Agenda voor
Haarlem
Zie Boven:
Sneeuw op de maan?
Hedda Gabler - een misplaatste vrouw
Wedstrijd voor blazers-ensembles
Weinig woorden bij behandeling
voor vergunningencommissie
Busconcessie Amsterdam-Zandvoort
Voorzitter Forensenbond
lokte directeur N.Z.H.
niet uit tent
Bejaardenbond pleit
voor vacantietoeslag
Peggy Ashcroft en George Devine
spelen Ibsen in Nederland
Kleuter door het ijs
gezakt en verdronken
R. Nobel na auto
ongeluk overleden
Voorzichtig
A chter grond
Coïncidentie
Plan voor uitbreiding
van Alkmaars stadhuis
Expositie der Hollandse
aquarellistenkring
Graaf van Limburg Stirum
te Kortenhoef overleden
IJs om woonarken t
weghakken
Drie infiltranten op
Nieuw Guinea aangehouden
Belastingrestitutie gevraagd
voor binnenbandloze
autoband
Kerkelijk Nieuws
Verdienstelijk werk
in Haarlem-Noord
Studentencabaret gaat
naar Indonesië
DINSDAG 1 MAART 1955
Belangstellenden bij en belangstellenden in het Nederlandse vervoerwezen troffen
elkaar Maandagmiddag in de tuinzaal van de Haagse Dierentuin, waar de Commissie
Vergunningen Personenvervoer een openbare zitting hield ter behandeling van een
aantal concessie-aanvragen door -vervoerbedrijven.
Nu de definitieve vergunningverlening door de Commissie vrijwel rond is, komen
op de zittingen die thans van tijd tot tijd worden gehouden, als regel slechts formele
aanvragen aan de orde met weinig principiële achtergronden. Al nemen de vertegen
woordigers van vervoerders met tegengestelde belangen nog wel eens de gelegenheid
te baat om een achterhoedegevecht te leveren.
Onze belangstelling ging uiteraard uit naar de behandeling van de aanvraag van de
N.Z.H.V.M. om vergunning tot het onderhouden van een busdienst over de trajecten
Zandvoort Aerdenhout Heemstede Haarlem Halfweg —Amsterdam (Marnix-
straat) en Zwanenburg—Halfweg.
Wie gedacht mocht hebben, dat zich
heirscharen van vertegenwoordigers van
aangrenzende vervoerbedrijven, gemeente
besturen en reizigersorganisaties naar het
spreekgestoelte zouden begeven om hun
zienswijze te uiten, kwam bedrogen uit.
Voor de zitting waren geen verklaringen
en bezwaarschriften binnengekomen en in
de zaal verried alleen de aanwezigheid
van de voorzitter van de Algemene Bond
van Forensen, de heer J. van Holten uit
Aerdenhout, dat de behandeling van de
aanvrage niet geheel zonder weerwoord
zou verlopen.
De vertegenwoordiger van de N.Z.H.
mr A. H. Smi t, die de verhinderde mr_N.
J. Polak verving, stelde ter toelichting
van de aanvraag nogal voorzichtig, „dat
de mogelijkheid niet uitgesloten geacht
moest worden, dat de tramlijn Amster
damZandvoort nu of in de naaste toe
komst door een busdienst vervangen zou
moeten worden". De directeur-generaal
voor het verkeer had de N.Z.H. dan ook
in overweging gegeven thans reeds een
concessie-aanvraag in te dienen.
Veel behoefde dan ook niet toegelicht te
worden, want met de gemeente Amster
dam en de N.V. Maarse en Kroon
die belanghebbende is voor het traject
ZwanenburgHalfweg, dat deel uit gaat
maken van de rechtstreekse verbinding
ZwanenburgAmsterdam via het toekom
stige station bij Sloterdijk is men tot
overeenstemming gekomen. Voor het tra
ject ZandvoortHeemstede was nog een
afzonderlijke aanvraag ingediend, omdat
op dit gedeelte, onafhankelijk van de tram
verbinding, een seizoendienst wordt on
derhouden. Mr. Smit stelde tenslotte nog.
dat bij deze aanvrage het geschilpunt of
het gewenst is, dat de tram door een bus
vervangen wordt, hoegenaamd niet ter
sprake diende te komen.
Dit verhinderde de heer Van Holten na
tuurlijk niet dat probleem toch te stellen.
Tegen de concessie-aanvraag konden wel
iswaar geen directe bezwaren worden inge
bracht, maar men mocht deze aanvraag
toch alleen beschouwen tegen de achter
grond van de voorgenomen opheffing van
de aloude tramlijn AmsterdamZand
voort.
