Schreeuwende behoefte aan kader dwingt tot financiële offers en hard werken Heemsteedse expediteur voor de Hoge Raad „Presidente Vargas" naar het dok Systematisch onderzoek naar woontoestanden in Haarlem Kort en bondig De noden van het Haarlemse onderwijs Wethouder IX J. A. Geluk deelt aantal critische opmerkingen Dr. A. van der Boom Vrijdag zestig jaar Te veel zand geladen B. en W. antivoorden raadslidMensink Antwoord op vragen over Haarlemse melksanering J WOENSDAG 26 JANUARI 1955 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT 8 Concierges nodig Democratisering A c liter stand Pleiter: Deze wijze van vaststelling van laadvermogen leidt tot economische verspilling Zes lichtmasten aan de Wagenweg vernieuwd Niet Ramadier maar Coppe president bij de KSG? Sanering van de rundveestapel Nieuwe opgravingen in Aardenburg Volharding weer open De vierde testmatch Burgerlijke Stand van Haarlem Een week geleden publiceerden wij een brief welke de Centrale Haarlemse Ouderraad ïieelt gericht aan het College van Burgemeester en Wethouders. Die brief vestigde de aandacht op een drietal grieven en wensen welke bij de Centrale Ouderraad leven. Het ging om het vaak niet voldoende schoonmaken der schoollokalen, om de overbelasting der leerkrachten met allerlei bijkomende werkzaamheden en om de achterstand welke ontstaan is bij het Jeugdpsycholo- gisch bureau en het Bureau voor School- en Beroepskeuze. De brief van de Haarlemse Ouderraad heeft in brede kring de aandacht getrok ken, met name bij het onderwijs. Zo zelfs, dat een sluimerende adviescommis sie, bestaande uit vertegenwoordigers van de Haarlemse Onderwijzersvereniging, de Ouderraad en de afdeling Haarlem van Volksonderwijs dezer dagen bijeen zal komen om de aangeroerde problemen te bespreken. Onzerzijds hebben wij een gesprek gehad met de wethouder van Onderwijs, de heer D. J. A. G e 1 u k, die naar aanleiding van een in ons blad gepubliceerde brief van de voorzitter van de afdeling Haarlem van de vereniging van hoofden van scholen een toelichting wenste te geven op de algemene problematiek van het huidige lager onderwijs en van het gevoerde en te Voeren beleid. In dat onderhoud kwam .duidelijk tot uiting, dat de wethouder de grieven en wensen van de Haarlemse Ouderraad in grote lijnen deelt, doch dat het ten aanzien van sommige punten niet mogelijk is een toestand welke is vastgelopen uit een samenspel van ongunstige materiële factoren plotseling te doorbreken. Het onderwijs, zo zei de heer Geluk, heeft tot taak het kind voor te bereiden op het leven niet alleen door het bijbren gen van een hoeveelheid theoretische ken nis, maar ook door een stuk opvoeding tot gemeenschapsbesef en burgerzin. Men kent de factoren welke maken dat deze opdracht niet volledig kan worden uitgevoerd: de te grote klassen, een ge volg van scholentekort en gebrek aan on derwijzers. Daarbij komt nog, dat een aan tal facetten vroeger in de onderwijzers opleiding niet voldoende tot hun recht kwamen: didactiek was te zeer op het klassikale onderwijs gericht, de paedago- giek was te theoretisch en inzonderheid de psychologie van het kind vormde nog een onontgonnen gebied. Dit werkt thans nog door en dat juist in een tijdsgewricht, waarin aan de jonge mens uitzonderlijk hoge eisen door de maat schappij worden gesteld. Bovendien zijn er tal van tegenwerkende factoren van geestelijke aard welke maken, dat het kind vaak in een sfeer van verwarring en on zekerheid opgroeit: de algemene crisis in ons normbesef heeft ook het gezinsleven aangetast, de zorg en vrees om de toe komst. waaronder vele volwassenen ge bukt gaan, gaan uiteraard aan het kind niet onopgemerkt voorbij. Wethouder Geluk verklaarde, dat hij zeer goed kon begrijpen, dat velen verlan gen naar een terugkeer van „de rust op school". Ook al wijzen de door de afdeling onderwijs