(canLjnifzö eft de, Piond £o~pe,n tiacui Jlakifó Se EEN HEEL GROOT BOEK Oproep tot sluiting van de gelederen over drie paardjes Verloren Elke Zaterdag acht pagina's hij alle edities van Haarlems Dagbladj Oprechte Haarlemsche Courant ZONDER EEN HAP TE ETEN Wandelen en vasten voor de gezondheid Sjostakowitsj zegt meer te dirigeren dan hem lief is KERKELIJK LEVEN We maken een schilderijtje van vilt „Karei de Grote"-prijs Nog een spelletje Een kleurplaat Beelden uit de herfst Ben je goed in aardrijkskunde? Dan kun je uit deze snippers gemakkelijk de namen van zeven plaatsen in Nederland maken. Dit stukje maak je op dik vilt. Knip de stukjes gekleurde vilt in de vorm en van de kleur, zoals is aangegeven en naai deze met een fijn steekje op het dikke vilt. De kleuren zijn: 1 is rood, 2 is wit, 3 is geel, 4 is blauw, 5 is bruin en 6 is groen. Twee konijntjes schuilen samen In een hokje in de schuur. Knusjes warm in 't strooien nestje, Buiten is het nog wat guur. Knibbelknubb'lend op een strootje Zitten ze daar voor het gaas, Vol verlangen uil te kijken Naar de thuiskomst van de baas. Want dan komt er weer wat lekkers, Strakjes is hun ruif je vol Wortelloof en paardestekken Daarop zijn konijntjes dol! A's het strakjes heerlijk weer is Mogen zij een uurtje vjrig Om te spelen in het tuintje. Wat rijn die kotlijntjes blij! d' Een. gaat daad'lijk gaten graven, d' Ander holt maar wat in 't rond En maakt vaak de dolste sprongen. Ergert daarmee onze hond. lie dan. zenuwachtig jankend. Voor het raam te kijken staat. Of dat spel nu haast voorbij is En ik hém weer buiten laat. Moeten ze dan weer naar binnen, Dan wordt het een hele toer Ze te vangen: meestal lukt dit Met wat extra lekker voer. Nu zijn ze weer in hun hokje Met een wortel in de mond, En de hond mag weer naar buiten, Loopt daar, hevig blaffend, rond. „Waar zij ze nou toch gebleven? 'k Zag ze pas nog, in galop! 'k Had zo graag méé willen spelen, Maar je sloot me binnen op!" „De konijntjes zouden schrikken Van je hard en schel geblaf! Dan was 't buiten zijn geen pretje, Maar in plaats daarvan een straf. Daarom moet jij binnen blijven, Dan pas vinden zij het fijn En genieten van het uurtje Dat ze samen buiten zijn. Verder zitten z' in hun hol.je. En jij loopt in vrijheid rond! Zeg. wat zou je liever wezen. Een konijntje of een hond?" Heerlijk slapen de konijntjes In hun hokje moe van 't spel. En de hond? Die ziet een poesje En begint een nieuwe rel. J. E. H.-d. R. Hebt alle mensen lief, zelfs uw vijanden. Streeft ernaar de rassenscheiding te over winnen. het begrip tussen klassen en vol ken te bevorderen, aan ieder mens de ge legenheid te verschaffen om deel te krij gen aan Gods overvloed en zich een be staan te verwerven voor zich en zijn gezin. Werkt samen met hen, die proberen vrede en gerechtigheid onder de volken te be vorderen, al weten wij, dat er altijd on vrede zal blijven, dat er geen bescherming bestaat tegen onherstelbaar onheil voordat de nieuwe krachten die ons ter beschikking staan door wetenschappelijke ontdekkin gen dienstbaar zijn gemaakt aan het wel zijn, in plaats van aan de vernietiging der mensheid. Weest getrouw aan de regering van het land, waarin gij leeft, steeds bedenkende dat in een conflict van plichten Christenen Gode meer moeten gehoorzamen dan de mens. Geeft van uzelf en van uw goed voor Gods