De voorzitter van de Forensenbond ging
er daarbij vanuit, dat zich nog nergens het
geval had voorgedaan, dat een tramlijn
die een bevolkingsagglomoratie van een
millioen zielen bedient opgeheven moest
worden. Hij geloofde, dat de inwoners van
de betrokken gemeenten in het algemeen
niet zo enthousiast voor de verandering
zijn, hetzij omdat zij een verslechtering
vrezen van de geboden vervoersvoorzie
ning, hetzij dat zij slechts node een groot
aantal spreker sprak van een onafge
broken file op forensentijden en in het
badseizoen bussen zich door de smalle
wegen tussen Haarlem en Zandvoort zien
wringen.
De heer Van Holten maakte een globale
berekening, waaruit bleek dat voor één
tramtrein vier bussen nodig zouden zijn:
wat dat in de zomer zou betekenen, kon
hij zich niet voorstellen. Zeker was naar
zijn mening in elk geval, dat van rustige
recreatie en genieten van het natuur
schoon in de Bloemendaalse dreven niet
veel terecht zou komen. Daarbij zweeg hij
nog maar van de complicaties welke te
voorzien zijn, wanneer er evenementen op
het circuit zijn en de auto's zich vier rijen
dik naar Zandvoort spoeden: „Zullen de
bussen dan over de auto's rijden?"
De heer Van Holten, die een toespeling
maakte op de merkwaardige coïncidentie,
dat N.S. thans hun viaduct bij Heemstede
willen gaan bouwen, waardoor naar zijn
mening het tramverkeer tussen Haarlem
en Zandvoort onmogelijk zal worden,
vreesde ook moeilijkheden in de perso-
neelssector. Busexploitatie zal veel meer
personeel vergen dan tramexploitatie.
Reeds thans is er veel verloop en kan men
moeilijk nieuwe werkkrachten aanwerven.
Een beroep op de commissie om ook de
DINSDAG 1 MAART
Minervatheater: N. Ph. O. met Stevan
Bergmann. Heemsteedse Kunstkring, 8.-5
uur. Studio: „Romeo en Julia", 14 jaar, 7
en 9.15 uur. Luxor: „De voestijn leeft", alle
leeft.. 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „08/15", 18
jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Een vrouw
zonder geweten", 18 jaar, 8 uur. Palace: „De
slavinnen van Bagdad", 18 jaar, 7 en 9.15
uur. Roxy: „De lifter", 18 jaar, .8 uur. Lido:
„De droomfontein van Rome", alle leeft., 7
en 9.15 uur.
WOENSDAG Z MAART
Concertgebouw: Lezing over kleurenfoto
grafie door Walther Benser, 8 uur. Minerva
theater: Hoofdstad-Operette met „Sag' beim
Abschied leise Servus", 8.15 uur. Gebouw
H.K.B., Tempeliersstraat: filmavond voor
emigranten, 8 uur. Studio: „Romeo en Ju
lia", 14 jaar, 2.15, 7 en 9.15 uur: Luxor: „De
woestijn leeft", alle leeft., 2, 7 en 9.15 uur.
Rembrandt: „08/15", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en
9.15 uur. Frans Hals: „Een vrouw zonder
geweten", 18 jaar. 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace:
„De slavinnen van Bagdad", 18 jaar, 2, 4.15,
7 en 9.15 uur. Roxy: „De lifter", 18 jaar, 2.30
en 8 uur. Lido: „De droomfontein van Ro
me", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
belangen van de forensen een lastige
reizigersgroep genoemd, maar in feite een
zeer gemakkelijke, omdat zij zich dage
lijks zonder protest als sardines laten ver
voeren in het oog te houden, vormde
het slot van het betoog van de voorzitter
van de Algemene Forensenbond.
Iedereen keek een beetje gespannen
naar de directeur van de N.Z.H., de heer
J. J. J u r r i s s e n, die achter in de zaal
zat. Maar die liet zich niet door de heer
Van Holten uit zijn tent lokken, zodat de
grijze mr. G. A. D i e p e n h o r s t, die pre
sideerde, niets ander overbleef dan de
volgende aanvraag aan de orde te stellen.
Het Alkmaarse stadhuis Wordt te klein
en moet worden uitgebreid. B. en W. stel
len derhalve de raad voor het. college te
machtigen aan een drietal architecten, de
heer C. W. Schaling en prof. ir. C. Wege
ner Sleeswijk, beide te Amsterdam en de
heer C. Kirkenier, adjunct-directeur van
Openbare Werken te Alkmaar opdracht te
verlenen een schetsontwerp met globale
kostenraming te maken.
