Toch nog compromis over Duitse grondwetswijziging Achterstallige betalingen aan Indische oorlogsslachtoffers WRICLEY DIZT "°°01 houd'u Begroting van Maatschappelijk Werk goedgekeurd Opbouw NAVO-defensie stellig niet in 1954 gereed Gevangenisstraffen geëist voor in omloop brengen valse kaarten Critiek uit de Tweede Kamer op de plannen der regering Maastricht protesteert tegen Zondagswet Hoge Commissie keurt haar onder voorbehoud goed Protest van de NCRV Tekort aan personeel verhindert uitbreiding van onze luchtmacht Weer anderhalf jaar geëist Drukkerij in Nederland of in België? Grotere onthcffingsbevoegdhcid voor burgemeester gevraagd Eerste prijs van bloemen- prijsvraag naar Hoofddorp de haarcrème die het „glansrijk" wint OMDAT Brylcreem smetteloze haarverzorging waarborgt. OMDAT Brylcreem waardevolle, haarvoedende stoffen en zuivere, natuurlijke oliën bevat. OMDAT Brylcreem droog haar weer vitaal maakt en de hoofd huid verkwikt. EERSTE KAMER Tegen „ongemotiveerd ingrijpen van Radiowezen'' Kankerinstituut opent nieuwe afdeling Minister Staf: De rel op de Nieuwendijk Diplomatieke activiteit van Sovjet-Unie VRIJDAG 26 MAART 1954 (Van onze parlementaire redacteur) De kwestie van de schadevergoeding aan hen, die in Neder lands-Indië oorlogsslacht offers zijn geweest, bevat, zoals de heer Van de Wetering (C.H.) in het Don derdag in de Tweede Kamer over deze aan gelegenheid begonnen debat opmerkte, :een groot stuk tragiek". Volgens deze af gevaardigde was er in deze kwestie vooral gehandeld overeenkomstig de gedachte: „Waarom het eenvoudig doen als men het moeilijk en ingewikkeld kan maken." Hij betoogde zelfs, dat de ontworpen regeling 0p ,.je reinste abakadabra" neerkwam. Het onderscheid tussen een juridische verplich ting van Nederland en morele rechten van de slachtoffers wenste hij eigenlijk niet te erkennen. Omtrent de juridische kant van de zaak, met name wat betreft het punt van salarisbetaling achteraf, waarop door de Japanners geïnterneerde ambtenaren aanspraak zouden hebben, wenste mr. D e Graaf (K.V.P.) te zwijgen, nu daarover rechtsprocedures gaande zijn. Ofschoon ook deze afgevaardigde geenszins in alle opzichten voldaan was, viel in zijn betoog toch iets meer waardering voor de houding van de regering te beluisteren dan in de uiteenzettingen van de woordvoerder der C. H.-fractie. Met name achtte mr. De Graaf het juist om waardering en dank te uiten voor het feit, dat het kabinet bereid is 196.750.000 ten behoeve van de des betreffende groep aan te wenden. Tal van pijnlijke kwesties, die in menig opzicht het billijkheidsgevoel niet kunnen bevredigen, doen zich voor. Zo wordt er in zoverre met twee maten gemeten, dat bij de verrekenin gen over ten dele al ontvangen bedragen met wat men nog moet krijgen, geen reke ning wordt gehouden met de tussentijds ingetreden devaluatie. Toch achtte mr. De Graaf het erg moeilijk om op grond van de monetaire maatregelen tot schifting over te gaan; zijns inziens was er echter wel plaats voor soepelheid in schrijnende ge vallen. Onaanvaardbaar noemde hij het voor wederinrichtingsuitkeringen niet in aanmerking te doen komen degenen d'ie niet op 1 Januari 1954 binnen het Konink rijk gevestigd zijn. Liefst zag hij nog 12 millioen meer besteed om de Nederlands- Indische oorlogsslachtoffers buiten deze groep ook dergelijke uitkeringen te ver lenen. Als dat niet kon, dan verdiende het aanbeveling de voor dit doel te besteden 85 millioen aan allen ten goede te doen komen, met dien verstande, dat degenen, die zich in de tropen bevinden en minder nodig hebben voor wederin richting, de helft zouden krijgen van dfe uitkeringen hier. Boze woorden sprak de heer Van de Wetering in dit opzicht omdat degenen, die geëmigreerd zijn, bij wijze van ..straf" voor hun durf cn ondernemingslust, geen uit kering krijgen. De afgevaardigde betreur de het ten zeerste dat men hier slechts het rapport van een commissie en een nota maar niet een