Historisch tapijt van Tunesië
vertoont bonte schakering
Velerlei zwenkingen in
de Amerikaanse politiek
Twee rechtstwee averechts
der democratie ontbreekt
Terugdringen der Sovjet-macht
is tot dusverre niet gelukt
Agenda voor
Haarlem
immwmmssm
Verouderde hoest
Wirwar van Oosterse en Westerse motieven
Veranderingen in Washington
„Losweken" de leus
Scheveningen-Radio
in het goud
3
J'a-knikken
Enormiteiten
Onhoudbaar
email's
Speciale uitzending
van de Wereldomroep
WOENSDAG 15 DECEMBER 1954
Van onze reisred.acte.ur
TUNIS, 8 December Hij die in kort bestek een beeld wil geven van de poli
tieke ontwikkeling in Tunesië, stelt zich 'voor een vrijwel hopeloze taak. Hij
vindt een tapijt voor zich waarin Westerse en Oosterse motieven kris-kras door
elkaar lopen; waarin juridische, economische, politieke en emotionele draden op
de meest onlogische wijze aan elkaar geknoopt zijn. En hij zet zich zuchtend
aan de taak althans de voornaamste lijnen in het patroon te vinden, teneinde
duidelijk te kunnen maken waarom en op welke punten een restauratie van dit
tapijt gevraagd werd. Om nog even de vergelijking voort te zetten, bij de eerste
beschouwing vallen hem drie hoofdmotieven op: het kleurige en bloemrijke pa
troon van de absolute monarchie van de Be)', de prozaïsche draden van een
Westelijk bestuursapparaat die dit patroon geheel omspinnen en de fel-gekleurde
vlakken van een sterk nationalisme, die dank zij ijverig voortknopen het geheel
steeds meer gaan overheersen. Eén motief ontbreekt nog: het vertrouwde twee
rechts, twee averechts van onze beminde democratie.
ADVERTENTIE
<ING'S CROSS IS AL JARENLANG DE SIGARET
MET HET GROOTSTE AANTAL VASTE ROKERS
(Van onze correspondent* in Washington)
President Eisenhower acht het kennelijk gevaarlijk om de indruk te wekken, dat
de wereld een periode van vrede heeft bereikt. Er is, volgens hem, een wapenstil
stand ingetreden, de vrees voor het uitbreken van oorlog is verminderd, doch Ame
rika moet helaas nog enorme sommen uitgeven aan bewapening. Zulk een toestand
kan men geen ware vrede noemen. Toch is er allerlei nieuws onder de zon: diverse
belangrijke veranderingen zijn in de laatste maanden duidelijk geworden. Wanneer
men de situatie van eind 1954 vergelijkt met die van het begin van 1953, toen
Eisenhower zijn werk als president begon, dan constateert men een aanzienlijke zwen
king in de Amerikaanse politiek ten aanzien van het buitenland.
Genoeg van deze Oosterse beeldspraak,
laat ik beginnen de juridische basis van
deze warwinkel op te graven. Deze ligt
verankerd in twee verdragen. Het eerste is
het protectoraatsverdrag van Bardo, dat
Frankrijk in 1881 met de toenmalige Bey
van Tunesië sloot om een einde te maken
aan het gevaar dat een door corruptie on
dermijnde, achterlijke staat, niet ongevoe
lig voor Italiaanse avances, voor de Franse
kolonie Algerije vormde. Het plaatste Tu
nesië onder Frans protectoraat, had mede
als oogmerk het land te moderniseren,
nam de diplomatieke en militaire taken
van de regering van de Bey over, maar
garandeerde tevens haar binnenlandse
zelfstandigheid. Het tweede verdrag was
de conventie van La Marsa, in 1883 geslo
ten, die als aanvulling op het protecto
raatsverdrag gold en waarbij de Bey zich
verbond bepaalde administratieve, juridi
sche en financiële hervormingen in te
voeren, die de Franse regering noodzake
lijk achtte voor het welslagen van haar
protectoraat.