Zij stellen verder voor de ontwerpen te
laten beoordelen door een commissie, be
staande uit de heren prof. Wieger Bruin
en ir. A. J. van der Steur te Amsterdam
en ir. G. Friedhoff te Wassenaar. Uitgaan
de van de totale kosten van 1.350.000 gul
den zal voor honorarium voor het maken
van de ontwerpen en voor onkosten dei-
commissie een bedrag van ongeveer 25.000
gulden nodig zijn. B. en W. vragen een
crediet tot dit bedrag.
De tentoonstelling van werken van leden
van de Hollandse Aquarellistenkring, die
lot 11 April in het Arnhems Gemeente
museum wordt gehouden, is Zaterdag
middag door prof. dr. N. R. A. Vroom,
hoogleraar-directeur van de Rijksacademie
van beeldende kunsten te Amsterdam ge
opend. Namens de exposanten sprak Otto
B. de Kat een woord van dank voor de in
richting van deze tentoonstelling ten aan
zien waarvan hij opmerkte dat getracht is
een zo.sterk mogelijke collectie bijeen te
brengen.
De Amsterdammersdromden Maandagmiddag gretig rond het Singel waar een
meeuw vleugellam op het ijs zat. De dierenvrienden onder hen lieten het er niet
bij zitten: ze probeerden dadelijk het beest op de kant te krijgen. Het ijs was echter
onbetrouwbaar. Er was nog pas een schuit door het Singel gevaren Men probeerde
het eerst met een touw en een visnet. De meeuw liet zich echter niet vangen. Toen
waagde zich een bestuurslid van de dierenbescherming op het ijs, vastgebonden
aan een ladder. De vogel wenste niet mee te werken. Twee mannen waagden zich
daarna ook op het ijs. Ze sloten de vogel in en onder gejuich van. het publiek werd
de meeuw gegrepen en in veiligheid gebracht. Ruim drie uur was men met
de „redding" bezig geweest.
Het hoofdbestuur van de Nederlandse
Bond voor Ouden van Dagen heeft in een
adres aan de ministerraad verzocht aan
degenen die een uitkering ontvangen
krachtens de noodwet-ouderdomsvoorzie
ning en eventueel een aanvullende onder
steuning van een gemeentelijke dienst van
maatschappelijke zorg ontvangen, een be
drag te verstrekken dat kan worden ge
bruikt om met vacantie te gaan. De be
jaarden boven de 70 jaar hebben, zo wordt
opgemerkt, in de tijd toen zij nog werkten
niet veel vacantie gehad.
Te Kortenhoef is op 71-jarige leeftijd
overleden L. Ch. graaf van Limburg Sti
rum. Tijdens zijn loopbaan in de diploma
tieke dienst heeft graaf van Limburg
Stirum op vele posten in het buitenland
gewerkt. Na zijn pensionnering genoot hij
onder andere bekendheid door publicaties
over de luchtvaart en haar pioniers en een
boek over de jacht. Een recent boek over
de bloembollencultuur „Het schoonste pa
let ter wereld" was in manuscript gereed.
Graaf van Limburg Stirum had veel be
langstelling voor de schilders en hun
kunst.
De technische dienst van een woonark
bouwbedrijf vestigt de aandacht van woon
arkbewoners op de noodzaak het ijs rond
de woonschepen weg te hakken, omdat an
ders de onderbouw gevaar loopt te worden
ingedrukt.
Nu de maan is terug
gekeerd aan onze avond
hemel kunnen we ver
der praten over de vraag
of zij een dampkring
heeft, zoals Russische en
Amerikaanse onderzoe
kers de laatste tijd weer
willen veronderstellen.
Die vraag is trouwens
niet van de laatste tijd:
de geleerden hadden er
in de vorige eeuw al ru
zie over.
In wat wij zien als
het rechteroog van het
maangezicht de maan
zelf zou zeggen mijn
linkeroog" e?i om ver
warring te voorkomen
zullen wij dan maar of-
ficieel-weg „Mare Sere-
nitatis" zeggen, hoewel
„Zee der Kalmte" ook
verwarring sticht: op de
maan bestaan geen zee-
en) bevindt zich een
kratertje, Linné geheten,
waaromheen een eigen
aardig wit vlekje ligt.
Men zou denken:
sneeuw. Maar dat is een
vreemde gedachte, want
waar moet die sneeuw
vandaan komen als de
maan geen dampkring
heeft? Nog vreemder is
echter, dat dit witte
vlekje telkens van vorm
blijkt te veranderen. De
middellijn ervan schom
melt tussen de vier en de
acht kilometer.
Die schommeling bleek
gelijk-op te gaan met de
hoogte van de zonne
stand voor dit stukje
maangrond. In die zin,,
dat er bij hoge zonne
stand weinig van het
vlekje te zien was, maar
meer bij lage zonnestand.
