Noord-Afrika kan voor Europa sleutel tot gans werelddeel zijn Nationalisten moeten gewonnen worden Naegelen houdt Bourguiba Frankrijks standpunt voor Voorwaarde is dat Mendès-France de kans krijgt voor doelbewust beleid n°uvelie frats ...Eï URAMENTPAS CHER Tunesisch nationalisme kan nog niet op eigen wieken drijven Prijs Kunstenaarsverzet voor Henr. van Eyk Interview meteen Franse socialist 5 doktoren het misbruik van laxeermiddelen ZATERDAG 22 JANUARI 1955 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Geen garantie Algerije: kernprobleem Hoe en wanneer Maak Uw eigen PASPOP! Prof. mr. M. P. Vrij, lid van Hoge Raad, overleden Spraakverwarring over kolonialisme Honderdvierjarige te Dordrecht Hof verzwaart straffen voor roofoverval in de Beemster Strategische redenen Ernst Geen overijling Risico waarschuwen tegen Agenda voor Haarlem (Van onze reisredacteur) prie onder Frans beheer staande gebieden in Noord-Afrika vormen thans een van de urgentste problemen, waarvoor de vrije wereld zich gesteld ziet. Het zijn de protectoraten Tunesië en Marokko en het „deel van Frankrijk" Algerije. Twintig millioen Mohammedanen, anderhalf millioen Fransen en honderddui zend Joden, Spanjaarden en Italianen leven tussen Tunis en Casablanca in steeds groeiende spanning. De Mohammedanen zijn vrijwel de enigen van 's werelds 350 millioen Islamieten, die nog onder vreemd bestuur staan. Zij zijn de laatste jaren in beweging gekomen: opstanden in Algerije, terrorisme in Marokko, on derhandelingen in Tunesië na lange strijd: De krantenkoppen vertellen het. Maar er zijn nog belangrijker factoren: de tijd waarin zo'n conflict als „binnen landse aangelegenheid" kon worden bestempeld, is in feite voorbij. Het probleem weegt zwaar op de hou ding van het Arabisch-Aziatische blok, dat vóór alles het koloniale tijdperk wil be ëindigen, eer het partij wil kiezen in de strijd tussen democratie en communisme. En de Noord-Afrikaanse affaire is van be slissend belang voor de ontwikkeling in gans Afrika, donker werelddeel dat zich langzaam wakker schudt uit een lange slaap, Europa's aangewezen nieuw expan sie-gebied, waar nieuwe formules gevon den zullen moeten worden om over kleur en ontwikkelingsbarrières heen een nieuw samengaan te bewerkstelligen. Desgewenst zijn er nog meer argumen ten voor de dringendheid van het pro bleem. Strategische: Amerikaanse atoom bommenwerpers staan op Marokkaanse bases. Noord-Afrika vormt een gordel, die in een onverhoopte nieuwe wereldoorlog behouden zou kunnen blijven. Een drin gend probleem dus, dat vraagt om een tijdige oplossing die een blijvende samen werking met het Westen moet garanderen. Kan men die samenwerking bereiken door het ontkennen van de aspiraties der „las tige" nationalisten, door een „sterke- hand"-politiek, wanneer de nationalisten naar het geweld grijpen? De recente historie India, Pakistan, Indonesië en Indo-China zegt: Neen. Frankrijk mag een moderne strijdmacht naast de deur hebben, maar het enige min of meer doelmatige middel tegen een na tionalistische guerilla zou bestaan uit represailles op grote schaal, uit officiële contra-terreur. Welnu, de wereld van 1955 accepteert zulke middelen niet meer. Betekent dit dat men onder die dwang deze gebieden van vandaag op morgen aan zichzelf moet overleveren, ze prijs geven aan chaos in een politiek klimaat, ver giftigd door in de strijd geboren verbitte ring? Herhaling dus van de Indonesische kwestie? Het is niet noodzakelijk. Frank rijk heeft nog andere kansen, het