Heemsteedse woningbouw in een slop
Uitvoering van aangekondigde plannen
laat lang op zich wachten
Heemsteedse gemeentebedrijven
maakten ruime winsten
Woningbouw in Haarlem in stijgende lijn
Woningvoorraad had
achterstand van zeven jaar
De woorden en de feiten
Over 1953 ruim f 231.000.—
De koele taal der harde cijfers
In vergelijking met andere grote steden
situatie niet onverdeeld gunstig
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Onteigening ten behoeve
van uitbreiding der
Bronsteeschool
Trieste balans
Bewoonde krotten
Fen rijksdaalder meer voor
Heemsteedse raadsleden
Vooruitzichten
Toenemende productie
De jonggehuwden
Hoge kostenhoge huren
W oningbouwverenigingen
actief
Heemstede neemt voorzorg
tegen hondsdolheid
Burgerlijke Stand
Nachtdienst apotheken
Gourantencompetitie
ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1954
Van een redacteur)
„Erkennende de moeilijkheden die zich voordoen voor de Heemsteedse woning
bouw zolang het uitbreidingsplan nog niet door Gedeputeerde Staten is goed
gekeurd, meen ik toch te moeten betwijfelen of het beleid van B. en W. die
voortvarendheid heeft betoond, die nu eenmaal door de huidige woningnood
wordt opgelegd. Immers in 1951 werd Heemstede een bouwvolume toegestaan
van ongeveer 189 woningen voor de lopende drie jaren en nu doet het toch wel
vreemd aan, dat het laatste deel van die woningen pas aan het eind van 1954
gereed zal komen, want pas nu is men begonnen met de fundering van de
laatste woningen. Het toegewezen extra bouwvolume kwam toch op een tijdstip,
dat de bouw daarvan in 1953 had kunnen beginnen".
Zo formuleerde het Heemsteedse raadslid A. J. J. Verspoor op 18 Maart van dit
jaar bij de behandeling van de begroting zijn critiek op het tempo in de Heem
steedse woningbouw.
Mocht wethouder Van Lent die critiek dan al afwijzen, de ruim vijfhonderd
woningzoekenden waarmee Heemstede dit jaar begon een stijging van tien
procent ten opzichte van het voorafgaande jaar zullen er zeker mee hebben
ingestemr. Vijfhonderd woningzoekenden die samen een 1600, misschien wel
zeventienhonderd personen omvatten, de verloofde paren nog niet eens meege
rekend, want die worden niet bij het Huisvestingsbureau ingeschreven.
volume van 101 woningen voor drie jaar
moet nog steeds de spade in de grond ge
stoken worden: alsof de praktijk niet be
wezen zou hebben dat die gemeenten die
het snelst hun kwantum realiseren, niet
loon naar werken krijgen in de vorm van
een extra toewijzing.
Niemand zal willen en kunnen ontken
nen, dat Heemstede in de laatste jaren
vooral planologische moeilijkheden had te
overwinnen en problemen op te lossen.
Maar nu in bepaalde opzichten de weg
daartoe vrij schijnt, ontbreken de ge
meentelijke plannen. Al evenmin valt te
loochenen, dat de huidige schaarste aan
arbeidskrachten funest is voor het tempo
waarin gebouwd kan worden. Maar ook
hier rijst de vraag of die omstandigheid
niet verscherpt wordt door het feit, dat
men veel te laat begonnen is. Voor de vijf
honderd Heemsteedse woningzoekenden
zal het antwoord op die vraag zoal geen
troost, dan toch een verklaring kunnen
zijn.
In Januari 1953 is de gemeente Heem
stede gaan onderhandelen met een eige
naar van een strook grond, welke nodig
is voor de noodzakelijke uitbreiding van
de Bronsteeschool.
Hoewel het na vele en moeizame be
sprekingen mogelijk leek tot een oplossing
te komen, is dezer dagen gebleken, dat op
een alleszins redelijke grondslag geen
medewerking van de eigenaar is te ver
krijgen.
De uitbreiding van de Bronsteeschool
kan evenwel niet nog langer dan reeds is
geschied, achterwege blijven, zodat B. en
W. van Heemstede zich genoodzaakt zien
de medewerking van de raad te vragen
om door middel van onteigening het ge
wenste doel te bereiken.
