Verschillen van inzicht in gemeentelijke
taak en beleid scherper afgetekend
Overigens veel waardering
voor Investeringsplan
Socialistische critiek op
subsidiepolitiek
Modebladen
Sensationeel optreden van
wonderkind uit Israël
B en W antwoorden raadsleden
Algemene beschouwingen over Haarlemse begroting jf Vier uur voor
Verbetering positie laagst-bezoldigden
Boekhandel VEKO
K.V.P. critisch jegens
Haarlems Bloei
Bloemendaal
DONDERDAG 3 MAART 193 5
HAARLEMS DAGBLAD - OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
XI
Niet provoceren
maar richten
t,Slappe reactie
Critische instelling
Verontrusting
Subsidiebeleid
mm
Examens
Raadslid Mensink: „Dienstreizen
opvallend sober'
Vier nieuwe
bedrijfschappen
Stijging spaartegoed
bij Nutsspaarbank
ococooo
HET ZIET ER NAAR LIT, dat de behandeling van de Haarlemse begroting
dit jaar minder tijd zal vergen dan in 1954 het geval was.
De heer E. F. Albrecht (Arbeid) die als voorzitter van de grootste fractie in
de gemeenteraad Woensdagmiddag de algemene beschouwingen opende, knoop
te tenminste aan bij het sermoen, dat burgemeester Cremers bet vorige jaar
over de breedsprakigheid na afloop van de begrotingsdebatten hield en hoopte
dat de raadsleden de burgen aderlijke woorden ter harte zouden nemen. Er is
nu ook minder aanleiding toe dan in 1954 toen men de eerste begroting in
een nieuwe zittingsperiode van raad en college aansneed. Bovendien zijn er ook
geen gemeenteraadsverkiezingen in zicht.
De heer Albrecht riep aanstonds de vraag op of de bezetting van het huidige
College wel voldoende geacht moet worden en of de huidige overbelasting van
B. en W. op den duur wel te handhaven zal zijn.
Principieel het belangrijkste punt dat
door de heer Albrecht werd behandeld be
trof het subsidiebeleid. Daarbij ging de
socialistische fractievoorzitter ervan uit
dat hij niet anders dan waardering kan
hebben voor de wijze waarop het College
op verzoeken om subsidie reageert.
Maar zijns inziens is een andere basis
voor het subsidiebeleid nodig:. De huidige,
volgens spreker ietwat passieve methode
past niet meer bij de tegenwoordige taak
van de overheid. De tegenstelling tussen
staat en maatschappij bestaat niet meer,
nu de overheid niet langer tegenover de
maatschappij staat, maar daar veeleer een
facet van vormt. Er is niet zozeer iets meer,
maar wel iets anders nodig en de heer
Albrecht herhaalde zijn visie van vorige
jaren, dat de overheid niet alleen zal moe
ten stimuleren, maar ook provoceren en
coördineren.
De wethouders dienen de mogelijkheid
te hebben een eigen beleid te voeren ten
aanzien van de subsidiëring van de onder
hun portefeuille ressorterende instellingen.
De heer Albrecht brak voorts een lans
voor verbetering van de lonen van de
laagstbezoldigden in gemeentedienst, wel
ke zeer zeker ten achterstaan bij overeen
komstige posities in het particuliere be
drijf. Hij wilde nagegaan zien, wat daar
aan te doen valt.
De heer Albrecht zou de heer Albrecht
niet geweest zijn, indien hij ook dit jaar
niet een pleidooi had gehouden voor een
krachtige bevordering van de burgerzin.
Uitreiking van een voorlichtend boekje
aan de kiesgerechtigd geworden jonge bur
gers achtte hij te weinig. Men zou dit enig
relief kunnen geven door dit te doen in
een feestelijke bijeenkomst met de nieuwe
kiezers.
Over de activiteit der wijkcomités was
hij, evenals de heren Spek (A.R.) en
Wenslng (C.H.U.) vol lof, evenals over
de sportraad.
De heer Schippers (K.V.P.) juichte
het toe, dat de begroting deze keer staat
in het teken van de uitgebreide schrifte
lijke voorbereiding en bovendien zeide hij
bijzonder verheugd te zijn over de ver
schijning van het investeringsplan en het
daarbij behorende toelichtende rapport.