alter natief is niet zo simpel. Er kan nog wor den gepraat. Maar met wie? Wel, met de Neo-Destour in Tunesië, de UDMA in Al gerije en de Istiqlal en de PDI in Marok ko: De nationalistische partijen, met hun redelijk-gematigde leiders als Bourguiba, Abbas en Balafredj. Haast alle nationalis tische leiders zijn door het Franse genie zelf in de Westelijke democratie geschoold, sterker nog: zij zijn zozeer doordrenkt van de Franse geest, dat zij van de vijan den van vandaag tot de vrienden van morgen kunnen worden. Op een voor waarde echter: dat de zelfstandigheid van hun landen duidelijk in het uitzicht wordt gesteld. Zij vragen in feite een kalender- politiek: via de interne autonomie naar de algehele zelfstandigheid en via die zelf standigheid naar een nieuwe samenwer king op gemenebest-basis met Frankrijk. Als gelijkgerechtigde en vrijwillige part ners. Een programma uit de Britse school dus, dat in India en Pakistan succes had. cooooooooooc 50COOCCOGOOOOOOOOO Onze reisredacteur, terug van zijn Noord-Afrikaanse reportage, besluit zijn serie artikelen met een beschou- wing over de mogelijke ontwikkeling in Tunesië, Algerije en Marokko, een 3 gebied, dat voor Europa de sleutel van Afrika kan worden. C000003C3tXOaX»OCCXX3000 axoocoooooooooocoooooococ lopen als arbeiders. Hij vraagt Duitse en Italiaanse medewerking bij de economische ontwikkeling van Noord-Afrika. Voorlopig moet men zich hiervan niet te veel voor stellen. Ten eerste is deze invitatie ook een Europees onderhandelingsobject en ten tweede zijn de nationalisten bepaald niet dol op internationalisering van het kolo niaal bewind. Dat Nederland hiervoor niet is uitgenodigd, hoeft dan ook geen reden Jonge Tunesische werklozen die in het lokaal van de Neo Destour de Tunesische vrijheids-hymne zingen. Wie echter geeft de garantie dat zij het Westen na de tweede étappe niet vaarwel zullen wuiven om aan boord te klauteren van het schip der Arabische Liga? Nie mand. Een kans op die garantie zou het Westen zichzelf kunnen scheppen. Men zou zich kunnen indenken, dat Frankrijk al of niet geholpen door andere Weste lijke landen tijdens de wel-omlijnde kalender-étappes deze landen een admini stratieve stoomcursus zou geven, die, ge koppeld aan economische investeringen en technische hulp ze in staat zou stellen de eerste étappes op eigen benen te staan. Zo zou het Westen iets kunnen bieden, dat de Arabi'sche Liga niet kan. Het valt niet te ontkennen, dat zo'n op lossing enige theoretische kantjes bezit. En de praktijk stuit op lastige psycho logische factoren: in de uitwerking het eeuwige Westelijke complex van „wij weten - het - allemaal - zo-verschrikkelijk- veel-beter". En vóór dat stadium zelfs nog een ander. In haast ieder koloniaal pro bleem heeft men met dubbele onrijpheid te maken: het beheerde volk is niet rijp om de zelfstandigheid te krijgen, het be herende is niet rijp om haar te verlenen! Ook op dat punt is de Indonesische lij densgeschiedenis nogal leerzaam. In hoeverre Frankrijk gereed is voor de grote stap, zal de nabije toekomst leren. Het heeft nu een regering, die bereid is iets te doen, bereid om Tunesië thans en Marokko straks interne autonomie te ge ven, hoewel zij over toekomstige zelf standigheid nog niet wil spreken. Wat Al gerije betreft, dat op weg is het kern probleem te worden, houdt zelfs Mendès- France zonder twijfel onder invloed van zijn kabinetschef Pelabon, zelf een ex-Algerijnse bestuursambtenaar nog vast aan de feitelijke in de praktijk reeds