DELFTS VERNUFT
Franse paragraaf
April
HERINNERING AAN RAVEL
Tieriten man üeMack
welsprekender dan woorden
Rijk seizoen van
Terpsichore
Beelden in Stadspark
van Groningen
Onze Puzzle
Er verschijnen dit jaar zoveel dansgroe
pen van het eerste plan (en van een grote
verscheidenheid) in ons land, dat de ware
ballettomanen, die alles willen bijwonen in
hun liefde voor de muze Terpsichore, aan
het einde daarvan hun faillissement wel
kunnen aanvragen. En dan denken wij nog
niet eens aan de kennismaking met het
onder leiding van Sonia Gaskell te vormen
„Nederlandse Ballet" over enige maanden,
als alles goed gaat.
Martha Graham was nog niet met haar
zoveel tegenstrijdige reacties teweeg bren
gende Amerikaanse groep uit het Amster
damse theater Carré verdwenen, of de Rus
sische laarsjes van het uit Moskou gekomen
ensemble „Berjozka" schuifelden en spron
gen over dezelfde planken, waar vandaag de
Martha Graham hier-
boven) in haar ver
beelding van het le
ven van de unieke
Amerikaanse dichte
res Emily Dickinson,
verleden week in het
theater Carré door
haar en haar groep
onder de titel Tetter
to the World" ver
toond. Hiernaast: de
Spaanse virtuoos An
tonio met zijn nieuwe
partner Rosita Sego
via, die vele jaren een
der eerste solisten van
de Liceo Opera te
Barcelona is geweest.
De enige manlijke so
list naast Antonio is
Paco Ruiz, verder ziet
men de (debuteren
de) flamencodanseres
Flora Albaicin.
verwachting, want zag men ooit een betere
Spaanse danser? Men vraagt zich af
hopend dat het zo zal zijn of diens met
zorg gevormde gezelschap in staat zal blij
ken een (althans artistiek) harmonieus bij
hem passende partner als Rosario, waar hij
reeds als kind mee werkte, te vervangen.
DAVID KONING
De Raad voor de kunst te Groningen en
de lustrumcommissie van het studen
tencorps „Vindicat Atque Polit" hebben
besloten ten tijde van de viering van
het 68ste lustrum der Groninger Uni
versiteit een tentoonstelling van beelden
in het Stadspark te houden van 19 Juni tot
18 Juli 1954.
Tal van bekende beeldhouwers uit ons
land zijn bereid gevonden kunstwerken in
te zenden: Mari Andriessen, John. Ra-
decker, prof. O. Wenckebach, H. M. We
zelaar en anderen.
grote Spaanse danser Antonio zijn nog niet
zo lang geleden (na zijn breuk met Rosa
rio) gevormde gezelschap aan het Neder
landse publiek komt voorstellen.
Hoogtepunt van dit seizoen wordt moge
lijkerwijze de komst van het Sadler's Wells
Ballet in het Holland Festival, waarvan zo
juist het programma bekend is geworden.
Er komen 74 dansers en danseressen, onder
wie Margot Fonteyn, Michael Soames, Na-
dia Nerina, John Field, John Hart en Alexis
Rassine met onder meer de volledige versie
van „Het Zwanenmcer" van Tsjaikofsky-
Petipa en verder „Eerbetoon aan de Ko
ningin" en ,.De driekante steek" (met mu
ziek van Manuel de Falla).
Maar daar houdt het nog niet mee op.
Verwacht worden verder Janine Charrat
met haar „Ballets de Paris" en Pilar Lopez
de zuster van Argentinita met haar
wereldberoemde Spaanse ensemble, José
Limon met moderne choreografieën van
Doris Humphrey uit Amerika en natuurlijk
enkele folkloristische gezelschappen, waar
onder in ieder geval een Joegoslavisch, dat
ook wel in Bloemendaals Openluchttheater
zal optreden.
Men heeft nauwelijks de tijd om dit alle
maal te verwerken, laat staan het geld om
van dit alles kennis te nemen. Tot dusver
hebben de ondernemers echter nog geen
reden tot klagen: het ballettomane publiek
is (gelukkig) nog steeds groeiende. Maar
men zou soms wel eens graag wat langer
bij nieuwe verschijningen of verschijnselen
willen stilstaan. Zoals bij het fenomeen
Martha Graham bijvoorbeeld.
