Een Engelsman riep
de couture in het leven
Een Bolero
Voor- en nadelen van
zelffinanciering
t*
ZATERDAG 3 JULI 1954
DIT MAKEN WE ZELF
Effecten- en
Geldmarkt
Bask
but don't burn
te)
Haagse burgerij schonk
30.000 voor klokkenspel
ROTAN-MEUBELEN
Planeet Mars „dichtbij"
de aarde
<V
oor
de^V
rO UIÜ Wist U dat
Dat er in de Cinetone Studio's te Duivendrecht zesentwintig films voor de Ameri
kaanse televisie worden gemaakt, zal u wellicht bekend zijn. Speciaal om te zien
welke rol de vrouw hier speelt bij de voorbereidende werkzaamheden, ben ik er
eens een kijkje gaan nemen. In bet kledingmagazijn tref ik mevrouw Logher, die
het commando voert over alles wat er aan kleren in de verschillende films nodig
is. Allerlei costuums hangen aan wandrekken, ceintuurs en linten bengelen aan
haken en een groot aantal vakken ligt vol kleingoed. Het behoort tot haar taak
er voor te zorgen, dat de spelers, die op een bepaalde dag moeten optreden, hun
costuums kant en klaar vinden. Iedere dag ontvangt zij een lijst, vermeldende de
scènes, welke zullen worden gespeeld, zodat ze alle maatregelen kan treffen.
maar de oorzaak hiervan ligt trouwens
al in zijn naam verborgen: ik wilde u al
leen maar iets vertellen van de vrouw
achter de (film)schermen.
TINEKE RAAT
verflenste slakrop weer fris wordt
door een bad van een uurtje in koud
water, waaraan enkele druppels ci
troensap zijn toegevoegd?
....het aanbranden van rabarber kan
worden voorkomen als u de rabarber
eerst een klein beetje verwarmt en
niet eerder sterk verwarmt dan nadat
voldoende vocht uit de groente is vrij
gekomen?
De kleding wordt gedeeltelijk aange
kocht, gedeeltelijk gehuurd en soms
zelf vervaardigd. Vaak wordt er ook ge
leend; zo heeft de brandweer nogal eens
haar uniformen in bruikleen afgestaan.
Natuurlijk passen de costuums niet
altijd en daarom is het vaak nodig mou
wen te verkorten en knopen te verzet
ten. Soms moet er opeens of binnen een
paar dagen eén geschikt kledingstuk
ergens vandaan worden getoverd. Dat
was het geval, toen Teddy Scholten in
„Mission Danube" de rol van zangeres
in een Weense nachtclub moest spelen.
Haar avondjurken waren niet geschikt
van kleur, bleek op het laatste ogenblik,
dus moesten er nieuwe worden ge
maakt. Wit doet het namelijk niet op
het filmdoek, daar het contrast te groot
wordt met donkere tinten. Wist u, tus
sen twee haakjes, dat doktersjassen en
overhemden altijd blauw moeten zijn?
Wat die avondkleding nu van Teddy
betreft, Dinsdag moest ze in deze gewa
den spelen en de Vrijdag daarvóór wer
den de stoffen gekocht. Zaterdag kon ze
al passen en alles was op tijd klaar, ook
al dank zij de beide assistenten van me
vrouw Logher. Zijzelf heeft een drie
jarige mode-opleiding gevolgd in Parijs.
Soms komen ze bij de film wel eens
voor rare problemen te staan. In „Mis
sion A.W.O.L." moest Max Croiset in
de rol van een bendeleider uit de Ame
rikaanse onderwereld een bochel dra
gen. Het kussentje, dat hiervoor dienst
deed en aan alle hoeken van banden
was voorzien, hebben ze hem met ver
eende krachten op de rug gebonden.
Na deze belangrijke afdeling wil ik
wel eens wat zien van het werk der
make-up mensen. Het blijkt echter, dat
a.j
de spelers al geschminkt zijn en dat de
hele schoonheidsafdeling zich buiten
bevindt. Ik vind ze op de plaats waar
de opnamen worden gemaakt. Telkens
als er een nieuwe scène wordt verfilmd,
zie ik hoe zij de poederdons over het ge
zicht van de spelers halen. De wang van
Leo de Hai-togh is opgeluisterd met een
bijzonder natuurgetrouw litteken. Hij is
een boef, vertrouwt hij mij bescheiden
toe.