mislukte assimilatie-politiek. Dat wil zeg gen: de verdere verweving van Algerije met Frankrijk. De wettelijke fictie van de „drie Franse departementen" in Algerije ik citeer Franqois Mauriac bindt hem de handen, als is hij dan bereid die wet loyaal toe te passen en in versneld tempo naar politieke en economische ge lijkschakeling te streven. Mendès-France ziet nog een kernpunt: de economische misère in de drie landen waar bijkans net zoveel werklozen rond- tot treuren te zijn. Maar wel duidt de Franse premier met zijn plan aan, dat Frankrijk bereid is toe te geven dat de economische ontwikkeling van Noord- Afrika eigen kracht te boven gaat. Dat Mendès-France, die om zich heen op een veld van 360 graden met allerlei problemen slag moet leveren, reeds nu met een kant-en-klaar-programma voor Noord-Afrika uit de bus zou komen, was trouwens niet te verwachten. Zijn voor lopig minimum-programma wijst nochtans op enige belangrijke punten de weg. Rest nu de vraag of hij de kans zal krij gen zich in de Noord-Afrikaanse kwestie te verdiepen, zijn program ma te completeren en het met een appèl op de Franse logica en de Franse grootmoedigheid te lanceren. Een voorspellend antwoord op deze vraag hangt af van het blote feit of men optimist of pessimist is. Als dit Mendès-France echter niet lukt, is er voor optimisme geen re den meer. Zonder te willen scher men met „laatste kansen", moet men toch vaststellen, dat Frankrijks mo gelijkheden in Noord-Afrika dit stadium gevaarlijk naderen. Er is bijna geen diplomaat in de Maghreb zoals Noord-Afrika in het Ara bisch heet die niet aan zijn re gering rapporteert, dat men reke ning zal moeten houden met een komende onafhankelijkheid. Het is niet zozeer de vraag of Noord-Afrika zelfstandig zal worden, maar hoe en wanneer! De vraag dus of dit sleu- telgebied na bittere strijd totaal van het Westen zal vervreemden, zelfs mogelijk of het tot nu toe vrijwel' vergeefs wroetende communisme tenslotte toch zijn kans zal krijgen, of dat er een nieuwe brug geslagen kan worden tussen het Westen ener zijds en de Islam en Afrika ander zijds. ADVERTENTIE Aan de hand van een serie dui delijke tekeningen in Liheile van 29 Januari kunt U nu Uw eigen paspop maken. Een niet te onder schatten voordeel bij het passen van Uw zelf-genaaide japonnen! Dit nummer bevat voorts een aan tal charmante, deels exclusieve opnamen van onze jarige Kroon prinses, waarbij een onzer mede werksters 'n beschouwing schreef over de taak die prinses Beatrix wacht, wanneer zij over een jaar voor de wet meerderjarig wordt. Libelle keek achter het rode circus- gordyn, wat een boeiende repor tage opleverde over jeugdige artis tes, de romantiek van de piste en de zwierige dressuur van edele volbloeds. Tien stewardessen van tien natio naliteiten vertellen in dit als altijd zeer gevarieerde nummer over haar ervaring als vliegende gast vrouwen! Libelle - Nassauplein 7 - Haarlem romantiek van de piste Te 's-Gravenhage is in de afgelopen nacht na een korte ziekte in de ouderdom van 59 jaren overleden prof. mr. Maarten P. Vrij, lid van de Hoge Raad. Hij werd op 10 Juli 1895 te Amsterdam geboren, waar hij in 1914 zijn studie aan de ge meentelijke universiteit aanving. In Maart 1918 legde hij het doctoraal examen af en op 18 December 1923 promoveerde hij aan genoemde universiteit op een proefschrift, getiteld „Beperking der meerderheids macht in verenigingen en vennootschappen door rechten der leden". Van 1918 tot 1928 was mr. Vrij werk zaam in de rechtspraktijk; van 