Pittige politieke plaatsbepalingen
algemene beschouwingen
bij de
Haarlems begrotingsdebat begonnen
Aandrang op B. en W. om
grote projecten uit te voeren
Huurverhoging nieuwe complexen
voorlopig beperkt tot 17 procent
B, en W. voor de
Vijfde Mei
Klein meevallertje f
voor 1953
Trage darmwerking
Motie-Goedée aanvaard
Besturen woningbouwverenigingen
hadden moeten waarschuwen
DONDERDAG 18 FEBRUARI 1954
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Kapitaal verplaatsing
Kort
Principieel
Achterstand
Andere werkelijkheid
is schadelijk voor Uw gestel.
Neem zonder kans op gewenning
Burgerlijke Stand
van Haarlem
Het moet gezegd worden: er zat gisteren in het politieke steekspel, dat onder
de naam „Algemene beschouwingen" bij de behandeling van de ontwerp
begroting voor 1954 door de Haarlemse raadsleden ten beste werd gegeven,
meer pit dan anders.
Het feit dat de raad voor het eerst in nieuwe samenstelling het jaarlijkse corvee
onderneemt zal daaraan wel niet vreemd zijn.
De heer A1 b r e c h t (Arbeid) opende met een breed en hooggestemd
betoog, waarin het socialistisch werkplan „Gezicht op Haarlem" een centrale
plaats innam. Hij vond het bepaald jammer dat zijn tegenstanders niet met een
dergelijke uiting van burgerzin voor de dag waren gekomen.
De heer Schippers (K.V.P.) daarentegen vond het maar een duur vcr-
kiezingsgeschrift en gebruikte heel wat scherpe woorden om zijn gal over de
wethoudersverkiezing voor het nageslacht in de notulen te bewaren. Uiteraard
waarlijk verkwikkende ironie vaststelde, dat de heer Schippers beter had moeten
tellen: hij kende toch zijn fractie wel„Gezicht op Haarlem" vond de
liberale spreekster een alleraardigst boekje, al was het dan jammer dat er maar
één zin aan de financiële mogelijkheden was gewijd. Maar verder kon zij het
met een heleboel dingen daarin eens zijn. En ook met een heleboel niet.
De heer Proper (C.P.N.) met de zijnen door de heer Schippers als „vazal
len" van de Partij van de Arbeid gekwalificeerd vond, dat de verkoeling
tussen K.V.P. en P.v.d.A. had bewerkt, dat de laatste „meer open ging staan
voor de vooruitgang".
Een belangrijk deel van de gedachtewisseling was voorts gewijd aan de tegen
stelling „doorbraakpartij" en confessionele partij, waarvan de heer Al b recht
het bestaansrecht in beginsel niet wilde aantasten, maar wel als beginsel. De
heren S c h i p pers, Spek en W e n s i n g hebben zich gehaast meAle cijfers
in de hand te verklaren dat het met de doorbraakbehoefte nog zon vaart niet
loopt. Staken wij hier de verslaggeving van het politieke tournooi, want de plaats
ruimte is beperkt.
De heer A 1 b r e c h t stelde de ontwikke
ling van de burgerzin, een levenskwestie
voor de democratie. In „Gezicht op Haar
lem'' op zichzelf een uiting van bur
gerzin wordt ook het probleem van de
steeds groter wordende afstand tussen het
bestuur van een grote stad en de bestuur
den.
In Haarlem hebben we één raadslid op
ongeveer 4400 inwoners (2300 kiezers);
dat maakt het contact niet gemakkelijker.
Een nieuwe beleving van de gemeenschap
moet mogelijk gemaakt worden, bijvoor
beeld door meer organen als de sport- en
wijkraden. Op die weg moet worden
voortgegaan.
De enkeling dreigt verloren te gaan in
de massa, dat is niet alleen een kwestie van
kwantiteit maar ook van kwaliteit; het
bevorderen van het verantwoordelijk
heidsbesef van de burgers is echter niet
alleen een taak van de gemeentelijke
overheid.