Koninklijk en Zijn gerechtigheid en houdt niet vast aan uw bezit alsof een zekerheid daarin gelegen is, of alsof uw ware vreugde afhangt van datgene wat door rijkdom verkregen kan worden. Bidt zonder ophouden. Wat u ook over komt, bedenkt het oude woord: „Heb Ik u niet geboden: wees sterk en moedig? Vrees niet en word niet verschrikt, want de Heer uw God is met u, overal waar gij gaat." B. en W. van Nijmegen achten het ge wenst over te gaan tot het instellen van een gemeentelijke prijs, welke jaarlijks v zou kunnen worden toegekend aan een kunstenaar, die zich op zijn gebied heeft onderscheiden. Voor de toekenning van deze cultuurprijs wordt een onderscheiding naar diverse takken van kunst voorge staan: beeldhouw- en toegepaste kunst, litteratuur, schilderkunst, toonkunst en architectuur. De deelneming wordt be perkt tot in Nijmegen gevestigde kunste- 3 naars, dan wel tot in Nederland woon- achtige kunstenaars, die een werk hebben 3 tot stand gebracht, dat de stad Nijmegen j tot onderwerp heeft of door haar geïnspi- 3 reerd is. De prijs voor architectuur wordt g alleen toegekend voor in Nijmegen opge- g richte gebouwen. Elke tak van kunst komt slechts eens in de vijf jaar voor een prijs van f 1000 in aanmerking. B. en W. willen deze „Karei de Grote"-prijs noemen. Heintje heeft zijn tong verloren en geen mens weet hoe. Heintje, laat je toch eens horen, toe nou Heintje, toe! Iedereen is al aan 't zoeken 't hele huis in 't rond, onder kasten en in hoeken, Heintje houdt zijn mond. Maar zo'n tong heeft toch geen voetjes, hij moet ergens zijn. Nee, ik zou maar niet meer zoeken, schudt het hoofd van Hein. Daar komt Leo, Heintjes buurtje met een zakje aan: „Heintje wil je ook een zuurtje?" Iedereen blijft staan. Want opeens wie kon dat dromen, misschien uit z'n maag is zijn tong teruggekomen en roept Heintje: „graag!" MIES BOUHUYS. Wedloop met hindernissen Als hindernissen kunnen dienen: a. een schortje met zeer lange banden, dat eerst aangedaan moet worden; b. een muts die opgezet moet worden; c. een stoel waaronder door moet wor den gekropen; d. een glas of beker, vol met water ge schonken. Telkens twee kinderen tegelijk: wie het eerst aankomt, ls winnaar. De Presbyterian and Reformed Alliance (de Wereldbond van Hervormde Kerken), die in 42 landen kerken omvat met meer dan veertig millioen leden, verblijdt zich in de verbondenheid die God ons in Zijn genade heeft geschonken, ondanks de scheidsmuren vanwege ras, klasse en volk, I* die Gods huisgezin dreigen te scheiden en te verdelen. Deze woorden zijn ontleend aan een boodschap die van deze Wereldbond is uitgegaan „aan de leden van Hervormde Kerken over de gehele wereld". En vooral omdat hetgeen hierin gezegd wordt ook voor anderen van groot belang is, willen we deze week deze stem aan het woord laten. De Wereldbond ziet met blijdschap naar de grotere verbondenheid van de Wereld raad van Kerken, welke een steeds duide lijker bewijs wordt genoemd van de een heid van allen, die in Christus geloven. Velen in alle landen zijn in onze tijd ver vuld met vrees vrees voor hun econo mische zekerheid, de stabiliteit van hun instellingen, de toekomst van de volken, vrees voor een oorlog, die de grondslag van onze beschaving zal vernietigen, vrees soms voor het leven zelf, of voor de dood, alsof deze het laatste kwaad is. Voor velen van