Wtdmnm paasei Zelfwerkzaamheid tot breder begrip van vreemde volken Eieren versieren Christus9 graf Elke Zaterdag acht paginal bij alle edities van Haarlems Dagbladj Oprechte Haarlemsche Courant Frankrijk is te duur Een sprookjestuin in Coevorden KERKELIJK LEVEN Spaanse week in Rijnlands Lyceum m „ZIEZO", zei de Paashaas, „alles is klaar. Zo gauw de zon onder is kunnen we op pad gaan." Hij keek tevreden om zich heen. In hoge bergen lagen de prachtig beschilderde en versierde eieren klaar. Je kon er wel uren naar kijken, vond hij zelf, zo mooi zagen ze er uit. Maar daar was geen tijd voor. Alles moest nog opgeladen op karretjes en kruiwagens, alle helpers van de Paashaas moesten hun bevelen nog krijgen en de lijsten met adressen, waar ze de eieren moesten brengen. De Paashaas zelf ging er ook op uit. Hij nam natuurlijk de plaatsen waar het het moeilijkst was om te verstoppen, daar was hij nu eenmaal Paashaas voor. Het ziekenhuis, het grote kinder huis midden in het bos en het circus nam hij voor zijn rekening. Een kar vol had hij bij zich toen hij tegen don ker op pad ging. Eerst maar naar het kinderhuis in het bos. Tussen hun speelgoed en boe ken onder de ruststoelen, waar ze 's middags op sliepen, en tussen de witte handdoeken in de badkamer, waar ze zich 's morgens wasten, ver stopte hij zijn eieren. Toen naar het ziekenhuis. Dat was nog veel moei lijker. Het lag midden in de stad en de kinderen mochten niet uit bed komen om hun ei te zoeken. Heel zachtjes sloop hij door de donkere zalen tussen de bedjes met zieke kinderen door. Hier in een kastje, daar onder een kus sen en ergens anders in een netje op gehangen aan de spijlen van het bed, bezorgde hij zijn eieren. En nu naar het circus. Daar was het nog moeilijker, niet omdat er te weinig, maar omdat er zoveel schuilhoekjes waren. Bovendien vond de Paashaas het wel een beetje griezelig tussen al die kooien vol wilde dieren en in de stallen, waar die ver schrikkelijk grote paarden en olifan ten stonden. Hij kreeg het er warm van. Maar ja, de eieren moesten be zorgd worden. Voor de clown was het makkelijk genoeg; de Paashaas stopte het ge kleurde ei voor hem in de zak van zijn veel te wijde broek, daar zou hij het vast wel vinden. Voor de muzikanten deed hij het in de trompet en de trom mel en in de viool. Voor de acrobaat hees hij het aan een touw tot in de nok van de grote tent. Morgen, als hij zijn kunsten vertoonde, zou hij het wel zien hangen. Voor de baas van het circus stopte hij het in een kuiltje van de piste. Als hij die morgen voor de voor stelling nakeek vond hij het wel. Voor de goochelaar ging het in de hoge hoed. Zo vond hij voor iedereen wel een plek je. Alleen de paardrijdsters en de stal knechten nu nog en dan was hij klaar. Tenminste, er zat geen één ei meer in zijn karretje. „Wat ben ik moe," zei hij toen er niets meer over was, „weet je wat ik doe? Ik blijf hier slapen. Het is hier lekker warm, er ligt in de stallen mooi schoon stro en de kleine dwerggeitjes vinden het best als ik ze een plekje vraag om een hazenslaapje te doen." Dat was ook zo hij was heel wel kom en binnen een paar minuten sliep hij en droomde hij van de blijde ge zichten van mensen en kinderen, die de volgende morgen hun Paasei zouden vinden. Hij sliep heel lang. Het was al lang dag toen hij wakker werd, omdat hij lawaai hoorde. Hij ging overeind zitten en wist eerst niet goed waar hij was. O ja, het circus! Overal hoorde hij mensen lachen en roepen, omdat ze hun ei gevonden hadden. Maar wat was er aan de hand aan de andere kant van de stal, waar de grote kooi met leeuwen stond? De