Spreker gewaagde ook met erkentelijk
heid van de arbeid van de sociograaf, die
aan het gemeentelijk beleid de zo nood
zakelijke wetenschappelijke basis verschaft.
De heer A 1 b r e c h t vond het onbe
vredigend, dat discussies over de subsidies
alleen van de financiële sfeer uit gevoerd
worden. Als voorbeeld noemde de heer
brecht bijvoorbeeld de steun aan
de kinderchrèches. De subsidieverlening
dient een onderdeel te zijn van de ge
meentelijke taken op cultureel en sociaal
gebied. Subsidieverleningen is iets anders
dan het bieden van de helpende hand, het
is ook leiding geven en tot ontwikkeling
brengen.
Het gaat om het wei-zijn en niet alleen
de welvaart van de burgers: stimuleren
en provoceren van het maatschappelijk
leven is een essentiële taak. van de over
heid.
Aangaande de woningbouw meende
spreker dat bijzondere aandacht zal moe
ten wprden geschonken aan het ver
krijgen van migratiewoningen.
Wanneer hét einde van de woningnood
in zicht komt, dient aandacht geschonken
te worden aan de vernieuwing ..van de
binnenstad, met inachtneming van het
schone dat de historie voor ons bewaard
heeft.
Aan die historie knoopte de heer
Albrecht ook een opmerking vast over de
vijfde Mei. Hij wilde, dat het gemeente
bestuur die dag nog een kans zou geven
door het personeel in staat te stellen die
dag te vieren.
Om de lange raadsvergaderingen te
vermijden (daarvan kreeg de Partij van
de Arbeid ook al de schuld) beval de
heer Schippers (K.V.P.) een monde
linge en schriftelijke voorbereiding der
voorstellen aan, zo op de manier van de
Tweede Kamer.
De samenstelling van jeugd- en kunst
raden moest volgens de heer Schippers ge
schieden naar de geestelijke diversiteit van
de bevolking in de betrokken wijk.
De heer Schippers stelde vervol
gens enige verkeers-technische desiderata
aan de orde, ook wat betrof het „straat-
meubilair". Volgens hem bleef het onder-
houdsschema der bestrating achter bij de
toegenomen slijtage.
Na de juist bekend geworden jaar
rekening 1951 (met een saldo van 3.6
millioen) was blijkbaar ook de heer
Schippers tot het inzicht gekomen, dat de
toen heersende zuinigheid de wijsheid
heeft bedrogen.
Daarom dacht niemand nu ook niet
meer in ernst aan de 2,135 millioen tekort
op deze begroting, hetgeen wijst op een
verslappende verantwoordelijkheid.
De heer Schippers wenste alle grote
OXCOOO<»CJCXXK*XXX*X>DOOO(XIOOOCO<XXX>OOOCOOO(DOOOCOOCOCJOOOO
De tientallen Haarlemmers die hebben
meegewerkt aan de samenstelling van
het socialistische werkplan „Gezicht op
Haarlem" hebben de voldoening
gesmaakt, dat hun inzichten op ruime
schaal de aandacht hebben getrokken.
Niet in het minst bij hun politieke tegen
standers, naar gisteren in de Haarlemse
raad wel bleek. De aardigste opmerking
kwam ongetwijfeld van de heer Spek,
die zei, dat „in zodanige, ongetwijfeld
keurige uitgave wel lot uitdrukking
komt, dat het kapitaal zich wat heeft
verplaatst".
kapitaalswerken thans als onderdeel van
een investeringsplan op de begroting ge
bracht te zien, hetgeen aan kapitaalslasten
820.000,per jaar zou vergen. Hierdoor
stijgt het tekort tot 2.955.000,Dit be
tekent een subjectieve uitkering van
17,90 per inwoner, in vergelijking met
andere steden is dat niet onverantwoord.
Mevrouw S c h e 11 e m aC o n r a d i
(V.V.D.) was dit jaar nog korter Van stof
dan anders, omdat er al zoveel principiële
zaken in de laatste vergadering waren be
handeld.
Het grote zwakke punt van het beleid
der laatste jaren noemde zij het gebrek
aan plannen voor de stadsontwikkeling.
