üaaï&emAe, QtuA
DANSSCHOOL T. GRIEK
„Anna Christie"
VIERT DEZE MAAND HAAR EERSTE LUSTRUM
Met drie -
huisorkesten
Nog eens: blijspel van Congreve
Groot gebrek aan geschoolden
in de metaalnijverheid
Heemstede
VRIJDAG 10 SEPTEMBER 1954
HAARLEMS DAGBLAD
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
8
Een nieuw operakoor
G. J. van de Linde
25 jaar in overheidsdienst
Tien gymnastiekcursussen
voor huisvrouwen
Burgerlijke Stand
van Haarlem
Kapiteine A. Pijsel
naar Belgische Congo
Amerikaanse vliegvelden
in Libye
Maandcijfers Gewestelijk Arbeidsbureau
Binnenkort zal een aantal jeugdige en
thousiastelingen onder de weldoordachte
aanvoering van enige ouderen het feit her
denkendat da?i gedurende een vijftal
jaren in clubverband verantwoorde jazz in
Haarlem is gebracht: de Haarlemse Jazz
Club gaat haar eerste lustrum vieren. E?i
zoals tot nu toe de programma's, door deze
club gebracht, van behoorlijk gehalte wa
ren, zo zal ook de lustrumviering een waar
dig karakter dragen.
Al werd het 1949 voor de club werd op
gericht, reeds in 1946 waren er jazz-activi-
teiten, die de voorlopers zijn geweest van
de latere gebeurtenissen. In 1946 richtte
namelijk de heer J. M. Baas de „Jig-
Rhythm Club" op, een Dixielandorkest, dat
reeds enige jaren onder leiding staat van
de heer J. Easton.
Dit orkest trok al spoedig in ruime kring
belangstelling. Het duurde niet lang of er
had zich een grote groep van jonge mensen
voor een belangrijk deel scholieren
om het orkest geschaard, zodat, wanneer
de band op een middag of een avond een
uitvoering gaf, het voor die gelegenheid ge
huurde zaaltje stampvol was. Men ging
dan even „met de pet rond" en binnen een
ommezien waren de onkosten eruit. Doch
de waardering voor de Jig Rhythm Club
bleef niet beperkt tot de Haarlemmers: de
„Jig" trad vaak als gastorkest op tijdens
avonden, georganiseerd door clubs uit an
dere plaatsen en daar deden de leden van
het orkest belangrijke ervaringen op. Zij
kwamen onder meer tot het inzicht, hoe
het wel en hoe het niet moet in een derge
lijke club. Bovendien verwierven zij er zich
vele goede relaties, die hen later uitstekend
van pas bleken te komen. Want er werden
in die jaren heel wat besprekingen gevoerd
door de heren Baas, Easton en een derde
lid van de Jig Rhythm Club, de heer C.
Jeekel, over het onderwerp: „zal een jazz
club in Haarlem worden opgericht of
niet?"
Tenslotte werd er een zeer belangrijke
stap in die richting ondernomen: zij, die
zich altijd in ruime mate voor het orkest
hadden geïnteresseerd, ontvingen op zeke
re dag de mededeling, dat het drietal bo
vengenoemde leden van de „Jig" op 24
September een muziekavond had georgani
seerd met de bedoeling om tot de stichting
van een jazzclub in Haarlem te komen. De
belangstelling voor deze avond, die in ge
bouw „Cultura" werd gehouden, was groter
dan het bestuur-in-spe ooit had durven
verwachten, zodat men met een vrij gerust
hart de oprichting van de club kon door
zetten.
Toen bleek duidelijk, hoe waardevol de
relaties waren, die de leden van het Haar
lemse orkest in vorige jaren hadden weten
te verwerven: men kon met succes een be
roep doen op orkesten uit andere steden
om een gedeelte van de programma's van
de jonge club te verzorgen. Geen enkel or
kest weigerde ten tweede male naar Haar-
lem te komen. Een tweede reden voor deze
voorkeur was stellig de houding van het
Haarlemse publiek, die weer het gevolg is
van het dansverbod, onmiddellijk na de op-
rchting van de club door het bestuur uit
gevaardigd. Men ging namelijk van het (on
gewijzigde) standpunt uit, dat een jazzclub
geen dansclub is. Zij, die willen toetreden
tot een jazzclub, dienen dit te doen uit lief
de voor de muziek. Het Haarlemse publiek
was dus een luisterend publiek en in feite
bleek dit dansverbod de grondslag te zijn
voor de beste leden-selectiemethode, die
men zich denken kan.