Het gaat om een terrein van ruim twee
honderd vierkante meter.
By Koninkiyk Besluit is met ingang van
1 September benoemd tot hoofdcommissaris
van gemeentepolitie te Groningen de heer
J. J. Haije met gelijktijdige toekenning van
eervol ontslag als commissaris van gemeente
politie te Amsterdam.
De Heemsteedse gas-, water- en electri-
eiteitsbedrüven hebben in het afgelopen
jaar een winst opgeleverd van ruim
231.000.hoewel op de begroting slechts
202.700,was geraamd. De afzonderlijke
bedrüven hebben als volgt tot dit resultaat
bijgedragen: electriciteitsbedrijf 128.730;
waterleidingbedrüf 16.840 en gasbedryf
86.200.
De omzetten zijn ten opzichte van het
voorafgaande jaar wederom aanzienlijk
gestegen. Aan electrische stroom werd om
gezet 6,25 millioen kWh, tegenover 5,7 mil-
lioen kWh in het vorige jaar, hetgeen dus
een vermeerdering betekent van ongeveer
10 procent. Het waterverbruik nam toe van
732 tot 786 duizend kubieke meter, wat
neerkomt op een toename van 7,5 procent,
terwijl de gas-aflevering steeg van 5,9 tot
6.05 millioen kubieke meter, hetgeen een
stijging is van slechts 2 procent. Deze ge-
De burgemeester van Heemstede, mr.
A. G. A. ridder van Rappard, noemde dit
dan ook in zijn Nieuwjaarsrede van dit
jaar „een toestand tot welker verbetering
en opheffing alles in het werk moet en zal
worden gesteld. Dat is ten dele mogelijk
omdat daarvoor extra bouwvolume kan
worden verkregen wanneer Heemstede het
niet laat bij onbewoonbaarverklaringen,
maar tot drastische daadwerkelijke krot
opruiming overgaat, de financiële offers
daarvoor over heeft en een saneringsplan
uitwerkt en verwerkelijkt, dat aan tien
tallen gezinnen extra woonruimte zal ver
mogen te verschaffen en weer vertrouwen
in de voor hen zo donker uitziende toe
komst. Ik moge met de meeste klem u al
len op deze mogelijkheid attenderen".
Het was in diezelfde rede dat mr. Van
Rappard heftig fulmineerde tegen het naar
zijn mening veel te geringe bouwvolume
dat aan Heemstede was toegewezen, name
lijk 101 woningen voor drie jaar.
Het viel, na deze van bewogenheid om
de noodtoestand getuigende taal te ver
wachten, dat het gemeentebestuur van
Heemstede de woningbouw krachtig zou
aanvatten en onverwijld zou beginnen met
de realisering van het toegekende bouw
volume.
Op 13 Februari schreven B. en W. aan
de raad bij de aanbieding van de begroting
voor 1954 onder meer: „Van gemeente
wege zijn plannen in voorbereiding voor
bebouwing van het terrein aan de Laan
van Insulinde en de Molenwerfslaan.
Voor verdere woningbouw gaan onze
gedachten uit naar de terreinen, reeds in
het bezit der gemeente, gelegen langs le
Glipperweg en die ten Westen van de
Herenweg, welke dus bouwrijp gemaakt
zullen moeten worden.
Wij mogen er tenslotte aan herinneren,
dat een aanvang is gemaakt met het on
bewoonbaar verklaren van daarvoor in
aanmerking komende woningen. Het ligt
in ons voornemen daarmede zo krachtig
mogelijk door te gaan". Aldus B. en W.
van Heemstede op 13 Februari 1954.
Wat zijn nu, na al deze woorden, de
feiten?