Dit is, aldus spreker, uitgegroeid boven de
dorre cijfers, doch het heeft sinds de aan
kondiging aanzienlijk aan actualiteit inge
boet. Daarbij viel het de heer Sehiopers
bovendien nog op, dat de belangrijke
mening van het college van B. en W. over
het plan niet bekend was.
Spreker betreurde het voorts, dat de
commissie die het plan heeft opgesteld
kennelijk geen rekening heeft gehouden
met het structuurplan en evenmin zou er
een spoor over de ontwikkeling van het
verkeersplan zijn te vinden. Bovendien
zou het accent te weinig op de financiële
consequenties zijn gelegd.
Al deze critiek doet echter, aldus de heer
Schippers, niets af aan het feit, dat men
bijzonder tevreden is met de omstandig
heid, dat men thans kan beschikken over
een lijst met de in de toekomst uit te voe
ren projecten, waarbij echter rekening
dient te worden gehouden met de in het
investeringsplan ontbrekende voorziening
van het Stationsplein en de bestrating van
de wegen wanneer de tram zal zijn opge
heven.
Vervolgens wees de heer Schippers nog
nadrukkelijk op de te grote gemeentelijke
taak cn op de noodzaak, dat er een hogere
uitkering gegeven moest worden, mede met
het oog op het steeds grotere tekort van
de begroting.
Mevrouw Scheltem a-C o n r a d i (V.
V.D.) geloofde, dat zij ten aanzien van de
subsidiepolitiek wel hetzelfde beoogde als
de heer Albrecht, maar dat zij de door hem
voorgestane techniek van toekenning en
verdeling niet kon volgen: de huidige
werkwijze in de subsidiecommissie voldeed
haar. Provocering van subsidies vond zi.i
minder nodig dan een goed richten van de
subsidies. Intussen had zij critiek op dc
late indiening van het subsidiebesluit, het
geen zij weet aan ccn te grote lankmoe-
dijiieid van de betrokken wethouder. (De
heer Spek zou later op hetzelfde euvel
wijzen.)
Vooruitlopende op de algemene beschou
wingen over de Volkshuisvesting poneerde
mevrouw Scheltema dat de blijvende moei
lijkheden in de woningbouw een gevolg
zijn van het feit, dat nog nimmer aan een
lonende bouw werd toegekomen, hetgeen
zij toeschreef aan een verkeerd beleid van
de landsregering.
Mevrouw Scheltema memoreerde de aan
hangig gemaakte annexatie van Zuid-
Schalkwijk, welke zij weliswaar toejuichte,
doch wat niet wegnam, dat zij de groei van
de stad beangstigend vond. Zij zou er niet
rouwig om zijn wanneer Haarlem het prae-
dicaat „vijfde stad van het land' kwijt
raakte.
Uit de financiële beschouwingen van
mevrouw Scheltema noteerden wij haar
instemming met het investeringsplan. Bij
de realisering daarvan achtte zij (evenals
de heer Spek) inschakeling van parti
culiere architectenbureaux noodzakelijk.
Investering in gebouwen van culturele
evenementen of in club- en buurthuizen
gaf zij de voorkeur boven de subsidiëring
van fazonderlijke objecten als uitvoerin
gen cn salarissen, welke volgens spreek
ster het gevaar van versnippering in zich
bargt.
Met de suggestie de straatbelasting te
verlagen, omdat zij het onjuist vond dat de
overheid van de jongste huurverhoging
een graantje meepikte, besloot de woord
voerster voor de V.V.D. haar beschouwing.
De heer Proper (C.P.N.) was de enige
die in deze debatten over de gemeente
begroting het bisschoppelijk mandement
ter sprake bracht. Hij bleek van oordeel,
dat de fractie van de Partij van de Arbeid
daarop te slap had gereageerd, bijvoorbeeld
bij het voorstel tot stichting van een
Rooms-Katholieke ambachtsschool.
Evenals de voorgaande sprekers stelde
hij de belangrijke overschotten van vorige
jaren tegenover de toen en ook nu weer
geraamde tekorten. Vandaar, dat het voor
1955 geraamde tekort van bijna twee mil-
lioen gulden op hem geen grote indruk
had gemaakt.
De reserves in totaal twintig millioen
zijn bereikt door uiterste beknibbeling
op het gemeentelijk verzorgingspeil. Zij
dienen gebruikt te worden om de achter
stand in de uitvoering van grote openbare
werken speciaal het verkeersfacet in
te halen, temeer gezien de belangen van
Haarlem als centrum van cultuur en in
dustrie.
