Haarlemse Kinderkerk wilde
bandeloze jongeren opvangen
Met j/BLPON zie je er geen barst van
Hevdt 's
.Clowntje Rick
„Achter Wallen
en Poorten"
Verplichte kerkgang op straffe van
onthouding van steun aan ouders
De kleding
vindt U bij HEYDT
Stazione Termini
voor de HKG
5
Ontstaan en groei
van een jeugdwerk
„Uitstalkast op wieltjes
is een gebouw"
Geldboete geëist tegen
piloot uit Rijswijk
Voor de kinderen
BRYLCREEM
SPORTCOLBERT 29.75
Jongens Lange broeken
Werkbezoek Commissaris
der Koningin aan PEN
Verklaring van Mij. tot
Bevordering Geneeskunst
Weer drie kunstenaars
naar Indonesië
FEUILLETON
VRIJDAG 5 NOVEMBER 1954
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAAP.LEMSCHE COURANT
Zondag 7 November is het 175 jaar geleden, dat de Haarlemse Kinderkerk, die regel
matig in de Bakenesserkerk gehouden wordt, gesticht werd. Mogelijk zal men zich
afvragen of men in 1779 zo voorlijk is geweest, dat men een aparte dienst voor kin
deren instelde. De Zondagsschool bestaat in Nederland ongeveer honderd jaar en
de twintigste eeuw wordt de eeuw van het kind genoemd. Om de stichting van de
kinderkerk op het vroege tijdstip te kunnen begrijpen is het van belang de omstandig
heden na te gaan, waaronder ze werd geboren.
De heer A. J. van Houwelingen Rijk-
hoek, die zich verdiept heeft in de his
torie van de Haarlemse Kinderkerk, deel
de ons mee, dat omstreeks de stichting van
de Kinderkerk de Republiek der Zeven
Provinciën haar ondergang tegemoet ging.
Een groep der bevolking had overdadige
rijkdom en de arbeider kon nauwelijks le
ven. Ook heerste er een politiek geharre
war, waardoor van regeren, althans door de
wettig-bevoegden, geen sprake meer was.
In zulk een tijd sprong de jeugd gemak
kelijk uit de band en het behoeft niemand
te verwonderen, dat op een vergadering
ven regenten en superintendenten (dat
Zijn de bestuurders door de gemeente
Haarlem benoemd) in het grote Diaconie
huis aan de Koudenhorn (in September
.1171 in gebruik genomen) een voorstel
werd gedaan, om de baldadigheid van de
jeugd in te tomen door een kinderkerk te
stichten. De vergadering juichte onmiddel
lijk het voorstel, dat de heer Willekens
had ingediend, toe en benoemde een com
missie die over zijn idee rapport zou uit
brengen. Deze vergadering was op 29 Sep
tember 1778 gehouden en de commissie
bracht enkele weken later (12 November)
haar rapport uit, waarin zij voorstelde in
de Janskerk een tweede hangzolder te ma
ken, aan de zijde van de Jansstraat, waai
de diaconie-mensen een plaats zouden
krijgen, terwijl de galerij bij het orgel be
stemd zou worden voor de kinderen. Zon
dags om één uur zou een aparte dienst
voor de kinderen worden ingesteld, samen
met de bewoners van het Diaconiehuis en
de gewone gemeente.
De gemeente Haarlem en de kerkeraad
toen nog innig, vervlochten wilden
echter geen gelden voteren voor de ver
bouw van de Janskerk, en de predikanten
zeiden beleefd doch beslist, dal ze niet
wensten voor te gaan in zo'n expres ge
creëerde dienst. Maar ook de dominees
stonden toen onder de regenten (burge
meesters en raad) en hadden dus weinig
in te brengen. Het gevolg was dat de stads
bestuurders de kerkeraad op 18 Juni 1779
gelastten tot het instellen van een kinder
kerkdienst in de Bakenesserkerk, waarbij
de predikanten verplicht werden voor te
gaan. Nu moest de Bakenesserkerk nog ge
schikt gemaakt worden voor de kinder-
dienst. In de beuk, aan de zijde van de
Wittevrouwensteeg, werden aan weerskan
ten van het portaal 9 lange banken getim
merd. Op elke bank konden dertig kinde
ren plaats nemen, dus in totaal was er
plaats voor 540 kinderen. De gemeente zat
dus vóór deze kinderen, in het oude schip.
