A De vreemde historie van een Engelse krijgslist en een Duitse blunder Muiterij op de Caine" als film HET SPROOKJE VAN GENEVIèVE Hoe de nazi's in de zomer van 1943 Sicilië verspeelden Russische studenten naar Nederland Permanent gebrek aan pasmunt in Duitsland j. J. „Captain Martin", moest tweemaal sterven om Hitier te misleiden Manuscripten en brieven van Dylan Thomas 99 Onze Puzzle Waar blijven de „Pfennige"? Twee tentoonstellingen in nieuwe vleugel Kanarie in de keuken van Montmartre en een Chanson van F. Mauriac l'Ombre - De schaduw bezweken was. Deze ziekte laat namelijk in de longen een vloeistof achter, die bij oppervlakkige beschouwing wel iets op zeewater lijkt. Deze candidaat kon dus ook bij een niet al te nauwkeurige lijkschou wing als een verdronkene worden gekwa lificeerd - en dat was precies wat ik nodig had. Nu restte nog de toestemming van des mans familie te krijgen om het lichaam voor ons doel te gebruiken. Natuurlijk konden wij daarbij geen explicaties geven, maar gelukkig waren de ouders van het slachtoffer tevreden met de vage verzeke ring, dat hun dode zoon grote nationale be langen zou dienen en nadien een passende begrafenis zou krijgen". MONTAGU VERTELT verder, hoe hij een cylindervormige koelcel had laten ma ken om het lijk althans enigermate te kun nen conserveren. Voordien werd het lichaam van de dode gekleed in de uni form van kapitein der mariniers, terwijl men ter completering vkn zijn „per soonlijkheid" een portefeuille met een militair paspoort ten name van een denk beeldige kapitein Martin, wat liefdesbrie ven en schouwburgkaartjes in zijn tuniek borg. Tenslotte werd de fameuze brief van Nye aan Alexander een geraffineerd mengsel van juiste gegevens en gefingeer de „inlichtingen" in de koerierstas ge daan, die daarop met een kettinkje aan de pols van de dode bevestigd werd. Zo was de namaak-koerier eindelijk ge reed voor zijn vreemde missie. In zijn koel cel werd hij aan boord gebracht van de onderzeeër Seraph, die op 28 April met zijn griezelige last zee koos. Behalve Montagu en de vier officieren kende nie mand aan boord inhoud en doel van de zware cylinder, op welks buitenkant in grote letters: „Voorzichtig: optische appa raten!" geschilderd was. Twee dagen later arriveerde de Seraph tegen de ochtend voor de rede van Huelva, waar Montagu, na peiling van wind en stroming, besloot zich van zijn last te ont doen. Geholpen door de officieren, schroef de hij het deksel van de koelcel, trok het op een draagbaar steunende lichaam van de „koerier" eruit, controleerde nog even of de tas wel waterdicht afsloot en liet het toen langzaam in zee glijden, terwijl de officieren een plechtig saluut brachten. De operatie „Pasteivlees" deze griezelige betiteling stamt van de Admiraliteit zelf was begonnen ZIJ RESULTEERDE, enkele maanden later, in de geslaagde landing der Geal lieerden opSicilië, dat door de mislei de Führer goeddeels van zijn defensieve kracht beroofd was. Toen de Brits-Ameri kaanse troepen er op 13 Juli voet aan land zetten, ondervonden zij slechts minimale tegenstand, die spoedig ineenstortte. Hitier schijnt overigens nog dagenlang geloofd te hebben, dat de invasie op Sicilië slechts een afleidingsmanoeuvre was om de ware doelen der Geallieerden te camoufleren. En toen hij eindelijk zijn dwaling inzag, was het te laat om het stormgetij nog te keren. Sicilië viel, Italië zou spoedig vol gen II. C. Niet uit Moskou, maar uit Parijs Het kerkkoor van studenten van het Rus- sisch-Orthodox Seminarie te Parijs zal een tournée door Nederland maken. Het treedt van 22 Januari tot 11 Februari op in 's-Gra- venhage, Middelburg, Haarlem. Amster dam, Nijmegen, Amersfoort, Eindhoven, Maastricht. Heerlen, Mijdrecht, Hilversum, Groningen, Assen, Vroomshoop, Zwolle, Deventer. Arnhem, Utrecht, Schiedam