Ook de heer Spek (A.R.) besprak de
subsidiepolitiek: hij waarschuwde de heer
Albrecht niet door de middelen het doel
voorbij te willen streven: de overheid is
volgens hem geen al-verzorger. Hij was het
dus eens met het gevoerde subsidiebeleid.
Deze spreker zag vooralsnog niet hoe
het investeringsplan gerealiseerd zou moe
ten worden, ook al zijn alle daarin genoem
de werken ongetwijfeld nodig. Het woning
bouwprogramma klopt al niet meer met
de feiten, zoals ze thans bekend zijn. Ge
zien enige verschillen van inzicht welke
zich in het afgelopen jaar hebben voor
gedaan, wees de heer Spek op de eigen
taak van de gemeente enerzijds en van
Gedeputeerde Staten anderzijds. Eveneens
brak spreker de staf over de zienswijze
van de regering, dat de financiering van
het middelbaar onderwijs de gemeeriten
geen zorgen zou baren.
Spreker toonde aan, dat de kosten voor
het middelbaar onderwijs sinds 1948 bijna
verdubbeld zijn. In 1948 gaf de gemeente
hiervoor 1.041.292 uit. In 1955 is dit
1.913.762.
Ook had het de heer Spek teleurgesteld,
dat in de gemeenteraden van Heemstede en
Bloemendaal weinig begrip was gebleken
voor Haarlems positie als centrumgemeen
te voor allerhande voorzieningen, als on
derwijs en energie.
Ter bespreking van de juiste ontwikke
ling van het Gemeentelijk Energiebedrijf
zag spreker gaarne met spoed het thans bij
B. en W. ingediende rapport van de direc
tie tegemoet.
Spreker betuigde in het algemeen de in
stemming van de A.R.-fractie met het be
leid van B. en W., dat enerzijds voorzichtig
en weloverwogen is en toch anderzijds een
open oog heeft voor de noden die er zijn
en de voorzieningen welke getroffen moe
ten worden.
De heer Wensing (C.H.U.) meende
bi.i de Partij van de Arbeid een enigszins
critische instelling tegenover het beleid
van B. en W. op te merken en een streven
om de invloed van de uit haar fractie af
komstige wethouders te vergroten. Hier
tegen wilde de heer Wensing bij voorbaat
opkomen. Actieve cultuurpolitiek achtte
hij ongewenst. Een hoger percentage van
het volksinkomen daarvoor door inkomen
overdracht via de overheid besteden is fei
telijk verkapte, door de overheid uitge
oefende, bestedingsdwang van het parti
culiere inkomen. Trouwens de cultuurbe
oefening zelf vraagt vrije ontwikkelings
mogelijkheid zonder overheidsbemoeiing.
Indien ergens dan heerse hier souvereini-
teit in eigen kring.
Spreker had alle waardering voor hobby
clubs in het raam van de vrije tijdsbeste
ding van de initiatiefnemers, maar ver
trouwde hen toch niet gaarne zonder meer
de besteding van gemeenschapsgelden toe.
Het perspectief van de gemeentelijke
financiën is, aldus de heer Wensing, wei
nig oowekkend nu zelfs in een periode van
hoogconjunctuur de begroting met een zo
groot tekort sluit. De C.H.U. Zal gaarne ge-
Na de eerste begrotingsdag ligt de Haar- 8
5 lemse raad vier uur op het door B. en
W. opgestelde tijdschema voor. Eigen
lijk had men pas vanmiddag aan de
replieken van de algemene beschouwin- r
gen behoeven te beginnen. Het ziet er
dus naar uit, dat de tendenz van de
laatste jaren, dat de spreektijd toenam
naarmate de begrotingstekorten stegen, 'j
in 1955 wordt doorbroken.
Gisteravond was de publieke tribune y
bezet met geestverwanten van de heer
Albrecht en zijn fractie. Wethouder
8 Bakker merkte schertsend op, dat
8 hem juist was toegefluisterd: „Dat is y
zeker een anti-revolulionnaire kiesver- 8
eniging", waarop de heer G o ede e ad-
viseerde: „Dan moet u ze maar eens
goed aankijken!"
Algemene hilariteit ontstond ook toen
informeerd worden over de verwachtingen i de heer Schippers in het ur van
bij B. en W. ten aanzien van een subjec
tieve uitkering van het rijk, waarmede het
tekort wellicht goeddeels zou worden ge
delgd.
