Heemsteedse woningbouw in een slop Uitvoering van aangekondigde plannen laat lang op zich wachten Heemsteedse gemeentebedrijven maakten ruime winsten Woningbouw in Haarlem in stijgende lijn Woningvoorraad had achterstand van zeven jaar De woorden en de feiten Over 1953 ruim f 231.000.— De koele taal der harde cijfers In vergelijking met andere grote steden situatie niet onverdeeld gunstig HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Onteigening ten behoeve van uitbreiding der Bronsteeschool Trieste balans Bewoonde krotten Fen rijksdaalder meer voor Heemsteedse raadsleden Vooruitzichten Toenemende productie De jonggehuwden Hoge kostenhoge huren W oningbouwverenigingen actief Heemstede neemt voorzorg tegen hondsdolheid Burgerlijke Stand Nachtdienst apotheken Gourantencompetitie ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1954 Van een redacteur) „Erkennende de moeilijkheden die zich voordoen voor de Heemsteedse woning bouw zolang het uitbreidingsplan nog niet door Gedeputeerde Staten is goed gekeurd, meen ik toch te moeten betwijfelen of het beleid van B. en W. die voortvarendheid heeft betoond, die nu eenmaal door de huidige woningnood wordt opgelegd. Immers in 1951 werd Heemstede een bouwvolume toegestaan van ongeveer 189 woningen voor de lopende drie jaren en nu doet het toch wel vreemd aan, dat het laatste deel van die woningen pas aan het eind van 1954 gereed zal komen, want pas nu is men begonnen met de fundering van de laatste woningen. Het toegewezen extra bouwvolume kwam toch op een tijdstip, dat de bouw daarvan in 1953 had kunnen beginnen". Zo formuleerde het Heemsteedse raadslid A. J. J. Verspoor op 18 Maart van dit jaar bij de behandeling van de begroting zijn critiek op het tempo in de Heem steedse woningbouw. Mocht wethouder Van Lent die critiek dan al afwijzen, de ruim vijfhonderd woningzoekenden waarmee Heemstede dit jaar begon een stijging van tien procent ten opzichte van het voorafgaande jaar zullen er zeker mee hebben ingestemr. Vijfhonderd woningzoekenden die samen een 1600, misschien wel zeventienhonderd personen omvatten, de verloofde paren nog niet eens meege rekend, want die worden niet bij het Huisvestingsbureau ingeschreven. volume van 101 woningen voor drie jaar moet nog steeds de spade in de grond ge stoken worden: alsof de praktijk niet be wezen zou hebben dat die gemeenten die het snelst hun kwantum realiseren, niet loon naar werken krijgen in de vorm van een extra toewijzing. Niemand zal willen en kunnen ontken nen, dat Heemstede in de laatste jaren vooral planologische moeilijkheden had te overwinnen en problemen op te lossen. Maar nu in bepaalde opzichten de weg daartoe vrij schijnt, ontbreken de ge meentelijke plannen. Al evenmin valt te loochenen, dat de huidige schaarste aan arbeidskrachten funest is voor het tempo waarin gebouwd kan worden. Maar ook hier rijst de vraag of die omstandigheid niet verscherpt wordt door het feit, dat men veel te laat begonnen is. Voor de vijf honderd Heemsteedse woningzoekenden zal het antwoord op die vraag zoal geen troost, dan toch een verklaring kunnen zijn. In Januari 1953 is de gemeente Heem stede gaan onderhandelen met een eige naar van een strook grond, welke nodig is voor de noodzakelijke uitbreiding van de Bronsteeschool. Hoewel het na vele en moeizame be sprekingen mogelijk leek tot een oplossing te komen, is dezer dagen gebleken, dat op een alleszins redelijke