Agenda voor Haarlem Zie Boven: Sneeuw op de maan? Hedda Gabler - een misplaatste vrouw Wedstrijd voor blazers-ensembles Weinig woorden bij behandeling voor vergunningencommissie Busconcessie Amsterdam-Zandvoort Voorzitter Forensenbond lokte directeur N.Z.H. niet uit tent Bejaardenbond pleit voor vacantietoeslag Peggy Ashcroft en George Devine spelen Ibsen in Nederland Kleuter door het ijs gezakt en verdronken R. Nobel na auto ongeluk overleden Voorzichtig A chter grond Coïncidentie Plan voor uitbreiding van Alkmaars stadhuis Expositie der Hollandse aquarellistenkring Graaf van Limburg Stirum te Kortenhoef overleden IJs om woonarken t weghakken Drie infiltranten op Nieuw Guinea aangehouden Belastingrestitutie gevraagd voor binnenbandloze autoband Kerkelijk Nieuws Verdienstelijk werk in Haarlem-Noord Studentencabaret gaat naar Indonesië DINSDAG 1 MAART 1955 Belangstellenden bij en belangstellenden in het Nederlandse vervoerwezen troffen elkaar Maandagmiddag in de tuinzaal van de Haagse Dierentuin, waar de Commissie Vergunningen Personenvervoer een openbare zitting hield ter behandeling van een aantal concessie-aanvragen door -vervoerbedrijven. Nu de definitieve vergunningverlening door de Commissie vrijwel rond is, komen op de zittingen die thans van tijd tot tijd worden gehouden, als regel slechts formele aanvragen aan de orde met weinig principiële achtergronden. Al nemen de vertegen woordigers van vervoerders met tegengestelde belangen nog wel eens de gelegenheid te baat om een achterhoedegevecht te leveren. Onze belangstelling ging uiteraard uit naar de behandeling van de aanvraag van de N.Z.H.V.M. om vergunning tot het onderhouden van een busdienst over de trajecten Zandvoort Aerdenhout Heemstede Haarlem Halfweg —Amsterdam (Marnix- straat) en Zwanenburg—Halfweg. Wie gedacht mocht hebben, dat zich heirscharen van vertegenwoordigers van aangrenzende vervoerbedrijven, gemeente besturen en reizigersorganisaties naar het spreekgestoelte zouden begeven om hun zienswijze te uiten, kwam bedrogen uit. Voor de zitting waren geen verklaringen en bezwaarschriften binnengekomen en in de zaal verried alleen de aanwezigheid van de voorzitter van de Algemene Bond van Forensen, de heer J. van Holten uit Aerdenhout, dat de behandeling van de aanvrage niet geheel zonder weerwoord zou verlopen. De vertegenwoordiger van de N.Z.H. mr A. H. Smi t, die de verhinderde mr_N. J. Polak verving, stelde ter toelichting van de aanvraag nogal voorzichtig, „dat de mogelijkheid niet uitgesloten geacht moest worden, dat de tramlijn Amster damZandvoort nu of in de naaste toe komst door een busdienst vervangen zou moeten worden". De directeur-generaal voor het verkeer had de N.Z.H. dan ook in overweging gegeven thans reeds een concessie-aanvraag in te dienen. Veel behoefde dan ook niet toegelicht te worden, want met de gemeente Amster dam en de N.V. Maarse en Kroon die belanghebbende is voor het traject ZwanenburgHalfweg, dat deel uit gaat maken van de rechtstreekse verbinding ZwanenburgAmsterdam via het toekom stige station bij Sloterdijk is men tot overeenstemming gekomen. Voor het tra ject ZandvoortHeemstede was nog een afzonderlijke aanvraag ingediend, omdat op dit gedeelte, onafhankelijk van de tram verbinding, een seizoendienst wordt on derhouden. Mr. Smit stelde tenslotte nog. dat bij deze aanvrage het geschilpunt of het gewenst is, dat de tram door een bus vervangen wordt, hoegenaamd niet ter sprake diende te komen. Dit verhinderde de heer Van Holten na tuurlijk niet dat probleem toch te stellen. Tegen de concessie-aanvraag konden wel iswaar geen directe bezwaren worden inge bracht, maar men mocht deze aanvraag toch alleen beschouwen tegen de achter grond van de voorgenomen opheffing van de aloude tramlijn AmsterdamZand voort. De voorzitter van de Forensenbond ging er daarbij vanuit, dat zich nog nergens het geval had voorgedaan, dat een tramlijn die een bevolkingsagglomoratie