Spreker begroette het investeringsplan
als een welkome verheldering van inzicht
in de situatie der gemeentelijke financiën.
De omvangrijke kapitaalsinvesteringen van
vijf jaren zullen echter een veel langere
nawerking hebben. De heer Wensing vroeg
zich daarbij af of het vaststaat dat voor
het politiebureau en de wegenaanleg met
het oog op de tunnelbouw van rijkswege
doeluitkeringen zullen geschieden,
bedrijf van de gemeente.
Ten aanzien van de bedrijven waar
schuwde spreker tegen tariefsverhoging
die bezwaarlijk past in een bevordering
van de industrialisatie door het aantrekken
van nieuwe bedrijven. Moet men aanne
men, dat door een minder juiste kostprijs
berekening, immers niet gebaseerd op ver
vangingswaarde, de winst van het Energie
bedrijf is geflatteerd en teveel naar de ge
wone dienst is overgeboekt? Gaarne zou
spreker voorts worden ingelicht over de
perspectieven voor het eigen opwekkings-
b.edrijf van de gemeente.
De heer M e n s i n k (Arbeid) bleek zich
verontrust te hebben over een uitlating
van mevrouw Scheltema, die zich veront
rust had over de verhouding tussen de
uitgaven voor onderwijs en maatschappe-
8 zijn betoog uitriep: „We staan niet zover
van elkaar af!", waarop de heer Al- c
brecht verschrikt reageerde: „Ben ik
8 dan zo weinig progressief?"
>oxxx<>ooocoooocxxx«xx)ooooc<xxoocxxocxxxx<jocooccooc>ociooc>
lijke zorg enerzijds en die voor kapitaals
uitgaven anderzijds. Daarvoor zijn geen
andere normen te geven dan het zichtbaar
worden van gebreken in ons maatschappe
lijk leven, maar er zijn evenzeer een groot
aantal gebreken welke onzichtbaar blijven
en die liggen nu eenmaal vaak op het ter
rein van het onderwijs en de maatschap
pelijke zorg.
Deze reactie van de heer Mensink be
helsde eveneens critiek op bepaalde op
vattingen van de commissie voor het in
vesteringsplan. De financiële expert van
de Partij van de Arbeid richtte voorts zijn
pijlen op de opvatting, dat de reserve ge
bruikt moet worden om rente te sparen voor
de gewone dienst. Hij vond het overigens
niet overbodig, dat steeds weer erop ge
wezen wordt, dat de gemeenten te weinig
ontvangen uit het gemeentefonds.
Evenals de heer Spek (die gewezen had
op ons artikel daarover in ons blad van
Maandag j.l.), scheen het de heer Mensink
onrechtvaardig, dat de komende rijkssub
sidiëring van het kleuteronderwijs geen
recht doet wedervaren aan gemeenten, zo
als Haarlem, die zich voor dat kleuter
onderwijs al vele jaren grote offers heb
ben getr-oost.
In zijn beantwoording van de algemene
beschouwing over de Haarlemse ontwerp
begroting voor dit jaar heeft wethouder
Pakker meegedeeld, dat B. en W. zich
beraden hebben over de spanningen met
betrekking tot de salariëring van de laagst
bezoldigden.
Het College heeft besloten de salariëring
van allen, die in de loonschalen I en II
voor weekloners zijn ingedeeld, te brengen
op het maximum van loonschaal II, zodal
zij met één periodieke verhoging in loon
schaal III komen.
Spanningen bestaan er ook ten aanzien
van honorering en bezetting der topfunc
ties. Hier bestaat ook het gevaar dat de
gemeenten eikaars gewaardeerde ambte
naren gaan wegkopen.
De aanstelling van speciale deskundigen
als adviseurs van B. en W. zou tevens de
overbelasting van het College kunnen doen
verdwijnen. Het is trouwens niet zo, dat
het Coilege het werk niet meer aan kan.
Bij de analyse van de begrotingssituatie
-- uiteenzettingen welke na de uitvoerige
beschouwingen weinig nieuws konden be
helzen deelde de wethouder van Finan
ciën mede, dat hij verwachtte over 1954
zonder tekort te zijn rondgekomen. Hij
wees er daarbij op, dat de tijd van de grote
saldi voorbij is. Wel gaf de wethouder de
verzekering dat het College zich bij zijn
beleid niet zou laten afremmen door be
grotingstekorten.