grondslag geen medewerking van de eigenaar is te ver krijgen. De uitbreiding van de Bronsteeschool kan evenwel niet nog langer dan reeds is geschied, achterwege blijven, zodat B. en W. van Heemstede zich genoodzaakt zien de medewerking van de raad te vragen om door middel van onteigening het ge wenste doel te bereiken. Het gaat om een terrein van ruim twee honderd vierkante meter. By Koninkiyk Besluit is met ingang van 1 September benoemd tot hoofdcommissaris van gemeentepolitie te Groningen de heer J. J. Haije met gelijktijdige toekenning van eervol ontslag als commissaris van gemeente politie te Amsterdam. De Heemsteedse gas-, water- en electri- eiteitsbedrüven hebben in het afgelopen jaar een winst opgeleverd van ruim 231.000.hoewel op de begroting slechts 202.700,was geraamd. De afzonderlijke bedrüven hebben als volgt tot dit resultaat bijgedragen: electriciteitsbedrijf 128.730; waterleidingbedrüf 16.840 en gasbedryf 86.200. De omzetten zijn ten opzichte van het voorafgaande jaar wederom aanzienlijk gestegen. Aan electrische stroom werd om gezet 6,25 millioen kWh, tegenover 5,7 mil- lioen kWh in het vorige jaar, hetgeen dus een vermeerdering betekent van ongeveer 10 procent. Het waterverbruik nam toe van 732 tot 786 duizend kubieke meter, wat neerkomt op een toename van 7,5 procent, terwijl de gas-aflevering steeg van 5,9 tot 6.05 millioen kubieke meter, hetgeen een stijging is van slechts 2 procent. Deze ge- De burgemeester van Heemstede, mr. A. G. A. ridder van Rappard, noemde dit dan ook in zijn Nieuwjaarsrede van dit jaar „een toestand tot welker verbetering en opheffing alles in het werk moet en zal worden gesteld. Dat is ten dele mogelijk omdat daarvoor extra bouwvolume kan worden verkregen wanneer Heemstede het niet laat bij onbewoonbaarverklaringen, maar tot drastische daadwerkelijke krot opruiming overgaat, de financiële offers daarvoor over heeft en een saneringsplan uitwerkt en verwerkelijkt, dat aan tien tallen gezinnen extra woonruimte zal ver mogen te verschaffen en weer vertrouwen in de voor hen zo donker uitziende toe komst. Ik moge met de meeste klem u al len op deze mogelijkheid attenderen". Het was in diezelfde rede dat mr. Van Rappard heftig fulmineerde tegen het naar zijn mening veel te geringe bouwvolume dat aan Heemstede was toegewezen, name lijk 101 woningen voor drie jaar. Het viel, na deze van bewogenheid om de noodtoestand getuigende taal te ver wachten, dat het gemeentebestuur van Heemstede de woningbouw krachtig zou aanvatten en onverwijld zou beginnen met de realisering van het toegekende bouw volume. Op 13 Februari schreven B. en W. aan de raad bij de aanbieding van de begroting voor 1954 onder meer: „Van gemeente wege zijn plannen in voorbereiding voor bebouwing van het terrein aan de Laan van Insulinde en de Molenwerfslaan. Voor verdere woningbouw gaan onze gedachten uit naar de terreinen, reeds in het bezit der gemeente, gelegen langs le Glipperweg en die ten Westen van de Herenweg, welke dus bouwrijp gemaakt zullen moeten worden. Wij mogen er tenslotte aan herinneren, dat een aanvang is gemaakt met het on bewoonbaar verklaren van daarvoor in aanmerking komende woningen. Het ligt in ons voornemen daarmede zo krachtig mogelijk door te gaan". Aldus B. en W. van Heemstede op 13 Februari 1954. Wat zijn nu, na al deze woorden, de feiten? De feiten zijn, dat men thans, 21 Augus tus 1954, nadat dus tweederde van het lo pende jaar