Toen stond de preekstoel n.l. nog aan de
buitenwand van de kerk, in het midden van
de Oostelijke muur.
Eerste dienst
Op 7 November 1779 is de eerste kinder-
dienst gehouden. Ds. Mobachius Quaedt
hield er een preek; de collecte bracht die
eerste keer ai dadelijk f 105,65 op, voor
waar voor die tijd een hoog bedrag. Hieruit
kan men concluderen, dat de instelling van
de kinderdienst bij de gemeente in de
smaak viel.
Die collecten brachten de eerste jaren
steeds meer dan f 1000 per jaar op, alweer
een bewijs, dat er niettegenstaande de oor
log vele rijken waren. Maar dat bleef niet
zo. Tussen 1859 en 1869 werd er niet meer
dan f 50 per jaar geofferd, in 1867 maar
f 28,24. Dit hangt samen met het niet meer
opkomen van de gemeente bij de kinder
dienst. Doordat de banken in het ruim toch
niet meer gebruikt werden, verplaatste
men in 1855 de kinderbanken hierheen.
Ondertussen was er nog een andere ge
wichtige verandering gekomen: de burge-
lijke gemeente en de kerk gingen in zaken
van armbestuur niet langer samen. Op een
steen, ingemetseld in het Diaconiekantoor
(vroeger in de Janskamer, die nu tot lees
zaal van het gemeente-archief is geprofno-1
veerd, maar lange tijd de vergaderzaal van
de diakenen is geweest) leest men: De on
afhankelijkheid van de Diaconie: 13 April
1854. Door deze scheidipg werden de fond
sen aan de Kinderkerk geschonken, en tot
1854 in beheer bij de rogenten van het grote
Diaconiehuis, overgedragen aan een com
missie van diakenen. Zo werd de Kinder
kerk een zuiver kerkelijke instelling, wat
ze tot heden is gebleven. Een commissie
uit de kerkeraad, bijgestaan door een paar
gemeenteleden, zorgt voor de geestelijke
zaken, een commissie uit de diakenen voor
de materiële.
Kinderen verplicht
naar de kerk te gaan
Men zal zich intussen hebben afgevraagd,
of de lieve jeugd zo maar vanzelf naar de
Bakenesserkerk ging. Als die jeugd zo bal
dadig was, zal ze stellig niet uit eigen be
weging naar de kerk zijn gegaan! En dan
oj) Zondagmiddag om een uur! Neen, men
lijke wqze het Evangelie gebracht. Welis
waar zijn de fondsen geslonken (devalua
tie) en kunnen er niet meer zoveel kleren
en schoenen met Kerstmis worden uitge
deeld als vroeger, maar deze oude vorm
van beloning voor de kinderen der armen
is nu ook niet meer nodig. Mot een verras
sing, bestaande uit boeken en tractaties, is
het Kerstfeest in de Kinderkerk toch nog
steeds een attractie voor veel kinderen èn
hun ouders.
Men kan in Haarlem niet spreken over
de Kinderkerk zonder daarbij de heer C.
Nel te noemen, die meer dan 45 jaar als
vond er een middel op om de kerk vol te
krijgen: de ondersteunden van de diaconie
werden verplicht hun kinderen naar de kin
derdienst te zenden, op straffe van inhou
ding van de onderstand. En de stad hielp
mee, want de onderwijzers van de stads
scholen moesten volgens hun instructie de
kinderen, die zich verzamelden in het Dia
coniehuis, begeleiden naar de kerk en daar
scherpe controle houden, zowel op het aan
tal kinderen, als op de algemene orde.
