CHIEF
WHIP
Uitgaan in Haarlem
IN DE WERELDPOLITIEK
Logeergasten en medesoldaten
Arts uit Berkel staat terecht
Agenda voor
Haarlem
Zaak-Naundorff dient
opnieuw in Parijs
Een Eeuw Geleden
Verdacht van moord
op zijn vrouw
Koninklijk mysterie met lang leven
Als U eens echt wilt
genieten, dan
rHoe is het ontstaan?^
3
de beste sigaret
voor
Uw gezondheid i
Dit woord: MINUUT
V
Uit de Opregte Haarlemsche
Courant van 6 Mei 1854
VRIJDAG 7 MEI 1954
De Haagse rechtbank is gisteren, zoals in
een deel van onze vorige oplaag is bericht,
begonnen met de behandeling van de zaak
tegen de arts J. O. uit Berkel, die ervan
verdacht wordt zijn 28-jarige echtgenote
door middel van vergif van het leven te
hebben beroofd. De vrouw is op 24 Sep
tember 1952 overleden; op 27 September
werd de arts gearresteerd, nadat familie
leden van mevrouw O. enige voor de arts
bezwarende verklaringen bij de politie
hadden afgelegd, onder meer over relaties,
die hij met een 19-jarige dienstbode zou
hebben aangeknoopt.
De arts heeft steeds ontkend schuldig te
zijn aan de dood van zijn vrouw. Tijdens
het vooronderzoek zijn op hem enige brief
jes gevonden, waaruit geconcludeerd zou
kunnen worden dat mevrouw O. zelfmoord
had gepleegd. Deze briefjes hebben onlangs
geleid tot de aanhouding van een der ver
dedigers van de arts, mr. M. Huygens, die
er door de officier van justitie van ver
dacht werd een broer van de arts tot het
plegen van valsheid in geschrifte (het
schrijven van deze briefjes) te hebben aan
gezet. Mr. H. heeft hiervoor enige tijd in
voorarrest gezeten. Tot dusverre is tegen
hem noch tegen de broer van de arts, die
zich nog in verzekerde bewaring bevindt,
een strafprocedure begonnen.
In de zaak tegen de arts heeft de offi
cier van justitie 25 getuigen gedagvaard,
waarbij 7 deskundigen. De verdedigers, mr.
M. Huygens en mr. P. van 't Hoff Stolk,
hebben 2(1 getuigen opgeroenen.
Op de eerste dag van de behandeling van
de zaak zijn zeven getuigen a charge ge
hoord. De belangrijkste was de moeder van
wijlen mevrouw O., die ruim twee uren
werd ondervraagd over hetgeen er op de
dag dat haar dochter is overleden, ten
huize van haar schoonzoon is gebeurd.
Zij verklaarde op 22 September door de
verdachte te zijn opgebold met het verzoek
over te komen, aangezien haar dochter vrij
ernstig ziek was. Zij was toen de volgende
dag naar Berkel gegaan en had haar doch
ter vrij goed aangetroffen. Om vier uur
's middags had de verdachte zijn vrouw
een poeder gegeven. Hij zei dit te doen
op voorschrift van dokter Ten Berge uit
Rotterdam, die haar behandelde. Na het
eten had men een spelletje gedaan. De
dochter was in de beste stemming. Om
acht uur 's avonds gaf de verdachte zijn
echtgenote weer een poedei', die hij in de
keuken had klaar gemaakt. Zijn vrouw
riep na het innemen uit: „Bab, wat vies,
wat zoet! Je weet dat ik niet van zoet
houd!" Korte tijd later verloor zij het be
wustzijn. De verdachte heeft zijn vrouw
na 20 minuten een injectie gegeven. Ge
tuige zei erop aangedrongen te hebben, dat
een andere medicus zou worden gehaald.
De verdachte antwoordde dat zulks toch
niet meer zou baten. Twee uur na het
innemen van de laatste poeder overleed de
vrouw.
De getuige zei, dat haar schoonzoon de
volgende dag langdurig in de apotheek
bezig is geweest en daarna omstandig zijn
handen heeft gewassen. De verdachte be
twistte deze verklaring van zijn schoon-
moëder.
Daarna ondervroeg de president de thans
24-jarige dienstbode mejuffrouw J. J. van
Y„ die van 23 Juni tot eind October 1952
bij het doktersgezin in betrekking is ge
weest. Ook zij is getuige geweest van het
overlijden van mevrouw O. Zij was niet
in staat van alles wat zij heeft meegemaakt
een relaas te geven. Met een eindeloos ge
duld ging de president punt voor punt de
verklaringen na, welke de dienstbode voor
de politie en rechtercommissaris heeft af
gelegd. Zij kwam vrijwel niet verder, dan
een „ja" of „neen" op de gestelde vragen.