van een millioen zielen bedient opgeheven moest worden. Hij geloofde, dat de inwoners van de betrokken gemeenten in het algemeen niet zo enthousiast voor de verandering zijn, hetzij omdat zij een verslechtering vrezen van de geboden vervoersvoorzie ning, hetzij dat zij slechts node een groot aantal spreker sprak van een onafge broken file op forensentijden en in het badseizoen bussen zich door de smalle wegen tussen Haarlem en Zandvoort zien wringen. De heer Van Holten maakte een globale berekening, waaruit bleek dat voor één tramtrein vier bussen nodig zouden zijn: wat dat in de zomer zou betekenen, kon hij zich niet voorstellen. Zeker was naar zijn mening in elk geval, dat van rustige recreatie en genieten van het natuur schoon in de Bloemendaalse dreven niet veel terecht zou komen. Daarbij zweeg hij nog maar van de complicaties welke te voorzien zijn, wanneer er evenementen op het circuit zijn en de auto's zich vier rijen dik naar Zandvoort spoeden: „Zullen de bussen dan over de auto's rijden?" De heer Van Holten, die een toespeling maakte op de merkwaardige coïncidentie, dat N.S. thans hun viaduct bij Heemstede willen gaan bouwen, waardoor naar zijn mening het tramverkeer tussen Haarlem en Zandvoort onmogelijk zal worden, vreesde ook moeilijkheden in de perso- neelssector. Busexploitatie zal veel meer personeel vergen dan tramexploitatie. Reeds thans is er veel verloop en kan men moeilijk nieuwe werkkrachten aanwerven. Een beroep op de commissie om ook de DINSDAG 1 MAART Minervatheater: N. Ph. O. met Stevan Bergmann. Heemsteedse Kunstkring, 8.-5 uur. Studio: „Romeo en Julia", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „De voestijn leeft", alle leeft.. 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „08/15", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Een vrouw zonder geweten", 18 jaar, 8 uur. Palace: „De slavinnen van Bagdad", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy: „De lifter", 18 jaar, .8 uur. Lido: „De droomfontein van Rome", alle leeft., 7 en 9.15 uur. WOENSDAG Z MAART Concertgebouw: Lezing over kleurenfoto grafie door Walther Benser, 8 uur. Minerva theater: Hoofdstad-Operette met „Sag' beim Abschied leise Servus", 8.15 uur. Gebouw H.K.B., Tempeliersstraat: filmavond voor emigranten, 8 uur. Studio: „Romeo en Ju lia", 14 jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur: Luxor: „De woestijn leeft", alle leeft., 2, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „08/15", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Een vrouw zonder geweten", 18 jaar. 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace: „De slavinnen van Bagdad", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Roxy: „De lifter", 18 jaar, 2.30 en 8 uur. Lido: „De droomfontein van Ro me", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. belangen van de forensen een lastige reizigersgroep genoemd, maar in feite een zeer gemakkelijke, omdat zij zich dage lijks zonder protest als sardines laten ver voeren in het oog te houden, vormde het slot van het betoog van de voorzitter van de Algemene Forensenbond. Iedereen keek een beetje gespannen naar de directeur van de N.Z.H., de heer J. J. J u r r i s s e n, die achter in de zaal zat. Maar die liet zich niet door de heer Van Holten uit zijn tent lokken, zodat de grijze mr. G. A. D i e p e n h o r s t, die pre sideerde, niets ander overbleef dan de volgende aanvraag aan de orde te stellen. Het Alkmaarse stadhuis Wordt te klein en moet worden uitgebreid. B. en W. stel len derhalve de raad voor het. college te machtigen aan een drietal architecten, de heer C. W. Schaling en prof. ir. C. Wege ner Sleeswijk, beide te Amsterdam en de heer C. Kirkenier, adjunct-directeur van Openbare Werken te Alkmaar opdracht te verlenen een schetsontwerp met globale kostenraming te maken. Zij stellen verder voor de ontwerpen te laten beoordelen door een commissie, be staande uit de heren