Wanneer een jongen é.1 te lastig was,
mochten de suppoosten van het Diaconie
huis, die de onderwijzers assiteerden, zo'n
bengel meenemen en hem „op water en
brood" opsluiten in een hok van het Diaco
niehuis, waar hij de hele Zondag over zijn
zonden mocht nadenken.
Pas in 1862 werden de stadsschoolmees
ters van hun Zondagse plicht ontheven.
Langzamerhand begint de nieuwe tijd door
te breken. In 1870 werd besloten de dienst
van 's middags een uur naar 's morgens
tien uur te verplaatsen, en tevens de kin
deren tot grotere plechtigheid op te voe
den door ze koraalzang te laten leren.
Daartoe werd in 1872 een serafine-orgel
gehuurd, dat de voorloper werd van het
oude orgel in de Bakenesserkerk, dat nu
ook al weer verdwenen is en is samenge
voegd met het orgel uit de Janskerk. Het
front van nü is van het orgel van de Jans
kerk.
Orgel ingewijd
Dat orgel werd op Tweede Paasdag 1874
ingewijd. Het was gebouwd door J. A. Stro
bel te Frankenhausen, in Thüringen. Dat
had wat vroeger kunnen zijn, als men niet
bij de bouw vergeten had, ruimte te reser
veren voor de blaasbalg! De kosten werden
geheel door de Kinderkerk gedragen. Voor
de ontbrekende som werden obligatiën a
f 25 uitgegeven, die echter door de vriende
lijke financiers werden teruggegeven.
Het 100-jarig bestaan werd in 1879 fees
telijk herdacht, eveneens het 150-jarig be
staan in 1929. Daarbij maakten de kinde
ren een uitstapje naar Egmond en de
Hondsbosse. Dinsdag en Woensdag worden
diensten gehouden ter gelegenheid van het
175-jarig bestaan.
Vrije kerk
En eindelijk is de oude bedelings-kinde-
ren-kerk, door opheffing van de verplich
ting der ondersteunden om hun kinderen
ter kerk te zenden, in 1935 een heel gewone
kinderkerk geworden, laten we zeggen: een
vrije kerk.
Desalniettemin is ze blijven bestaan en
nog steeds wordt in deze oude Bakenesser
kerk elke Zondag aan kinderen op kinder-
Het is nog niet zo lang geleden, dat aan
kinderen tijdens het Kerstfeest in de
Kinderkerk pantoffels werden uitgedeeld.
De tekenaar P. van Loog heeft er een
pentekening van gemaakt en daarop ziet
men o.a. de heer C. Nel, die belangrijk
werk voor de Kinderkerk heeft verricht.
administrateur (en meer dan dat: als
vriend der kinderen) met voorbeeldige
trouw en toewijding deze oude instelling
heeft gediend. Helaas zal deze „oude ge
trouwe-" het 175:jarig bestaan niet kunnen
meevieren door ernstige ziekte. Maar hij
zal in veler, gedachten leven als een echte
„vader" der kinderkerk.
Officier van Justitie:
„Plet is een kiekkast", zei mr. E. J. W.
Top, president van de Haarlemse rechtbank,
Donderdagmiddag tegen de bijna zestig
jarige garagehouder A. van E. uit Bever
wijk en hij doelde daarbij op een getim
merte, dat de verdachte Van E. naast zijn
garage had gebouwd. „Het is een show
wagen", zei de verdachte, die in hoger be
roep terecht stond, omdat hij de woning
wet overtreden zou hebben en hij begon
vervolgens duidelijk uit te leggen, waar
om dit getimmerte volgens hem niet onder
een gebouw gerangschikt kon worden. De
garagehouder was namelijk zo slim ge
weest om onder het gebouwtje, dat hij als
étalage-kast gebruikte vier kleine wieltjes
te plaatsen. Voorts had hij een oprijbaan
laten maken, zodat hij zijn wagen achter
de garage kon slepen.
De officier van Justitie mr. dr. R. W. H.