1918 tot 1922 was hij docent voor burgerlijk recht en staatsrecht aan de School voor Maat schappelijk Werk te Amsterdam. Na 1922 was hij advocaat en procureur te Amster dam. Bij Koninklijk Besluit van 1 December 1927 werd hij benoemd tot hoogleraar in het strafrecht en strafprocesrecht aan de rijksuniversiteit te Groningen. In 1947 werd hij buitengewoon hoogleraar. Sinds 21 Januari 1947 was prof. mr. Vrij lid van de Hoge Raad. Hij had zitting in de strafkamer van ons hoogste rechterlijke college. Van zijn hand zijn verscheidene publicaties verschenen. Van onze correspondent in Parijs) Marcel-Edmond Naegelen, die ons in een van die niet zo gezellige bureaux van het Franse parlementsgebouw ontvangt, is twee en zestig jaar en wanneer zijn dikke haardos niet hagelwit geworden was, dan zou men hem die leeftijd nog lang niet geven. Een forse breed-gesehouderde man met doordringende zwarte ogen. Een man, die in zijn hele manier van optreden en in zijn spreken onmid dellijk doet voelen dat hij wéét wat het begrip verantwoordelijkheid zeggen wil. Een Elzasser, die recht op zijn doel afgaat en niet één woord bezigt dat in het gesprek overbodig is. Met aandacht luistert hij eerst, wanneer wij hem het interview van Bourguiba, waarvan hij slechts de voornaamste citaten kende, woordelijk vertalen. Dan komen de antwoorden op onze vragen. Beslist en met nauwkeurigheid gefor muleerd, zonder dat hij zich in tegenstelling met Bourguiba ook maar één moment door zijn gevoel en zijn temperament laat meeslepen. Ik ben, zo zegt de heer Naegelen, niet zó pessimistisch gestemd als Bourguiba. De moeilijkheden, die zich hebben voorge daan en die voor een groot deel ook nog overwonnen moeten worden, waren bij het begin van de onderhandelingen te voor zien. Van beide zijden zijn begrippen in het gesprek en in de openbaarheid ge worpen, waarvan sommigen misschien iets als de uitwerking van een toverformule hebben verwacht. Rond de conferentietafel heeft zich van meet af aan de moeilijk heid voorgedaan die begrippen eerst nader te omschrijven. Spoedig bleek dat beide partijen niet hetzelfde verstonden onder de term: interne autonomie. Het moet me van het hart, dat Bourguiba aan deze spraak verwarring heeft bijgedragen. Hij beschul digde ons Fransen van „kolonialisme". Een idyllisch symbool: de gesluierde Islam gaat door een wijd open deur naar de verlichte twintigste eeuw. Een van de duizenden bedelaars van Algiers onder een wrang reclame-opschrift: Nieuwe formule, zeer frisse geuren waarlijk niet duur. De jaarlijkse litteraluurprijs van de stichting Kunstenaarsverzet 19421945 (groot f 1000) ditmaal uitgegeven voor een auteur op het gebied van de roman kunst is door het bestuur, op voordracht van de jury, toegekend aan mevrouw Hen- riëtte van Eyk. De jury bestond uit: dr. Anne H. Mulder, mr. W. H. Nagel, Rein Blijstra, Adriaan van der Veen en R. F. van Heusden. Nog nader zal worden be kend gemaakt aan wie de prijs voor beel dende kunst wordt toegekend. De prijsuitreiking is op Zaterdag 12 Fe bruari in het Stedelijk Museum te Amster dam vastgesteld. Anton van Duinkerken (prof. W. Asselbergs) zal daarbij een rede uitspreken, getiteld „Blijvende waarde der verzetspoëzie". De weduwe N. van Velzen, wonende in Dordredht, is Vrijdag 104 jaar geworden. Zij wordt verpleegd in de inrichting voor maatschappelijk werk van het Leger des Heils in Dordrecht en is nog levenslustig en vrij goed ter been. Twee ambtenaren van de gemeentelijke dienst van Sociale Zaken kwamen