Een jaar lang hield de club haar avon
den in het Tafeltennishus aan de Jans
straat, waarna men verhuisde naar dans
school Schroder aan de Raamsingel, waar
ook nu nog steeds iedere laatste Vrijdag
avond van de maand bijeenkomsten wor
den gehouden. Hierbij wordt meestal gemu
siceerd door een der drie huisorkesten en
door een orkest uit een andere plaats. Ook
worden er dikwijls „jam-sessions" gehou
den. Deze muziekavonden hebben plaats
van September tot Juni. In het zomersei
zoen liggen de activiteiten stil.
De Haarlemse Jazz Club houdt zich ook
bezig met de wetenschappelijke kant. Er
werd een studiekring opgericht voor hen,
die dieper in de jazz wensen door te drin
gen. Men nodigt zo nu en dan een criticus
uit om met behulp van platen een lezing
te houden over een of meer facetten der
jazzmuziek. Ook thuis kunnen belangstel
lenden „jazz studeren", want sinds enige tijd
beschikt de club over een bibliotheekje, dat
stellig nog in aanzienlijke mate dient te
worden aangevuld, doch waarin men toch
al een en ander op dit gebied kan vinden.
Toen de Haarlemse Jazz Club werd op
gericht, had zij meteen de beschikking over
een huisorkest, de Jig Rhythm Club. Dit
orkest, dat radio-uitzendingen op zijn naam
heeft staan en ook aan vele internationale
jazzfestivals deelnam, heeft na verloop van
tijd gezelschap gekregen, want in 1950
richtte de heer Baas een tweede huisorkest
op, de Dixieland Wanderers, samengesteld
uit musici, die tijdens jongerensessions wa
ren opgevallen, aangevuld met enige oude
re krachten.
Langzamerhand kwam onder de cluble
ADVERTENTIE
Onlangs werd te Haarlem een nieuw
operakoor opgericht onder de naam „II
Trovatore". Het koor staat onder leiding
van de bekende Haarlemse toonkunste
naar Gosse Kroese. Het dagelijks bestuur
wordt gevormd door de heren W. H. Selter
(voorzitter), J. G. M. van Maris (secreta
ris) en mej. M. S. Bannink penning-
meesteresse)Het secretariaat is geves
tigd: Palamedesstraat 551, Haarlem-N.
Een der hoogtepunten uit het bestaan van de jubilerende jazzclub: de bekende
Amerikaanse tenorsaxofonist Don Byas treedt voor de club op met van links naar
rechts: Tonny Funke Küpper, Ben Serné en Frans Eisen. Dit gebeurde in 1952. Twee
jaar eerder trad voor hetzelfde publiek de sopraan-saxofonist Sidney Bechet op.
den de wens naar voren, naast „oude stijl"
ook iets „moderns" te kunnen horen. Aan
gezien ook het bestuur hier niet afkerig
tegenover stond, werd contact gezocht met
„Diamonds" uit Haarlem. Dit ensemble
treedt sinds enige tijd als derde huisorkest
op.
Al begon de Haarlemse Jazz Club haar
actviteiten met een huisorkest in oude stijl,
dit betekende geenszins, dat moderne klan
ken in de toekomst geweerd zouden worden.
Het beste werd dit wel bewezen door het
optreden voor de Haarlemse Jazz Club
op haar verzoek van de „bopcombo" van
Rob Pronk, in die dagen het neusje van de
zalm voor de Nederlandse „modernisten".
Tegen veler verwachting in werd dit con
cert een tamelijk groot succes.
Op Zaterdagavond 25 September zal de
Haarlemse Jazz Club in geheel restaurant
Brinkmann haar vijfjarig bestaan vieren.
Voor de ongeveer driehonderd leden en de
vele donateurs zullen verscheidene orkes
ten optreden, zoals de combo van Frans
Eisen, de „New Orleans Seven" en de drie
huisorkesten, waarbij het niet uitgesloten
moet worden geacht, dat ook de Dixieland
Pipers" aanwezig zullen zijn. Bovendien
zullen in een der zalen voortdurend jam
sessions worden gehouden, waaraan onder
meer leden van het Dutch Swing College
Orchestra zullen deelnemen. In weer een
andere zaal zullen jazzfilms nog niet
eerder in Nederland vertoond worden
gedraaid. Ook zal men een der zalen reser
veren voor een tentoonstelling van eigen
clubwerk, alle jazz-blade?i in Nederland,
jazzcaricaluren en dergelijke. En wanneer
men, moe van het dansen want op dit
feest geldt het dansverbod niet in alle za
len even wil uitrusten, dan kan men, ge
zeten op een bierton i?i het New Orleans
Barrelhouse genieten van een glas schui
mend bier, dat vaag schittert in het petro
leumlicht.