De feiten zijn, dat men thans, 21 Augus
tus 1954, nadat dus tweederde van het lo
pende jaar verstreken is, nog bezig is met
de bouw van de 36 étage- en twaalf een
gezinswoningen in de waterbouwkundigen-
buurt, waarvan het plan dateert van Mei
1953. De verwezenlijking van dat plan werd
aanvankelijk door de Wederopbouw ge
remd, omdat de bestedingsprijzen te hoog
lagen. Nadat overeenstemming was be
reikt besloot de gemeenteraad in het laatst
van September tot onderhandse aanbe
steding. Thans, elf maanden later, verrijzen
de muren van de étagewoningen schroom
vallig uit de grond, men is nog niet eens
tot de eerste verdieping genaderd.
Wij weten het: er is een schrikbarend
tekort aan geschoolde arbeidskrachten.
Maar ter vergelijking moge dienen, dat
het uit twaalf woningen bestaande flat
gebouw aan het Valkenburgerplein
koopprijs per flat achttienduizend gulden
in het midden van October werd begon
nen en nu zover voltooid is dat er reeds
vier woningen zijn bewoond. Men kan zich
niet aan de indruk onttrekken, dat in ver
gelijking met de particuliere woningbouw
de volkswoningbouw en daar moet het
leeuwendeel der vijfhonderd woningzoe
kenden het van hebben er maar bekaaid
af komt.
De plannen voor de bebouwing van De
Glip reeds in het najaar van 1953 door
wethouder Van Lent in een interview met
de Nieuwe Haarlemsche Courant aange
kondigd als een groots plan zijn er nog
steeds niet, ook al werd aanvankelijk ge
meend, dat zij in elk geval aan de raad
konden worden voorgelegd vlak na de
vaststelling van het uitbreidingsplan voor
het niet-bebouwde gedeelte van de ge
meente, hetgeen in Mei het geval was. Er
is zelfs nog geen sprake van dat de ter
reinen bouwrijp gemaakt worden. Hetzelf
de geldt voor de natuurkundigenbuurt ten
Westen van de Herenweg.
De door het College aangekondigde
krachtig voortgezette krotopruiming is tot
nu toe al evenmin gebleken. De elf krotten
aan de Molenwerfslaan, sinds twee jaar
het eigendom van de gemeente, worden op
drie na die in puin liggen nog steeds
bewoond. En van de krotten die wel on
bewoonbaar werden verklaard vier aan
de Herenweg, twee op De Glip is de
ontruimingstermijn nog onlangs verlengd.
Hoe de woningbouw in Heemstede de
laatste jaren steeds verder in een slop
raakte, wordt wel het best gedemonstreerd
met de volgende cijfers.
Tussen Mei 1945 en 1 Januari 1952 kwa
men 329 woningen gereed. Daarvan komt
een opmerkelijk groot kwantum voor in de
particuliere sector, namelijk 150. Het be
treft hier voornamelijk risicobouw van
villa's in prijsklassen van 23 tot 29 mille.
Voorts werd er nog door 53 particulieren
met rijkssteun gebouwd (voornamelijk
herbouwplichten) en tenslotte 126 wo
ningen door de gemeente, waarbij 23 du-
plexwoningen voor 46 enkele zijn ge
rekend.
In 1952 kwamen 106 nieuwe woningen
tot stand, waarvan acht woningwet
woningen, zeventien duplexwoningen, vijf
tig middenstandswoningen met gemeente
lijke storting a fonds perdu (complex Jo-
han Verhulstlaan) en nog 31 particuliere
villa's.
In 1953 tenslotte kwamen tot stand 48
middenstandswoningen op bouwkasbasis
(complex Johan Verhulstlaan) en veertig
woningwetwoningen in de Provinciën-
buurt.
Een extra bouwvolume van 46 woningen
werd onder particuliere bouwers verdeeld;
de gemeente had er geen plannen voor ge
reed.