Pitlo, was echter, ondanks de verkla
ringen van Van E. van oordeel, dat de
uitstalkast in de verste verte niets met een
voertuig te maken had en dat er dus voor
de bouw van deze étalageruimte zeer zeker
een vergunning nodig was. Mr. Pitlo werd
in zijn betoog gesteund door een arrest
van de Hoge Raad van 21 Maart 1927,
waarin duidelijk wordt gezegd, dat een
garage op rolletjes een gebouw is in de
zin van de woningwet. Hij achtte het ten-
lastegelegde dan ook bewezen en eiste een
geldboete van 25 gulden, subsidiair tien
dagen hechtenis. De kantonrechter had
Van E. reeds veroordeeld tot elf gulden
boete.
De rechtbank zal op 18 November uit
spraak doen.
Hij zou met vliegtuig te laag
boven Keukenhof gevlogen hebben
De 34-jarige piloot E. J. W. S. uit Rijs
wijk, die Donderdagmiddag voor de Haar
lemse rechtbank in hoger beroep terecht
stónd omdat hij op 24 April van dit jaar
met zijn reclame-sportvliegtuig te laag
over de Keukenhof zou hebben gevlogen
verschilde in talrijke opzichten van mening
met de officier van Justitie, mr. dr. R. W.
H. Pitlo, die van oordeel was, dat de ver
dachte tijdens het bloemencorso gevaarlijk
laag óver de bebouwde kom had gevlogen
en daarbij de helicopters van de Sabena
er toe had gedwongen aan de grond te
blijven met het oog op het gevaar, dat hij
met zijn toestel voor deze hef schroef vlieg
tuigen veroorzaakt zou hebben.
Mr. Pitlo, die van mening was, dat de
verdachte door bravour de veiligheid in de
lucht in gevaar had gebracht eiste
tegen S. een geldboete van tweehonderd
gulden, en een voorwaardelijke hechtenis-
straf van zeven dagen met een proeftijd
van twee jaar.
De kantonrechter had de piloot tot twee
honderd gulden boete veroordeeld, waar
van honderd gulden voorwaardelijk.
De getuige, de 49-jarige Sabena-piloot
A. C. d'H. uit Kessel verklaarde dat hij in
het geheel geen last van het sportvliegtuig
gehad zou hebben. Wel moest hij beves
tigen, dat het toestelletje niet hoger dan
ongeveer tweehonderd meter gevlogen had,
hetgeen door de verdachte volmondig werd
toégegeven. Deze laatste verzekerde de
rechtbank echter dat hij zeer zeker geen
gevaar voor de helicopters en voor het
Ach, die arme Bunkiedaar spartelde hij aan de haak in de lucht!
„Nee! Nee!!", gilde hij. „Laat me gaanik ben geen vis!"
Maar de man haalde het snoer in en pakte Bunkie vast.
„Ik heb jou gevangen, en je gaat in m'n bunnetje!", zei hij.
„Nee!", Schreeuwde Bunkie. „Ik wil niet!"
Van dat geschreeuw schrok Rick wakker uit zijn slaapje. Hij keek verbaasd opzij
naar Bunkie, die met dichte ogen zat te schreeuwen
„Hé. zeg!", zei Rick, en hij porde Bunkie tegen zijn arm.
Bunkie ontwaakte; hij keek met grote ogen om zich heen. Toen zag hij de vaart
en het land en Rick, die hem lachend en verbaasd aankeek.
„O!", zuchtte hij verlicht. „Gelukkig ik heb maar gedroomd!"
„Nou, en öf!", lachte Rick. „Je scheen het nogal benauwd te hebben ook!"
„Allicht", zei Bunkie. „Zou jij het leuk vinden, om aan 'n hengel met 'n haak uit
het water getrokken te worden
„Ik niet!', zei Rick. „Droomde je dat?"
„Ja", zei Bunkie. „Het was 'n akelige droom, hoor!"
ADVERTENTIE
mannen die „gezien" zijn, prefereren
Wat een verschilhaar dat mooi en soepel zit of die nare
geplakte haren. Laat Uw haar welverzorgd zijn - gebruik
Brylcreem, de volmaakte hairdressing. Met Brylcreem
nooit overdadige vettigheid de oliën zijn geëmulgeerd.
