Schreeuwende behoefte aan kader dwingt
tot financiële offers en hard werken
Heemsteedse expediteur
voor de Hoge Raad
„Presidente Vargas" naar het dok
Systematisch onderzoek naar
woontoestanden in Haarlem
Kort en bondig
De noden van het Haarlemse onderwijs
Wethouder IX J. A. Geluk deelt
aantal critische opmerkingen
Dr. A. van der Boom
Vrijdag zestig jaar
Te veel zand geladen
B. en W. antivoorden raadslidMensink
Antwoord op vragen over
Haarlemse melksanering J
WOENSDAG 26 JANUARI 1955
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
8
Concierges nodig
Democratisering
A c liter stand
Pleiter: Deze wijze van vaststelling van
laadvermogen leidt tot economische verspilling
Zes lichtmasten aan de
Wagenweg vernieuwd
Niet Ramadier maar Coppe
president bij de KSG?
Sanering van de
rundveestapel
Nieuwe opgravingen
in Aardenburg
Volharding weer open
De vierde testmatch
Burgerlijke Stand
van Haarlem
Een week geleden publiceerden wij een brief welke de Centrale Haarlemse
Ouderraad ïieelt gericht aan het College van Burgemeester en Wethouders.
Die brief vestigde de aandacht op een drietal grieven en wensen welke bij de
Centrale Ouderraad leven. Het ging om het vaak niet voldoende schoonmaken
der schoollokalen, om de overbelasting der leerkrachten met allerlei bijkomende
werkzaamheden en om de achterstand welke ontstaan is bij het Jeugdpsycholo-
gisch bureau en het Bureau voor School- en Beroepskeuze.
De brief van de Haarlemse Ouderraad heeft in brede kring de aandacht getrok
ken, met name bij het onderwijs. Zo zelfs, dat een sluimerende adviescommis
sie, bestaande uit vertegenwoordigers van de Haarlemse Onderwijzersvereniging,
de Ouderraad en de afdeling Haarlem van Volksonderwijs dezer dagen bijeen
zal komen om de aangeroerde problemen te bespreken.
Onzerzijds hebben wij een gesprek gehad met de wethouder van Onderwijs, de
heer D. J. A. G e 1 u k, die naar aanleiding van een in ons blad gepubliceerde
brief van de voorzitter van de afdeling Haarlem van de vereniging van hoofden
van scholen een toelichting wenste te geven op de algemene problematiek van
het huidige lager onderwijs en van het gevoerde en te Voeren beleid. In dat
onderhoud kwam .duidelijk tot uiting, dat de wethouder de grieven en wensen
van de Haarlemse Ouderraad in grote lijnen deelt, doch dat het ten aanzien van
sommige punten niet mogelijk is een toestand welke is vastgelopen uit een
samenspel van ongunstige materiële factoren plotseling te doorbreken.
Het onderwijs, zo zei de heer Geluk,
heeft tot taak het kind voor te bereiden
op het leven niet alleen door het bijbren
gen van een hoeveelheid theoretische ken
nis, maar ook door een stuk opvoeding tot
gemeenschapsbesef en burgerzin.
Men kent de factoren welke maken dat
deze opdracht niet volledig kan worden
uitgevoerd: de te grote klassen, een ge
volg van scholentekort en gebrek aan on
derwijzers. Daarbij komt nog, dat een aan
tal facetten vroeger in de onderwijzers
opleiding niet voldoende tot hun recht
kwamen: didactiek was te zeer op het
klassikale onderwijs gericht, de paedago-
giek was te theoretisch en inzonderheid de
psychologie van het kind vormde nog een
onontgonnen gebied.
Dit werkt thans nog door en dat juist
in een tijdsgewricht, waarin aan de jonge
mens uitzonderlijk hoge eisen door de maat
schappij worden gesteld. Bovendien zijn
er tal van tegenwerkende factoren van
geestelijke aard welke maken, dat het kind
vaak in een sfeer van verwarring en on
zekerheid opgroeit: de algemene crisis in
ons normbesef heeft ook het gezinsleven
aangetast, de zorg en vrees om de toe
komst. waaronder vele volwassenen ge
bukt gaan, gaan uiteraard aan het kind
niet onopgemerkt voorbij.