In deze twee verdragen ligt de oorsprong
van het huidige conflict besloten. De Fran
sen hebben in de loop der tijden van diè
hervormingsclausule gebruik gemaakt om
een „administration directe" in te voeren,
die van de resident-generaal en zijn Fran
se directeuren de werkelijke bestuurders
van het land maakte. In lagere regionen
werd dat bewind voortgezet door „burger
lijke controleurs". Formeel had het Fran
se bestuursapparaat slechts een contro
lerende taak op zijn Tunesische evenknie,
de Bey met zijn ministers, en op locaal ni
veau de Caids en sjeiks, maar in feite re
geerde het bij decreet aan de Tune
sische functionarissen slechts de rol van
ja-knikken overlatende.
Gezegd moet worden dat dit Franse be
stuur Tunesië van een achterlijk staatje
tot een zeer geëvolueerd Arabisch land
heeft gemaakt, maar zelfs de grootste be
wonderaar van Westelijke expansie zal
niet willen volhouden dat het alléén op
philantropie berustte. Deze Franse „bu
reaucratie" heeft inderdaad haar eigen
ambtenaren alsmede de Franse „colons"
in een bevoorrechte positie geplaatst en zij
is een enorme macht in zichzelf gewor
den, die een buitengewone macht in
Parijs verwierf.
Tegen dit alles trekken de Tunesische
nationalisten te velde. Zij achten de „di
recte administratie" in strijd met het
verdrag van Bardo en zij verzetten zich
nog heftiger tegen het begrip van „mede-
souvereiniteit", waar de Fransen hier
zich op beroepen omdat zij menen dat deze
is gegrondvest door de feitelijke gang van
zaken en door het aandeel, dat zij in de
ontwikkeling van Tunesië hebben gehad.
Dit begrip heet hier „status quo" en het
werkt op de Tunesiërs als een rode lap
op een stier.
ADVERTENTIE
WOENSDAG 15 DECEMBER
Wilhelminakerk, Gedempte Oude Gracht:
Interkerkelijke Ad.ventssamenkomst, 8 uur.
Cultura: Nederlandse Vereniging voor
Sexuele Hervorming, lezing, 8 uur. Cultura:
Ned. Ver. van Spir. „Harmonia", 8 uur.
Luxor: „Captain Kidd and the slave girl",
18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De onver-
schrokkcnen", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace:
„Lucky me", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Roxy:
„Achter gesloten gordijnen", 18 jaar, 8 uur.
Rembrandt: „Intermezzo", 14 jaar, 7 en 9.15
uur. Lido: „Onderwereld van Montmartre",
18 jaar, 7 en 9.15 uur.
DONDERDAG 16 DECEMBER
Lange Veerstraat 16: Genezingsdienst van
de tempel, 7.45 uur. Luxor: „Captain Kidd
and the slave girl", 18 jaar, 2, 7 en 9.15 uur.
Frans Hals: „Het balboekje", 18 jaar, 2.30, 7
en 9.1.5 uur. Palace: „Lucky me", alle leeft.,
2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Achter gesloten
gordijnen", 18 jaar, 2.30 en 8 uur. Rembrandt:
„Intermezzo", 14 jaar, 2, 4.15, 7 uur. „Ronde
de nuit", Haarlemse Kunst Gemeenschap,
9.15 uur. Lido: „Onderwereld van Mont
martre", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Het verzet van de Tunesiërs dateert ove
rigens niet van gisteren. Reeds voor de
eerste wereldoorlog kwamen cle „jonge
Tunesiërs" hiertegen op. Na de eerste we
reldoorlog werd de „Destour-parij" ge
sticht (Destour betekent „grondwet") die
de interne zelfstandigheid wilde herstel
len. Haar actie beperkte zich overigens
tot de intellectuelen en toen in 1930 de
wereldcrisis ook Tunesië zwaar trof, deed
de drang naar sterke en breder actie
zich gelden. In die jaren verscheen een
nieuwe man op het toneel, een jong advo
caat: Habib Bourguiba, die de „Neo
Destour partij" oprichtte, welke zich tot
het hele Tunesische volk richtte en weer
klank vond. Zij heeft tot op heden zonder
ophouden geageerd en zij heeft zelfs in de
kleinste dorpen haar cellen. Haar tactiek
is tweezijdig. De grondregel is: ageren
met alle middelen inclusief daadwerkelijk
verzet, maar ook onderhandelen zo gauw
er bij een Franse regering daartoe neiging
bestaat. Bij de organisatie van haar verzet
heeft zij met geschroomd bij totalitaire
partijen in de leer te gaan. Bij haar on
derhandelingen heeft zij een grote soepel
heid en een zelfs na de strengste Fran
se represailles opvallend gebrek aan
wrok getoond. Dat zij de overgrote meer
derheid van het Tunesische volk achter
zich heeft lijdt geen twijfel.