De heilzame bestanddelen verkwikken de hoofdhuid, be-
strijden roosvorming, maken droog haar weer vitaal.
voor mooi, gezond haar
County Lab oratories Ltd., Stanmore, England - Jacq. Mot N.V., Amsterdam
publiek geweest zou zijn, hoewel hij toch
weer toegaf, dat het best mogelijk kon
zijn dat hij te laag boven de bebouwde
kom gevlogen zou hebben. Dit zou dan
echter hebben plaats gehad boven de
straatweg, waarbij hij er voortdurend re
kening mee had gehouden, dat hij in geval
van motorstoring aan beide kanten van
de weg zou hebben kunnen landen.
De rechtbank zal op 18 November uit
spraak doen.
ADVERTENTIE
die U voor het najaar
nodig heeft
Gabardine broek19.75
Kamgaren broek22.50
Grote sortering
t Plusfours
Dames Pantalons 16.75
tt* ANEGANG
De Haarlemse Kunst Gemeenschap ver
toonde gisteravond in het Rembrandttihea-
ter voor haar leden een film, die wij ge
ruime tijd geleden reeds in „Erbij" hebben
besproken en wel „Stazione Termini" van
Vittorio De Sica. In geen film is naar mijn
mening wel zo onomstotelijk het meester
schap van de regisseur over zijn materiaal
bewezen als in deze fraaie en vaak ont
roerende cinematografische productie, die
als uitgangspunt het afscheid van twee ge
lieven neemt om alle hen beroerende emo
ties zuiver en genuanceerd te verhalen.
Het gegeven roept herinneringen op aan
„Brief Encounter", maar daarbij blijft het.
Veel meer dan in deze overigens bijzon
dere film van David Lean betrekt De Sica
de plaats van handeling bij zijn ontleding
van menselijke bewogenheden. Het station
in zijn film speelt mee. Het is niet slechts
achtergrond, het heeft een functie. De
daden, de woorden van de dramatis perso
nae worden er door beïnvloed en bepaald.
En dat gebeurt wel zo knap, zo bijna on
merkbaar, dat men pas achteraf beseft
welk een schoolvoorbeeld van compositie
„Stazione Termini" feitelijk is. De Sica
speelt met ieder geluid, speelt met de men
sen, die het station bevolken en laat hen
voortdurend ingrijpen in de handeling om
ze dan weer op het tweede plan te schui
ven en zich te richten op de onthullingen
van zijn hoofdpersonen. Ook deze onthul
lingen legt hij verbijsterend scherp vast
Hij buit het spel van Montgomery Clift en
Jennifer Jones tot in de détails uit. Hij
registreert hun innerlijke en uiterlijke be
wegingen met liefde en geduld. Hij wrocht
een werk van de eerste orde. „Stazione
Termini" behoort dan ook gerekend te
worden tot de beste films van deze pro
ductieve en talentvolle Italiaanse film
maker. Fr.
ADVERTENTIE
VRAAQ
DE JUISTE
SOORT
De Commissaris der Koningin in de pro
vincie Noordholland, dr. M. J. Prinsen,
heeft vandaag een werkbezoek aan het
Provinciaal Electriciteitsbedrijf Noord
holland (PEN) gebracht. Dit gold zijn
eerste bezoek aan dit bedrijf sedert het
aanvaarden van zijn ambt. Kort geleden
had hij reeds een bezoek gebracht aan het
andere provinciale bedrijf, het Provinciaal
Waterleidingbedrijf, en vandaag was het
PEN aan de beurt.
Om halftien arriveerde de Commissaris
aan het kantoorgebouw aan de Ignatius
Bispincklaan te Bloemendaal. Daar werd
hij rondgeleid door de directeur, ir. J. den
Boesterd. Dr. Prinsen Met zich op de hoog
te stellen van de werkzaamheden in het
bedrijf.