prof. Wieger Bruin en ir. A. J. van der Steur te Amsterdam en ir. G. Friedhoff te Wassenaar. Uitgaan de van de totale kosten van 1.350.000 gul den zal voor honorarium voor het maken van de ontwerpen en voor onkosten dei- commissie een bedrag van ongeveer 25.000 gulden nodig zijn. B. en W. vragen een crediet tot dit bedrag. De tentoonstelling van werken van leden van de Hollandse Aquarellistenkring, die lot 11 April in het Arnhems Gemeente museum wordt gehouden, is Zaterdag middag door prof. dr. N. R. A. Vroom, hoogleraar-directeur van de Rijksacademie van beeldende kunsten te Amsterdam ge opend. Namens de exposanten sprak Otto B. de Kat een woord van dank voor de in richting van deze tentoonstelling ten aan zien waarvan hij opmerkte dat getracht is een zo.sterk mogelijke collectie bijeen te brengen. De Amsterdammersdromden Maandagmiddag gretig rond het Singel waar een meeuw vleugellam op het ijs zat. De dierenvrienden onder hen lieten het er niet bij zitten: ze probeerden dadelijk het beest op de kant te krijgen. Het ijs was echter onbetrouwbaar. Er was nog pas een schuit door het Singel gevaren Men probeerde het eerst met een touw en een visnet. De meeuw liet zich echter niet vangen. Toen waagde zich een bestuurslid van de dierenbescherming op het ijs, vastgebonden aan een ladder. De vogel wenste niet mee te werken. Twee mannen waagden zich daarna ook op het ijs. Ze sloten de vogel in en onder gejuich van. het publiek werd de meeuw gegrepen en in veiligheid gebracht. Ruim drie uur was men met de „redding" bezig geweest. Het hoofdbestuur van de Nederlandse Bond voor Ouden van Dagen heeft in een adres aan de ministerraad verzocht aan degenen die een uitkering ontvangen krachtens de noodwet-ouderdomsvoorzie ning en eventueel een aanvullende onder steuning van een gemeentelijke dienst van maatschappelijke zorg ontvangen, een be drag te verstrekken dat kan worden ge bruikt om met vacantie te gaan. De be jaarden boven de 70 jaar hebben, zo wordt opgemerkt, in de tijd toen zij nog werkten niet veel vacantie gehad. Te Kortenhoef is op 71-jarige leeftijd overleden L. Ch. graaf van Limburg Sti rum. Tijdens zijn loopbaan in de diploma tieke dienst heeft graaf van Limburg Stirum op vele posten in het buitenland gewerkt. Na zijn pensionnering genoot hij onder andere bekendheid door publicaties over de luchtvaart en haar pioniers en een boek over de jacht. Een recent boek over de bloembollencultuur „Het schoonste pa let ter wereld" was in manuscript gereed. Graaf van Limburg Stirum had veel be langstelling voor de schilders en hun kunst. De technische dienst van een woonark bouwbedrijf vestigt de aandacht van woon arkbewoners op de noodzaak het ijs rond de woonschepen weg te hakken, omdat an ders de onderbouw gevaar loopt te worden ingedrukt. Nu de maan is terug gekeerd aan onze avond hemel kunnen we ver der praten over de vraag of zij een dampkring heeft, zoals Russische en Amerikaanse onderzoe kers de laatste tijd weer willen veronderstellen. Die vraag is trouwens niet van de laatste tijd: de geleerden hadden er in de vorige eeuw al ru zie over. In wat wij zien als het rechteroog van het maangezicht de maan zelf zou zeggen mijn linkeroog" e?i om ver warring te voorkomen zullen wij dan maar of- ficieel-weg „Mare Sere- nitatis" zeggen, hoewel „Zee der Kalmte" ook verwarring sticht: op de maan bestaan geen zee- en) bevindt zich een kratertje, Linné geheten, waaromheen een eigen aardig wit vlekje ligt. Men zou denken: sneeuw. Maar dat is een vreemde gedachte, want waar moet die sneeuw vandaan komen als de maan geen dampkring heeft? Nog vreemder is echter, dat dit witte vlekje telkens van vorm blijkt te veranderen. De middellijn ervan schom melt tussen de vier en de acht kilometer. Die schommeling bleek gelijk-op te gaan met de hoogte van de zonne stand voor dit stukje maangrond. In die zin,, dat er bij hoge zonne stand weinig van het vlekje te zien was, maar meer bij lage