een taart met 104 kaarsjes brengen. Ook de burgemeester van Dordrecht, mr. J. A. H. J. van der Dussen, stuurde een taart, 's Middags kwam hij de jarige gelukwen sen. ADVERTENTIE MIJNHARDTJES: sterke bestrijders van kou en griep. De twee verdachten van de op 6 April van het vorig jaar in de Beemster gepleeg de roofoverval op de 67-jarige mevrouw Scheringa-De Heer zijn in hoger beroep door het Amsterdamse gerechtshof tot veel zwaardere straffen veroordeeld dan die, welke hun door de Alkmaarse rechtbank waren opgelegd. Beiden waren aanvankelijk met 1H jaar gestraft. De oudste der twee verdachten, de 42- jarige Alkmaarse chauffeur Th. J. van V. werd 5 jaar opgelegd; 4 jaar voor de over val en 1 jaar voor twee inbraken. De jongste, de 24-jarige metaalbewerker P. J. S. uit Alkmaar, werd veroordeeld tot 4y, jaar; 3 jaar voor de overval, 1 jaar voor de inbraken en een half jaar voor ontucht. De beide verdachten hadden zich bij de boerenhoeve als ambtenaren van de wa terleiding voorgedaan en stelden quasi een onderzoek in. Daarbij diende een van hen de vrouw des huizes met een breekijzer een klap op het hoofd toe, waarna zij een kamer doorzochten terwijl de vrouw be wusteloos in de gang lag. Hun buit was een portemonnaie met nauwelijks vijf gul den. De vrouw werd naar een ziekenhuis vervoerd met een hersenschudding, waar van zij intussen zo goed als genezen is. Wanneer onder dat etiket óók de inten sieve bouw van scholen en ziekenhuizen en die hele sociale en economische ontwikke ling kunnen worden begrepen, die in Tunesië op naam van Frankrijk staan, goed, dan zijn wij misschien nog altijd „kolonialisten." Maar het zou beter zijn dergelijke termen maar te vermijden. Waar het op aan komt is in onderling begrip en overleg een nieuwe fase van de FransTunesische samenwerking te be ginnen. We snijden een nieuwe grief van Bour guiba aan: Frankrijk zou die nieuwe fase als einddoel willen zien. Tunesië beschouwt haar als een étappe naar de volledige on afhankelijkheid. Ik begrijp de bezwaren van Bour guiba niet goed, antwoordde de heer Naegelen. We stellen een tekst op. Gesteld dat beide partijen met hun handtekening niet helemaal hetzelfde bedoelen, vervalt daardoor dan de waarde van dat verdrag? Helemaal niet .Historisch gezien, is een afspraak tussen volken nog nooit definitief gebleken. Wederzijds vertrouwen is van het allerhoogste belang. Bourguiba is in ieder geval bijzonder openhartig. Maar daarom heeft hij nog niet het recht aan ónze eerlijkheid te twijfelen. Bovendien geloof ik dat hij minstens twee zaken uit het oog verliest. Hij spreekt zich met kracht uit vóór de bestendiging der samenwer king met Frankrijk, maar meent hij wer kelijk dat onze plaats in Tunesië lang on bezet zou blijven, indien wij onverhoopt plotseling zouden vertrekken? Om strate gische redenen al is dat niet aan te nemen. De Amerikanen bezitten nu al de voor naamste bases in Marokko. «COOCXXXXXXXXICOOOOOCOOCOXlOCOOOCOOCXXOOOCiCOOOOCXXXXSCCO Na het interview met Habib Bourguiba, de leider der Tunesische nationalisten, leek het van belang, het woord te geven aan een Fransman, wiens invloed en\ positie ten naaste bij met die van de>\ Tunesische vrijheidsstrijder kunnenö worden vergeleken. Wij hebben daar-ï toe de heer Marcel-Edmond Nae-'i gelen bereid gevonden, iemand die minister is geweest en gedurende twee jaar (van 1949 tot 1951) resi dent-generaal van Algerije, waar hij de Noord-Afrikaanse problemen in: de praktijk heeft kunnen bestuderen De heer Naegelen is