Terugziende op haar programma's geloof
ik inderdaad, dat deze tweede Isadora Dun
can belangrijker is door de invloed, die zij
bezig is uit te oefenen, dan door haar on
middellijke resultaten. Haar dansers zijn
in wezen niet meer dan vertakkingen van
haar eigen persoonlijkheid, zich vererend
en bijna blindelings in dienst van haar in
zichten stellend. Of deze laat-expressionis-
tische dansvorm eigenlijk een zelfstandig
en houdbaar bestaan kan leiden, waag ik
te betwijfelen. Maar men heeft intussen
kunnen- genieten van een soms wonder
baarlijk mooie bewegingsplastiek, waarbij
het weinig terzake deed of men wel precies
begreep wat er allemaal mee bedoeld werd.
Want het theater van Martha Graham
stroomt over van bedoelingen. Het is bijna
een cultus van het onderbewustzijn.
Merkwaardig was ook de geringe relatie
met de toch meestal in opdracht gecompo
neerde muziek. Merkwaardig is ook dat
men zo weinig herinneringen aan persoon
lijke prestaties behoudt, al moet gezegd
worden dat vooral Matt Turney een diepe
indruk heeft gemaakt en dat ook Helen
MacGehee en Pearl Lang menigmaal wis
ten te boeien.
Maar enfin we hebben geen tijd er
langer over na te piekeren. We moeten met
haastige spoed naar Carré, nu om Antonio
te zien. Het hart klopt alweer sneller van
begint
enkele
Zarathustra
maten ont-
OP 31 October 1923 dirigeerde Maurice
Ravel, toen 48 jaar oud, in Den Haag
het Residentie-Orkest. Met straffe en
strakke hand leidde hij ondermeer zijn
La Valse: de uiterlijke onbewogenheid
van zijn directie stond in een merkwaar
dige tegenstelling tot de exuberantie der
geluidsgolven die uit
deze, als door een
vergrootglas geziene
walsmuziek opda
verden tegen de wan
den van het Gebouw
voor Kunsten en We
tenschappen. Een
zelfde ervaring had
ik eens bij Richard
Strauss' dirigeèrkunst
toen deze zijn Also
sprach Zarathustra
leidde. Zoals men
zich zal herinneren,
pianissimo, maar na
plooien zich geleidelijk alle krachten van
het orkest om een machtig fortissimo te
bereiken: de verbeelding van de dageraad
en zonsopgang. Doch Strauss deed, alsof
dit alles hem volstrekt niet aanging en di
rigeerde alsof het niet anders dan een re
genachtig zonnetje gold.
Toch was er verschil. Bij Ravel trof mij
een gewilde onaandoenlijkheid, een zich
schuil houden van de emotie. Bij Strauss,
die ontzeggelijk een veel grotere dirigeer-
techniek bezat, geleek het op een verloren
gegane belangstelling in vroeger gecompo
neerde werken, een vermoeidheid ten op
zichte van zijn eigen kunst. Dit alles zijn
slechts persoonlijke indrukken. Nu ik ze
neerschrijf, valt het mij op, hoe ik hier
twee figuren samenbreng, die bij alle ver
schillen, in hun kunst ook overeenkomsten
bezaten. Ravel en Strauss waren beide
meesters in de orchestratie, legden soms
het zwaartepunt hunner muziek naar het
raffinement van het orkestkleed - zij wa
ren in wezen virtuozen der compositorische
kunst.
Na het concert, waarop Ravel als com
ponist en dirigent werd gehuldigd, was er
nog een bijeenkomst van musici en mu-
ziekvrienden, die - door welke toevallig
heid dan ook - bij mij thuis werd gehou
den, hoewel ik de componist tevoren nooit
had ontmoet. Het. was uit de aard der zaak
een voorrecht de grote man in ons midden
te hebben en wij hoopten hem over zijn
werk (en over de kunst in het algemeen)
aan het spreken te krijgen. Maar dit
laatste viel tegen. Want de cher Maitre,
hoffelijk, maar gesloten van aard, zei
weinig, althans weinig essentieels.