In de loop van de twee
weken die de zon daar
boven de horizon staat
bereikte het na ruim
acht dagen een mini
mum-formaat waarna
het weer aangroeide
naarmate de zon daalde.
De Amerikaanse astro
noom Pickering had al
tegen het eind van de
vorige eeuw deze samen
hang ontdekt en hij be
toogde dat het witte
vlekje uit sneeuw moest
bestaan, die gedeeltelijk
wegsmolt wanneer dc
zon hoog aan de maan
hemel kwam te staan.
Op 16 October 1902
deed zich een totale
maansverduistering voor
die de waarneméts een
prachtkans bood om
Pickerings bewering te
controleren. Als de aarde
immers het zonlicht en
ook de zonnewarmte on
derschept, dan zal na dc
verduistering Pickerings
sneeuwveld je" groter
te voorschijn moeien ko
men dan het bij het be
gin van de eclips was,
of op zijn minst zal het
gedurende de verduiste
ring even groot moeten
blijven, doordat het
smeltproces enige tijd
werd onderbroken.
En inderdaadna af
loop was het witte veld
je groter dan aan het
begin en toen het weer
een poos door de zon
was beschenen, slonk
het weer!
Heeft de maan „dus"
een dampkring? Dat is
hiermee niet bewezen:
de witte materie kan
even goedrijp zijn,
dat wil zeggen: water
damp die als gevolg van
vulkanische werking
nog steeds ontsnapt uit
het binnenste van de
maan, daarna in zijn
eigen damp condenseert
-n dan als rijp neerslaat,
G. v. W.
Is „Hedda Gabler" van Ibsen werkelijk
het meesterwerk, waarvoor velen het nog
altijd aanzien? Dat is de vraag, die zich
aan mij opdrong, gisteravond, na het bij
wonen van de eerste opvoering in de uit
verkochte Koninklijke Schouwburg te
's Gravenhage van dit uit 1890 daterende
stuk door een Engels gezelschap, samen
gesteld uit vooraanstaande toneelkunste
naars, met de in haar vaderland (vooral als
Shakespeare-vertolkster) zeer vermaarde
Peggy Ashcroft in de titelrol. Het antwoord
daarop is niet zo eenvoudig te geven. Het
hangt er maar van af van welke kant men
het bekijkt, om met de jurist Brack, een
van de hoofdpersonen, te spreken. „In
tegendeel" het laatste woord dat de
Noorse schrijver op zijn sterfbed uit zijn
mond heeft laten komen zou ik in ieder
geval niet willen beweren. Maar wezenlijk
erdoor ontroerd of getroffen ben ik echt
niet. Mogelijk ligt dat mede aan de aard
van de voorstelling, die toch in de meeste
Engelse bladen werd geprezen als het bes
te, dat het Londense seizoen tot dusver
geboden heeft.
„Hedda Gabler" staat aan het begin van
de laatste periode, waarin men het levens
werk van Henrik Ibsen pleegt in te delen.
Het is veel minder verouderd dan de
Uit Hollandia wordt gemeld, dat de drie
laatste leden van de groep infiltranten, die
in October 1954 Nederlands Nieuw-Guinea
is binnengedrongen, zijn aangehouden.
Onder hen is de commandant, J. A.
Dimara. Een hulponderwijzer van de
school van de kampong Gariau, Joesaef
Waita, heeft bij deze arrestatie een belang
rijke rol gespeeld.
Van de bevolking werden aanwijzingen
ontvangen die duidden op de aanwezig
heid van de drie infiltranten in de omge
ving van deze kampong. Twee patrouilles
van de algemene politie van de residentie
Fak-Fak, waarbij Joesoef Waita zich had
aangesloten, stelden een onderzoek in.
Waita nam zelfstandig met enkele papoea's
aan de speurtocht deel, na hiervoor van de
patrouille-commandant toestemming te
hebben gekregen. Hij en twee andere met
speren gewapende papoea's ontdekten de
infiltranten.
Dimara en de twee andere infiltranten
hebben ruim drie maanden in de oerwou
den van Nederlands Nieuw-Guinea rond
gezworven. Zij zijn per vliegtuig overge
bracht naar Hollandia.
Daar de minister van Verkeer en Water
staat op korte termijn de van 26 April 1927
daterende beschikking zal wijzigen zodat
ook de auto-buitenbanden zonder binnen
band als luchtbanden worden beschouwd,
heeft de K.N.A.C. zich tot de minister van
Financiën gewend, aangezien verschillende
belastingplichtigen reeds de met 60 pet.
verhoogde belasting hebben betaald, het ta
rief voor niet-luchtbanden. De K.N.A.C.
heeft dc minister verzocht ten spoedigste
een regeling te bevorderen waardoor be
langhebbenden restitutie wordt verleend,
zodra wijziging van de beschikking heeft
plaats gehad.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Waaxens-Grantgum Adr.
