje
Onze Puzzle
De propaganda in
„Geen tijd voor bloemen"
visser van ma yuan
voorste linie en allen offeren zij zich zonder
aarzelen voor de gemeenschap op. Gewon
den worden met ware doodsverachting ge
borgen en zelfs de gesneuvelden worden
hier komt al iets van dodencultus en
heldenverering om de hoek kijken mee
gevoerd en luide bejammerd".
NET ALS BIJ DE MENSEN zijn cr ook
onder de apen allerlei types en „karak
ters": domme en verstandigegoedhartige,
en wrede, asociale en gezelligeexem
plaren en net als wij worden zij heen
en weer geslingerd tussen hun goede en
kwade aandriften, tussen egoïsme en ge
meenschapszin, tussen individualiteit en
conventie.
Vandaar misschien dat een gevangen aap
zo vlot onze zeden en gewoonten over
neemt. Zet een jonge chimpansé in een
mensenmilieu en binnen een paar maanden
imiteert hij met een verbluffende flair alle
uiterlijkheden van onze samenleving, hij
slaapt in bed, eet met mes en vork, kamt
en wast zich met pijnlijke nauwkeurigheid,
rookt sigaretten en draagt met evenveel
zwier zijn kamerjas of zijn colbertje als de
heer des huizes. Het enige dat hij niet leert
is de ..mensentaal" te spreken en dat is
maar goed ook. Want wie weet wat hij van
ons zeggen zou.... H. C.
De oplossing van de vorige puzzle is:
Horizontaal: 1. gal, 4. vertier, 6. aan, 7.
Lea, 9. dol, 11. kas, 13. stoel, 15 sok, 17 pap,
19 met, 21 traan, 23. ato, 25. naast, 28. Ada,
29 Dinsdag, 30. Ate, 31. Marie, 33. ale, 34.
Emmen, 36. erg, 38. sla, 39. tor, 40. angel,
43. tel, 44. Eli, 45. Sam, 47. sas, 49. onsterk,
50. een.
Verticaal: 1. graat, 2. ata, 3. linde, 4. vel,
5. rol, 8. esp, 10. olm, 11. kordaat, 12 Spa,
14. ontslag, 15. sta, 16. kasteel, 18. ander,
20. engel, 21 tam, 22. Aar, 23. ana, 24 ode,
26. aan, 27. ten, 32. Ier, 35 mat, 37 gal, 38.
sla, 41. Nisse, 42. Essen, 44. ego, 46. mik,
48. Ate.
De prsijwinnaars waren:
1. J. v. d. Rol, Ged. Schalkburgergracht
47, Haarlem 7.50.
2. S. M. EakkerKamer, Hofgeesterweg
3, Santpoort 5.
3. Mej. M. Kalkman, Zeeweg 336, Drie-
huis-lJmuiden 2.50.
genomen en steeds zijn het de apen en
in het bijzonder de chimpansé, de gorilla
en de oerang oetan die de erepalm weg
dragen. Velen van hen leren al na één
demonstratie muntautomaten bedienen en
tonen zelfs een grote vindingrijkheid in
het uitdenken van hulpwerktuigen om aan
voedsel te komen. Hangt men bijvoorbeeld
een banaan zo hoog in hun kooi op, dat
zij er springend of klimmend niet bij-
kunnen, dan zoeken zij een stok om de
vrucht naac beneden te slaan. Is ook de
stok tekort en^geeft men hen een driedelige
hengel of een aantal kistjes, dan passen zij
de hengelstokken in elkaar of stapelen zij
de kisten op om bij de pisang te komen.
ZO ZIJN ER HONDERDEN verbluffende
staaltjes van de scherpzinnigheid en ver
beeldingskracht der mensapen, die hen
met hoofd en schouders boven alle andere
dieren verheffen en een treffende over
eenkomst vertonen met de uitingen van de
menselijke intelligentie. Er is trouwens nog
veel meer verwantschap met de mens,
want ook deze grote apen zijn ijdel, jaloers,
plaagziek en aanmatigend. Zij kunnen uren
zoekbrengen met zich op te poetsen en bui
tengewoon brutaal en veeleisend worden
Komen zij in contact met de mensen en
laat men hun de vrije teugel, dan gedragen
zij zich niet zelden als tyrannieke dictators.