zonnestand. In de loop van de twee weken die de zon daar boven de horizon staat bereikte het na ruim acht dagen een mini mum-formaat waarna het weer aangroeide naarmate de zon daalde. De Amerikaanse astro noom Pickering had al tegen het eind van de vorige eeuw deze samen hang ontdekt en hij be toogde dat het witte vlekje uit sneeuw moest bestaan, die gedeeltelijk wegsmolt wanneer dc zon hoog aan de maan hemel kwam te staan. Op 16 October 1902 deed zich een totale maansverduistering voor die de waarneméts een prachtkans bood om Pickerings bewering te controleren. Als de aarde immers het zonlicht en ook de zonnewarmte on derschept, dan zal na dc verduistering Pickerings sneeuwveld je" groter te voorschijn moeien ko men dan het bij het be gin van de eclips was, of op zijn minst zal het gedurende de verduiste ring even groot moeten blijven, doordat het smeltproces enige tijd werd onderbroken. En inderdaadna af loop was het witte veld je groter dan aan het begin en toen het weer een poos door de zon was beschenen, slonk het weer! Heeft de maan „dus" een dampkring? Dat is hiermee niet bewezen: de witte materie kan even goedrijp zijn, dat wil zeggen: water damp die als gevolg van vulkanische werking nog steeds ontsnapt uit het binnenste van de maan, daarna in zijn eigen damp condenseert -n dan als rijp neerslaat, G. v. W. Is „Hedda Gabler" van Ibsen werkelijk het meesterwerk, waarvoor velen het nog altijd aanzien? Dat is de vraag, die zich aan mij opdrong, gisteravond, na het bij wonen van de eerste opvoering in de uit verkochte Koninklijke Schouwburg te 's Gravenhage van dit uit 1890 daterende stuk door een Engels gezelschap, samen gesteld uit vooraanstaande toneelkunste naars, met de in haar vaderland (vooral als Shakespeare-vertolkster) zeer vermaarde Peggy Ashcroft in de titelrol. Het antwoord daarop is niet zo eenvoudig te geven. Het hangt er maar van af van welke kant men het bekijkt, om met de jurist Brack, een van de hoofdpersonen, te spreken. „In tegendeel" het laatste woord dat de Noorse schrijver op zijn sterfbed uit zijn mond heeft laten komen zou ik in ieder geval niet willen beweren. Maar wezenlijk erdoor ontroerd of getroffen ben ik echt niet. Mogelijk ligt dat mede aan de aard van de voorstelling, die toch in de meeste Engelse bladen werd geprezen als het bes te, dat het Londense seizoen tot dusver geboden heeft. „Hedda Gabler" staat aan het begin van de laatste periode, waarin men het levens werk van Henrik Ibsen pleegt in te delen. Het is veel minder verouderd dan de Uit Hollandia wordt gemeld, dat de drie laatste leden van de groep infiltranten, die in October 1954 Nederlands Nieuw-Guinea is binnengedrongen, zijn aangehouden. Onder hen is de commandant, J. A. Dimara. Een hulponderwijzer van de school van de kampong Gariau, Joesaef Waita, heeft bij deze arrestatie een belang rijke rol gespeeld. Van de bevolking werden aanwijzingen ontvangen die duidden op de aanwezig heid van de drie infiltranten in de omge ving van deze kampong. Twee patrouilles van de algemene politie van de residentie Fak-Fak, waarbij Joesoef Waita zich had aangesloten, stelden een onderzoek in. Waita nam zelfstandig met enkele papoea's aan de speurtocht deel, na hiervoor van de patrouille-commandant toestemming te hebben gekregen. Hij en twee andere met speren gewapende papoea's ontdekten de infiltranten. Dimara en de twee andere infiltranten hebben ruim drie maanden in de oerwou den van Nederlands Nieuw-Guinea rond gezworven. Zij zijn per vliegtuig overge bracht naar Hollandia. Daar de minister van Verkeer en Water staat op korte termijn de van 26 April 1927 daterende beschikking zal wijzigen zodat ook de auto-buitenbanden zonder binnen band als luchtbanden worden beschouwd, heeft de K.N.A.C. zich tot de minister van Financiën gewend, aangezien verschillende belastingplichtigen reeds de met 60 pet. verhoogde belasting hebben betaald, het ta rief voor niet-luchtbanden. De K.N.A.C. heeft dc minister verzocht ten spoedigste een regeling te bevorderen waardoor be langhebbenden restitutie wordt verleend, zodra wijziging van de beschikking heeft plaats gehad. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Waaxens-Grantgum Adr. Schouten te Hypolytushoef; te Baardwijk- Drunen (toez.) J. Schuurman, cand. te Rot terdam; te Kampen H. Harkema te Zeist. Bedankt voor Alblasserdam I-I. E. Labrie te Den Ham (O.). Beroepbaarstelling. De heer L. J. Altena te Nijkerk (Geld.) is beroepbaar verklaard. Geref. Kerken Beroepen te BarrheadWestlock (Al- berta-Canada) W. Feenstra te Dokkum; te Giessen Oud- en Nieuwkerk J. Nierop, cand. te Andijk-O. Benoemd tot studentenpred. te Rotter dam B. J. A. Streefkerk te Berkel-Roden- rijs. Geref. Kerken art. 31 K.O. Beroepen te Kantens L. Douw, cand. te Zoutelande. Chr. Geref. Kerken Bedankt voor Hamilton (Ontaria-Cana- da) (Free Chr. Ref. Church) C. den Her tog te Huizen. Vrije Evans;. Gemeenten Beroepen te Zeist E. v. d. Bij te Veendam. In de kringen van de harmonie- en fan fare-orkesten is er een streven ontstaan, om in kleine groepen trio's en kwartet ten bijvoorbeeld klassiek getinte huis muziek te maken. Ten einde deze activiteit te animeren, organiseerde de R.K. Harmo nie St. Caecilia te Haarlem-Noord een wed strijd, in navolging van de Fanfare „Wil- helmina" te Santpoort, die hiermee twee jaar geleden begonnen is. Het concours, Zaterdag en Zondag in zaal „Noord" ge houden, werd geopend door wethouder D. J. A. Geluk, die met een belangwekken de rede de kwestie van de vrije-tijdsbe- steding in de kern raakte: de neiging tot het passief beleven van de culturele waar den moet worden tegengegaan door te trachten zelf wat te presteren. Verder werd gesproken door de voorzitter van de organiserende vereniging, de heer C. G. van der Stoop, die de aanwezigen, in het bij zonder de heer Geluk en de juryleden de heer S. Noom en'ondergetekende ver welkomde; door de heer H. Cnossen. voor zitter van de Bond van Haarlemse muziek verenigingen, die er zijn spijt over uitsprak dat uit Haarlem zelf zo weinig deelnemers voor het concours hadden ingeschreven; door de heer B. A. J. Steentjes, die namens het Wijkcomité Noord er op wees, dat de grote uitbreiding van Haarlems Noordei'- kwartier het probleem van een behoorlijke verenigingszaal dringend aan de orde stelt. Tenslotte sprak nog een bestuurslid van de R.K. Bond van muziekverenigingen in Noordholland over subsidievraagstukken. Zaterdagmiddag Het concours werd veelbelovend ingezet door twee jeugdige muzikanten van „Wil- helmina" uit Santpoort, die in de tweede afdeling een eerste prijs verwierven (201 punten) voor hun duospel op alt-sax en hoorn. Twee klarinettisten uit hetzelfde korps, in dezelfde afdeling optredend, brachten het er ook goed af: tweede prijs (199). In de eerste afdeling vielen, naast een paar lagere (men mikt wel eens te hoog!) ook drie eerste prijzen. De belangrijkste prestaties waren die van een koperkwartet van leden der Haarlemse Christelijke Fan fare „Arti et Religioni" (214) en van een klarinet-duo iiit Boskoop (204'/»). Een kwartet van „Caecilia" .uit Haarlem-Noord miste de nodige beheersing om boven een derde prijs uit te komen, maar het bleef met zijn 157 punten toch nog 10 punten boven een trombone-duo uit Boskoop dat in de afdeling „Uitmuntendheid" optrad. Een goede prestatie van een dubbel- kwartet van het Leids Politiemuziekgezel- schap werd met 199*/a punten beloond. Minder fortuinlijk was een kwartet van hetzelfde korps (optredend in de afdeling „Uitmuntendheid") dat het met een tweede prijs (191) moest stellen. In dezelfde af deling werden opmerkelijke prestaties ge leverd door een trio van klarinet en twee saxofoons uit Vlaardingen (eerste prijs, 194), door een klarinetkwartet uit Rotter dam (eerste prijs, 206) en door een fluitist en klarinettist van de IJmuider Harmonie, die ondanks een ongelukje, met 209 punten toch royaal