Tot zovere de grondgegevens van net
probleem. Ik zal niet ingaan op de histo
rie van het conflict vóór de jongste we
reldoorlog, toen het Westen zich van geen
koloniale problemen bewust was. De anti-
koloniale kettingreactie echter die zich
tijdens en na deze oorlog afspeelde, heeft
ook de vonk in het Tunesische kruitvat
doen slaan. En de recente historie in Tune
sië die begon met het afzetten van Mo'u-
cef Bey, is een tragische geworden. Haar
voornaamste kenmerken waren gebrek
aan begrip, onmacht en bloedvergieten.
Gebrek aan begrip in Parijs vooral voor
de acuutheid van de situatie. Er zijn wel
iswaar goedbedoelde pogingen gedaan, bij
voorbeeld door Mitterrand en Schuman.
maar Mitterand viel al voordat hij zijn
hervormingsplannen had kunnen indienen.
En Schuman die in 1951 een grote stap
scheen te willen doen, had het te druk
met Europa en bezat onvoldoende kracht
om zijn plan staande te houden tegen de
hevige oppositie van de Fransen in Tune
sië en hun bondgenoten in Parijs. Het ex
periment met het kabinet-Chenik, waarin
ook de neo-Destour vertegenwoordigd
was, en dat over een nieuwe status zou
onderhandelen, werd getorpedeerd. De
ministers (in functie) werden verbannen
naar het Zuiden.
Ironischer nog was dat Schuman, aan
wiens eerlijke bedoelingen niemand kan
twijfelen, met zijn plannen een reactie uit
lokte, welke leidde tot het regime van de
resident-generaal De Haute-Cloque, die
er wel eens even het mes in zou zetten.
Het werd de periode van de bloedige
„schoonmaak" van Kaap Bon", van staat
van beleg, van censuur, van verbannin
gen, van concentratiekampen, van intimi
datie van de Bey.
In Parijs was er niemand die de enor
miteiten van deze resident-generaal kon
stopzetten. Het was de periode van de
Pinays, de Bidaults, van de halve maat
regelen, van halve hervormingen, die de
represailles afwisselden, maar die nim
mer of slechts ten dele werden uitge
voerd. De periode van de onmacht waarin
het Franse parlement op één dag achter
elkaar vijf verschillende moties over Tu
nesië verwierp en toen maar overging tot
de orde van de dag. Het was de periode
waarin men het probeerde met een ma
rionet als Baccouche, die met veel moei
te een Tunesisch kabinet van stromannen
bij elkaar trommelde, dat geen enkel ver
trouwen bij het volk genoot.
De Tunesische nationalisten hadden in
middels niet stil gezeten. Bourguiba begon
zijn grote campagne in het buitenland. De
later door „de rode hand", contra-terreur
organisatie van Franse extremisten, ver
moordde vakbondsleider, Ferhat Hached,
bracht zijn arbeiders in de strijd. Sidi
Laminé Bey, die zich meer en meer met
de nationalisten vereenzelvigde, riep een
officiële „staten-generaal" bijeen om een
Tunesisch hervonningsplan op te stellen
en tegelijk blijk te geven van zijn bereid
heid tot een constitutionele monarchie. De
Tunesiërs legden hun zaak aan de UNO
voor. Maar ook begon het gewapend ver
zet, de Fellagha's sloegen terug, overvielen
Franse boerderijen. Het werd moord en
doodslag, terreur en contra-terreur.