Wethouder Geluk verklaarde, dat hij
zeer goed kon begrijpen, dat velen verlan
gen naar een terugkeer van „de rust op
school". Ook al wijzen de door de afdeling
onderwijs verzamelde gegevens erop, dat-
het met het aantal „opdrachten", dat aan
de lagere scholen ivordt gegeven voor het
uitvoeren van buitetischoolse acties, nogal
meevalt, dan nog kan men stellen, dat na
de oorlog inderdaad de maatschappij in
allerlei vormen meer in het schoolleven
meespreekt dan vroeger. Dit is echter on
ontkoombaar: men zal de schoolmelkver-
strekking toch niet willen afschaffen, om
dat het wat werk en afleiding in de klas
geeft, waar toch de moderne medische we
tenschap tot de conclusie is gekomen, dat
deze schoolmelkverstrekking van onschat
bare waarde voor de gezondheid der kin
deren is? Al evenzeer zal niemand meer
het belang der aesthetische vorming op de
lagere scholen willen ontkennen: maar dat
geeft ook meer werk, door Verkeer sonder-
wijs of door een enkele voorstelling van
toneel of ballet.
Op dit terrein wordt zelfs nog te weinig
gedaan, ook in de school zelf.
De taak van de onderwijzer wordt door
dit alles wel zeer verzwaard.
Dat het tegenwoordige schoolhoofd hier
door ook extra werk krijgt te verzetten, valt
niet te ontkennen, maar daardoor niet al
leen: hij zou de handen ook meer vrij
moeten hebben om contact met het overige
onderwijzend personeel te onderhouden,
opdat in de school teamgeest ontstaat, zor
gen, dat de school een gemeenschap wordt
en hij zal aandacht moeten wijden en hulp
bieden aan jonge leerkrachten in zijn
school.
Het nut van vaste concierges bij de
lagere scholen werd reeds in 1947 door
het college erkend. Die kunnen het
hoofd bijstaan met enig administratief
werk, boodschappen, aannemen van de
telefoon en dergelijke, kleine repara
ties en onderhoudswerkzaamheden ver
richten en de school schoonhouden. De
opvattingen over deze taak lopen echter
nog uiteen. Heeft men een man met hart
voor zijn werk, dan voldoet dat systeem
zeer goed, zoals in de praktijk ook reeds
i£ gebleken. Maar tot nu toe zijn B. en W.
niet verder kunnen gaan dan de aanstel
ling van concierges bij enkele dubbele
scholen.
Het aanstellen van concierges kan tevens
de klachten over het schoonmaken doen
verstommen, al moet men daaruit niet af
leiden, dat de bedrijven die thans met dat
werk belast zijn in gebreke blijven. Hier
wreekt zich namelijk nog steeds de voor
oorlogse bezuinigingswoede. Toen werd
namelijk het aantal werkuren, dat voor
het schoonmaken van een schoolgebouw
nodig is, steeds verder verlaagd. Deze aan
tallen, hoewel wellicht hier en daar wat
verruimd, vormen nog steeds de basis van
de aanbestedingen voor het schoonmaak
werk.
Wethouder Geluk noemde het geval van
een school van veertien leslokalen met bij
komende ruimten als vertrekken voor het
hoofd en het andere personeel, toiletten,
gangen en trappen, waarvoor in totaal 21
uur per week voor schoonmaken werd ge
rekend.
Terugkerende tot de overbelasting der
hoofden, verklaarde de wethouder, dat er
in dit opzicht ook iets ten goede kan ver
anderen, wanneer de vakken tekenen,
muziek en handenarbeid in de hoogste
klassen vakleerkrachten zouden kunnen
worden ingeschakeld. Daardoor krijgt het
hoofd enkele uren vrij voor zijn extra-
«<sTkzaamheden.
Wethouder Geluk heeft eveneens enige
gedachten ontwikkeld over de democrati
sering van het onderwijs. Men zal het on
derwijs in sterkere mate dienen te ont
sluiten voor die kinderen waarvan het
milieu een rem vormt op hun ontwikkeling.
Zulke kinderen dreigen tegenwoordig ver
loren te gaan in de grote klassen, waarin
nog slechts bij uitzondering individuele
aandacth mogelijk is.
Speciaal het kind. dat uit een milieu
komt, waarvan de taal een andere is dan
op school wordt gesproken en waar het
kind weinig steun kan ontvangen voor zijn
ontwikkeling op school. Bij het middelbaar
onderwijs is dit probleem nog veel groter.
