B. en W. adviseren tot aansluiting bij Bouwkas Nederlandse Gemeenten Port-Royal Rapport Sporthal gereed Kort en bondig Op beperkte schaal ook garanties voor anderen Dr. Ir. Voogd eerste op voordracht in Utrecht Amsterdamse Beurs Er moet tenminste op verdubbeling van huidige mogelijkheid worden gerekend DINSDAG 15 MAART 1955 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT Prae-advies over particuliere zvonitigbouzv in Haarlem Huurwoningen Prognose Burgerlijke Stand van Haarlem Particuliere bouw Oude dagsver zorging Tal van verzoeken Haarlemse groentehandelaar door Hof vrijgesproken Lood van een villa verstopt in Bloemendaal Als directrice van meisjes-H. B. S. Twee Haarlemmers, verdacht van heling, ingesloten H. J. van Galen is 25 jaar in gemeentedienst Verdubbeling Het gebouw Groei Waar? Wielrijdster met zoontje onder autobus Vandaag is het prae-advies van B. en W. van Haarlem aan de gemeenteraad over de particuliere woningbouw verschenen. De belangrijkste conclusies van dit rapport zijn: De verdeling van het bouwvolume dient te worden gewijzigd van 70 percent woningwetbouw erf 30 percent premiebouw in 60 percent woningwetbouw en 40 percent premiebouw; De gemeente dient toe te treden tot de N.V. Bouwkas Nederlandse Gemeenten; In die gevallen welke naar het oordeel van B. en W. daarvoor in aanmerking komen kan voorgesteld worden gemeentelijke garantie voor hypothecaire geld leningen te verstrekken aan diegenen die een woning voor zichzelf willen laten bouwen. Het prae-advies van B. en W. zal Woensdag 6 April door de Haarlemse raad worden behandeld. De omvang van de particuliere woning bouw is sedert de tweede wereldoorlog slechts beperkt geweest. De voornaamste oorzaak daarvan was gelegen in de om standigheid, dat de bouwkosten dermate waren gestegen, dat, zelfs met de door het Rijk voor particuliere bouw beschikbaar gestelde subsidies, een rendabele exploi tatie van woningen niet was te bereiken. De particuliere bouw beperkte zich daarom practisch tot de bouw voor zelf- bewoning. In de grote steden, welke bovendien re latief met de grootste woningnood hebben te kampen, bestond en bestaat echter in overwegende mate behoefte aan huurwo ningen. De enige mogelijkheid om in deze be hoefte te kunnen voorzien was woning bouw van overheidswege. Uiteraard had hierbij de bouw op de voet van de Wo ningwet de voorkeur. Enerzijds omdat de op deze categorie woningen aangewezen bevolkingsgroep het grootst is en ander zijds omdat op deze wijze de hoogst mo gelijke rijkssteun en daardoor de laagst mogelijke huren konden worden verkre gen. Een gevolg van deze onder de toenma lige omstandigheden vrijwel onvermijde lijke gedragslijn was, dat de woningwet woningen niet langer uitsluitend als ar beiderswoningen konden worden aange merkt, doch tevens moesten dienen tot huisvesting van middenstanders, die in het verleden op particuliere huurwoningen waren aangewezen. B. en W. gaan vervolgens de verschei dene vormen van particuliere bouw na en wel het eerst de bouw van particuliere huurwoningen zonder speciale faciliteiten. Was deze bouw tot voor kort vrijwel uitgesloten, in de laatste tijd zijn er en kele symptomen, welke op toenemende kansen voor deze bouwvorm wijzen. Zoals immers bekend is, gelukte het in de tweede helft van 1954 om een particu liere beleggingsinstantie te interesseren voor een plan voor de bouw van 125 mid denstandshuurwoningen in Zinnevelt. Ook sedertdien is gebleken, dat voor de bouw van middenstandshuurwoningen met rijkssubsidie op de voet van het „Premie- en Bïjdragenbesluit Woningbouw 1953" toenemende belangstelling bestaat. Met enkele gegadigden worden dan ook mo menteel onderhandelingen gevoerd. B. en W. zijn namelijk van mening, dat het stimuleren van deze bouwvorm om verschillende redenen aanbeveling ver dient. In de eerste plaats op grond van de over weging, dat