clown, de baas van het circus, de paardrijdsters en de acrobaat stonden om de kooi heen, waarin de leeuwentemmer aan het zoeken was. „Voorzichtig," riepen ze. „Ik heb al overal gezocht," riep de leeuwentemmer terug, „mijn ei kan nergens anders zijn dan in de kooi." De Paashaas lachte zachtjes; hij her innerde zich heel goed dat hij in de kooi geen één ei verborgen had. Dat zou hij toch nooit durven. Dom dat die mensen daar niet aan dachten. Maar opeens lachte hij niet meer waar had hij het ei van de leeuwentemmer dan wél verstopt? Het ei herinnerde hij zich heel goed, want hij vond de leeuwentemmer een dapper man en hij had een mooi groot ei voor hem mee gebracht. Hij schoot uit zijn hoek van daan en vergat dat hij bang voor leeuwen was. „Hé, hallo," riep hij tegen de mensen om de leeuwenkooi, „ik ben de Paashaas, zoek maar niet meer. Ik heb je ei mee naar binnen gebracht, maar ik moet het onderweg in de stal of de piste verloren zijn. Helpen jullie eens zoeken." Met open monden keken ze hem aan. Dat was dus de Paashaas, die nog nooit iemand had gezien. Tijd om er over na te denken kregen ze niet, want de Paashaas commandeerde: „iedereen zoeken, jij hier, jij daar, jij in de piste, jij in de stallen en jij" hij wees op de leeuwentemmer in de kooien." Zo gebeurde het. Een uur lang zocht iedereen, maar nergens een spoor van een ei. „We geven het op," zeiden de circusmensen, „we moeten ons klaar maken voor de voorstelling. Op Pasen Eieren kan je natuurlijk gewoon met verf beschilderen, maar om ze èrg leuk te maken, heb je nog wel andere din gen nodig. Je kunt bijvoorbeeld met watten, kurk, papier, garen en zilver papier erg leuke dingen maken. Kijk maar eens naar de tekening en probeer zelf ook eens iets te bedenken. komen er nog meer kijken dan anders." De Paashaas beloofde de leeuwen temmer, die erg teleurgesteld was, dat hij zou proberen ergens nog een ei voor hem op de kop te tikken. „Je bent er nou toch," zei de baas van het circus, „blijf meteen naar de voorstelling kijken, als je wilt." De Paashaas kreeg een plaatsje vooraan, waar de mensen hem niet zien konden. Hij keek zijn ogen uit. Eerst kwamen de leeuwen, toen de acrobaten en daaxma het grappige was- beertje, dat zo mooi kon dansen. Met zijn twee wollige klauwen over elkaar op zijn buik kwam hij de piste binnen wandelen. Alle mensen en kinderen lachten. De muziek begon te spelen en het beertje ging in het midden van de ring staan. Maar inplaats van te dan sen deed hij iets heel anders. Hij trok zijn klauwen van zijn buik weg en stak ze in de hoogte. En wat hield hij daar tussen? Een Paasei, een prachtig ge kleurd ei met een strik er om. Zijn lange rose tong likte er een paar keer langs. De mensen juichten, want zoiets hadden ze nog nooit gezien. Een beer met een Paasei! Maar alle circusmen- wisten waar dat ei vandaan kwam: het beertje had het stiekem van het karre tje gepakt, toen de Paashaas langs de tralies van zijn kooi kwam. Maar hij maakte er zo'n mooi circusnummer mee, dat niemand het hem wou af nemen, ook de leeuwentemmer en de Paashaas niet. Het beertje was net zo gelukkig met zijn ei als jij en ik en iedereen dat morgen zijn en wie zou het hem niet gunnen? MIES BOUHUYS Met Pasen, met Pasen dan krijgen we een ei. Dat brengen de hazen bij jou en bij mij. Waarom juist de hazen dat werk moeten doen? Waarom geen olifanten, geen kip of kalkoen? Ik zal het je zeggen, ze lopen zo vlug. Ze leggen een ei neer en zijn zó weer terug. Ze hebben lange oren en waren die te klein dan konden ze niet horen waar of de kindren zijn. Ze hebben zachte pootjes, net wantjes van