en Ginneken. Het genoemde seminarie werd in 1925 gesticht. Het verzorgt de opleiding van de priesters voor de Russische kerk buiten Rusland en hoewel velen, die dit seminarie bevolken, dit land nooit gezien hebben, is het Russisch nog hun moedertaal. Zo ligt in een van de buitenwijken van Parijs „een stukje Rusland". De omstandigheden, waaronder deze mensen moeten leven, zijn armoedig. Van daar dat deze tournée is georganiseerd om geld bijeen te brengen om in de dringend ste behoeften te voorzien. Aan de Harvard Universiteit is een ver zameling originele manuscripten en brie ven van de Engelse letterkundige Dylan M. Thomas door een New Yorkse vriend van de dichter ten geschenke gegeven. In een begeleidende brief is de hoop uitgesproken, dat deze verzameling de kern moge vormen van een uitgebreidere collectie van poëti sche werken. Aan deze manuscripten was toegevoegd een tweetal schilderijen van Gene Derwoord, de vrouw van de schen ker, die in 1953, het sterfjaar van de dich ter, overleed. Dit beeld uit het programma van de op Maandag 24 Januari voor de Haarlemse Kunstgemeenschap optredende groep van Baskische zangers en dansers „Etorki" werd door de bekende Parijse fotograaf Lipnitzki gemaakt. Dit Frans-Baskische Danstheater, dat onder leiding staat van Philippe Oyhamburu, komt thans voor het eerst naar ons land, na zowel in Parijs als Londen maandenlange successen te heb ben geboekt. Het ensemble, dat met grote belangstelling wordt tegemoet gezien, telt dertig leden. In het gevarieerde programma zijn talrijke zwaarddansen, hoepeldan- sen, behendigheidsdansen en traditionele fandango's opgenomen. Na de pauze komt een komisch maskeradeballet, eveneens in folkloristische trant, voor het voetlicht. EEN GhlJZE APRILMORGEN in 1943. In de lagune van Huelva, een Spaans stadje tussen Cadiz en de Portugese grens, heerst bedrijvigheid van uitvarende visserswant een dag als deze belooft goede vangsten. Reeds gaan de eerste netten overboord als van een der vaartuigjes geroepen wordt: „Opgepast wrakhout vooruit!" Ingespannen turen de mannen over de nog donkere zeespie gel en al gauw vinden hun scherpe ogen het gesignaleerde obstakel: een vormloze zwarte massa, heen en weer gesmeten door de golven en een ernstig gevaar voor de netten vor mend. In een wijde boog sturen de vissers eromheen, behalve één van hen, die gedreven door nieuwsgierigheid nader bij vaart. Maar lang voordat het voorwerp binnen bereik van zijn bootshaak is, heeft een doordringende lucht hem al de waarheid verteld. Geen wrakhout is het, dat daar ronddrijft, maar een cadaver het li/k van een mens. Zijn walging over winnend hijst de Spanjaard de lugubere vondst aan boord: het lichaam van een man van omstreeks veertig jaar, dat ge zien de staat van ontbinding al dagen in zee gelegen moet hebben. Zijn kleding (de uniform van een Brits marine-offi cier) is nog vrijwel intact en een der handen, verkleurd en monsterlijk gezwollenomklemt de handgreep van een water dichte actentas die het Koninklijke Engelse wapen draagt. Grijnzend zien de Spaanse schipper en zijn maat elkaar aan: In Madrid, ja zelfs in Huelva zijn verscheidene mensen, die veel geld zullen geven voor deze Britse koerierstas. MAAR OOK IN LONDEN grinnikten de ingewijden, nu de Duitsers er zo prachtig ingelopen waren. De hele affaire-Martin was namelijk niets anders dan een geniale krijgslist, uitgebroed door Ewen Montagu. MAAR ALS HUN BOOTJE in de haven van Huelva terugkeert, worden zij opgewacht door politiemannen, die de tas en de particuliere eigendommen van de drenkeling in beslag nemen en zijn lichaam naar het lijkenhuis expediëren. De sectie wijst uit dat de man levend in zee gevallen is en daar, gezien het water in de longen, gestikt moet zijn. De dood is volgens de