Een Engelsman riep de couture in het leven Een Bolero Voor- en nadelen van zelffinanciering t* ZATERDAG 3 JULI 1954 DIT MAKEN WE ZELF Effecten- en Geldmarkt Bask but don't burn te) Haagse burgerij schonk 30.000 voor klokkenspel ROTAN-MEUBELEN Planeet Mars „dichtbij" de aarde <V oor de^V rO UIÜ Wist U dat Dat er in de Cinetone Studio's te Duivendrecht zesentwintig films voor de Ameri kaanse televisie worden gemaakt, zal u wellicht bekend zijn. Speciaal om te zien welke rol de vrouw hier speelt bij de voorbereidende werkzaamheden, ben ik er eens een kijkje gaan nemen. In bet kledingmagazijn tref ik mevrouw Logher, die het commando voert over alles wat er aan kleren in de verschillende films nodig is. Allerlei costuums hangen aan wandrekken, ceintuurs en linten bengelen aan haken en een groot aantal vakken ligt vol kleingoed. Het behoort tot haar taak er voor te zorgen, dat de spelers, die op een bepaalde dag moeten optreden, hun costuums kant en klaar vinden. Iedere dag ontvangt zij een lijst, vermeldende de scènes, welke zullen worden gespeeld, zodat ze alle maatregelen kan treffen. maar de oorzaak hiervan ligt trouwens al in zijn naam verborgen: ik wilde u al leen maar iets vertellen van de vrouw achter de (film)schermen. TINEKE RAAT verflenste slakrop weer fris wordt door een bad van een uurtje in koud water, waaraan enkele druppels ci troensap zijn toegevoegd? ....het aanbranden van rabarber kan worden voorkomen als u de rabarber eerst een klein beetje verwarmt en niet eerder sterk verwarmt dan nadat voldoende vocht uit de groente is vrij gekomen? De kleding wordt gedeeltelijk aange kocht, gedeeltelijk gehuurd en soms zelf vervaardigd. Vaak wordt er ook ge leend; zo heeft de brandweer nogal eens haar uniformen in bruikleen afgestaan. Natuurlijk passen de costuums niet altijd en daarom is het vaak nodig mou wen te verkorten en knopen te verzet ten. Soms moet er opeens of binnen een paar dagen eén geschikt kledingstuk ergens vandaan worden getoverd. Dat was het geval, toen Teddy Scholten in „Mission Danube" de rol van zangeres in een Weense nachtclub moest spelen. Haar avondjurken waren niet geschikt van kleur, bleek op het laatste ogenblik, dus moesten er nieuwe worden ge maakt. Wit doet het namelijk niet op het filmdoek, daar het contrast te groot wordt met donkere tinten. Wist u, tus sen twee haakjes, dat doktersjassen en overhemden altijd blauw moeten zijn? Wat die avondkleding nu van Teddy betreft, Dinsdag moest ze in deze gewa den spelen en de Vrijdag daarvóór wer den de stoffen gekocht. Zaterdag kon ze al passen en alles was op tijd klaar, ook al dank zij de beide assistenten van me vrouw Logher. Zijzelf heeft een drie jarige mode-opleiding gevolgd in Parijs. Soms komen ze bij de film wel eens voor rare problemen te staan. In „Mis sion A.W.O.L." moest Max Croiset in de rol van een bendeleider uit de Ame rikaanse onderwereld een bochel dra gen. Het kussentje, dat hiervoor dienst deed en aan alle hoeken van banden was voorzien, hebben ze hem met ver eende krachten op de rug gebonden. Na deze belangrijke afdeling wil ik wel eens wat zien van het werk der make-up mensen. Het blijkt echter, dat a.j de spelers al geschminkt zijn en dat de hele schoonheidsafdeling zich buiten bevindt. Ik vind ze op de plaats waar de opnamen worden gemaakt. Telkens als er een nieuwe scène wordt verfilmd, zie ik hoe zij de poederdons over het ge zicht van de spelers halen. De wang van Leo de Hai-togh is opgeluisterd met een bijzonder natuurgetrouw litteken. Hij is een boef, vertrouwt hij mij bescheiden toe. De enige Amerikaan, die in al deze films de hoofdrol vertolkt hij is ma joor bij de Amerikaanse geheime dienst treedt in allerlei vermommingen op, zodat de make-up mensen aan hem heel wat te doen hebben. Robert Alda is het type van de he-man uit de nieuwe we reld en wandelt rond met een bruin ge schminkt gezicht, een prachtige na- maaksnor en een zwarte bolhoed. Ik laat hem maar verder aan zijn lot