De enige Amerikaan, die in al deze
films de hoofdrol vertolkt hij is ma
joor bij de Amerikaanse geheime dienst
treedt in allerlei vermommingen op,
zodat de make-up mensen aan hem heel
wat te doen hebben. Robert Alda is het
type van de he-man uit de nieuwe we
reld en wandelt rond met een bruin ge
schminkt gezicht, een prachtige na-
maaksnor en een zwarte bolhoed. Ik
laat hem maar verder aan zijn lot
over om ook de regisseur Arthur Drei-
fuss even voor het voetlicht te halen.
Hij is gekleed in een geel fluwelen buis,
zijn ogen gaan schuil achter een don
kere zonnebril en zijn hoofd is gedekt
met een alpinopetje. Hij doet me den
ken aan een vogeltjeskoopman die ik
eens in Parijs heb ontmoet. In de korte
tijd van zijn verblijf in Nederland heeft
hij zich al. enkele uitdrukkingen eigen
gemaakt. Als het publiek te hinderlijk
naar zijn zin optreedt, zodat de opname
dreigt te mislukken, roept hij bevelend:
„Weg wezen, mevrouw!"
Maar laat ik terugkeren tot de vrouw
in de filmproductie en wel speciaal naar
de script-girl. Deze moeilijke en veel
omvattende functie wordt door me
vrouw Vink vervuld. Ik tref haar met
een dik boek vol paperassen in de hand
en haar blik wijkt geen moment van de
spelers. Ze let op ieder détail: Maakte
Robert Alda met zijn linker- of rechter
hand de deur dicht? Zat de sjaal van
Katja Berndsen zij speelt ook mee
onder of boven haar kraag? Viel dat
krulletje zo juist ook op die manier
over haar voorhoofd? Kwam hij of zij
het eerst binnen? Ze moet letterlijk op
alles letten en maakt aanhoudend no
tities. In het aansluitende deel van de
film, dat later wordt opgenomen, moet
immers alles precies hetzelfde zijn. Het
behoort ook tot haar taak de stand van
de opgenomen meters film te noteren.-
Dit werk eist enorm veel concentratie
en een uitstekende opmerkingsgave.
Typisch vrouwenwerk is ook de ar
beid in de snijkamer. In deze ruimte
wei'ken Lien d'Olivieyra met twee as
sistenten. Zij maken van duizenden
stukjes een geheel en monteren dus de
film, waarbij ook de geluidsband bij het
beeld wordt gevoegd.
Een vrouw schijnt in het algemeen
meer geduld te kunnen opbrengen dan
een man. Ook bij de grote filmmaat
schappijen is dit veelal vrouwenwerk.
Ten slotte maak ik kennis met me
vrouw McCarthy, die alle aspirant
spelers en figuranten te woord staat. Op
de hoofdrolspelers na zijn alle mede
werkers Nederlanders en er zijn nogal
eens uiteenlopende typen nodig. Belang
stellenden staan bij haar geregistreerd.
Een groot deel van hen bestaat uit stu
denten, die zich het gemakkelijkst on
verwacht beschikbaar kunnen stellen en
vaak als amateur toneel hebben ge
speeld.
Na een dag door de Cinetone Studios
te hebben rondgedwaald, ben ik ver
trokken met een diep respect voor het
belangrijke organisatorische werk, dat
aan het maken van een film ten grond
slag ligt. Ik heb nog niet gesproken
over de grote technische staf, de artis-
tiek-technische afdeling, die de zorg
heeft voor décor en meubilair, alsmede
allerlei voorwerpen, die voor een scène
nodig zijn, bijvoorbeeeld het identiteits
bewijs, dat een speler moet tonen, de
fles cognac op tafel. Onbesproken liet
ik ook het werk van de cameraman,
Mevrouw Logher legt de laatste hand aan het uniform van een namaak SS-er.