„In de apenprovincies van India" zo
schrijft de Duitse vorser dr. Fritz Kahn in
zijn trilogie „Het wonder der natuur"
„kan men geen tempel betreden zonder
deze dieren eerst een schatting te betalen
en zij keuren het meegebrachte fruit-
gesehenk even crhisch als bij ons de hotel
portier zijn fooi. Een drukbezochte tempel
beschouwen zij als een lucratief bedrijf en
tussen de verschillende apenbenden worden
vaak formele oorlogen gevoerd om het „be
zit" van zo n bedehuis".
SOMMIGE GROTE APEN zijn solitaires,
die alleen hun weg gaan, maar andere leven
in grote groepen. Gaat het zo'n apenge-
meenschap goed, dan denkt ieder slechts
aan zichzelf en het eigen „gezin". Omdat
zij dicht opeenhokken zijn burenruzies en
vechtpartijen aan de orde van de dag.
Dreigt er echter gevaar van buiten-af, dan
is men het, gelijk een mensenvolk in oor
logstijd, plotseling roerend met elkaar eens.
De binnenlandse twisten en veten zijn ver
geten. vrouwtjes en jongen worden in vei
ligheid gebracht en de mannetjes gaan in
broederlijke eendracht de vijand tegemoet.
„Een apenkudde in oorlogstoestand", zo
schrijft dr. Kahn, „is iets om respect voor
te hebben. De aanvoerder posteert zich,
omringd door zijn sterkste mannen, in de
EEN paar weken geleden stond in de
krant een prachtig verhaal over aap
mensen, die ergens in woeste binnen
landen door niet-aapmensen ontdekt zijn.
Het was een tamelijk ontroerende ge
schiedenis: de aapmensen waren vrolijk
en vriendelijk en ze liepen er zomaar
spierbloot bij. Eigenlijk kreeg men de in
druk, dat aapmensen het, zonder chemise-
enveloppe, verder in de levenskunst heb
ben gebracht dan u en ik met ons nieuwe
ondergoed-met-kleine-weeffoutjes uit de
uitverkoop.
Sedert dat eerste bericht heb ik iedere
dag nieuwsgierig de krant geopend om te
zien wat er nog meer over die braverds
bekend is geworden. Maar tevergeefs. Het
is bij dat eerste bericht gebleven en nu ben
ik een beetje bang, dat zij met minder
vreugde en vriendelijkheid en met meer
onderbroeken door het oerwoud wandelen.
De mogelijkheid lijkt mij allerminst uitge
sloten, dat niet-aapmensen uit onze con
treien ijlings naar hen zijn toegegaan om
hen te beschaven.
Misschien zijn zij al druk met aap-noot-
mies bezig en zullen zij over niet al te
lange tijd met Jan Mens en Amy Gros
kamp-ten Have op hun schoot bij hun
kampvuren zitten.
Het is overigens een eigenaardige ge
dachte, dat er op aarde nog mensen leven
die er hoegenaamd geen lust in hebben
elkaar te doden, die nooit van atoombom
men, gepasteuriseerde melk en Lucebert
hebben gehoord en die nog alles moeten
leren, wat wij in eeuwen ons eigen hebben
gemaakt.
De naam die wij maar ineens voor hen
gevonden hebben: „aapmens" is direct al
en op zich zelf reeds het bewijs hoe be
schaafd wij zijn. Als een man van Mars op
aarde zou komen, zou hij misschien weinig
verschil zien tussen, om maar eens iemand
te noemen: U en een aapmens maar wij
moeten direct laten merken hoe laag zij
zijn en hoe hoog wij staan en dat is een
fijn trekje van onze beschaving.
Vermoedelijk betalen aapmensen geen
belasting, gaan zij niet naar de bioscoop en
kennen zij geen publiekrechtelijke be
drijfsorganisatie. Zij zijn dus ons mede
lijden ten volle waard.