sedert de oorlog in onvoldoen de mate aan de behoefte aan midden standshuurwoningen is kunnen worden te gemoet gekomen. In de tweede plaats biedt het bouwen van dit woningtype de mogelijkheid om een einde te maken aan het huisvesten van middenstanders in woningwetwoningen, welke naar haar aard daarvoor eigenlijk niet bestemd zijn. In de derde plaats is deze vorm van wo ningbouw uit een oogpunt van billijke en doelmatige woonruimteverdeling te prefe reren boven die van de bouw van wonin gen voor verkoop of zelfbewoning, waar bij uiteraard minder stringent aan een volledige bezetting van de woonruimte kan worden vastgehouden. Ten aanzien van vorengenoemde over wegingen wordt nog opgemerkt: In de eerste jaren na de oorlog werd het percentage van 70 woningwetwoningen nog overschreden. Tijdens de periode 1951/ 1953 werden door de gemeente, teneinde althans enigermate aan de behoefte aan middenstandshuurwoningen tegemoet te komen, in totaal 237 walingen gebouwd op de voet van de „Premieregeling Woning bouw 1950" of wel 14% van het bouw volume. Ruim 69 werd gerealiseerd op de voet van de Woningwet, terwijl de res terende 17 bestond uit particuliere pre miebouw voor de verkoop of zelfbewoning. Teneinde het inzicht in de behoefte aan middenstandswoningen te verdiepen heb ben B. en W. terzake het advies ingewon nen van het Nederlandsch Economisch In stituut. Het resultaat daarvan is geweest een nota van genoemd Instituut van October 1954 over de „woningbehoefte naar huur- klasse in Haarlem in 1970". HAARLEM, 14 Maart 1955 ONDERTROUWD: 14 Mrt, G. O. Klomp en A. J. Bakker. BEVALLEN van een zoon: 11 Mrt, W. A. StevensFopma; 12 Mrt, A. F. van der Meu- lenMuller; M. C. StapelFlipse; J. van Steijn—Koornstra; 13 Mrt, G. Postmade Groot: J. M. van der SmanScholte; A. JansenHoogendijk; H. KranendonkAs- sink; P. Timm«ï-—van der Fange; M. C. GrootDijkers. BEVALLEN van een dochter: 12 Mrt, L. C. SeméNieuwenhuis; W. van den Ham van Wienen; 13 Mrt. E. CijsDraaijer! W. H. Meijervan de Worp; J. C. DondorpLub; G. J. Allart—Slagter; 14 Mrt. T. Plug-—Poel man; M. F. van der ZandeVermeer. OVERLEDEN: 11 Mrt, W. Loerakker, 66 j,. Leidsestraat; J. J. van Leeuwen, 87 j„ Rol landstraat. Deze nota komt onder meer tot de con clusie, dat aannemende, dat het gemid delde reële inkomen der bevolking in de periode 1941-1970 het 36 "fo zal stijgen en dat in dat tijdvak geen inkomensnivelle ring zal plaats hebben in de jaren 1954 tot 1970 nog slechts 24°!o van de aan te bouwen woningen in de woningwetsector zal behoeven te worden gebouwd. Gelet op de onzekerheid welke met be trekking tot de aangenomen premissen de stijging van het reële inkomen en de afwezigheid van nivellering bestaat, acKten B. en W. het niet verantwoord het percentage woningwetwoningen zo dras tisch te beperken. Niettemin komt het B. en W. op grond van vorenbesproken overwegingen alleszins verantwoord voor het percentage woning wetwoningen voorshands te verlagen tot 60 pereent van het beschikbare bouwvolume. B. en W. wijzen er op dat tegen deze wijziging in de verhouding woningwet- middenstandswoningen te minder bezwaar behoeft te bestaan, daar het absolute aantal beschikbaar komende woningwetwoningen door deze procentuele verlaging niet wordt verminderd, aangezien in de periode 1954 tot en met 1956 meer bouwvolume beschik baar is dan gedurende het tijdvak van het vorige richtcontingent het geval was. Ook zullen de nieuwe woningwetwonin gen voortaan in het algemeen kunnen wor den gereserveerd voor de bevolkingsgroep waarvoor zij feitelijk ook zijn bestemd. B. en W. stellen zich daarnaast voor zoveel mogelijk te bevorderen onder meer door het verlenen van een tegemoetkoming in de verhuiskosten dat bewoners van be staande woningwetwoningen, die over een zodanig inkomen beschikken dat een mid denstandshuurwoning voor hen meer pas send moet worden