Vervolgens begaf dr. Prinsen zich naar
de Centrale te Velsen, waar de stroom op
gewekt wordt. Het bezoek aan deze Cen
trale nam geruime tijd in beslag; de be
zoeker liet zich voorlichten over de vele
werkzaamheden, die hier verricht worden.
Artsen en ziekteverzekering
Het dagelijks bestuur van de Koninklijke
Nederlandse Maatschappij tot Bevordering
der Geneeskunst deelt mede, dat het
lang voordat er sprake was van een „Me
disch Comité van Actie" kennis geno
men heeft van een plan van het particu
liere verzekeringswezen, samenhangend
met een verhoging van de weistandsgrens
waarbinnen de verplichte socale verzeke
ring geldt. Het hoofdbestuur zegt zich van
een definitieve beoordeling te hebben ont
houden en zich te zullen onthouden totdat
deze plannen geheel zijn uitgewerkt en
dus op hun practische waarde kunnen
worden beoordeeld.
Een verklaring door het hoofdbestuur
afgelegd in de besloten algemene vergade
ring, Zaterdag te Utrecht gehouden, waarin
het optreden van het Comité van Actie
werd gelaakt, werd met applaus beant
woord, aldus het dagelijks bestuur.
Onder auspiciën van de Stichting Culturele
Samenwerking gaan in de komende maanden
een musicoloog en twee auteurs naar Indo
nesië.
Dezer dagen vertrekt de heer Bernard
IJzerdraat, die in de laatste jaren bekendheid
heeft gekregen door het maken van opnamen
van Indonesische muziek en door de beoefe
ning van deze muziek hier te lande. In Fe
bruari 1955 vertrekt de schrijfster Henriëtte
van Eyk, die in Indonesië een reeks van
reportages gaat maken over het culturele en
maatschappelijke leven. In April 1955 zal de
jonge schrijver Leonard de Vries, oprichter
van de zogenaamde hobbyclubs, in Indonesië
contact gaan opnemen met het jeugdwerk
daar te lande. Tevens zal hij daar materiaal
verzamelen voor een boek.
VERZENDING VAN ZEEPOST
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet zijn
bezorgd, staan, tussen haakjes, achter de
naam van het schip vermeld.
Indonesië en Ned. Nieuw Guinea: s.s.
„Friesland" (18 Nov.).
Antillen: m.s. „Poseidon" (16 Nov.).
Suriname: m.s. „Bonaire" (17 Nov.).
Unie van Zuidafrika en Z.W. Afrika:
m.s. „Arundle Castle" (6 Nov.).
Canada: ms „Prins Willem van Oranje"
(13 Nov.).
Argentinië: ms „Yapeyu" (13 Nov.).
Brazilië: m.s. „Belgrano" (13 Nov.)
Australië en Nieuw-Zeeland: via Enge
land (6 en 13 Nov.).
Historisch verhaal naar het gelijknamige
toneelspel van JAN VAN DAM
Bewerkt door A. Zwart
24)
„Ik zal niets dergelijks ondernemen.
Kolonel", zei hij bijna onhoorbaar. Bij de
deur bleef hij staan en keek aarzelend nog
even om.
„Het is je geraden!" dreigde Van Dui
ven-voorde grimmig. En hij nam Evert bij
een arm en duwde hem de kamer uit. „Be
waak de luitenant tot ik terugkom!" beval
hij de soldaat die in de gang op wacht
stond.
En zo moest Evert het beleven, dat een
gewoon soldaat een pistool op hem richtte
en hem onder schot hield. Maar hij reaU-
seerde het zich niet, hij kon bijna niet meer
denken. Slap leunde hij tegen een deur
post en staarde naar zijn voeten. Ook
Brechtje zag hij niet, die hem vanuit de
keuken ontzet aankeek.
„Ziezo!" zei Van Duivenvoorde, toen hij
de kamer weer betrad. „Dat is één! Zal ik
de rest ook meteen maat -»eg latan bren
gen?" Vragend zag hij Ripperda aan, maar
Talesius riep:
„Het komt mij voor, dat u flink buiten
uw bevoegdheid treedt! Dit is tcch waan
zin! Ik protesteer! Ik heb nog niets eens
vernemen, waarvan ik nu eigenlijk be
schuldigd word!"