aan een eerste prijs kwamen. Het grote succes van de dag was voor het saxofoonkwartet van „Wilhelmina" uit Santpoort, dat met 2I6V2 punt een eerste prijs met lof in de wacht sleepte, een wel verdiende beloning voor correct en délicaat musiceren. Een kwartet (klarinet en drie saxofoons) van de concours-gevende ver eniging was minder fortuinlijk: het samen spel was niet onverdienstelijk, maar bleek nog wat onvast (tweede prijs met 186 punten). De tweede dag Zondag werd het concours voortgezet. Het begon in de tweede afdeling met twee mooie prestaties: een fraai klinkend kwar tet uit Hoogland (eerste prijs, 204) en een kwintet uit Bergen, dat aardig voor de dag kwam met een compositie van een dei- medespelers (eerste prijs, 209). Vaardig spel op bariton en tuba hoorden wij van deelnemers uit Lutjebroek en Twisk (ere- afdeling, eerste prijs). Na een paar minder gelukkige prestaties werd men verrast door het delicate spel van een sax-kwartet uit Landsmeer, dat in de afdeling Uitmuntend heid met 219 punten een eerste prijs met lof verwierf. In dezelfde sectie speelde een waldhoornkwartet (een zeldzame combi natie in amateurkringen) en behaalde met 195 punten eveneens een eerste prijs. In de Ere-afdeling behoorden kwartetten uit Zeist en Haarlem-Noord tot de minder gelukkigen (tweede en derde prijs). De nog volgende prestaties brachten heel wat spanning in de wedstrijdsfeer. Bergen's Harmonie, die met een Trio (twee klarinet ten en altsax) de wisselbeker te verdedi gen had, wist meester van het terrein te blijven met een keurige vértolking van een Trio van Beethoven: eerste prijs (supe rieure afdeling) met lof en behoud van de wisselbeker (I2U/2). Een klarinettrio van hetzelfde korps gaf een frappante uitvoe ring van een Trio van James Hook en ver wierf in de Ere-afdeling, ook met lof, een eerste prijs (217). Een Rotterdams ge mengd kwartet behaalde het quotum voor eer eerste prijs met 2OOV2. Naar verhouding belangrijker was het optreden in de Ere- afdeling van een koperkwartet van „Wil helmina" uit Santpoort, dat de veeleisende Sonatine van Piet van Mever technisch knap verzorgde en met 206'/» punt een eer ste prijs verdiende. Aan de hoge verwach ting die men koesterde van het sax-kwar tet „De Rietvinken" uit Eindhoven, on tredend in de superieure afdeling, werd niet voldaan. Wel kon men het grootste respect hebben voor het musiceren van bariton, tenor en alt, doch spel en toon van de sopraan voldeden niet, of nauwelijks (eerste prijs met 198'/:>). Hierna volgde, met een hartelijk dankwoord van voorzitter Van der Stoop aan de mededingers, de prijsuitreiking. Terecht toonden de Berge- naren zich opgetogen en het ziet er wel naar uit, dat zij op hun beurt een wedstrijd zullen uitschrijven. Het concours van „Cae cilia" te Haarlem-Noord heeft aangetoond dat er onder de amateurblazers niet alleen een ijverige musiceerlust heerst, maar ook dat de smaak voor waardevolle muziek onder hen heerst. Reden te meer nu deze activiteit met belangstelling gade te slaan cn, waar het kan, te bevorderen. JOS. DE KLERK meeste van zijn andere stukken, omdat het behandelde probleem tot op zekere hoogte van alle tijden en zeker niet aan een be paalde plaats met ons onbekende ver houdingen gebonden is. Het betekent een reactie op zijn propaganda voor de eman cipatie van de vrouw, die hier getekend wordt als verlost van haar oude gebonden heid, zonder echter eén nieuwe verant woordelijkheid te hebben gevonden. Het is ook een hekeling van de valse romantiek indien men in de titelheldin de vrouw her kent, die niet begrepen wordt, omdat zij haar idealen verkeerd heeft gericht. Met Emma Bovary is Hedda Gabler het proto type van wat men misschien het beste kan noemen: de misplaatste vrouw. Door een oneigenlijke voorstelling van geluk, gedreven ook door de behoefte aan veiligheid en bescherming tegen zichzelf is Hedda Gabler op de verkeerde plaats terecht gekomen: aan de zijde van een