Schouten te Hypolytushoef; te Baardwijk-
Drunen (toez.) J. Schuurman, cand. te Rot
terdam; te Kampen H. Harkema te Zeist.
Bedankt voor Alblasserdam I-I. E. Labrie
te Den Ham (O.).
Beroepbaarstelling. De heer L. J. Altena
te Nijkerk (Geld.) is beroepbaar verklaard.
Geref. Kerken
Beroepen te BarrheadWestlock (Al-
berta-Canada) W. Feenstra te Dokkum; te
Giessen Oud- en Nieuwkerk J. Nierop,
cand. te Andijk-O.
Benoemd tot studentenpred. te Rotter
dam B. J. A. Streefkerk te Berkel-Roden-
rijs.
Geref. Kerken art. 31 K.O.
Beroepen te Kantens L. Douw, cand. te
Zoutelande.
Chr. Geref. Kerken
Bedankt voor Hamilton (Ontaria-Cana-
da) (Free Chr. Ref. Church) C. den Her
tog te Huizen.
Vrije Evans;. Gemeenten
Beroepen te Zeist E. v. d. Bij te Veendam.
In de kringen van de harmonie- en fan
fare-orkesten is er een streven ontstaan,
om in kleine groepen trio's en kwartet
ten bijvoorbeeld klassiek getinte huis
muziek te maken. Ten einde deze activiteit
te animeren, organiseerde de R.K. Harmo
nie St. Caecilia te Haarlem-Noord een wed
strijd, in navolging van de Fanfare „Wil-
helmina" te Santpoort, die hiermee twee
jaar geleden begonnen is. Het concours,
Zaterdag en Zondag in zaal „Noord" ge
houden, werd geopend door wethouder
D. J. A. Geluk, die met een belangwekken
de rede de kwestie van de vrije-tijdsbe-
steding in de kern raakte: de neiging tot
het passief beleven van de culturele waar
den moet worden tegengegaan door te
trachten zelf wat te presteren. Verder
werd gesproken door de voorzitter van de
organiserende vereniging, de heer C. G. van
der Stoop, die de aanwezigen, in het bij
zonder de heer Geluk en de juryleden de
heer S. Noom en'ondergetekende ver
welkomde; door de heer H. Cnossen. voor
zitter van de Bond van Haarlemse muziek
verenigingen, die er zijn spijt over uitsprak
dat uit Haarlem zelf zo weinig deelnemers
voor het concours hadden ingeschreven;
door de heer B. A. J. Steentjes, die namens
het Wijkcomité Noord er op wees, dat de
grote uitbreiding van Haarlems Noordei'-
kwartier het probleem van een behoorlijke
verenigingszaal dringend aan de orde stelt.
Tenslotte sprak nog een bestuurslid van de
R.K. Bond van muziekverenigingen in
Noordholland over subsidievraagstukken.
Zaterdagmiddag
Het concours werd veelbelovend ingezet
door twee jeugdige muzikanten van „Wil-
helmina" uit Santpoort, die in de tweede
afdeling een eerste prijs verwierven (201
punten) voor hun duospel op alt-sax en
hoorn. Twee klarinettisten uit hetzelfde
korps, in dezelfde afdeling optredend,
brachten het er ook goed af: tweede prijs
(199).
In de eerste afdeling vielen, naast een
paar lagere (men mikt wel eens te hoog!)
ook drie eerste prijzen. De belangrijkste
prestaties waren die van een koperkwartet
van leden der Haarlemse Christelijke Fan
fare „Arti et Religioni" (214) en van een
klarinet-duo iiit Boskoop (204'/»). Een
kwartet van „Caecilia" .uit Haarlem-Noord
miste de nodige beheersing om boven een
derde prijs uit te komen, maar het bleef
met zijn 157 punten toch nog 10 punten
boven een trombone-duo uit Boskoop dat
in de afdeling „Uitmuntendheid" optrad.
Een goede prestatie van een dubbel-
kwartet van het Leids Politiemuziekgezel-
schap werd met 199*/a punten beloond.
Minder fortuinlijk was een kwartet van
hetzelfde korps (optredend in de afdeling
„Uitmuntendheid") dat het met een tweede
prijs (191) moest stellen. In dezelfde af
deling werden opmerkelijke prestaties ge
leverd door een trio van klarinet en twee
saxofoons uit Vlaardingen (eerste prijs,
194), door een klarinetkwartet uit Rotter
dam (eerste prijs, 206) en door een fluitist
en klarinettist van de IJmuider Harmonie,
die ondanks een ongelukje, met 209 punten
toch royaal aan een eerste prijs kwamen.