Deze begroting is scherp geraamd. Wat.
betreft het aandeel van onderwijs en sociale
zaken daarin, merkte spreker op, dat de in
1948 vastgestelde uitkeringen van het rijk
daarvoor als basisbedragen zijn bedoeld.
Dit blijkt onder meer uit de thans voorge
stelde aftrek van de uitgaven voor het
kleuteronderwijs van de rijksuitkeringen
nu dit onderwijs geheel voor rekening van
het rijk komt. Spreker bevestigde de in ons
artikel in ons blad van Maandag j.l. geuite
vrees, dat deze regeling ,.een premie op de
laksheid" vormt. „Maar daar zal nog een
ADVERTENTIE
voor voorjaar- en zomerseizoen.
Keus uit circa 40 soorten.
Zijlstraat 98 Telefoon 11706
De voorzitter, burgemeester mr. P.
O. F. M. Cremers, meende, dat hij ten aan
zien van de wijkraden moest waarschuwen
voor een te veel van dergelijke instellin
gen. Haarlem moet niet te verdeeld wor
den, maar een eenheid blijven, aldus spre
ker. Wel ging hij van de stelling uit dat
elke wijkraad de beschikking moet krijgen
over een wijkcentrum.. Voorts deelde hij
mede, dat het college van B. en W. een plan
in petto heeft om over te gaan tot het pu
bliceren van beeldgrafieken met betrek
king tot de besteding van de gemeente-
financiën. Ook stelde hij zich bijzonder
veel voor van een zogenaamde „burgerzin-
week" waaraan talrijke organisaties zoals
de UW en de brandweer eventueel hun
medewerking zouden willen verlenen. B.
en W. voelen er daarentegen weinig voor
om de voorlichtingsboekjes, die de jonge
Haarlemmers op hun 23ste verjaardag ont
vangen, uit te reiken op een openbare bij
eenkomst, aangezien aan een dergelijke
vergadering, aldus spreker, te veel organi
satorisch werk vastzit en omdat bovendien
het succes in twijfel valt te trekken.
Het antwoord van de wethouder van On
derwijs, Kunst-, Jeugd- en Sportzaken en
Vreemdelingenverkeer, de heer D. J. A.
Geluk, ging in op een aantal critische op
merkingen van de heer W e n s i n g (C.H.
U.) over de bevordering van kunst en cul
tuur door de overheid.
Wethouder Geluk wees erop, dat de
overheid in dit opzicht niet alleen een sub
sidiërende, maar ook een voorlichtende
taak heeft. Daarnaast kan het gemeentebe
stuur maatregelen treffen om kunst en cul
tuur ook financieel bereikbaar te maken
voor grote groepen van de bevolking. Door
de instelling van adviserende raden, zoals
de Sportraad, wordt bereikt, dat de grote
groep van direct bij de sportbeoefening be
trokkenen, sterk in alles wat daarmee
samenhangt, wordt geïnteresseerd, hetgeen
de gemeenschap slechts ten goede kan ko
men.
De wethouder bleek het eens met de
verlangens van mevrouw Scheltema ten
aanzien van Schouwburg en kamermuziek
zaal. Maar hij wilde zeker niet zover gaan,
dat investeringen de plaats van subsidies
zouden gaan innemen.
Naar aanleiding van enkele vragen deel
de wethouder Angenent mede, dat een
ruime investering in het energiebedrijf
vrijwel niet mogelijk was aangezien de
directeur-generaal voor de Energievoorzie
ning hierop een bijzonder grote invloed
kan uitoefenen.
Wethouder H a p p zette in een uit
voerig betoog nogmaals de richtlijnen voor
het investeringsplan uiteen, een toelich
ting welke ook de raadsleden in de Haar
lemse bladen van Zaterdag 19 Februari
hadden kunnen vinden.
hartig woordje over gesproken worden,"
aldus wethouder Bakker.
Verlaging: van de Straatbelasting, zo
kreeg mevrouw Scheltema te horen-
zou gepaard gaan met de invoering van een
opgelegde reinigingsrechten.
Gezien alle onzekerheden over de uitein
delijke hoogte van de rijksuitkeringen
achtte spreker het niet gewenst nu reeds
over te gaan tot het opnemen van net citr-
tigste deel der reserves om de begroting
1 sluitend te maken. Liever laat hij de reser
ves onaangetast om een appeltje voor de
dorst te hebben bij een omslag van de con
junctuur.
