Haarlemse Kinderkerk wilde bandeloze jongeren opvangen Met j/BLPON zie je er geen barst van Hevdt 's .Clowntje Rick „Achter Wallen en Poorten" Verplichte kerkgang op straffe van onthouding van steun aan ouders De kleding vindt U bij HEYDT Stazione Termini voor de HKG 5 Ontstaan en groei van een jeugdwerk „Uitstalkast op wieltjes is een gebouw" Geldboete geëist tegen piloot uit Rijswijk Voor de kinderen BRYLCREEM SPORTCOLBERT 29.75 Jongens Lange broeken Werkbezoek Commissaris der Koningin aan PEN Verklaring van Mij. tot Bevordering Geneeskunst Weer drie kunstenaars naar Indonesië FEUILLETON VRIJDAG 5 NOVEMBER 1954 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAAP.LEMSCHE COURANT Zondag 7 November is het 175 jaar geleden, dat de Haarlemse Kinderkerk, die regel matig in de Bakenesserkerk gehouden wordt, gesticht werd. Mogelijk zal men zich afvragen of men in 1779 zo voorlijk is geweest, dat men een aparte dienst voor kin deren instelde. De Zondagsschool bestaat in Nederland ongeveer honderd jaar en de twintigste eeuw wordt de eeuw van het kind genoemd. Om de stichting van de kinderkerk op het vroege tijdstip te kunnen begrijpen is het van belang de omstandig heden na te gaan, waaronder ze werd geboren. De heer A. J. van Houwelingen Rijk- hoek, die zich verdiept heeft in de his torie van de Haarlemse Kinderkerk, deel de ons mee, dat omstreeks de stichting van de Kinderkerk de Republiek der Zeven Provinciën haar ondergang tegemoet ging. Een groep der bevolking had overdadige rijkdom en de arbeider kon nauwelijks le ven. Ook heerste er een politiek geharre war, waardoor van regeren, althans door de wettig-bevoegden, geen sprake meer was. In zulk een tijd sprong de jeugd gemak kelijk uit de band en het behoeft niemand te verwonderen, dat op een vergadering ven regenten en superintendenten (dat Zijn de bestuurders door de gemeente Haarlem benoemd) in het grote Diaconie huis aan de Koudenhorn (in September .1171 in gebruik genomen) een voorstel werd gedaan, om de baldadigheid van de jeugd in te tomen door een kinderkerk te stichten. De vergadering juichte onmiddel lijk het voorstel, dat de heer Willekens had ingediend, toe en benoemde een com missie die over zijn idee rapport zou uit brengen. Deze vergadering was op 29 Sep tember 1778 gehouden en de commissie bracht enkele weken later (12 November) haar rapport uit, waarin zij voorstelde in de Janskerk een tweede hangzolder te ma ken, aan de zijde van de Jansstraat, waai de diaconie-mensen een plaats zouden krijgen, terwijl de galerij bij het orgel be stemd zou worden voor de kinderen. Zon dags om één uur zou een aparte dienst voor de kinderen worden ingesteld, samen met de bewoners van het Diaconiehuis en de gewone gemeente. De gemeente Haarlem en de kerkeraad toen nog innig, vervlochten wilden echter geen gelden voteren voor de ver bouw van de Janskerk, en de predikanten zeiden beleefd doch beslist, dal ze niet wensten voor te gaan in zo'n expres ge creëerde dienst. Maar ook de dominees stonden toen onder de regenten (burge meesters en raad) en hadden dus weinig in te brengen. Het gevolg was dat de stads bestuurders de kerkeraad op 18 Juni 1779 gelastten tot het instellen van een kinder kerkdienst in de Bakenesserkerk, waarbij de predikanten verplicht werden voor te gaan. Nu moest de Bakenesserkerk nog ge schikt gemaakt worden voor de kinder- dienst. In de beuk, aan de zijde van de Wittevrouwensteeg, werden aan weerskan ten van het portaal 9 lange banken getim merd. Op elke bank konden dertig kinde ren plaats nemen, dus in totaal was er plaats voor 540 kinderen. De gemeente zat dus vóór deze kinderen, in het oude schip. Toen stond de preekstoel n.l. nog aan de buitenwand van de kerk, in het midden van de Oostelijke muur. Eerste