verzamelde gegevens erop, dat- het met het aantal „opdrachten", dat aan de lagere scholen ivordt gegeven voor het uitvoeren van buitetischoolse acties, nogal meevalt, dan nog kan men stellen, dat na de oorlog inderdaad de maatschappij in allerlei vormen meer in het schoolleven meespreekt dan vroeger. Dit is echter on ontkoombaar: men zal de schoolmelkver- strekking toch niet willen afschaffen, om dat het wat werk en afleiding in de klas geeft, waar toch de moderne medische we tenschap tot de conclusie is gekomen, dat deze schoolmelkverstrekking van onschat bare waarde voor de gezondheid der kin deren is? Al evenzeer zal niemand meer het belang der aesthetische vorming op de lagere scholen willen ontkennen: maar dat geeft ook meer werk, door Verkeer sonder- wijs of door een enkele voorstelling van toneel of ballet. Op dit terrein wordt zelfs nog te weinig gedaan, ook in de school zelf. De taak van de onderwijzer wordt door dit alles wel zeer verzwaard. Dat het tegenwoordige schoolhoofd hier door ook extra werk krijgt te verzetten, valt niet te ontkennen, maar daardoor niet al leen: hij zou de handen ook meer vrij moeten hebben om contact met het overige onderwijzend personeel te onderhouden, opdat in de school teamgeest ontstaat, zor gen, dat de school een gemeenschap wordt en hij zal aandacht moeten wijden en hulp bieden aan jonge leerkrachten in zijn school. Het nut van vaste concierges bij de lagere scholen werd reeds in 1947 door het college erkend. Die kunnen het hoofd bijstaan met enig administratief werk, boodschappen, aannemen van de telefoon en dergelijke, kleine repara ties en onderhoudswerkzaamheden ver richten en de school schoonhouden. De opvattingen over deze taak lopen echter nog uiteen. Heeft men een man met hart voor zijn werk, dan voldoet dat systeem zeer goed, zoals in de praktijk ook reeds i£ gebleken. Maar tot nu toe zijn B. en W. niet verder kunnen gaan dan de aanstel ling van concierges bij enkele dubbele scholen. Het aanstellen van concierges kan tevens de klachten over het schoonmaken doen verstommen, al moet men daaruit niet af leiden, dat de bedrijven die thans met dat werk belast zijn in gebreke blijven. Hier wreekt zich namelijk nog steeds de voor oorlogse bezuinigingswoede. Toen werd namelijk het aantal werkuren, dat voor het schoonmaken van een schoolgebouw nodig is, steeds verder verlaagd. Deze aan tallen, hoewel wellicht hier en daar wat verruimd, vormen nog steeds de basis van de aanbestedingen voor het schoonmaak werk. Wethouder Geluk noemde het geval van een school van veertien leslokalen met bij komende ruimten als vertrekken voor het hoofd en het andere personeel, toiletten, gangen en trappen, waarvoor in totaal 21 uur per week voor schoonmaken werd ge rekend. Terugkerende tot de overbelasting der hoofden, verklaarde de wethouder, dat er in dit opzicht ook iets ten goede kan ver anderen, wanneer de vakken tekenen, muziek en handenarbeid in de hoogste klassen vakleerkrachten zouden kunnen worden ingeschakeld. Daardoor krijgt het hoofd enkele uren vrij voor zijn extra- «<sTkzaamheden. Wethouder Geluk heeft eveneens enige gedachten ontwikkeld over de democrati sering van het onderwijs. Men zal het on derwijs in sterkere mate dienen te ont sluiten voor die kinderen waarvan het milieu een rem vormt op hun ontwikkeling. Zulke kinderen dreigen tegenwoordig ver loren te gaan in de grote klassen, waarin nog slechts bij uitzondering individuele aandacth mogelijk is. Speciaal het kind. dat uit een milieu komt, waarvan de taal een andere is dan op school wordt gesproken en waar het kind weinig steun kan ontvangen voor zijn ontwikkeling op school. Bij het middelbaar onderwijs is dit probleem nog veel groter. Om deze kinderen te helpen heeft de wethouder reeds geruime tijd voorstellen in voorbereiding tot instelling van