Ik denk dat al mensen-van-ons bezig
zijn hen te beschaven.
Over een jaar of wat zullen zij wel min-
der vrolijk en vriendelijk zijn. ELIAS 2
De openbare Leeszaal te Amsterdam
heeft in het filiaal Roelof Hartplein een
tentoonstelling ingericht van boeken over
absolute kunst, waarbij tevens een aantal
originele werken, vervaardigd door leden
van de schildersgroep „Creatie" en repro
ducties van hun schilderijen te zien zijn.
Jef Baarts, de regisseur van de Zuid-
Nederlandse Opera, zal van 17 Februari tot
15 Maart een reis ondernemen door Spanje
ter kennismaking met het Spaanse toneel.
Voorts zal hij ook in Frankrijk de techni
sche en artistieke mogelijkheden van het
operawezen bestuderen.
IK 1IEB EENS een foxterrier gehad, die
nogal uithuizig was. Op de vijf eerste
dogen van de week zagen wij hem vrij
wel nooit thuis. Dan was hij tan 's mor
gens vroeg tot 's avonds laat in zijn
eentje op stap. Maar 's Zaterdags en
Zondags lag hij voor dag en dauw op de
voormatdcur en daar hlééf hij liggen,
's Zaterdags tot de slager geweest was
met een hot of een andere lekkernij,
's Zondags tot hij mee mocht met de
baas voor een ochtendivandcling, die het
hoogtepunt was van zijn hondenbestaan.
Jarenlang hebben we allerlei bedriege-
rijtjes uitgedacht om hem in de war te
maken, maar zonder enig succes. Hij
vergiste zich nooit. Daaruit besloten wij
vol trots, dat hij een bijzonder schrander
dier was.
Nu is dat natuurlijk niets bijzonders,
want iedere bezitter van zo'n blaffende
viervoeter kan u tientallen dergelijke
staaltjes vertellen om te bewijzen, dat
de hond in het algemeen en zijn eigen
exemplaar in het bijzonder ongeveer
het intelligentste dier op aarde is.
HELAAS ECHTER delen de geleerden die
mening niet. Dr. Bernard Riess, een be
faamde dierenpsycholoog van het Hunter
College in Amerika bijvoorbeeld, die jaren
lang intelligentieproeven met allerlei
beesten genomen heeft, komt tot de con
clusie dat de hond een bijzonder trouw
huisdier is, dat zich uit blinde toewijding
voor zijn meester aftobt om allerlei kunst
jes te leren, maar dat vrijwel nooit in staat
blijkt om zelfs een eenvoudig „denkpro-
bleem" op te lossen. In een serie proef
nemingen gebruikte deze geleerde kooitjes
van iizerdraad, waarin een begeerlijke die-
renlekkernij was opgehangen. Om bij dit
voedsel te komen moesten de proefdieren
een deurtje in de kooi opendrukke.n, een
klink oplichten of iets dergelijks presteren.
Stekelvarkens leerden zulke kooitjes ope
nen door een pal neer te drukken, een haak
op te lichten, een stop uit te trekken en
zelfs knoppen om te draaien. Ratten leer
den twee, katten tot zeven, wasbeerties en
halfapen zelfs meer dan tien verschillende
hindernissen aan een proefkooi te overwin
nen.
De honden echter sloegen een zeer pover
figuur. Zij plachten lance tijd zenuwachtig
rond te lopen en in het wilde weg aan de
kooi te krabben voordat zij en dan
meestal „per ongeluk" het sluitings
mechanisme ontdekten. Toen enkele hon
den na dagenlanee herhalingen geleerd
hadden hoe zij de sluitpal moesten onenen,
werd de kooi een kwartslag gedraaid. De
honden echter gingen nerveus door met
krabbelen en klauwen op de plaats waar
de pal eerst had gezeten.