Zó zal het lustrumfeest worden van een
club, die geen vereniging is. Want het „drie
tal" weet uit ervaring, dat het sommige
jazzclubs in Nederland, die nauwgezet met
statuten en ledenvergaderingen werken,
niet altijd voor de wind gaat. Bij verkiezin
gen kunnen dan wel eens persoonlijke be-
Op 15 September is de heer C. J. van
de Linde, wonende Tetterodeweg 25 te
Overveen, 25 jaar in overheidsdienst.
Na ongeveer negen jaren zijn diensten
te hebben verleend als machinist van de
Waterleidingmaatschappij „Schouwen-Dui-
veland", kwam hij op 1 Februari 1938 in
dienst van het Gemeentelijk Waterbedrijf
Haarlem, als chef van het pompstation aan
de Zeeweg te Overveen. In dit bedrijf
is hij tengevolge van zijn grote bekwaam
heid en goede eigenschappen opgeklommen
tot de rang technisch hoofdambtenaar voor
bijzondere diensten.
Ook in het organisatieleven heeft de
heer Van de Linde een taak gevonden. Zo
heeft hij sinds Maart 1949 zitting in het
bestuur van de groep Kennemerland van
de Bond van Middelbare en Hogere Tech
nische Ambtenaren (B.T.A.), waarvan se
dert Februari 1950 als voorzitter. Tevens
is hij lid van het hoofdbestuur van deze
bond en treedt hij op als secretaris van
een contactkring van het N.I.M.T.
De jubilaris is bij directie, collega's en
ondergeschikten van het Gemeentelijk Wa
terbedrijf Haarlem een gezien chef
De officiële huldiging zal in het kantoor
gebouw Kampersingel 14 te Haarlem ge
schieden op 16 September om halfelf, waar
na afloop gelegenheid zal zijn tot geluk
wensen.
De gymnastiekcursussen voor huisvrou
wen in Haarlem zullen met ingang van het
nieuwe seizoen uitgebreid worden van zes
tot tien. In alle delen van de stad kunnen
de huismoeders tijdens de schooluren van
hun kinderen op deze cursussen terecht.
De lessen, die door vrouwelijke docenten
worden gegeven nemen precies een uur in
beslag. Evenals in Zweden, waar op het
ogenblik ongeveer veertigduizend huismoe
ders geregeld de gymnastieklessen volgen
wordt in ons land gebruik gemaakt van
muziek tijdens de oefeningen.
HAARLEM, 9 September 1954
ONDERTROUWD: 9 Sept., J. Bos en M. J.
van Zon.
GEHUWD: 9 Sept., W. Timmers en L. Pet;
G. H. Dekkers en H. Hartsuiker;W. D. Steen
ken en Y. J. van Steenbrugge.
BEVALLEN van een zoon: 7 Sept., A.
Matzinger—Kijlstra; S. H. Dekker—Persoon;
8 Sept., J. C. KruizengaAaMers: C. J. van
den Bosvan Heerde; J. M. Stokmanvan
den Steen.
BEVALLEN van een dochter: 8 Sept., A.
G. van TintelenDokkum.
OVERLEDEN: 7 Sept., L. Zonneveld. 73 j,.
Maerten van Heemskerkstraat; K. Visser,
78 j., Zuid Brouwerstraat.
langen in het geding komen en dat hoopt
men in de Haarlemse club te kunnen voor
komen. Bestuur en leden verrichten hier
zuiver liefdewerk en men heeft er een af
keer van grote winsten te behalen, zodat
men zich vrijwel bij iedere gelegenheid
moet inspannen om de verlangde som bij
elkaar te krijgen. Dat dit altijd weer zon
der reclame gelukt, kan alleen maar een
bewijs zijn van gezonde geestdrift. N. R. K.
Zondagavond 12 September zal in het
gebouw van het Leger des Heils aan de
Schagchelstraat een bijeenkomst worden
gehouden wegens de uitzending van kapi
teine A. Pijsel naar de Belgische Congo.
Kapiteine Pijsel, afkomstig uit Haarlem,
bezocht 15 jaar geleden de William Booth
kweekschool voor officieren te Amstel
veen, waar zij opgeleid werd tot heils
officier.