politiearts vijf zes dagen geleden ingetreden. De portefeuille van het slachtoffer bevat een militaire identiteitskaart ten name van "William Martin, kapitein van de Royal Marines, 37 jaar oud en fungerend officier van speciale diensten. Men vindt ook een pakje minnebrieven van een zekere Pamela en twee schouwburgkaartjes van recente datum, die bewijzen dat de overledene enkele dagen tevoren nog in Londen was. De actetas bevat twee zwaarverzegelde, officieel uitziende enveloppen, die de politie van Huelva ongeopend naar Madrid zendt, waar zij in afwachting van eventuele Britse stappen worden opgeborgen. Nauwelijks horen de Engelse diplomaten in Madrid van de vondst of zij bewegen hemel en aarde om de verzegelde documenten terug te krijgen. Na drie dagen worden deze stukken inder daad uitgeleverd en per speciale koerier naar Londen gevlogen, waar men met vol doening constateert dat de zegels en enveloppen ongeschonden zijn. Toch hebben de Spanjaarden geknoeid met de documenten. Nieuwsgierig naar de blijkbaar uiterst belangrijke inhoud, slagen zij erin de brieven te openen zonder de lakken of omslagen te beschadigen, laten de missiven fotograferen en plakken alles dan weer zo vakkundig dicht, dat het bedrog achteraf onmogelijk te ontdekken is. De fotocopieën worden daarna in handen gespeeld van een Duitse agent, die ze haastig doorstuurt naar Berlijn waar men zich vrolijk maakt over dit buitenkansje. Een van de foto's bevat namelijk de tekst van een persoonlijke brief van Sir Archi bald Nye, sous-chef van de Britse Imperial Staff, aan zijn vriend generaal Alexander in Tunis: „In antwoord op je verzoek van vorige maand kan ik je meedelen, uiter aard onder de strengste geheimhouding, dat Sicilië geen rol meer speelt in onze toekomstplannen. Misschien wordt het Sardinië en Corsica, misschien de Griekse archipel, vanwaar wij de sprong zullen wagen en daarbij zullen jouw troepen in Afrika natuurlijk een hoofdrol vervullen", zo lezen de verbaasde nazi-leiders. Bij de foto's: Het portret in het opschrift van dit artikel is dat van de geestelijke vader van de hierin beschreven geniale krijgs list, Ewin Montagu van de „Naval In telligence Service". De uit het Parijse blad „Historia" overgenomen foto in de tekst toont het lanceren van Captain Martin" voorr zijn vreemde missie. DAT WAS SENSATIONEEL nieuws voor Hitier en de zijnen, die tot nu toe rotsvast geloofd hadden, dat de dreigende Geal lieerde aanval op Italië via Sicilië gelan ceerd zou worden, welk eiland zij dan ook versterkt hadden tot een bijna onneembaar bastion. En nu speelde het toeval hun een document in handen waaruit blijken zou, <lat Eisenhower via Sardinië en Grieken land ging aanvallen. Het was bijna te mooi om waar te zijn en vele kopstukken van het „Oberkomman- do" geloofden het dan ook niet. Zij lieten een diepgaand onderzoek instellen, niet al leen naar de brief in kwestie, maar ook naar de omstandigheden, waaronder de koerier kapitein Martin verdronken en op gevist was. Daarbij bleek, dat het hand schrift en de ondertekening onder de be wuste brief onweerlegbaar die van de Brit se sous-chef waren. En voorts vond men uit, dat er omstreeks twintig April nabij Gibraltar een Engels vliegtuig, met on der meer een kapitein Martin aan boord, in zee gestort was. Nu twijfelde Hitier niet meer. Overtuigd van de authenticiteit van de gegevens uit Spanje kwam hij tot de conclusie, dat de Geallieerden inderdaad hun aanvalsplan gewijzigd hadden en gaf hij opdracht vele keurtroepen en zwaar materieel van Si cilië terug te trekken en de defensie van Sardinië, Corsica en de Balkan tot het Uiterste te versterken. Begin Juni was deze massale hergroepering van de As- strijdkrachten voltooid en kon men op het Führerhauptkwartier in zijn vuistje lachen. „Laat nu de