wettelijke regeling voor zich had liggen. Zodoende was het alleen moge lijk met een motie te.' werken, waarvoor hij niets voelde. Uitvoerig stond hij voorts stil bij het plan om met het oog op de uit voering van de regeringsvoorstellen, die slechts in de aanvrage van begrotingsgel- den belichaamd zijn, een commissie van bijstand in te schakelen. Op zijn minst was het nod'ig de richtlijnen over te leggen volgens welke de commissie te werk moet gaan. Zij diende in eik geval een onafhan kelijke, niet-ambtelijke voorzitter te heb ben, een zienswijze welke door de heer Stufkens (P.v.d.A. werd gedeeld. Moeilijk aanvaardbaar vond ook de heer Van de Wetering het, dat men alle onbillijkheden zou hebben te aanvaarden die uit de deva luatie voortvloeiden. Voorts richtte hij zijn critiek tegen het feit, dat degenen, die voor onderhoud van hun gezin hier te lande schuld'en hebben aangegaan, deze niet kwijtgescholden zien. Ook de heer Stufkens stond bij het vraagstuk van de overmakingsschulden stil cn vond het gelukkig, dat de regering tot zeer belangrijke schulddelging bereid bleek. Maar tevens bespeurde hij een grote rechtsongelijkheid, doordat zij, die niet in een bepaalde vorm dergelijke schulden hebben gemaakt, geen profijt trekken van de kwijtscheldingsregeling. Hij gaf een middel aan, om dit onrecht te doen ver dwijnen. Het zou 10 millioen meer uit gaven vergen, maar dat was, gezien ook het geheel der in het geding zijnde bedra gen, alleszins de moeite waard. Aan het slot van zijn betoog uitte deze afgevaar digde zijn beduchtheid, dat het plan van de regering, waartegen vervolgens ook de heer Hazenbosch (A.R.) nog critiek liet horen, niet het karakter zou krijgen van afsluiting van deze zaak, zoals de regering en de Kamer zo gaarne zouden wensen. Strafmaatregel in jongenskamp Het begin van de middag was in belang rijke mate door de heer Gortzak (C.P. N.) in beslag genomen, eerst met monde linge vragen over voorvallen in het kamp voor jeugdzorg te Hummelo, waar van 22 September tot 23 December een aantal Amsterdamse kinderen verbleven. Op een avond was tegen acht jongens een straf maatregel getroffen, die volgens de vragen zeer afkeurenswaardig was. Hij vroeg mi nister Cais maatregelen tegen de verant woordelijke personen te nemen. De minister antwoordde dat hij een diep gaand onderzoek had doen instellen en tot de conclusie was gekomen dat de genomen strafmaatregel niet geheel paedagogisch verantwoord was. Een aanvullende vraag van mr. Roos- jen (A.R.) bracht de minister ertoe een verwijt te richten tot Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, dat zij op soortgelijke vragen van de heer Gortzak hebben geantwoord zonder zich eerst, na dat het onderzoek door het departement was afgesloten, in verbinding te hebben gesteld. Te betreuren viel het, dat het Am sterdamse college bij hem geen inlichtin gen had ingewonnen. De heer Gortzak hield nog een interpel latie, die beoogde aan minister Suurhoff te vragen of hij bereid was alvast de ouder domsvoorziening volgens het S.E.R.-rapport te gaan uitvoeren. De minister zette het onwerkelijke van een dergelijk verzoek uiteen. Tenslotte kwam er een communistische motie ter tafel, die de uitkeringen volgens de Nood wet Ouderdomsvoorziening met 69 per jaar verhoogd wilde zien. Met 62 tegen 5 stemmen verwierp de Kamer deze motie. ADVERTENTIE Schep vreugde m't leven verdrijft Uw zorgen. monter u'*ert mond *n De Maastrichtse gemeenteraad heeft Donderdagavond bij de behandeling van de begroting een motie aangenomen, waar in hij als zijn oordeel uitspreekt dat de Zondagswet van 15 October 1953 in haar toepassing leidt tot belemmering van al oude godsdienstige plechtigheden en tot verarming en nivellering van het culturele leven vooral in het Zuiden des lands. De raad zal de regering en de Staten-Generaal verzoeken de wet zodanig te wijzigen dat aan de gemeenteraden en burgemeesters meer bevoegdheden worden toegekend, om de