De toestand werd onhoudbaar. Het ka-
binet-Laniel verving de Haute-Cloque
door Voizard, die in Maart 1954 met de
gematigde nationalist M'Zali als premier
in zee ging en een nieuw hervormingsplan
opstelde volgens hetwelk het Tunesische
kabinet voortaan uit acht Tunesische mi
nisters en vier Franse directeuren zou be
staan en dat ook voorzag in de verkiezing
van een raadgevende Tunesische assem-
blée. Het was echter te laat. De Neo-
Destour had al eerder een homogene Tune
sische regering en een homogeen volledig
bevoegd Tunesisch parlement geëist.
De publicatie van het plan leidde tot
onlusten. Het kabinet M'Zali trad af en
weigerde zelfs de lopende zaken te be
handelen. Het mandaat van de Grote
Raad, een soort consultatief FransTune
sisch lichaam, was al eerder afgelopen.
Iedere Tunesische deelneming in het be
stuur had opgehouden te bestaan. Er be
stond nog slechts gewapend verzet. In
deze volmaakt onmogelijke situatie maak
te een nieuwe Franse premier op 31 Juli
van dit jaar zijn opwachting bij de Bey:
Mèndes-France, na zijn bliksem-reis
neergestreken op het vliegveld El Alouina.
Hij bracht een nieuw en energiek
programma mee: interne autonomie en
tegelijkertijd krachtig optreden tegen
iedere orde-verstoring, programma
dat werd verpersoonlijkt in een nieu-
de resident-generaal, generaal Boyer
de la Tour, tevens bevelhebber der
Franse troepen in Tunesië. Hij kreeg
het vertrouwen der Tunesiërs. Het
kabinet-Tahar Ben Ammar, dat vier
Neo Destour-ministers bevat en thans
onderhandelt over de uitvoering van
Mèndes-France's belofte, heeft zijn
goede trouw bewezen door het Fella-
gha-leger uit de bergen te laten ko
men. Er wordt niet meer geschoten,
maar op een gezonde basis gepraat.
Er gloort nieuwe hoop.
ADVERTENTIE
echte
Toen de republikeinen aan het bewind
kwamen, was ten aanzien van de Sovjet-
Unie „terugdringen" hum leus. Zij ver
klaarden zich voorstanders van een actie
ver politiek dan die der democraten en
spraken zelfs van een „bevrijding" der
satellietlanden. Die bevrijding werd dooi
de meesten niet zuiver militair bedoeld,
maar men wilde toch, door het aanwakke
ren van ontevi-edenheid in de door Rus
land bezette staten, afvalligheid bevorde
ren in het communistische deel van de
wereld. De radio-propaganda naar de lan
den achter het iizex-en gordijn werd inten
siever en in het "Verre Oosten stond men
aan Tsjang Ka-i Tsjek toe, om, voor zo ver
hij daartoe in staat was, het vasteland van
Azië aan te vallen. Tsjang werd, zoals het
heette, „losgelaten" van de leiband.