B. en W. zijn te veel geneigd eerst de
kleine en vaak dure dingen te doen, ter
wijl de grote dingen zo urgent worden:
gebouw openbare werken, stadsbiblio
theek, ziekenhuis, ophoging spoorbaan.
Als de tram weggaat ip 1955 zullen door
braken a la Haussmann nodig zijn. Bij het
ADVERTENTIE
Mammie zegt, dat in
luilekkerland de boter
hammen met,,Remia"
margarine gesmeerd
worden.
■xx»'vxx;>ocooacccocco^rxyy>xir)onooofXxDCOOOooooor«
De burgemeester heeft aan de Haar
lemse raad meegedeeld dat het college
op het standpunt staat, dat de Vijfde
Mei als bevrijdingsdag gevierd moet
blijven, zolang de bevolking dat op prijs
blijft stellen.
liet is gebleken, dat er maar weinig
steden zijn waar het tot een waardige
en algemeen gedeelde feestviering komt,
Haarlem is daar één van.
Daarom zal ook dit jaar het Haar
lemse gemeentepersoneel een halve
dag vrij krijgen en zullen de scholen
gesloten zijn.
Wij hadden reeds meegedeeld, dat
centrumcomité „Koninginnedag" beslo
ten had de reeds vastgestelde festivi
teiten onverkort te handhaven.
OOOOOOOOOCOOOOOOCOOOOOOOOOQOCOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO1
bouwen moet de aesthetische zijde niet uit
het oog worden verloren.
Wijkcomité's juichte zij toe, maar sport
en jeugdraden en dergelijke bezag zij met
gemengde gevoelens, omdat het gevaar
bestaat dat dan het zwaartepunt bij een
dagelijks bestuur daarvan komt te liggen
en ook doublures met andere organen niet
denkbeeldig zijn.
De subsidiepolitiek werd door spreek
ster eveneens aan een diepgaande be
schouwing onderworpen. Onder meer be
pleitte zij een samenbundelen van de
krachten die op hetzelfde terrein werk
zaam zijn.
Ook zij had zich verbaasd over het
plotselinge batige saldo over 1951. Daar
wilde zij wel eers haring of kuit van
hebben.
Met zulke overschotten moet het toch
mogelijk zijn ook grote werken uit te
voeren. En: het moet nu toch ook moge
lijk zijn bepaalde lasten te verlichten,
bijvoorbeeld door verlaging der vermake
lijkheidsbelasting.
„Een ruime blik," was het beste advies,
dat de heer Proper (C.P.N.) het Col
lege kon geven. Hij liet er onmiddellijk
een aantal zaken op volgen, waarin het
College van een beperkte visie had blijk
gegeven: stadsontwikkeling en industria
lisatie. Hij noemde onder meer de spoor
wegovergangen in Haarlem-Zuid-West,
waar de zaken spaak lopen.
Nadat de heer Proper ook het belang
van de bevordering der migratie en in
dustrialisatie ook door middel van
woningbouw had bepleit en eveneens
de handhaving van de vijfde Mei had
verdedigd, mocht de raad krachten ver
zamelen voor de avondvergadering, waarin
als eerste de heer Spek (A.R.) het woord
voerde.
De heer Spek sprak evenals e'k jaar
een kloek principieel woord. „Overheid
en volk zijn beide geroepen tot gehoor
zaamheid aan het woord des Heren. Het
„redden van de samenleving" kaïn niet ge
schieden op basis van socialisme of pro
gressiviteit, maar alleen op basis vain Gods
woord en gebod. Tot dat doel is-de Chris
telijke politieke partii middel. Het maat-
schapoelijke en godsdienstiige is niet te
scheiden. Verenigd zullen zij de maat
schappij stuwen naar een samenleving die
in recht en rechtsverhoudingen in sociaal
en cultureel ODzicht God erkent en dient
en de mens als schepsel Gods tot ont
plooiing brengt in een samenleving, die
naar het ideaal van mr. Burger minder
beangstigend en meer bewoonbaar is".