„Wij beschuldigen u", zei Ripperda,
„door het zenden van afgezanten naar Don
Frederik met onze vijanden te heulen!"
„Juist!" riep Van Duivenvoorde. Daarop
wendde hij zich tot Adriaen, die al die tijd
roerloos had geluisterd: „Welke boodschap
heeft Don Frederik u overhandigd, waarde
heer?"
„Diezelfde vraag heeft Ripperda ons ook
al gesteld", zei Adriaen, die van plan was
evenzo gewiekst te zijn als zijn schoonva
der. „Ik begrijp niet dat u daarop van mij
een antwoord verlangt!"
„U ontkent dus in Amsterdam te zijn ge
weest?"
„Vanzelfsprekend!"
„Dan zal u wel verbaasd zijn te verne
men", begon Van Duvenvoorde langzaam,
„dat wij zo-even Dierick de Vries hebben
gearresteerd, die onmiddellijk uw naam
heeft genoemd!"
„Haha!" "lachte Adriaen. „Dat is onmo
gelijk! De Vries is in Amsterdam ge-" Ge
schrokken sloeg hij zijn hand voor zijn
mond.
„Wat zegt u?!" vroeg Ripperda scherp,
terwijl hij snel enkele passen op hem toe
kwam. „Hoe weet u dat hij in Amsterdam
is gebleven?'
„U heeft u zelf ven-aden!" riep Van
Duvenvoorde triomfantelijk.
„U begrijpt me verkeerdstotterde
Adriaen verward, in een vergeefse poging
zijn fout te herstellen, „ikwij
„Draait u er toch niet langer omheen!"
gebood Ripperda hem streng. „Dit is een
bewezen zaak!"
Terwijl Talesius de verloofde van zijn
dochter woedend aankeek, was Van Dui
venvoorde naar buiten gegaan en had de
manschappen geroepen. Even later stond
de deftige kamer van Meester Quirijn Ta
lesius vol krijgshaftig uitziende soldaten.
Ursula klampte zich snikkend aan haar
aanstaande man vast. Talesius deed met
alle la-achten waarover hij beschikte,
moeite om niet te laten blijken, dat hij het
verloren had.
„Ik zal ze gelegenheid geven afscheid
van de dochter te nemen", zei Ripperda
tot Van Duivenvoorde. „Breng jij de zoon
vast weg. Ik -wil dat ze samen gaan".
De Kolonel knikte en verliet de kamer.
En och, laten wij deze kamer ook maar
verlaten. Er gaan zich hartverscheurende
tonelen afspelen tussen Adriaen en haar
verloofde, die elkaar misschien nooit meer
terug zullen zien. Ook de oude Talesius en
Ursula zullen niet gemakkelijk afscheid
van elkaar nemen, want ook zij zullen
elkaar misschien nooit meer terugzien. En
die arme Brechtje! Jarenlang, tientallen ja
renlang is zij bij de familie Talesius ge
weest, zij is er bij gaan horen. Zij heeft
het gezin zien ontstaan cn groeien. En nu
moet ze meemaken, dat het uit elkaar valt.
Nee, laten wij liever weggaan uit die
trieste kamer en ons liever in het gezel
schap van Evert begeven, die onder ge
leide wordt opgebracht, hoewel dit ook
geen opwekkend toneeltje is om te be
schrijven. Maar wat wil je? Als het er op
aankomt, komen er in een oorlog erg
weinig opwekkende toneeltjes voor.
Vooraan reed Van Duvenvoorde op zijn
paard, en midden tussen vier mannen met
getrokken pistool kwam Evert. Hij was nog
steeds in die vreemde toestand van half
slapen, half wakker zijn. Maar toch merkte
hij wel hoe hij aangestaard werd. Vele
Haarlemmers hei-kenden hem namelijk,
van vanmorgen, toen hij glorierijk door de
Janspoort met zijn vendel was binnenge
komen, en ook uit De Leckertandt, waar
hij gegeten had. En enkele ook, die hem
gezien hadden toen hij op straat bleef
stilstaan en kruis of munt gooide.