OOK HET PAARD bleek geen hoogvlieger
bij dergelijke dieren-„examens". Professor
Beech van de Yale-Universiteit deed hon
derden proeven met paarden, honden, kat
ten en apen. De dieren werden om beurten
in een vertrek gebracht, dat vier klan-
deuren had, waarvan er telkens maar één
steeds een andere niet op slot ge
draaid was. Daarachter was dan weer voed
sel neergelegd.
De eerste keer lukte het alle examinandi
om tot het lokaas door te dringen, maar
als men bij volgende proeven een der
andere deuren openliet, dan slaagde alleen
de aap erin, door systematisch proberen,
zijn weg naar het voedsel te vinden. De
honden en katten hadden aanmerkelijk
meer moeite en tijd nodig om de "ewijzirde
situatie te verwerken, maar het paard
keerde steeds naar die deur terug, die het
de eerste keer had kunnen openduwen.
IN TAL VAN LANDEN worden regelmatig
dergelijke intelligentieproeven met dieren
De in dit artikel beschreven kistjes-
proef werd ook eens genomen met
een jonge chimpansé in de Lon-
dense dierentuin, maar deze ver
spilde geen tijd aan experimenten.
Zonder een ogenblik te verliezen
greep hij de oppasser beet, sleurde
hem naar het midden van de kooi
sprong op zijn rug en griste de ba
naan iveg in nauwelijks een tiende
van de tijd, die het hem gekost zou
hebben om de kistjes op elkaar te
zetten!
Horizontaal: 1. granietachtig gesteente,
6. roofdier, 7. kleefmiddel, 9. boom, 10.
dwaas, 12. welaan, 13. stuk geschut, 15.
vervoermiddel, 16. wijnsoort, 17. schoon
heidszin, 19. lengtemaat, 21. vis, 22. lid
woord, 23. Europeaan, 25. kledingstuk, 26.
overeenkomst.
Verticaal: 1. visje, 2 rund, 3. meisjes
naam, 4. landbouwwerktuig, 5. roodachtig,
6. luchtklepje in blaasinstrumenten, 8.
stopsel bij 't voegen van muren, 10. toon
ladder, 11. zekere harssoort, 13. broeibak,
14. de opperste rand van een dak, 18 ka
rakter, 20. munt in Boelgarije, 22. soort
hond, 24. voorzetsel, 25. deel van de mast.
Om mee te dingen naar de drie geldprij
zen ad 7.50, 5.en 2.50 moeten op
lossingen onder de aanduiding „Oplossing
Puzzle" uiterlijk Dinsdag 17 uur ontvangen
zijn aan een van onze kantoren in Haarlem:
Grote Houstraat 93 en Soendaplein 37, of
IJmuiden: Kennemerlaan 186. Men sluite
geen mededelingen bij.
Langzamerhand wordt het mode een aantal korte vertellingen te verfilmen, die onder
ling niets gemeen hebben dan de naam van de auteur, of het feit dat ze tot een bepaald
genus behoren. Zo zijn er een aantal novellen van Somerset Maugham verfilmd, zeer
verdienstelijk overigens, en werden de zeven hoofdzonden bijeengebracht. Thans kun
nen we weer zo'n verzameling korte geschiedenissen begroeten, die onder de titel
Drie liefdes" door de Metro Goldwyn Mayer werden uitgebracht. Ze werden gere
gisseerd door George Reinhardt, zoon van de bekende toneelregisseur. Men kan over
de kwaliteiten van deze liefdes nogal van mening verschillen: ik vind de laatste
eigenlijk wel de beste. Het zijn er drie. Voorts zou ik dan nog even de aandacht willen
vestigen op een ander product van Amerikaanse origine, dat bedoeld is als een anti
communistische propagandafilm, maar negens de waarde heeft van het pamflet.'„Geen
tijd voor bloemen" is de naam.