dons. Dan kunnen ze niet breken, die eieren voor ons. Ze zijn zo voorzichtig en praten zo zacht en dat is juist nodig als ze komen vannacht. En morgen met Pasen is 't werk weer voorbij. Dan slapen de hazen en jij hebt je ei. MIES BOUHUYS. ^oooooooooooooooooooooooooooooooooooooocxxjooory* mxxxwyxxx Op deze stille Zaterdag gaan de gedach ten van de Christenen terug naar de dag waarop Christus in het graf heeft gelegen, de dag vóór de opstandmg, vóór Pasen. De Engelse journalist H. V. Morton heeft in zijn mooie boek „In de voetstappen van de Meester" onder meer verteld van een bezoek, dat hij bracht aan de plek waar de traditie wil, dat zich het graf van Christus heeft bevonden. Hij heeft aan dit bezoek verschillende herinneringen bewaard en een daarvan geven wij vandaag aan u door. „De graftombe van Jezus Christus is een kleine cel, aan alle kanten met marmer afgezet, ongeveer twee meter lang en honderdtachtig centimeter breed. Men kan er slechts met twee of ten hoogste met drie mensen tegelijk binnengaan. Aan de rech terhand ziet men een afgebrokkeld stuk wit marmer, een meter hoog, dat de steen bedekt, waarop men Hem neerlegde na de kruisiging. Aan het hoofdeinde van d>e marmeren grafsteen stond een onbewegelijke Griekse monnik met een mooie zware baard. Hij was gekleed in een zwarte soutane en droeg een hoge zwarte hoed zonder rand, waar onder zijn haar uitkwam, van achter op gebonden in een ronde knot. Ik zag, dat een pelgrim geknield lag voor het graf, daarom bleef ik buiten in het kleine voorportaal wachten. Toen ik on geduldig werd, boog ik mij voorover om door de lage ingang naar binnen te turen. Ik zag, dat de man, die geknield lag, een oude, gebogen boer was, in vuile kleren gehuld en met zijn voeten gestoken in een paar grote vilten schoenen. Het was een Bulgaar, die overgekomen was met een schip voor pelgrimreizigers. Waarschijn lijk had hij zijn leven lang gespaard om dit ogenblik te kunnen beleven. Hij Lag geknield voor de marmeren steen en kuste deze onophoudelijk, terwijl er tranen over de diepe groeven van zijn gezicht liepen en op de stenen neervielen. Met zijn grote, ruwe handen, waarvan de nagels gesple ten en zwart van het werken waren, raakte hij zacht en diep eerbiedig de steen aan; daarna vouwde hij ze samen om te bidden en boog zelf diep voorover. Hij bad hardop met een bevende stem, maar ik kon onmogelijk begrijpen wat hij zei. Daarop haalde hij uit zijn zak verschil lende stukken papier en eindelijk een stuk lint te voorschijn, die hij voorzichtig tegen de grafsteen streek om ze daarna weer weg te bergen in zijn zak. Ik dacht, dat er misschien plaats zou ziin voor mij. rk boog mijn hoofd en trad de grafspelonk binnen. De Griekse monnik, de knielende boer en ik vulden heel het nauwe vertrek. Ik zou er geen enkel be zwaar tegen gehad hebben,, indien de oude man was blijven voortgaan met bidden, maar hij voelde zich misschien gestoord door mijn komst, want hij stond op, ter wijl de tranen nog van zijn gezicht vielen, en fluisterde iets tegen mij. Wij stonden nu vlak tegenover elkander, zagen elkan der in de ogen, en toen begreep ik, dat, wat ik zag, geluk, werkelijk geluk was. Dit was de droom van zijn leven geweest. Nooit tevoren had ik iemand zo innig ee- lukkig gezien. Nooit in mijn leven heb ik zo duidelijk vrede en blijdschap geschre ven zien staan op iemands gezicht. Ik had er alles voor over gehad als ik een ogen blik met hem had kunnen spreken, maar wij stonden daar in de graftombe van Christus, terwijl hij iets tegen mij fluis terde. dat ik niet verstond en ik niets an ders kon doen dan met