De heer Spek beval de circulaire van
de minister van Wederopbouw ter lezing
aan, die financiële hulp voor krotoprui
ming en herbouw en voor een huurtoeslag
voor hen die daardoor een duurdere wo
ning moeten bewonen mogelijk maakt, in
de aandacht van het College aan. Voorts
handhaafde spreker de wens naar een
eigen gemeentelijk belastinggebied.
De heer Wensing (C.H.U.) zou het
niet juist achten indien de studie „Gezicht
op Haarlem" zou gaan suggereren dat de
toekomstige gemeentelijke ontwikkeling,
waarvoor zeker een communis opinio be
reikbaar is, het resultaat zou zijn van de
politiek van de P. v. d. A. De sterke sig
natuur van deze partij op samenstelling
en taakverdeling van het College - dat
volgens hem uitbreiding tot een vijfde wet
houder verdient - maant tot waakzaam
heid. Sprekers fractie kan er zich gaarne
mee verenigen dat de subsidies op sociaal
terrein met onbelangrijk worden verhoogd,
omdat de gemeentelijke overheid particu
liere en ook kerkelijke instanties de mid
delen zal moeten verschaffen om hun
noodzakelijk werk voort te zetten en uit
te breiden.
Niettegenstaande de grote kapitaalsre
serves is de snel stijgende lijn in de be
grotingstekorten weinig opwekkend. Een
onderzoek naar de invloed van de zo no
dige investeringen op de toekomstige be
grotingspositie komt hem noodzakelijk
voor.
Indien er te eniger tijd een conjunc
tuuromslag komt, kan men dan het uitga-
venpeil, dat grotendeels uit vaste posten
bestaat, enigszins aanpassen aan dalende
inkomsten?
Weliswaar is de financiële positie van
de gemeente volkomen gezond, maar de
budgetaire positie is als gevolg van de
uitkeringspolitiek van het gemeentefonds
niet al te sterk.
Is bij de bedrijven thans een kostprijs
berekening op moderne grondslag, reke
ning houdende met vervangingswaarde,
en is de winst welke wordt begroot wel
reëel? Een overboeking van reserves naar
het vernieuwingsfonds verdient aanbeve
ling.
De heer Men sink (Arbeid) nam dit
jaar de financiële beschouwingen namens
zijn fractie voor ziin rekening.
Als algemene richtlijn stelde hij, dat
men moet uitgaan van de werkelijk nood
zakelijke uitgaven en daarna zien welke
inkomsten daar tegenover staan. De hui
dige financiële regeling r.oopt tot een der
gel ij ke gedra gsl ijn
Soreker ontrafelde het saldo van 3.6
miHioen over 1951, waarvan hij niet zo
erg geschrokken bleek te zijn.
Aflossing van de oude tekorten met dat
saldo zoals de heer Schippers had ge
wild, zou gepaard gaan met rentedervimg
door vermindering der reserve, waarvan
spreker nu wel eens grootte en samenstel
ling wilde vernemen.
Met diie reserve kunnen we wat doen:
de bouw van een nieuw ziekenhuis, de
rioolwaterzuivering, de verplaatsing van
de groenten markt, de krotopruiming. Hij
dacht daarbij ook aan het achtersta Wig on
derhoud aan scholen of fondsvorming
voor de aankoop van kunstwerken.
De heer M e n s i n k deed voorts een
suggestie aan de hand om tot een andere
basis voor de inkomsten te komen: een
normbedrag, een subjectieve uitkering
voor „bijzondere" gevallen, eventueel aan-
xeooeocco3oa3co<x)COO»coxaooiy»30ocooooixioooiyjixioooooooCT
Terwijl de Haarlemse raadsleden zich
verdiepten in financiële beschouwingen
deed minister Van de Kieft in de Eerste
Kamer een mededeling welke de ge
meentelijke reserve weer wat zal stijven.
Het uitkeringspercentage uit het ge
meentefonds zal namelijk voor 1953 van
116 op 120 worden gebracht, hetgeen
voor Haarlem een bedrag van ruim
290.000 gulden betekent.