Zij heeft het Leger des Heils in Neder
land goede diensten bewezen, was veelal
werkzaam op het hoofdkwartier te Amster
dam. Later vertrok zij naar België, waar
zij kort geleden slaagde voor onderwijze
res. In de Belgische Congo zal zij het bevel
krijgen over een der scholen van het Leger
des Heils.
De dienst zal geleid worden door briga
dier Van Dalen met medewerking van het
hoofdkwartier-team.
BENGHAZI. (Reuter). Te Benghazi
(Libye) is een overeenkomst getekend,
krachtens welke de Verenigde Staten het
recht krijgen vliegvelden in Libye te ge
bruiken. De Verenigde Staten zullen Libye
van het jaar vijf millioen dollar betalen
en vervolgens twintig jaar lang jaarlijks
twee millioen. Ook zullen de Amerikanen
Libye helpen bij de economische ontwikke
ling.
B. en W. van Rotterdam hebben in
overleg met de ministers van Verkeer en
Waterstaat en van Wederopbouw en Volks
huisvesting, alsmede met de president-direc
teur der Nederlandse Spoorwegen een com
missie in het leven geroepen, die het plan
voor een nieuwe Maasbrug in studie zal ne
men. B. en W. stellen voor een voorlopig
crediet van f 100.000 te verlenen voor het
instellen van het grondmechanische en
waterloopkundige onderzoek ten behoeve
van deze bruggenbouw.
ADVERTENTIE
Zijlweg 49 Tel. 14441 - Haarlem
Clubs voor beginners, gevorderden en Medal Test.
Aparte clubs voor R.K. - Inschrijving dagelijks
ProEpssctus wordt U op aanvraag gratis toegezonden.
Bij zijn bespreking van de voorstelling
door het nieuwgevormde Rotterdams
Toneel van William Congreve's spel „The
way of the world" heeft David Koning, die
met Bob de Lange de vertaling van dit stuk
verzorgde, de lezer aangekondigd dat het
bij zijn beschouwing van de Rotterdamse
première niet zou blijven, nademaal hij zich
als vertaler te nauw betrokken voelde bij
alles wat er met dit toneelgebeuren samen
hing. In grote trekken gaf hij reeds zijn
oordeel, het aan zijn collega overlatend dat
te onderschrijven of, indien nodig, er van
af te wijken. De collega is ondergetekende
en de gelegenheid om al of niet met de
visie van David Koning te verschillen deed
zich deze week voor in de schouwburg te
Amsterdam, waar het Rotterdams Toneel
zich aan het publiek kwam voorstellen. Om
met de deur in huis te vallen: in het alge
meen ondersteun ik zijn oordeel. Sterker
eigenlijk: ik ben het bijna helemaal met
hem eens en zou slechts waar hij zijn op
merkingen met voorzichtige mildheid plaat
ste verder willen gaan en zeggen, dat ik
deze eerste beurt van het vroegere gezel
schap van Cor Ruys, thans onder directie
van Anton Ruys aanzienlijk uitgebreid,
geen beste beurt vind. De rolbezetting is
daarvoor beslist te zwak. De speelstijl van
een inderdaad brilliant geschreven, maar
uiterst moeilijk realiseerbare comedie als
„The way of the world" vertaald: „Zo
zijn onze manieren" wel naarstig be
proefd, maar niet gevonden. Dat is van één
kant begrijpelijk, maar de vraag blijft,
waarom men een stuk op zijn répertoire
neemt, aan welks eisen men niet kan vol
doen. Die eisen zijn allesbehalve gering.
Congreve voert in zijn spel de decadente
Engelse society van omstreeikss 1700 ten
tonele. Hij oordeelt noch veroordeelt: hij
laat de mensen zien zoals ze zijn. Zoals ze
zijn, zijn ze niet ingewikkeld, maar zoals
ze zich voordoen wel. We moeten door een
berg van spitsvondigheden, luim en opper
vlakkig aandoende conversatie heen om
hen te ontmaskeren. Daarbij worden we
beurtelings geholpen en bemoeilijkt door
de onthullingen die zij zelf ten opzichte van
elkaar plegen. Er zijn veel woorden voor
nodig en al die woorden verbergen pointes,
welke men niet zomaar neemt: zij moeten
worden uitgespeeld, ze moeten over het
voetlicht komen. Een tweede eigenschap
van Congreve's dramatis personae is, dat
zij, hoe heterogeen ook, toch een bepaalde
eenheid vormen: zij passen en sluiten in
elkaar als elementen van een tijdsbeeld.