verstreken is, nog bezig is met de bouw van de 36 étage- en twaalf een gezinswoningen in de waterbouwkundigen- buurt, waarvan het plan dateert van Mei 1953. De verwezenlijking van dat plan werd aanvankelijk door de Wederopbouw ge remd, omdat de bestedingsprijzen te hoog lagen. Nadat overeenstemming was be reikt besloot de gemeenteraad in het laatst van September tot onderhandse aanbe steding. Thans, elf maanden later, verrijzen de muren van de étagewoningen schroom vallig uit de grond, men is nog niet eens tot de eerste verdieping genaderd. Wij weten het: er is een schrikbarend tekort aan geschoolde arbeidskrachten. Maar ter vergelijking moge dienen, dat het uit twaalf woningen bestaande flat gebouw aan het Valkenburgerplein koopprijs per flat achttienduizend gulden in het midden van October werd begon nen en nu zover voltooid is dat er reeds vier woningen zijn bewoond. Men kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat in ver gelijking met de particuliere woningbouw de volkswoningbouw en daar moet het leeuwendeel der vijfhonderd woningzoe kenden het van hebben er maar bekaaid af komt. De plannen voor de bebouwing van De Glip reeds in het najaar van 1953 door wethouder Van Lent in een interview met de Nieuwe Haarlemsche Courant aange kondigd als een groots plan zijn er nog steeds niet, ook al werd aanvankelijk ge meend, dat zij in elk geval aan de raad konden worden voorgelegd vlak na de vaststelling van het uitbreidingsplan voor het niet-bebouwde gedeelte van de ge meente, hetgeen in Mei het geval was. Er is zelfs nog geen sprake van dat de ter reinen bouwrijp gemaakt worden. Hetzelf de geldt voor de natuurkundigenbuurt ten Westen van de Herenweg. De door het College aangekondigde krachtig voortgezette krotopruiming is tot nu toe al evenmin gebleken. De elf krotten aan de Molenwerfslaan, sinds twee jaar het eigendom van de gemeente, worden op drie na die in puin liggen nog steeds bewoond. En van de krotten die wel on bewoonbaar werden verklaard vier aan de Herenweg, twee op De Glip is de ontruimingstermijn nog onlangs verlengd. Hoe de woningbouw in Heemstede de laatste jaren steeds verder in een slop raakte, wordt wel het best gedemonstreerd met de volgende cijfers. Tussen Mei 1945 en 1 Januari 1952 kwa men 329 woningen gereed. Daarvan komt een opmerkelijk groot kwantum voor in de particuliere sector, namelijk 150. Het be treft hier voornamelijk risicobouw van villa's in prijsklassen van 23 tot 29 mille. Voorts werd er nog door 53 particulieren met rijkssteun gebouwd (voornamelijk herbouwplichten) en tenslotte 126 wo ningen door de gemeente, waarbij 23 du- plexwoningen voor 46 enkele zijn ge rekend. In 1952 kwamen 106 nieuwe woningen tot stand, waarvan acht woningwet woningen, zeventien duplexwoningen, vijf tig middenstandswoningen met gemeente lijke storting a fonds perdu (complex Jo- han Verhulstlaan) en nog 31 particuliere villa's. In 1953 tenslotte kwamen tot stand 48 middenstandswoningen op bouwkasbasis (complex Johan Verhulstlaan) en veertig woningwetwoningen in de Provinciën- buurt. Een extra bouwvolume van 46 woningen werd onder particuliere bouwers verdeeld; de gemeente had er geen plannen voor ge reed. En voor het „belachelijk geringe" bouw In vergelijking met de overige Nederlandse steden met meer dan 100.000 inwoners blijkt in Haarlem de laatste jaren, zowel naar absolute als naar rela tieve maatstaven gerekend, het minst gebouwd te