saaie man, van wie zij niet houdt. Een begin van tragiek ontstaat als zij door de als een straf of letterlijker nog als een last gevoelde zwangerschap inzicht in haar eigen situatie krijgt. Dat maakt haar rusteloos en afgun stig. Deze „modern" aandoende frustratie doet al haar demonische instincten weer ontwaken. Als zij haar gewezen gèliefde Lovborg het wapen om zich van kant te maken in de hand heeft gespeeld en zeker is van het gewenste resultaat, pleegt zij eveneens zelfmoord. Shaw heeft al opge merkt, dat het veeleer een tragedie zou zijn geweest, als Hedda had moeten blijven leven. Zoveel is trouwens wel zeker, dat Ibsen niet werkelijk meer geloofde, wat hij zijn Brand had laten zeggen: dat de mens ge heel in vrijheid zichzelf moest zijn „een lei, waarop God kan schrijven". In een brief aan graaf Prozor kenschetste hij Hed da Gabler als „een persoonlijkheid, die men meer dient te beschouwen als de doch ter van haar vader dan als de echtgenote van haar man". Zij is een kind van haar verleden, dat gevormd is binnen de enge conventies van een militaire aristocratie. Haar karakter is negatief en op vernieti ging gericht. In overeenstemming daarmee heerst er in dit stuk een vernietigende hoon, een boosaardige vrolijkheid, die Hed- da's huwelijk als een farce doet uitkomen. Wél tragisch is daarnaast het lot van ELlert Lovborg, een geniaal begaafde ge leerde, die zich door zijn wilde uitspattin gen een slechte reputatie verwierf. De eenvoudige, zuivervoelende Thea Elvsted weet hem „op te heffen" en tot een grootse studie te inspireren, maar het is een zeer labiel evenwicht dat hij zodoende bereikt en het kost Hedda Gabler dan ook weinig moeite dit werk van jaren met één geraf fineerd berekende slag teniet te doen met een beroep op zijn gevoel van zelfstandig heid, waardoor hij zijn zelfrespect verliest. Het is de tragedie van de man, die beneden zijn edelste mogelijkheden blijft. Hij is geen harmonisch mens. maar de catastrofe wordt teweeg gebracht door ingrijpen van buiten-af. Bij Hedda Gabler groeit de crisis van binnen-uit. Zij heeft een averechts gebruik van haar zelfbeschikkingsrecht gemaakt omdat zij uit lafheid, uit angst voor de publieke opinie niet wist wat zij daar mee moest beginnen. Natuurlijk, Ibsen bleef zelfverwezenlijking als een mense lijk (en democratisch) ideaal zien. Maar wat verwachtte hij, dat er dan wel van Hedda Gabler had kunnen worden? Die twijfel aan haar goede kanten veroorzaakt, dat men werkelijk geen spoor van mede lijden met haar voelt, dat men haar in haar kille bekrompenheid onsymoathiek vindt een ..aesthetische nihiliste" zoals iemand het e°ns heeft uitgedrukt, een geëxalteerde vrouw zonder inhoud. Zij is een tijger, aldus een andere beschrijving van haar natuur door een commentator, die meent dat men haar lotgevallen aan gene zijde van de moraal moet zien beurtelings vals en poeslief, sterk en gespierd, een volslagen egoïste. Misschien ben ik wat eenzijdig op dit merkwaardige stuk ingegaan. Ik deed dit om te doen uitkomen hoe moeilijk de titel rol te spelen is. Peggy Ashcroft heeft voor mij het raadsel van Hedda Gabler aller minst tot een oplossing weten te brengen. Technisch levert zij, ondanks een zekere gemaniëreerdheid van dictie, die men bij vele Engelse actrices aantreft.een grote be wondering afdwingende prestatie. Maar zij ontlokt alle tonen aan één snaar, Die wel overwogen, vaste greep op wat misschien slechts één aspect van de rol is, kan ge prezen worden, doch men heeft de indruk dat er tekort wordt gedaan aan het dich terlijk talent van Ibsen. dat het nog steeds mogelijk moet maken de woorden en ge dragingen als directe ervaringen te onder- gaan. Daar is geen sprake van: men ziet een koele, gevaarlijke vrouw, die wel „een geheel" is, maar niet van delen. Al is haar keuze van echtgenoot moeilijk te begrijpen, tot op zekere hoogte is Jorgen (hier: George) Tesman het excuus voor haar handelwijze: deze ijverige