Om deze kinderen te helpen heeft de
wethouder reeds geruime tijd voorstellen
in voorbereiding tot instelling van lees-
klinieken, van een school voor kinderen
met leer- en opvoedingsmoeilijkheden, voor
een school voor moeilijk opvoedbare meis
jes naast de reeds bestaande voor jongens,
van een school voor spraakgebrekkigen en
slechthorenden tenslotte. Met het bevorde
ren van het buitengewoon lager onderwijs
moet men namelijk zeer voorzichtig zijn:
men moet de kinderen zo lang mogelijk in
het normale schoolverband trachten te
helpen, aldus de wethouder. Het is op dit
punt ook, dat de activiteit van het Jeugd-
psychologisch bureau in het geding komt,
evenals die van het Bureau voor School- en
Beroepskeuze.
Juist nu men in de onmogelijkheid ver
keert meer leerkrachten aan te trekken,
dient het onderwijs zich te laten bijstaan
door deskundige bureaux. Deze deskun
digen kunnen ook aan het onderwijzend
personeel en de ouders voorlichting geven.
Omdat doeltreffend en met enige regel
maat te doen gebeuren heeft men de
samenwerking met een paedagogisch ge
schoolde deskundige nodig, die in een
daartoe te vormen paedagogisch centrum
met de genoemde bureaux dit doel kunnen
nastreven.
Het is verheugend, dat ook in de kringen
van de Nederlandse Onderwijzers Vereni
ging het psychologische element in onder
wijs en opvoeding meer en meer gewaar
deerd wordt. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de
gunstige reacties onder meer in „Het
Schoolblad" op de rede welke prof.
Oldewelt op de laatste jaarvergadering
van de N.O.V. heeft gehouden, wiens be
toog uitmondde in de verzekering: „De
school kan niet buiten de psychologen".
Op 28 Januari aanstaande viert dr. A.
van der Boom, kunsthistoricus en docent
aan Gymnasium en H.B.S.-A, zijn zestigste
verjaardag. Zijn werkzaamheid op het ge
bied der kunsthistorie, gecombineerd met
het leraarschap, uit zich in het streven de
leerlingen in contact te brengen met de
beeldende kunst, door middel van lezingen,
tentoonstellingen (door hem in de schooi
georganiseerd) en bezoeken aan musea. De
heer Van der Boom bezocht te Haarlem de
Kunstnijverheidschool en in aansluiting
daarop het Rijksinstituut tot opleiding van
Tekenleraren. In 1927 publiceerde hij zijn
eerste werk: een biografie van zijn oud
leermeester S. Jessurun de Mesquita. Een
jaar later volgde „De moderne houtsnede
in Nederland."
Het contact met R. N. Roland Holst
bracht hem tot de bestudering van de glas
schilderkunst,
De heer Van der Boom meende echter
dat zijn historische scholing te gering was
geweest en liet zich in 1933 als student in
de kunstgeschiedenis aan de Amsterdamse
Universiteit inschrijven. Vier jaar later
Wethouder Geluk stemde toe, dat de
ouders op het ogenblik vaak veel te lang
op de adviezen van beide bureaux moeten
wachten. Maar niet alleen de ouders: ook
de officiële instanties moeten vaak veel
geduld oefenen. Bij het Bureau voor
School- en Beroepskeuze heeft men een
achterstand van drie tot vier maanden.
Aanvragen om van zijn diensten gebruik te
maken van andere zijden, heeft het hoofd
moeten afwijzen. Het is waar, dat inzon
derheid het Bureau voor Beroepskeuze bij
een aantal commissies is ingeschakeld en
dat het voor de gemeente ook meer en
meer personeelsselectie verricht.
Toch zijn beide werkzaamheden gerecht
vaardigd. De eerstgenoemde, omdat hier
door de directeuren en rectoren van de
middelbare scholen ontlast worden, de
tweede omdat in deze tijd van schaarste
aan goede krachten de keuze van de juiste
man op de juiste plaats uiterst gewichtig
is. Daarom zou uitbreiding van het bureau
voor de hand liggend zijn.
De heer Geluk eindigde dit onderhoud
met de waarschuwing: „In deze tijd moe
ten we zuinig zijn op het intellect. We
moeten het opsporen waar het niet onmid
dellijk aan de oppervlakte blijkt en tot ont
wikkeling brengen waar we kunnen. Want
onze maatschappij schreeuwt om mensen
welke haar leiden kunnen, niet alleen hier
maar ook in de onderontwikkelde gebie
den. En daarom mag ons eigenlijk geen
offer te veel zijn om dat doel te bei-eiken.
Bovendien lijkt het mij toch redelijk dat
juist in een tijd van hoogconjunctuur, zoals
wij thans beleven, de gelden worden ge
vonden om ons onderwijs de basis te ver
schaffen waarop het volledig tot zijn recht
kan komen, Dat is echter niet alleen een
gemeentelijke, maar ook een rijkszaak."