over om ook de regisseur Arthur Drei- fuss even voor het voetlicht te halen. Hij is gekleed in een geel fluwelen buis, zijn ogen gaan schuil achter een don kere zonnebril en zijn hoofd is gedekt met een alpinopetje. Hij doet me den ken aan een vogeltjeskoopman die ik eens in Parijs heb ontmoet. In de korte tijd van zijn verblijf in Nederland heeft hij zich al. enkele uitdrukkingen eigen gemaakt. Als het publiek te hinderlijk naar zijn zin optreedt, zodat de opname dreigt te mislukken, roept hij bevelend: „Weg wezen, mevrouw!" Maar laat ik terugkeren tot de vrouw in de filmproductie en wel speciaal naar de script-girl. Deze moeilijke en veel omvattende functie wordt door me vrouw Vink vervuld. Ik tref haar met een dik boek vol paperassen in de hand en haar blik wijkt geen moment van de spelers. Ze let op ieder détail: Maakte Robert Alda met zijn linker- of rechter hand de deur dicht? Zat de sjaal van Katja Berndsen zij speelt ook mee onder of boven haar kraag? Viel dat krulletje zo juist ook op die manier over haar voorhoofd? Kwam hij of zij het eerst binnen? Ze moet letterlijk op alles letten en maakt aanhoudend no tities. In het aansluitende deel van de film, dat later wordt opgenomen, moet immers alles precies hetzelfde zijn. Het behoort ook tot haar taak de stand van de opgenomen meters film te noteren.- Dit werk eist enorm veel concentratie en een uitstekende opmerkingsgave. Typisch vrouwenwerk is ook de ar beid in de snijkamer. In deze ruimte wei'ken Lien d'Olivieyra met twee as sistenten. Zij maken van duizenden stukjes een geheel en monteren dus de film, waarbij ook de geluidsband bij het beeld wordt gevoegd. Een vrouw schijnt in het algemeen meer geduld te kunnen opbrengen dan een man. Ook bij de grote filmmaat schappijen is dit veelal vrouwenwerk. Ten slotte maak ik kennis met me vrouw McCarthy, die alle aspirant spelers en figuranten te woord staat. Op de hoofdrolspelers na zijn alle mede werkers Nederlanders en er zijn nogal eens uiteenlopende typen nodig. Belang stellenden staan bij haar geregistreerd. Een groot deel van hen bestaat uit stu denten, die zich het gemakkelijkst on verwacht beschikbaar kunnen stellen en vaak als amateur toneel hebben ge speeld. Na een dag door de Cinetone Studios te hebben rondgedwaald, ben ik ver trokken met een diep respect voor het belangrijke organisatorische werk, dat aan het maken van een film ten grond slag ligt. Ik heb nog niet gesproken over de grote technische staf, de artis- tiek-technische afdeling, die de zorg heeft voor décor en meubilair, alsmede allerlei voorwerpen, die voor een scène nodig zijn, bijvoorbeeeld het identiteits bewijs, dat een speler moet tonen, de fles cognac op tafel. Onbesproken liet ik ook het werk van de cameraman, Mevrouw Logher legt de laatste hand aan het uniform van een namaak SS-er. Hoewel wij nog nauwelijks enkele dagen werkelijk van onze zomerse kleding gebruik hebben kunnen maken, breekt zo langzamerhand de tijd weer aan, dat Parijs als mode-stad opnieuw enkele weken lang in het middelpunt van de be langstelling zal staan. Een nieuwe mode voor het seizoen dat op deze zomer volgt, komt dan voor het voetlicht. Een mode die nu reeds is gecreëerd, zij het achter de schermen en in diepe geheimzinnigheid. Hoe komt Parijs eigenlijk aan haar invloedrijke positie wat onze kleding aangaat? Dat is een geschiedenis die ons ruim een eeuw terugvoert en dan ergens bij een Engelsman begint! Een statig portret van een grijsaard met een intelligent gezicht in de hal van de Parijse modesalon Worth, die thans in de rue du Faubourg St. Honoré gevestigd is. Dat portret bracht ons op het spoor van die veelbewogen historie, waaruit Parijs tenslotte als toonaange vende couture-stad te voorschijn kwam. Deze grijsaard was het namelijk, die in zijn jonge jaren vol enthousiasme van Engeland naar de Franse hoofdstad overstak om zich daar, zij het eerst nog op heel bescheiden schaal, met het ma ken van dameskleren te gaan bezig