„Wat is het toch veranderlijk in de we
reld!" mompelden zij tegen elkaar.
Toen hij uit het huis van zijn vader
kwam, werd hij uitgejouwd, want het was
natuurlijk als een lopend vuurtje rondge
gaan, dat hij de zoon was van die onbe
trouwbare Talesius.
„Zie je wel!" schreeuwden ze. „On
kruid vergaat niet! Je moet die lui nooit
vertrouwen!"
En toen hij het stadhuis binnenging,
riepen ze hem zelfs achterna: „Ophangen
moesten ze je! Je zult wel het een en ander
op je geweten hebben!"
De Haarlemmers waren erg vlug met op
hangen in deze dagen, en het was maar
goed, dat zij bestuurd werden door ernstige
mannen, zoals Ripperda en Van Duven
voorde, die niet over één nacht ijs gingen,
wat dat ophangen betreft.
In de cel, waar ook de gemeenteraads
zanger had gezucht, werd hij opgesloten.
De muurketting werd aan zijn been ge
klonken. Wat later was hij alleen in het
koude, schemerachtige hol. Maar hij wist
het nauwelijks. Hij kón haast niet denken.
Eigeniijk droomde hij half.
HOOFSTUK VII
Dus zuchtte Evert Talesius onder het
stadhuis, en een paar meter van hem af
ook zijn vader.
De weken verstreken. De achtste De
cember arriveerde Marnix van Sint Alde-
gonde in de stad, gezonden door de Prins,
om de „wet te verzetten". Hij werd wel
kom geheten door de burgerij, die voor die
gelegenheid het Med uit het hoofd had ge
leerd, dat hij eens ter ere van de Prins had
gemaakt. Staand op het bordes, hoorde hij
goedmoedig aan hoe men het Wilhelmus
zong. Het ging stroef en een beetje onwen
nig, want het was een moderne melodie,
die niet makkelijk was te leren. Willem
van Oranje had hem gezonden, omdat het
hem heel weinig beviel, dat Haarlems re
gering onderhandelingen met Don Frede
rik had aangeknoopt; en daarom was hij
van mening, dat olie leden van de vroed
schap die hier een aandeel in hadden ge
had, uit hun ambten verwijderd moesten
worden.
Juist terwijl Van Sint Aldegonde in de
stad was, stuurde Dierick de Vries van
Amsterdam uit een brief, waarin hij de
Haarlemmers aanraadde om het toch voor
al niet op een beleg te laten aankomen.
Maai- dat was wel heel naïef van de een
ogige verrader en hij had een bijzonder
slecht ogenblik uitgekozen. De man die de
brief kwaim brengen werd opgehangen, en
daarmee was deze zaak afgelopen.
Intussen hadden in de omgeving van Am
sterdam in sneeuw en ijs schermutseMngen
plaats tussen Geuzen en Spaanse troepen.
Dit was het voorspel van het beleg dat nu
komen ging.. Maar de weersomstandighe
den hadden het niet op Don Frederik voor
zien. Het begon te dooien als hij wilde dat
het vroor, en als een beetje dooi hem eens
goed van pas gekomen zou zijn, ach, dan
ging het vriezen. Maar niet alleen de tem
peratuur had het op de arme Don voor
zien, maar ook de wind. Op zekere dag
wilde hij met zijn mannen oprukken naar
Halfweg, een dorpje tussen Amsterdam en
Haarlem, toen er zo'n ongelofelijke Noord
wester opstak, dat het halve leger van de
dijk afwaaide. Dat was nu niet direct een
glorierijke veldtocht. In Haarlem bulderde
men van het lachen toen men het hoorde.
Half December echter vond Don Frederik
dat de tijd voor de aanval gekomen was.
(Wordt vervolgd).