Voor de Hoge Raad te Den Haag is Dins
dagmiddag behandeld de zaak tegen de
Heemsteedse expediteur J. G. N., die we
gens overtreding van het Wegenverkeers
reglement door de Haarlemse rechtbank
veroordeeld was tot een geldboete van
ƒ300; tevoren had de kantonrechter de
Heemstedenaar een geldboete van 75 op
gelegd, maar van dit vonnis was hij in
hoger beroep gegaan.
Mr. C. F. M. van Koppen lichtte bij de
Hoge Raad de cassatiemiddelen toe. Hij
herinnerde er aan, dat aan verdachte ten
laste is gelegd het vervoeren van een la
ding zand op de Korte Verspronckweg te
Haarlem, waarvan het gewicht (8106 kg.)
meer dan het laadvermogen (3500 kg.)
heeft bedragen. In eerste instantie achtte
de kantonrechter hem strafbaar op grond
van artikel 15, vierde lid in verband met
artikel 72 eerste lid van het Wegenver
keersreglement. In tweede instantie ver
nietigde de rechtbank het vonnis van de
kantonrechter, maar oordeelde verdachte
strafbaar op grond van artikel 13 van het
Wegenverkeersreglement. Pleiter merkte
op. dat artikel 13 van dit reglement be
houdens een niet ter zake doende geringe
wijziging, reeds in het Uitvoeringsbesluit
van 1950 was opgenomen. In die tijd was
er nog geen sprake van laadvermogens-
vaststelling en evenmin sprake van een
kentekenbewijs, waarop het laadvermogen
van de betreffende vrachtauto is vermeld.
Later is de Rijksdienst voor het Wegen-
verkeer begonnen met het vaststellen van
de laadvermogens. Volgens pleiter is het
duidelijk, dat met „overbelading" in arti
kel 13 bedoeld is het teveel laden op een
vrachtauto, waardoor gevaar ontstaat voor
het verkeer. Hij meende, dat dit artikel
zeker niet zo mag worden geïnterpreteerd
als zou „overbeladen" bedoeld kunnen
worden op het „meer laden dan het laad
vermogen van een vrachtauto aangeeft".
Mr. Van Koppen vervolgde, dat men bij
de keuring van vrachtauto's eigenlijk in
het geheel geen laadvermogen vaststelt,
maar men begint zonder meer uit te gaan
van het door de automobielfabrikant ge
garandeerde laadvermogen. De fabrikant
geeft een minimum aan, aangezien hij zo
weinig mogelijk risico met de garantie
wenst te lopen. Bovendien wordt het me
rendeel der vrachtauto's geproduceerd in
landen, waar geheel andere terreinomstan
digheden gelden dan in ons land of moet
bij de bepaling van het gegarandeerde
laadvermogen in ieder geval mede met
dergelijke afwijkende omstandigheden re
kening worden gehouden. Te denken valt
hierbij aan het gebruik van vrachtauto's
in bergachtige streken of op inferieure
wegen.
Spreker zeide, dat de gevolgde wijze van
laadvermogensvaststelling een ernstige
economische verspilling betekent. Een deel
van tot heden gebruikte vervoerscapaciteit
wordt zonder grond op non-actief gesteld.
Het bedrijfsleven wordt nodeloos gedwon
gen tot hogere investeringen en de vracht
prijzen worden opgevoerd tot een hoger
niveau dan noodzakelijk is.
Daarom meende pleiter, dat bij een
juiste uitvoering van de bepalingen be
treffende het laadvermogen in het Wegen
verkeersreglement de met de uitvoering
belaste ambtenaren moeten beschikken
over normen waarmee op grond van de
constructie van het te beoordelen voertuig
en de aard van de voor de bouw daarvan
gebruikte materialen het laadvermogen
kan worden vastgesteld.
Mr. Van Koppen kwam tot de conclusie,
dat afgezien van de laadvermogensvast
stelling de verdachte niet kan worden ver
oordeeld op grond van artikel 13 van het
Wegenverkeersreglement, omdat er geen
sprake is van overbeladen, meer laden dan
de wagen kan vervoeren, juist omdat vast
staat dat de wagen van verdachte meer
kan vervoeren dan haar laadvermogen
aangeeft. Wel zou verdachte veroordeeld
kunnen worden op grond van artikel 72
van het Wegenverkeersreglement. Zonder
twijfel heeft de expediteur meer lading
vervoerd dan overeenkomt met het laad
vermogen. In dit geval zou slechts een
schuldigverklaring kunnen worden uitge
sproken zonder oplegging van straf, aan
gezien op dit artikel geen sanctie staat.