De verfilming van Somerset Maugham's no
vellen betekende indertijd 'n moedige daad,
omdat men het tot dan 't liefst in de lengte
zocht om diepte te krijgen, doch de bondige
vorm, die veel meer directheid vereist, niet
aandurfde. Natuur'ijk schakel ik hierbij de
documentaire uit. Toen eenmaal de proef
was gelukt en nieuwe beknopte verfil
mingen werden ondernomen, bleek er nog
heel wat variatie mogelijk, heel wat moge
lijkheden te variëren. Kennelijk is dat ook
getracht met „Drie liefdes", maar het
resu'taat is nogal ongelijk. De toeschouwer
wordt aan boord van een luxueuse oceaan
stomer in kennis gebracht met een drietal
figuren, over wie de herinnering vaardig
wordt. De eerste is een choreograaf. Zijn
gedachten gaan terug naar Londen, waar
hij een meisje ontmoette, dat volmaakt
verwezenlijkte wat hij zich van de prima
donna in zijn ballet gedroomd had. Het
meisje is het dansen echter verboden. Haar
hart is to zwak. Ze bezoekt de première
van zijn bal'et en blijft in de schouwburg
achter. Ze begeeft zich naar het toneel. Ze
danst. De choreograaf ziet haar. Hij nodigt
haar uit met hem mee te gaan naar zijn
huis. Hij vraagt of zij daar voor hem wil
dansen. Ze beseft dat ze er geen goed aan
doet, maar gaat mee. Ze danst voor hem.
Hij is wild enthousiast. Maar als ze thuis
komt blijkt de inspanning te veel te zijn
geweest. Ze valt in onmacht en sterft.
Mo ra Shearer en James Mason vervul
len de hoofdro'len. Niemand die er aan
twijfelt of zij kwijten zich van hun taak op
de uitnemende wijze, die men uit hun fi'.ms
kent. Het aandeel van Moira Shearer is
niet gering. Zij danst vele taferelen lang.
Maar de film is er niet in geslaagd daaraan
veel inhoud mee te geven. Men bewondert
haar techniek, men kan echter niet tot het
grenzeloze enthousiasme geraken van de
choreograaf, omdat 's mans intenties niet
duide'ijk worden. In hoofdzaak is dat de
schuld van het scenario, Reinhardt's spel
met Moira Shearer is lang niet slecht. Hij
demonstreert op z'n minst al zijn goed vak
manschap.
Vaardig, slagvaardig zou ik willen zeg
gen, gaat hij te werk in het tweede ver
haaltje, dat ik om zijn vondsten niet na zal
ver'ellen, ware anders de room van de
melk. Het is aardig, iets te opvallend aldus
bcvon'den en dan ook met een zekere ge
wildheid in fi'mvorm weergegeven. Het is
het minst geslaagde van het trio, dat be
sluit met een sterk gecomponeerde ge
schiedenis van een trapeze-werker, die
door zijn overmoe zijn partner ver'oor en
een nieuwe medewerkster vindt in een
me:sje. dat hij van de verdrinkingsdood
redt. Ik vertel u ook nu niet de afloop van
dit uitermate spannend gegeven, dat zeer
emotioneel en op het eind niet zonder een
ver doorgevoerde sensationele ontknoping
is. Het slaat wel aan, het is hard en onmee
dogend zogoed als het vol bedwongen ge-
voe'ens zit. Film is er met hart en ziel aan
bedreven. En het spel van Kirk Douglas
die al in ..Detective-Storv" een acteur van
formaat bleek, overheerst alles. Het is dit
deel dat van „Drie liefdes" de kroon spant.
Wie erin is geïnteresseerd moet het ont
houden voor het geval de film in Haarlem
komt.