genoemde bezwaren te ondervangen. De motie werd met algemene stemmen aangenomen. Voordien had de burgemeester gezegd: „blijkbaar heeft men bij de vaststelling der wet volkomen over het hoofd gezien dat wij hier in het Zuiden onze Zondag plegen te heiligen met muziek, zang en processies ter ere van God, ook en juist op bijzondere wijze des morgens". Hij vertrouwde erop dat de rechtspre kende instanties zich rekenschap zullen geven van de interpretatiemogelijkheden welke de tekst van de wet zeker nog biedt en deze zullen aanwenden om een ver arming van ons openbaar leven te voor komen. De eerste prijs van Ford's bloemenprijs- vraag 1954, een nieuwe Ford Anglica is ge wonnen door mevrouw Ripde Ruiter, wonende aan de IJweg 789 te Hoofddorp. Toen mevrouw Rip door de Fordfabriek werd opgebeld, waarbij men haar vroeg of zij des avonds thuis zou zijn, had zij er geen flauw vermoeden van, wat de reden van het bezoek zou zijn. Mevrouw had gekscherend gezegd „Misschien hebben wij een benzinedop gewonnen". De verrassen de mededeling, dat zij de hoofdprijs had gewonnen bracht dan ook het gehele gezin in rep en roer. De official Ford dealer in Hoofddorp bood een jaar gratis service aan. De heer Rip won bij deze prijsvraag de dertiende prijs. Alle prijzen zullen op Maandagavond 29 Maart in het RAI-ge- bouw uitgereikt worden. Trins Albert van België zal vandaag per K.LM.-vliegtuig van Schiphol naar Curacao vertrekken. De reis was oorspron kelijk vastgesteld op 30 Maart, maar is ver vroegd. ADVERTENTIE Brylcreem BRYLCREEM Is geëmulgeerd.., geen overdadige vettigheid dus t County Perfumery Co. Ltd., Stanmort, England Imp. Jacq. Mot Jr., Amsterdam De Eerste Kamer heeft Donderdag de begroting van Maatschappelijk Werk goed gekeurd. Bij de debatten heeft de heer D e Vos van Steen wijk (V.V.D.) minis ter Van Thiel vergeleken met een suiker strooier. Zijn taak is het, het particulier initiatief, zoals zich dat op maatschappe lijk terrein openbaart, te stimuleren. Mej. Tjeenk Willink (P.v.d.A.) heeft de moeilijkheden in het licht gesteld, waarvoor de minister zich in zijn subsidie beleid en bij het stimuleren van activitei ten ziet geplaatst: het rekening houden mei de zuilen, daar immers maatschappelijk werk zich veelal in het levensbeschouwe lijke vlak afspoelt. Zij hield de minister voor, dat „de zuiligheid de wijsheid wel eens kan bedriegen". Zij adviseerde hem de groeperingen te verenigen in een sa menwerkend verband, zoal® dat in d'e Raad BONN (Reuter). De Westelijke Hoge Commissie te Bonn heeft gisteren een amendement op de West-Duitse grondwet goedgekeurd, waarbij bewapening en in voering van dienstplicht worden toegestaan. De Westelijken hebben evenwel de voor waarde gesteld, dat het amendement pas van kracht mag worden, wanneer de con venties van Bonn, die West-Duitsland na genoeg tot een souvereine staat maken, en liet E.V.G.-verdrag in werking zijn getre den. De A.N.P.-correspondent meldt: Door de principiële toestemming van de geallieerde Hoge Commissie voor de militaire aanvul ling van de West-Duitse grondwet is in Bonn een politiek stormpje tot bedaren gekomen. De geallieerden hebben de eigen lijke militaire aanvulling van de grondwet voorwaardelijk goedgekeurd, namelijk on der het beding dat de dienstplicht eerst zal kunnen worden afgekondigd, nadat de E.V.G. van kracht zal zijn geworden. Maatregelen op het gebied van de ver dediging zullen door de Hoge Commissie niet worden toegestaan, zolang de E.V.G. Het bestuur van de N.C.R.V. heeft in een schrijven aan de minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen protest aangetekend tegen het door deze omroep vereniging ontvangen schrijven van het bureau van de Regeringscommissaris voor Radiowezen, waarin ook het vermelden van namen van personeelsverenigingen (in radio-actie voor „Loesje") als reclame werd gekenschetst. In het hoofdartikel van de Omroepgids, die deze week verschijnt, schrijft de voor zitter van de