De rechtercommissaris, mr. Stoffels,
deelt mede, dat het ook hem moeite heeft
gekost de dienstbode aan het spreken te
krijgen.
De verdediger mr. Huygens wordt dan
in de gelegenheid gesteld de dienstbode
tot spreken te brengen.
Tot de getuige, die op een stoel zit, zegt
mr. Huygens: „Staat u eens op".
De president reageert hierop fel: „Dat
zal ik wel uitmaken, meneer Huygens,
wanneer een getuige moet gaan staan".
Als de verdediger daarna probeert met
grapjes het meisje aan het spreken te krij
gen, wordt hij hierover door de president
ernstig onderhouden: „De zaak is te ern
stig op grapjes te maken".
Tenslotte mag de getuige haar plaats in
de zaal weer innemen. Veel van belang
heeft haar verhoor niet opgeleverd.
De middagzitting werd besloten met het
voorlezen van de verklaring, van de moe
der van de verdachte voor de rechtercom
missaris.
Zij is niet als getuige gedagvaard. Zij
heeft medegedeeld, dat aanvankelijk de
verhouding tussen de echtelieden goed is
geweest, later slechter is geworden, maar
de laatste drie maanden weer aanzienlijk
was verbeterd. Zij heeft enige tijd bij haar
zoon en schoondochter ingewoond. Zij
heeft voorts verklaard, dat toen haar
schoondochter stervende was, haar zoon
heeft uitgeroepen: „o Nol, wat ga je nu
doen? Ik kan de kinderen toch niet alleen
groot brengen".
Na het voorlezen van deze verklaring
werd de zitting tot hedenochtend geschorst.
Verklaringen van de verdachte
Vanmorgen begon de rechtbank met het
VRIJDAG 7 MEI
Frans Hals: „Let's do it again", 18 jaar,
7 en 9.15 uur. City: „Vijf dagen schrik
bewind", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Zij
die van de zonde leven", 18 jaar» 7 en 9.15
uur. Rembrandt: „Roman Holiffey", alle
leeft., 7 en 9.15 uur. Lido: „Invasie", 14 jaar,
7 en 9.15 uur. Roxy: „Het monster uit ver
loren tijden". 14 jaar,. 7 en 9.15 uur. Palace:
„Julius Caesar", 14 jaar, 6.45 en 9.15 uur.
Minerva: „Moulin Rouge", 18 jaar, 8.15 uur.
ZATERDAG 8 MEI
Stadsschouwburg: „Waaier patiënce", Rot
terdams Toneel, 8 uur. Phoenixterrein: cir
cus Jos Mullens, 8 uur. Frans Hals: „Let's
do it again", 18 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur.
City: „Vijf dagen schrikbewind", 14 jaar, 2.15,
4.30, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Zij die van de
zonde leven", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Rembrandt: „Roman Holiday", alle leeft., 2,
4.15, 7 en 9.15 uur. Lido: „Invasie", 14 jaar,
2, 4.15, 7 en 9.15 uur. „Veertien bange uren",
18 jaar, 23.30 uur. Roxy: „Het monster uit
verloren tijden". 14 jaar, 2.30. 7 en 9.15 uur.
Palace: „Julius Caesar", 14 jaar, 1.45, 4.15,
6.45 en 9.15 uur. Minerva: „Moulin Rouge",
18 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur.
verhoor van de verdachte over de gebeur
tenissen op 24 September 1952. De ver
dachte had dlie middag maar zijin zeggen,
zijn vrouw een poeder ingegeven om de
eetlust op te wekken.' De president vond
dat wat vreemd', omdat O. enkele dagen
daarvoor reeds een tonicum had laten be
reiden.
Na het eten had de vrouw volgens de
verdachte een tweede poorter gevraagd. De
president merkte op, dat hij thans voor het
eerst hoorde diait de vrouw hier zelf om
gevraagd had. Bovendien vond die presi
dent het vreemd, diat een poeder om de
eetlust op te wekken na het* eten werd
gegeven.
Vóór 'de vrouw die poeder hrrnam, bad zij
bouillon gedronken, zei de verdachte. De
president vond dat eveneens zonderling,
omdat men gewoonlijk na het innemen van
een medicijn pleegt te drinken.
De verdachte wend er herhaaldelijk op
gewezen dat zijn verklaringen in strijd wa
ren met die van de getuigen en met die,
welke hij vroeger zelf had afgelegd.
De president nam het O. kwalijk, dat hij
niets had gedaan om, toen zijn vrouw na
het innemen van die tweede poeder z.o z.iek
werd, haar te laten vomeren. De verdiachte
verklaarde dat hij d&arvoor geen gelegen
heid had gekresen omdht zijn echtgenote
terstond' bewusteloos word. Maar de officier
hield' hem zijn. verklaring bij de rechiter-
commissaris voor, waarin O. beweerd had,
dat zijn vrouw pas na een kwartier be
wusteloos geraakte.