Stuk voor stuk zijn zij een uitgekookte uit
beelding waard. Stuk voor stuk zijn zij
pionnen in het spel, dat Congreve met hen
speelt. Slechts van de hoofdfiguren, de door
alle vrouwen aanbeden Mirabell en de
vrouw, die hij bemint, Millamant, kan men
zeggen dat zij door geest en brille uitsteken
boven de anderen, al moet men die anderen
niet onderschatten, zoals daar zijn de ge
slepen Fainall, mevrouw Marwood en hun
tegenhangers de manzieke Lady Wishfort
en de boertige natuurlijke Sir Wilfull Wit-
woud. Het is wel degelijk een karakterspel
deze comedie. Het ergste wat men de auteur
kan aandoen is haar te benaderen met
typeringen. Het bezwaar dat ik tegen de
voorstelling van het Rotterdams Toneel
heb is dat ze er, voor wat de hoofdrollen
betreft, precies tussen in zweefde, in haar
verscheidenheid geen eenheid werd en de
pointes niet haalde.
De oorzaak? In de aanvang dezer recen
sie heb ik haar al genoemd: het gebrek aan
een capabele bezetting voor alle rollen en
voorts het onontbeerlijk stijlgevoel, nauw
daarmee samenhangend. Regisseur Bob de
Lange kon dan ook de eer niet redden en
het moet mij van het hart, dat het tekenend
was voor de voorstelling, dat er ontzettend
vlug werd gepraat alsof men daarmee de
woordenstroom van Congreve, die waar
achtig toch door wat meer gedreven werd
dan het klein-en-groot mechanisme uit de
spraakkunst, kon opvangen. De uitzonde
ringen vormden Magda Janssens, door
David Koning al geprezen, Johan Fiolet en
Ton van Duinhoven. Ik kon bij de Amster
damse voorstelling Caro van Eyck niet zo
waarderen, waaraan het haar geboden
tegenspel niet vreemd zal zijn. Dat ik in
tegenstelling tot uw getrouwe beoordelaar
van de prestaties van het beroepstoneel de
décors van Wim Vesseur niet wist te rijmen
met het stuk mag men beschouwen als
veroorzaakt door de tegenstellingen van
stuk en spel. werden nu even flets als
de voorstelling
Ik geloof, dat de vertalers er naar ge
streefd hebben om de tekst zo aanvaard
baar mogelijk te doen klinken voor onze
oren. Ze was heel welluidend en aangek-
naam. Nochtans zullen ze zich teleurgesteld
hebben gevoeld, dat zij niet overal tot haar
recht is gekomen. Een beoordeling is daar
om niet volledig. Heeft haar geschiktheid
voor het eigentijdse publiek op de spelers
een averechtse uitwerking gehad? Het ant
woord zal luiden, dat men daarvoor terecht
moet bij de regie. Het is aan de regie door
die tekst heen te zien naar de er achter
verborgen karakters. Het is vervolgens aan
de spelers de intenties van de regie waar
te maken.
„The way of the world" zal naar ik vrees
geen succes worden, al zit er toneel in dat
deugd doet. Het Amsterdamse publiek was
karig opgekomen. Het schonk Magda Jans
sens een open doekje bij haar entree een
heuse geste tegenover deze talentvolle
actrice. Het had voorts alle bewondering
voor de al genoemde creaties waarbij ik
ditmaal het dienstertje van Marianne van
Waveren wil noemen, die een grote voor
uitgang heeft gemaakt. Misschien dat het
Haarlemse toneelpubliek het stuk met meer
instemming ontvangt. Ik hoop het, maar ik
zie het, eerlijk gezegd, niet.
P. V/. FRANSE
André Dérain overleden
De Franse kunstschilder André Dérain is
in de leeftijd van 74 jaar aan de gevolgen
van een auto-ongeluk overleden. Het onge
luk gebeurde op 14 Juli.
Dédain verwierf vooral bekendheid als
voorvechter van het cubisme in het begin
van deze eeuw. Hij werkte ook als illus
trator en ontwerper voor het toneel,
speciaal voor opera en ballet. Men zei wel
eens van hem, dat hij de kleuren op het
doek gooide „als dynamietpatronen."
BURGERLIJKE STAND VAN
HEEMSTEDE
Ondertrouwd: G. W. Molenaar en
M. L. J. Giesberger; H. van der Holst en
C. W. T. van der Linden.
G e t r o u w d: J. J. Ronda en E. A. Buur
man Van Vreeden; G. Rekkers en H. J.