geacht, inderdaad ook een zodanige woning betrekken. De particuliere woningbouw, welke sedert, de oorlog in Haarlem heeft plaats gevonden, behoort, met uitzondring van het thans in Sinnevelt in aanbouw zijnde com plex middenstandshuurwoningen, geheel tot de categorie van woningen voor verkoop en zelfbewoning. In de periode 19511953 werd 17 percent van het bouwvolume hier door in beslaggenomen. Het grootste deel hiervan 178 woningen, of pl.m. 10,5 per cent van het bouwvolume werd tot stand gebracht door een groep Haarlemse bou wers, wier ondernemingen geheel zijn in gesteld op de bouw van middenstands eengezinswoningen voor zelfbewoning of verkoop. De overige woningen waren flatwonin gen, gebouwd door de „Kleine Midden stander," eveneens bestemd voor de ver koop, doch in coöperatieve eigendom. Al deze woningen werden gebouwd zon der speciale faciliteiten van gemeentewege en de vraag dient thans te worden beant woord zulks mede naar aanleiding van een motie van de heren Fibbe c.s. en de vele verzoeken om gemeentelijke garanties ten behoeve van particuliere woningbouw voor zelfbewoning of het aanbeveling verdient thans ten behoeve van deze bouwvorm speciale gemeentelijke facili teiten te verlenen. B. en W. hebben tot dusver aan verzoe ken van deze strekking geen medewerking verleend, onder meer omdat geen voldoen de zekerheid bestond, dat het verlenen der faciliteiten verantwoord was. B. en W. noemen vervolgens enige bedenkingen tegen deze gemeentelijke medewerking. Tegenover deze bezwaren kan echter het volgende worden gesteld. De mogelijkheden tot het verwerven van een eigen woning zijn tot dusver beperkt gebleven tot hen, die daartoe door hun financiële omstandigheden in staat waren zonder speciale gemeente lijke hulp. Aan een belangrijke groep gegadigden voor een eigen woning is deze mogelijkheid in onze gemeente derhalve geheel onthouden, hetgeen uiteraard niet bevredigend kan worden genoemd. De bevordering van het eigen woning- bezit in het algemeen verdient stellig aanbeveling, mede gelet op het element van „oudedagsverzorging" dat daarin kan worden gezien, aldus B. en. W. De verkleining van het percentage woningwetwoningen biedt wat meer moge lijkheden bij de toewijzing van bouw volume voor de premiebouw. Niettemin is het voor de premie-sector beschikbare bouwvolume toch nog zo be perkt, dat met het oog op de behoefte aan middenstandshuurwoningen, de rede lijke belangen der Haarlemse eigenbouwers en de belangen van hen, die zonder bijzon dere gemeentelijke steun tot de bouw van een eigen woning wensen over te gaan het verlenen van gemeentelijke garanties voor de onderhavige bouwvorm slechts op zeer beperkte schaal mogelijk zal zijn. Ten aanzien van het minder stringent toepassen van de huisvestingsnormen bij de toewijzing van eigen woningen, wordt nog opgemerkt, dat B. en W. in het alge meen daarbij toch plegen vast te houden aan de eis, dat het in deze woningen trek kende gezin uit minstens drie personen be staat. Zoals B. en W. reeds mededeelden, heb ben hen reeds tal van incidentele verzoeken om gemeentelijke garanties bereikt, terwijl tevens door de N.V. Bouwkas Nederlandse Gemeenten tot de raad een verzoek om toe treding werd gericht. Ten aanzien van de ingediende inciden tele verzoeken hebben B. en W. reeds op gemerkt, dat vele aanvragen niet voor medewerking in aanmerking konden komen, onder meer in verband met de voor de gemeente aan het verlenen van de gevraagde garanties verbonden risico's. Uiteraard zal alvorens medewerking aan de aanvragen kan worden verleend moeten vaststaan, dat zulks in alle opzich ten verantwoord is, zowel gelet op de be langen der gemeente, als op die van de be trekken adspirant-bouwers zelf. Zo zal steeds een onderzoelt naar de financiële omstandigheden van de gegadigde, alsmede naar de betrouwbaarheid en de ervaring van de betrokken