dienst Op 7 November 1779 is de eerste kinder- dienst gehouden. Ds. Mobachius Quaedt hield er een preek; de collecte bracht die eerste keer ai dadelijk f 105,65 op, voor waar voor die tijd een hoog bedrag. Hieruit kan men concluderen, dat de instelling van de kinderdienst bij de gemeente in de smaak viel. Die collecten brachten de eerste jaren steeds meer dan f 1000 per jaar op, alweer een bewijs, dat er niettegenstaande de oor log vele rijken waren. Maar dat bleef niet zo. Tussen 1859 en 1869 werd er niet meer dan f 50 per jaar geofferd, in 1867 maar f 28,24. Dit hangt samen met het niet meer opkomen van de gemeente bij de kinder dienst. Doordat de banken in het ruim toch niet meer gebruikt werden, verplaatste men in 1855 de kinderbanken hierheen. Ondertussen was er nog een andere ge wichtige verandering gekomen: de burge- lijke gemeente en de kerk gingen in zaken van armbestuur niet langer samen. Op een steen, ingemetseld in het Diaconiekantoor (vroeger in de Janskamer, die nu tot lees zaal van het gemeente-archief is geprofno-1 veerd, maar lange tijd de vergaderzaal van de diakenen is geweest) leest men: De on afhankelijkheid van de Diaconie: 13 April 1854. Door deze scheidipg werden de fond sen aan de Kinderkerk geschonken, en tot 1854 in beheer bij de rogenten van het grote Diaconiehuis, overgedragen aan een com missie van diakenen. Zo werd de Kinder kerk een zuiver kerkelijke instelling, wat ze tot heden is gebleven. Een commissie uit de kerkeraad, bijgestaan door een paar gemeenteleden, zorgt voor de geestelijke zaken, een commissie uit de diakenen voor de materiële. Kinderen verplicht naar de kerk te gaan Men zal zich intussen hebben afgevraagd, of de lieve jeugd zo maar vanzelf naar de Bakenesserkerk ging. Als die jeugd zo bal dadig was, zal ze stellig niet uit eigen be weging naar de kerk zijn gegaan! En dan oj) Zondagmiddag om een uur! Neen, men lijke wqze het Evangelie gebracht. Welis waar zijn de fondsen geslonken (devalua tie) en kunnen er niet meer zoveel kleren en schoenen met Kerstmis worden uitge deeld als vroeger, maar deze oude vorm van beloning voor de kinderen der armen is nu ook niet meer nodig. Mot een verras sing, bestaande uit boeken en tractaties, is het Kerstfeest in de Kinderkerk toch nog steeds een attractie voor veel kinderen èn hun ouders. Men kan in Haarlem niet spreken over de Kinderkerk zonder daarbij de heer C. Nel te noemen, die meer dan 45 jaar als vond er een middel op om de kerk vol te krijgen: de ondersteunden van de diaconie werden verplicht hun kinderen naar de kin derdienst te zenden, op straffe van inhou ding van de onderstand. En de stad hielp mee, want de onderwijzers van de stads scholen moesten volgens hun instructie de kinderen, die zich verzamelden in het Dia coniehuis, begeleiden naar de kerk en daar scherpe controle houden, zowel op het aan tal kinderen, als op de algemene orde. Wanneer een jongen é.1 te lastig was, mochten de suppoosten van het Diaconie huis, die de onderwijzers assiteerden, zo'n bengel meenemen en hem „op water en brood" opsluiten in een hok van het Diaco niehuis, waar hij de hele Zondag over zijn zonden mocht nadenken. Pas in 1862 werden de stadsschoolmees ters van hun Zondagse plicht ontheven. Langzamerhand begint de nieuwe tijd door te breken. In 1870 werd besloten de dienst van 's middags een uur naar 's morgens tien uur te verplaatsen, en tevens de kin deren tot grotere plechtigheid op te voe den door ze koraalzang te laten leren. Daartoe werd in 1872 een serafine-orgel gehuurd, dat de voorloper werd van het oude orgel in de Bakenesserkerk, dat nu ook al weer verdwenen is en is samenge voegd met het orgel uit de Janskerk. Het front van nü is van het orgel van de Jans kerk. Orgel ingewijd Dat orgel werd op