lees- klinieken, van een school voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden, voor een school voor moeilijk opvoedbare meis jes naast de reeds bestaande voor jongens, van een school voor spraakgebrekkigen en slechthorenden tenslotte. Met het bevorde ren van het buitengewoon lager onderwijs moet men namelijk zeer voorzichtig zijn: men moet de kinderen zo lang mogelijk in het normale schoolverband trachten te helpen, aldus de wethouder. Het is op dit punt ook, dat de activiteit van het Jeugd- psychologisch bureau in het geding komt, evenals die van het Bureau voor School- en Beroepskeuze. Juist nu men in de onmogelijkheid ver keert meer leerkrachten aan te trekken, dient het onderwijs zich te laten bijstaan door deskundige bureaux. Deze deskun digen kunnen ook aan het onderwijzend personeel en de ouders voorlichting geven. Omdat doeltreffend en met enige regel maat te doen gebeuren heeft men de samenwerking met een paedagogisch ge schoolde deskundige nodig, die in een daartoe te vormen paedagogisch centrum met de genoemde bureaux dit doel kunnen nastreven. Het is verheugend, dat ook in de kringen van de Nederlandse Onderwijzers Vereni ging het psychologische element in onder wijs en opvoeding meer en meer gewaar deerd wordt. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de gunstige reacties onder meer in „Het Schoolblad" op de rede welke prof. Oldewelt op de laatste jaarvergadering van de N.O.V. heeft gehouden, wiens be toog uitmondde in de verzekering: „De school kan niet buiten de psychologen". Op 28 Januari aanstaande viert dr. A. van der Boom, kunsthistoricus en docent aan Gymnasium en H.B.S.-A, zijn zestigste verjaardag. Zijn werkzaamheid op het ge bied der kunsthistorie, gecombineerd met het leraarschap, uit zich in het streven de leerlingen in contact te brengen met de beeldende kunst, door middel van lezingen, tentoonstellingen (door hem in de schooi georganiseerd) en bezoeken aan musea. De heer Van der Boom bezocht te Haarlem de Kunstnijverheidschool en in aansluiting daarop het Rijksinstituut tot opleiding van Tekenleraren. In 1927 publiceerde hij zijn eerste werk: een biografie van zijn oud leermeester S. Jessurun de Mesquita. Een jaar later volgde „De moderne houtsnede in Nederland." Het contact met R. N. Roland Holst bracht hem tot de bestudering van de glas schilderkunst, De heer Van der Boom meende echter dat zijn historische scholing te gering was geweest en liet zich in 1933 als student in de kunstgeschiedenis aan de Amsterdamse Universiteit inschrijven. Vier jaar later Wethouder Geluk stemde toe, dat de ouders op het ogenblik vaak veel te lang op de adviezen van beide bureaux moeten wachten. Maar niet alleen de ouders: ook de officiële instanties moeten vaak veel geduld oefenen. Bij het Bureau voor School- en Beroepskeuze heeft men een achterstand van drie tot vier maanden. Aanvragen om van zijn diensten gebruik te maken van andere zijden, heeft het hoofd moeten afwijzen. Het is waar, dat inzon derheid het Bureau voor Beroepskeuze bij een aantal commissies is ingeschakeld en dat het voor de gemeente ook meer en meer personeelsselectie verricht. Toch zijn beide werkzaamheden gerecht vaardigd. De eerstgenoemde, omdat hier door de directeuren en rectoren van de middelbare scholen ontlast worden, de tweede omdat in deze tijd van schaarste aan goede krachten de keuze van de juiste man op de juiste plaats uiterst gewichtig is. Daarom zou uitbreiding van het bureau voor de hand liggend zijn. De heer Geluk eindigde dit onderhoud met de waarschuwing: „In deze tijd moe ten we zuinig zijn op het intellect. We moeten het opsporen waar het niet onmid dellijk aan de oppervlakte blijkt en tot ont wikkeling brengen waar we kunnen. Want onze maatschappij schreeuwt om mensen welke haar leiden kunnen, niet alleen hier maar ook in de