mijn hoofd „neen" schudden. Daarna wendde hij zich van mij naar de Griekse monnik en sprak hetzelfde tot hem. Maar de monnik kon hem niet begrijpen pn schudde ook met zijn hoofd. De oude man werd zenuwachtig van spanning. Hij begon iets harder te spreken, alsof het zijn schuld was. dat men hem niet verstond. Daarna wees hij naar zijn voorhoofd en naar de lamoen die boven de tombe van Christus hingen. Toen begreep de monnik. Hij maakte een diepe buiging, liet een van d-e lamoen aan een ketting zakken, nam een stukje katoenwol, doopte het in de oli-e van de lamo en maakte daarmee het teken van het kruis op het voorhoofd van de boer. De oude man viel op zijn knieën neer en keerde zich weer naar de graftombe. Zün grote, ruwe handen, die soms beefden van eerbied en aanbidding, raakten het mar mer voorzichtig aan. alsof zij streken over het haar van een kind. Toen verdween hij uit het kaarslicht en trad de donkere kapel van de Engel bin nen, die zich naast de graftombe bevindt. „ANTIGONE", ONDER REGIE VAN ANDRé BARS ACQ. Het Rotterdams Toneel, directeur Ko Arnold i, geeft op Zaterdag 17 en Zondag 18 April de eerste voorstellingen van „An tigone" van Jean Anouilh, onder regie en in décor van André Barsacq. Het stuk wordt voorafgegaan door „Dc p Begrafenis" van Henri Monnier. 1 7 APRIL lvst mk HOE IS MEN tot deze opzet gekomen? De aanleiding is te zoeken bij de meest gedenkwaardige boterhammen die wij allen ooit gegeten hebben, het Zweedse witte brood uit de hongerwinter. In 1946 beslo ten de leerlingen van de Wassenaarse school als teken van dankbaarheid een „Zweedse week" te organiseren. Dit is de eerste geworden van een reeks jaarlijkse, geheel door de leerlingen verzorgde „lan- denweken". Het pièce de résistance wordt steeds gevormd door een tentoonstelling en daaromheen wordt een programma op gebouwd. Hierin zijn opgenomen een avond van muziek en dans en de opvoering van een toneelstuk door de leerlingen. Voorts worden inleidingen gehouden over het des betreffende land door deskundigen van buiten de school of door één der leraren, die op dit terrein door zijn studie goed thuis is. Aan het tot stand komen van zo'n week draagt het gezantschap of de ambassade van het land in kwestie vrijwel altijd daad werkelijk bij. In 1951 was de Italiaanse consul zo getroffen door het resultaat van een aan zijn land gewijde „week" dat door zijn bemiddeling tien leerlingen veertien dagen gratis in Rome konden verblijven. En een bezoek aan de tentoonstelling *van 1952 bracht een vertegenwoordigster van het Deense gezantschap op de gedachte van een landelijke „Deense weck" op grote schaal. Verleden jaar heeft de leerlingen vereniging het bedrag, dat voor de landen- week gereserveerd was, afgestaan voor de rampslachtoffers. DIT JAAR ECHTER is de traditie door een „Spaanse week" voortgezet. De bedoe ling is ook nu uitsluitend om door beter begrip een band te leggen tussen de school en het vreemde land. Drie maanden tevo ren krijgen de leerlingen gelegenheid in Het veel gebruikte woord „integratie" is keiimerkend voor ontwikkelingen die op verschillend gebied in onze tijd gaande zijn. In de eerste plaats denkt men hierbij aan de pogingen om de scheidingen tussen de menseji in politiek opzicht op te heffen. Doch ook in het onderwijs blijkt steeds meer de behoefte de isolatie ten opzichte van het leven te doorbreken en daarbij alle vermogens in te schakelen, niet enkel het verstand. Hoe dit streveii naar een zo volledig mogelijk verwerken bij de kinderen zelf leeft en in dienst gesteld kan worden van het begrip voor andere volkeren, vertelt nevenstaand