Wethouder Bakker deelde de mening
van de heer Mensink niet, dat het ach
terstallig onderhoudswerk op de kapitaal-
dienst zou moeten worden gebracht.
De wethouder toonde zich gevoelig voor
de door de raad aan de investeringscom
missie toegezwaaide lof. Inzonderheid
noemde hij de heren Cornet en Merks van
de financiële afdeling, „die als paarden ge
werkt hebben." De waarnemend directeur
van Openbare Werken, ir. D. N. de Lange,
verstrekte waardevolle adviezen.
Spreker geloofde niet, dat B. en W. zich
mogen binden aan het investeringsplan,
doch vormt een serieus werkschema.
Vervolgens ging de wethouder in op de
critiek, welke door de heer Albrecht
was geleverd op het subsidiebeleid.
,,De Subsidie-Commissie heeft zicli in de
loop der jaren geweldig goed ingewerkt in
deze vraagstukken en zij heeft deze heus
niet beschouwd als een commissie van
financiën. Zij voert wel degelijk een actieve
politiek, zij het dan niet in de zin als de
heer Albrecht bedoelt," aldus wethouder
Bakker.
B. en W. hebben een weg gevonden en
daarbij de wethouder, die met de betrokken
portefeuille is belast, in te schakelen.
Zoals wel te verwachten viel, is de heer
Albrecht (Arbeid) 's avonds bij de
replieken op deze opmerkelijke bondige
beantwoording door de wethouder van
Financiën en subsidies ingegaan.
De heer Albrecht corrigeerde aller
eerst de opmerking van de heer W e n-
s i n g. dal hij met zijn critiek op het sub
sidiebeleid een andere portefeuillever
deling der wethouders op het oog zou heb
ben: als dat zo was, had hij het ook wel
duidelijk gezegd. In elk geval is er wel
sprake van een lijnrechte tegenstelling
tussen de socialistische opvatting en die
van de heren Wensing en Schippers.
Medeverantwoordelijkheid voor het geeste
lijk welzijn is net zo belangrijk als de zorg
voor de openbare veiligheid, aldus de heer
Albrecht.
Het moet er naar toe, dat er een cultureel
en sociaal beleid wordt gevoerd, de sub
sidiëring is daarvan slechts een onderdeel.
Men moet daarnaast ook voor ontplooiing
van sociaal en cultureel werk de gunstige
voorwaarden scheppen.
De heer Spek (A.R.) meende, dat zowel
de raad als B. en W. voldoende aandacht
hadden voor het culturele leven en vol
doende contacten heeft met de organisaties
op dit gebied. Hij had bezwaar tegen te
grote overheidsbemoeiing.
Wethouder Bakker geloofde, dat in
feite de heer A 1 b r e c h t en hij niet zover
van elkaar verwijderd waren. Hij bleef van
mening dat het niet doenlijk zou zijn om
aan alle wensen tegemoet te komen en
dat de voorwaarden aanwezig zijn, dat elke
wethouder toch een eigen beleid kan
voeren.
In panische angst vluchten twee vrouwen in een straat van Maitland. (Nieuw Zuid
Wales) voor het water, dat een inderhaast opgeworpen dijk van zandzakken heeft
doorbroken en nu de straat instroomt.
Ten bate van het „Joods Nationaal
Fonds" en de „Jeugd-Alijah" had Woens
dagavond in het Amsterdams Concert
gebouw een galaconcert plaats, waarop de
twaalfjarige pianist Daniël Barenboim uit
Israël als solist optrad met het Concert in
d van Bach en het Concert in A van Mo
zart, en hiermee en misschien meer nog
met een paar bisnummers voor piano
solo het talrijke publiek in verrukking
bracht.
Medewerking werd voorts door het Am
sterdams Kunstmaand-Orkest, onder lei
ding van Anton Kersjes, verleend. Dit en
semble demonstreerde apart de verdien-
Leiden. Doctoraal examen natuurkunde M.
Durieux te Katwijk aan de Rijn; caniidaats-
examen wis- en natuurkunde a G. A. van
Erk te Leiden. Candidaatsexamen d wis- en
natuurkunde L. J. Bongers te Leiden; can
didaatsexamen f wis- en natuurkunde mej
E. W. M. Kculemans te Leiden: candidaats
examen 1 wis- en natuurkunde D. Sonnenga
te Leiden; candidaatsexamen j wis- en na
tuurkunde A. L. G. Collee te Leiden.