Hüner; B. J. Leeftink en L. Bokelman; Th.
J. Striekwold en H. M. M. Gozeling; R.
Stam en E. M. Hoonaard.
Geboren: Maria Antoinetta Catha-
rina, dr. v.: J. F. G. ten Have en C. M. Kra
mer; Ronaldus Joannes Maria, zn. v.: W. C.
M. Roozen en E. M. J. Nieuwenhuizen;
Harry, zn. v.: H. de Jong en W. Tamming;
Margaretha Johanna Frederique Maria, dr.
v.: A. J. N. van Wijk en E. M. C. Widders-
hoven.
Overleden: A. Waijboer, 87 jaar; C.
C. Daniel, 81 jaar; R. W. Kaandorp, 30 jaar;
J. Bannink—Pirets, 71 jaar; P. J. Leuven,
41 jaar; Wed. A. H. WarmerdamBurger,
78 jaar; J. Donselaar 52 jaar.
VEEMARKT LEIDEN
Op de veemarkt te Leiden werden heden
aangevoerd: 15 stieren, 40 melkkoeien, 340
vette koeien, 102 vare koeien, 14 graskal
veren, 38 vette kalveren, 45 nuchtere kal
veren, 9 geiten, 200 vette schapen, 150 weide-
schapen, 1122 vette lammeren, 21 zeugen,
138 schrammen, 454 biggen, 1 paard.
Notering: stieren, slacht 250—265, schoon
25(4—265 melkkoeien 746—970, vette
koeien 215285, vette koeien schoon 215
285, vare koeien 550—800, vette kalveren
levend 200245, nuchtere kalveren, slacht
5060, nuchtere kalveren levend 120—140,
vette schapen 90115, weideschapen 95
125, vette lammeren 90—100, drachtige zeu
gen 300—400, schrammen 70—110, biggen
40—55, geiten 1540.
Handel voor slieren, vette koeien, vette
kalveren vrij goed, melk- en vare koeien
stroef, nuchtere kalveren, schapen en lam
meren vlot, zeugen, schrammen en biggen
stroef, aflopend, tbc-vrije afdeling gewone
aanvoer 32.
Het slechte weer, het teneinde lopende seizoen, de hervatting der bouwactiviteit
na de bouwvakkenvacantie, de dure groenten, alles vindt zijn weerslag in de maan
delijkse statistiek van het Gewestelijk Arbeidsbureau. Maar boven al die factoren
uit blijft als opmerkelijkste feit te signaleren, dat de werkgelegenheid nog steeds
ruim is en het aanbod van arbeidskrachten, vooral geschoolde, gering.
Ten opzichte van Juli geven de cijfers over de arbeidsmarkt in het rayon Haarlem
wellicht geen opvallende verschuivingen aan, ten opzichte van die van een jaar
geleden spreken ze duidelijke taal. Het totale aanbod van arbeidskrachten bedroeg
op 31 Augustus 891, de maand daarvoor 898, maar een jaar tevoren (31 Augustus
1953) niet minder dan 1494. De vraag bedroeg op 31 Augustus 1190 man, op 31 Juli
1200 en een jaar geleden slechts 766.
Na de bouwvakvacantie liep de vraag
in die bedrijfstak sterk op, terwijl het aan
bod gelijk bleef, namelijk 111 werkzoeken
den tegenover een vraag van 202 op 31
Augustus, nadat die op 31 Juli 160 had
bedragen. Een jaar tevoren bewoog zich de
vraag op ongeveer hetzelfde niveau als
het aanbod.
Men zou zich kimnen afvragen waarom
er nog een aanbod van 111 werkzoekenden
is, bij zulk een dringende behoefte aan
mankracht. Het antwoord is eenvoudig:
het gaat hier om een rest-aanbod van
mensen, die om de een of andere reden
moeilijk plaatsbaar zijn, wegens verge
vorderde leeftijd, gedeeltelijke invalidi
teit, te geringe vakbekwaamheid, hoewel
wat het laatste btereft de bouwnijverheid
altijd veel meer elastisch is dan bijvoor
beeld de metaalindustrie.
Het aantal jeugdige werkzoekenden
bleef zich om de dertig bewegen: het Ar
beidsbureau gaat pas tot plaatsing over,
wanneer het de verwachting heeft, dat er
voor de jonge werknemer ook een behoor
lijke vakopleiding aan de baan vastzit.