houden. Hij legde de grondslag voor de enorme vlucht, die de Parijse couture er na enige jaren reeds nam. daar een respectabel aantal onderrok ken nu niet meer nodig was om een wijd uitstaand silhouet te verkrijgen. Parijs kreeg als couture-centrum steeds meer naam en de modehuizen rezen er nog tijdens het leven van Worth als paddestoelen uit de grond. Een nauw contact ontstond tussen de couture en de textiel-industrie, waar door ook die tak van nijverheid in Frankrijk een grote vlucht nam. Nu ontwerpt Maurice Worth, een nakome ling van de Engelsman Charles Frédé- ric, de collecties die het modehuis Worth elk halfjaar uitbrengt. Hij kan er zich op beroemen dat zijn voorvaderen in de afgelopen eeuw niet minder dan negen keizerinnen en ko ninginnen hebben gekleed. Wat voor ons echter van het meeste belang is: door het toedoen van Worth werd de eerste stap gezet op de weg naar per soonlijke en steeds variërende kleding voor de vrouw. Een initiatief waarvan wij nu nog de vruchten plukken! FLORENCE Ook practische kleding brengt Worth in onze dagen. Dit mantelpakje van dunne wollen stof is er een voorbeeld van. Perfectie in snit en distinctie in de gar neringen vormen de voornaamste ken merken van de huidige Worth-creaties. Charles Frédéric Worth was de naam van die jongeman. Waartoe zijn goede smaak, activiteit en originele ideeën tenslotte zouden leiden, heeft hij zelf destijds in het geheel niet kunnen ver moeden. De kalender wees 1850 toen Charles Frédéric, zoon van een advocaat, met slechts enkele francs op zak de grote stap waagde en naar Parijs ging om daar in een z.g. naaiwinkel te gaan wei-ken. Dat was in die tijd iets heel ongebruikelijks. Heel wat voeten had het dan ook in de aarde vóór Madame Gagelin, de eigenaresse van die winkel, er toe kon besluiten een man voor dit werk aan te nemen. Heren bemoeiden zich niet met dameskleren, maar de jonge Worth die in Londen enige tijd bij de modezaak „Swan Edgar" ge werkt had, waar overigens uitsluitend hoeden werden vervaardigd in die da gen, wist haar er toe te brengen het eens met hem te proberen. Een naaiwinkel beschikte meestal over twee tot vier standaard-modellen, al naar zijn standing. Die modellen wer den telkens door wat andere garnerin gen of het combineren van de rok van het ene model met de mouwen van het andere gevarieerd en daar bleef het bij. Van een elk seizoen wisselende mode was geen sprake. Over langere periodes bezien wijzigde de kleding onder in vloed van bepaalde omstandigheden zich min of meer toevallig, maar het be- Charles Frederic Worth wust creëren van een nieuwe lijn kwam er niet aan te pas. Op een dag maakte Charles Frédéric Worth voor een klant die met een lap stof bij Madame Gagelin kwam, een ontwerp van een japon op papier, want hij was erg handig met de tekenstift. De naaistertjes, die een mannelijke col lega al moeilijk hadden geaccepteerd, waren daar matig mee ingenomen. Voor haar was immers het werken naar zo'n geheel nieuw model maar ingewikkeld.! De cliënte dacht er echter anders over. Zij was enthousiast over het re sultaat. Dat werd doorslaggevend, want ook toen was tenslotte de klant reeds koning! Dit eerste succes deed bij Worth het plan rijpen naar een middel te zoe ken, om voortaan werkelijk zijn eigen ideeën te kunnen uitvoeren. In 1853 opende hij een eigen naaiwinkel in de Rue de la Paix. Een geheel nieuwe werkwijze voerde Worth daar in, die nu nog de grondslag vormt van de gang van zaken in de Parijse modehuizen. Elk kledingstuk werd speciaal ontwor pen door het eerst in tekening uit te werken of de stof op de figuur van de draagster te mouleren. Zo deed de crea tiviteit van de couturier haar intrede in de mode. Het was madame Worth, een charmante Franqaise, die weldra het beroep van mannequin in het leven riep. Dat plaatste het atelier Worth nog meer in het middelpunt van de belang stelling en trok zelfs in hofkringen de aandacht. Madame Worth ging namelijk de kleren die haar man maakte aan de dames