De procureur-generaal zal op Dinsdag 8
Februari concluderen.
deed hij het doctoraal examen en promo
veerde tenslotte op het proefschrift „Enkele
hoofdstukken uit de geschiedenis dei-
monumentale glasschilderkunst in Neder
land." Hierna volgden nog enige werken
over de glasschilderkunst. In samenwer
king met wijlen professor dr. J. H. Plan-
tinga kwam het historische handboek:
„Vijftig eeuwen bouw-, beeld- en schilder
kunst" tot stand.
In tegenstelling met vele anderen verliep,
op kunsthistorisch gebied, de ontwikke
lingsgang van de heer Van der Boom van
de moderne naar de oude kunst.
Hij was gedurende een aantal jaren
docent aan de Academie voor Beeldende
Kunsten te 's-Gravenhage. Naast zijn
leraarstaak heeft hij nog verschillende
andere functies onder andere als mede
werker aan enkele periodieken en als lid
van de Haarlemse Schoonheidscommissie.
Velen zullen met groot genoegen aan de
lessen denken, waarin de heer Van der
Boom op onderhoudende wijze zijn rijke
kennis van kunst en cultuur weet (en wist)
uit te dragen.
Het gemeentelijk energiebedrijf is bezig
met het aanbrengen van een aantal nieuwe
lichtmasten op de Wagenweg. Men was
namelijk tot de ontdekking gekomen dat
de bovengedeelten van de palen in de loop
der tijd vergaan waren en men heeft
thans van de gelegenheid gebruik gemaakt
om zes masten van een geheel nieuw, mo
derner bovenstuk te voorzien.
LUXEMBURG (Un. Press) Het wordt
onwaarschijnlijk geacht dat de regeringen
van de Beneluxlanden en Italië de candi-
datuur van de Fransman Paul Ramadier
voor het presidentschap van de Hoge Auto
riteit der Europese kolen- en staalgemeen
schap zullen steunen. Ook blijken de vier
regeringen weinig te voelen voor de be
noeming van een Duitser op de post van
Jean Monnet, die in Februari aftreedt.
Meer kans dan de vroegere Franse premier
Ramadier schijnt op het ogenblik te ma
ken de Belg Albert Coppe. een der vice-
presidenten van de Hoge Autoriteit onder
Monnet.
Vanmorgen omstreeks tien uur is het „Amazoneschip „Presidente Vargas" de sluizet
bij Spaarndam gepasseerd op weg naar het dok in Amsterdam. Dit schip, dat een
lengte heeft van 79,6 meter, een breedte van 11,10 meter en een diepgang van drie
meter, werd op 12 Augustus van het vorig jaar bij de Haarlemse Scheepsbouw
Maatschappij tewater gelaten. Het schip maakte deel uit van een serie-opdracht
van acht millioen gulden van de Servicos de Navegacao da Amazonia e do Porto
de Para in Brazilië en is bestemd voor vracht- en passagiersvervoer op de Amazone
Het schip, dat met behulp van drie sleepboten door de sluizen manoeuvreerde za'
in Amsterdam een plaats krijgen in een dok om onder de waterlijn schoongemaakt
te worden. Bovendien moet er nog een kleinigheid aan het roer veranderd worden
en nadat het schip in de verf is gezet zal de „Presidente Vargas" weer in Haarlem
terugkeren, waarna er een proefvaart zal vólgen.
De gemeente zal de gebreken aan het
perceel Tulpenstraat 47 dat haar eigendom
is, op korte termijn verbeteren. De huizen
Tulpenstraat 45 Cn 49 zullen, eveneens zo
spoedig mogelijk, op kosten van de eige
naresse hersteld worden. Door de finan
ciële omstandigheden van de eigenaresse
was deze herstelling vertraagd. Er is geen
sprake van schandelijke tekortkomingen
van de dienst van Bouw- en Woningtoe
zicht: de toestand van de percelen Tulpen
straat 45 tot en met 51 hadden en hebben
de volledige aandacht van deze dienst.
Burgemeester en Wethouders hebben de
directeur van Bouw- en Woningtoezicht
echter wel met klem verzocht alsnog een
systematisch onderzoek in te stellen naar
de toestand van die huizen, waarvan de
bewoonbaarheid twijfelachtig is geworden.
In deze geest hebben B. en W. van Haar
lem thans geantwoord op een zestal vra
gen welke het raadslid de heer W. Mensink
(Arbeid) op 31 December van het vorige
jaar heeft gesteld naar aanleiding van de
woontoestanden in het Rozenprieel, in het
bijzonder die van genoemde rij huizen aan
de Tulpenstraat.