De heer Sehiopers (KVP) sprak tij
dens zijn rede zijn ongerustheid uit over
de doelstelling van de Stichting Haarlems
Bloei, die volgens hem te ver gaat. Hij
wilde de stichting blijven zien als een
niet-ambtelijke instelling.
Overigens was de heer Schippers ook ten
aanzien van de reizen van wethouders en
ambtenaren naar het buitenland niet zui
nig met zijn critiek. „De kosten zijn te
hoog", riep hij uit, „trouwens alle andere
landen kunnen veel meer van ons land le
ren dan omgekeerd. Ik zou nergens an
ders willen wonen". Spreker was van oor
deel, dat er ten hoogste een techniscn
ambtenaar naar het buitenland zon
moeten reizen en dan bovendien nog op
kosten van de leveranciers.
Ook het bijwonen van congressen kon de
fractieleider niet van harte toejuichen om
dat hi] vain mening was, dat er van deze
buitenlandse congressen bijzonder goede
verslagen verschijnen. Hij vroeg het col
lege dan ook een beperking van de dienst
reizen in het vooruitzicht te stellen.
De voorzitter was het met dit be
toog in het geheel niet eens en sprak als
zijn mening uit, dat de reizen van wet
houders en ambtenaren zeer zeker nuttig
zijn voor de gemeente, te meer daar de be
treffende reizigers als het ware gedwon
gen worden steeds over het doel van de
reis te spreken, waarbij men in staat ge
steld wordt van eikaars mening kennis te
nemen. Ook van het bijwonen van con
gressen gaat, aldus soreker, een grote
waarde uit, omdat het als vaststaand kan
worden aangenomen, dat lezen in geen ge
val hetzelfde effect sorteert als luiste
ren. Ook de heer Spek (A.R.) wees bij
de replieken op het nuttige effect van
oriëntering ter plaatse.
Tenslotte moest de voorzitter ook nu
weer het verzoek om de bron van een pu
blicatie in ons blad te zoeken als niet uit
voerbaar kenschetsen. Immers de raads
leden behoeven geen verantwoording af te
leggen en ook bij de ondervraging van de
ambtenaren zou het succes miniem zijn.
Bij de replieken merkte de heer M e n-
sink (Arbeid) nog op, dat hem bij het
controleren der gemeenterekening de so
berheid tijdens de dienstreizen was opge
vallen.
Wethouder Geluk nodigde de heer
Schippers uit met voorbeelden te komen,
die er op wezen dat Haarlems Bloei zijn
taak en bevoegdheden overschreed. Bij
de replieken antwooi*dde de fractie voor
zitter van -de KVP, dat hem zo dadelijk
geen concrete gevallen voor ogen ston
den. Uit de verdere discussie bleek wel,
dat de heer Schippers het stukje „Vragen
staat vrij" nogal hoog zit, hij kwam er
tenminste bij herhaling op terug, nadat hij
al had gezegd, dat hij een uitspraak van
de raad zou kunnen uitlokken over de
weigering van B. en W. een onderzoek naai
de bron van deze publicatie in te stellen.
Wethouder Geluk poogde duidelijk te ma
ken, dat publicatie van plannen van Haar
lems Bloei voordat de raad er kennis van
kan nemen voor het welslagen van die
plannen dikwijls onontbeerlijk is.
In het Staatsblad van 1 Maart 1955 zijn
opgenomen Koninklijke Besluiten van 31
Januari 1955, houdende de instellingen van
bedrijfsschappen voor de groothandel en
bedrijf van cotmnissionnair of van tussen
persoon in groenten en fruit; voor de
bloembollenhandel; voor de groothandel in
vis en aanverwante bedrijven en voor dc
groothandel in eieren.
stelijke kwaliteiten van zijn beperkte strij
kersbezetting met een Concerto Grosso
van Handel en de „Holbergsuite" van
Grieg. Maar dit was slechts ter aanvul
ling van het programma, want men was
in hoofdzaak gekomen om de jeugdige
virtuoos uit Israël te horen, de muzikale
knaap waarover men zulke wonderlijke
verhalen gehoord had.
Diens vertolking van het Concert van
Bach was een ware verrassing. Het werd
het tegenovergestelde van hetgeen men in
normale gevallen van een begaafde knaap
van twaalf jaar verwachten kan. De ver
rassing resulteerde vooral uit de onver
zettelijk positieve tempi, waarin de jonge
Daniël het notenbeeld correct gestalte gaf,
r ar tevens ook uit de zingende toon, die
zonder opvallende opzettelijkheid smaak
voor mooie melodievorming te kennen gaf.