tonen, terwijl zij ze persoonlijk droeg. „Dit zijn de jurken die een jonge vrouw hier in Parijs draagt. Ze zijn ont worpen door haar echtgenoot, een En gelsman" vertelde een kamenierster aan haar meesteres Prinses Pauline de Met- ternich, toen zij haar op een ochtend een album met tekeningen overhandig de. „Die Engelsman heeft uitstekende ideeën," stelde de Prinses vast. ,Laat zijn vrouw dadelijk bij mij komen." Madame Worth kwam met een collectie gewaden die zij als mannequin lanceer de. Zij bx-acht voor haar man de eerste bestelling uit hofkringen mee naar huis. Het avondtoilet dat Worth binnen een week voor haar maakte, droeg Pi-inses de Mettex-nich op een hofbal in de Tui- lerieën. Het werd een groot succes wat Keizerin Eugenie niet was ontgaan! De volgende morgen om tien uur werd de jonge mode-ontwerper x-eeds bij Hare Keizexiijke Hoogheid ontboden. Uitslui tend door Worth liet de Keizerin voox-t- aan haar kleren vex-vaax'digen en vele vooraanstaande vrouwen, zelfs tot in het buitenland, volgden op den duur dat voorbeeld. Het was bijvoorbeeld Charles Frédéric Worth, die voor Keizerin Euge nie een crinoline ontwierp. Een mode nieuwtje, dat in korte tijd op grote schaal ingang vond en de vx-ouwen in staat stelde zich luchtiger te kleden, Zoals wij U de vorige week beloof den, geven we nu het patroon voor een bolero, maat 42-44. We kunnen dit ma ken uit de resten van de stof die we van de rok overhielden. Het mooiste zit de bolero, als we hem voeren met een stof in contrasterende kleur, wat bovendien 't voordeel heeft, dat we de bolero dan aan 2 kanten kunnen dra gen, zodat we meer kunnen variëx-en. Als we alle delen getekend en geknipt hebben, dan stikken we eerst de schou dernaden en zijnaden dicht van de stof en voering. Daax-na leggen we de stof en voering met de goede kanten op el kaar en stikken de gehele buitenom trek dicht. We laten aan de onderkant een klein stukje open, waax-door we alles om kunnen keren. Dit stukje naaien we later met de hand dicht. Nu stikken we de armsgaten tegen elkaar en de bolero is gereed. In het onlangs verschenen jaarverslag van de Herstelbank, dat een interessant overzicht geeft van de industriële investe ringen gedurende het afgelopen jaar, wordt o.m. ook aandacht geschonken aan de z.g. ondernemingsbesparingen voor de vernieu wing en uitbreiding van bestaande bedrij ven. Aan deze besparingen moet grote be tekenis worden toegekend, maar als een bezwaar wordt genoemd dat aan deze besparingen een te eenzijdige bestemming wordt gegeven, omdat zij gebonden blijven aan het bedrijf, waarin ze worden gevormd. Het gaat hier dus over wat men noemt de zelffinanciering in tegenstelling met de financiering van kapitaalsuitgaven uit de opbrengst van nieuw uitgegeven kapitaal of het aangaan van leningen op de open markt. Tot voor korte tijd, toen de belastingdruk zwaarder was dan thans en de onderne mingen bovendien in hun dividenduitkering werden beperkt, was die z.g. zelffinancie ring in de meeste gevallen een harde nood zaak, omdat er op de open markt geen ri sicodragend kapitaal te krijgen was. De be loning van de risico's, welke nu eeiynaal aan de industriële investeringen zijn ver bonden was te gering om de belegger tot het kopen van aandelen te nopen. Men nam zijn toevlucht tot de obligatiemarkt, waar de vraag het aanbod voortdurend overtrof, terwijl de aandelenmarkt een kwijnend be staan leidde en van nieuwe aandelenuitgif- te nauwelijks sprake kon zijn. De bedrijven werden dus in de meeste gevallen tot zelffinanciering gedwongen. Eerst de laatste tijd is weer de mogelijk heid ontstaan om op de open markt nieuw kapitaal aan te trekken, waarvan tot dus ver echter nog slechts spaarzaam gebruik wordt gemaakt. Het nadeel van de zelffinanciering, door de Herstelbank genoemd, kan niet worden ontkend. Als de behaalde winsten groten deels in het eigen bedrijf blijven en daar voor vernieuwing en uitbreiding worden aangewend, wordt aan de besparingen de