financieringsinstelling en bouwonderneming, moeten worden inge steld. In dat opzicht bestaat in principe reeds enige zekerheid bij de medewerking aan bouwplannen, welke door tussenkomst van de N.V. Bouwkas Nederlandse Gemeenten worden gerealiseerd. Deze kort voor de oorlog opgerichte N.V. beschikt, ondanks haar nog betrekkelijk korte levensduur, reeds over een grote over het gehele land verspreide ervaring. Bij de door haar toegepaste werkwijze wordt, zo wel in het belang der garantie verlenende gemeente als in 't belang van de betrokken aanvrager, op nauwgezette wijze nagegaan of de plannen en mogelijkheden van de adspirantbouwer reëel en verantwoord zijn. Dat zulks met goed succes geschiedt, moge blijken uit het feit, dat alhoewel door be middeling van de JBouwkas reeds bijna 5000 woningen werden gesticht, nog in geen enkel geval een beroep op de gemeentelijke garanties is behoeven te worden gedaan, B. en W. zijn dan ook, evenals de commissie van bijstand in het beheer der openbare werken en eigendommen der gemeente van mening, dat toetreding tot de N.V. Bouw kas Nederlandse Gemeenten aanbeveling verdient. Ontploffing Glasblazerstraat De 45-jarige Haarlemse groentehandelaar W. v. d. B., die op 26 Augustus 1954 een ontploffing in de Glasblazerstraat in Haar lem teweeg bracht, waardoor twee huizen verloren gingen, is hedenmorgen door het Gerechtshof in Amsterdam vrijgesproken. V. d. B. was in hoger beroep gegaan van het vonnis van 8 October 1954 van de Haarlemse politierechter, die hem, conform de eis van de officier van justitie, ter zake van brand door schuld had veroordeeld tot een boete van veertig gulden of twaalf dagen hechtenis. Veertien dagen geleden had de procureur- generaal bij het Hof, mr. J. Hoeffelman, vernietiging van het Haarlemse vonnis en vrijspraak geëist. De raadsman van V. d. B., mr. B. J. Lambers, had voor het Hof de uitslag van een enquête bekend gemaakt, welke hij in Amsterdam en Den Haag had laten houden en uit welke enquête was ge bleken, dat de meeste ondervraagde per sonen niet op de hoogte zijn van de ge varen, die benzinedampen in de omgeving van vuur met zich kunnen brengen. (De ontploffing was destijds ontstaan, doordat V. d. B. na het schoonmaken met benzine van een punt van een vloerkleed, een sigaret had opgestoken). Een Bloemendaalse agent van politie vond het Maandagmiddag omstreeks vier uur ver dacht, dat twee jonge mannen rond reden met een bakfiets. Zij verdwenen onverwacht en na enig zoeken zag hij het tweetal weer. Hij wendde zich tot de jonge mannen, die geheimzinnig deden en geen geloofwaardig verhaal konden doen. Daarom werden zij uitgenodigd mee naar het bureau van politie te gaan. Uit een onderzoek bleek, dat zij van het dak van een villa, die onbewoond was, 200 kg lood hadden gestolen en dat zij het gestolene hadden verstopt in de omgeving, waar de agent het tweetal had aangetroffen. Het had in hun voornemen gelegen het ver stopte lood later weg te halen, maar door het actief optreden van de agent van politie is dit plan niet tot uitvoering gekomen. De aangehoudenen waren de een en twintig jarige A. S. en de vijftienjarige H. H.; de oudste moest op het bureau van politie blijven en de ander is na verhoor op vrije voeten gesteld. Naar wij vernemen staat de directrice van de Middelbare "School voor meisjes te Haarlem, mejuffrouw dr. ir. N. H. J. M. Voogd, als eerste op de voordracht voor een nieuwe directrice aan de meisjes H.B.S. te Utrecht. Op 24 Maart zal de Utrechtse gemeenteraad deze voordracht in behande ling nemen. De noodraad van Haarlem benoemde in Juli 1946 mejuffrouw Voogd tot directrice van de Middelbare School voor meisjes. Van 1934 af was zij directrice der gemeen telijke Hogere Burgerschool voor meisjes te Groningen. Zij bezocht de H.B.S. te Rot terdam en studeerde na het behalen van het einddiploma aan de Technische Hoge school