Het grote succes van de dag was voor het
saxofoonkwartet van „Wilhelmina" uit
Santpoort, dat met 2I6V2 punt een eerste
prijs met lof in de wacht sleepte, een wel
verdiende beloning voor correct en délicaat
musiceren. Een kwartet (klarinet en drie
saxofoons) van de concours-gevende ver
eniging was minder fortuinlijk: het samen
spel was niet onverdienstelijk, maar bleek
nog wat onvast (tweede prijs met 186
punten).
De tweede dag
Zondag werd het concours voortgezet.
Het begon in de tweede afdeling met twee
mooie prestaties: een fraai klinkend kwar
tet uit Hoogland (eerste prijs, 204) en een
kwintet uit Bergen, dat aardig voor de dag
kwam met een compositie van een dei-
medespelers (eerste prijs, 209). Vaardig
spel op bariton en tuba hoorden wij van
deelnemers uit Lutjebroek en Twisk (ere-
afdeling, eerste prijs). Na een paar minder
gelukkige prestaties werd men verrast door
het delicate spel van een sax-kwartet uit
Landsmeer, dat in de afdeling Uitmuntend
heid met 219 punten een eerste prijs met
lof verwierf. In dezelfde sectie speelde een
waldhoornkwartet (een zeldzame combi
natie in amateurkringen) en behaalde met
195 punten eveneens een eerste prijs.
In de Ere-afdeling behoorden kwartetten
uit Zeist en Haarlem-Noord tot de minder
gelukkigen (tweede en derde prijs). De
nog volgende prestaties brachten heel wat
spanning in de wedstrijdsfeer. Bergen's
Harmonie, die met een Trio (twee klarinet
ten en altsax) de wisselbeker te verdedi
gen had, wist meester van het terrein te
blijven met een keurige vértolking van een
Trio van Beethoven: eerste prijs (supe
rieure afdeling) met lof en behoud van de
wisselbeker (I2U/2). Een klarinettrio van
hetzelfde korps gaf een frappante uitvoe
ring van een Trio van James Hook en ver
wierf in de Ere-afdeling, ook met lof, een
eerste prijs (217). Een Rotterdams ge
mengd kwartet behaalde het quotum voor
eer eerste prijs met 2OOV2. Naar verhouding
belangrijker was het optreden in de Ere-
afdeling van een koperkwartet van „Wil
helmina" uit Santpoort, dat de veeleisende
Sonatine van Piet van Mever technisch
knap verzorgde en met 206'/» punt een eer
ste prijs verdiende. Aan de hoge verwach
ting die men koesterde van het sax-kwar
tet „De Rietvinken" uit Eindhoven, on
tredend in de superieure afdeling, werd
niet voldaan. Wel kon men het grootste
respect hebben voor het musiceren van
bariton, tenor en alt, doch spel en toon van
de sopraan voldeden niet, of nauwelijks
(eerste prijs met 198'/:>). Hierna volgde,
met een hartelijk dankwoord van voorzitter
Van der Stoop aan de mededingers, de
prijsuitreiking. Terecht toonden de Berge-
naren zich opgetogen en het ziet er wel
naar uit, dat zij op hun beurt een wedstrijd
zullen uitschrijven. Het concours van „Cae
cilia" te Haarlem-Noord heeft aangetoond
dat er onder de amateurblazers niet alleen
een ijverige musiceerlust heerst, maar ook
dat de smaak voor waardevolle muziek
onder hen heerst. Reden te meer nu deze
activiteit met belangstelling gade te slaan
cn, waar het kan, te bevorderen.
JOS. DE KLERK
meeste van zijn andere stukken, omdat het
behandelde probleem tot op zekere hoogte
van alle tijden en zeker niet aan een be
paalde plaats met ons onbekende ver
houdingen gebonden is. Het betekent een
reactie op zijn propaganda voor de eman
cipatie van de vrouw, die hier getekend
wordt als verlost van haar oude gebonden
heid, zonder echter eén nieuwe verant
woordelijkheid te hebben gevonden. Het
is ook een hekeling van de valse romantiek
indien men in de titelheldin de vrouw her
kent, die niet begrepen wordt, omdat zij
haar idealen verkeerd heeft gericht. Met
Emma Bovary is Hedda Gabler het proto
type van wat men misschien het beste kan
noemen: de misplaatste vrouw.