onze tijdgenoten schijnt Christus geen hoop te bieden. Wij belijden, dat het licht in onze kerken op z'n best zo'n zwakke weerschijn is van Hem, die het Licht der wereld is en dat het het leven in onze kerken zozeer ontbreekt aan de kracht van Zijn bewarend zout, dat tal lozen elders gaan zoeken naar een verstaan van het leven van hun taak en van hun zekerheid. Onder deze omstandigheden is het voor ons, die geloven in de gekruisig- I de, verrezen en overwinnende Christus, de grootste aansporing om dit geloof te on- v derwijzen en eruit te leven en er zó van te getuigen, dat niemand door onze nalatig- t heid van de Christelijke hoop zal worden g afgehouden. Want iedere hoop dan die in j Hem is, zal tenslotte bezwijken voor de I beperktheid en de moeiten van het leven, j of breken op de rots van Gods eeuwig I recht. Wij smeken u daarom het levende g woord van God te bewaren, zegt de bood- schap. Eist de wereld voor Christus op, probeert de verdeelde Christelijke gelede- ren te sluiten. Hebt lief Jullie weten natuurlijk allemaal dat Sint Nicolaas druk bezig is met het pak ken van zijn koffers voor zijn jaarlijkse grote reis naar Nederland. Zijn jullie al bezg met het leren van welkomstversjes en hebben jullie je ver langlijstje al klaar? En wat staat er al zo op: een pop, een treintje, een bouw doos, kleurtjes, een zakmes? Denken jullie er wel eens aan om een boek te vragen? Als je nu van jezelf durft te zeggen dat je nogal lief geweest bent het afge lopen jaar, dan durf je misschien wel iets groots te vragen. En anders kun je het wellicht samen met broertjes en zus jes vragen, als je die tenminste hebt. Ik bedoel: het prachtige boek van Piet Worms, dat „De drie paardjes-' heet. Je moet maar eens opletten in de étalages van de boekwinkels, dan zul je het zeker zien liggen, 't Is een hoog rood boek, bijna een halve meter hoog, met een wit, een zwart en een bruin paardje op het omslag een boek als een koek- plank! Maar wat je niet kunt zien zijn de alleraardigste tekeningen, die het leuke verhaal illustreren en natuurlijk kun je ook het verhaal niet lezen van de drie paardjes, die verkleed werden als prin sesjes en zo hun opwachting kwamen maken in de grote stad. Heb je de paardjes eenmaal gezien dan zul je ze ker van hun avonturen willen weten. En de platen zul je steeds weer willen be kijken, zoveel is daar aan te zien. Kennen jullie het verhaal van het oli fantje Babar ook? Zo'n soort boek schreef Piet Worm over Witje, Zwartje en Bruintje. Hij schreef het voor kleu ters, maar als je broertje of zusje het krijgt, dan zullen jullie, die misschien al in de derde of vierde klas zitten er nog volop van meegenieten. De kinderen in Amerika en Canada kunnen van de winter de drie paardjes tegenkomen in een Engelse uitgave. Zijn jullie al nieuwsgierig? Dan zou ik maar ens beginnen met nog eens extra gehoorzaam te z(jn. Wie weet wordt je schoen dan wel zó groot, dat er drie paardjes in kunnen! A. B.-K. Piet Worm: De drie paardjes (Van Holke- ma en Warendorf, Amstetxlam). 