voorstander van'£ de Noord-Afrika-politiek van Mendès-$ France. Daarom kan hij, met veel gro- ter vrijheid dan een verantwoordelijk3 minister, voor het openbare forum een:' standpunt innemen, waarm,ee het uoor-3 uitstrevend deel der Franse opinie zich( verenigen kan. Om zo tevens de heer Bourguiba in enkele opmerkingen van repliek te dienen. j oc»»oooocx»cooocoxoccoooocca50ococoocooooocooocxxj005oc mijden. Noord-Afrika is een probleem van enorme draagwijdte, niet alleen voor Frankrijk maar voor het gehele Westen. Voor mij zelfs het vitaalste vraagstuk, waarvoor Frankrijk zich ziet geplaatst. Zoudt u bereid zijn aan de regering deel te nemen, indien daardoor de positie van Mendès-France zou kunnen worden gered? Deelneming aan de regering is voor ons geen kwestie van principe, maar van tactiek. Ik geloof dat wij socialisten Men dès-France nog altijd het doelmatigste steunen buiten zijn kabinet. Met socialis tische ministers in zijn regering, zou Men dès-France vermoedelijk al lang gevallen zijn. Mendès-France heeft voor mij nog altijd déze zeldzame verdienste, dat hij voor het eerst ernst heeft gemaakt met be loften aan de Tunesiërs, die minister Schu- man al jaren geleden plechtig heeft afge kondigd. Zijn val zou hoogstwaarschijnlijk een funeste uitwerking hebben op onze verhoudingen tot de Noord-Afrikaanse volken en zelfs het eind kunnen betekenen van iedere hoop op een accoord binnen redelijke termijn. Daarom zie ik het als onze plicht Mendès-France in beginsel te blijven steunen. Al weten we dan nog niet hoe de stand van zaken is in het geheime gesprak met de Tunesiërs dat gevoerd is, en eventueel zal worden voortgezet. De Tunesische nationalisten, die van hun hechte vriendschap voor Frankrijk getui gen, zouden bij de bescherming door een ander volk niet noodzakelijkerwijze hoeven te winnen. De Russen zijn ook sterk ge ïnteresseerd in dit gebied. En dan vrees ik ook dat Bourguiba te zware nadruk legt op een bepaald politiek aspect ten koste van sociale en economische problemen. Het Tunesische volk is politiek nog niet zo hoog ontwikkeld dan dat het anders dan onder de dwang van zijn nationalistische impul sen zou reageren. Het verwacht daarom van een eigen souvereine regering de plot selinge ommekeer van al zijn tegenwoor dige levensmoeilijkheden. Dat hebben we in de geschiedenis al zo vaak gezien. Maar is Bourguiba er wel zo zeker van dat hij, bij een spoedige machtsoverdracht, al die verlangens zou kunnen vervullen? Wat dat betreft, zou ik niet graag in zijn schoenen staan. En daarom zou het ook van wijsheid getuigen niet overhaast te werk te gaan. Evenals vorige week in het gesprek met Bourguiba, belandden we weer bij het Franse parlement. De Tunesische leider had als zijn overtuiging uitgesproken dat de tegenwoordige Franse Kamer nooit een regeling zou onderschrijven, die voor Tunesië ook maar enigszins aanvaardbaar zou blijken. Ten eerste heeft Bourguiba, zo ant woordt de heer Naegelen, nog al gemak kelijk spel. Wij in Parijs hebben met een volksvertegenwoordiging te maken, die de regering en de onderhandelaars terstond op de vingers kan tikken. Dat is een uitvloei sel van ons democratische stelsel. In Tunesië bestaat géén georganiseerde volks wil. Wie garandeert ons Fransen daarom, dat de afspraken met de Tunesische dele gatie op den duur door het Tunesische volk zullen worden geëerbiedigd? Riskeren wij eigenlijk niet veel meer dan zij? En het Franse parlement? Wel, dat heeft al wel eerder dingen aanvaard, die tevoren door