N.C.R.V., mr. A. B. Roosjen: „De N.C.R.V. had zelf maatregelen geno men om te voorkomen dat het verwijt van reclame maken zou kunnen opduiken. Het schrijven, dat de directie der N.C.R.V. ont ving, heeft daarom voor ons het karakter van een onaangename bevoogding ener omroeporganisatie, die zich haar verant woording volkomen bewust is. Dat ge waakt wordt tegen reclame in de aether heeft onze instemming. Wij kunnen ech ter niet inzien dat de N.C.R.V. in haar uit zending van 4 Maart over de schreef is gegaan. Daarom heeft het bestuur der N.C.R.V. in een schrijven aan de minister van O., K. en W. uitdrukking gegeven aan zijn ontstemming over dit naar zijn mening ongemotiveerde ingrijpen". Mr. Roosjen besluit: „Een heel belang rijk ding is: dat „Loesje" niet de dupe wordt van de stap die de Regeringscom missaris voor het Radiowezen meende te moeten doen". Donderdag heeft het Nederlandsch Kan kerinstituut te Amsterdam de nieuwe ra diologische afdeling van zijn kliniek offi cieel geopend. Het is een complex lokaliteiten, uitge rust met de modernste apparaten waar onder die voor bewegingsbestraling een grote plaats innemen. In de voordrachtruimte is o.a. de ma quette te zien van de cobaltbom, die te bestemder tijd in gebruik zal worden ge nomen. Andere apparaten zijn die voor de be handeling van huid en lichaamsholten, voor stralings-„planning" en ter voorbe reiding van de juiste stralingsrichting. Tijdens een bijeenkomst van het depar tement Groningen van de Nederlandse Maatschappij van Nijverheid en Handel heeft de minister van Oorlog ir. C. Staf Donderdagavond gesproken over onze de- fensietaak. Hoewel men bij de opzet meende, in 1954 met de opbouw van de NAVO-defen sie gereed te zullen zijn, ziet de minister eerder een uitbouw van het defensieplan op lange termijn. Hij sprak hierbij van een „long look" in de defensie-opbouw. Wat de atoom- en waterstofbommen be treft, als men zich evenwel de consequen ties van deze wapenen voorstelt, dan is er geen sprake meer van een verliezer of een winnaar. Misschien schept het besef daar van wel de mogelijkheid om een oorlog te voorkomen, zo meende de minister. Nederland kon onmogelijk langer neu traal zijn, aldus de minister, die voorts wees op de noodzakelijkheid van inschake ling der West-Duitse strijdkrachten. Ne derland is voor de strategie van West- Europa van vitaal belang, gezien ook de mogelijkheid dat men van onze kust af met geleide projectielen Engeland kan be stoken. Minister Staf sprak met betrekking tot onze luchtmacht van een tekort aan per soneel, waardoor er geen sprake kan zijn van een materiële uitbreiding. Geleide projectielen Vervolgens gaf de minister zijn visie over een eventuele productie van geleide projectielen in ons land. Zijn verwachting is, dat er in 1960 geen bemande jachtvlieg tuigen meer in de lucht zullen zijn. De evolutie in de vliegtuigbouw is zo groot, dat men straks van de grond af de robot vliegtuigen zal gebruiken voor luchtge vechten. Ir. C. Staf meende dat de productie van geleide projectielen in Nederland grote moeilijkheden met zich mee zal brengen. Anderê landen zijn ons hiermee reeds voor geweest en aan de productie moet veel studie en researchwerk vooraf gaan. We blijven ons echter op de hoogte stel len aldus minister Staf, die wel een mo gelijkheid zag, deze projectielen in Neder land in licentie te gaan bouwen. Onze elee- tronische industrie zou hierbij een belang rijke bijdrage kunnen leveren. Minister Staf twijfelde er niet aan dat de bondgenoten Nederland de beschikking zullen geven over geleide projectielen. niet van kracht is geworden. De eigenlijke „militaire aanvulling" der grondwet zal pas van kracht worden tegelijk met de verdragen van Bonn en Parijs. De Hoge Commissarissen hebben onvoor waardelijk hun goedkeuring gehecht aan het interpretatieve artikel, waarin ver klaard wordt, dat de Europese verdragen niet in strijd zijn met de West-Duitse grondwet. Daarmee is het