Daarna kwam aks .getuige d'e apothekers
assistente mej. G. M. voor, die bij d'e arts
had gewerkt. Zij zei dat mevrouw O. wel
eens in de apotheek kwam, maar slecht
van de toestand daar op die hoogte was. Op
20 September had de getuige een tonicum
voor mevrouw O. gemaakt, dat de dokter
yaak aan patiënten voorschreef. Later
vroeg de dokter zijn assistente wat er
eigenlijk in dit tonicum zat.
Een paar dagen later had die dokter op
dracht gegeven één gram cyaankali te be
stellen, hetgeen tot dan toe nog nooit was
voorgekomen. O. zou d'e cyaankali nodig
hebben voor een urine-onderzoek, zo had
hij aan getuige verklaard. De .getuige was
verwonderd geweest over deze opdfracht,
omdat de volgende dag de reiziger van een
pharmaeeutische fabriek zou komen.
Nadat mevrouw O. was ovenleden,
had getuige gemerkt <Mt het haakje op
het» rechterdeurtje van de ve-rgifkast
niet in het oogje zat en dat het flliesje
cyaankali open was geweest. Er was
een gaatje in de kurk geboord:. De ge
tuige had het flesje op de gewone
balans nagewogen om te zien of er iets
aan de inhoud ontbrak. Dit was echter
op de grove balans niet te constateren.
Later bleek dat de inhoud van het
flesje in vloeistof was overgegaan. De
volgende dlag had die getuige .geconsta
teerd „dat er in de apotheek gerom
meld was".
Toen op 2 October de apotheek cnitruimd
werd, had de getuige geconstateerd' diat de
vorraadfles arsenicum op een ongewone
plaats stond-
PARIJS. (AFP/Reuter). Woensdag
middag heeft de Pariise rechtbank een eer
ste zitting gewijd aan het proces Naundorff
contra de Bourbon-Parma, dat gaat over
de vraag, of de Dauphin tijdens de Franse
revolutie in de Temple gestorven is, dan
wel daaruit ontsnapt en als Naundorff
heeft voortgeleefd.
Een weduwe van een Nederlandse hor
logemaker, Charles Naundorff, heeft in
1851 voor de rechtbank te Parijs verklaard,
dat. haar echtgenoot de Dauphin (Lode-
wijk XVII) was, van wie werd verteld, dat
hij»in 1793 in een wasmand uit de temple
was gesmokkeld. Van deze Naundorff zegt
thans een Pariise circusmanager, René-
Charles de Bourbon, een rechtstreekse na
zaat te zijn. De Franse royalisten daaren
tegen beschouwen over het algemeen de
graaf van Parijs ais de ware troonpreten
dent.
Ter zitting van Woensdag voerden de
advocaten van Naundorff historische en
juridische argumenten aan om te bewijzen,
dat de Dauphin uit de Temple is ohtsnapt.
Zij zeiden dat het feit dat de regering van
de eerste republiek de Dauphin niet aan
Spanje heeft willen uitleveren, hierdoor
t.e verklaren is, dat de Dauphin zich niet
meer in de gevangenis van de Temple be
vond. De acte van overlijden, welke op 12
Juni 1795 werd opgesteld, zou een ander
kind betroffen hebben.
Bij 'het huidige geding zal de beroeps
instantie te Parijs een uitspraak moeten
doen naar aanleiding van een beroep, dat
de nakomelingen van de in 1945 gestorven
Delftse horlogemaker, hebben aangete
kend.
In 1851 werd de eis van de nakomelin
gen van Naundorff. diens gerechtelijke er
kenning als zoon van Lodewijk XVI en
Marie-Antoinette van Oostenrijk, door de
eerste kamer van de rechtbank van de
Seine afgewezen. Dit proces was gevoerd
uit naam van de dochter van Lodewijk
XVI, Marie-Thérèse Charlotte van Frank
rijk, weduwe van de hertog van Angou-
lème, De aangevallen partij was bij dit
geding niet aanwezig.
De afstammelingen van Naundorff, steu
nend op een uitspraak van de rechtbank
van Maastricht, waarbij het hun vergund
was zich De Bourbon te noemen, berustten
echter niet. In 1874 werd de uitspraak van
1851 door de beroepsinstantie te Parijs be
krachtigd. Maar' daar een der eisers, die
in 1851 minderjarig was, geen partij was
geweest, bleef de mogelijkheid tot nadere
behandeling der zaak open. Door hernieu
wing van het beroep, telkens om de drie
jaar, werd verjaring voorkomen. Vandaar
dat de familie Naundorff-Bourbon de zaak
thans nog kan laten dienen.
Voor de familie De Bourbon-Parma
treedt ook op de advocaat Maurice Garcon,
van wiens lïand het' boek „Louis XVII ou.
la fausse énig-me" is verschenen.