Thans zijn we twee jaar verder. In de
letterlijke zin van het woord is er van een
terugdringen der Sovjet-macht niets te
récht gekomen. Integendeel, nog in 1954
zagen de communisten kans om in het
Noorden van Indochina belangrijk gebied
ei-bij te veroveren. De Amerikaanse poli
tiek, dié begin 1953 zeer gematigd
aggressief scheen te worden, is thans een
politiek van verdedigen en voorkomen,
een politiek van „houd-wat-je-hebt"-
Tsjang Kai Tsjek ligt weer aan de leiband;
Dulles zowel als Eisenhower hebben on
omwonden verklaard, dat zij geen blok
kade wensen van de kust van communis
tisch China, zelfs niet, nu dit China Ame
rikaanse krijgsgevangenen tegen de af
spraken in niet wil vrijlaten. Kennelijk
wil men de zaken niet op de spits drijven
in een periode, waarin men te Washington
tweeërlei hoop op een verbetering der in
ternationale situatie koestert. Enerzijds
hoopt men namelijk, dat de Russen, die de
laatste tijd opvallend minzamer doen, in
dex-daad tot daadwerkelijke coöperatie be
reid zullen blijken, anderzijds hoopt men,
dat het mogelijk zal zijn, om niet-Russi
sche landen van het communistische bloc,
losser te maken van Moskou al blijven
de regeringen aldaar officieel communis
tisch toch met die landen tot afspraken
te komen, waar het Kremlin niet in ge
kend behoeft te worden. In hoeverre deze
tweevoudige hoop gerechtsvaardigd is,
laat ik in het midden, hoop is nog iets an
ders dan verwachting. Maar het alternatief
van steeds toenemende internationale
spanning die eindigen kan in oorlog met
waterstof-bommen, is zo verschrikkelijk,
dat men elke mogelijkheid wil beproeven
om de wapenstilstand over te doen gaan
in een toestand, die althans enigszins op
vrede lijkt.
De satelliet-landen worden dus op het
ogenblik ietwat anders benaderd dan twee
jaar geleden. Te Washington heeft men
een paar handige termen bedacht om dat
verschil in handeling aan te geven. Eerst,
zo zegt men wel, sneed men de zaak aan in
horizontale richting. Dat wil zeggen, men
probeerde de bevolking in de satelliet-
landen opstandig te maken tegen hun over
heersers (of dat nu de Russen waren of
handlangers van de Russen). Thans even
wel overweegt men in verticale richting te
gaan snijden, met andere woorden de sa
telliet-landen los te snijden en met deze
communistische, doch niet van nationaal
gevoel gespeende landen tot overleg te ko
men. Gaat men in deze richting consequent
door, dan zou het er op moeten uitlopen,
dat Amerika het communistisch China
ging erkennen. Zo ver is het echter voor
eerst nog niet.
Men kan deze dingen niet al te zeer in
zwart-wit weergeven. Het is natuurlijk
niet zo, dat men op een goede dag de hori
zontale methode vaarwel zegt en verticaal
gaat operex-en. De overgang van de ene
manier van entameren naar de andei'e is
geleidelijk en het een sluit het ander niet
uit. Maar er is een zwenking.
Koude oorlog economisch
Al dit snijden, in welke richting ook,
kan men ten aanzien van het Sovjet-bloc
als geheel, ietwat aggressief noemen. De
nadruk valt echter op dit moment meer
op wat men behouden kan in de strijd te
gen het opdringende communisme, dan oo
wat men aan de centrale macht van het
Kremlin kan onttrekken. De Amei-ikaanse
buitenlandse politiek tegenover het com
munisme is thans vóór alles defensief en
preventief. De koude oorlog, zo zei Dulles
enkele dagen.geleden, krijgt meer en meer
economisch aspect.
Dit geldt vooral ten aanzien van het
Verre Oosten. Kort na elkaar hebben twee
premiers op de persclub te Washington
gesproken. Het waren Josjida uit Japan
en Kotelawala uit Ceylon. Beiden legden
er de nadruk op, dat de economische voor
uitgang in communistisch China grote in
druk maakt in Azië. Het met-communisti
sche deel van Azië kan alleen voor de vrije
wereld behouden worden, indien de econo
mische vooruitgang aldaar niet ondei-doet
voor die in communistisch gebied.
Hoop op beter
De Amerikaanse ambassadeur Bohlen,
die ter consultatie te Washington is ge
weest, is weer naar ziin post te Moskou
teruggekeerd. Hij hoopt en de Ameri
kaanse regering met hem dat hij thans
vaker gelegenheid zal krijgen tot informeel
overleg met de leiders van de Sovjet-Unie.