Wat betreft een door de heer Mensink
gesignaleerde defecte riolering, antwoor
den B. en W., d'at deze voor wat betreft
het perceel Tulpenstraat 45 is te wijten
aan de bewoners, maar dat er bij de aan
sluiting op het hoofdriool van perceel Tul
penstraat. 51 een defect is geconstateerd,
over de herstelling waarvan reeds contact
met de eigenaar is opgenomen. Eveneens
is aan Openbare Werken gevraagd de
straat op te breken voor de herstelwerk
zaamheden.
Tenslotte merken B. en W. op, dat de
vervuiling van perceel 51, dat als pakhuis
wordt gebruikt, te wijten is aan de ge
bruiker. Bouw- en Woningtoezicht heeft
reeds geijverd hierin verbetering te bren
gen, waaruit kan blijken, dat deze dienst
Het Haarlemse raadslid mevrouw E. 1
Smitz-Peper (Arbeid) heeft van B.
en W. antwoord gehad op de door haar ge
stelde vragen naar aanleiding van de ver
hoging van de melkprijs in Haarlem met
vier cent per liter, zulks in afwijking van
de landelijke verhoging van drie cent. De
Haarlemmers betalen een cent meer, omdat
hier de melkbezorging nog niet gesaneerd
is en de slijters daardoor onder ongunsti
ger omstandigheden werken dan elders het
geval is. Mevrouw Smitz-Peper had ge
vraagd of B. en W. in deze melkprijsver
hoging geen aanleiding zagen een sanering
alsnog te bevorderen.
zeer zeker eigen initiatief ontplooit en niet
afwacht tot hem klachten bereiken.
De toestand van enkele der genoemde
percelen, waaraan ook al in 1953 en 1954
verbeteringen zijn aangebracht, is niet
best, doch wettigt nog geen onbewoon-
baarverklaring, aldus B. en W.
Van eind Mei 1951 tot eind November
1954 zijn door de Nederlandse veehouders
305.671 runderen ter overname aangebo
den welke reageerden op onderzoek naar
tuberculose. Hierdoor werd het mogelijk
70.914 bedrijven tuberculose-vrij te maken.
In drie provincies, Friesland, Drente en
Zeeland, is de ziekte geheel verdwenen.
In de overige zijn 67.591 b'edrijven smet
vrij.
Het fonds voor t.b.c.-bestrijding onder
het vee ontving ruim 44.6 millioen gulden
uit bijdragen van boeren en 38.5 millioen
uit Marshallfondsen, waarvan 46.3 millioen
voor steun aan de sanering werd uitbe
taald. Aan de spaarheffing werd. voorna
melijk in Zeeland, bijna 21.5 millioen ont
vangen en bijna 13.9 millioen uitgekeerd.
Binnenkort zullen te Aardenburg van
wege de Rijksdienst voor het Oudheidkun
dig Bodemonderzoek nieuwe opgravingen
worden gedaan. Het doel is de plaats te
onderzoeken waar de vroegere middel
eeuwse Onze Lieve Vrouwe-kerk heeft ge
staan. Deze kerk werd in 643 gesticht en
was in de middeleeuwen het middelpunt
van pelgrimstochten. Daar kwamen onder
anderen ter bedevaart de Engelse konin
gen Eudard I in 1296, Eduard III in 1340,
de Franse koning Philips de Schone en de
hertogen van Bourgondië, Philips de Goe
de in 1425 en Karei de Stoute in 1466.
BINNENLAND
B. en W. hebben er in hun antwoord
thans aan herinnerd, dat de Coöperatieve
vereniging van Haarlemse melkhandelaren
omstreeks September 1953 een hernieuwde
poging heeft gedaan om tot een sanering te
komen, welke echter geen gunstig resul
taat heeft opgeleverd. B. en W. hebben bij
die gelegenheid adviezen ingewonnen van
en besprekingen gevoerd met de besturen
van huisvrouwenverenigingen en de Unie
Verkeer. Van de huisvrouwenorganisaties
heeft één zich voor de sanering verklaard,
een andere bericht dat van haar leden
drievijfde voorstandster en tweevijfde
tegenstandster van de sanering was, ter
wijl de twee overige verenigingen ver
klaard hebben tegen de sanering te zijn.
De Unie Verkeer heeft verklaard prin
cipieel voor de sanering te zijn, maar be
zwaren te hebben tegen de wijze waarop ze
in Haarlem zou worden uitgevoerd. Vol
gens de Unie Verkeer zou de melksanering
hier namelijk niet zozeer op het algemeen
dan wel op het groepsbelang gericht zijn.