Woensdag aanstaande wordt het pieidooi
voortgezet.
ADVERTENTIE
Het Latijnse werkwoord minuere be
tekent: klein maken, kloven, splijten.
Het deelwoord minutus is dus: klein,
nietig, onbeduidend. De vrouwelijke
vorm, minuta, is via het Frans in het
Nederlands gekomen, ter aanduiding
van een klein onderdeel, hetzij van een
uur, hetzij van een graad of een cirkel
boog. Afwijkend lijkt het gebruik van
het woord minuut voor: de oorspronke
lijke notariële akte, in tegenstelling tot
de grosse, het afschrift. Toch is het
precies hetzelfde woord. Het oorspron
kelijke stuk werd namelijk in klein lo
pend schrift (seriptura minuta) ge
schreven. Vroeger werd minuut ook ge
bruikt voor: kleinigheid in het algemeen.
Hooft zegt ergens in zijn brieven, dat
de kosten van enige minuten als het
snoeien van bomen jaarlijks tot een
aanzienlijk bedrag opklimmen. In deze
betekenis is het woord thans geheel on
bekend.
TONEEL EN DANS
Zaterdag 8 Mei, Phoenix-terrein, 20 uur:
Bégin der voorstellingen van het drie-
manège-circus Jos. Mullens, met meer dan
vijftig attracties, waaronder vele paarden-
nummers. Tot 13 Mei. Zondag en Woensdag
matinée.
Zaterdag 8 Mei, Stadsschouwburg, 20 uur:
Volksvoorstelling van „De Waaierpa
tience" van Henri Troyat door het Rotter
damse Toneel under regie van Frits van
Dijk, met Magda Janssens, Charlotte
Kohier, Ben Aerden en anderen.
Zondag 9 Mei, Stadsschouwburg, 20 uur:
Het Rotterdams Toneel met ..Antigone"
van Jean Anouilh. geregisseerd door André
Barsacq, met Andrea Domburg, Ko van
Dijk. Ko Arnoldi. Jo'nan Fiolet en vele
anderen. Vooraf: „De Begrafenis" van
Henri Monnier.
Maandag 10 Mei, Stadsschouwbrug. 20 uur:
De Toneelvereniging geeft onder regie
van A. Defresne een voorstelling voor hou
ders van een zogenaamd personeelsabon-
nement. Opgevoerd wordt het spel „Wat is
de waarheid?" van Luigi Pirandello.
Dinsdag 11 Mei, Stadsschouwburg, 20 uur:
Wederom geeft De Toneelvereniging een
abonnementsvoorstelling, van „Wat rs de
■waarheid?" van Pirandello, met onder
anderen: Ferd. Sterneberg. Ben Groenier,
Gerard Schild en Marie Hamel.
Dinsdag 11 Mei, Minerva Theafer, 20.15 uur:
K.R.O.-televisie-programma met de revue
„Tijd voor jolijt" met onder anderen Ge-
rad Walden en Berry Kievits en het orkest
Johnny Ombach. Talrijke medewerkenden.
Donderdag 13 Mei, Grote Kerk, 15 uur:
Orgelbespeling door George Robert, -1 die
onder meer „Pièces d' orgue sur les
Psaumes huguenots" van Gagnebin ten
gehore brengt. Verder werken van Swee-
linck. Byrd, Bach, Cabanilles en Pachelbel.
Donderdag 13 Mei, Nieuwe Kerk, 20 uur:
Concert door Zürich-Centraal-Muziekkorps
van hel Leger des Heils uit Zwitserland
onder leiding van kapelmeester G. Zürrer.
Donderdag 13 Mei, Minerva Theater, 20.15
uur: Poppentheater van Marja van Bergen
en Henk Zoutendijk geeft een voorstelling
van „Peer Gynt" naar het gelijknamige
stuk van Ibsen onder auspiciën van het
Bijzonder Kerkewerk van de Hervormde
Gemeente.
MUZIEK
Vrijdag 7 Mei, Concertgebouw. 20 uur:
Concert door het symphonieorkest Haer-
lem met medewerking van de Christelijke
Oratoriumvereniging. Uitgevoerd, worden
onder meer de Koorfantasie van Beetho
ven (met zes vocale solisten), het Hnbo-
concert in C van Cimarosa (met Arie
Butter) en het Eerste Pianoconcert van
Beethoven (met de dirigent Hans Bik als
solist).