Door een oneigenlijke voorstelling van
geluk, gedreven ook door de behoefte aan
veiligheid en bescherming tegen zichzelf
is Hedda Gabler op de verkeerde plaats
terecht gekomen: aan de zijde van een saaie
man, van wie zij niet houdt. Een begin van
tragiek ontstaat als zij door de als een straf
of letterlijker nog als een last gevoelde
zwangerschap inzicht in haar eigen situatie
krijgt. Dat maakt haar rusteloos en afgun
stig. Deze „modern" aandoende frustratie
doet al haar demonische instincten weer
ontwaken. Als zij haar gewezen gèliefde
Lovborg het wapen om zich van kant te
maken in de hand heeft gespeeld en zeker
is van het gewenste resultaat, pleegt zij
eveneens zelfmoord. Shaw heeft al opge
merkt, dat het veeleer een tragedie zou zijn
geweest, als Hedda had moeten blijven
leven.
Zoveel is trouwens wel zeker, dat Ibsen
niet werkelijk meer geloofde, wat hij zijn
Brand had laten zeggen: dat de mens ge
heel in vrijheid zichzelf moest zijn „een
lei, waarop God kan schrijven". In een
brief aan graaf Prozor kenschetste hij Hed
da Gabler als „een persoonlijkheid, die
men meer dient te beschouwen als de doch
ter van haar vader dan als de echtgenote
van haar man". Zij is een kind van haar
verleden, dat gevormd is binnen de enge
conventies van een militaire aristocratie.
Haar karakter is negatief en op vernieti
ging gericht. In overeenstemming daarmee
heerst er in dit stuk een vernietigende
hoon, een boosaardige vrolijkheid, die Hed-
da's huwelijk als een farce doet uitkomen.
Wél tragisch is daarnaast het lot van
ELlert Lovborg, een geniaal begaafde ge
leerde, die zich door zijn wilde uitspattin
gen een slechte reputatie verwierf. De
eenvoudige, zuivervoelende Thea Elvsted
weet hem „op te heffen" en tot een grootse
studie te inspireren, maar het is een zeer
labiel evenwicht dat hij zodoende bereikt
en het kost Hedda Gabler dan ook weinig
moeite dit werk van jaren met één geraf
fineerd berekende slag teniet te doen met
een beroep op zijn gevoel van zelfstandig
heid, waardoor hij zijn zelfrespect verliest.
Het is de tragedie van de man, die beneden
zijn edelste mogelijkheden blijft. Hij is
geen harmonisch mens. maar de catastrofe
wordt teweeg gebracht door ingrijpen van
buiten-af.
Bij Hedda Gabler groeit de crisis van
binnen-uit. Zij heeft een averechts gebruik
van haar zelfbeschikkingsrecht gemaakt
omdat zij uit lafheid, uit angst voor de
publieke opinie niet wist wat zij daar
mee moest beginnen. Natuurlijk, Ibsen
bleef zelfverwezenlijking als een mense
lijk (en democratisch) ideaal zien. Maar
wat verwachtte hij, dat er dan wel van
Hedda Gabler had kunnen worden? Die
twijfel aan haar goede kanten veroorzaakt,
dat men werkelijk geen spoor van mede
lijden met haar voelt, dat men haar in haar
kille bekrompenheid onsymoathiek vindt
een ..aesthetische nihiliste" zoals iemand
het e°ns heeft uitgedrukt, een geëxalteerde
vrouw zonder inhoud. Zij is een tijger,
aldus een andere beschrijving van haar
natuur door een commentator, die meent
dat men haar lotgevallen aan gene zijde
van de moraal moet zien beurtelings
vals en poeslief, sterk en gespierd, een
volslagen egoïste.
Misschien ben ik wat eenzijdig op dit
merkwaardige stuk ingegaan. Ik deed dit
om te doen uitkomen hoe moeilijk de titel
rol te spelen is. Peggy Ashcroft heeft voor
mij het raadsel van Hedda Gabler aller
minst tot een oplossing weten te brengen.
Technisch levert zij, ondanks een zekere
gemaniëreerdheid van dictie, die men bij
vele Engelse actrices aantreft.een grote be
wondering afdwingende prestatie. Maar zij
ontlokt alle tonen aan één snaar, Die wel
overwogen, vaste greep op wat misschien
slechts één aspect van de rol is, kan ge
prezen worden, doch men heeft de indruk
dat er tekort wordt gedaan aan het dich
terlijk talent van Ibsen. dat het nog steeds
mogelijk moet maken de woorden en ge
dragingen als directe ervaringen te onder-
gaan. Daar is geen sprake van: men ziet
een koele, gevaarlijke vrouw, die wel „een
geheel" is, maar niet van delen.