zijn. Volgens berekeningen van het Nederlands Economisch Instituut is dit niet alleen het geval wanneer men de nieuwbouw in de jaren 1951 tot en met 1953 omrekent in percentages van de woningvoorraad op 1 Januari 1951, maar ook wanneer men deze cijfers vervolgens vergelijkt met de woningtekorten in de gemeensen met meer dan 100.000 inwoners. Uit de eerstgenoemde statistiek blijkt, dat de nieuwbouw in procenten van de woningvoorraad in Haarlem 3,50 bedroeg tegen bijvoor beeld 10,46 en 10,33 in Arnhem resp. Nijmegen. Slechts in Amsterdam was de nieuwbouw met 3,41 percent lager dan in Haarlem. Het gemiddelde van de gemeenten boven 100.000 inwoners bedroeg 5,84 percent. Wanneer men de nieuwbouw in procenten berekent van het woningtekort staat Haarlem op de laatste plaats met 10,3 tegenover Eindhoven met 36,6, Nijmegen met 34, Arnhem met 26,4, Groningen met 23,6, Amsterdam met 14,2 en Utrecht met 11,4 percent, om slechts enkele steden te noemen. is in ditzelfde tijdvak volledig in uitvoering Overal elders is dus gedurende de laatste vier jaren de opheffing van het woning tekort in een sneller tempo verlopen dan in Haarlem. De conclusie moet dan ook zijn, dat Haarlem op deze wijze bij de bestrijding van het woningtekort achterop geraakt is. En dat terwijl het woningprobleem hier nijpender is dan elders. Óp 1 Januari 1953 bedroeg het woning tekort in de steden met meer dan 100.000 inwoners gemiddeld 9.6 procent van de woningbehoefte, in Haarlem echter 11 procent. Er moet tenslotte nog op gewezen wor den, dat Haarlems relatieve achterstand niet te verklaren is uit een snelle bevol kingsaanwas in de laatste jaren. Het blijkt namelijk, dat de bevolking van alle andere steden tussen 1 Januari 1950 en 1 Januari 1953 sneller groeide dan de Haarlemse, al zijn de verschillen met Groningen en Utrecht in dit opzicht zeer gering. De oorzaak van het relatief achterblijven van de bouwactiviteit in Haarlem moet worden gezocht in de grootte van het aan Haarlem toegestane bouwvolume. Dit be droeg in het tijdvak 1 Januari 194631 December 1953 3.077 woningen. Dit aantal Aan het Valkenburgerplein verrees binnen het jaar een door de Haarlemse architect H. Tuninga ontworpen flatgebouw met twaalf woningen, dat een fraaie afsluiting van het plein tegenover de Heemsteedse Dreef vormt. Vier woningen zijn al in gebruik genomen. In tegenstelling tot de voor de huidige omstandigheden vlotte gang van zaken aan het Valkenburgerplein verrijzen de 36 étagewoningen aan en bij de ir. Lelylaan, waarvoor de plannen van Mei 1953 dateren, maar heel langzaam. Van de twaalf eengezinswoningen is zelfs alleen nog de balklaag van de fundering gelegd, zoals op de voorgrond van deze foto te zien valt. Niemand weet met zekerheid wanneer dit complex, dat de woningnood iets zou kunnen verlichten, gereed zal komen. Ingevolge een herziening van de door Gedeputeerde Staten vastgestelde normen voor de presentiegelden van gemeente raadsleden hebben B. en W. de raad voor gesteld het huidige presentiegeld van tien gulden op twaalf gulden vijftig cent te brengen. „Een nauwgezette vervulling van het raadslidmaatschap vordert toch, naast een zich voortdurend op de hoogte stellen van gemeentelijke aangelegenheden in het al gemeen, een goede voorbereiding voor het geen in uw college ter tafel wordt ge bracht. Dit eist niet alleen tijd, maar brengt ook kosten met zich voor aanschaf fing van lectuur en dergelijke. Een redelijke