Ernst Lubitsch „Nanuschka zal altijd
het voorbeeld blijven van een geslaagde
propagandafilm. Men herinnert haar zich
misschien nog wel: de Soviet-ambtenaresse,
die in Parijs verliefd wordt op een Ameri
kaan en haar geloof aan het communisme
kwijt raakt. In zijn soort was „Teruel" een
waardige tegenhanger. De Russische propa
gandafilms ken ik niet, maar naar verluidt
moet het er allemaal dik op liggen. Wel,
dan zullen ze veel weg hebben van „Geen
tijd voor bloemen", waarin de toestand in
Tsjecho-Slowakije wordt gekarakteriseerd
volgens erg naïeve Amerikaanse opvat
tingen. Ik wil nog wel geloven, dat de in
trige op historische feiten berust, maar. de
milieuschildering vind ik bepaald kinder
achtig. De film is alleen in het begin op
haar best. Dan laat ze in een parodistische
reeks van beelden de verschillende regimes
zien, welke aan Tsjecho-Slowakije zijn
voorbijgegaan. Verrassend is ook het ver
haal zelf, waarin de goeden en de kwaden
anders blijken te zijn dan men zich had
voorgesteld, maar de tendenz blijft door
alles heen duidelijk en braaf. Er zit geen
vurigheid achter, die hekelt of spot of de
draak steekt. Dat is jammer. Wie wat wil
betogen mag geen genoegen nemen met het
meest voor de hand liggende sentiment.
P. W. FRANSE
De politieke politie aan de telefoon
Scène uit „Geen tijd voor bloemen".
ZO LANGZAMERHAND is er zoveel te
doen geweest over de experimentele of
atonale dichtkunst van de zogenaamde
Amsterdamse School, dat bijgeluiden
van twijfelachtig gehalte de zaak zelve
en wel een vernieuwing der poëzie
bedenkelijk zijn gaan overstemmen.
Voor een goed deel is dat verwarrende
rumoer door de experimentelen zelf,
door enkele hunner althans, uitgelokt.
Uitdaging en vermaak zijn daar niet
vreemd aan geweest, een genoegen
dat men een avant-garde overigens
graag zou gunnen, ware het niet dat
daardoor de vernieuwing een aspect
kreeg, waardoor kopschuwe lezers nog
maar in hun overtuiging worden ge
sterkt, dat het dichterlijk experiment
niet veel meer om het lijf heeft dan de
brooddronkenheid in een gooi- en smijt-
tent.
DE CRITIEK HEEFT inmiddels weinig
bijgedragen tot de nodige verheldering. De
botte afwijzing is al evenzeer een dood
doener als de hemelhoge verheffing, die
door de voorbarige bekroning van Lucebert
met de poëzieprijs van de gemeente Am
sterdam nog eens te meer de wind in de
zeilen kreeg. En als er dan nog, met mis
kenning van de onvoorwaardelijke integri
teit van de critiek, van niet-atonaal-dich-
terlijke zijde wordt geïnsinueerd, dat de
waardering van welwillende critici een
diplomatieke manoeuvre is om de opstan
delingen te temmen, is het niet te verwon
deren dat het gehoor van de experimen
telen voorlopig beperkt zal blijven tot
epigonen en snobs.
Wat, dunkt mij, allereerst nodig is, is
begrip voor de innerlijke noodzaak, waar
uit deze nieuwe poëzie is voortgekomen;
begrip bovendien voor het nieuwe van deze
poëzie. Ze is in tweeërlei opzicht nieuw:
nieuw is het levensgevoel dat ze tot uit
drukking wil brengen, nieuw is dienover
eenkomstig de vorm, het gebruik van de
taal, van de poëtische middelen.
DE „ATONALE JONGEREN"" zijn er
zich van bewust dat zij tegpnuver een ver
gruisd wereldbeeld staan Sinds de natuur
wetten, waaraan de positivistische weten
schap van de vorige eeuw een onverander
lijke gelding toeschreef, betrekkelijk zijn
gebleken; sinds de scheiding tussen de
levende en levenloze natuur zich ontpopt
heeft als een dwaling, de mens is doorge
broken tot in de kern van het atoom en
werelden van onvoorstelbare oneindigheid
zijn ontsloten; sinds de diepte-psychologie
is doorgedrongen tot het onbewuste en in
de duistere diepten daarvan het elemen
taire licht heeft ontdekt van vóórhisto-
ATTENT gemaakt op het jaargetijde
door een lichte koelte buiten, zijn tvij
gezwind in het boek dat alles weet, de
encyclopaedic, gaan snuffelen om bijzon-
derheden te vernemen over dit seizoen
waarin wij op dit moment leven. Nou ja,
leven.