Op de begroting voor 1954 was het uit
keringpercentage al op 120 aangenomen.
OCOOOOODTKOOOOOOOOOOOOOOOOCOCXKXXlOCCOOOCCCCOOOOCOaXlOOOO
gevuld met eigen belastinggebied voor het
geval men dan nog niet uitkomt.
Vervolgens bepaalde de heer Van V e 1-
sen (K.V.P.) de aandacht van raad en
goed bezette tribune bij enige vraagstuk
ken van stadsontwikkeling en volkshuis
vesting. De jaarlijkse vraag naar het struc
tuurplan ontbrak niet. Geen verkeersplan,
geen saneringsplan, geen bestemmings-
voorstel heeft de raad bereikt.
De inwoners weten niet waar ze aan toe
zijn; het Stationsplein is een schande voor
Haarlem, de plaatsbepaling van nieuwe
gebouwen ontaardt in een geharrewar.
Met klem vroeg spreker bespoediging van
deze plannen, inzonderheid voor het Sta
tionsplein. Dat geldt ook voor de Monu
mentenverordening en de Kunstraad.
Voor de V.V.D. beschouwde de heer
Stoffels de financiële zijde van de be
groting. Een vaste lijn in de financiële
verhoudingen ontbreekt, de methode van
rijksuitkeringen is teveel gebaseerd op
„eventueel" en „achteraf". Evenals me
vrouw Scheltema stelde ook hij de
grote voorzieningen primair.
Om half tien opende burgemeester
Cremers de beantwoording van het
College. Als het College iets verweten kan
worden is het eerder te veel dan te weinig
voortvarendheid, zoals de heer Proper
B. en W. had verweten. Het eerste is een
gevolg van het hoge tempo, waarin ge
werkt moet worden.
De burgemeester liet de politiek terzij
de, met uitzondering van „bet schreeu
wende onrecht", dat de heer Schippers in
de portefeuilleverdeling had gesignaleerd.
De portefeuille van Sociale Zaken is im
mers niet minder principieel dan welke
andere ook. Politieke strevingen waren
aan de verdeling vreemd.
B. en W. blijven diligent in de bevorde
ring van de zelfwerkzaamheid der burge
rij. In casu de wijkcomités zijn een succes
gebleken. Maar de exploitatie der te slich
ten buurthuizen behoort niet tot de taak
der wijk com itté's. Voor Oud-Schoten
wordt daartoe een brede basis gezocht.
Wethouder Bakker ging vervolgens in
op de vraag: ..Waar zijn we met deze be
groting aan toe", nu de batige saldi der
rekeningen zo lijnrecht in gaan tegen de
geraamde begrotingstekorten. Het saldo
ADVERTENTIE
Weliswaar laten de betonstorters bij de in aanbouw zijnde Velser tunnel door de vorst
verstek gaan, maar de andere werkzaamheden duren ongestoord voort. Ver beneden
de oppervlakte van het Noordzeekanaal zijn de ijzervlechters momenteel bezig met
het werk voor een nieuwe „moot" van de verkeerstunnel,. welke straks aan het reeds
gebouwde deel zal aansluiten. In de verte is zichtbaar het talud van de zgn. kuip
welke tot over de helft van de breedte in het Noordzeekanaal ligt. In dit talud be
vinden zich twee reeds eerder voltooide tunnelmoten.
B. en W. van Haarlem hebben gistermiddag met instemming van de gemeenteraad
(met uitzondering van de comunisten) een motie van de heer Goedée (Arbeid)
overgenomen, waarin werd verzocht de huurverhoging voor de bewoners van de
huizen, waarvan de huren het sterkst zouden stijgen („Onze Woning" en „Zorgvliet")
te beperken tot 17 in afwachting van besprekingen in Den Haag om hogere rijks
bijdragen in de bouw van deze complexen. Dit resultaat werd bereikt door de inter
pellaties van de heren Goedée, Hennevelt en Proper (C.P.N.) over de
plotselinge huurverhogingen voor de nieuwe blokken van „Onze Woning", „Ons
belang", „Vooruitgang" en „Zorgvliet".