dezer dagen ge rezen conflict over de gewijzigde grondwet in feite bijgelegd. Voor de Duitse regering is de weg geopend om de wet aan de bonds president voor te leggen ter ondertekening en ter afkondiging, waardoor voor Duits land de procedure der ratificatie kan wor den afgesloten, en voor Frankrijk is de zekerheid verkregen, dat de militaire aan vulling niet voor oprichting van een Duits nationaal ieger kan worden aangewend, indien de E.V.G. niet tot stand zou komen. Franse protocollen De Franse regering heeft afgezien van het Woensdag in Parijs geopperde plan om de goedkeuring der verdragen afhankelijk te stellen van West-Duitse ondertekening van de aanvullende protocollen op het E.V.G.-verdrag. In Bonn was men verontrust over deze eis, aangezien men van mening was, dat daardoor ratificatie der protocollen door het parlement nodig zou worden. Deze ratificatie wilde men in elk geval vermij den. Men wilde tot elke prijs vasthouden aan de overeenkomst van Rome, waar be sloten werd, dat deze protocollen slechts een interpreterende betekenis hebben en generlei materiële wijzigingen van de ver dragen inhielden. De protocollen zijn tot dusverre nog niet ondertekend, doch van officiële zijde in Bonn we-rd Donderdag verklaard, dat bondskanselier Adenauer tot. ondertekening bereid is mits geen ratificatieprocedure wordt vereist. De tekst der aanvullende protocollen is geheim, doch indertijd is uitgelekt, dat zij Frankrijk met het oog op zijn overzeese verplichtingen het recht geven naast E.V. G.-contingenten ook nationale eenheden te onderhouden en ten behoeve daarvan zo nodig eenheden aan hun Europese bestem ming te onttrekken. van Vakcentralen tot ontwikkeling is ge komen. Weliswaar doet maatschappelijk werk niet aan politiek, maar het wordt bedenkelijk, wanneer de politiek aan maat schappelijk werk gaat doen, zo zei zij. De Kamer heeft behalve aan de subsidie politiek ook aandacht geschonken aan de bijzondere taken waarvoor de minister is geplaatst. De heer Schipper (A.R.) be pleitte de belangen van de Indische Neder landers. Ook schonk hij aandacht aan de positie der Ambonezen: zij mogen niet worden overgeleverd aan extremisme en zij moeten leren, dat zij ook moeten ge hoorzamen aan ander gezag, dan dat van de militaire dienst. Hij drong er op aan, de Ambonezen op te nemen in het ar beidsproces en daaromtrent overleg te openen met de Stichting van de Arbeid. De heer De Vos van Steenwijk sprak in dezelfde geest, evenals de heer Re ij ers (C.H.) die zei dat de Ambonezen het best geholpen kunnen worden door te ijveren voor erkenning der republiek der Zuid- Molukken. De heer De Dreu (P.v.d.A.) meende dat het probleem der Indische j Nederlanders niet een gevolg is van de souvereiniteitsoverdracht. In zijn antwoord heeft minister Van T h i e 1 betwijfeld of thans een landelijk toporgaan voor de coördinatie van parti culier initiatief kan worden gevormd. Wat de Indische Nederlanders betreft zei de minister dat de opbouw van de sociale organisatie in Indonesië met de grootste spoed zal geschieden. Hij waarschuwde tegen het venstoren van de goede verhou dingen in welk opzicht hij het blad van de Vereniging van Indische Nederlanders „Onze Koers" noemde. Voor de Ambonezen stelde hij verbete ring van de woningen in het vooruitzicht. Deze groep zal te zijner tijd zelf moeten bijdragen in de kosten van haar levens onderhoud. Wat de duur van het verblijf in Nederland betreft: het beleid moet ge richt blijven op terugkeer naar eigen land. De regering acht de tijd nog niet gekomen om de Ambonezen in Nederlandse milieux onder te brengen. Jonge Ambonezen in het bedrijfsleven opnemen gaat nog moei lijk zei de min-ister. De strijd om Dien Bien Pkoe yaat in alle hevigheid voort. Franse en Vietnammese troepen werken aan het aanleggen van versterkingen en het graven van loopgraven, teneinde de verdediging zo sterk mogelijk te maken. Zelfs onder hevig vijandig geschutvuur gaat het graafwerk