Tommies maar komen, we gullen ze een warme ontvangst bereiden!" een jonge Intelligence-officier. Samen met een collega had deze Montagu een plan uitgewerkt om de Duitsers op een dwaalspoor te brengen. Daartoe zou een vliegtuigongeluk gefingeerd moeten wor den in de buurt van Spanje, waarbij een pseudo-koerier met „authentieke" docu menten verdrinken zou. De zeestroom zou zijn lijk naar de Spaanse kust voeren en daar zouden de volgelingen van Franco zijn „geheime stukken" wel aan de Duit sers in handen spelen. Na de geslaagde veldtocht in Noord- Afrika kreeg Montagu toestemming dit plan ten uitvoer te brengen. Welke moei lijkheden zich daarbij voordeden, heeft hij thans in zijn boek „The man who did not exist" verteld. Daaraan ontlenen wij de volgende passages: „Mijn eerste probleem was het vinden van een dode, die zonder kans op ontdek king als de verdronken koerier kon funge ren. Gesneuvelden kon ik, met het oog op hun wonden, dus niet gebruiken, maar al evenmin kwamen in aanmerking mensen die aan bepaalde, gemakkelijk te consta teren ziekten waren overleden. Dagenlang informeerde ik voorzichtig in de hospita len naar stervenden en pasgestorvenen en tenslotte vond ik wat ik zocht: een 37- jarige man, die zojuist aan longontsteking Spoedig nadat wij hebben kennis gemaakt met het toneelstuk kunnen wij al Herman Wouk's „Muiterij op de Caine" zien als film. Dat zou stof hebben gegeven voor een interessante vergelijking als de film het toneel stuk ook maar enigermate zou hebben nagevolgd, zij het dan in de vorm haar voorbehouden. Wat de film „Muiterij op de Caine" echter geheel van het toneelstuk onderscheidt is haar feitelijke inhoud, die alles wat het toneelstuk niet kan laten zien in beeld brengt. Met andere woorden: de film geeft de ganse geschiedenis, die aan de dramatische rechtszittingover de muiterij op de Caine voorafgaat uitvoerig weer om zich van die zitting met slechts enkele scènes af te maken. Daarmee wordt de intrige geheel anders opgebouwd en vervalt het retrospectieve karakter van het toneelstuk. De film houdt zich nu aan de roman, waarvan het toneelstuk een bewerking is. Film en stuk hebben alleen nog het gegeven gemeen. Men kan nu nog slechts twisten over de vraag welke van beide kunstuitingen dit gegeven het meest dramatisch gestalte heeft gegeven. Dat is, naar mijn mening, niet de film. MEN KENT HET GEGEVEN? Com mandant Queeg van de „Caine" is als hij het bevel over het schip aanvaardt een overspannen man. Hij heeft reeds in de oorlog gevochten, kreeg geen kans op ver haal te komen en gedraagt zich allesbe halve verstandig en moedig. Het officieren korps kan zich daarmee niet verenigen. Een der luitenants stookt de eerste offi cier op het commando over te nemen, om dat de commandant kennelijk een para- noicus is. Dat doet deze officier eerst dan, wanneer het schip in een typhoon geraakt en de orders van de commandant tot zijn Horizontaal: 1. gemeente in Noordhol land, 7. familielid, 8. rund, 10. inhoudsmaat (afk.), 12. masker, 14. inhoudsmaat (afk.), 15. deel van een schoen, 17. vaartuig, 18. lichaamsdelen, 19. boom, 21. groente, 23 muzieknoot, 24. boomloot, 26. water in Noord Brabant, 27. gewicht (afk.), 28. voorzetsel, 30. gemeente in Noordholland. Verticaal: 2. lengtemaat (afk.), 3. bout van een varken, 4. kleefmiddel, 5. boom, ondergang leiden. Natuurlijk komt de zaak voor de krijgsraad. De eerste officier raakt lelijk in het nauw, want de luitenant, die hem tot zijn handelswijze aanzette, laat hem in de steek en het is alleen aan de bekwaamheid van de verdediger te danken, dat de geestesgesteldheid van de comman dant aan het licht treedt. Diezelfde ver dediger verschijnt later op het feest dat op de vrijspraak van de eerste officier volgt. Hij wijst de luitenant als de ware schuldige