tegemoetkoming in de kosten, welke uit het raadslidmaatschap voortvloeien, achten wij alleszins gerecht vaardigd", schrijven B. en W. in hun toe lichting. DOKTERSDIENSTEN De doktersdiensten voor Zondag 22 Augustus worden te Heemstede waargeno men door dr. A. G. Degenaar, Pieter de Hooghstraat 11, tel. 35008 (b. g. g. 19920) en dr. G. C. Nout, Camplaan 20, tel. 38763. Wijkverpleging: zr. L. Dudok van Heel, Jac. de Witstraat 9, tel. 35673 (b. g. g. 17662). Apotheken: Apotheek Schotsman, Binnen weg 206, tel. 38320. genomen. Het lage bouwvolume heeft verschillende oorzaken. In de eerste plaats kwam de wo ningbouw in Haarlem na de bevrijding moeilijk op gang, waarbij de schaarste aan bouwmaterialen onder meer een rol heeft gespeeld. Hierdoor was de mogelijkheid van het verkrijgen van extra-contingenten gering. In de tweede plaats heeft bij de verdeling van het bouwvolume de toekomstige groei van een gemeente steeds een belangrijker rol gespeeld dan het actuele woningtekort. Aldus was het mogelijk, dat de grootte van het bouwvolume niet in overeenstemming was met de grootte van het woningtekort, hetgeen tot Haarlems ongunstige positie heeft geleid. De vooruitzichten voor de komende drie jaren zijn echter gunstiger. Het bouw volume voor deze periode bedraagt 1.617 woningen, hetgeen per jaar meer is dan in enig voorafgaand jaar werd verkregen. Bovendien is het verantwoord rekening te houden met extra-contingenten, gezien het grote aantal woningen dat nog niet is toe gewezen en de veranderingen in het migra tiebeeld die sedert het begin van 1954 in Haarlem zijn waar te nemen. Gedurende 1953 werden in Haarlem 516 nieuwe woningen voltooid. Hiermede be reikte de na-oorlogse woningproductie een nieuwe top, zoals uit het volgende overzicht blijkt: In 1946 geen; in 1947: 6; in 1948: 276; in 1949: 282; in 1950: 501; in 1951: 503; in 1952: 438 en in 1953: 516 woningen. Ofschoon dus duidelük een stijgende lijn kan worden aangewezen in de nieuwbouw- productie ook het aantal in uitvoering zijnde woningen op 1 Januari 1954 is hoger dan in de voorafgaande jaren (829 wonin gen tegenover 663 op 1 Januari 1953 en 471 op 1 Januari 1952) kan toch niet zonder meer geconcludeerd worden, dat de bestrij ding van het woningtekort in Haarlem een bevredigend verloop heeft gehad, zoals uit de vergeiyking met andere steden blijkt. In weinig dingen manifesteert de woning nood zich zo duidelijk als in de wijze van huisvesting der jonggehuwden. Ook in 1953 konden slechts zeer weini gen onder hen aanstonds een zelfstandige woning betrekken: van de 1.108 paren die in Haarlem bleven wonen slechts 76 ofwel 7 procent. Reeds gehuisvest was 14 procent (155 echtparen). Niet minder dan 60 pro cent (662 echtparen) was aangewezen op inwoning, 19 procent (215 echtparen) vond in het geheel geen woonruimte. Nu zijn er inwoningen waarbij de be schikbare ruimte niet onderdoet voor die van een zelfstandige woning. Andere vol doen ondanks een geringere ruimte nog aan alle eisen van een redelijke huisves ting. Stelt men als norm hiervoor de be schikking over twee vertrekken en eigen keuken dan blijken van 626 inwoningen na 1 Februari 1953 ontstaan 249 inwoningen of 40 procent aan deze eis te voldoen. In niet minder dan 56 procent van de gevallen moest zowel het gebruik van keuken als toilet met anderen gedeeld worden. Twee derde van deze laatste categorie kreeg bovendien slechts de beschikking over één vertrek. Er