Er werd echter nog geanimeerd gemusi
ceerd; wij speelden zijn Trio, waar hij met
belangstelling naar luisterde en hij ging
zelf aan de vleugel zitten om enkele van
zijn pianowerken te laten horen. De zeer
bekende en fijnzinnige Sonatine speelde
onze gast geheel, daarna fragmenten uit
de geraffineerd-moeilijke suite Gaspard
de la Nuit. Men voelde uit dit spel de geest
van de scheppende kunstenaar, maar tege
lijk een blijkbaar geslonken belangstelling
voor de problemen
van het pianospel,
problemen die Ravel
zelf zo overduidelijk
in zijn pianowerken
aan de orde had ge
steld. „Neen, stude
ren doe ik niet meer,
daar kom ik niet
meer toe", bekende
hij na afloop. En de
zelfde stugheid die
's meesters dirigeren
kenmerkte, toonde -
afgezien van het niet meer paraat zijn
van het pianistische kunnen - zijn wijze
van spelen. De aanslag was scherp en
stekend, de voordracht indifferent. Toch:
welk een musicus! De kleurenrijkdom van
zijn orkest- en pianowerken negeerde hij
als uitvoerder, maar ze schittert in fantas
tische weelde in zijn partituren.
Men heeft Ravel (1875-1937) natuurlijk
veel met zijn dertien jaar oudere landge
noot Claude Debussy vergeleken en paral
lellen getrokken tussen de kunst van beide
meesters. Er zijn zeer sterke overeenkom
sten, maar de jongere Ravel is zeer zeker
geen epigoon van de componist van Pelléas
et Melisande. In het streven de Franse
muziek weer tot haar oorspronkelijke zui
verheid, haar ware Gallische wezen terug
te voeren, komen Debussy en Ravel over
een, maar hun wegen lopen uiteen. De
persoonlijkheden waren even verschillend
van karakters als hun kunst.
Bij Ravel scherpe tekening, markante
rhythmiek, een neiging tot brillante vir
tuositeit in zijn klaviermuziek (Gaspard
de la Nuit, Miroirs, Toccata uit le Tom-
beau de Couperin, de twee klavierconcer
ten), een trouwer vasthouden aan overge
leverde vormen en zelfs aan harmonische
schema's dan voorheen, bij Debussy een
improviserend voortdromen in klank, een
vrijheid als in een droom beleefd, een meer
dan eens wegmijmeren in schoonheid: ge
voelens van geheel andere aard dan Ravel
ze althans naar buiten wil tonen.
De ontmoeting met een kunstenaar van
de betekenis van Maurice Ravel is alleen
daarom al een belevenis, omdat zij ons
confronteert met meer dan mer. een per
soonlijkheid alleen. Zij brengt ons in aan
raking met een belangrijke vertegenwoor
diger van een bepaalde cultuurperiode. En
de herinnering daaraan wordt iets kost
baars in ons leven.
WILLEM ANDRIESSEN.
PARIJS, April Het is hier nu zo
ongeveer voorjaar. Er zit alweer wat groen
aan de bomen in de Jardin du Luxem
bourg, al waaien de vorige bladeren nog
om de koude stammen. De bak van de fon
tein op de hoek van de Rue de Medicis is
opnieuw met water gevuld (niets is zo
winters als een lege fonteinbak met rom
mel erin en met vlekken van vogeltjes).
Als het druk is in de Métro is het er zwe
terig warm. Over de schouder van een
triest meisje in goedkoop bont kijkt men
de koperen hagedis aan die zij als sieraad
draagt: een kortstondige gewaarwording
van intimiteit, alsof men het zelf jaren ge
leden cadeau had gedaan zulke dingen
zijn soms plotseling van betekenis, totdat
de avondzon op een autospatbord duidelijk
maakt dat zij alle onwaar zijn en dat het
leven bijvoorbaat is ingedeeld in precies
gelijke moten van zakelijke gewoonten.