Hoewel wij nog nauwelijks enkele dagen werkelijk van onze zomerse kleding
gebruik hebben kunnen maken, breekt zo langzamerhand de tijd weer aan, dat
Parijs als mode-stad opnieuw enkele weken lang in het middelpunt van de be
langstelling zal staan. Een nieuwe mode voor het seizoen dat op deze zomer volgt,
komt dan voor het voetlicht. Een mode die nu reeds is gecreëerd, zij het achter de
schermen en in diepe geheimzinnigheid.
Hoe komt Parijs eigenlijk aan haar
invloedrijke positie wat onze kleding
aangaat? Dat is een geschiedenis die
ons ruim een eeuw terugvoert en dan
ergens bij een Engelsman begint!
Een statig portret van een grijsaard
met een intelligent gezicht in de hal
van de Parijse modesalon Worth, die
thans in de rue du Faubourg St. Honoré
gevestigd is. Dat portret bracht ons op
het spoor van die veelbewogen historie,
waaruit Parijs tenslotte als toonaange
vende couture-stad te voorschijn kwam.
Deze grijsaard was het namelijk, die
in zijn jonge jaren vol enthousiasme van
Engeland naar de Franse hoofdstad
overstak om zich daar, zij het eerst nog
op heel bescheiden schaal, met het ma
ken van dameskleren te gaan bezig
houden. Hij legde de grondslag voor de
enorme vlucht, die de Parijse couture
er na enige jaren reeds nam.
daar een respectabel aantal onderrok
ken nu niet meer nodig was om een wijd
uitstaand silhouet te verkrijgen.
Parijs kreeg als couture-centrum
steeds meer naam en de modehuizen
rezen er nog tijdens het leven van
Worth als paddestoelen uit de grond.
Een nauw contact ontstond tussen de
couture en de textiel-industrie, waar
door ook die tak van nijverheid in
Frankrijk een grote vlucht nam. Nu
ontwerpt Maurice Worth, een nakome
ling van de Engelsman Charles Frédé-
ric, de collecties die het modehuis
Worth elk halfjaar uitbrengt.
Hij kan er zich op beroemen dat zijn
voorvaderen in de afgelopen eeuw niet
minder dan negen keizerinnen en ko
ninginnen hebben gekleed. Wat voor
ons echter van het meeste belang is:
door het toedoen van Worth werd de
eerste stap gezet op de weg naar per
soonlijke en steeds variërende kleding
voor de vrouw. Een initiatief waarvan
wij nu nog de vruchten plukken!
FLORENCE
Ook practische kleding brengt Worth in
onze dagen. Dit mantelpakje van dunne
wollen stof is er een voorbeeld van.
Perfectie in snit en distinctie in de gar
neringen vormen de voornaamste ken
merken van de huidige Worth-creaties.
Charles Frédéric Worth was de naam
van die jongeman. Waartoe zijn goede
smaak, activiteit en originele ideeën
tenslotte zouden leiden, heeft hij zelf
destijds in het geheel niet kunnen ver
moeden.
De kalender wees 1850 toen Charles
Frédéric, zoon van een advocaat, met
slechts enkele francs op zak de grote
stap waagde en naar Parijs ging om
daar in een z.g. naaiwinkel te gaan
wei-ken. Dat was in die tijd iets heel
ongebruikelijks. Heel wat voeten had
het dan ook in de aarde vóór Madame
Gagelin, de eigenaresse van die winkel,
er toe kon besluiten een man voor dit
werk aan te nemen. Heren bemoeiden
zich niet met dameskleren, maar de
jonge Worth die in Londen enige tijd
bij de modezaak „Swan Edgar" ge
werkt had, waar overigens uitsluitend
hoeden werden vervaardigd in die da
gen, wist haar er toe te brengen het
eens met hem te proberen.
Een naaiwinkel beschikte meestal
over twee tot vier standaard-modellen,
al naar zijn standing. Die modellen wer
den telkens door wat andere garnerin
gen of het combineren van de rok van
het ene model met de mouwen van het
andere gevarieerd en daar bleef het bij.