Vrijdag 7 Mei, Grote Kerk, 20.30 uur: Gratis
De herinnering aan de hartverwarmende, momenten der bevrijdingsdagen
van 1945 is de laatste tijd op verschillende manieren versterkt hij hen, die
op een of andere wijze deze bevrijding van de Duitse overheersing als een
hoogtepunt in hun leven hebben begroet. En dat was zonder twijfel het
^eval bij de overgrote meerderheid van het Nederlandse volk. In de eerste
plaats werden de gedachten teruggeroepen naar het bevrijdingsmoment
door de jaarlijkse viering van de vijfde Mei, waaraan echter een bewogen
discussie is voorafgegaan tengevolge van de pogingen, deze viering zo niet
af te schaffen, dan toch zoveel mogelijk te beperken. In de tweede plaats
richtte de invasie van Duitse vacantiegangers de aandacht als vanzelf op de
gebeurtenissen van 1940 tot 1945, toen onze Oosterburen hun historische
misdaad pleegden tegen West-Europese volken een misdaad die ook in
Nederland gevoelige en ongeneeslijk lijkende wonden achterliet.
De afgelopen weken hebben bewezen,
dat tien jaren niet voldoende zijn geweest
om de Duitsers opnieuw volledig accepta
bel voor de Nederlanders te maken. Som
migen zijn geneigd deze zaak louter als
een tijd'skwestie te zien en menen dat er
slechts er.kele generaties méér nodig zul
len zijn om de Duitsers in Nederlandse
ogen weer ongediiscrimineerd op één rij te
doen staan met andere vreemdelingen. Er
is een groep Nederlanders, die zeer bezorgd
is voor de bevordering wan het materiële
heil van ons land en in die bezorgdheid
heenstapt over eventuele psychologische
bezwaren, Zij zijn het, die vol goede bedoe
lingen naar Duitsland togen om reclame
voor hun land als va cautie-oord te maken
en op die wijze de kwasié veroorzaakten,
waarover een andere groep Nederlanders
verontwaardigd is geworden zo veront
waardigd dat zij de sprekende afwijzing
toejuichten, die in sommige plaatsen in
forse druk werd aangeplakt: Deutsche nicht
erwünscht.
Het is nu eenmaal een bekende vader
landse karaktertrek, waarover men in het
buitenland wel eens laatdunkend spreekt,
dat sommige Nederlanders ideologische
overwegingen gemakkelijk achter kunnen
stellen bij commerciële. Dat is in de oor
logsjaren sterk gebleken en dat blijkt ook
nu weer. Er zijn dubbelhartige lieden, die
zich plezierig ergeren aan Duitse vacantie
gangers en hen tegelijk graag zien komen
voor het geldelijk voordeel. Men moet zich
niet op h u n standipunt op hun para
doxaal standpunt! stellen, wanneer men
deze kwestie zuiver en objectief wil beoor
delen en analyseren.
Vergissing
De vengevingsgezinden, die edelmoedig
willen zwijgen over het hun aangedane
leed en in een streven tot verzoening zelf
medewerken aan het zoveel mogelijk naar
hier leiden van Duitsers, zijn heel wat
sympathieker. Het is echter de vraag of zij
verstandig deden. Want iin ieder geval
hebben zij en allen d'ie om welke reden
ook losgebarsten zijn in propaganda-activi
teit ter bevordering van het Duitse bezoek
aan Nederland de openbare mening hier
slecht gepeild en hun tijd onoordeelkundig
gekozen. Zij zijn te lichtvaardig heengegaan
over de vraag of tien jaren genoeg waren
om wreed-behandelde slachtoffers in
vrienden of zelfs neutrale toeschouwers te
doen verkeren.
Overigens is deze vergissing wel te ver
klaren. Zij werd naar onze mening ten
zeerste bevorderd door de gebeurtenissen
op het politieke terrein der Duits-Neder
landse verhoudingen. De vlotte aanvaar
ding van de Europese Verdedigingsgemeen
schap bijvoorbeeld door onze regering, een
defens'iegemeensehap waarin wordt uitge
gaan van de volkomen afwezigheid van een
Duits gevaar of van de mogelijkheid tot
herleving daarvan, gaf veilen de illusie dat
alle achterdocht en reserve ten aanzien
van Duitsland volkomen ongemotiveerd
was.
Men moet daarbij niet uil het oog ver
liezen, dat de E.V.G. haar ontstaan vond
in het West-Eurooese verlangen om dit
Duitse gevaar te liquideren door het in te
kapselen in een federatieve gemeenschap,
waarbij de historische inter-Europese veten
en geschillen in de federatieve parlements-
en regeringsverbanden kon worden opge
lost. Als zodanig was de E.V.G. dus èe#
poging om iedere bedreiging van Duitse
zijde uit te sluiten en tegelijk in Europese
samenhang profijt t.e trekken van het Duit
se potentieel. Bij een dergelijke inter-
Eurooese samenwerking zou het inderdaad
conditie zijn, vroegere wrijfpunten 'te ver
geten en een zo groot mogelijke \-riend-
schappeliike coördinatie tussen de Duitsers
en de andere West-Europese volken te be
werkstelligen.