Van de honderd melkbezorgers zouden er
25 ontslagen worden en de Unie Verkeer
had de indruk, dat men er bij de slijters
op uit was de in het bedrijf werkzame
familieleden bij voorkeur te handhaven.
Op grond van de niet-eensluidende ad
viezen en ook omdat de regering het pro
bleem van de melksanering nog in beraad
had, heeft het college van B. en W. in Mei
van het vorige jaar aan de Coöperatieve
vereniging van Haarlemse melkhandela
ren bericht, dat het de gevraagde verkla
ring van geen bezwaar niet kon geven.
Het is het college niet bekend of de melk
handel thans opnieuw overweegt om tot
sanering te komen. Het initiatief daartoe
moet in elk geval van de georganiseerde
melkhandel uitgaan. B. en W. willen, zo
dit het geval mocht zijn, gaarne hun aan
dacht aan dit streven wijden.
De ijsbaan Volharding is vandaag we
derom voor het publiek geopend. Mocht
het voor hedenavond niet dooien, dan zal
de baan ook vanavond open zijn.
Engeland heeft voor de vierde testmatch
tegen Australië dezelfde ploeg aangewezen
die de derde wedstrijd gewonnen heeft.
De vierde match begint Vrijdag in
Adelaide. Voor Engeland komen uit: Hutton,
Edrich, May, Compton, Cowdrey, Bailey,
Evans, Tyson, Wardle, Appleyard, Statham
en als twaalfde man Wilson.
HAARLEM, 25 Januari 1955
ONDERTROUWD: 25 Jan., J. H. den Bra-
ber en A. E. Wajer.
GEHUWD: 25 jan,, H. E. Wagter en G. C.
Metselaar.
BEVALLEN van een zoon: 24 Jan., A. M.
van Koten—Snoeks; A. Rozenharl—van Vee-
nendaal; J. B. van HonschootenVerwer.
BEVALLEN van een een dochter: 21 Jan.,
A. Verzeilberg—van Scherpenzeel; 23 Jan.,
K. van der Most—Mulder; 24 Jan., A. C. F,
van Ewijk—Booms; M. E. van der Putten—
Verheijen.
OVERLEDEN: 21 Jan., W. H. Homburg,
70 j., Leidsevaart; 22 Jan., W. II. C. van Keu
len, 86 j., Westerhoutpark; L. J. Pool
Scheepmaker, 82 j., 2e Theemsstraat; J. J.
Lijnzaat, 76 j„ Generaal de Wetstraat; J. van
den Bosch, 88 j., Kenaupark; 23 Jan., S. J.
BackerHollaari, 77 j., Du ven voordestraat;
H. Claudius, 70 j„ Obistraat; A. Vis—Ver
beek, 91 j., Westerhoutpark; A. Verduijn,
59 j., Betje Wolffstraat; G. van der Meulen,
63 j., Vogelkoopsteeg; H. Berends—Ipen-
burg, 78 j„ Zijlweg; D. Stoutjesdijk, 60 j.,
Kamperlaan; 24 Jan., A. Vermeulen—Brou
wer, 61 j., Ilazepaterslaan; S. H. Oom—
Schroevers, 70 j„ Berckheijdestraat; L. van
Hasselt, ,40 j., Hazepaterslaan; J. N. Bakker,
86 j., Julianapark: M. W. Koerts—van Lan-
gendonck, 64 j„ Floresstraat; M. van Brug
gen, 80 j., Maerten van Heemskerkstraat.
De algemene inspectiedienst bij het
ministerie van Landbouw, Visserij en Voed-
selvoorziennig begint op 1 Februari zijn
werkzaamheden. In deze dienst zijn de ver
schillende tot het ministerie behorende con
trole-organen opgenomen, waaronder de
Centrale Controle Dienst, die per 1 Februari
1955 wordt opgeheven. Deze reorganisatie
maakt een einde aan de toestand, dat meer
dan tien opsporingsorganen toezicht uit
oefenen op de naleving van wetten en ver
ordening van de bedrijfschappen.
Aartshertog Otto van Habsburg zal van
5 tot 7 Februari op kasteel Sterkenburg in
Utrecht een Europees economisch congres
presideren, dat door genodigden uit alle
West-Europse landen zal worden bijgewoond.
Nederland is vertegenwoordigd door prof.
dr. J. Tinbergen, directeur van het plan
bureau van het ministerie van Economische
Zaken.