bewegelijkheid ontnomen en de doorstro ming van het kapitaal op de open markt belemmerd. Mede in verband hiermede wordt dan ook het pleit gevoerd voor de uitkering van hogere dividenden, met de opbrengst waarvan de aandeelhouders dan zelf kunnen bepalen op welke wijze deze gelden weer zullen worden belegd. Het komt ons voor dat het ook hier weer de kunst is om het juiste evenwicht te vinden. Want ontegenzeggelijk heeft de zelffi nanciering ook haar voordelen. Elke industrialisatie zal met tegenslagen gepaard gaan, zelfs die, welke wordt oxx- dernomen in rustiger tijden dan de voor afgaande jaren. En de mislukte investe ringen moet men uit nationaal-economisch standpunt als offers beschouwen, welke staan tegenover de successen, die het in dustrialisatiebeleid elders behaalt. Geldt het nu nieuw opgerichte bedrijven, dan is er wel het voordeel dat de mislukkingen aan het licht ti-eden, maar dit gaat dan doorgaans met grote verliezen voor de aan deelhouders gepaard. We hebben de voor beelden daarvan de laatste dagen gezien in Klinker-Isoliet,' Nederl.Amer. Fitting e.d. ondernemingen. Niet zelden blijkt ook dat de z.g. aanloopperiode langer duurt dan men meende te mogen verwachten en dat het bedx-ijf, ook al zijn er nog mogelijk heden voor een lonende exploitatie, moest worden stopgezet omdat het bijeengebx-ach- te kapitaal is verbruikt en xxieuw kapitaal niet is te krijgen. Worden door reeds bestaande, hecht ge fundeerde ondernemingen uit de met de oude bedx'ijfsmiddelen gevormde winsten nieuwe bedrijfsafdelingen gevormd, dan heeft men voor de experimentele periode veelal een langere adem en als het experi ment mislukt, kan het verlies doorgaans uit de winsten van de oude bedrijfsafdelin gen worden gedekt. Is dit niet mogelijk, dan kan vaak door het inhouden van de winst gedurende een of meer jaren het verlies worden ingehaald. Voor de aandeel houder betekent dit dan een tijdelijke der ving van dividend en allicht een daling van de koers der aandelen, maar de kans is dan toch groot dat het door hem geïnves teerde kapitaal intact blijft of t.z.t. terug keert. Het is overigens alleszins begrijpelijk dat ondernemingen, welke grote winsten beha len en mogelijkheden zien voor nieuwe ex pansie, de in het bedrijf behaalde winsten liever zelf gebruiken dan dat ze die via de uitkering van hoge dividenden voor andere of nieuwe, misschien wel concurrerende be drijven beschikbaar stellen. Bovendien valt er mee te rekenen dat vele ondernemingen zich er gedurende de na-oorlogse jaren rekenschap van hebben gegeven dat de behaalde winsten voor geen gering deel als schijnwinsten moesten wor den beschouwd, omdat de activa, waarmee die winsten werden behaald, aanmerkelijk in prijs waren gestegen en bij de vervan ging van oude bedrijfsmiddelen veel grote re bedragen nodig zijn dan die, welke daar voor werden betaald Nu kan men hiertegen opmerken dat in dat geval nieuw kapitaal moet worden uit gegeven, maar dan komt onmiddellijk de vraag op of van dit nieuwe kapitaal een redelijk rendement mag worden verwacht en of dan op een periode van zeer hoge di videnden niet een periode van zeer lage dividenden zal volgen. De meeste onderne mingen achten het voor hun goodwill bij aandeelhouders van belang dat er in hun dividendcurve geen al te grote schomme lingen voorkomen. Vandaar ook dat in goe de jaren niet zelden dividendreserves wor den gevormd, waaruit dan in volgende ja ren eventxieel kan worden geput. Een sprekend voorbeeld van zelffinancie ring vormen de Nederlandse scheepvaart ondernemingen, die in de na-oorlogse jaren formidabele winsten hebben gemaakt, win sten welke het kapitaal soms enige malen overtroffen. Niettemin zijn de dividenden laag gebleven en ook na opheffing van de dividendbeperking tot 8 k 10 beperkt, nxet een enkele uitzondering. Talloze milli- oenen zijn aan de reserves toegevoegd. Zo heeft bijv. de Stoomvaart Mij. „Ne derland" van haar winst over 1953 ad f 40 millioen c.a. 55 in het bedrijf gehouden