is tenslotte nog de categorie van jong gehuwden, die in het geheel geen woon ruimte ter beschikking kregen en die op 't adres van voor het huwelijk bleven wonen. In 1953 gold dit voor 215 jonggehuwde paren. Onder hen bevinden zich echtparen die ook geen woonruimte hier behoeven, omdat zij van plan zijn zich blijvend elders te vestigen (onder andere adspirant-emi- granten), of omdat zij het burgerlijk huwe lijk eerst willen doen volgen door een (R.K.) kerkelijk huwelijk. Maar tenslotte zullen er ook nog zijn die niet tot deze beide laatste groepen behoren en die wèl woonruimte behoeven, doch deze nog niet konden vinden. Het totaal der bouwkosten van in 1952 1 aangevangen werken lag meer dan twee maal zo hoog als in 1951. Deze grotere bouwactiviteit betrof vooral bedrijfsgebou wen en openbare gebouwen. Ook het totaal der bouwkosten van nieuwe woningen steeg in dat jaar aanzien lijk namelijk van 4,4 millioen tot 6,2 millioen. Deze stijging was vooral toe te schrijven aan het veel groter aantal begon nen woningen (630 tegen 451 in 1951), waardoor de daling der gemiddelde bouw kosten, waarschijnlijk mede onder invloed van het afnemen van de particuliere bouw, van 10.500 op 10.000 meer dan gecom penseerd werd. In 1953 lag het totaal der bouwkosten weer op een iets lager niveau. Dit was vooral te wijten aan de teruggang bij be drijfsgebouwen en openbare gebouwen. Het totaal der bouwkosten van aange vangen woningen steeg daartegenover met meer dan 20 procent. Oorzaken: een stij ging van de gemiddelde bouwkosten van 10.000 tot 11.000 en een stijging van het aantal begonnen woningen van 630 tot 682. Uit de statistiek blijkt voorts, dat de nieuwbouw zich concentreert op bepaalde relatief hoge huurklassen. Niet minder dan 95 procent van de vermeerdering van de woningvoorraad bestond uit woningen, die tussen 400 en 600 huur per jaar op brengen. De gemiddelde huurwaarde van de Haarlemse woning steeg hierdoor, aan gezien aan het begin van 1953 nog geen kwart van alle woningen binnen genoemde huurklassen viel en de grote meerderheid (69 procent) goedkoper was dan 400 per jaar. Het valt op, dat gedurende het afgelopen jaar geen woningen door de gemeente zijn gebouwd. Dit in tegenstelling tot de voor gaande jaren, aangezien sinds de bevrijding door de gemeente opdracht is gegeven tot de bouw van tezamen 551 woningen of meer dan één vijfde deel van de totale nieuwbouw. In 1953 geschiedde alle nieuwbouw in opdracht van woningbouwverenigingen en particulieren. Daarbij nam het aandeel der particulieren verder af. In 1951 bedroeg dil 35 procent van de nieuwbouw, in 1952 31 procent; in 1953 nog slechts 21 procent. Veruit de grootste opdrachtgeefsters zijn na de oorlog de woningbouwverenigingen geweest. Van de 2.532 woningen sinds de bevrijding gebouwd, kwamen er 1.356, dus meer dan de helft, in opdracht van deze verenigingen tot stand. In 1953 werden 408 van de 516 woningen ofwel 79 procent ge bouwd in opdracht van woningbouwver enigingen. ADVERTENTIE ringe stijging wordt geweten aan het bui tengewoon zachte weer in het laatste kwar taal van het vorige jaar. Het aantal door de Gasfabriek verhuurde gasgeysers is opnieuw toegenomen en be droeg per ultimo December 578 stuks. Ruim 60 procent van de totale aflevering van gas vindt plaats over de zogenaamde gewone meters, bijna 23 procent vindt plaats over muntgasmeters, 8,7 procent wordt benut voor de straatverlichting in Heemstede, 1,2 