De open caféterrassen zijn ook weer in
gebruik genomen. Er komen zelfs Engelse
toeristen op zitten, jongens in blauwe bla
zers met blozende konen en meisjes die
hun zusjes zijn. Er komen andere jongens
voorbij die een soort feestnummer van
l'Humanité aan de man moeten brengen,
een vrolijk uitziende krant met een rode
guirlande op de voorpagina. Even later
komt een oude man aanhuppelen, met pas
jes vooruit, achteruit en opzij, zijn winter
jas danst om zijn kuiten; dan haalt hij een
busje tevoorschijn dat hij onder de neuzen
van de bezoekers op het terras gaat hou
den. De kellner zegt dat hij niet lastig mag
zijn, maar dat is hij ook niet, hij haalt al
leen zijn geld op en geeft dan pas de voor
stelling waarvoor men kijkgeld heeft be
taald: hij steekt zijn kin zo ver vooruit dat
zijn onderlip om het puntje van zijn spitse
neus heen krult lelijk om te zien, want
hij moet zijn lip voor een deel binnenste
buiten keren om het te bereiken. Men be
seft dat het, als menselijke lippen er altijd
zo uitzagen, verboden zou zijn om een ge
zicht naakt in het openbaar te vertonen.
Dan huppelt hij verder, niemand slaat
acht op hem.
's Avonds is het nog meer voorjaar in
het Poolse eethuisje, waar om de lange
middentafel de studenten dicht opeen zit
ten. Er zijn meer mannelijke dan vrouwe
lijke bij. Terwijl sommigen paarsgewijs in
intiem gesprek zijn. zien anderen zwijgend
maar niet verongelijkt om zich heen. Even
later is dan ook alles veranderd, het gezel
schap is geschud als een pak kaarten zon
der dat iemand van plaats verwisseld is.
en nu zijn het anderen die om zich heen
zien of luid meezingen op de wijsjes die
twee van hen op een guitaar en een bala
laika spelen. Het heeft iets van een ritueel,
dat wel slordigheden toelaat maar toch
duidelijk begrensd is aan de kant van de
hebzucht. Er komt een jonge schone bin
nen van een Italiaans type; zij houdt sou-
verein een koele wang voor aan de man
nen aan het éne eind van de tafel, voert
een kort gesprekje en vertrekt dan na nog
een sobere blik op het gezelschap te heb
ben geworpen. Als er een onbekende vrouw
binnen komt. juichen allen haar toe. zon
der inhaligheid, en zij lacht terug zoals het
haar betaamt; nergens wordt waarschijn
lijk zo'n spel even goed gespeeld als hier
de slimheid waarmee men ziet wat het
„eigenlijk" betekent, geeft alleen maar
misverstanden.
Op straat is het daarna verbazend rustig,
op de Boulevard St. Germain lopen alle
mensen ordelijk voorbij en de étalages,
waar niemand voor stilstaat, zijn tot in de
uiterste hoeken helder verlicht. Heel Parijs
ten Zuiden van de Seine lijkt zich nu rustig
uit te strekken; in de cafés wordt bedaard
geconverseerd, of zelfs dat niet eens; in de
hoge donkere straten laat hier en daar
een man met de hoed over de ogen getrok
ken een hondje uit; gesloten auto's stop
pen bij de verkeerslichten, maar schieten
dadelijk weer zo snel mogelijk weg; in de
schaduw van iedere donkere blinde muur
blijkt als men vlak bij is een man te staan,
die iets uitlegt aan een meisje dat wat klei
ner is dan hijzelf en daarom naar hem op
ziet.
Na middernacht loopt men over de lege
Place St. Sulpice, en schrikt van de lelijke
letters van de aanplakbiljetten op de Mai
ne van het zesde arrondissement; zij spre
ken alle van oproepingen en aanmeldin
gen en uiterlijke data, en het maakt ten
slotte waarschijnlijk geen verschil dat de
drie agenten voor de politiepost elkaar
fluisterend familiegeschiedenissen vertel
len.
Geen Franse film over
Van Gogh
Jean Renoir heeft afgezien van zijn plan
nen om een film te maken over het leven
van Vincent van Gogh. Hij weigerde om
een film te vervaardigen met een beschei
den budget en toen bleek, dat de middelen
die hem ter beschikking zouden staan te
gering waren in zijn ogen, heeft hij voor
lopig althans het project laten varen.
(Van onze correspondent in Washington)
IN gezelschap van Delftse studenten
willen wij altijd ongaarne het woord
nemen, omdat zij zo sterk zijn in het ont
dekken van redeneerfouten. Zij worden
daar nooit boos om, maar lachen vergoe
lijkend, hetgeen erger is. In hoeverre hier
voedsel ligt voor het sluimerende conflict
met Leiden willen wij thans niet nagaan.