Paradox
Een wrange conclusie is thans, dat het
ook voor deze E.V.G. blijkbaar nog te vroeg
is, ofschoon zij door het Nederlandse volk
is goedgekeurd bij monde van haar parle
mentaire vertegenwoordigers.-Waar zit nu
die verklaring vam deze, tegenstrijdigheid?
Men zou kunnen veronderstellen, dat het
inkapselende effect van de E.V.G. wat be
treft het Duitse gevaar de grootste aantrek
kelijkheid heeft gevormd en dat men daar
bij over de bezwaren is heengestapt. Dit
zou afdoende zijn, ware het niet dat de
E.V.G. langzamerhand, tengevolge van de
langdurige politieke verwikkelingen rond
om het ontstaan ervan, onttrokken is aan
de federatieve structuur en geworden is tot
een militaire samenwerking, waarbij van
inkapselen al heel weinig sprake meer is.
De goedgekeurde E.V.G. is dus niet meer
datgene, wat in eerste instantie een garan
tie tegen mogelijke Duitse willekeur leek
te worden. De E.V.G. die het Nederlandse
parlement heeft aanvaard, is een militair
verbond, op tamelijk losse schroeven, dat
Duitsland het recht op herbewapening ver
schaft en wel met het. oog op een eventuele
Russische aggressie. Een element van ver
dediging voor de aangesloten landen tegen
aggressie van andere kant houdt zij niet in.
De Nederlandse defensie, afgestemd op de
E.V.G., zal in geen enkel opzicht berekend
zijn op afweer van een eventuele bedrei
ging van Duitse zijde, integendeel, deze
defensie steunt op de veronderstelling dat
de Duitsers voor altijd aan onze zijde staan.
De verdediging van onze Oostelijke grens
is gebaseerd op de verdediging door de
Duitsers van hun Oostelijke grens. Met
eenvoudige woorden: Als de Duitsers zich
tegen ons keren, is onze defensie waarde
loos.
Dit alles kan voor de grote massa der
Nederlanders niet verborgen blijven. Br is
nog zoiets als een massale intuïtie, die aan
voelt dat sommige dingen anders zijn dan
zij lijken. En een begrijpelijke reactie van
deze intuïtie een reactie van hulpeloos
heid en verzet leidt heel gemakkelijk
tot de verschijnselen, dde in de afgelopen
weken de al te zeer generaliserende weer
zin tegen alles wat Duits is hebben ge
demonstreerd.
Maar ook die intuïtie is niet. onverklaar
baar.
Wij trachten, redenerend uit de situatie
waarin wij verkeren, genuanceerde en ge-
détailleerde moeilijkheden als de Duitse
kwestie uit de wereld te helpen, doch ver
geten daarbij vaak dat wij dan ten on
rechte uitgaan van de veronderstelling, d'at
die heersende situatie gebonden is aan on
veranderlijke voorwaarden en Waarden.
Die situatie is dat namelijk geenszins. Want
wat wij als onveranderlijke voorwaarden
en waarden gelieven te zien is dikwijls niet
veel meer dan een samenstel van vergis
singen en voorbarigheden dat geconti
nueerd wordt door een wonderlijk gebrek
aan oordeel en onderscheidingsvermogen,
zelfs bij mensen op hoge posten.
Zo gaat men in de politiek ook vaak uit
van zogenaamde axioma's waaraan niet
getornd schijnt te mogen worden, doch dde.
bij nadere beschouwing rusten op valse of
weinig houdbare beweringen, en vooroor
delen. Daar is bijvoorbeeld de stelling, dat
Duitse herbewapening onvoorkomelijk is
en onmisbaar voor een veilig Europa. Deze
stelling is de basis voor alles, wat de 'Wes
telijke politici de laatste jaren ten opzichte
van Duitsland hebben ondernomen. Doch
is het een basis?
Duitse herbewapening veronderstelt een
nieuwe militaire rol van Duitsland. Zij
veronderstelt tevens een nieuwe keuze van
Duitsland in het politieke spel, waarvoor
zij onmisbaar wordt geheten. Van het
standpunt der gezamenlijke over
winnaars van de tweede wereldoorlog uit
is dit een volkomen onaanvaardbare ont
wikkeling. weshalve zij ook niet als een
gezamenlijk besluit tot stand kan komen.
Wat dan? Voorlopig alleen West-Duitse
herbewapening dam, zegt het Westen. Maar
dan ook Oost-Duitse herbewapening, zegt
het Oosten. Versterking der wederzijdse
potenties dus met delen van de Duitse
prestaties met delen van een volk dat
volgens het gezamenlijke standpunt der
overwinnaars verenigd had moeten wor
den. De onmisbaarheid der Duitse herbe
wapening wordt hierdoor al heel illusoir,
omdat zij relatief Oost noch West versterkt,
en bovendien het oorlogsgevaar vergroot.