artikel. te tekenen op één der zes werkgroepen: muziek, dans, litteratuur industrie, han del en verkeer toerisme kunst kunstnijverheid geschiedenis. De leiders van iedere werkgroep bestuderen hun on derwerp en bepalen naar aanleiding daar van de indeling van het lokaal, dat hun gedurende de drie dagen van de tentoon stelling wordt toegewezen. Dan worden de opdrachten aan de leden van de werkgroep uitgegeven en gaat men aan de slag. Reis- bureaux, consulaten, bockhandels, musea, importzaken worden bezocht om allerhan de gegevens, folders, boeken, foto's, pro ducten van het land te verkrijgen. Boet seer- en tekentalent is goud waard, maar zonder deze kundigheden kan men nog altijd reliëfkaarten maken van papier maché, statistieken tekenen en met repro ducties en foto's geïllustreerde overzichten samenstellen. Advies wordt ingewonnen van Spanje-kenners en van hen, die met het land zakelijke of menselijke contacten onderhouden. HET RESULTAAT is de moeite waard. Komt men-via de rijk met affiches van stadsgezichten en stierengevechten gedeco reerde entrée de school binnen, dan staat men vis-a-vis de klassieke dolende ridder van La Maneha op zijn rossinant, op mans hoogte uitgevoerd, in gaas omwikkeld, met beschilderd krantenpapier. Sinaasappel- kleurige ornamenten, waarin het Spaanse wapen verwerkt is, overkoepelen de gang j en overal staan jeugdige gidsen gereed de j bezoekers in hun afdeling rond te leiden, i (Voor twee dagen geldt een speciaal roos- j ter, waarbij alle klassen gelegenheid krij- gen de tentoonstelling te bezichtigen.) Het meest treffen uiteraard de werkstukken 5 die eigenhandig gemaakt zijn: een „produc- tiekaart" met losse zetstukken van klei. een folklore-kaart van ongeveer één meter in het vierkant, waarop popjes dansen in de klederdracht van hun streek, een imitatie van een der voorhistorische grotten van Altamira, zwierige fel kleurige tekeningen van streekdansen, een maquette van Ma-1- lorca in een aquarium. Men lacht misschien even, als bij een keurige statistiek over de invoer van citroenen en sinaasappelen deze zuidvruchten in natura geëxposeerd blij ken. Maar dan weer verbaast men zich hier enkele kostbare instrumenten uit het Haags Gemeentemuseum aan te treffen, alsmede een collectie wapens en munten uit de tachtigjarige oorlog. Want eenmaal bezeten van hun opdracht gaan de voormannen van iedere afdeling zonder enige gêne op hun doel af. Hierbij moet vermeld worden dat, voor zover de kas van de leerlingen vereniging niet toereikend is, de kosten door bijdragen van bezoekers van buiten de school worden goedgemaakt. Mocht er een déficit zijn, dan springt de school hier in bij, maar iedere duurdoenerij wordt vermeden. HET PROGRAMMA van de „week" ver meldde ditkeer onder meer twee opvoe ringen van het blijspel „De kringloop der belangen" van Jacinto Benavente, een uur muziek door de ook in Haarlem bekende guitarist Nicolo Alfonso en een dansavond, waaraan ook enkele der Spaanse gasten meewerkten. Door bemiddeling van een Nederlands fabrieksdirecteur waren name lijk veertien kinderen uit Barcelona over gekomen. Toen een meisje met onnavolg baar temperament ..El V'fo" danste, was Een pluim van rook en het schuim van de branding markeren de weg door het motorjacht der marine genomen, dat voortijlt onder de Nederlandse kust. Rustig boven de woelende baren twee matrozen in hoogst prozaïsche overalls.... het „olé"-geroep van een enthousiaste schare niet van de lucht! De buitenlanders, die natuurlijk te gast zijn bij Wassenaarse leerlingen, krijgen in de Paasvacantie nog verscheidene excursies aangeboden