de grote meerderheid werden afgewezen. Denkt u maar eens aan de Duitse herbewa pening, waarvan ik overigens een onver zoenlijke tegenstander zal blijven. Denkt u dat Mendès-France de ver trouwenskwestie zal stellen, wanneer bin nenkort de Tunesische kwestie aan de orde komt? Hij zal dat wel moeilijk kunnen ver- ADVERTENTIE Als u geregeld laxeermiddelen slikt, ls er nu een manier om er van af te komen. S3 van de 10# personen lukte het: u kunt het ook. En wel zo: Drink In de loop van elke dag enkele glazen water en bepaal een vast uur voor uw stoelgang. Neem de le week elke avond twee Carter's Lever pilletjes. 2e Week -elke avond één. 3e Week - om de andere avond één. Daarna niets meer, want Carter's Leverpilletjes stellen uw ingewanden in staat weer op eigen kracht te werken, zonder laxeermiddelen. Wanneer zorgen, vermoeidheid of teveel eten het tempo van uw ingewanden tijdelijk vertragen, neem dan tijdelijk Carter s Leverpilletjes om u weer op gang te helpen. Zo raakt u uw verstop ping kwijt en vervalt u niet in de laxeermiddelen gewoonte. Haal direct Carter's Leverpilletjes, f 1.20 per flacon. 60 ZATERDAG 22 JANUARI Stadsschouwburg: ,,De particulier secre taris", Nederlandse Comedie, 8 uur. Minerva: ..Tarzan de aapmens", 14 jaar. 7 en 9.15 uur. Roxy: „Avontuur in Tanger", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „The high and the mighty", 14 jaar, 6.30 en 9.15 uur. Lido: „Wenn der weisse Flieder wieder blüht", alle leeft., 7 en 9.15 uur. „De straat" 18 jaar, 23.30 uur. Studio: „Mensen zoals jij en ik". 14 jaar, en 9.15 uur. Luxor: „Het grote spel", 18 jaar. 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De in dringer", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Palace: „Bro ken lance". 14 jaar, 7 en 9.15 uur. ZONDAG 23 JANUARI Stadsschouwburg: „Gysbreght van Aem- stel". Nederlandse Comedie. 8 uur. Concert gebouw: „Boefje", De Schouwspelers, 8 uur. Minerva: „Tarzan de aapmens", 14 jaar, 2, 4.15. 7 en 9.15 uur. Roxy: „Avontuur in Tan ger" 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Rem brandt: dr. A. F. J. Portielje spreekt bij dierenfilms van de heer H. C. Verkruijsen, 11 uur. „The high and the mighty", 14 jaar, 1.00. 3.45, 6.30 en 9.15 uur. Lido: „Lach dan Paljas". 14 jaar, 11 uur. „Wenn der weisse Flieder wieder blüht". alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Studio: „Van Algiers naar Kaapstad", alle leeft., 11 uur. „Mensen zoals jij en ik". 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Het grote spel", 18 jaar. 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De indringer", 14 jaar, 2. 4.30. 7 en 9.15 uur. Palace: „Broken lance". 14 jaar, 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Concertgebouw: „Bulletje en Bonestaak", Amsterdams Kindertoneel. 2.30 uur. MAANDAG 24 JANUARI Begijnhofkapel: Bijeenkomst Hermann Zaiss Comité, 8 uur. Zang en Vriendschap: Bijeenkomst -an „De grotere Wereld", 8 uur. Roxy: „De schat van de Amazone", 18 jaar, 2.30 en 8 uur. Rembrandt: „The high and the mighty", 14 jaar, 2.30, 6.30 en 9.15 uur. Lido: „Wenn der weisse Flieder wieder blüht", alle leeft., 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Studio: „Mensen zoals jij en ik". 14 jaar. 2.15, 7 en 9.15 uur. .xor: „Het grote spel". 18 jaar. 2. 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De in dringer". 14 jaar. 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace: „Broken lance", 14 jaar, 2, 4.15 7 en 9.15 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 5