Wèl is ons bekend, dat die van Delft te
Leiden veelal „de fietsenmakers" worden
genoemd. Leiden toont daardoor in elk
geval te beseffen, dat de studie in Delft iets
met de techniek uitstaande heeft. Het is
inderdaad opmerkelijk hoever de Delftse
studenten de techniek in hun privéleven
binnen laten. Dat blijkt bij het afgaan van
vele hunner wekkers, waarbij automa
tisch gordijntjes openschuiven, radio's aan
zwellen, theelichtjes opflakkeren en nog
veel meer dingen gebeuren, waardoor het
opstaan tot een redelijker tijdstip kan wor
den uitgesteld. De ideale toestand, waarbij
als gevolg van de trillingen der afgaande
wekkers ook alle verdere bezigheden van
de dag buiten de mens om kunnen plaats
vinden, is een onderwerp van diepgaande
studie. Helaas zou in dat geval het uit
gangspunt, de wekker zelve, vrij zinloos
worden.
Welke mogelijkheden er overigens op
dit terrein liggen hebben wij gezien in het
Electro-Technisch Laboratorium van de
T.H. aan de Kanaalweg (een van de wei
nige Kanaalwegen in ons land, die metter
daad aan een kanaal liggen). Want te
midden van allerlei apparatuur, die de
techniek voor de medische wetenschap
heeft uitgedacht en waarvan de werking
ons zelfs door een hoogleraar niet verduide
lijkt kon worden, troffen wij daar een aar
dig klein robotje met hondeneigenschappen.
De vorm van het hondenlijf is er nog niet
in tot uitdrukking gebracht; het is een
kastje met een opstaand buisje en drie
knoppen. In het buisje wordt door middel
van opvlammend rood licht het „water
tanden" van de hond uitgebeeld, wanneer
men zo goed is de middelste knop „bief
stuk", in te drukken. Daarnaast bevindt
zich de knop „belletje". Wanneer men die
indrukt gebeurt er voorshands niets, maar
drukt men haar enige malen tegelijkertijd
met de biefstuk in, waardoor de hond leert
„hoor, de bel luidt, dit wil zoveel beduiden
als biefstuk", dan zal hij ook reeds rood
licht op de rug vertonen (watertanden)
wanneer men slechts de knop „belletje"
indrukt. Blijft men daar echter mee voort
gaan en gierig de duim van de knop „bief
stuk" afhouden, dan voelt de robot-hond,
dat men een loopje met hem neemt en
ofschoon honden in avonduren gaarne een
loopje met zich laten nemen water
tandt hij steeds aarzelenden Tenslotte rea
geert hij in het geheel niet meer. Het stemt
tot voldoening, dat men hier dit trouwe
huisdier, zij het nog niet geheel in zijn
natuurlijke omtrekken, een plaatsje heeft
gegund. Het gaat tenslotte om het binnen
werk: de zenuwen, die reageren op de
prikkels van buiten (de knopjes), zijn er
in de vorm van draden zó rijkelijk in ver
tegenwoordigd, dat men er bij het zien er
van zelf zenuwachtig van wordt.
In die conditie zou men zich nu juist
3 het best hebben kunnen onderwerpen aan
een behandeling met de psycho-galvanische
reflexmeter, die ernaast was opgesteld. Het
toestel wordt ook wel leugen-detector ge
noemd maar de werking ervan is zo grof,
dat men ook wel héél grof moet staan
jokkebrokken, wil de wijzer ervan gaan
zwieberen. Urenlang hebben studenten en
professoren met duivelse lachjes de meest
stuitende onwaarheden aan dat ding staan
vertellen zonder dat het reageerde. Het ge
heim was dat er niet van ganser harte
werd gelogen, zelfs niet door de jongen die
zei: ,,'t kan me niks schelen dat Anne-
marie de volgende maand gaat trouwen".