procent voor hetzelfde doel in Bennebroek, terwijl ruim 6 procent verloren gaat aan lekkages, miswijzingen enz. Zoals bekend levert het Heemsteedse gasbedrijf ook aan Bennebroek en aan een deel van Bloemendaal, namelijk aan Voge lenzang. Heemstede zelf verbruikt 88 pro cent van de totale aflevering, Bennebroek bijna 9 procent en Vogelenzang 2 a 3 pro cent. In totaal namen 4709 afnemers gas af via een zogenaamde gewone meter, terwijl 2613 afnemers een muntmeter hadden. Er zijn 570 tussenmeters geplaatst, hegeen iets meer.is dan in het voorafgaande jaar. Deze tussenmeters worden geplaatst in gevallen van dubbelbewoning van ééngezins-huizen. Het wil dus zeggen dat tenminste 1140 Heemsteedse gezinnen samenwonen in per celen, die daarvoor niet bestemd zijn! Wat het waterleidingbedrijf betreft ver melden wü de volgende bijzonderheden: de watertoren vertoont de laatste jaren ern stige scheuren, voornamelijk in de pleis terlaag van de hoofdpeilers. Een plan voor het restaureren van de toren werd in studie genomen. Het water wordt rechtstreeks betrokken van „Leiduin" waar drie verticale centri- fugaalpompen, elk met een capaciteit van honderd kubieke meter per uur, geheel automatisch worden bediend door een elec trische inrichting, die reageert op het wa terpeil in de watertoren. Het hiervoor be nodigde stroomverbruik veroorzaakte een uitgave van bijna veertienduizend gulden. Van de 570.000 kubieke meter, die voor huishoudelijk verbruik werd afgeleverd, werden ingevolge het geldende gezinstarief 258.000 kubieke meter verstrekt tegen 15 cent per kubieke meter. Verloren tenge volge van miswijzing, lekken, spuien enz. meter of ruim 18 procent van de totale omzet! Het gemiddeld waterverbruik per inwo ner bedroeg 62,23 liter per etmaal tegen 62,74 liter in het voorafgaande jaar. De bovenvermelde stijging van het stroomverbruik met bijna 10 procent vond voor een deel haar oorzaak in de „Flora", die een verbruik had van ruim 232.000 kWh. Nu de in West-Duitsland heersende hondsdolheid zich langzamerhand ook naar Nederland verplaatst, is ook het gemeente bestuur van Heemstede van plan voor zorgsmaatregelen te nemen, zulks in over eenstemming met (je wensen van de direc teur van de veeartsenijkundige dienst te 's-Gravenhage. Deze heeft aanbevolen, dat in elke ge meente een ruimte in gereedheid wordt gebracht waar van hondsdolheid verdachte dieren, onder veterinair toezicht, kunnen worden geïsoleerd en geobserveerd, waar door men klinisch meestal sneller tot een diagnose komt. Dit kan van belang zijn, ingeval personen door een verdacht dier zijn gebeten, ter instelling van een moge lijk nodige behandeling van de gebetenen. Teneinde op elke eventualiteit behoor lijk vooi^ereid te zijn, menen B. en W., dat in Groenendaal in de tuin van het perceel Glipperweg 97 een eenvoudig quarantaine- hok gebouwd kan worden. De kosten daar van worden begroot op 470. Daarvoor kan een houten nachtverblijf gemaakt worden met een buitenloop van har monicagaas. In het nachtverblijf en in de buitenloop wordt een vloer van beton- tegels aangebracht en over het nachtver blijf een houten dak, afgedekt met asphalt- papier. HAARLEM, 20 Augustus 1954 GEHUWD: 20 Aug., P. Rose en C. Ko nijnenberg. BEVALLEN van een zoon: 18 Aug., Th. F. Kraus—van Maaren; 19 Aug., A. E. van der Reyden—Handgraaf; G. J. Sprokholt—de Kaper; A. M. E. StokmanWennekers; F. J Warmerdamvan Harten; A. Th. Bakkum de Nijs; C. W. van