Met het oog op de toekomst, vooral wan
neer er een conjunctuurdaling mocht ko
men, getuigt dit van een wijs beleid. Dan
komen immers de goed-geschoolden het
eerst aan de slag.
De grote vraag naar arbeidskrachten en
het geringe aanbod daartegenover levert
wel de scherpste tegenstellingen op in de
metaalindustrie. De vraag bleef in Juli en
Augustus vrijwel constant (538 gezochten),
het aanbod daalde van 136 tot 114, het aan
tal jeugdigen van 56 tot 31.
Een jaar geleden begroeg de vraag nog
254 tegenover een aanbod van 183.
Inzonderheid is er bij de Haarlemse
scheepsbouw grote vraag naar ijzerwer
kers, waarvoor geen vakopleiding be
staat. Uit dien hoofde melden zich ook
weinig gegadigden aan, die deze beroeps
omschrijving bezigen.
Invloed van het slechte weer
De aflopende oogstwerkzaamheden wor
den weerspiegeld in een afnemende vraag
in de agrarische sector. Ook hier bleef
het aanbod aanmerkelijk beneden dat van
een jaar te voren (11 tegen 38).
Dat de vraag in de voedings- en genot
middelenindustrie (29 tegen 60) lager ligt
dan verleden jaar moet geweten worden
aan de minimale aanvoer voor de Bever-
wijkse conservenfabrieken, een gevolg van
de hoge prijzen welke op hun beurt weer
terug te voeren zijn op de voortdurend
slechte weersgesteldheid.
De laatste is er ook de oorzaak van dat
het seizoen in de horecabedrijven eerder
afloopt dan anders. Hetgeen ook blijkt uit
de sterk verminderde vraag naar hotel
personeel e. d. Hier overtreft het aanbod
de vraag tamelijk sterk.
Bij het kantoorpersoneel is de situatie
nog steeds het ongunstigt voor de werk
zoekenden.
De toenemende gang van zojuist de
Mulo of de H.B.S. verlaten hebbende jon
gelui naar het Gewestelijk Arbeidsbureau
is ook hier uit de cijfers af te lezen. In
Augustus stonden 140 werkzoekenden in
geschreven tegen 118 in Juli. De vraag
verminderde daarentegen: 65 tegen 75.
Toch was verleden jaar de verhouding
nog ongunstiger: een aanbod van 184 tegen
een vraag naar 59 arbeidskrachten.
Bij de losse arbeiders bespeurt men ook
de voortekenen van het seizoenslot. IJs-
verkopers en fietsenstallers laten zich weer
inschrijven zodat er nu 222 tegen 202 op
31 Juli op een baan wachten. De vraag
verminderde van 116 op 112. Ook in deze
jaar ongunstiger (aanbod 399, vraag 30).
Van het vrouwenfront is er geen nieuws.
De vraag overtreft het aanbod vier tot vijf
keer maar eigenlijk zijn deze cijfers niet
veel waard.
Aan de kant van de vraag niet, omdat
vele werkgevers zo langzamerhand wel
weten, dat ook het Gewestelijk Arbeids
bureau hun niet kan helpen; aan de kant
van het aanbod niet, omdat men hier in
vele gevallen te doen heeft met vrouwen
die administratief ingeschreven moeten
staan met het oog op de uitvoering van
sociale wetten, doch die eigenlijk niet
voor de arbeidsmarkt in aanmerking
komen.
De schaarste aan vrouwelijk personeel
heeft er toe geleid dat een der voedings- en
genotmiddelenindustrieën in Haarlem een
proef heeft genomen met het inschakelen
van wat oudere werkkrachten. Deze
proef is op zichzelf niet ongeslaagd,
gezien het feit, dat er later nog een paar
oudere vrouwen werden aangenomen.
Maar de aantallen waarom het hier gaat
zijn zo gering, dat niet gesproken kan wor
den van een ingrijpend experiment.
„Nu de dood het oeuvre van O'Neill heeft
afgesloten, is er alle aanleiding om te pro
beren door heropvoeringen tot een waarde
bepaling van de verschillende werken van
een van de grootste toneelschrijvers van
deze eeuw te geraken. Als aandeel van de
Toneelvereniging bij deze waardebepaling
lijkt een opvoering van Anna Christie aan
gewezen". Aldus de aanhef van de toe
lichting in het programma van de pre
mière, die gisteravond onder regie van
Frits van Dijk in de Haarlemse Schouw
burg gegeven werd. De zeer bruikbare
décors waren van Weynand Grijzen, voor
de vertaling was Ferd. Sterneberg verant
woordelijk.