En voor het „belachelijk geringe" bouw
In vergelijking met de overige Nederlandse steden met meer dan 100.000
inwoners blijkt in Haarlem de laatste jaren, zowel naar absolute als naar rela
tieve maatstaven gerekend, het minst gebouwd te zijn. Volgens berekeningen
van het Nederlands Economisch Instituut is dit niet alleen het geval wanneer
men de nieuwbouw in de jaren 1951 tot en met 1953 omrekent in percentages
van de woningvoorraad op 1 Januari 1951, maar ook wanneer men deze cijfers
vervolgens vergelijkt met de woningtekorten in de gemeensen met meer dan
100.000 inwoners. Uit de eerstgenoemde statistiek blijkt, dat de nieuwbouw
in procenten van de woningvoorraad in Haarlem 3,50 bedroeg tegen bijvoor
beeld 10,46 en 10,33 in Arnhem resp. Nijmegen. Slechts in Amsterdam was de
nieuwbouw met 3,41 percent lager dan in Haarlem. Het gemiddelde van de
gemeenten boven 100.000 inwoners bedroeg 5,84 percent. Wanneer men de
nieuwbouw in procenten berekent van het woningtekort staat Haarlem op de
laatste plaats met 10,3 tegenover Eindhoven met 36,6, Nijmegen met 34,
Arnhem met 26,4, Groningen met 23,6, Amsterdam met 14,2 en Utrecht met
11,4 percent, om slechts enkele steden te noemen.
is in ditzelfde tijdvak volledig in uitvoering
Overal elders is dus gedurende de laatste
vier jaren de opheffing van het woning
tekort in een sneller tempo verlopen dan in
Haarlem.
De conclusie moet dan ook zijn, dat
Haarlem op deze wijze bij de bestrijding
van het woningtekort achterop geraakt is.
En dat terwijl het woningprobleem hier
nijpender is dan elders.
Óp 1 Januari 1953 bedroeg het woning
tekort in de steden met meer dan 100.000
inwoners gemiddeld 9.6 procent van de
woningbehoefte, in Haarlem echter 11
procent.
Er moet tenslotte nog op gewezen wor
den, dat Haarlems relatieve achterstand
niet te verklaren is uit een snelle bevol
kingsaanwas in de laatste jaren. Het blijkt
namelijk, dat de bevolking van alle andere
steden tussen 1 Januari 1950 en 1 Januari
1953 sneller groeide dan de Haarlemse, al
zijn de verschillen met Groningen en
Utrecht in dit opzicht zeer gering.
De oorzaak van het relatief achterblijven
van de bouwactiviteit in Haarlem moet
worden gezocht in de grootte van het aan
Haarlem toegestane bouwvolume. Dit be
droeg in het tijdvak 1 Januari 194631
December 1953 3.077 woningen. Dit aantal
Aan het Valkenburgerplein verrees binnen het jaar een door de Haarlemse architect
H. Tuninga ontworpen flatgebouw met twaalf woningen, dat een fraaie afsluiting
van het plein tegenover de Heemsteedse Dreef vormt. Vier woningen zijn al
in gebruik genomen.
In tegenstelling tot de voor de huidige omstandigheden vlotte gang van zaken aan
het Valkenburgerplein verrijzen de 36 étagewoningen aan en bij de ir. Lelylaan,
waarvoor de plannen van Mei 1953 dateren, maar heel langzaam. Van de twaalf
eengezinswoningen is zelfs alleen nog de balklaag van de fundering gelegd, zoals
op de voorgrond van deze foto te zien valt. Niemand weet met zekerheid wanneer
dit complex, dat de woningnood iets zou kunnen verlichten, gereed zal komen.
Ingevolge een herziening van de door
Gedeputeerde Staten vastgestelde normen
voor de presentiegelden van gemeente
raadsleden hebben B. en W. de raad voor
gesteld het huidige presentiegeld van tien
gulden op twaalf gulden vijftig cent te
brengen.
„Een nauwgezette vervulling van het
raadslidmaatschap vordert toch, naast een
zich voortdurend op de hoogte stellen van
gemeentelijke aangelegenheden in het al
gemeen, een goede voorbereiding voor het
geen in uw college ter tafel wordt ge
bracht. Dit eist niet alleen tijd, maar
brengt ook kosten met zich voor aanschaf
fing van lectuur en dergelijke.
Een redelijke tegemoetkoming in de
kosten, welke uit het raadslidmaatschap
voortvloeien, achten wij alleszins gerecht
vaardigd", schrijven B. en W. in hun toe
lichting.