Tweede Paasdag 1874 ingewijd. Het was gebouwd door J. A. Stro bel te Frankenhausen, in Thüringen. Dat had wat vroeger kunnen zijn, als men niet bij de bouw vergeten had, ruimte te reser veren voor de blaasbalg! De kosten werden geheel door de Kinderkerk gedragen. Voor de ontbrekende som werden obligatiën a f 25 uitgegeven, die echter door de vriende lijke financiers werden teruggegeven. Het 100-jarig bestaan werd in 1879 fees telijk herdacht, eveneens het 150-jarig be staan in 1929. Daarbij maakten de kinde ren een uitstapje naar Egmond en de Hondsbosse. Dinsdag en Woensdag worden diensten gehouden ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan. Vrije kerk En eindelijk is de oude bedelings-kinde- ren-kerk, door opheffing van de verplich ting der ondersteunden om hun kinderen ter kerk te zenden, in 1935 een heel gewone kinderkerk geworden, laten we zeggen: een vrije kerk. Desalniettemin is ze blijven bestaan en nog steeds wordt in deze oude Bakenesser kerk elke Zondag aan kinderen op kinder- Het is nog niet zo lang geleden, dat aan kinderen tijdens het Kerstfeest in de Kinderkerk pantoffels werden uitgedeeld. De tekenaar P. van Loog heeft er een pentekening van gemaakt en daarop ziet men o.a. de heer C. Nel, die belangrijk werk voor de Kinderkerk heeft verricht. administrateur (en meer dan dat: als vriend der kinderen) met voorbeeldige trouw en toewijding deze oude instelling heeft gediend. Helaas zal deze „oude ge trouwe-" het 175:jarig bestaan niet kunnen meevieren door ernstige ziekte. Maar hij zal in veler, gedachten leven als een echte „vader" der kinderkerk. Officier van Justitie: „Plet is een kiekkast", zei mr. E. J. W. Top, president van de Haarlemse rechtbank, Donderdagmiddag tegen de bijna zestig jarige garagehouder A. van E. uit Bever wijk en hij doelde daarbij op een getim merte, dat de verdachte Van E. naast zijn garage had gebouwd. „Het is een show wagen", zei de verdachte, die in hoger be roep terecht stond, omdat hij de woning wet overtreden zou hebben en hij begon vervolgens duidelijk uit te leggen, waar om dit getimmerte volgens hem niet onder een gebouw gerangschikt kon worden. De garagehouder was namelijk zo slim ge weest om onder het gebouwtje, dat hij als étalage-kast gebruikte vier kleine wieltjes te plaatsen. Voorts had hij een oprijbaan laten maken, zodat hij zijn wagen achter de garage kon slepen. De officier van Justitie mr. dr. R. W. H. Pitlo, was echter, ondanks de verkla ringen van Van E. van oordeel, dat de uitstalkast in de verste verte niets met een voertuig te maken had en dat er dus voor de bouw van deze étalageruimte zeer zeker een vergunning nodig was. Mr. Pitlo werd in zijn betoog gesteund door een arrest van de Hoge Raad van 21 Maart 1927, waarin duidelijk wordt gezegd, dat een garage op rolletjes een gebouw is in de zin van de woningwet. Hij achtte het ten- lastegelegde dan ook bewezen en eiste een geldboete van 25 gulden, subsidiair tien dagen hechtenis. De kantonrechter had Van E. reeds veroordeeld tot elf gulden boete. De rechtbank zal op 18 November uit spraak doen. Hij zou met vliegtuig te laag boven Keukenhof gevlogen hebben De 34-jarige piloot E. J. W. S. uit Rijs wijk, die Donderdagmiddag voor de Haar lemse rechtbank in hoger beroep terecht stónd omdat hij op 24 April van dit jaar met zijn reclame-sportvliegtuig te laag over de Keukenhof zou hebben gevlogen verschilde in talrijke opzichten van mening met de officier van Justitie, mr. dr. R. W. H. Pitlo, die van oordeel was, dat de ver dachte tijdens het bloemencorso gevaarlijk laag óver de bebouwde kom had gevlogen en daarbij de helicopters van de Sabena er toe had gedwongen aan de grond te blijven met het oog op het gevaar, dat hij met zijn toestel voor deze hef schroef