Denkt men aan het publiek waarvoor
het vroegere Volkstoneel, waarvan de To
neelvereniging de onder artistieke leiding
van A. Defresne ondernomen voortzetting
is, placht te spelen, dan kan men het met
de bovengeciteerde motivering van deze
keuze wel eens zijn, deze althans begrij
pen. Overigens lijkt een dergelijke poging
tot herwaardering allerminst noodzakelijk,
want er zullen maar weinig mensen te vin
den zijn die voor dit uit 1921 daterende
spel van de latere Nobelprijswinnaar
Eugene O'Neill een goed woord over heb
ben, enkele chauvinistische Amerikanen
uitgezonderd. Trouwens: regisseur en spe
lers hebben de hele avond voof alles aan
getoond, dat zij ook niet precies begrepen,
waarvoor zij eigenlijk hun best stonden of
zaten of liepen te doen. Dit kennelijk ge
brek aan geloof was uiteraard niet bevor
derlijk voor een goede verstandhouding
in de zaal, waar zelfs welwillende toe
schouwers tenslotte hun hilariteit niet on
derdrukken konden.
Het lijkt nauwelijks nodig nog een sa
menvatting te geven van de inhoud van
dit sentimentele levensdrama, dat hier
vroeger met Magda Janssens in de titelrol
is gespeeld, waarvan een filmversie met
Greta Garbo in de bioscopen circuleerde
en waarvan amateurs ook in deze omge
ving reeds herhaaldelijk een kwalijke ver
bastering vertoonden. Maar goed, voor
mensen met een zwak geheugen zij eraan
herinnerd, dat Anna Christie als kind
door haar vader, een zeeman, op het land
uitbesteed al vroeg aan lager wal ver
zeild raakt en de zelfkant van het leven
leert kennen. Haar gouden zieltje is ech
ter door het bederf nog niet volledig aan
getast en wordt na haar terugkeer op zee
(aan boord van een kolenschip) gereinigd
in de mist, die zij voor niets zou willen
hebben gemist, zoals het poëtisch luidt in
de Nederlandse tekst. Getransformeerd tot
nieuwe maagdelijkheid, als men het zo mag
uitdrukken, vat zij een zuivere liefde op
voor stoker Mat Burke, die haar aanvan
kelijk verontwaardigd en ontgoocheld in
de steek laat, als zij hem haar verleden
heeft bekend, doch het tenslotte toch met
haar durft wagen.
Noodzakelijk is het niet om de onecht
heid van de in het geding komende gevoe
lens aan te tonen. Deze treft bij het zien
van de voorstelling nog sterker door het
(ietwat romantisch opgesmukte) realisme
van de entourage. Het was een zwakke
vertoning, waarbij men nooit precies wist
waarop nu eigenlijk aangestuurd werd, om
in de termen te blijven. Andrea Domburg
had het wel het moeilijkst, mede omdat
Wim Hoddes weliswaar tegenspel leverde
waarop niets aan te merken was, maar torh
niet helemaal de robuuste krachtfiguur
neerzette, die hier vereist werd. En wat
betekent al het gepraat over „loutering" en
„schoongewassen zijn" door de zee, als daar
niets van blijkt? Het geforceerde, totaal
onvoorbereid „happy ending" maakt de
zaak nog erger, zelfs als men met O'Neill
aanneemt, dat het niet meer betekent dan
een komma, een rustpunt dus, in beider
tot ongeluk voorbestemde levens.
Maar goed, Andrea Domburg schonk in
vele opzichten bevrediging, al was haar
verbittering wat monotoon en haar hele
verschijning wat mat, te weinig brillant.
Treffende momenten waren er in de grote
bekentenisscènes, zij het met ongevulde
ovei'gangen. Frits van Dijk maakte van de
„duivelse" en voor de werkelijkheid be
vreesde vader zo'n stereotiep oud manne
tje, dat men met de beste wil van de we
reld niet kon aannemen dat zo iemand nog
voor de grote vaart als bootsman aange
monsterd wordt. Een raak uitgewerkte
typering zag men in het eerste bedrijf van
Marie Hamel, op bijgaande foto afgebeeld
tijdens haar kennismaking met de titel
heldin.
Zo is de Toneelvereniging het nieuwe
seizoen bijzonder weinig overtuigend be
gonnen. Het wachten is op de revanche,
die zeker niet zal uitblijven.
DAVID KONlNfl