aan en verwijt de officieren, dat zij hun commandant hun steun hebben onthouden op het ogenblik, dat hij er het meest behoefte aan had. Zij deden niets om zijn moeilijkheden te verlichten. DAT IS DUS WAT DE MUITERIJ op de Caine behelst. Maar met het Holly- woods vermogen om zaken, die de moeite waard zijn te „veredelen" heeft de sce narioschrijver het accent voor een deel naar het onbelangrijk levensverhaal van een jonge adelborst verlegd, die wij tus sen de bedrijven door uit zijn moederbin ding naar de volwassenheid zien ontluiken. Deze afdwaling hindert de ontwikkeling der dingen ergerlijk. Niet dat ze de aan dacht afleidt. Daarvoor is ze te onbelang rijk. Ze zorgt er echter wel voor, dat de De luitenant (Fred Macmurray) stookt de eerste officier (Van Johnson) op tot wat de krijgsraad later zal betitelen als muiterij. filmversie van de „Muiterij op de Caine" lang niet de gespannenheid en de vertel kracht van het oorspronkelijke bezit. Met dit scenario kon regisseur Edward Dmy tryk niet veel anders doen dan een dra gelijke, net niet onvoldoende film maken. Af en toe wordt men nog wel herinnerd aan het filmtalent van de maker. De close- ups van commandant Queeg bijvoorbeeld in de rechtszaal zijn voor tref felijk en onthullend. De scène na de rechtszitting, waarin de verdediger van leer trekt, blijft u bij als het hoogtepunt van de film. De decoupage is er met gevoel en durf*in toegepast. Men bewondert ook de wijze, waarop de diverse karakters worden uit gebeeld met vooral een prachtige filmrol van Humphrey Bogart als de commandant, Jose Ferrer in zijn kwaliteit van verbolgen verdediger, Van Johnson met zijn sympa thieke officier en Fred McMurray als de laffe luitenant. De karakters zijn goed ge troffen en Dmytryk bracht ze raak in het beeldvlak. Maar voor een grote film was de opzet van een te naïeve en te zelden indringende allure. P. W. FRANSE De West Duitse minister van Financiën, dr Fritz Schaeffer, is op zoek gegaan naar pfennigmunten, de onooglijke koperkleu rige geldstukjes, die het kleinste wisselgeld van de weer „harde" Duitse mark vormen. Bijna anderhalf milliard munten van een pfennig zijn in de laatste jaren geslagen en het grootste deel daarvan schijnt in een bodemloze put te zijn verzonken. Winkeliers behelpen zich nu met bonbons en caramels als wisselgeld, omdat zij permanent ge brek aan klein geld hebben. De vier Duitse muntbedrijven slaan in drie ploegen zoveel ze kunnen, maar het gebrek aan pfennigen neemt nog altijd toe. Sedert de laatste loonsverhogingen ligt de kostprijs van een pfennig tegenwoordig boven zijn nominale waarde. De koper- waarde is echter heel gering en men kan zich dan ook niet indenken, dat er echte pfennig-..hamsteraars" aan het werk zijn. Anders is dat bij het tweepfennigstuk dat een hoog kopergehalte heeft. Deze twee- pfennigstukken zijn dan wik vrijwel geheel uit de circulatie verdwenen. Voor zover zij niet in oude sokken zitten, heeft de over heid hen wijselijk maar ingenomen. Voor de pfennig-malaise heeft men met dat al nog geen deugdelijke verklaring gevonden. Het lek is nog niet gevonden. Misschien legt dc Duitse jeugd een overdreven spaar zin aan de dag en zij is dan ook in de school al opgeroepen, haar spaarpotten op gezette tijden leeg te schudden. Ook de grotere munten vergaat het niet veel beter. De minister van Financiën heeft nu reeds zoveel laten slaan als hij wettelijk kan. namelijk voor twintig mark per hoofd der bevolking. Hij staat nu voor de nood zaak, een speciale vergunning te vragen om per man nog tien mark wisselgeld meer te laten aanmaken. Afgezien van het twee- pfennigstukje heeft men slechts voor de verdwijning van de „groschen", het Duitse dubbeltje, een redelijke verklaring ge vonden. De geluksautomaten, die in alle Duitse café's zijn opgesteld, slikken enorme hoeveelheden „groschen" op en zij worden zo zelden leeg gehaald, dat bij voortdduring een veel te groot aantal dezer munten uit de circulatie is. FOTO'S VAN SCHWEITZER. In het Museum Fodor te Amsterdam is dezer dagen een tentoonstelling van foto's door Erica Anderson over leven en wer ken van Albert Schweitzer geopend. Deze is georganiseerd door de Rotterdamse Volksuniversiteit. 