Wanneer dat werkelijk gebeurt treedt er
een toestand van emotie in, die zich onder
meer manifesteert in een zwakker worden
van de huidsweerstand. Slechts dan slaat
de wijzer door. Om dat tóch te doen zien,
bewoog zich onopgemerkt tussen het pu
bliek een student met een naald. En wan
neer deze met kracht in het zitvlak van de
proefpersoon werd gedreven trad een emo
tie in die ook door het toestel werd opge
merkt. Het is dus in het algemeen nog grof
werk, dat helaas nog niet toegepast kan
worden bij de redenaars voor de komende
Statenverkiezingen.
Voorts hebben wij aan een dikke ketting
een cobaltbom van 920 kilo zien hangen.
In het bijzijn van enige onthutste werksters
hebben wij ons door een student laten uit
eenzetten hoe men de straling van het
radio-actief cobalt naar buiten kan doen
treden. „Als je daar langer dan een.minuut
voor staat ga je de pijp uit", zo deelde deze
woordvoerder ons mede. ,,'t Is hier trou
wens helemaal een beetje fadio-actief",
^voegde hij er aan toe.
Ter geruststelling van de lezer kunnen
wij zeggen, dat wij ons in goede welstand
bevinden. Zo zich enige van de genoemd»
activiteit aan het papier van dit manuscript
zou hebben medegedeeld, dan kunnen w!J
mededelen dat het papier onder de zetters
is verdpeld. Wat er na het drukken nog in
is blijven zitten, zal er grotendeels wel
door de correctoren zijn uitgehaald en wat
er nog mogelijk overbleef is over tiendui
zenden exemplaren verdeeld, zodat hetgeen
men in de huiskamer krijgt wel een héél
klein pietsie moet zijn.
KO BRUGBIER.
In Washington, de hoofdstad van de Verenigde Staten, werken ongetwijfeld vele
mannen en vrouwen met volledige toewijding en ontzaglijke geestelijke en physieke
inspanning aan het welzijn van hun eigen land en van de gehele wereld. Zij zijn de
vertegenwoordigers van Amerika op zijn best. Maar tevens is het een feit, dat ook
de representanten van Amerika op zijn slechtst zich in Washington ophouden: ver
tegenwoordigers van financiële belangen, die druk oefenen op politici, speculanten en
gokkers, die via de politiek hun rad van fortuin trachten te besturen, politieke be,-
kladders en insinueerders, baantjesverkopers en invloedventers.
Het is goud waard, dat er
in een stad, waar zulk een
voortdurende strijd gaande is "And I'd Still Like To See You Become President''
tussen integriteit en gedraai,
tussen bekwame leiding en
infame misleiding, dagelijks
in de belangrijkste courant een j
prent verschijnt van Herblock, n \y".\JJ 1
de caricaturist, die voor Ame- I
rika even grote betekenis aan "fl
het krijgen is als David Low raf#
voor Engeland verworven
heeft. Nergens wellicht spreekt fff
Amerika's geweten zo klaar I II
en zuiver als in Herblock's WWr\
tekeningen. ff
Behalve in de belangrijkste
courant van de hoofdstad *•-
de „Washington Post" ver-
schijnen deze spotprenten in Xl/Vv
honderdvijftig andere bladen, y M
verspreid over geheel Ame- Ui
rika, maar ook in de „Econo
mist" te Londen en de „Eve
ning Post" te Tokio.
Herbert Block, die zijn
werk met „Herblock" signeert,
is een eenvoudige, jonge man'
van vierenveertig jaar. Niet
iedere man van die leeftijd /f *1/
kan men jong noemen, maar /y Jv
hij is het. Uiterlijk en inner- Nx r
lijk. Hij heeft een frisheid, yy
een simpelheid, een humor,
die ronduit weldadig zijn. Zo
vaak, in het politieke gepraat
te Washington, draait men gewichtig doende in een kringetje rond. Herblock
weet cirkels te doorbreken, hij kent de remedie tegen zwaarwichtigheid: een nuchter-
scherpe tekening van de ware situatie, of (als hij meepraat) een simpel-rake op
merking, die meer zegt dan menige lange redevoering.