Europa verdeeld
Het ergste van dlilt alles is, dat deze gang
van zaken de eenheid van de rest van
Europa tegenhoudt. Een eenheid zonder
Duitsland ware verkieslijker dan een ver
deeldheid, waarin een stuk van Duitsland
zonder „inkapseling" de kans krijgt een
geborneerde rol te gaan spelen.
Parallel
Hier komen we op het punt, dat het
verschijnsel der beroering over do Duitse
vacantie-invasie merkwaardig veel gaat
lijken op de politieke beroering, die de
kwestie der E.V.G. en de Duitse herbewa
pening in heel West-Europa hebben ver
oorzaakt. Deze twee verschijnselen staan
niet op zichzelf. Zij komen voort uit de
zelfde massale intuïtie, die op een bepaald
moment weigert schijnbare waarheden te
accepteren, omdat zij op een of andere
wiize wordt gewaarschuwd.
Even schijnbaar ais de stelling, dat wii
na tien jaren uit eigenbelang alles hebben
vergeten wat Duitsland ons berokkende en
dus ook zonder wrevel de massa's Duitsers
zien binnentrekken, even vals is de stel
ling, dat wij West-Europeanen na tien jaar
ons volledige vertrouwen kunnen geven
aan een nieuwe Duitse Wehrmacht.
De tijd is nog niet rijp. De massa der
Duitsers heeft nog niet de kans gehad, zich
de mate van begrip en goede will aan te
meten, die nodig is om te worden be
schouwd als normale vacantiegangers en
normale leden der Europese politieke ge
meenschap.
Commercieel aangelegde lieden en op
portunistische politici hebben gemeend, dat
de West-Europese sentimenten tegen Duits
land gemakkelijk konden worden verwaar
loosd wanneer het erom ging, voordeel te
trekken uit de Duitse potentie de Duitse
potentie als vacantiegangers, als soldaten
en als politieke macht. Zij hebben zich ver
gist. Zij hebben slecht „getimed" en zijn
teleurgesteld wat heel jammer is voor
hen, voorzover zij het goed hadden bedoeld.
Zij moeten wellicht nog tien of twintig jaar
wachten en dan lopen zij nog de kans, dat
hun pupillen zelf voor de teleurstelling
zorgen. Want de geschiedenis leert, dat de
Duitse mentaliteit niet in een-twee-drie de
lessen ter harte neemt, die haar ook voor
haar eigen bestwil gegeven worden.
J.L.
orgelbespeling in de verlichte kerke op
iedere Vrijdagavond door Klaas Bolt en
iedere Zaterdagavond door George Robert.
Dinsdag 11 Mei, Grote Kerk, 20 uur: Weke
lijkse orgelbespeling door George Robert.
Het programma bevat het Concerto X van
Handel, drie koraalbewerkingen van Bfch,
het Choral III van César Franck en twee
delen uit de Franse suite van Langlais.
Dinsdag 11 Mei, Concertgebouw, 20 uur:
Tweede concert van de Beelhovencyclus
door het Noordhollands Philharmonisch
Orkest onder leiding van Toon Verhey
met medewerking van Géza Anda, piano.
Uitgevoerd worden de Tweede en Achtste
Symphonie, benevens het Eerste Piano
concert.
Donderdag 13 Mei, Concertgebouw, 20 uur:
Concert door het Koninklijk Mannenkoor
„Caecilia" onder leiding van Nico Hoo-
gerwerf met medewerking van de sopraan
Corry van Beckum en de pianist Anton de
Beer. Werken van Ravel, Moussorgsky,
Riga en Roeske.
DIVERSEN
Vrijdag 7 Mei, Stadsschouwburg, 20 uur:
Ónder regie van Ton van Otterloo speelt
de R.K. Rederijkerskamer „Alberdingk
Thijm" het blijspel „Hij, zij en Hottentot"
van William Maples in de vertaling van
Constant van Kerekhoven.
Zaterdag 8 Mei, Het Wapen van Heemstede,
20 uur: De toneelvereniging „Nut en Ge
noegen" besluit het seizoen met het vro
lijke spel ..Stoi'ing in het lunapark" van
Tom Dekker.. Herhaling op 15 Mei.
Zaterdag 8 Mei, De Leeuwerik, 20 uur: De
toneelvereniging „Heemstede West" ver
toont „De vreemde bezoeker" van Alberto
Casella in de vertaling van W. Vogt onder
regie van Frans van Emmerik. Na afloop
bal met The Jolly Jokers.
Zaterdag 8 Mei, Frans Halsmuseum, 20.30
uur: Vertoning van de door Polygoon
vervaardigde filmstrip in kleuren van de
schuttersstukken van Frans Hals, met ge
sproken commentaar door de heer H. P.
Baard. Bij voldoende belangstelling her
haling om 21.30 uur.