onderontwikkelde gebie den. En daarom mag ons eigenlijk geen offer te veel zijn om dat doel te bei-eiken. Bovendien lijkt het mij toch redelijk dat juist in een tijd van hoogconjunctuur, zoals wij thans beleven, de gelden worden ge vonden om ons onderwijs de basis te ver schaffen waarop het volledig tot zijn recht kan komen, Dat is echter niet alleen een gemeentelijke, maar ook een rijkszaak." Voor de Hoge Raad te Den Haag is Dins dagmiddag behandeld de zaak tegen de Heemsteedse expediteur J. G. N., die we gens overtreding van het Wegenverkeers reglement door de Haarlemse rechtbank veroordeeld was tot een geldboete van ƒ300; tevoren had de kantonrechter de Heemstedenaar een geldboete van 75 op gelegd, maar van dit vonnis was hij in hoger beroep gegaan. Mr. C. F. M. van Koppen lichtte bij de Hoge Raad de cassatiemiddelen toe. Hij herinnerde er aan, dat aan verdachte ten laste is gelegd het vervoeren van een la ding zand op de Korte Verspronckweg te Haarlem, waarvan het gewicht (8106 kg.) meer dan het laadvermogen (3500 kg.) heeft bedragen. In eerste instantie achtte de kantonrechter hem strafbaar op grond van artikel 15, vierde lid in verband met artikel 72 eerste lid van het Wegenver keersreglement. In tweede instantie ver nietigde de rechtbank het vonnis van de kantonrechter, maar oordeelde verdachte strafbaar op grond van artikel 13 van het Wegenverkeersreglement. Pleiter merkte op. dat artikel 13 van dit reglement be houdens een niet ter zake doende geringe wijziging, reeds in het Uitvoeringsbesluit van 1950 was opgenomen. In die tijd was er nog geen sprake van laadvermogens- vaststelling en evenmin sprake van een kentekenbewijs, waarop het laadvermogen van de betreffende vrachtauto is vermeld. Later is de Rijksdienst voor het Wegen- verkeer begonnen met het vaststellen van de laadvermogens. Volgens pleiter is het duidelijk, dat met „overbelading" in arti kel 13 bedoeld is het teveel laden op een vrachtauto, waardoor gevaar ontstaat voor het verkeer. Hij meende, dat dit artikel zeker niet zo mag worden geïnterpreteerd als zou „overbeladen" bedoeld kunnen worden op het „meer laden dan het laad vermogen van een vrachtauto aangeeft". Mr. Van Koppen vervolgde, dat men bij de keuring van vrachtauto's eigenlijk in het geheel geen laadvermogen vaststelt, maar men begint zonder meer uit te gaan van het door de automobielfabrikant ge garandeerde laadvermogen. De fabrikant geeft een minimum aan, aangezien hij zo weinig mogelijk risico met de garantie wenst te lopen. Bovendien wordt het me rendeel der vrachtauto's geproduceerd in landen, waar geheel andere terreinomstan digheden gelden dan in ons land of moet bij de bepaling van het gegarandeerde laadvermogen in ieder geval mede met dergelijke afwijkende omstandigheden re kening worden gehouden. Te denken valt hierbij aan het gebruik van vrachtauto's in bergachtige streken of op inferieure wegen. Spreker zeide, dat de gevolgde wijze van laadvermogensvaststelling een ernstige economische verspilling betekent. Een deel van tot heden gebruikte vervoerscapaciteit wordt zonder grond op non-actief gesteld. Het bedrijfsleven wordt nodeloos gedwon gen tot hogere investeringen en de vracht prijzen worden opgevoerd tot een hoger niveau dan noodzakelijk is. Daarom meende pleiter, dat bij een juiste uitvoering van de bepalingen be treffende het laadvermogen in het Wegen verkeersreglement de met de uitvoering belaste ambtenaren moeten beschikken over normen waarmee op grond van de constructie van het te beoordelen voertuig en de aard van de voor de bouw daarvan gebruikte materialen het laadvermogen kan worden vastgesteld. Mr. Van Koppen kwam tot de conclusie, dat afgezien van de laadvermogensvast stelling de verdachte niet kan worden ver oordeeld op grond van artikel 13 van het Wegenverkeersreglement, omdat er geen sprake