Zulk contact is onlangs begonnen en alleen
op die manier zou er een betere verstand
houding te bereiken zijn. De Amerikaanse
regering denkt er niet aan, zoals senator
Knowland wil, de diplomatieke betrekkin
gen met de Sovjet-Unie te verbreken. Ook
heeft zij zoals gezegd Knowlands
suggestie, om de Chinese kust te blokke
ren, van de hand gewezen. Betekent dit
een breuk met de leider van de republi
keinse fractie in de Senaat? Dat behoeft
niet, Knowland zelf wenst die breuk in elk
geval niet te forceren. Enkele dagen gele
den had ik een gesprek met hem en daar
uit bleek zonneklaar, dat hij zich enige
matiging in zijn uitspraken oplegde en de
tegenstellingen, tussen zichzelf en de presi
dent niet op de. spits wilde drijven. Hij
zeide mij onomwonden, dat hij de leidei
der reDublikeinen in de Senaat blijven zou.
Een andere senator, die ook overhoop
is geraakt met het Witte Huis, doet juist
wel alles om het conflict te accentueren.
Ik bedoel natuurlijk McCarthy. Dat hij
door het dolle heen aldus handelt, is
eigenlijk maar gelukkig.
Gelijk men weet heeft de Senaat zijn af
keuring uitgesproken over McCarthy's ge
drag. Hij kreeg alle democi'aten tegen zich,
doch zijn eigen partij was verdeeld: 24 re
publikeinen stemden tegen McCarthy, 22
wilden hem niet veroordelen, dat zag er
ietwat bedenkelijk uit. Dreigde er een
splitsing in de partij, waar de helft bij
betrokken was? Nu echter McCarthy in
felle taal de president heeft durven aan
vallen, is zijn aanzien onder de repu
blikeinen aanzienlijk gedaald. Mocht
McCarthy ertoe komen om zich af te
scheiden, dan zal hij slechts heel weinig
senatox-en met zich mee kunnen tronen,
op zijn hoogst een paar schreeuw-lelijken
zoals Jenner en Welker. Zonder deze poli
tici van bedenkelijk allooi zou de repu
blikeinse partij toch nog wel een kans kun
nen maken in 1956, doch een splitsing
waarbij Knowland, Styles, Bridges en an
deren af zouden vallen, zou fataal zijn.
ADVERTENTIE
Maal< een eind aan dat
gekuch. Zuiver Uw
luchtwegen van gevaarlijke
ziektekiemen met de
De Wereldomroep heeft Dinsdagmiddag
een extra uitzending gegeven van het po
pulaire programma „Het schip van de
week". Dit programma was gewijd aan
het 50-jarig bestaan van het rijkskust-
wachtstation PCH, beter bekend als Sche
veningen-Radio.
In aanwezigheid van verscheidene
autoriteiten zijn gelukwensen en geschen
ken aangeboden door de directeur van
Radio-Holland, ir. W. D. P. Stenfert,
waarvoor de heer C. van Geel, directeur
van het jubilerende station, dat zoveel
voor het contact van de zeevarenden met
het vasteland betekent, hartelijke dank
woorden uitte. De heer L. H. de Fauw van
de Haagse kern van PCH offreerde aan de
heer R. C. A. Kroes, oud-hoofdinspecteur
van Radio-Holland en de eerste telegra
fist die met PCH destijds contact maakte,
100 exemplaren van het jubileumgedenk
schrift voor de 100 oudste telegrafisten ter
zee.
Ook waren er familiegroeten van de
employé's van Radio-Holland op de in
specties Tandjong-Priok en Willemstad.
Deze uitzending werd feestelijk omlijst
door muziek van een scheepsorkest.
Op een van de hellingen van de werf van de Nederlandse Dok- en Scheepsbouw
Maatschappij te Amsterdam wordt op het ogenblik hard gewerkt aan een nieuwe
tanker, welke wordt gebouwd in opdracht van de N.V. Petroleum Maatschappij
„La Corona" in Den Haag. De „Vasum", zoals het schip zal worden gedoopt, heeft
een draagvermogen van 31.000 ton en zal op 15 Januari aanstaande door Prinses
Beatrix worden te water gelaten.