Onder het veelbetekenende opschrift
„WINTER" vermeldt Winkler Prins: „WitU
ter is een der vier jaargetijden, dat aan-
vangt op de dag. waarop de zon haar laag-
ste middaghoogte bereikt en kortste dap»
boog beschrijft, en eindigt op de dag. waar
op dag- en nachtboog van de zon juist everi
lang zijn. Op het Noordelijke halfrond be-
gint de winter op 21 December".
Ofschoon wij in de omgeving van die
dag jarig plegen te zijn en in die tijd dus
extra op onze tellen passen, is ons cp 21
December niets bijzonders opgevallen. Wij
menen ons zelfs te herinneren, dat wij op
deze datmn in een hiehtig colbert een
straatje om zijn geweest. Maar als meneer
W. Prins iets beweert, past het ons niep
daarbij twijfels te verwekken. Hij vervolgt
met autoriteit:
„De winter valt in het algemeen samen
met het koudste gedeelte van het jaarf
zowel wegens de kortheid der dagen al$
wegens de kleine hoek".
Dat begrijpen wij niet. Verder heet hetf
„Waaronder de zonnestralen de aarde be*
reiken. De winter is het jaargetijde da&
zich kenmerkt door de laagste tempcratu-
ren. Op grote Noordelijke en Zuideüjkó
breedte is het verschil tussen winter ert
zomer het duidelijkst".
We mogen ioei beweren dat we niet op
grote Noordelijke of Zuidelijke breedte le
ven, maar dat het verschii tussen zomei
en winter ook bij ons wel eens duidelijk
wil opvallen lijkt niet vatbaar voor dis
cussie.
Ziezo, nu weten we dus wat een winter
is. Het is altijd prettig, wanneer men over
een bepaald onderwerp iets gelezen heeft,
zodat men erover kan meepraten als hel
te pas komt. AKTUS,
jncOtXOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOCOCOOOCyCOOOOCXXX>X<C*XOCXXXX)OOC<
risch-mythische levensimpulsen; sinds de
collectiviteit de individuele mens meer en
meer tot „type" heeft ont-persoonlijkt en
van het individualistische fundament der
sociale en economische „orde" nauwelijks
twee stenen op elkaar bleven staan; sinds
de orgie van vijf jaren van nihilistisch ge
weld vrijwel geen levensnorm onaangetast
heeft gelaten sinds dat alles zijn beslag
heeft gekregen, is de wereld „de wereld"
niet meer. Sinds dat alles en dóór dat alles
is de mens van heden niet meer de mens
van gisteren. Mèt dit machtig-dynamische,
onoverzienbare proces, dat gaande is, werd
een nieuw levensgevoel geboren, een ge
voel van wording, zo goed als er een
nieuwe wereld wordende is, een dyna
misch gevoel dus, dat voorlopig niet anders
dan in een staat van onzekerheid kan ver
keren.
Van die min of meer chaotische onzeker
heid trachten de jongeren zich te bevrijden.
Wat ze willen is het vergruisde wereldbeeld
tot een eenheid herstellen, niet zoals het
„gisteren" was, maar zoals het in zijn oor
spronkelijke, onverwoestbare wezen is.
Zoals het geweest is vóór de grote breuk
zich voltrok tussen stof en geest, natuur en
mens, leven en zintuigen. Ja, tussen de zin
tuigen onderling. De ernstigen onder de
VERKENNENDE POëZIE
VAN DE ZINTUIGEN
„atonalen" tot wie ik Lucebert, Hans
Andreus en Remco Campert reken die
het niet om „het experiment om het expe
riment" is te doen, zijn er zich terdege van
bewust, dat deze atonale poëzie maar zeer
ten dele bij machte is om vorm te geven
aan dat nieuwe levensgevoel. Zwaar genoeg
weegt die betrekkelijke onmacht op een
dichter als Lucebert. Maar zij dingen er
naar. Zij jagen er op. Ze tasten er naar.