In Winschoten is aangehouden de 26-
jarige J. J. v. d. A. uit Westerlee, die als
assistent werkzaam was op het station te
Winschoten. Hij heeft bekend een bedrag van
bijna duizend gulden te hebben ontvreemd
uit het plaatskaartenkantoor.
De legerplaats te Schaarbergen heeft
bij beschikking van de minister van Oorlog,
de naam „Oranjekazerne" gekregen.
Provinciale Staten van Utrecht hebben
besloten het jaarlijkse garantiebedrag voor
het Utrechts Stedelijk Orkest van tiendui
zend gulden te brengen op twintigduizend
gulden.
Een arts uit Purmerend is door de
Alkmaarse rechtbank wegens het uitschrijven
en aanbieden van valse recepten veroordeeld
tot een boete van f 300 onvoorwaardelijk en
f700 voorwaardelijk. De arts schreef ten
name van zijn patiënten recepten uit voor
morphine en wel zo veelvuldig, dat de
apotheker, die deze recepten bereidde, ach
terdocht kreeg. De arts gebruikte de verdo
vende middelen zelf.
Een jaar gevangenisstraf, waarvan vier
maanden voorwaardelijk, is geëist tegen een
51-jarige adjunct-directeur van een onder
neming in Pernis, die f 3000 had verduisterd.
De helft verspeelde hij in een casino in
België, de rest maakte hij op in Zwitserland
en Italië.
Een delegatie van het Haagse gemeente
bestuur is in Londen aangekomen om een
aantal gebouwen te bezichtigen teneinde een
goed inzicht te vrekrijgen in de eisen, die
gesteld moeten worden aan de bouw van een
groot congresgebouw, dat in Den Haag zal
worden gebouwd. De delegatie, welke uit
22 leden bestaat, zal twee dagen in Londen
verblijven. Donderdag zal het gezelschap
naar Zwitserland vliegen. In Zürich en
Genève zal men ook de grote gebouwen be
zichtigen.
De burgemeester van Nieuwer-Amstel,
mr. G. P. Haspels, heeft om gezondheids
redenen ontslag gevraagd uit zijn functiè. Hij
zou in September 1957 zijn pensioengerech
tigde leeftijd bereiken. Het zou dan ook 25
jaar geleden zijn, dat mr. Haspels zijn ambt
te Nieuwer-Amstel aanvaardde.
Burgemeester F. Schokking van Den
Haag, vier loco-burgemeesters, de gemeente
secretaris van Den Haag en 13 loden van een
bouw-commissie zijn in gezelschap van nog
drie andere personen om half elf heden
morgen met een toestel van de KLM in Lon
den aangekomen. Zij zullen twee dagen in
de Engelse hoofdstad blijven. De delegatie
zal de Royal Festival Hail en het Church-
house te Westminster bezoeken om de
accoustiek van deze grote gebouwen te be
studeren in verband met een nieuw Haags
gebouw voor het houden van internationale
congressen en bijeenkomsten. Donderdag zal
de delegatie zich per vliegtuig naar Zwit
serland begeven om soortgelijke gebouwen
in Zürich en Genève te bezoeken.
De algemene vergadering der Christe-
lijk-Historische Unie zal dit jaar worden
gehouden op Woensdag 13 April in gebouw
Béllevue te Amsterdam.
Tot rechter in de arrondissements
rechtbank te Almelo is bij K. B. benoemd
mr. M. Rutgers van der Loeff. hoofdcommies
ter gemeentesecretarie te Assen, rechter-
plaatsvervanger in de arrondissements
rechtbanken te Assen en Rotterdam.
HAARLEM EN OMGEVING
Aan de universiteit van Amsterdam is
geslaagd voor het doctoraal examen Frans
de heer P. A. Jacobs te Haarlem.
De wethouder van Sociale Zaken te
Haarlem, de heer A. J. M. Angenent, zal op
Donderdag 27 Januari geen spreekuur
houden.
Voor het doctoraal examen Nederlands
recht zijn aan de Leidse universiteit ge-
slaagtj de dames R. A. M. L. Schreurs te
Haailem en N. de Ruig te Heemstede.
Met een shock en een diepe vleeswond
aan zijn rec'nterbovenbeen is een Zand-
voortse boekhouder Dinsdagmorgen in het
Diaconessenhuis in Haarlem opgenomen, na
dat hij met zijn bromfiets nabij restaurant
„Dreefzicht" was geslipt en gevallen. Voordat
hij naar het ziekenhuis werd vervoerd, ver
leende de Ongevallendienst eerste hulp.