vlieg tuigen veroorzaakt zou hebben. Mr. Pitlo, die van mening was, dat de verdachte door bravour de veiligheid in de lucht in gevaar had gebracht eiste tegen S. een geldboete van tweehonderd gulden, en een voorwaardelijke hechtenis- straf van zeven dagen met een proeftijd van twee jaar. De kantonrechter had de piloot tot twee honderd gulden boete veroordeeld, waar van honderd gulden voorwaardelijk. De getuige, de 49-jarige Sabena-piloot A. C. d'H. uit Kessel verklaarde dat hij in het geheel geen last van het sportvliegtuig gehad zou hebben. Wel moest hij beves tigen, dat het toestelletje niet hoger dan ongeveer tweehonderd meter gevlogen had, hetgeen door de verdachte volmondig werd toégegeven. Deze laatste verzekerde de rechtbank echter dat hij zeer zeker geen gevaar voor de helicopters en voor het Ach, die arme Bunkiedaar spartelde hij aan de haak in de lucht! „Nee! Nee!!", gilde hij. „Laat me gaanik ben geen vis!" Maar de man haalde het snoer in en pakte Bunkie vast. „Ik heb jou gevangen, en je gaat in m'n bunnetje!", zei hij. „Nee!", Schreeuwde Bunkie. „Ik wil niet!" Van dat geschreeuw schrok Rick wakker uit zijn slaapje. Hij keek verbaasd opzij naar Bunkie, die met dichte ogen zat te schreeuwen „Hé. zeg!", zei Rick, en hij porde Bunkie tegen zijn arm. Bunkie ontwaakte; hij keek met grote ogen om zich heen. Toen zag hij de vaart en het land en Rick, die hem lachend en verbaasd aankeek. „O!", zuchtte hij verlicht. „Gelukkig ik heb maar gedroomd!" „Nou, en öf!", lachte Rick. „Je scheen het nogal benauwd te hebben ook!" „Allicht", zei Bunkie. „Zou jij het leuk vinden, om aan 'n hengel met 'n haak uit het water getrokken te worden „Ik niet!', zei Rick. „Droomde je dat?" „Ja", zei Bunkie. „Het was 'n akelige droom, hoor!" ADVERTENTIE mannen die „gezien" zijn, prefereren Wat een verschilhaar dat mooi en soepel zit of die nare geplakte haren. Laat Uw haar welverzorgd zijn - gebruik Brylcreem, de volmaakte hairdressing. Met Brylcreem nooit overdadige vettigheid de oliën zijn geëmulgeerd. De heilzame bestanddelen verkwikken de hoofdhuid, be- strijden roosvorming, maken droog haar weer vitaal. voor mooi, gezond haar County Lab oratories Ltd., Stanmore, England - Jacq. Mot N.V., Amsterdam publiek geweest zou zijn, hoewel hij toch weer toegaf, dat het best mogelijk kon zijn dat hij te laag boven de bebouwde kom gevlogen zou hebben. Dit zou dan echter hebben plaats gehad boven de straatweg, waarbij hij er voortdurend re kening mee had gehouden, dat hij in geval van motorstoring aan beide kanten van de weg zou hebben kunnen landen. De rechtbank zal op 18 November uit spraak doen. ADVERTENTIE die U voor het najaar nodig heeft Gabardine broek19.75 Kamgaren broek22.50 Grote sortering t Plusfours Dames Pantalons 16.75 tt* ANEGANG De Haarlemse Kunst Gemeenschap ver toonde gisteravond in het Rembrandttihea- ter voor haar leden een film, die wij ge ruime tijd geleden reeds in „Erbij" hebben besproken en wel „Stazione Termini" van Vittorio De Sica. In geen film is naar mijn mening wel zo onomstotelijk het meester schap van de regisseur over zijn materiaal bewezen als in deze fraaie en vaak ont roerende cinematografische productie, die als uitgangspunt het afscheid van twee ge lieven neemt om alle hen beroerende emo ties zuiver en genuanceerd te verhalen. Het gegeven roept herinneringen op aan „Brief Encounter", maar daarbij blijft het. Veel meer dan in deze overigens bijzon dere film van David Lean betrekt De Sica de plaats van handeling bij zijn ontleding van menselijke bewogenheden. Het station in zijn film speelt mee. Het is niet slechts achtergrond, het heeft een functie. De daden, de woorden van de dramatis perso nae worden er door beïnvloed en bepaald. En dat gebeurt wel zo knap, zo bijna on