DOKTERSDIENSTEN
De doktersdiensten voor Zondag 22
Augustus worden te Heemstede waargeno
men door dr. A. G. Degenaar, Pieter de
Hooghstraat 11, tel. 35008 (b. g. g. 19920) en
dr. G. C. Nout, Camplaan 20, tel. 38763.
Wijkverpleging: zr. L. Dudok van Heel,
Jac. de Witstraat 9, tel. 35673 (b. g. g. 17662).
Apotheken: Apotheek Schotsman, Binnen
weg 206, tel. 38320.
genomen.
Het lage bouwvolume heeft verschillende
oorzaken. In de eerste plaats kwam de wo
ningbouw in Haarlem na de bevrijding
moeilijk op gang, waarbij de schaarste aan
bouwmaterialen onder meer een rol heeft
gespeeld. Hierdoor was de mogelijkheid
van het verkrijgen van extra-contingenten
gering.
In de tweede plaats heeft bij de verdeling
van het bouwvolume de toekomstige groei
van een gemeente steeds een belangrijker
rol gespeeld dan het actuele woningtekort.
Aldus was het mogelijk, dat de grootte van
het bouwvolume niet in overeenstemming
was met de grootte van het woningtekort,
hetgeen tot Haarlems ongunstige positie
heeft geleid.
De vooruitzichten voor de komende drie
jaren zijn echter gunstiger. Het bouw
volume voor deze periode bedraagt 1.617
woningen, hetgeen per jaar meer is dan in
enig voorafgaand jaar werd verkregen.
Bovendien is het verantwoord rekening te
houden met extra-contingenten, gezien het
grote aantal woningen dat nog niet is toe
gewezen en de veranderingen in het migra
tiebeeld die sedert het begin van 1954 in
Haarlem zijn waar te nemen.
Gedurende 1953 werden in Haarlem 516
nieuwe woningen voltooid. Hiermede be
reikte de na-oorlogse woningproductie een
nieuwe top, zoals uit het volgende overzicht
blijkt: In 1946 geen; in 1947: 6; in 1948:
276; in 1949: 282; in 1950: 501; in 1951: 503;
in 1952: 438 en in 1953: 516 woningen.
Ofschoon dus duidelük een stijgende lijn
kan worden aangewezen in de nieuwbouw-
productie ook het aantal in uitvoering
zijnde woningen op 1 Januari 1954 is hoger
dan in de voorafgaande jaren (829 wonin
gen tegenover 663 op 1 Januari 1953 en 471
op 1 Januari 1952) kan toch niet zonder
meer geconcludeerd worden, dat de bestrij
ding van het woningtekort in Haarlem een
bevredigend verloop heeft gehad, zoals uit
de vergeiyking met andere steden blijkt.
In weinig dingen manifesteert de woning
nood zich zo duidelijk als in de wijze van
huisvesting der jonggehuwden.
Ook in 1953 konden slechts zeer weini
gen onder hen aanstonds een zelfstandige
woning betrekken: van de 1.108 paren die
in Haarlem bleven wonen slechts 76 ofwel
7 procent. Reeds gehuisvest was 14 procent
(155 echtparen). Niet minder dan 60 pro
cent (662 echtparen) was aangewezen op
inwoning, 19 procent (215 echtparen) vond
in het geheel geen woonruimte.
Nu zijn er inwoningen waarbij de be
schikbare ruimte niet onderdoet voor die
van een zelfstandige woning. Andere vol
doen ondanks een geringere ruimte nog
aan alle eisen van een redelijke huisves
ting. Stelt men als norm hiervoor de be
schikking over twee vertrekken en eigen
keuken dan blijken van 626 inwoningen na
1 Februari 1953 ontstaan 249 inwoningen of
40 procent aan deze eis te voldoen. In niet
minder dan 56 procent van de gevallen
moest zowel het gebruik van keuken als
toilet met anderen gedeeld worden. Twee
derde van deze laatste categorie kreeg
bovendien slechts de beschikking over één
vertrek.
Er is tenslotte nog de categorie van jong
gehuwden, die in het geheel geen woon
ruimte ter beschikking kregen en die op 't
adres van voor het huwelijk bleven wonen.