6 NOVEMBER 1954 (Van onze correspondent te Stockholm) ELF ENTHOUSIASTE ZWEEDSE VEGETARIËRS zijn van de havenstad Gothenburg naar de hoofdstad Stockholm de afstand van Amsterdam naar Tarijs gelopen. Tien van hen legden de 540 kilometer af in tien dagen. Zij liepen dus gemiddeld 54 kilometer per dag. Zij deden dat bovendien zonder een hap eten, want hun voedsel bestond slechts uit enige liters water. Dit experi ment werd door de tandarts Lennert Edren geleid, die hiermede het bewijs wilde leveren, dat vasten zeer nuttig voor het lichaam is. Tijdens deze „tiendaagse" was het on mogelijk om tot een objectief oordeel te komen. Pro en contra waren zeer sterk verdeeld en de meeste dagbladen behan delden de prestatie als een sensatie. Het was zelfs zo erg, dat een kleine kranten oorlog ontstond. De bladen van het Kreu- ger-concern (Stockholms-Tidningen en Aftonbladet) hadden zich van tevoren van enkele primeurs verzekerd, hetgeen voor de bladen van het huis Bonnier (zoals Dagens Nyheter en Expressen) aanleiding was om het geheel enigszins belachelijk te maken. Toen de tien echter goed en wel in Stockholm waren aangekomen, moest iedereen toegeven, dat de stemming onder deze troep vrolijk en opgewekt was. „Wij hebben marathonlopers gezien, die nau welijks de eindstreep konden vinden, wij hebben zes-daagse-racers zien neerstorten en wij hebben meegemaakt hoe lange-af- stands-skiërs uitgeput waren, ondanks vol doende eten. Dit hier was iets geheel nieuws, iets geheel anders...." aldus schreef „Svenska Dagbladet". En zelfs „Dagens Nyheter" het blad dat een mis- lukking had voorspeld was sportief ge noeg om tenslotte toe te geven, dat de in tocht van de niet-eters een triomftocht ge lijk is geweest. Slechts één heeft wegens een blessure het lopen, maar niet het vas ten, moeten opgeven. Er waren twee deel nemers, die .enkele dagen een stukje met de bus hebben afgelegd. Voor de buitenstaander is deze prestatie nauwelijks te verklaren. De mannen had den namelijk met nog heel wat moeilijk heden te kampen, zoals bijvoorbeeld het feit dat hun nachtrust nogal eens werd ge stoord. Zij sliepen allemaal in een bus en er was nauwelijks plaats om zich te be wegen. Dat zou al een kalm mens hebben geïrriteerd, laat staan een groep, die een doel wil bereiken. Dan waren er de op gelopen blaren, de nieuwsgierige menigte en vooral gedurende de negende dag de verschrikkelijke regen, die de wegen soms in een modderpoel veranderde. DE LEIDER, de heer Edren, vertelde ons het volgende over deze tocht. Aller eerst, zo zeide hij, moet men een verschil maken tussen vasten en honger lijden. Honger is een toestand waarin iemand ge raakt, die met alle macht naar voedsel zoekt als er geen voedsel te krijgen is. Voor de mens is dit een verschrikkelijke tijd. Vasten daarentegen is geheel vrij willig. Ook dieren vasten. En eigenaardig genoeg doen zij dat juist wanneer zij ziek zijn. Dan lusten zij niets. Indien vasten dus verkeerd was, zouden de dieren tegen hun instinct in handelen. Enkele artsen, zoals prof. U. von Euler, verklaarden dat de onderneming van de tien vastende wandelaars gekheid is geweest, spel met de gezondheid. Maar de wandelaars zeg gen dat het een kuur was tegen de ziek ten der civilisatie. En vreemd genoeg voel den zij zich ook van dag tot dag beter. Het grootste verlies na tien dagen vas ten en een mars van 540 kilometer is blijkens bijgaande statistiek dus slechts negen kilo geweest. De meesten zijn zelfs in gewicht toegenomen, want tot degenen die lichter werden behoren er twee, Amu- din en Leander, die van tijd tot tijd toch al vastten. Wat de leeftijd der deelnemers betreft zij vermeld, dat de