onder leiding van een leraar. IN EEN DER GANGEN van de school hangt gedurende de tentoonstelling een „collectieve" kaart, geschilderd door een dertigtal leerlingen die ieder een vierkantje van het geheel hebben verzorgd en er een fabriek, een danseres of een fles wijn op hebben afgebeeld. Zo stelt men zich voor dat een toekomstig Europa er uit zal zijn, waarin ieder land zijn eigen terrein be werkt en het resultaat dienstbaar maakt aan het geheel. Voor kinderen, die zich op deze wijze met vreemde landen bezig hou den, zal het begrip Europa in ieder geval een diepere inhoud krijgen. Niets is zo dodend als leuzen en niets is levenwek- kender dan positief scheppend bezig zijn, al is het in nog zo bescheiden vorm. De kinderen verrijken zichzelf en dragen iets bij tot het interesse voor andere volken waaraan wij, levend in een wereld met „21/2 milliard buren" zo dringend behoefte hebben. SAS BUNGE. (Van onze correspondent in Parijs) De kwestie der hoge prijzen in Frankrijk is thans weer aan de orde van de dag, nu de regering ver over tijd eindelijk de cijfers vast heeft moeten stellen van de producten, die onder dwang van de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking (O.E.E.S.) geliberaliseerd zullen moeten worden. Hoe duur Frankrijk nog altijd produceert, is onlangs weer gebleken, toen de regering van Pakistan internationale ondernemin gen prijsopgave verzocht voor de bouw van een aantal electrische centrales in dait land. Alle Franse inschrijvers kregen te- richt dat ze veel te duur waren. De Fran sen hadden voor 111 millioen ingetekend, hetgeen bijna het dubbele bleek te zijn van de Britse en het drievoudige van de Ame rikaanse inschrijvingen. Vrijdag heeft de Franse regering mede gedeeld dat zij het percentage der libera lisatie van de Franse handel met onmid dellijke ingang zou verhogen van 18V& tot 53. Voorts deed de regering de toezegging het percentage vóór 1 November a.s. te verhogen met 12 tot 65. Van 26 Juli tot 15 Augustus zal in het door eeuwenoude wallen en grachten om ringde Van Heutzpark te Coevorden de sprookjestuin worden ingericht, die in de afgelopen jaren op het landgoed Clingen- doal te Wassenaar was te bewonderen. Deze sprookjestuin, die de naam „Roman tica" kreeg, is een geestesproduct van de heer K. J. de Winter té Rotterdam, die de tuin ontwierp op verzoek van een gloei lampenfabriek. Volgens het comité „Coe vorden Centrum" zullen de sprookjes, die zullen worden opgevoerd door leerlingen der middelbare scholen, veel bezoekers, vooral uit Overijsel en Drente, trekken. De voorstellingen zullen muzikaal wor den omlijst door onder meer een aantal Duitse koren en harmoniegezelschappen. Opgevoerd zullen worden: Hans en Grietje, Doornroosje, Tafeltje dek je, Klein Duimpje, De nieuwe kleren van de keizer, Sneeuwwitje en de Rattenvanger van Ha- meln. DE LANDEN WEEK, die dit jaar voor de zevende keer aan 't Rijnlands Lyceum te Wassenaar gehouden is, biedt een animerend voorbeeld van wat er door leerlingen van een middelbare school met zelfwerkzaamheid bereikt kan worden. De organisatie van een tentoonstelling, die op een bepaald land in Europa betrek king beeft, houdt gedurende enkele maanden een groot deel van de schoolbevol king in de vrije tijd bezig. Aan zulk een opgave werken de kinderen met plezier, omdat bet „echt" is, omdat bet niet gaat om het veroveren van abstracties (en daartoe behoren ook woordjes en jaartallen, voor wie niet voldoende besef heeft waarom hij dat eigenlijk leert) maar 0111 het herscheppen van een stuk wer kelijkheid.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 13