is van overbeladen, meer laden dan de wagen kan vervoeren, juist omdat vast staat dat de wagen van verdachte meer kan vervoeren dan haar laadvermogen aangeeft. Wel zou verdachte veroordeeld kunnen worden op grond van artikel 72 van het Wegenverkeersreglement. Zonder twijfel heeft de expediteur meer lading vervoerd dan overeenkomt met het laad vermogen. In dit geval zou slechts een schuldigverklaring kunnen worden uitge sproken zonder oplegging van straf, aan gezien op dit artikel geen sanctie staat. De procureur-generaal zal op Dinsdag 8 Februari concluderen. deed hij het doctoraal examen en promo veerde tenslotte op het proefschrift „Enkele hoofdstukken uit de geschiedenis dei- monumentale glasschilderkunst in Neder land." Hierna volgden nog enige werken over de glasschilderkunst. In samenwer king met wijlen professor dr. J. H. Plan- tinga kwam het historische handboek: „Vijftig eeuwen bouw-, beeld- en schilder kunst" tot stand. In tegenstelling met vele anderen verliep, op kunsthistorisch gebied, de ontwikke lingsgang van de heer Van der Boom van de moderne naar de oude kunst. Hij was gedurende een aantal jaren docent aan de Academie voor Beeldende Kunsten te 's-Gravenhage. Naast zijn leraarstaak heeft hij nog verschillende andere functies onder andere als mede werker aan enkele periodieken en als lid van de Haarlemse Schoonheidscommissie. Velen zullen met groot genoegen aan de lessen denken, waarin de heer Van der Boom op onderhoudende wijze zijn rijke kennis van kunst en cultuur weet (en wist) uit te dragen. Het gemeentelijk energiebedrijf is bezig met het aanbrengen van een aantal nieuwe lichtmasten op de Wagenweg. Men was namelijk tot de ontdekking gekomen dat de bovengedeelten van de palen in de loop der tijd vergaan waren en men heeft thans van de gelegenheid gebruik gemaakt om zes masten van een geheel nieuw, mo derner bovenstuk te voorzien. LUXEMBURG (Un. Press) Het wordt onwaarschijnlijk geacht dat de regeringen van de Beneluxlanden en Italië de candi- datuur van de Fransman Paul Ramadier voor het presidentschap van de Hoge Auto riteit der Europese kolen- en staalgemeen schap zullen steunen. Ook blijken de vier regeringen weinig te voelen voor de be noeming van een Duitser op de post van Jean Monnet, die in Februari aftreedt. Meer kans dan de vroegere Franse premier Ramadier schijnt op het ogenblik te ma ken de Belg Albert Coppe. een der vice- presidenten van de Hoge Autoriteit onder Monnet. Vanmorgen omstreeks tien uur is het „Amazoneschip „Presidente Vargas" de sluizet bij Spaarndam gepasseerd op weg naar het dok in Amsterdam. Dit schip, dat een lengte heeft van 79,6 meter, een breedte van 11,10 meter en een diepgang van drie meter, werd op 12 Augustus van het vorig jaar bij de Haarlemse Scheepsbouw Maatschappij tewater gelaten. Het schip maakte deel uit van een serie-opdracht van acht millioen gulden van de Servicos de Navegacao da Amazonia e do Porto de Para in Brazilië en is bestemd voor vracht- en passagiersvervoer op de Amazone Het schip, dat met behulp van drie sleepboten door de sluizen manoeuvreerde za' in Amsterdam een plaats krijgen in een dok om onder de waterlijn schoongemaakt te worden. Bovendien moet er nog een kleinigheid aan het roer veranderd worden en nadat het schip in de verf is gezet zal de „Presidente Vargas" weer in Haarlem terugkeren, waarna er een proefvaart zal vólgen. De gemeente zal de gebreken aan het perceel Tulpenstraat 47 dat haar eigendom is, op korte termijn verbeteren. De huizen Tulpenstraat 45 Cn 49 zullen, eveneens zo spoedig mogelijk, op kosten van de eige naresse hersteld worden. Door de finan ciële omstandigheden van de eigenaresse was deze herstelling vertraagd. Er is geen sprake van schandelijke tekortkomingen van de dienst van Bouw- en Woningtoe zicht: de toestand van de percelen Tulpen straat 