boeken wurm, deze solide burgerman zonder enige diepgang of oorspronkelijkheid, is wel bruikbaar, maar oervervelend. Dat wil zeggen: voor haar, niet voor de toeschou wer, die zich amuseert met deze naïeve, trouwhartige, kleingeestige kerel, met zijn „open, rond en vergenoegd" gezicht. Het moet een grote verrassing zijn voor hen, die destijds in Bloemendaals Openlucht theater van zijn regiekwaliteiten de kos telijke bewijzen hebben aanschouwd, George Devine thans als een bijzonder in nemende en kundige acteur deze figuur te zien belichamen. Micheal MacLiammoir als de kille in trigant Brack en Michael Warre (dit ver schil in spelling van gelijk kljnkende voor namen is geen zetfout: de eerstgenoemde is een Ier) als de van de duivel bezeten Lovborg mag men zeker niet slecht noe men, maar ook hun optreden misschien een gevolg van het Engelse systeem van rolbezetting doet naar onze begrippen wat stereotiep aan, te nadrukkelijk. Maar aan duidelijkheid laten zij althans niets te wensen. Rachel Kempson is de zuiver in haar gevoelsleven opgaande, het oordeel van de mensen trotserende, maar te goed gelovige en onhandige-Thea Elvsted, die om de een of andere reden minder char mant aandoet dan deze actrice (de vrouw van Michael Redgrave) in werkelijkheid. Ruth Lodge en Dorothy Dewhurst vervul len verdienstelijk de bijrollen. Voor de aankleding door de terecht be roemde „Motley" niets dan lof. Ook de mise-en-scène van Peter Ashmore is voorbeeldig en vol subtiele aanwijzingen van innerlijke stemmingen en naderende gebeurtenissen, die er zeker toe bijdragen de dramatische spanning zo al niet op te voeren dan toch kleur te geven. „Hedda Gabler" is een buitengewoon knap ge bouwd stuk, met uitzondering misschien van de laatste acte, waarin de toewijding aan de nagedachtenis van Lovborg door de overijlde poging tot reconstructie van zijn verbrande levenswerk bijna komisch aandoet. Deze ouderwets aandoende kunst greep wordt echter bekwaam weggespeeld. Maar hoe dan ook, deze voorstelling is een bijzonder interessante gebeurtenis, die men zich Donderdagavond als het en semble in Haarlem is niet mag laten ontgaan. DAVID KONING. De achtjarige C. H. G. T. en zijn 11- iarig broertje H. L. P. T., beide uit de Ermelostraal te 's-Gravenhage zijn Maan dagmiddag door het ijs gezakt van de „tweede vijver" in het Zuiderpark te 's-Gravenhage. De elfjarige knaap heett zich kunnen redden. Zijn broertje is ver dronken. Tot omstreeks negen uur 's avonds zijn politie en brandweer aan het di'eggen geweest. Dinsdag zal met het dreggen worden voortgegaan. De jongens waren het üs opgegaan, omdat, zij er een bal op zagen liggen. De 56-jarige nautisch inspecteur van de Nederlandse Maatschappij voor de Walvis vaart te Amsterdam, de heer R. Nobel, die Maandagmorgen met zijn auto op de Vel- serweg tegen een boom is gereden, is in de loop van de middag aan zijn zware ver wondingen in het WeLhelminagasthuis overleden. De heer Nobel, die in Driehuis woonde, was gehuwd en vader van zes kinderen. Kort na de eerste wereldoorlog kwam hij als derde stuurman in dienst bij de rederij Vinke en Co, te Amsterdam, klom op tor eerste stuurman en werd daarna inspec teur van de technische diensten der re derijen. In zijn functie van nautisch in specteur was hij belast met het toezicht op de Willem Barendsz en de jagers van de Walvisvaart Maatschappij. Het Rotterdamse Studentencabaret „In- travisie" zal op Zaterdag 5 Maart een tour- née door Indonesië beginnen. Het gezel schap werd in Januari 1954 gevormd. De bedoeling was op 7 Mei 1954 één voorstel ling voor het Rotterdamse Studentengezel schap te geven. Aangemoedigd door de gunstige critieken besloot men over te gaan tot een tweede openbare voorstelling. Ook gaf het cabaret ruim vijftig voorstellingen in het Amsterdamse Kriterion, waarna nog opgetreden werd in Den Haag en Rotter dam, alsmede voor de KRO-televisie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 9