Al is haar keuze van echtgenoot moeilijk
te begrijpen, tot op zekere hoogte is Jorgen
(hier: George) Tesman het excuus voor
haar handelwijze: deze ijverige boeken
wurm, deze solide burgerman zonder enige
diepgang of oorspronkelijkheid, is wel
bruikbaar, maar oervervelend. Dat wil
zeggen: voor haar, niet voor de toeschou
wer, die zich amuseert met deze naïeve,
trouwhartige, kleingeestige kerel, met zijn
„open, rond en vergenoegd" gezicht. Het
moet een grote verrassing zijn voor hen,
die destijds in Bloemendaals Openlucht
theater van zijn regiekwaliteiten de kos
telijke bewijzen hebben aanschouwd,
George Devine thans als een bijzonder in
nemende en kundige acteur deze figuur te
zien belichamen.
Micheal MacLiammoir als de kille in
trigant Brack en Michael Warre (dit ver
schil in spelling van gelijk kljnkende voor
namen is geen zetfout: de eerstgenoemde
is een Ier) als de van de duivel bezeten
Lovborg mag men zeker niet slecht noe
men, maar ook hun optreden misschien
een gevolg van het Engelse systeem van
rolbezetting doet naar onze begrippen
wat stereotiep aan, te nadrukkelijk. Maar
aan duidelijkheid laten zij althans niets te
wensen. Rachel Kempson is de zuiver in
haar gevoelsleven opgaande, het oordeel
van de mensen trotserende, maar te goed
gelovige en onhandige-Thea Elvsted, die
om de een of andere reden minder char
mant aandoet dan deze actrice (de vrouw
van Michael Redgrave) in werkelijkheid.
Ruth Lodge en Dorothy Dewhurst vervul
len verdienstelijk de bijrollen.
Voor de aankleding door de terecht be
roemde „Motley" niets dan lof. Ook de
mise-en-scène van Peter Ashmore is
voorbeeldig en vol subtiele aanwijzingen
van innerlijke stemmingen en naderende
gebeurtenissen, die er zeker toe bijdragen
de dramatische spanning zo al niet op te
voeren dan toch kleur te geven. „Hedda
Gabler" is een buitengewoon knap ge
bouwd stuk, met uitzondering misschien
van de laatste acte, waarin de toewijding
aan de nagedachtenis van Lovborg door
de overijlde poging tot reconstructie van
zijn verbrande levenswerk bijna komisch
aandoet. Deze ouderwets aandoende kunst
greep wordt echter bekwaam weggespeeld.
Maar hoe dan ook, deze voorstelling is
een bijzonder interessante gebeurtenis, die
men zich Donderdagavond als het en
semble in Haarlem is niet mag laten
ontgaan. DAVID KONING.
De achtjarige C. H. G. T. en zijn 11-
iarig broertje H. L. P. T., beide uit de
Ermelostraal te 's-Gravenhage zijn Maan
dagmiddag door het ijs gezakt van de
„tweede vijver" in het Zuiderpark te
's-Gravenhage. De elfjarige knaap heett
zich kunnen redden. Zijn broertje is ver
dronken. Tot omstreeks negen uur
's avonds zijn politie en brandweer aan
het di'eggen geweest. Dinsdag zal met het
dreggen worden voortgegaan. De jongens
waren het üs opgegaan, omdat, zij er een
bal op zagen liggen.
De 56-jarige nautisch inspecteur van de
Nederlandse Maatschappij voor de Walvis
vaart te Amsterdam, de heer R. Nobel, die
Maandagmorgen met zijn auto op de Vel-
serweg tegen een boom is gereden, is in de
loop van de middag aan zijn zware ver
wondingen in het WeLhelminagasthuis
overleden.
De heer Nobel, die in Driehuis woonde,
was gehuwd en vader van zes kinderen.
Kort na de eerste wereldoorlog kwam hij
als derde stuurman in dienst bij de rederij
Vinke en Co, te Amsterdam, klom op tor
eerste stuurman en werd daarna inspec
teur van de technische diensten der re
derijen. In zijn functie van nautisch in
specteur was hij belast met het toezicht op
de Willem Barendsz en de jagers van de
Walvisvaart Maatschappij.
Het Rotterdamse Studentencabaret „In-
travisie" zal op Zaterdag 5 Maart een tour-
née door Indonesië beginnen. Het gezel
schap werd in Januari 1954 gevormd. De
bedoeling was op 7 Mei 1954 één voorstel
ling voor het Rotterdamse Studentengezel
schap te geven. Aangemoedigd door de
gunstige critieken besloot men over te gaan
tot een tweede openbare voorstelling. Ook
gaf het cabaret ruim vijftig voorstellingen
in het Amsterdamse Kriterion, waarna nog
opgetreden werd in Den Haag en Rotter
dam, alsmede voor de KRO-televisie.