merkbaar, dat men pas achteraf beseft welk een schoolvoorbeeld van compositie „Stazione Termini" feitelijk is. De Sica speelt met ieder geluid, speelt met de men sen, die het station bevolken en laat hen voortdurend ingrijpen in de handeling om ze dan weer op het tweede plan te schui ven en zich te richten op de onthullingen van zijn hoofdpersonen. Ook deze onthul lingen legt hij verbijsterend scherp vast Hij buit het spel van Montgomery Clift en Jennifer Jones tot in de détails uit. Hij registreert hun innerlijke en uiterlijke be wegingen met liefde en geduld. Hij wrocht een werk van de eerste orde. „Stazione Termini" behoort dan ook gerekend te worden tot de beste films van deze pro ductieve en talentvolle Italiaanse film maker. Fr. ADVERTENTIE VRAAQ DE JUISTE SOORT De Commissaris der Koningin in de pro vincie Noordholland, dr. M. J. Prinsen, heeft vandaag een werkbezoek aan het Provinciaal Electriciteitsbedrijf Noord holland (PEN) gebracht. Dit gold zijn eerste bezoek aan dit bedrijf sedert het aanvaarden van zijn ambt. Kort geleden had hij reeds een bezoek gebracht aan het andere provinciale bedrijf, het Provinciaal Waterleidingbedrijf, en vandaag was het PEN aan de beurt. Om halftien arriveerde de Commissaris aan het kantoorgebouw aan de Ignatius Bispincklaan te Bloemendaal. Daar werd hij rondgeleid door de directeur, ir. J. den Boesterd. Dr. Prinsen Met zich op de hoog te stellen van de werkzaamheden in het bedrijf. Vervolgens begaf dr. Prinsen zich naar de Centrale te Velsen, waar de stroom op gewekt wordt. Het bezoek aan deze Cen trale nam geruime tijd in beslag; de be zoeker liet zich voorlichten over de vele werkzaamheden, die hier verricht worden. Artsen en ziekteverzekering Het dagelijks bestuur van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst deelt mede, dat het lang voordat er sprake was van een „Me disch Comité van Actie" kennis geno men heeft van een plan van het particu liere verzekeringswezen, samenhangend met een verhoging van de weistandsgrens waarbinnen de verplichte socale verzeke ring geldt. Het hoofdbestuur zegt zich van een definitieve beoordeling te hebben ont houden en zich te zullen onthouden totdat deze plannen geheel zijn uitgewerkt en dus op hun practische waarde kunnen worden beoordeeld. Een verklaring door het hoofdbestuur afgelegd in de besloten algemene vergade ring, Zaterdag te Utrecht gehouden, waarin het optreden van het Comité van Actie werd gelaakt, werd met applaus beant woord, aldus het dagelijks bestuur. Onder auspiciën van de Stichting Culturele Samenwerking gaan in de komende maanden een musicoloog en twee auteurs naar Indo nesië. Dezer dagen vertrekt de heer Bernard IJzerdraat, die in de laatste jaren bekendheid heeft gekregen door het maken van opnamen van Indonesische muziek en door de beoefe ning van deze muziek hier te lande. In Fe bruari 1955 vertrekt de schrijfster Henriëtte van Eyk, die in Indonesië een reeks van reportages gaat maken over het culturele en maatschappelijke leven. In April 1955 zal de jonge schrijver Leonard de Vries, oprichter van de zogenaamde hobbyclubs, in Indonesië contact gaan opnemen met het jeugdwerk daar te lande. Tevens zal hij daar materiaal verzamelen voor een boek. VERZENDING VAN ZEEPOST Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de correspondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd, staan, tussen haakjes, achter de naam van het schip vermeld. Indonesië en Ned. Nieuw Guinea: s.s. „Friesland" (18 Nov.). Antillen: m.s. „Poseidon" (16 Nov.). Suriname: m.s. „Bonaire" (17 Nov.). Unie van Zuidafrika en Z.W. Afrika: m.s. „Arundle Castle" (6 Nov.). Canada: ms „Prins Willem van Oranje" (13 Nov.). Argentinië: ms „Yapeyu" (13 Nov.). Brazilië: m.s. „Belgrano" (13 Nov.) Australië