te Delft voor scheikundig ingenieur. In Februari 1931 werd mejuffrouw Voogd tot lerares in natuur- en scheikunde be noemd aan de Middelbare School voor meisjes te Haarlem. In October van het zelfde jaar promoveerde zij tot doctor in de scheikunde. Dr. ir. Voogd is ook nog werk zaam geweest aan het gymnasium te Haar lem, voorts aan het toenmalige gemeente lijk lyceum en aan het Kennemer Lyceum. Mejuffrouw Voogd heeft zitting in het bestuur van de Vereniging van directrices en directeuren van scholen voor voorbe reidend hoger en middelbaar onderwijs voor meisjes in Nederland en in enige ge meentelijke ambtelijke commissies. Haar adviezen worden gekenmerkt door een scherp inzicht in taken en behoeften van het onderwijs aan meisjes. Een eventueel vertrek zou dan ook een groot verlies voor het Haarlemse onderwijs betekenen. BINNENLAND Uit een villa aan de Hoogewerflaan in Den Haag werden terwijl de bewoners naar het theater waren, een klein beeldcamera f 100 aan vreemde valuta en sieraden, waar onder twee gouden armbanden, gestolen. Het zevende internationale jaarcongres van de Association Internationale des Etu- diant en Sciences Economiques et Commer ciales, dat te Rotterdam van 10 tot 19 Maart wordt gehouden met 125 deelnemers van bijna twintig nationaliteiten, is Maandag ot bezoek geweest in Amsterdam. Prof. dr. F. Zernike, hoogleaar in de theoretische natuurkunde aan de rijksuni- versiteit te Groningen en Nobelprijswinnaar natuurkunde van 1953. zal op 19 Maart het eredoctoraat in de wis- en natuurkunde ontvangen van de „Faculte des Sciènces" aan de universiteit te Poitiers. Tot burgemeester van Hulst is benoemd de heer A. L. S. Lockefeer, thans lid van Gedeputeerde Staten van Zeeland, wonende te Hulst. De heer Lockefeer is lid van de K.V.P. Nog maar enkele weken geleden heeft onze correspondent in Parijs, naar aanlei ding van de opvoeringen door de Comédie Frangaise, in „Erbij" een uitvoerige be spreking gewijd aan het stuk „Port-Royal" van Henry de Montherlant, dat gister avond door de Haagse Comedie in de Haarlemse Schouwburg voor het voetlicht werd gebracht. De uitzonderlijke kwali teiten van het werk zijn daarin breed uit gemeten en ik behoef er weinig aan toe te voegen, behalve dan de verklaring dat dit historisch zeer wel verantwoorde drama van de verdrijving der Jansenis tische zusters uit haar klooster, waarin thans o ironie der geschiedenis een kraaminrichting is gevestigd, mijn belang stelling nauwelijks gaande heeft weten te houden. Langdradigheid van sommige fragmen ten lijkt mij niet de enige oorzaak der allengs onmiskenbaarder wordende verve ling. En aan de kwaliteit van de door Albert van Dalsum geregisseerde verto ning heeft het stellig niet gelegen, al is men dan ook niet helemaal ontkomen aan het gevaar van een „calvinistische" zwaar wichtigheid, die als het ware door het thema wordt ingegeven. Hoe men overi gens op grond van de trilogie, waarvan deze lange éénacter (in Frankrijk zonder, in Nederland met een pauze) het sluitstuk- vormt, De Montherlant tot „kampioen van het katholicisme" heeft kunnen uitroepen, is n<ij een raadsel. De omstreden geloofs punten vormen immers niet meer dan een aanleiding tot demonstratie van wat de beroemde schrijver zelf noemt „de bewe gingen var. de menselijke ziel". Maar ja. hij behoort nu eenmaal tot de klasse dar kampioenen. In elke biografie van hem kan men lezen, dat hij die in zijn jeugd krijgsheld, stierenvechter en een geduchte voetballer was destijds de honderd meter in 11.45 seconden liep! In „Port-Royal" waarmee Henry de Montherlant zijn carrière van toneelschrij ver als voltooid beschouwt heeft hij het onmogelijke geprobeerd: het opleve ren van een moderne pendant van de Griekse tragedie op basis van de Christe lijke levensbeginselen. Theoretisch voldoet hij inderdaad aan kenmerkende voorwaar den: er heerst een