De heer Hennevelt ging de reeds in
ons blad uitvoerig weergegeven gang van
zaken na en merkte onder meer op, dat de
huurcontracten de bewoners geen enkele
waarborg hebben gegeven. Voor sommigen
bedraagt de verhoging 30 dat is aan
zienlijk meer dan de 17 welke voor de
oudere' huizen geldt. Gaan B. en W. nu
naar Den Haag om een verhoogde rijksbij
drage in de bouwkosten té verkrijgen en
zo dit niet lukt, welke maatregelen denken
B. en W. dan te nemen?
De heer Proper zei, dat de besturen
van de woningbouwverenigingen van het
Stadhuis niet hadden vernomen, dat de
aanvankelijk vastgestelde huurprijs een
voorlopige was. Hij betoogde voorts, dat
de risicofactor, welke de aannemers in hun
afrekening op de bestedingssom ksnnen
opnemen, ook in de rijksbijdrage ver
rekend mag worden, zoals hij uit een uit
spraak van de minister had verdisconteerd.
Van zijn kant had de heer Goedée
zich zeer verwonderd over de wijze
waarop B. en W. de huurverhoging hadden
aanhangig gemaakt.
De besturen der woningbouwverenir
gingen waren volkomen verrast geweést;
van overleg was geen sprake en dat had
toch moeten gebeuren. De bewoners had
den trouwens evenveel recht op goede
voorlichting, de tekst van de circulaire vol
deed daaraan niet. Ook hij was van oordeel
dat aangestuurd had moeten worden op
een verhoging der rijksbijdrage.
Ter tegemoetkoming aan de bewoners
vroeg hij, als het niet anders kon. de ver
hoging étappegewijs in te voeren en in
sommige gevallen incidentele hulp te
bieden.
Ernstige zaak
„Voor B. en W. is deze kwestie een ern-
stge zaak geweest", zo begon wethouder
Happé zijn beantwoording. Hij wees er
daarbij op, dat voor een groot deel van
deze woningen ook na de verhoging een
lagere huur geldt dan voor overeenkom
stige huizen welke later zijn gebouwd.
B. en W. hebben zich wel degelijk ervan
vergewist of er andere mogelijkheden wa
ren. Met name het Departement van Volks
huisvesting heeft meegedeeld, dat de stij
gingen der bouwkosten voor deze com
plexen niet uitzonderlijk waren en dat geen
extra bijdrage verwacht kon worden. De
percentages lopen uiteen: 7'/2 (Ons Be
lang), 27 (Onze Woning) hetgeen
inderdaad voor de gezinnen een aderlating
betekent aldus de wethouder 4V2
(Vooruitgang) en 14V2 (Zorgvliet).
B. en W. hadden reden om de verhoging
op korte termijn op te leggen namelijk zo
spoedig mogelijk na de 1ste Januari waar
op de loonronde was ingegaan, in de over
tuiging dat het gezinsbudget dan gemak
kelijker is aan te passen dan later in het
jaar.
Tijd om overleg te plegen was er niet; de
circulaire noemde spreker eenvoudig en
duidelijk. De besturen zijn wel voorge
licht zij het op korte termijn.
B. en W. hebben getracht de belangen
van de bewoners zorgvuldig te ontzien. Zij
wisten niet, dat de bewoners door de be
woordingen der huurcontracten in de waan
waren gebracht, dat definitieve huren wer
den vastgesteld. De besturen kunnen niet
zeggen, dat zij niet wisten dat de huren
"nog verhoogd moesten worden. Aan de
besturen van „Vooruitgang", „Ons Belang"
en „Zorgvliet" zijn dergelijke medede
lingen schriftelijk gedaan. Alleen in het
geval van „Onze Woning" is dat niet uit
drukkelijk gebeurd, al had men het wel
uit de algemene voorwaarden kunnen
destilleren.
De besturen zijn op dit punt kennelijk
iets te kort geschoten en hebben meer
steun van de gemeente nodig. B. en W. zul
len naar deze les handelen.