en Nieuw-Zeeland: via Enge land (6 en 13 Nov.). Historisch verhaal naar het gelijknamige toneelspel van JAN VAN DAM Bewerkt door A. Zwart 24) „Ik zal niets dergelijks ondernemen. Kolonel", zei hij bijna onhoorbaar. Bij de deur bleef hij staan en keek aarzelend nog even om. „Het is je geraden!" dreigde Van Dui ven-voorde grimmig. En hij nam Evert bij een arm en duwde hem de kamer uit. „Be waak de luitenant tot ik terugkom!" beval hij de soldaat die in de gang op wacht stond. En zo moest Evert het beleven, dat een gewoon soldaat een pistool op hem richtte en hem onder schot hield. Maar hij reaU- seerde het zich niet, hij kon bijna niet meer denken. Slap leunde hij tegen een deur post en staarde naar zijn voeten. Ook Brechtje zag hij niet, die hem vanuit de keuken ontzet aankeek. „Ziezo!" zei Van Duivenvoorde, toen hij de kamer weer betrad. „Dat is één! Zal ik de rest ook meteen maat -»eg latan bren gen?" Vragend zag hij Ripperda aan, maar Talesius riep: „Het komt mij voor, dat u flink buiten uw bevoegdheid treedt! Dit is tcch waan zin! Ik protesteer! Ik heb nog niets eens vernemen, waarvan ik nu eigenlijk be schuldigd word!" „Wij beschuldigen u", zei Ripperda, „door het zenden van afgezanten naar Don Frederik met onze vijanden te heulen!" „Juist!" riep Van Duivenvoorde. Daarop wendde hij zich tot Adriaen, die al die tijd roerloos had geluisterd: „Welke boodschap heeft Don Frederik u overhandigd, waarde heer?" „Diezelfde vraag heeft Ripperda ons ook al gesteld", zei Adriaen, die van plan was evenzo gewiekst te zijn als zijn schoonva der. „Ik begrijp niet dat u daarop van mij een antwoord verlangt!" „U ontkent dus in Amsterdam te zijn ge weest?" „Vanzelfsprekend!" „Dan zal u wel verbaasd zijn te verne men", begon Van Duvenvoorde langzaam, „dat wij zo-even Dierick de Vries hebben gearresteerd, die onmiddellijk uw naam heeft genoemd!" „Haha!" "lachte Adriaen. „Dat is onmo gelijk! De Vries is in Amsterdam ge-" Ge schrokken sloeg hij zijn hand voor zijn mond. „Wat zegt u?!" vroeg Ripperda scherp, terwijl hij snel enkele passen op hem toe kwam. „Hoe weet u dat hij in Amsterdam is gebleven?' „U heeft u zelf ven-aden!" riep Van Duvenvoorde triomfantelijk. „U begrijpt me verkeerdstotterde Adriaen verward, in een vergeefse poging zijn fout te herstellen, „ikwij „Draait u er toch niet langer omheen!" gebood Ripperda hem streng. „Dit is een bewezen zaak!" Terwijl Talesius de verloofde van zijn dochter woedend aankeek, was Van Dui venvoorde naar buiten gegaan en had de manschappen geroepen. Even later stond de deftige kamer van Meester Quirijn Ta lesius vol krijgshaftig uitziende soldaten. Ursula klampte zich snikkend aan haar aanstaande man vast. Talesius deed met alle la-achten waarover hij beschikte, moeite om niet te laten blijken, dat hij het verloren had. „Ik zal ze gelegenheid geven afscheid van de dochter te nemen", zei Ripperda tot Van Duivenvoorde. „Breng jij de zoon vast weg. Ik -wil dat ze samen gaan". De Kolonel knikte en verliet de kamer. En och, laten wij deze kamer ook maar verlaten. Er gaan zich hartverscheurende tonelen afspelen tussen Adriaen en haar verloofde, die elkaar misschien nooit meer terug zullen zien. Ook de oude Talesius en Ursula zullen niet gemakkelijk afscheid van elkaar nemen, want ook zij zullen elkaar misschien nooit meer terugzien. En die arme Brechtje! Jarenlang, tientallen ja renlang is zij bij de familie Talesius ge weest, zij is er bij gaan horen. Zij heeft het gezin zien ontstaan cn groeien. En nu moet ze meemaken, dat het uit elkaar valt. Nee, laten wij liever weggaan uit die trieste kamer en ons liever in het gezel schap van Evert begeven, die onder ge leide wordt opgebracht, hoewel dit ook geen opwekkend toneeltje is om te be schrijven. Maar wat wil