Van een elk seizoen wisselende mode
was geen sprake. Over langere periodes
bezien wijzigde de kleding onder in
vloed van bepaalde omstandigheden
zich min of meer toevallig, maar het be-
Charles Frederic Worth
wust creëren van een nieuwe lijn kwam
er niet aan te pas.
Op een dag maakte Charles Frédéric
Worth voor een klant die met een lap
stof bij Madame Gagelin kwam, een
ontwerp van een japon op papier, want
hij was erg handig met de tekenstift.
De naaistertjes, die een mannelijke col
lega al moeilijk hadden geaccepteerd,
waren daar matig mee ingenomen. Voor
haar was immers het werken naar zo'n
geheel nieuw model maar ingewikkeld.!
De cliënte dacht er echter anders
over. Zij was enthousiast over het re
sultaat. Dat werd doorslaggevend, want
ook toen was tenslotte de klant reeds
koning! Dit eerste succes deed bij Worth
het plan rijpen naar een middel te zoe
ken, om voortaan werkelijk zijn eigen
ideeën te kunnen uitvoeren. In 1853
opende hij een eigen naaiwinkel in de
Rue de la Paix. Een geheel nieuwe
werkwijze voerde Worth daar in, die
nu nog de grondslag vormt van de gang
van zaken in de Parijse modehuizen.
Elk kledingstuk werd speciaal ontwor
pen door het eerst in tekening uit te
werken of de stof op de figuur van de
draagster te mouleren. Zo deed de crea
tiviteit van de couturier haar intrede
in de mode. Het was madame Worth,
een charmante Franqaise, die weldra
het beroep van mannequin in het leven
riep. Dat plaatste het atelier Worth nog
meer in het middelpunt van de belang
stelling en trok zelfs in hofkringen de
aandacht. Madame Worth ging namelijk
de kleren die haar man maakte aan de
dames tonen, terwijl zij ze persoonlijk
droeg.
„Dit zijn de jurken die een jonge
vrouw hier in Parijs draagt. Ze zijn ont
worpen door haar echtgenoot, een En
gelsman" vertelde een kamenierster aan
haar meesteres Prinses Pauline de Met-
ternich, toen zij haar op een ochtend
een album met tekeningen overhandig
de. „Die Engelsman heeft uitstekende
ideeën," stelde de Prinses vast. ,Laat
zijn vrouw dadelijk bij mij komen."
Madame Worth kwam met een collectie
gewaden die zij als mannequin lanceer
de. Zij bx-acht voor haar man de eerste
bestelling uit hofkringen mee naar huis.
Het avondtoilet dat Worth binnen een
week voor haar maakte, droeg Pi-inses
de Mettex-nich op een hofbal in de Tui-
lerieën. Het werd een groot succes wat
Keizerin Eugenie niet was ontgaan! De
volgende morgen om tien uur werd de
jonge mode-ontwerper x-eeds bij Hare
Keizexiijke Hoogheid ontboden. Uitslui
tend door Worth liet de Keizerin voox-t-
aan haar kleren vex-vaax'digen en vele
vooraanstaande vrouwen, zelfs tot in
het buitenland, volgden op den duur dat
voorbeeld. Het was bijvoorbeeld Charles
Frédéric Worth, die voor Keizerin Euge
nie een crinoline ontwierp. Een mode
nieuwtje, dat in korte tijd op grote
schaal ingang vond en de vx-ouwen in
staat stelde zich luchtiger te kleden,
Zoals wij U de vorige week beloof
den, geven we nu het patroon voor een
bolero, maat 42-44. We kunnen dit ma
ken uit de resten van de stof die we
van de rok overhielden. Het mooiste
zit de bolero, als we hem voeren met
een stof in contrasterende kleur, wat
bovendien 't voordeel heeft, dat we de
bolero dan aan 2 kanten kunnen dra
gen, zodat we meer kunnen variëx-en.