45 tot en met 51 hadden en hebben de volledige aandacht van deze dienst. Burgemeester en Wethouders hebben de directeur van Bouw- en Woningtoezicht echter wel met klem verzocht alsnog een systematisch onderzoek in te stellen naar de toestand van die huizen, waarvan de bewoonbaarheid twijfelachtig is geworden. In deze geest hebben B. en W. van Haar lem thans geantwoord op een zestal vra gen welke het raadslid de heer W. Mensink (Arbeid) op 31 December van het vorige jaar heeft gesteld naar aanleiding van de woontoestanden in het Rozenprieel, in het bijzonder die van genoemde rij huizen aan de Tulpenstraat. Wat betreft een door de heer Mensink gesignaleerde defecte riolering, antwoor den B. en W., d'at deze voor wat betreft het perceel Tulpenstraat 45 is te wijten aan de bewoners, maar dat er bij de aan sluiting op het hoofdriool van perceel Tul penstraat. 51 een defect is geconstateerd, over de herstelling waarvan reeds contact met de eigenaar is opgenomen. Eveneens is aan Openbare Werken gevraagd de straat op te breken voor de herstelwerk zaamheden. Tenslotte merken B. en W. op, dat de vervuiling van perceel 51, dat als pakhuis wordt gebruikt, te wijten is aan de ge bruiker. Bouw- en Woningtoezicht heeft reeds geijverd hierin verbetering te bren gen, waaruit kan blijken, dat deze dienst Het Haarlemse raadslid mevrouw E. 1 Smitz-Peper (Arbeid) heeft van B. en W. antwoord gehad op de door haar ge stelde vragen naar aanleiding van de ver hoging van de melkprijs in Haarlem met vier cent per liter, zulks in afwijking van de landelijke verhoging van drie cent. De Haarlemmers betalen een cent meer, omdat hier de melkbezorging nog niet gesaneerd is en de slijters daardoor onder ongunsti ger omstandigheden werken dan elders het geval is. Mevrouw Smitz-Peper had ge vraagd of B. en W. in deze melkprijsver hoging geen aanleiding zagen een sanering alsnog te bevorderen. zeer zeker eigen initiatief ontplooit en niet afwacht tot hem klachten bereiken. De toestand van enkele der genoemde percelen, waaraan ook al in 1953 en 1954 verbeteringen zijn aangebracht, is niet best, doch wettigt nog geen onbewoon- baarverklaring, aldus B. en W. Van eind Mei 1951 tot eind November 1954 zijn door de Nederlandse veehouders 305.671 runderen ter overname aangebo den welke reageerden op onderzoek naar tuberculose. Hierdoor werd het mogelijk 70.914 bedrijven tuberculose-vrij te maken. In drie provincies, Friesland, Drente en Zeeland, is de ziekte geheel verdwenen. In de overige zijn 67.591 b'edrijven smet vrij. Het fonds voor t.b.c.-bestrijding onder het vee ontving ruim 44.6 millioen gulden uit bijdragen van boeren en 38.5 millioen uit Marshallfondsen, waarvan 46.3 millioen voor steun aan de sanering werd uitbe taald. Aan de spaarheffing werd. voorna melijk in Zeeland, bijna 21.5 millioen ont vangen en bijna 13.9 millioen uitgekeerd. Binnenkort zullen te Aardenburg van wege de Rijksdienst voor het Oudheidkun dig Bodemonderzoek nieuwe opgravingen worden gedaan. Het doel is de plaats te onderzoeken waar de vroegere middel eeuwse Onze Lieve Vrouwe-kerk heeft ge staan. Deze kerk werd in 643 gesticht en was in de middeleeuwen het middelpunt van pelgrimstochten. Daar kwamen onder anderen ter bedevaart de Engelse konin gen Eudard I in 1296, Eduard III in 1340, de Franse koning Philips de Schone en de hertogen van Bourgondië, Philips de Goe de in 1425 en Karei de Stoute in 1466. BINNENLAND B. en W. hebben er in hun antwoord thans aan herinnerd, dat de Coöperatieve vereniging van Haarlemse melkhandelaren omstreeks September 1953 een hernieuwde poging heeft gedaan om tot een sanering te komen, welke echter geen gunstig resul taat heeft opgeleverd. B. en W. hebben bij die gelegenheid adviezen ingewonnen van en besprekingen gevoerd met de besturen van huisvrouwenverenigingen en de Unie