Ik heb Herblock gevraagd of ik een paar van zijn caricaturen mocht publiceren en
als een uitstekend voorbeeld van zijn simpele scherpte voeg ik bij dit artikel een
plaat, die te Washington veel indruk gemaakt heeft. Ik zou het zeker niet willen
uitsluiten, dat Eisenhower zelf
de critiek ter harte heeft ge
nomen. Men ziet hier de een- Tire!"
voudige burger (altijd het- - 1
zelfde mannetje in deze te- J
keningen), die op zijn jasje a - i
nog het verkiezingsspoldje „I
like Ike" draagt. Dat simpele
grimmig uitziet: „En ik zou
nog altijd graag zien, dat u ,lWï
ligt een krant met het nieuws,
dat Stevens gezwicht is voor
had men te Washington het j
gevoel, dat Eisenhower nog C\XJIin*//fb^li/ Rï Jli
zeer beducht was voor een fail/ jV—-pj- J
breuk met McCarthy en te [f
weinig leiderschap toonde bij 1/ [f Sjfff
de bestrijding van diens fa- fwi
tale invloed. Inmiddels is de 7 'fö/- ff - Hb'
president krachtiger geworden -•jraST.y yvTffT
in zijn uitspraken en heeft hij .vmmWHb
zijn morele steun aan Stevens gffik
Toch zijn mensen als Her- s
Dlock er niet gerust op, dat Ijjft
Eisenhower thans tal door- O
zetten. Nog altijd schijnt het ir
mogelijk, dat men hem zal
overhalen om te helpen bij-
leggen en verzoenen, wat
in wezen onverzoenbaar is: hysterisch nationalisme en vrijheid. Reeds in 1949 zag
Herblock scherp welke waarden in zijn land werden bedreigd. In een meesterlijk-
eenvoudige tekening gaf hij weer hoe een figuur Hysteria genaamd met een
emmer water de vlam wilde gaan blussen dia brandde in de fakkel van het vrij
heidsbeeld.. Helaas is deze prent van vijf jaar geleden nog niet verouderd.
Horizontaal: 1. bijrivier van de Drau, 3.
rivier iin Italië, 8. titel (afkorting), 9. vltug,
willig, 10. deelstaat (Javaans), 12. deel van
de mast, 13. knaagdier, 14. nationaliteifs-
teken van vliegtuigen voor Noorwegen, 15.
mondwater, 17. op die plaats, 19. atmos
feer, 20. jongensnaam, 21. Javaans adellijk
praecficaat (afkorting), 22. rivier Ln Zuid-
Italië), 24. dorp in Zuidholland, 26. voor
voegsel, 27. zijtak Dnjepr, 28. dorp in Gel
derland.
Verticaal: 1. rivier in Spanje, 2. uur, 3.
deel, 4. personificatie van de toorn (Ro
meinse mythologie), 5. water in Noord-
Brabant, 6. stad in Bulgarije aan de Zwarte
Zee, 7. schuurmiddel, 9. stuk hout, 11. spe
lonk, 14. schaapkameel, 16. gemeente in
België, 17. juffrouw, 18. rivier in Zwitserl.
en Frankrijk, 20. zuiveringszout, 21. wiel,
22. zwemwiek, 23. wolvlokje, 25. boom.
oplossingen onder de aanduiding „Oplos
sing Puzzle" uiterlijk Dinsdag 17 uur ont
vangen zijn aan een van onze kantoren ia
Haarlem: Grote Houtstraat 93 en Soenda-
plein 37, of IJmuiden: Kennemerlaan 186.
Winnaars van de vorige puzzle zijn:
1. J. G. F. Veenhuijsen, Feithlaan 18,
Driehuis-Velsen 7.50.
2. R. E. Schultz, VrecJenhoMraat 10,
Haarlem, 5.
3. Inez Kammeijer, Adriaan Pauwlaan
29, Heemstede, 2.50.
De oplossing van de vorige puzzle is:
Horizontaal: 1. Haarlem, 7. ar, 8. os, 10.
er, 12. arm, 14. el, 15. Eem, 17. dak, 18.
immer, 19. los, 21. aga, 23. eb, 24. ark, 26.
ra, 27. pa, 28. eg, 30. Nijmegen.
Verticaal: 2. Aa, 3. ara, 4. lom, 5. es, 6.
Heerlen, 9. Alkmaar, 11. re, 13. romer, 14.
Om mee te dingen naar de drie geld- e.a., 16. mis, 17. dra, 20. Ob, 22. gr., 24»
prijzen ad 7.50, 5.— en 2.50 moeten aam, 25. keg, 27. pij, 29. ge.