In 1953 gold dit voor 215 jonggehuwde
paren. Onder hen bevinden zich echtparen
die ook geen woonruimte hier behoeven,
omdat zij van plan zijn zich blijvend elders
te vestigen (onder andere adspirant-emi-
granten), of omdat zij het burgerlijk huwe
lijk eerst willen doen volgen door een
(R.K.) kerkelijk huwelijk. Maar tenslotte
zullen er ook nog zijn die niet tot deze
beide laatste groepen behoren en die wèl
woonruimte behoeven, doch deze nog niet
konden vinden.
Het totaal der bouwkosten van in 1952
1 aangevangen werken lag meer dan twee
maal zo hoog als in 1951. Deze grotere
bouwactiviteit betrof vooral bedrijfsgebou
wen en openbare gebouwen.
Ook het totaal der bouwkosten van
nieuwe woningen steeg in dat jaar aanzien
lijk namelijk van 4,4 millioen tot 6,2
millioen. Deze stijging was vooral toe te
schrijven aan het veel groter aantal begon
nen woningen (630 tegen 451 in 1951),
waardoor de daling der gemiddelde bouw
kosten, waarschijnlijk mede onder invloed
van het afnemen van de particuliere bouw,
van 10.500 op 10.000 meer dan gecom
penseerd werd.
In 1953 lag het totaal der bouwkosten
weer op een iets lager niveau. Dit was
vooral te wijten aan de teruggang bij be
drijfsgebouwen en openbare gebouwen.
Het totaal der bouwkosten van aange
vangen woningen steeg daartegenover met
meer dan 20 procent. Oorzaken: een stij
ging van de gemiddelde bouwkosten van
10.000 tot 11.000 en een stijging van het
aantal begonnen woningen van 630 tot 682.
Uit de statistiek blijkt voorts, dat de
nieuwbouw zich concentreert op bepaalde
relatief hoge huurklassen. Niet minder dan
95 procent van de vermeerdering van de
woningvoorraad bestond uit woningen, die
tussen 400 en 600 huur per jaar op
brengen. De gemiddelde huurwaarde van
de Haarlemse woning steeg hierdoor, aan
gezien aan het begin van 1953 nog geen
kwart van alle woningen binnen genoemde
huurklassen viel en de grote meerderheid
(69 procent) goedkoper was dan 400 per
jaar.
Het valt op, dat gedurende het afgelopen
jaar geen woningen door de gemeente zijn
gebouwd. Dit in tegenstelling tot de voor
gaande jaren, aangezien sinds de bevrijding
door de gemeente opdracht is gegeven tot
de bouw van tezamen 551 woningen of
meer dan één vijfde deel van de totale
nieuwbouw.
In 1953 geschiedde alle nieuwbouw in
opdracht van woningbouwverenigingen en
particulieren. Daarbij nam het aandeel der
particulieren verder af. In 1951 bedroeg
dil 35 procent van de nieuwbouw, in 1952
31 procent; in 1953 nog slechts 21 procent.
Veruit de grootste opdrachtgeefsters zijn
na de oorlog de woningbouwverenigingen
geweest. Van de 2.532 woningen sinds de
bevrijding gebouwd, kwamen er 1.356, dus
meer dan de helft, in opdracht van deze
verenigingen tot stand. In 1953 werden 408
van de 516 woningen ofwel 79 procent ge
bouwd in opdracht van woningbouwver
enigingen.
ADVERTENTIE
ringe stijging wordt geweten aan het bui
tengewoon zachte weer in het laatste kwar
taal van het vorige jaar.
Het aantal door de Gasfabriek verhuurde
gasgeysers is opnieuw toegenomen en be
droeg per ultimo December 578 stuks. Ruim
60 procent van de totale aflevering van gas
vindt plaats over de zogenaamde gewone
meters, bijna 23 procent vindt plaats over
muntgasmeters, 8,7 procent wordt benut
voor de straatverlichting in Heemstede, 1,2
procent voor hetzelfde doel in Bennebroek,
terwijl ruim 6 procent verloren gaat aan
lekkages, miswijzingen enz.