Verkeer. Van de huisvrouwenorganisaties heeft één zich voor de sanering verklaard, een andere bericht dat van haar leden drievijfde voorstandster en tweevijfde tegenstandster van de sanering was, ter wijl de twee overige verenigingen ver klaard hebben tegen de sanering te zijn. De Unie Verkeer heeft verklaard prin cipieel voor de sanering te zijn, maar be zwaren te hebben tegen de wijze waarop ze in Haarlem zou worden uitgevoerd. Vol gens de Unie Verkeer zou de melksanering hier namelijk niet zozeer op het algemeen dan wel op het groepsbelang gericht zijn. Van de honderd melkbezorgers zouden er 25 ontslagen worden en de Unie Verkeer had de indruk, dat men er bij de slijters op uit was de in het bedrijf werkzame familieleden bij voorkeur te handhaven. Op grond van de niet-eensluidende ad viezen en ook omdat de regering het pro bleem van de melksanering nog in beraad had, heeft het college van B. en W. in Mei van het vorige jaar aan de Coöperatieve vereniging van Haarlemse melkhandela ren bericht, dat het de gevraagde verkla ring van geen bezwaar niet kon geven. Het is het college niet bekend of de melk handel thans opnieuw overweegt om tot sanering te komen. Het initiatief daartoe moet in elk geval van de georganiseerde melkhandel uitgaan. B. en W. willen, zo dit het geval mocht zijn, gaarne hun aan dacht aan dit streven wijden. De ijsbaan Volharding is vandaag we derom voor het publiek geopend. Mocht het voor hedenavond niet dooien, dan zal de baan ook vanavond open zijn. Engeland heeft voor de vierde testmatch tegen Australië dezelfde ploeg aangewezen die de derde wedstrijd gewonnen heeft. De vierde match begint Vrijdag in Adelaide. Voor Engeland komen uit: Hutton, Edrich, May, Compton, Cowdrey, Bailey, Evans, Tyson, Wardle, Appleyard, Statham en als twaalfde man Wilson. HAARLEM, 25 Januari 1955 ONDERTROUWD: 25 Jan., J. H. den Bra- ber en A. E. Wajer. GEHUWD: 25 jan,, H. E. Wagter en G. C. Metselaar. BEVALLEN van een zoon: 24 Jan., A. M. van Koten—Snoeks; A. Rozenharl—van Vee- nendaal; J. B. van HonschootenVerwer. BEVALLEN van een een dochter: 21 Jan., A. Verzeilberg—van Scherpenzeel; 23 Jan., K. van der Most—Mulder; 24 Jan., A. C. F, van Ewijk—Booms; M. E. van der Putten— Verheijen. OVERLEDEN: 21 Jan., W. H. Homburg, 70 j., Leidsevaart; 22 Jan., W. II. C. van Keu len, 86 j., Westerhoutpark; L. J. Pool Scheepmaker, 82 j., 2e Theemsstraat; J. J. Lijnzaat, 76 j„ Generaal de Wetstraat; J. van den Bosch, 88 j., Kenaupark; 23 Jan., S. J. BackerHollaari, 77 j., Du ven voordestraat; H. Claudius, 70 j„ Obistraat; A. Vis—Ver beek, 91 j., Westerhoutpark; A. Verduijn, 59 j., Betje Wolffstraat; G. van der Meulen, 63 j., Vogelkoopsteeg; H. Berends—Ipen- burg, 78 j„ Zijlweg; D. Stoutjesdijk, 60 j., Kamperlaan; 24 Jan., A. Vermeulen—Brou wer, 61 j., Ilazepaterslaan; S. H. Oom— Schroevers, 70 j„ Berckheijdestraat; L. van Hasselt, ,40 j., Hazepaterslaan; J. N. Bakker, 86 j., Julianapark: M. W. Koerts—van Lan- gendonck, 64 j„ Floresstraat; M. van Brug gen, 80 j., Maerten van Heemskerkstraat. De algemene inspectiedienst bij het ministerie van Landbouw, Visserij en Voed- selvoorziennig begint op 1 Februari zijn werkzaamheden. In deze dienst zijn de ver schillende tot het ministerie behorende con trole-organen opgenomen, waaronder de Centrale Controle Dienst, die per 1 Februari 1955 wordt opgeheven. Deze reorganisatie maakt een einde aan de toestand, dat meer dan tien opsporingsorganen toezicht uit oefenen op de naleving van wetten en ver ordening van de bedrijfschappen. Aartshertog Otto van Habsburg zal van 5 tot 7 Februari op kasteel Sterkenburg in Utrecht een Europees economisch congres presideren, dat door genodigden uit alle West-Europse landen zal worden bijgewoond. Nederland is vertegenwoordigd door prof. dr. J. Tinbergen, directeur van het plan bureau van het