Als we alle delen getekend en geknipt
hebben, dan stikken we eerst de schou
dernaden en zijnaden dicht van de stof
en voering. Daax-na leggen we de stof
en voering met de goede kanten op el
kaar en stikken de gehele buitenom
trek dicht. We laten aan de onderkant
een klein stukje open, waax-door we
alles om kunnen keren. Dit stukje
naaien we later met de hand dicht. Nu
stikken we de armsgaten tegen elkaar
en de bolero is gereed.
In het onlangs verschenen jaarverslag
van de Herstelbank, dat een interessant
overzicht geeft van de industriële investe
ringen gedurende het afgelopen jaar, wordt
o.m. ook aandacht geschonken aan de z.g.
ondernemingsbesparingen voor de vernieu
wing en uitbreiding van bestaande bedrij
ven. Aan deze besparingen moet grote be
tekenis worden toegekend, maar als
een bezwaar wordt genoemd dat aan deze
besparingen een te eenzijdige bestemming
wordt gegeven, omdat zij gebonden blijven
aan het bedrijf, waarin ze worden gevormd.
Het gaat hier dus over wat men noemt
de zelffinanciering in tegenstelling met de
financiering van kapitaalsuitgaven uit de
opbrengst van nieuw uitgegeven kapitaal
of het aangaan van leningen op de open
markt.
Tot voor korte tijd, toen de belastingdruk
zwaarder was dan thans en de onderne
mingen bovendien in hun dividenduitkering
werden beperkt, was die z.g. zelffinancie
ring in de meeste gevallen een harde nood
zaak, omdat er op de open markt geen ri
sicodragend kapitaal te krijgen was. De be
loning van de risico's, welke nu eeiynaal
aan de industriële investeringen zijn ver
bonden was te gering om de belegger tot
het kopen van aandelen te nopen. Men nam
zijn toevlucht tot de obligatiemarkt, waar
de vraag het aanbod voortdurend overtrof,
terwijl de aandelenmarkt een kwijnend be
staan leidde en van nieuwe aandelenuitgif-
te nauwelijks sprake kon zijn.
De bedrijven werden dus in de meeste
gevallen tot zelffinanciering gedwongen.
Eerst de laatste tijd is weer de mogelijk
heid ontstaan om op de open markt nieuw
kapitaal aan te trekken, waarvan tot dus
ver echter nog slechts spaarzaam gebruik
wordt gemaakt.
Het nadeel van de zelffinanciering, door
de Herstelbank genoemd, kan niet worden
ontkend. Als de behaalde winsten groten
deels in het eigen bedrijf blijven en daar
voor vernieuwing en uitbreiding worden
aangewend, wordt aan de besparingen de
bewegelijkheid ontnomen en de doorstro
ming van het kapitaal op de open markt
belemmerd. Mede in verband hiermede
wordt dan ook het pleit gevoerd voor de
uitkering van hogere dividenden, met de
opbrengst waarvan de aandeelhouders dan
zelf kunnen bepalen op welke wijze deze
gelden weer zullen worden belegd.
Het komt ons voor dat het ook hier weer
de kunst is om het juiste evenwicht te
vinden.
Want ontegenzeggelijk heeft de zelffi
nanciering ook haar voordelen.
Elke industrialisatie zal met tegenslagen
gepaard gaan, zelfs die, welke wordt oxx-
dernomen in rustiger tijden dan de voor
afgaande jaren. En de mislukte investe
ringen moet men uit nationaal-economisch
standpunt als offers beschouwen, welke
staan tegenover de successen, die het in
dustrialisatiebeleid elders behaalt. Geldt
het nu nieuw opgerichte bedrijven, dan is
er wel het voordeel dat de mislukkingen
aan het licht ti-eden, maar dit gaat dan
doorgaans met grote verliezen voor de aan
deelhouders gepaard. We hebben de voor
beelden daarvan de laatste dagen gezien
in Klinker-Isoliet,' Nederl.Amer. Fitting
e.d. ondernemingen. Niet zelden blijkt ook
dat de z.g. aanloopperiode langer duurt
dan men meende te mogen verwachten en
dat het bedx-ijf, ook al zijn er nog mogelijk
heden voor een lonende exploitatie, moest
worden stopgezet omdat het bijeengebx-ach-
te kapitaal is verbruikt en xxieuw kapitaal
niet is te krijgen.