jongste, die het na 350 kilometer moest opgeven, 26 jaar was. De oudste telde 44 jaar. En wat zeggen de wandelaars zelf over hun merkwaardige prestatietocht? Wij la ten er enkelen aan het woord. B. Amudin: „Het was stimulerend. Ik merkte mijn moeheid pas, als ik een lan gere tijd niets had gedronken. Twee tot drie glazen water heb ik wel per uur no dig. In het vervolg zal ik langere tijd vas ten, maar niet onder een dergelijke in spanning. Van kind af lijd ik aan consti patie. Deze moeilijkheden zijn nu geheel voorbij. Vroeger voelde ik me vaak moe en was ik dikwijls verkouden. Dat ik thans in betere conditie ben, schrijf ik toe aan mijn vegetarische levenswijze en het vas ten....". L. Edren: „Mijn ontbijt bestaat als regel uit water, soms een vrucht. Als lunch ge bruik ik noten, rozijnen en vruchten, 's Avonds bestaat de maaltijd uit groenten en gekookte aardappelen. Later op de avond brood en melk. Gedurende de eer ste twee dagen van deze mars waarop dus alleen water beschikbaar was hao ik last van gal. A. Knuppel: „Ik heb vooral geleerd, dat de mens minder afhankelijk van eten is dan wij veronderstellen. Vasten is voor mij een soort aangename ontspanning en ik zal het zeker twee keer per jaar blij ven doen". B. Larsson: „Van de derde tot de zesde dag voelde ik me iets moe. Ik had ook pijn in mijn hals en tandpijn. De negende dag was het ergst. Ik bleef niettemin na aankomst in Stockholm enkele dagen vas ten en kreeg op de veertiende dag een brom-gevoel in de oren. Een tocht als wij hebben gemaakt, is goed voor het karak ter. Men krijgt er een veel prettiger in stelling tot zijn medemensen door". R. Leander: „De eerste dag kreeg ik bla ren en ook de tweede en derde dag had ik daarmee te kampen. Voorts spierpijn, benen als lood. De zesde, zevende en acht ste dag gingen uitstekend. Prima conditie etl goede stemming. Ik was trouwens al twee dagen eerder begonnen te vasten. De mars verbeterde mijn gezondheid, sterkte mijn wil en leerde mij geduld oefenen". K. Lindberg: „Het begin was moeilijk. Ik had een galsmaak in de mond en soms moeilijkheden om de spieren mijn wil te laten volgen. Maar van de vierde dag al ging alles uitstekend, gemakkelijk en pret tig. Mijn krachten leken onuitputtelijk. En bovendien voelde ik een geestelijk contact met alles om mij heen". E. Svensson: „Het viel mij vooral op, dat het vermogen om waar te nemen veel in tensiever en veel krachtiger wordt. Ik hoorde het ruisen van het koren en ik hoorde de koeien op de wei hun maaltijd verorberen. Ik rook Twee herfstbeel- den - twee décors vanhetzelfde tries te spel, waarin de natuur sterft en de stilte van de winter wordt aan gekondigd door de stormen van het najaar. Doch ook de herfst heeft momenten van stilte, wanneer de wind zwijgt en de zon tussen de kale bomen een gouden netwerk vlecht. Zee en land herfst en herfst. Facetten van één natuur, die dui zenden gezichten heeft. Natnen van gewicht gewicht gewicht gewicht gewicht deelnemers bij start 11/8 1/9 1/10 «f B. Amundin 70.0 60.0 64.4 66.0 4.0 L. Edren 71.8 63.5 75.0 77.5 5.7 G. Hagelin 59.4 50.3 59.5 61.0 1.6 A. Knuppel 75.0 65.4 74.0 80.0 5.0 B. Larsson 62.0 53.3 59.4 60.5 1.5 R. Leander 74.5 62.0 46.5 65.3 9.2 K. Lindberg 71.8 63.4 71.0 70.5 1.3 E. Svensson 69.8 61.9 72.5 74.5 4.7 A. Wingqvist 68.8 59.8 67.6 71.0 2.2 G. Winlund 68.8 59.9 65.8 