Verder deelde wethouder II a p p mede
dat B. en W. stappen zullen doen om te
trachten de huurverhogingen voor de
complexen van „Onze Woning" en „Zorg
vliet" door het alsnog verkrijgen van
extra bijdragen van het rijk te vermin
deren.
Maar daarover moet men zich nu nog
geen illusies maken; daarom kan de ver
hoging ook niet worden uitgesteld.
Een algemene huurbijslag achtte spre
ker op rechtvaardigheidsgronden onmoge
lijk: wel zullen B. en W. in individuele
gevallen gaarne een oplossing zoeken.
De heer Hennevelt herinnerde er
aan, dat zijn fractie in 1952 al gewaar
schuwd had tegen huren van twaalf gul
den en hoger; in het geval van „Vooruit
gang" gaat het al aardig die kant op. En
nog heeft men geen enkele zekerheid om
trent de definitieve huur. Daarom doen
deze bewoners nu al pogingen om tot rui
ling te komen. Hij wilde daarom nu wel
eens tot een huurbijslagfonds komen,
waarnaar de heer Goedee reeds in 1952
had gevraagd.
De heer Goedee hoopte dat ook de
besturen der woningbouwverenigingen uit
het gebeurde lering zouden trekken. Hij
had de indruk dat deze de verantwoorde
lijkheid van zich af hadden geschoven.
Daar de verhoging voor het complex
Eksterstraat (27 B/o) toch excessief is te
noemen en de gezinsbudgetten zal versto
ren, diende de heer Goedee namens
zijn fractie een motie in, waarin B. en W.
werden uitgenodigd de verhoging voor dat
complex tot 17 */o (als bij de overige hu
ren) te beperken in afwachting van het
resultaat van nadere stappen in Den Haag.
Wethouder H ap p verduidelijkte nog,
dat B. en W. zich wel tien keer zullen be
denken voordat zij dwangmaatregelen
zullen toepassen.
De heer Verbaan zag van zijn inter
pellatie over de uitbetaling der verhoogde
steunnormen af, daar de gehele materie
Zaterdag uitvoerig in de Commissie voor
Sociale Zaken zal worden behandeld.
1951 is tot stand gekomen buiten B. en W.
om. Een begroting blijft een raming, de
werkelijkheid is altijd anders. Als voor
beeld nam de wethouder het hoofdstuk
Onderwijs, dat 168.600,— voordeel had
opgeleverd: een gevolg van het niet uitvoe
ren van kapitaalswerken.
Spreker wees er op, dat een vijfjarenplan
voor openbare werken is gemaakt. Vandaar
dat de post onderhoudswerken met 250.000
is verhoogd.
Het is niet de bedoeling van B. en W. om
op de pot (met reserves) te gaan zitten.
Haarlem-Lichtstad is daarvan een voor
beeld. Het millioen voor het rioleringsplan
een ander. Verder noemde spreker de ver
nieuwing der leermiddelen en het binnen-
schilderwerk.
Maar de bouw van een nieuw ziekenhuis
zal tevens met rijksbijdragen moeten ge
schieden en ook door de gemeente bij voor
keur op de normale wijze worden gefinan
cierd.
Een aflossing ineens van de oude tekorten
(thans nog zes millioen) vond de wethou
der ook niet bijzonder voordelig. Er is ge
kozen voor aflossing op lange termijn, al
zullen B. en W. altijd iets achter de hand
moeten hebben als aflossing ineens nodig
of aantrekkelijk wordt.
Tenslotte moet de reserve ook kunnen
dienen voor de financiering van werkver
ruiming in een eventuele laag-conjunctuur.
Wethouder Bakker kondigde voorts een
„Vergezicht op Haarlem" aan: het Inves
teringsplan. Zou dat als vijfjarenplan wor
den uitgevoerd, dan zou de begroting van
1958 een tekort van zes millioen aanwijzen,
ongeacht het jaarlijkse natuurlijke accres
op de begroting.