voort In hóêvêrre heeft overbodig transport van een zwaar gewonde Haarlemmer in Juli van het vorig jaar een slechte invloeu gehad op zijn algemene toestand? Twee medici hebben gisteren voor het Amsterdamse Gerechtshof als getuigen- deskundigen verklaard, dat de 39-jarige Haarlemmer H. van K., die bij een rel op de Nieuwendijk zware verwondingen in zijn hoofd en aan zijn schedel opliep, „waarschijnlijk toch zou zijn gestorven, ook indien hij regelrecht naar het Wilhei- minagasthuis zou zijn gebracht". Naar men zich zal herinneren maakte een dienstdoend geneesheer van het Bin nengasthuis een vergissing, toen het slacht offer in de nacht van 24 Juli bij hem werd binnen gebracht. Weliswaar verbond hij een wondè aan de schedel, doch daarna concludeerde hij. dat de men „alleen maar dronken was" en liet hem overbrengen naar hét politiebureau aan de Warmoes- straat. Daar werd hij op een brits in een cel gelegd, 's Morgens werd de man ech ter niet wakker en men kon hem ook niet wakker krijgen. Toen kregen de agenten argwaan en zij lieten de man naar het Wilhelminagasthuis vervoeren. Zo door leefde de Haarlemmer ernstig gewond drie transporten. Volgens de geneesheer van het W. G. had dè man pas 4 dagen later koorts ge kregen, De arts gaf ter zitting een uit eenzetting over de verwondingen aan de hersenen. Enkele dagen later kreeg de pa tiënt er als complicatie een longontsteking bij en twaalf dagen na de rel blies hij de laatste adem uit. In eerste instantie was voor de Amster damse Rechtbank weinig aandacht ge schonken aan wat na de rel geschiedde. Terecht stond de 25-jarige kellner-uit- smijter A. J. V. beter bekend als „Nol", die in een bar werkte op de Zeedijk. Deze Nol zeide zo dronken te zijn geweest, dat hij zich van het voorgevallene niets kon herinneren. Getuigen vertelden echter, dat zij hem bij sluitingstijd van de café's op de Nieuwendijk tegen de Haarlemmer hadden zien opspringen, ten gevolge waar van dezê man met zijn hoofd op de trot toirband viel. Wegens opzettelijke mis handeling, de dood ten gevolge hebbende, legde de rechtbank „Nol" 1 jaar met af trek op. Thans werd in hoger beroep na gegaan of die dood inderdaad onvermij delijk was geweest. De procureur-generaal zei in zijn requi sitoir, dat uit de getuigenverklaringen ge bleken was, dat de transportfactor van geringe betekenis is geweest voor de dood van het slachtoffer. Hij achtte bewezen, dat de verdachte schuldig is aan opzette lijke mishandeling, de dood ten gevolge hebbende, en eiste bevestiging van het rechtbankvonnis: lVs jaar gevangenis straf met aftrek. De raadsman betoogde dat de opzet tot mishandeling zeker niet bewezen is. Ver dachte kon men onvoorzichtigheid of on verantwoordelijkheid verwijten, doch dit was hem niet ten laste gelegd. Sprekende over de geneeskundige behandeling van het slachtoffer zeide hij: „De ene medicus wil de andere natuurlijk niet te veel be- critisérën". De raadsman vroeg zich voorts af of de patiënt het ernstige letsel niet bij de transporten of in het politiebureau, waar hij als „dronken man" werd behan deld. kon hebben opgelopen. Hij betoogde voorts, dat Nol dikwijls staaltjes van doodsverachting had gele verd bij het redden van drenkelingen en het bombardement van Nijmegen. Hij vroeg vrijspraak, subsidiair een gevangenisstraf gelijk aan de preventieve hechtenis, die thans 8 maanden duurt. Het hof zal op 8 April uitspraak doen. Een 7-jarige jongen heeft bij het station Haren een remslof op de rails gelegd welke hij op de spoorbaan had gevonden. Een elèctrische trein sleurde de remslof enige honderden meters mee, waardóór schade aan de baan werd aangericht. Een strenge controle vóór, tijdëns en na de interlandwedstrijd NederlandBelgië, die op 25 November 1951 in het Feijenoord- stadion in Rotterdam is gespeeld, heeft uit gewezen, dat voor deze wedstrijd een groot aantal valse toegangsbewijzen voor de staanplaatsen in omloop zijn gebracht. De Rotterdamse