onmiskenbare grandeur in het uiterste conflict tussen recht en recht, men kan wijzen op de hoogmoed, die onvermijdelijk ten ondergang voert in een wereld, die geen plaats voor absolute opvattingen heeft, op een zich aangetrok ken voelen tot het lijden. Er wordt ge zinspeeld op een nobele houding in het stervensuur en er heerst een zeldzame be heersing van een aristocratische stijl. Maar bij dit alles geldt nog steeds, wat Mars man lang voor de oorlog reeds schreef: „De Montherlant is met zijn bronzen rhe- toriek een verlitteratuurde litterator". Hoezeer men in tijden als deze een der gelijke in eenvoud grootse opzet waarderen moet, de auteur is in de poging blijven ste ken. Het stuk wekt geen medegevoel ens op en mist zijn nawerking daardoor. Mijn be zwaar richt zich geenszins tegen het gebrek aan uiterlijke handeling, integendeel: de puriteinse soberheid, het koele aestheticis- me, of hoe men strakke vormgeving karak teriseren moet, verhoogt de intensiteit en versterkt de indruk van de waarachtigheid der bedoelingen. De persoonlijkheid van De Montherlant, een eeuwen te laat geboren renaissancemens, tegelijk platonisch en prachtlievend, is er volledig in aanwezig. Maar de ontwikkeling, die zijn toneelfigu ren doormaken, is louter rationeel. Van daar dat de bewondering voor deze drama tische documentaire in Frankrijk zich wel begrijpen laat. De vertaling (van Alfred Pleiter) heeft de afmattende breedsprakigheid naar onze smaak aanzienlijk bevorderd, hetgeen niet bepaald een winstpunt is. De keuze van dit ondanks een zekere arrogante moedwil ligheid toch voorname stuk door de Haagse Comedie is, hoezeer misschien ook een prestigekwestie, te begrijpen en te verde digen. Onverstandiger lijkt het mij dit als een abonnementsvoorstelling aan te bie den. Intussen was de opvoering zeker het aanzien waard, vooral dank zij het over tuigende optreden van Ida Wasserman als zuster Angélique de Saint-Jean, een uiterst zorgvuldig opgebouwde en fijnzinnig afge stemde rol, waarvoor een grote bewonde ring past. Bijzonder mooi vond ik ook de openhartigheid die Myra Ward als zuster Marie-Frangoise de l'Eucharistie in haar gesprek met de aartsbisschop van Parijs 3-314 Nederl.'47 A.K.U Unilever Philips Gloeil. Kon. Petroleum A'dam Rubber Holl. Amer. Lijn N. Scheepv. Unie H.V.A Deli Mij Amsterd. Bank Ned. Handel Mij. Rotterd. Bank Twentsche Bank Anaconda Copper Bethlehem Steel Republic Steel Shell Union Tidewater U. S. Steel Slotkoers gisteren 100% 305)4 386 353 583)4 113 181 175)4 148 144)4 247 228 7/8 218)4 231 51i/.« 121 81% 62)4 27% 77 Openings koersen 1005/,. 300 380 346)$ 580 112 182 175 147)4 143 246 228V2 217 231 49 J4 118)4 79 59)4 26% 74 K Scène uit Port-Royal wist te suggereren, maar minder gelukkig was zij in de latere scènes, waarbij de aan De Montherlant eigen toon van exaltatie te weinig wezenlijke inhoud kreeg. Verder moeten dan Fie Carelsen, Marie en Enny Meunier, Nel Knoop en Do van Stek als de belangrijkste der „Belles Amies de Port-Royal" worden genoemd. Zeer aan vaardbaar, in het eerste deel van deze ver toning zelfs uitmuntend, was Cees Laseur als Monseigneur de Beaumont de Péréfixe, waarin door een kunstgreep van de auteur zowel de wereldlijke (het Lou vre) als de geestelijke macht (van Rome) belichaamd zijn en welke dubbele functie, hij met geraffineerde nuances liet uitko men in de mengeling van diplomatieke charme en onverbiddelijk machtsbesef. De mise-en-scène leek mij niet altijd even gelukkig, maar ik kan mij begrijpen dat er gestreefd werd naar enige zijdelingse be weging op de stroom van woorden, woor den, woorden, waarvan de zin tot het ver stand beperkt bleef. DAVID KONING Van de aanleg- van een brede door verbinding van Nijmegen naar Kleef en Em merik met aansluiting op de autobaan naar het Ruhrgebied is er allang sprake. Thans heeft de secretaris van de Kamer van Koop