70.4 1.6 G. Akerberg 63.2 49.8 68.0 68.1 4.9 de lucht van de mie ren en van de bloe men op het veld. En ook van de mensen Tk had een gevoel als of al het mooie door mijn liichaam werd opgezogen en mij naar voren trok. De mars was een onge lofelijke belevenis. Het waren dagen waarop het lichaam zichzelf reinigde, dia gen vaai overdenking. De vreugde te bestaan, te leven zoals ik die andere maar enkele ogenblikken heb gekend omgaf mij. Een heerlijk, sterk leven, dat voor geen geld te koop is en dat mij niet kan worden ontnomen. Ik zal zeker weer gaan vasten, vooral als ik voor inspannend, geestelijk werk sta". A. Winqvist: „Het lichaam voelde lichter aan. Dat komt zeker, omdat de organen niet bezig werden gehouden met het ver werken van zwaar voedsel. De zintuigen waren ook veel scherper. Ik leerde, dat rust en slaap onder bepaalde omstandig heden belangrijker zijn dan voedsel". G. Winlund: „Ik voelde me de hele tijd uitstekend. De mars leerde mij hoe vlug v/ij egoïstisch gaan denken en hoeveel verdraagzaamheid en grootmoedigheid wij nog moeten leren oefenen". DE TOCHT heeft op verscheidene ge bieden iets geleerd. Zo kregen de militairen het advies: „Sterke voeten zijn beter dan slerk schoeisel". En de Canadese lucht vaartmaatschappij overweegt de aanbe veling het personeel in te prenten vooral niet bang te worden, als men in de wilder nis een noodlanding zou moeten maken. Want wie bang is voor honger, krijgt hongeren kan niet vasten. Een grote vraag is ook geweest of het lichaam door gebrek aan voedsel eerder vatbaar is voor ziekten. De wandelaars zeggen van niet. Gedurende de negende dag heeft het geregend. Toch bleven zij doorlopen. En het was des nachts koud en tochtig in de bus, maar niet één is ver kouden geworden. Waarom? Ons lichaam, zo zeggen zij, heeft geen krachten moeten opbrengen om het eten te verwerken en was dus sterk genoeg om zich tegen de ba cillen te weren. Natuurlijk is niet iedereen het hiermede eens. LONDEN (Un. Press) De Russische componist Dmitri Sjostakowitsj heeft voor Radio Moskou een rede afgestoken, waarin hij zeide, dat de berichten welke in de Verenigde Staten circuleren, als zou men in Rusland hebben verboden zijn werken ten gehore te brengen, klaarblijkelijk leu gens zijn. „Ik leg er de nod ruk op", aldus Sjostakowitsj, „dat sinds ik begon te com poneren, nu dertig jaar geleden, men nim mer één van mijn werken onder censuur heeft gesteld." Wijselijk ging hij niet in op de critieken van die Russische pers van enige tijd geledien, dat zijn muziek duide lijk sprak van „de decadentie van de bour geoisie". Sjostakowitsj voegde aam zijn redevoe ring toe, dat Russische muziek meer en meer in de Westerse landen wordt gespeeld, dat men dit natuurlijk met lede ogen gade slaat (in het Westen) en daarom een aan tal leugenpraatjes over zijn persoon ver spreidt, waarbij in de eerste plaats moet worden gedacht aan „Westeree oorlogs propaganda". Hij besloot zijn toespraak met ae woor den: „Ik word meer gevraagd mijn muziek te spelen en te dirigeren dan mij lief is" Het aantal aangegeven radio-ontvang toestellen in Nederland bedroeg op 1 No vember 1.942.105 tegen 1.931.683 op 1 Octo ber. Op 1 October waren er 499.927 aange slotenen op het draadomroepnet tegen 498.826 op 1 September.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1954 | | pagina 13