Zaterdag 8 Mei. Lido Theater. 23.30 uur:
Nachtvoorstelling van de film „Veertien
bange uren". Zondag 9 Mei: ..A Song to
Remember" met Paul Muni als Chopin.
Zondag 9 Mei, Rembrandt Theater, 11 uur:
Nieuw programma van films, speciaal be
stemd voor de jeugd. Tekenflims met
Micky Mouse, Donald Duck en Pluto.
Woensdag 12 Mei, Stadsschouwburg, 20 uur:
Laatste voorstellingen in dit seizoen van
de H.T.C. Opgevoerd wordt de thriller
„Wijlen Edwina Black" onder regie van
Wim Paauw. Herhaling op Donderdag.
Woensdag 12 Mei Minerva Theater, 20.15
uur: De R.K. toneelvereniging „Berken
rode" speelt „Boeven en madeliefjes"
(door het beroepstoneel gespeeld als
..Fluffy neemt de leiding") van George
Batson. onder leiding van J. H. W. Kraay.
Donderdag 13 Mei, Concertgebouw, 20 uur:
Voorlichtingsavond van liet Gewestelijk
Arbeidsbureau over emigratie naar Canada,
met vertoning van enige films. Spreker is
de heer C. I. Egberte uit Leiden.
Vrijdag 14 Mei, Stadsschouwburg, 20 uur:
De Verenigde Spelers vertonen onder regie
van Ton van Otterloo het spel „De kunst
om te leven".
TENTOONSTELLINGEN
Huis Van Looy: Expositie van werken van
leden van de vereniging van Haarlemse
beeldende kunstenaars „De Groep". Een
der zalen is gewijd aan de nagedachtenis
van de tien jaar geleden gefusilleerde
beeldhouwer Johan Limpers. Geopend tot
17 Mei van 1012.30 en van 13.30—17 uur,
des Zondags van 1417 uur.
Woonhuis Van Looy: Het voormalig woon
huis van schilder-schrijver Jacobus van
Looy is te bezichtigen op Donderdagen
van 1012 en van 1417 uur. Op Zon
dagen alleen van 1417 uur.
Teylers Museum: Tekeningen van Dirk Lan-
gendijk (1748—18051. Voorstellingen uit het
militaire leven. Het museum is dagelijks
geopend van 1117 uur, behalve op
Maandag, benevens op de eerste Zondag
van elke maand van 1317 uur.
Frans Halsmuseum: Speciaal arrangement
van de meesterwerken van F-ans Hals.
Dagelijks geopend van 1017 uur, 's Zon
dags van 1317 uur. Ook 's avonds van
20—23 uur. Tot 18 Mei.
Schotersingel 117 a: Palestina-diorama's
(Bijbelse voorstellingen). Dagelijks ge
opend van 1417 uur.
Kunsthandel Leffelaar: in de tuinzaal expo
sitie van moderne schilderkunst uit Bali.
Geopend op werkdagen, uitgezonderd
Maandagmorgen. Tot 14 Mei.
Stadhuis Haarlem: Tentoonstelling „Het
lezen van rotswand tot microfilm" ter
gelegenheid van het 75-jarig bestaan van
het Nederlands Schoolmuseum tot 8 Mei
in de raadszaal van het Prinsenhof. Ge
opend van 25 en van 1921.30 uur. op
werkdagen. Tot 15 Mei iedere Vrijdag- en
Zaterdagavond van 2022 uur openstel
ling van de met kaarsenkronen verlichte
Ridderzaal.
't Huis met de Kogel: Tentoonstelling van
boetseerwerk van Maïa Metrakos. Opening
12 Mei om 15 uur. Tot en met 26 Mei, van
10—18 uur, uitgezonderd 's Zondags.
AMSTERDAM. Het vaderland heeft
een gevoelig verlies geleden door het
plotselinge afsterven van den vice-admi-
raal Julius Constantijn Rijk. Hij overleed
in den leeftijd van 67 jaren, enkele uren
na zijne uit West-I ndië teruggekeerde
dochter van Amsterdam te hebben afge
haald.
In den jare 1799 als scheepsjongen aan
genomen, heeft hij zich voortdurend door
bekwaamheid en moed telkenmale bevor
deringen verworven, zoodat hem, na eene
togt naar America en het bewijzen van
nuttige diensten in Oost-Indië, in 1830 het
bevel is opgedragen van het grootste
schip der Nederlandsche zeemagt, de
„Zeeuw". Nadien heeft hij aan het hoofd
gestaan van het Instituut voor de Marine
te Medemblik. In 1838 is hem de betrek
king van Gouverneur-generaal van de
West-Indische bezittingen opgedragen. Bij
zijne terugkeer in 1842 is hij tot minister
van Mai-ine benoemd en heeft hij in deze
belangrijke betrekking met geringe mid
delen tot 1849 veel goeds gesticht.