handel en Fabrieken te Nijmegen mede gedeeld, dat contacten zijn gelegd met de Nederlandse consul de heer Jurgens te Kleef en de Kreisdirektor in Kleef over de weg- ve-binding NijmegenKleefEmmerich— autobaan. Looddiefstal Vrijdag berichtten wij, dat enige Haar lemmers waren aangehouden en ingeslo ten, verdacht van diefstal van vijf „brood jes" lood uit een fabriek in Haarlem. De Haarlemse recherche heeft in verband met deze zaak inmiddels nog twee Haarlem mers aangehouden, de 23-jarige H. B. en de 29-jarige J. H. v. d. W., kooplieden, verdacht van heling. Ook zij zijn ingeslo ten. Het lood is niet meer te achterhalen: het is door een Haarlemse firma gekocht en inmiddels omgesmolten. Op 24 Maart hoopt de heer H. J. van Galen het feit te vieren dat hij vijf entwintig jaren als ambtenaar werkzaam is in dienst van de gemeente Haarlem. De eerste twaalf jaren werkte hij op het bureau van de Dienst der Werkloosheids bestrijding; daarna volgde zijn benoeming bij de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst waar de jubilaris spe ciaal belast is met de loonadministratie. Voorts geniet de jubilaris bekendheid in zijn kwaliteit van pennigmeester van de R.K. Woningbouwvereniging „Sint Bavo" in Haarlem-Noord. Bij het opstellen van een bouwprogram ma voor een sporthal in Haarlem is uit gegaan van de noodzaak een binnenspeel- ruimte te hebben voor basketball, zaal handbal, badminton en volleybal. Tevens zullen mogelijkheden ontstaan voor tennis, boksen, athletiek, gymnastiek, zaalhockey, zaalkorfbal en tafeltennis. Ook de moge lijkheid van ijshockey en rolschaatsen is overwogen, maar de commissie meent dat geen vijf poten aan één schaap geëist kun nen worden. Bovendien is er met één sport hal in Haarlem toch al speeltijd tekort en blijft voor de commissie de oplossing van de zalennood voor de zaalsporten hoofd zaak. Aldus een passage uit het rapport be treffende de hoofdlijnen voor de stichting van een sporthal in Haarlem, dat werd samengesteld door de commissie sporthal van de Haarlemse Sportraad. Een rapport, waarin men allereerst wijst op de dringen de noodzaak van een sporthal, gezien de zowel hygiënisch totaal onvoldoende en veel te kleine speelgelegenheid in het Kre lagehuis. Wij zullen hierover niet verder uitweiden wij hebben reeds meermalen doen uitkomen voor wat voor moeilijk heden de zaalsporten in Haarlem staan en hoe de ontwikkeling wordt geremd door de tegenwoordige speelruimte. cooooooocoooooocxxoooocococ :ocooooooocooocooooooooc Samenvattende meent de commissie dat bij de stichting van een sporthal tenminste op een verdubbeling van de huidige moge lijkheid moet worden gerekend. Ze staat bovendien op het standpunt dat de belan gen van de sport moeten prevaleren en dat daarom van nevengebruik voor allerlei zakelijke doeleinden moet worden afgezien. Bij uitzondering zal de grote ruimte voor bijeenkomsten van culturele aard mogelijk moeten zijn. De commissie meent voorts dat naar een combinatie met daggebruik voor sportdoel- einden moet worden gezocht. Zolang er nog zoveel oefengelegenheid tekort is, zal de sporthal aan een enkele school een uitwijk mogelijkheid voor zijn lessen lichamelijke opvoeding kunnen bieden. Voorzover de afstand het mogelijk maakt, zal de zaal- sportbeoefening in schoolverband er plaats kunnen vinden. En wat ziet de commissie als het gezien de omstandigheden en vooral de financiële meest ideale gebouw? Een gunstige grootte, aldus het rapport, van de zaal (vrije speelruimte) is 66 x 35 meter. Op deze oppervlakte kunnen worden ge projecteerd een groot zaalhandbalveld voor belangrijke wedstrijden in de lengterich ting van de hal, of twee normale (drie kleine) zaalhandbalvelden overdwars, of drie grote (met vier kleine) basketball- velden, of negen volleybalvelden. Aan alle wensen van uitloop, service, speelruimte enz. kan dan worden voldaan. De