Worden door reeds bestaande, hecht ge
fundeerde ondernemingen uit de met de
oude bedx'ijfsmiddelen gevormde winsten
nieuwe bedrijfsafdelingen gevormd, dan
heeft men voor de experimentele periode
veelal een langere adem en als het experi
ment mislukt, kan het verlies doorgaans
uit de winsten van de oude bedrijfsafdelin
gen worden gedekt. Is dit niet mogelijk,
dan kan vaak door het inhouden van de
winst gedurende een of meer jaren het
verlies worden ingehaald. Voor de aandeel
houder betekent dit dan een tijdelijke der
ving van dividend en allicht een daling van
de koers der aandelen, maar de kans is
dan toch groot dat het door hem geïnves
teerde kapitaal intact blijft of t.z.t. terug
keert.
Het is overigens alleszins begrijpelijk dat
ondernemingen, welke grote winsten beha
len en mogelijkheden zien voor nieuwe ex
pansie, de in het bedrijf behaalde winsten
liever zelf gebruiken dan dat ze die via de
uitkering van hoge dividenden voor andere
of nieuwe, misschien wel concurrerende be
drijven beschikbaar stellen.
Bovendien valt er mee te rekenen dat
vele ondernemingen zich er gedurende de
na-oorlogse jaren rekenschap van hebben
gegeven dat de behaalde winsten voor geen
gering deel als schijnwinsten moesten wor
den beschouwd, omdat de activa, waarmee
die winsten werden behaald, aanmerkelijk
in prijs waren gestegen en bij de vervan
ging van oude bedrijfsmiddelen veel grote
re bedragen nodig zijn dan die, welke daar
voor werden betaald
Nu kan men hiertegen opmerken dat in
dat geval nieuw kapitaal moet worden uit
gegeven, maar dan komt onmiddellijk de
vraag op of van dit nieuwe kapitaal een
redelijk rendement mag worden verwacht
en of dan op een periode van zeer hoge di
videnden niet een periode van zeer lage
dividenden zal volgen. De meeste onderne
mingen achten het voor hun goodwill bij
aandeelhouders van belang dat er in hun
dividendcurve geen al te grote schomme
lingen voorkomen. Vandaar ook dat in goe
de jaren niet zelden dividendreserves wor
den gevormd, waaruit dan in volgende ja
ren eventxieel kan worden geput.
Een sprekend voorbeeld van zelffinancie
ring vormen de Nederlandse scheepvaart
ondernemingen, die in de na-oorlogse jaren
formidabele winsten hebben gemaakt, win
sten welke het kapitaal soms enige malen
overtroffen. Niettemin zijn de dividenden
laag gebleven en ook na opheffing van de
dividendbeperking tot 8 k 10 beperkt,
nxet een enkele uitzondering. Talloze milli-
oenen zijn aan de reserves toegevoegd.
Zo heeft bijv. de Stoomvaart Mij. „Ne
derland" van haar winst over 1953 ad f 40
millioen c.a. 55 in het bedrijf gehouden
en slechts 24 aan aandeelhouders en
tantièmisten uitgekeerd, terwijl de fiscus
21 toucheerde. Op de balans vindt men
open reserves van f IIIV2 millioen bij een
kapitaal van f 49.3 millioen, terwijl op de
vloot flink is afgeschreven. En de vraag
komt dus op of er niet meer dan 10 aan
aandeelhouders kon worden uitgekeerd.
Nu geloven wij niet dat de „Nederland"
door een paar procent meer dividend haar
financiële positie al te zeer zou verzwak
ken en gelet op de waardevermindering
van het geld moet men met zijn dividend
uitkering in deze tijd ook niet al te zuinig
zijn. Maar aan de andere kant dient wel te
worden bedacht dat niet alleen de scheeps-
vrachten reeds enige tijd op hun retour zijn
en voor de komende jaren met kleinere
winsten moet worden rekening gehouden,
maar dat vervanging van oude door nieu
we schepen met zulke grote uitgaven ge
paard gaat, dat de gereserveerde millioe-
nen hiervoor vaak niet eens voldoende zijn.