ministerie van Economische Zaken. In Winschoten is aangehouden de 26- jarige J. J. v. d. A. uit Westerlee, die als assistent werkzaam was op het station te Winschoten. Hij heeft bekend een bedrag van bijna duizend gulden te hebben ontvreemd uit het plaatskaartenkantoor. De legerplaats te Schaarbergen heeft bij beschikking van de minister van Oorlog, de naam „Oranjekazerne" gekregen. Provinciale Staten van Utrecht hebben besloten het jaarlijkse garantiebedrag voor het Utrechts Stedelijk Orkest van tiendui zend gulden te brengen op twintigduizend gulden. Een arts uit Purmerend is door de Alkmaarse rechtbank wegens het uitschrijven en aanbieden van valse recepten veroordeeld tot een boete van f 300 onvoorwaardelijk en f700 voorwaardelijk. De arts schreef ten name van zijn patiënten recepten uit voor morphine en wel zo veelvuldig, dat de apotheker, die deze recepten bereidde, ach terdocht kreeg. De arts gebruikte de verdo vende middelen zelf. Een jaar gevangenisstraf, waarvan vier maanden voorwaardelijk, is geëist tegen een 51-jarige adjunct-directeur van een onder neming in Pernis, die f 3000 had verduisterd. De helft verspeelde hij in een casino in België, de rest maakte hij op in Zwitserland en Italië. Een delegatie van het Haagse gemeente bestuur is in Londen aangekomen om een aantal gebouwen te bezichtigen teneinde een goed inzicht te vrekrijgen in de eisen, die gesteld moeten worden aan de bouw van een groot congresgebouw, dat in Den Haag zal worden gebouwd. De delegatie, welke uit 22 leden bestaat, zal twee dagen in Londen verblijven. Donderdag zal het gezelschap naar Zwitserland vliegen. In Zürich en Genève zal men ook de grote gebouwen be zichtigen. De burgemeester van Nieuwer-Amstel, mr. G. P. Haspels, heeft om gezondheids redenen ontslag gevraagd uit zijn functiè. Hij zou in September 1957 zijn pensioengerech tigde leeftijd bereiken. Het zou dan ook 25 jaar geleden zijn, dat mr. Haspels zijn ambt te Nieuwer-Amstel aanvaardde. Burgemeester F. Schokking van Den Haag, vier loco-burgemeesters, de gemeente secretaris van Den Haag en 13 loden van een bouw-commissie zijn in gezelschap van nog drie andere personen om half elf heden morgen met een toestel van de KLM in Lon den aangekomen. Zij zullen twee dagen in de Engelse hoofdstad blijven. De delegatie zal de Royal Festival Hail en het Church- house te Westminster bezoeken om de accoustiek van deze grote gebouwen te be studeren in verband met een nieuw Haags gebouw voor het houden van internationale congressen en bijeenkomsten. Donderdag zal de delegatie zich per vliegtuig naar Zwit serland begeven om soortgelijke gebouwen in Zürich en Genève te bezoeken. De algemene vergadering der Christe- lijk-Historische Unie zal dit jaar worden gehouden op Woensdag 13 April in gebouw Béllevue te Amsterdam. Tot rechter in de arrondissements rechtbank te Almelo is bij K. B. benoemd mr. M. Rutgers van der Loeff. hoofdcommies ter gemeentesecretarie te Assen, rechter- plaatsvervanger in de arrondissements rechtbanken te Assen en Rotterdam. HAARLEM EN OMGEVING Aan de universiteit van Amsterdam is geslaagd voor het doctoraal examen Frans de heer P. A. Jacobs te Haarlem. De wethouder van Sociale Zaken te Haarlem, de heer A. J. M. Angenent, zal op Donderdag 27 Januari geen spreekuur houden. Voor het doctoraal examen Nederlands recht zijn aan de Leidse universiteit ge- slaagtj de dames R. A. M. L. Schreurs te Haailem en N. de Ruig te Heemstede. Met een shock en een diepe vleeswond aan zijn rec'nterbovenbeen is een Zand- voortse boekhouder Dinsdagmorgen in het Diaconessenhuis in Haarlem opgenomen, na dat hij met zijn bromfiets nabij restaurant „Dreefzicht" was geslipt en gevallen. Voordat hij naar het ziekenhuis werd vervoerd, ver leende de Ongevallendienst eerste hulp.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 10