Uit alles sprak een rustige beheersing van
een zeer ontwikkeld klavierspel en een
intuïtief beleven van deze geconcentreer
de barokmuziek.
Het genoemde concert van Mozart, met
zijn smartelijke middenmoot tussen twee
juveniele boekdelen, is eigenlijk een
zwaardere opgave, maar het was in ieder
geval merkwaardig hoe brillant en quasi
expressief het wonderkind want zo mag
men terecht deze knaap uit Israël be
titelen deze heerlijke, diepmenselijke
muziek tot klinken bracht. Gezegd dient
te worden, dat hij in Anton Kersjes en
zijn orkest een zeer te waarderen steun
had, vooral bij het Andante, waarin de
houtblazers een heerlijke concerterende
rol te vervullen hebben, die de stemming
van dit stuk niet weinig verhoogt.
Het opgetogen publiek kreeg dus ook
nog twee toegiften, waaronder een Etude
van Chopin, waarvan de vertolking feno
menaal mocht heten. En daarna huppelde
de stevige boy voor de zoveelste keer de
trappen van het podium op met een ge
baar van ,,'t is nu welletjes". Dat was het
trouwens ook, want wat die knaap deze
avond gepresteerd had, alleen aan geeste
lijke concentratie hij speelt, als een
bewuste podiumheid, alles uit het hoofd
is op zichzelf al een wonder. Hij heeft
verdiend dat men hem nu eens onbekom
merd een paar dagen laat knikkeren en
ravotten.
De avond was geopend door de voor
zitter van de Nederlandse Zionistenbond,
mr. J. S. de Vries, die na een korte be
groeting het woord gaf aan de gezant van
Israël in ons land, die in een Engelse toe
spraak de betekenis van dit galaconcert
uiteenzette: het verwerven van de nodige
fondsen om de actie van de Jeugd-Alijah
blijvend mogelijk te maken. Deze beoogt
de emigratie van ouderloze Joodse kin
deren naar Israël, waar zij opgenomen
worden in kinderdorpen en instituten.
Spreker vermeldde als voorbeeld het naar
Koningin Juliana genoemde Kjar Juliana,
speciaal ingericht voor moeilijk opvoed
bare kinderen. Reeds zijn zestigduizend
kinderen uit zeventig landen opgenomen.
Thans heeft de Jeugd-Alijah er veertien
duizend onder haar hoede, verdeeld over
tweehonderdzestig centra. Zij komen later
over het algemeen terecht in de ontgin
ningswerken, waarvoor het Joods Natio
naal Fonds de zorgen op zich neemt.
Het liet zich aanzien dat deze goed ge
organiseerde avond aan het doel beant
woordde. Wie er geweest zijn, zullen niet
licht het sensationele optreden van de
jeugdige pianist Daniël Barenboim ver
geten. JOS DE KLERK
Het spaaroverschot bij de Nutsspaarbank
te Haarlem was gedurende de afgelopen
maand hoger dan ooit bij de spaarbank is
voorgekomen. De inleggingen bedroegen
f 1.907 059 n d- terugbetalingen f 1.003.268,
zodat het -paartegoed groeide met een bedrag
van niet minc'er dan f903.791.
Het totaal spaartegoed bedroeg per ultimo
Februari f36.450.440.
In Februari werden 714 nieuwe spaarders
ingeschreven, waardoor het totaal aantal
inleggers steeg tot 73.505. Het aantal in om
loop zijnde snaarbusjes steeg met 163 tot een
totaal van 9576.
BURGERLIJKE STAND
GEBOORTEN: C. G. Bakker—van der
Wolff; E, BaarbéKomin, d.; M. Th. A.
Ph. Alessie—Slrijbosch, z.; G, Vos
van der Werff, d.; G. Visservan Zijp, d.
ONDERTROUWD: D. Goedkoop en L W.
Wiirdemann.
GETROUWD: A. van Bokhoven en J. D.
Brans; H. M Veldhoen en A. M. van Rooij.
OVERLEDEN: Wed. M. C. L. Mulic—
Oomen, 81 j,; Wed. M. C. P. Liebe—Delis-
sen, 93 j.; G. A. Stam, 70 j.