Zo is de boekwaarde van de vloot bij de
„Nederland" in 1953 met niet minder dan
f 50 millioen gestegen, terwijl er thans nog
tenminste vier schepen op stapel staan. De
verdere en noodzakelijke vernieuwing van
de Nederlandse koopvaardg vloot vraagt
honderden millioenen. Uit een x-ecente be
rekening blijkt dat slechts 20.8 van de
Nederlandse vloot jonger is dan 5 jaar, ter
wijl dit percentage bijv. in Duitsland en
Japan resp. 46.1 en 41.8 bedraagt en
ook de Skandinavische landen een veel ho
ger percentage hebben dan wij. In 1953 is
ondanks de vernieuwing het percentage
van de schepen, die ouder zijn dan 25 jaar
in ons land van 10.17 tot 11.13 toe
genomen. En volgens de prijsindex voor
een vrachtschip van gemiddelde grootte, is
de kostprijs thans 3.7 maal zo hoog als in
1938.
Onder deze omstandigheden kan men de
rederijen dan ook niet veel schuld geven
als zij hun winsten zoveel mogelijk reser
veren, hetgeen tenslotte ook weer aan aan
deelhouders ten goede komt.
En de zelffinanciering heeft zo dus ook
haar goede zijde.
ADVERTENTIE
ARDENA SUNPRUF CREAM
Geeft Uw huid een onzichtbare be-
jj scherming tegen de ultra-violette stra-
len van de zon. waardoor de huid mooi
bruin wordt, zonder te verbranden.
Wagenweg 29 Haarlem
Tel. 20518
Institut de Beauté
Haute Coiffure
Een bedx-ag van dertigduizend gulden
heeft de voorzitter van het Algemeen
Haags Comité, prof. dr. G. A. van Poelje,
aangeboden aan de Haagse burgemeester,
mr. F. M. A. Schokking, als een geschenk
van de bux-gerij ten behoeve van het klok
kenspel dat eerlang in de nieuwe toren
spits van de St. Jacobstoren een plaats zal
krijgen. Behalve de chèque symboliseerde
een model van een der toekomstige klok
ken het geschenk.
ADVERTENTIE
VOOR HUIS EN TUIN
LIGSTOELEN - TUINPARASOLS
VRAAGT PRIJSCOURANT
1 HARTENSTRAAT 21
Telefoon :,31180, AMSTERDAM
ADVERTENTIE
Verkooplokaal NOTARISHUIS
Dir. W. N. WOLTERINK
Bilderdijkstraat bij de Zijlweg
Haarlem Tel. (K 2500) 11928
INBOEDELVEILING 13/14 JULI 1954
Inzendingen van huisraad worden dagelijks
aangenc|xw4x. Eigen afhaaldienst
Sterrekundigen van achttien sterre-
wachten in tien landen hebben het tot nog
toe volledigste en meest gecoördineerde net
van stations opgebouwd om de planeet
Mars te fotografex-en wanneer deze Vrij
dagavond op een afstand van ongeveer zes
tig millioen km. van de aarde zal staan
dichterbij dan sedert dertien jaar het ge
val geweest is.
Behalve sterrekundigen zullen ook weer
kundigen, scheikundigen en biologen waar
nemingen verrichten.
Dr. Slipher van het Lowell-obseiwatorium
te Flagstaff in Arizona, die een groep Ame
rikaanse geleerden te Bloemfontein in
Zuid-Afrika leidt, verklaai'de dat men mis
schien meer gegevens zal verkrijgen over
de vraag, of er op Mars leven bestaat.
Sedert 11 Mei heeft zijn groep vijfduizend
geslaagde foto's gemaakt, die „interessante
veranderingen op het oppervlak van Mars
en in zijn atmosfeer" hebben laten zien.
Mars passeert in dit seizoen bijna loodrecht
boven Zuid-Afrika.