sporthal wordt dan 66 x 47 meter groot. De toeschouwersaccommodatie wordt gedacht voor 1600 personen, ondergebracht op een tribune aan de lange zijde van de sporthal. De commissie acht voorts een over de breedte van het gebouw gebogen kap als hoofdvorm de beste, waardoor de hoogte in het midden ongeveer vijftien meter zal zijn. De noodzaak van een restaurant wordt niet gevoeld. Een snelbuffet en een be scheiden koffiekamer wordt voldoende geacht. Het lijkt voorts waarschijnlijk dat een betonvloer of houten vloer in de gehele hal zal moeten worden aangebracht. Men heeft de mogelijkheid van een kurk-asphalt vloer en een triabasvloer onderzocht, maar men vindt ze niet gunstig. Er wordt voorts gedacht aan een heteluchtverwarming in r> 3 Hoe urgent een sporthal in Haarlem jij wel gaat worden blijkt wel uit de cijfers 3 van de aantallen spelers en speelsters, ■g die bij de zaalsporten betrokken waren jij in de jaren 1952 tot en met 1955. De 3 groei van deze sporten in de laatste vier jaren was: g Badminton 50 96 150 230 j 8 Basketball 174 240 424 590 Volleybal175 745 810 905 xx)ocooocxxx)oc<xxx50<x>oooooo3comoooocc!cccocoooccccccodco de hal. Voor wat betreft de kleedruimte acht men voorts een ruimte voor 400 per sonen voldoende in vier sets van 100 met een gemeenschappelijke doucheruimte en drie toiletten. De sporthal moet worden gezien, aldus het rapport, als een gemeentelijk sport- object, waarvan het beheer moet worden ondergebracht bij de Dienst voor de Licha melijke Opvoeding.De geschatte stichtings- kosten met betonnen of houten vloer zijn 1.400.000. De gemaakte exploitatie rekening van de sporthal wijst een totaal exploitatietekort aan groot 55.463. Over de plaats van de sporthal worden in de aanvullingen op het rapport nog en kele opmerkingen gemaakt. De aanleiding van het instellen van de commissie en uit gangspunt voor het rapport was het feit dat het terrein aan de Van Riebeecklaan beschikbaar zou kunnen zijn. De commissie acht het terrein daar gunstig en geeft het de voorkeur boven haar bekende andere mogelijkheden. Mocht het echter zo zijn dat er een mo gelijkheid ontstaat om bij het geheel nieuw te bouwen Krelagehuis een afzonderlijke sporthal onder één dak met de bollenbeurs te bouwen, zo schrijft de commissie, dan wil zij nog opmerken dat de ligging van een sporthal op de plaats van het Krelage huis uitstekend is en nog beter dan aan de Van Riebeecklaan. Er zullen weinig punten in aanmerking komen om mindere eisen te stellen aan de hal, wanneer die een deel uitmaakt van een dubbele hal, waarbij in de ene de bol lenbeurs en een accommodatie voor belang rijke wedstrijden en ijshockey komt en in de andere de eenvoudige accommodatie voor de zaalsporten. Het vraagstuk van de parkeerruimte wil men dan oplossen door een parkeerkelder onder het gehele Krelagehuis te maken, waarvan dan eventueel een gedeelte ge bruikt zou kunnen worden voor zaalspor ten als tafeltennis, krachtsporten en rol schaatsen. Voor wat betreft de exploitatie wijst men er op dat de sportbeweging dam een zelf standig beleid moet kunnen voeren. De aangewezen vorm, zo oppert men in het rapport, lijkt de stichtingsvorm voor het sporthalbeheer, waarbij de sporthal voor het gehele jaar gehuurd wordt uit het Krelagehuiscomplex. Binnenkort zal de Haarlemse Sportraad dit belangrijke rapport van de commissie in discussie nemen. Maandagmiddag om half vijf wilde een wielrijdster met haar driejarig zoontje achterop, komende uit de Vroomstraat, dfe Schoterweg oversteken. Zij lette onvol doende op het verkeer en werd aangereden door een autobus, die op de Schoterweg reed. Zij kwam met haar zoontje tussen de voorwielen van de autobus. Het zoontje bleef ongedeerd; de dame liep vermoede lijk een lichte hersenschudding op. Zij zijn per ziekenauto naar huis gebracht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 10