Zoals bekend levert het Heemsteedse
gasbedrijf ook aan Bennebroek en aan een
deel van Bloemendaal, namelijk aan Voge
lenzang. Heemstede zelf verbruikt 88 pro
cent van de totale aflevering, Bennebroek
bijna 9 procent en Vogelenzang 2 a 3 pro
cent. In totaal namen 4709 afnemers gas af
via een zogenaamde gewone meter, terwijl
2613 afnemers een muntmeter hadden. Er
zijn 570 tussenmeters geplaatst, hegeen iets
meer.is dan in het voorafgaande jaar. Deze
tussenmeters worden geplaatst in gevallen
van dubbelbewoning van ééngezins-huizen.
Het wil dus zeggen dat tenminste 1140
Heemsteedse gezinnen samenwonen in per
celen, die daarvoor niet bestemd zijn!
Wat het waterleidingbedrijf betreft ver
melden wü de volgende bijzonderheden: de
watertoren vertoont de laatste jaren ern
stige scheuren, voornamelijk in de pleis
terlaag van de hoofdpeilers. Een plan voor
het restaureren van de toren werd in
studie genomen.
Het water wordt rechtstreeks betrokken
van „Leiduin" waar drie verticale centri-
fugaalpompen, elk met een capaciteit van
honderd kubieke meter per uur, geheel
automatisch worden bediend door een elec
trische inrichting, die reageert op het wa
terpeil in de watertoren. Het hiervoor be
nodigde stroomverbruik veroorzaakte een
uitgave van bijna veertienduizend gulden.
Van de 570.000 kubieke meter, die voor
huishoudelijk verbruik werd afgeleverd,
werden ingevolge het geldende gezinstarief
258.000 kubieke meter verstrekt tegen 15
cent per kubieke meter. Verloren tenge
volge van miswijzing, lekken, spuien enz.
meter of ruim 18 procent van de totale
omzet!
Het gemiddeld waterverbruik per inwo
ner bedroeg 62,23 liter per etmaal tegen
62,74 liter in het voorafgaande jaar.
De bovenvermelde stijging van het
stroomverbruik met bijna 10 procent vond
voor een deel haar oorzaak in de „Flora",
die een verbruik had van ruim 232.000 kWh.
Nu de in West-Duitsland heersende
hondsdolheid zich langzamerhand ook naar
Nederland verplaatst, is ook het gemeente
bestuur van Heemstede van plan voor
zorgsmaatregelen te nemen, zulks in over
eenstemming met (je wensen van de direc
teur van de veeartsenijkundige dienst te
's-Gravenhage.
Deze heeft aanbevolen, dat in elke ge
meente een ruimte in gereedheid wordt
gebracht waar van hondsdolheid verdachte
dieren, onder veterinair toezicht, kunnen
worden geïsoleerd en geobserveerd, waar
door men klinisch meestal sneller tot een
diagnose komt. Dit kan van belang zijn,
ingeval personen door een verdacht dier
zijn gebeten, ter instelling van een moge
lijk nodige behandeling van de gebetenen.
Teneinde op elke eventualiteit behoor
lijk vooi^ereid te zijn, menen B. en W., dat
in Groenendaal in de tuin van het perceel
Glipperweg 97 een eenvoudig quarantaine-
hok gebouwd kan worden. De kosten daar
van worden begroot op 470. Daarvoor
kan een houten nachtverblijf gemaakt
worden met een buitenloop van har
monicagaas. In het nachtverblijf en in de
buitenloop wordt een vloer van beton-
tegels aangebracht en over het nachtver
blijf een houten dak, afgedekt met asphalt-
papier.
HAARLEM, 20 Augustus 1954
GEHUWD: 20 Aug., P. Rose en C. Ko
nijnenberg.
BEVALLEN van een zoon: 18 Aug., Th. F.
Kraus—van Maaren; 19 Aug., A. E. van der
Reyden—Handgraaf; G. J. Sprokholt—de
Kaper; A. M. E. StokmanWennekers; F.
J Warmerdamvan Harten; A. Th. Bakkum
de Nijs; C. W. van ZeistScheurs; 20 Aug.,
W. C. CouzijRauchbaar; P. BoumanVan
Sprakelaar.
BEVALLEN van een dochter: 19 Aug., A.