en slechts 24 aan aandeelhouders en tantièmisten uitgekeerd, terwijl de fiscus 21 toucheerde. Op de balans vindt men open reserves van f IIIV2 millioen bij een kapitaal van f 49.3 millioen, terwijl op de vloot flink is afgeschreven. En de vraag komt dus op of er niet meer dan 10 aan aandeelhouders kon worden uitgekeerd. Nu geloven wij niet dat de „Nederland" door een paar procent meer dividend haar financiële positie al te zeer zou verzwak ken en gelet op de waardevermindering van het geld moet men met zijn dividend uitkering in deze tijd ook niet al te zuinig zijn. Maar aan de andere kant dient wel te worden bedacht dat niet alleen de scheeps- vrachten reeds enige tijd op hun retour zijn en voor de komende jaren met kleinere winsten moet worden rekening gehouden, maar dat vervanging van oude door nieu we schepen met zulke grote uitgaven ge paard gaat, dat de gereserveerde millioe- nen hiervoor vaak niet eens voldoende zijn. Zo is de boekwaarde van de vloot bij de „Nederland" in 1953 met niet minder dan f 50 millioen gestegen, terwijl er thans nog tenminste vier schepen op stapel staan. De verdere en noodzakelijke vernieuwing van de Nederlandse koopvaardg vloot vraagt honderden millioenen. Uit een x-ecente be rekening blijkt dat slechts 20.8 van de Nederlandse vloot jonger is dan 5 jaar, ter wijl dit percentage bijv. in Duitsland en Japan resp. 46.1 en 41.8 bedraagt en ook de Skandinavische landen een veel ho ger percentage hebben dan wij. In 1953 is ondanks de vernieuwing het percentage van de schepen, die ouder zijn dan 25 jaar in ons land van 10.17 tot 11.13 toe genomen. En volgens de prijsindex voor een vrachtschip van gemiddelde grootte, is de kostprijs thans 3.7 maal zo hoog als in 1938. Onder deze omstandigheden kan men de rederijen dan ook niet veel schuld geven als zij hun winsten zoveel mogelijk reser veren, hetgeen tenslotte ook weer aan aan deelhouders ten goede komt. En de zelffinanciering heeft zo dus ook haar goede zijde. ADVERTENTIE ARDENA SUNPRUF CREAM Geeft Uw huid een onzichtbare be- jj scherming tegen de ultra-violette stra- len van de zon. waardoor de huid mooi bruin wordt, zonder te verbranden. Wagenweg 29 Haarlem Tel. 20518 Institut de Beauté Haute Coiffure Een bedx-ag van dertigduizend gulden heeft de voorzitter van het Algemeen Haags Comité, prof. dr. G. A. van Poelje, aangeboden aan de Haagse burgemeester, mr. F. M. A. Schokking, als een geschenk van de bux-gerij ten behoeve van het klok kenspel dat eerlang in de nieuwe toren spits van de St. Jacobstoren een plaats zal krijgen. Behalve de chèque symboliseerde een model van een der toekomstige klok ken het geschenk. ADVERTENTIE VOOR HUIS EN TUIN LIGSTOELEN - TUINPARASOLS VRAAGT PRIJSCOURANT 1 HARTENSTRAAT 21 Telefoon :,31180, AMSTERDAM ADVERTENTIE Verkooplokaal NOTARISHUIS Dir. W. N. WOLTERINK Bilderdijkstraat bij de Zijlweg Haarlem Tel. (K 2500) 11928 INBOEDELVEILING 13/14 JULI 1954 Inzendingen van huisraad worden dagelijks aangenc|xw4x. Eigen afhaaldienst Sterrekundigen van achttien sterre- wachten in tien landen hebben het tot nog toe volledigste en meest gecoördineerde net van stations opgebouwd om de planeet Mars te fotografex-en wanneer deze Vrij dagavond op een afstand van ongeveer zes tig millioen km. van de aarde zal staan dichterbij dan sedert dertien jaar het ge val geweest is. Behalve sterrekundigen zullen ook weer kundigen, scheikundigen en biologen waar nemingen verrichten. Dr. Slipher van het Lowell-obseiwatorium te Flagstaff in Arizona, die een groep Ame rikaanse geleerden te Bloemfontein in Zuid-Afrika leidt, verklaai'de dat men mis schien meer gegevens zal verkrijgen over de vraag, of er op Mars leven bestaat. Sedert 11 Mei heeft zijn groep vijfduizend geslaagde foto's gemaakt, die „interessante veranderingen op het oppervlak van Mars en in zijn atmosfeer" hebben laten zien. Mars passeert in dit seizoen bijna loodrecht boven Zuid-Afrika.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 9