Tasten vooral. Deze dynamische poëzie,
waarvoor de „traditionele" uitdrukkings
middelen van een statische dichtkunst te
enen male ontoereikend zijn, is bij uitstek
„handtastelijk" in de zin waarin de
beeldhouwkunst, de kunst der verlichame-
lijking bij uitnemendheid, dat is. Terwille
van het herstel van het gebroken wereld
beeld tot zijn elementaire onmiddellijkheid
doorbreken zij de „normale" zinsbouw,
breken zij zelfs het woord open, om het van
zijn cliché te ontdoen, van zijn problema
tisch geworden „begrip" te bevrijden en
het opnieuw en „nieuw" te grijpen. Zij
tasten als het ware achter het verbleekte
woordbeeld om er met al hun zintuigen,
hun dichterlijke faculteiten, het aanvanke
lijke woordleven in te herontdekken. Zij
ontkleden het woord tot op zijn primaire
naaktheid om aan de klank de oorspron
kelijke openbaringskracht te hergeven.
onder wolken vogels varen
onder golven vliegen vissen
maar daartussen rust de visser
golven worden hoge wolken
wolken worden hoge golven
maar intussen rust de visser
Lucebert
NIEUW IS DEZE POëZIE dan ook alleen
(afgezien dan van het fundamenteel anders
levensgevoel waaraan het vorm geeft) voor
zover zij zich van de traditionele uitdruk
kingsmiddelen van rijm, alliteratie, as
sonance, metaforen, rhetorische herhaling,
rhythmische modulatie enzovoorts op
een andere wijze bedient dan de dichters
der vorige generaties (uitgezonderd natuur
lijk van Ostayen, uitgezonderd ten dele
Nijhoff en Achterberg, als „overgangs
figuren"). In hoever het „experiment"
daarmee poëtische waarde krijgt, is. over
eenkomstig het criterium van alle poëzie
van alle tijden, afhankelijk van de mate
waarin de dichter voor zijn levensgevoel de
adequate uitdrukkingsvorm creëert. Slaagt
hij daarin en een dichter als Lucebert
heeft daarvan in zijn jongste bundel „Van
de afgrond en de luchtmens"*) onmisken
bare bewijzen afgelegd dan is hij ver
staanbaar als dichter. Verstaanbaar althans
voor een lezer, die zich voldoende kan vrij
maken van de traditionele „schoonheids-
poëzie" van de geest om deze verkennend®
levenspoëzie van de zintuigen te kunnen
benaderen.
Het is waar dit zijn maar beschouwin
gen, weliswaar geen theoretische, maar
toch niet meer dan overwegingen naar aan
leiding van enkele recente atonale bun
dels vooral van de jongste van Luce
bert. Wat deze dichtkunst zélve is, kan met
geen commentaar, geen program, geen
vers-analyse en zelfs met geen tumult
worden verklaard. Geen poëzie trouwens,
hoe klaar, is verklaarbaar. Ook deze niet.
Maar verstaanbaar in haar dichterlijk®
taal, haar „lichamelijke taal" is ook deze,
voor zover ze natuurlijk, zoals die van
Lucebert, poëzie is, poëzie die appelleert
aan alle faculteiten van het menselijk waar
nemingsvermogen, van de vereende zin
tuigen dan in het bijzonder. Poëzie vooral,
die het contact poogt te herstellen met de
„dingen". Dingen van een wereld in wor
ding en dientengevolge óók van ontbinding.
En als deze poëzie, die aan dit laatste uit
drukking geeft, schamoer is en „choqueert",
welnu, dan presenteert zij de rekening.
Ook de dichtkunst en deze vooral
oogst wat er gezaaid is. C. J. E. D1NAUX
Lucebeit: ..Van de afgrond en de lucht
mens". „Triangel in de jungle". ..lie Am
sterdamse School'. (A. A. M. Stols, 's-Graven-
hage).
Remco Campert: ..Een standbeeld opa
winden" (..De Bezige Bit"). Hans Andieus;
„Italië" (A. A. M. Stols, 's-Giavtnhage).