Spieringsde Vilder; W. J. Thunnissen—
Herbermann; N. Roest—Ruighaver; M. S. N.
Poelgeest—Otemann; M. P. M. Overzier—de
Witte; 20 Aug., A. Groesvan Heel.
OVERLEDEN: 19 Aug., M. Burgerhoudt,
67 j., .Ternatestraat.
Op 1 Januari 1954 waren er in Haarlem
40.418 woningen, waarvan 35.393 gewone
woningen en 5025 woningen met bedrijf
(bijvoorbeeld winkel). Uit de stand van de
woningvoorraad aan het begin van elk jaar
sedert 1937 blijkt dat in de vooroorlogse
jaren 1937, 1938, 1939 de vermeerdering
van de woningvoorraad gemiddeld 676 wo
ningen per jaar bedroeg. Tegelijk met het
uitbreken van de oorlog daalde de toene
ming sterk. Het gemiddelde van de eerste
drie oorlogsjaren was slechts 164 woningen
per jaar. Dit was echter nog gunstig in ver
gelijking met de jaren 1943 t/m 1947. In
deze jaren werden er meer woningen aan
de woningvoorraad onttrokken dan er aan
werden toegevoegd. De totale vermindering
in dit tijdvak bedroeg 349 woningen. Hel
zou nog tot midden 1949 duren voor het
zelfde aantal als op 1 Januari 1943 weer
aanwezig was. Terwijl er dus in de woning
voorraad een achterstand van zeven jaren
was ontslaan, is het aantal inwoners aller
minst constant gebleven. Het aantal inwo
ners is in deze periode met ongeveer 16.000
toegenomen. Weliswaar bevindt zich in de
ze toeneming het grote aantal na-oorlogse
geboorten, zodat niet gesteld kan worden
dat het aantal woningbehoevende gezinnen
in dezelfde mate toenam als het aantal in
woners, maar toch kan men uit het verloop
van de gemiddelde woningbezetting globaal
afleiden hoe de woningnood steeg.
Bij het begin van de oorlog in 1940 waren
er 371 bewoners per 100 woningen, bij het
einde van de oorlog 393. De grootste stij
ging kwam na de bevrijding. Van 1945 tot
1950 steeg de gemiddelde woningbezetting
van 393 tot 423 bewoners per 100 wonin
gen. Daarna begon de daling die op 1 Ja
nuari 1954 de stand van 409 bereikte, het
geen altijd nog 11 hoger is dan in 1937.
In de eerste jaren na de bevrijding bleef
de woningvoorraad dalen. Gedurende 1946
en 1947 kwam practisch geen nieuwbouw
tot stand. Dit wijzigde zich eerst in 1948
en sindsdien gaat de woningvoorraad in
stijgende lijn. Vanaf 1950 heeft de jaarlijk
se productie rond de 500 geschommeld.
Voor dit jaar is een zeker optimisme ge
wettigd, aangezien op 1 Januari 1954 niet
minder dan 829 woningen in uitvoering
waren.
Th. A. Klinkhamer, Koniginneweg 69, tele
foon 11596.
Grijseels en Van Hees, Lange Veerstraat
19, telefoon 11000.
Frans Hals-apotheek, Frans Halsplein 1,
telefoon 11180.
Gisteravond werden in Den Haag de laatste
voetbalwedstrijden gespeeld van een dag
bladencompetitie waaraan ook door perso
neel van Haarlems Dagblad werd deelgeno
men. De wedstrijden van gisteravond moes
ten zowel voor de bovenste als onder .te
plaats de beslissing brengen. Het Leids Dag
blad kwam in het bezit van de beker door
een 42 overwinning op de Haagse Courant
Haarlems Dagblad stelde teleur door met
40 van het A.N.P. te verliezen, maar na
afloop van de wedstrijd maakte de scheids
rechter de opmerking „dit is de prettigste
wedstrijd uit mijn scheidsrechtersloopbaan
geweest, ik heb haast niet voor overtredingen
behoeven te fluiten".
De eindstand luidt: 1, Leids Dagblad 6—10,
2. Haagse Courant 6—8, ANP 6—4 en 4
Haarlems Dagblad 6—2.