ZeistScheurs; 20 Aug., W. C. CouzijRauchbaar; P. BoumanVan Sprakelaar. BEVALLEN van een dochter: 19 Aug., A. Spieringsde Vilder; W. J. Thunnissen— Herbermann; N. Roest—Ruighaver; M. S. N. Poelgeest—Otemann; M. P. M. Overzier—de Witte; 20 Aug., A. Groesvan Heel. OVERLEDEN: 19 Aug., M. Burgerhoudt, 67 j., .Ternatestraat. Op 1 Januari 1954 waren er in Haarlem 40.418 woningen, waarvan 35.393 gewone woningen en 5025 woningen met bedrijf (bijvoorbeeld winkel). Uit de stand van de woningvoorraad aan het begin van elk jaar sedert 1937 blijkt dat in de vooroorlogse jaren 1937, 1938, 1939 de vermeerdering van de woningvoorraad gemiddeld 676 wo ningen per jaar bedroeg. Tegelijk met het uitbreken van de oorlog daalde de toene ming sterk. Het gemiddelde van de eerste drie oorlogsjaren was slechts 164 woningen per jaar. Dit was echter nog gunstig in ver gelijking met de jaren 1943 t/m 1947. In deze jaren werden er meer woningen aan de woningvoorraad onttrokken dan er aan werden toegevoegd. De totale vermindering in dit tijdvak bedroeg 349 woningen. Hel zou nog tot midden 1949 duren voor het zelfde aantal als op 1 Januari 1943 weer aanwezig was. Terwijl er dus in de woning voorraad een achterstand van zeven jaren was ontslaan, is het aantal inwoners aller minst constant gebleven. Het aantal inwo ners is in deze periode met ongeveer 16.000 toegenomen. Weliswaar bevindt zich in de ze toeneming het grote aantal na-oorlogse geboorten, zodat niet gesteld kan worden dat het aantal woningbehoevende gezinnen in dezelfde mate toenam als het aantal in woners, maar toch kan men uit het verloop van de gemiddelde woningbezetting globaal afleiden hoe de woningnood steeg. Bij het begin van de oorlog in 1940 waren er 371 bewoners per 100 woningen, bij het einde van de oorlog 393. De grootste stij ging kwam na de bevrijding. Van 1945 tot 1950 steeg de gemiddelde woningbezetting van 393 tot 423 bewoners per 100 wonin gen. Daarna begon de daling die op 1 Ja nuari 1954 de stand van 409 bereikte, het geen altijd nog 11 hoger is dan in 1937. In de eerste jaren na de bevrijding bleef de woningvoorraad dalen. Gedurende 1946 en 1947 kwam practisch geen nieuwbouw tot stand. Dit wijzigde zich eerst in 1948 en sindsdien gaat de woningvoorraad in stijgende lijn. Vanaf 1950 heeft de jaarlijk se productie rond de 500 geschommeld. Voor dit jaar is een zeker optimisme ge wettigd, aangezien op 1 Januari 1954 niet minder dan 829 woningen in uitvoering waren. Th. A. Klinkhamer, Koniginneweg 69, tele foon 11596. Grijseels en Van Hees, Lange Veerstraat 19, telefoon 11000. Frans Hals-apotheek, Frans Halsplein 1, telefoon 11180. Gisteravond werden in Den Haag de laatste voetbalwedstrijden gespeeld van een dag bladencompetitie waaraan ook door perso neel van Haarlems Dagblad werd deelgeno men. De wedstrijden van gisteravond moes ten zowel voor de bovenste als onder .te plaats de beslissing brengen. Het Leids Dag blad kwam in het bezit van de beker door een 42 overwinning op de Haagse Courant Haarlems Dagblad stelde teleur door met 40 van het A.N.P. te verliezen, maar na afloop van de wedstrijd maakte de scheids rechter de opmerking „dit is de prettigste wedstrijd uit mijn scheidsrechtersloopbaan geweest, ik heb haast niet voor overtredingen behoeven te fluiten". De eindstand luidt: 1, Leids Dagblad 6—10, 2. Haagse Courant 6—8, ANP 6—4 en 4 Haarlems Dagblad 6—2.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 10