Voor „kleine" werken zou tezamen vijf
tot zes ton worden geraamd. Voor de uit
voering moet de urgentie het criterium zijn,
niet het onderscheid tussen kleine en grote
werken.
Over de vermakelijkheidsbelasting, welke
mevrouw Scheltema verlaagd wilde
zien, kon de wethouder zich nu nog niet
uitlaten.
Det wethouder gaf de raad een geen
enkele vraag meer open latende uiteenzet
ting over de finesses van inkomstensyste
men, leningspolitiek en andere snufjes van
het gemeentelijk budget.
Met de heer Albrecht verschilde de
heer Bakker van mening over de subsi
diepolitiek. Die moet niet bekeken worden
uit een oogpunt van financiën, maar van
behoefte. Daarom is er ook een aparte com
missie voor de subsidies ingesteld. Spreker
gelooft niet, dat hij te schriel is geweest,
ook niet wat betreft de crèches. Hij reken
de die trouwens niet tot de gemeentelijke
instellingen en zij moeten ook blijven be
horen tot het terrein van het particulier
initiatief. Een ander voorbeeld vormt de
subsidie aan Haarlems Bloei.
HAARLEM. 17 Februari 1954
ONDERTROUWD: 17 Febr., H. A. Hauer
en J. Th. A. Balm; J. Koops en M.'J. Brico;
A. Kooijman en A„ van der Laan,-- A. H. J.
Peterse en A. Breems; J. Brouwer en M.
Mons; N. A. van Maris'en H.' G. J. van der
Mee; W. H. van Langeveld en A. P. D.
Bachofner; J. J. M. Quirijnne en J. Albers;
J. Veldhuis en D. M. J. Venema; K. Aafjes
en G. A, M. van Leeuwen; K. J. Visser en
W. J. M. Roodenbure: P. J. J. Draijer en C.
W. M Swinkels; J. Th. A. van Galen en J.
C Doing; H. Groenink en J. P. Brussee; J.
A. F. Oostrom en C. L. Pus: H. Meijer en L.
J. Wijshake: G. A. H. Deen en D. Dijkstra;
J. Kruiswkiik .on R. H. Brants F. B, de Jong
en Th. M. F. Buters.
GEHUWD: 17 Febr., M. van Stijn en A.
H. Henrich; C. D. Janus en T. Puijpe; J. M.
Janus en A. C. Germesj J. Ter Horst en J.
A. van Mil; J. Verdam en H. Jacobs; J. H.
M Franke en H. M. Th. van Buchem; H. W.
Kaspers en M. Grosze Nipper: R. J. E. Sta-
vinga en G. M. Philippo; J. Pikkaart en W.
van Hoven: H. A. Harfst en J. II. M. Wester
hoven; A. Chr. Strijkers en M. C. Geeris; A.
J. de Zaaijer en A. A. Scheelings; A. P. J.
Luijten en C. D. M. Montauban; W. J. A.
Arratoon en N. Vardon; J. C. Smit en J.
Peüerkoorn.
BEVALLEN van een zoon: 16 Febr., A.
van der EemsKamstra; .17 Febr., A. M.
Kroes—Steiger; C. J. Arxhoekvan Veen.
BEVALLEN van een dochter: 16 Febr., S.
ZaalD' heygers; A. A. SpruitZeilmaker.
BURGERLIJKE STAND
BLOEMENDAAL
GEBOORTEN: A. van der PuttenNijman,
zoon.
GEHUWD: J. F. Scholle en M. Michorius;
J. M. Polderman en J. Horsmeier; H. Bak
keren en N. A. Cassee.
OVERLEDEN: J. M. Hulsman—Sernee,
74 j.; J. Wognum, 7 j.; J. F. Lercksen. 67 j.;
A. H. C. F. Reoux Schultz VillardHarms,
65 j.; H. W. van Riemsdijk, 84 j.
Gisteravond zijn in restaurant Brinkmkty
aan het Plein onderlinge wedstrijden ge
houden in het „herenvak" door een twin
tigtal kappers uit Haarlem en omstreken.
Hier ziet men hoe twee der figaro's elkaar
of liever hun modellen in de
haren zaten.