recherche is er na een onder zoek, dat een jaar heeft geduurd, irn ge slaagd deze zaak op3te rollen. Uiteindelijk kwam de recherche via vijf tussen perso nen terecht bij de 37-jarige koopman B. M. uit Amsterdam, die zich gisteren voor de Amsterdamse rechtbank moest verant woorden De verdachte bekende dat hij van een hem onbekende Belg in een broodjeswinkel in Amsterdam 3000 valse staanplaatsen heeft gekocht. Hij ontkende diat hij de kaarfjes zelf of in samenwerking met de tweede verdachte L. S. had gemaakt. De president, mr. H. J. Hutschler, zeide in dit verband het wonderlijk te vinden dat alle sporen na het ontdekken van valse kaartjes voor de bewuste wedstrijd naar deze verdachte hebben geleid. „Het moet toch wel toevallig genoemd worden, dat M. de enige afnemer blijikt te zijn geweest, als ze door een ander gemaakt zijn." De secretaris- penningmeester van de K.N.V.B., de heer L. Brunt, die als deskun dige werd gehoord, vertelde, dat de ver valsing heel duidelijk te zien was. „Maar het ligt voor de hand, dat het de contro leurs in de grote drukte is ontgaan", aldus deze getuige. Hij verklaarde voorts op een desbetreffende vraag, dat 't zeer wel moge lijk is op tribunes, waar officieel 20.000 staanplaatsen zijn, nog een duizend man „bij te drukken". De Officier van Justitie, mr. A. M. Ro- sinigh, sprak het vermoeden uit, dat de kaartjes in Amsterdam gedrukt zijn, om dat zij de perforatie (slecht nagemaakt) hadden van de kaartjes, d'ie door de K.N.V. B. in Nederland in omloop worden ge bracht. Voor België krijgen de kaartjes een andere perforatie. „Overigens," zei mr. Rosingh, moet er een voorbeeld gesteld worden". De Officier vroe gtenelofte tegen de verdachte een gevangenisstraf voor de tijd van zes maanden met aftrek. De verdediger vroeg vrijspraak op juri dische gronden subsidiair clementie. Ook tegen de tweede verdachte, de 32- jarige bouwvakarbeider L. S. uit Amster dam éiste mr. Rosingh een gevangenisstraf voor dé tijd van zes maanden met aftrek. Deze zou een deel van de kaartjes, waar van hij wist dat ze vals waren, van M. ge kocht en zè deels dadelijk doorverkocht en deels thuis bewaard hebben.. De 44-jarige koopman IV. R. en de 42- jarige marktkoopman T. M. V., beiden uit Amsterdam, hoorden eveneens zes maan den gevangenisstraf met aftrek tegen zich eisen. R. zou ruim 600 kaartjes van S. in ont vangst hebben genomen, een deel daarvan hebben doorverkocht aan V. en een deel in Rotterdam hebben laten verkopen. De ver dediger van V. vroeg ook vrijspraak op juridische gronden subsddair clementie. De 40-jarige bloemenkoopman C. L. zou voor R. in Rotterdam 21 kaartjes verkocht, hebben. Hij kreeg zelf van de opbrengst ƒ10. De officier vroeg tegen hem een maand voorwaardelijke gevangenisstraf, omdat hij aanneemt, dat deze verdachte niet. heeft geweten, dat de kaartjes vals waren. Tenslotte kwamen twee figuren van het Rembramdtsplein in de verdachten bank, de 53-jarige koopman J. B. en de 48-jarige koopman M. E., beiden uit Amsterdam, ook wegens verkoop van kaarten. Ook tegen hen eiste de officier voorwaardelijke ge vangenisstraffen en geldboeten. Een woordvoerder van het Britse minis terie van Buitenlandse Zaken heeft Don derdag medegedeeld, dat de Russische zaakgelastigde, Nikolai Belochwostikof, een onderhoud met minister Eden heeft gehad, waarbij niet alleen over de Brits- Russische conventie over de visserij werd gesproken. Hoewel de woordvoerder zeide, dat er niet over belangrijke kwesties, zoals de conferentie van Genève, van gedachten was gewisseld, meent men in welingelich te kringen, dat plannen betreffende het handelsverkeer tussen Oost en West ter sprake zijn gekomen. Inmiddels heeft de Russische ambassa deur in Frankrijk, Serge Vinogradof. een bespreking met minister Bidault gehad. Volgens Franse diplomatieke kringen had den zij een algemene gedachtenwisseling over de internationale toestand.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 9