je? Als het er op aankomt, komen er in een oorlog erg weinig opwekkende toneeltjes voor. Vooraan reed Van Duvenvoorde op zijn paard, en midden tussen vier mannen met getrokken pistool kwam Evert. Hij was nog steeds in die vreemde toestand van half slapen, half wakker zijn. Maar toch merkte hij wel hoe hij aangestaard werd. Vele Haarlemmers hei-kenden hem namelijk, van vanmorgen, toen hij glorierijk door de Janspoort met zijn vendel was binnenge komen, en ook uit De Leckertandt, waar hij gegeten had. En enkele ook, die hem gezien hadden toen hij op straat bleef stilstaan en kruis of munt gooide. „Wat is het toch veranderlijk in de we reld!" mompelden zij tegen elkaar. Toen hij uit het huis van zijn vader kwam, werd hij uitgejouwd, want het was natuurlijk als een lopend vuurtje rondge gaan, dat hij de zoon was van die onbe trouwbare Talesius. „Zie je wel!" schreeuwden ze. „On kruid vergaat niet! Je moet die lui nooit vertrouwen!" En toen hij het stadhuis binnenging, riepen ze hem zelfs achterna: „Ophangen moesten ze je! Je zult wel het een en ander op je geweten hebben!" De Haarlemmers waren erg vlug met op hangen in deze dagen, en het was maar goed, dat zij bestuurd werden door ernstige mannen, zoals Ripperda en Van Duven voorde, die niet over één nacht ijs gingen, wat dat ophangen betreft. In de cel, waar ook de gemeenteraads zanger had gezucht, werd hij opgesloten. De muurketting werd aan zijn been ge klonken. Wat later was hij alleen in het koude, schemerachtige hol. Maar hij wist het nauwelijks. Hij kón haast niet denken. Eigeniijk droomde hij half. HOOFSTUK VII Dus zuchtte Evert Talesius onder het stadhuis, en een paar meter van hem af ook zijn vader. De weken verstreken. De achtste De cember arriveerde Marnix van Sint Alde- gonde in de stad, gezonden door de Prins, om de „wet te verzetten". Hij werd wel kom geheten door de burgerij, die voor die gelegenheid het Med uit het hoofd had ge leerd, dat hij eens ter ere van de Prins had gemaakt. Staand op het bordes, hoorde hij goedmoedig aan hoe men het Wilhelmus zong. Het ging stroef en een beetje onwen nig, want het was een moderne melodie, die niet makkelijk was te leren. Willem van Oranje had hem gezonden, omdat het hem heel weinig beviel, dat Haarlems re gering onderhandelingen met Don Frede rik had aangeknoopt; en daarom was hij van mening, dat olie leden van de vroed schap die hier een aandeel in hadden ge had, uit hun ambten verwijderd moesten worden. Juist terwijl Van Sint Aldegonde in de stad was, stuurde Dierick de Vries van Amsterdam uit een brief, waarin hij de Haarlemmers aanraadde om het toch voor al niet op een beleg te laten aankomen. Maai- dat was wel heel naïef van de een ogige verrader en hij had een bijzonder slecht ogenblik uitgekozen. De man die de brief kwaim brengen werd opgehangen, en daarmee was deze zaak afgelopen. Intussen hadden in de omgeving van Am sterdam in sneeuw en ijs schermutseMngen plaats tussen Geuzen en Spaanse troepen. Dit was het voorspel van het beleg dat nu komen ging.. Maar de weersomstandighe den hadden het niet op Don Frederik voor zien. Het begon te dooien als hij wilde dat het vroor, en als een beetje dooi hem eens goed van pas gekomen zou zijn, ach, dan ging het vriezen. Maar niet alleen de tem peratuur had het op de arme Don voor zien, maar ook de wind. Op zekere dag wilde hij met zijn mannen oprukken naar Halfweg, een dorpje tussen Amsterdam en Haarlem, toen er zo'n ongelofelijke Noord wester opstak, dat het halve leger van de dijk afwaaide. Dat was nu niet direct een glorierijke veldtocht. In Haarlem bulderde men van het lachen toen men het hoorde. Half December echter vond Don Frederik dat de tijd voor de aanval gekomen was. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 7