6. gemeente in Noordholland, 9. gemeente in Noordholland, 11. muzieknoot, 13. ge meente in Overijsel, 14. meisjesnaam, 16. toiletartikel, 17. meisjesnaam, 20. lidwoord (Fr.), 22. bergplaats, 24. tijdi-ekening, 25. vod, 27. gebod, 29. familielid. De oplossing van onze vorige puzzle luidt: Horizontaal: 1. Amsterdam, 8. pot, 9. Eli, 10. es, 11. dik, 13. tl, 14. teken, 16. doos, 17. tali, 18. deler, 20. o.l., 22. mal, 23. dg, 24. ree, 26. wie, 27. Nieuwveen. Verticaal: 1. Apeldoorn, 2. mos, 3. St, 4. edik, 5. De, 6..alt, 7. Millingen, 11. desem, 12. ketel, 14. tod, 15. nar, 19. lauw, 21. lei, 23. die, 25. Ee, 26. we. De prijzen van de vorige puzzle werden als volgt toegekend: M. W. Zaalberg Zaalberg, Zaanenlaan 26, Haarlem f 7,50; D. J. Kors, A. Stoopplein 27, Overveen 5; L. Otte, Heirweg 21, Velsen-Noord 2,50. Om in aanmerking te komen voor een van de drie geldprijzen ad 7.50, 5.en 2.50, dient men uiterlijk Dinsdag 17 uur de oplossing in te zenden aan een van onze bureaux; in Haarlem: Grote Houtstraat 93 en Soendaplein; in IJmuiden: Kennemer- laan 186. In de nieuwe zijvleugel van het Stedelijk Museum te Amsterdam worden tot 3 Februari twee tentoonstellingen gehouden. In de benedenzaal exposeren dertig leden van de Nederlandse Kring van Tekenaars met 133 tekeningen en etsen. Het Neder lands Kunstenaarsgenootschap toont in de bovenzaal werk van vijfentwintig zijner leden: 96 schilderijen, gouaches en teke- ningen, alsmede drie plastieken. OP EEN VAN mijn zwerf tochten in 1952 door Parijs was ik weer eens terecht ge komen in het meest karakte ristieke en schilderachtige straatje van Montmartre: la Rue du Chevalier de la Barre. Van waar ik stond zag ik het cabaret-restaurant van Pata- chou liggen, juist in die tijd snel stijgend in de bezoekers- gunst. Maar naar Patachou ging die avond mijn belang stelling niet uit. Mijn nieuws gierigheid was namelijk in felle mate gewekt door een ar tikel van Jacques Robert, de kunstredacteur van Samedi- Soir Hij had een klein restau rant ontdekt, waar de patronne kookte en daarna zong. Niets bijzonders dushet oude, oude lied. De eeuwenoude gang van zaken in Parijs! Dat eethuisje lag in de Rue du Chevalier de la Barre en de patronne was Geneviève, een meisje met een sfern als vlam mend vuur. Het duurde niet lang of ik had de „casse- croüte" gevonden, ging er binnen en bestelde een Gigot Liberté, wat later bleek te zijn een levensgrote lamsbout met uien. Het lokaal was klein en uiterst sober ingericht. Ik zat op een ongemakkelijke stoel aan een namaak-antiek tafeltje, links en rechts een stuk of wat artisten en een paar vreemdelingen. Later op de avond zong Geneviève: „La Pampolaisë van Botrel, „A la Roquette" van Bruant en „Bois de Boulogne" en „Le Chat Noir" van dezelfde be nevens „Les petits Pavés" van Delmet. De wijze waarop deze „klas sieke" chansons door de nog zo jonge Geneviève ten ge hore werden gebracht, was zonder meer een openbaring. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik sterk onder de indruk was van zang, voordracht en sfeer. Geneviève is een wat typische maar aantrekkelijke verschij- ning. Ze heeft expressieve handen en een levendig gelaat met hoge jukbeenderen, volle lippen, oogharen die als sluiers over de schuin-op- staande diepbruine ogen han- "gen en een voorhoofd dat wat al te hoog wegduikt onder de strakgetrokken haren. Leu nend op de erg oude piano dankt zij met een melancho lieke glimlach het kleine audi torium, dat kennelijk geest driftig het recital op waarde schatte. Sindsdien heb ik. Geneviève niet meer gezien of gehoord, maar ik ken het verhaal dat als „Het Sprookje van Mont martre" rondgaat door haar buurt, door Montmartre. GENEVIèVE dan had van Jacques Robert de raad ge kregen de chansons van rond 1900 te vervangen door nieuwe, moderne liedjes.... nee, niet van Carco, Prévert of MacOrlan, die wel goed waren, maar door alle groten bundel „Orages" werd ge kozen: „l'Ombre". De veelbe lovende jonge componist Lu- cien Poret maakte er een adembenemend-schone muziek bij. De opzet mislukte totaal! Het lied sloeg niet in, men vroeg weer naar de oude pro gramma's en Geneviève viel terug op het beproefde klas sieke en moderne répertoire. Kort daarop maakte Juliette Gréco zich meester van „l'Om bre" en verwierf lauweren: voor zich en het chanson! En nu het sprookje: Gene viève maakte een moeilijke tijd door en wist haar eet huisje in stand te houden bij de gunst van de bezoekers, die geen plaats meer hadden kunnen vinden bij Patachou en de kleine boites op en om de Place du Tertre. Het was eind 1953 toen de beroemde Amerikaanse impresario Bar ron Polan door de Rue du Chevalier de la Barre wan delde en volgens zijn eigen uitlatingen naar Gene- Aux jours oü la chaleur arrêtait toute vie, Quand le soleil sur les labours extènuès Pressait contre son coeur le vignoble muet, A l'heure oü des faucheurs l'armée anéantie Ecrasait l'herbe sous des corps crucifiés Seul, debout, en ces jours de feu et de poussière En face du sommeil accablé de la terre, Assourdi par le cri des cigales sans nombre. Je cherchais votre coeur comme je cherchais l'ombre. Frangois Mauriac (de l'Académie Frangaise) worden gezongennee, iets geheel nieuws, van een dich ter van naam, wiens werk nog niet bij het chanson was in geschakeld. De keus viel op Frangois Mauriac en uit diens viève's „beuglant" trokken door de geur van „boeuf non", waarvan hij dreven liefhebber stapte het lokaaltje werd ge- machtige bourguig- een over- was. Hij binnen en deed zijn bestelling. Nadat de eigenares het waarlijk voor treffelijke gerecht had klaar gemaakt en opgediend, begon zij te zingen. Hevig geëmo tioneerd dankte Polan haar voor de ontroerend-mooie en ongekunstelde uitvoering. Po lan bleef geruime tijd, hij stel de zich voor en vroeg Gene viève of zij naar de Verenigde Staten wilde komen. Hij bood haar aan een vrije overtocht en een prachtig contract.... Dié avond nog kwam de zaak in kannen en kruiken. In het begin van dit jaar reeds trok Geneviève de oce aan over: financieel zo arm als de raven, maar met een ontaxeerbaar kapitaal, haar stem. De successen in Ameri ka waren éclatant en onmid dellijk. De televisie maakte in enige maanden een beroemd heid van haar. Het Ameri kaanse weekblad „This Week" schreef onlangs een enthou siast en uitvoerig artikel over Geneviève en beschreef haar als: „De vrouwelijke Cheva lier", de „Pretendente voor de kroon van Piaf", de „Kanarie in de keuken", de „Zizi Jean- maire van het chanson". Elk optreden tijdens de vele tour- née's door Amerika en Ca nada ontketende stormen van bijval. En nu heeft een van de meest verfijnde nacht clubs in New York: The Per sian Room, met Geneviève een contract afgesloten voor 1250 dollar per week. Zij, die met enkele francs en veel zorgen uit Frankrijk was ver- trokken, behoorde een half jaar later tot de kleine groep artisten die zulke hoge be dragen kunnen bedingen! Het chanson „l'Ombre" waaromheen nu, achteraf, nogal wat rumoer wordt op getrokken, kunt u beluisteren op een Philips-plaat, gezongen door Juliette Gréco en op Mer cury, gezongen door Gene viève. B. LEVI

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 12