B. en W. adviseren tot aansluiting bij
Bouwkas Nederlandse Gemeenten
Port-Royal
Rapport Sporthal gereed
Kort en bondig
Op beperkte schaal ook
garanties voor anderen
Dr. Ir. Voogd eerste op
voordracht in Utrecht
Amsterdamse Beurs
Er moet tenminste op verdubbeling van
huidige mogelijkheid worden gerekend
DINSDAG 15 MAART 1955
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Prae-advies over particuliere zvonitigbouzv in Haarlem
Huurwoningen
Prognose
Burgerlijke Stand
van Haarlem
Particuliere bouw
Oude dagsver zorging
Tal van verzoeken
Haarlemse
groentehandelaar
door Hof vrijgesproken
Lood van een villa verstopt
in Bloemendaal
Als directrice van
meisjes-H. B. S.
Twee Haarlemmers,
verdacht van heling,
ingesloten
H. J. van Galen is
25 jaar in gemeentedienst
Verdubbeling
Het gebouw
Groei
Waar?
Wielrijdster met zoontje
onder autobus
Vandaag is het prae-advies van B. en W. van Haarlem aan de gemeenteraad
over de particuliere woningbouw verschenen. De belangrijkste conclusies van
dit rapport zijn:
De verdeling van het bouwvolume dient te worden gewijzigd van 70 percent
woningwetbouw erf 30 percent premiebouw in 60 percent woningwetbouw en
40 percent premiebouw;
De gemeente dient toe te treden tot de N.V. Bouwkas Nederlandse Gemeenten;
In die gevallen welke naar het oordeel van B. en W. daarvoor in aanmerking
komen kan voorgesteld worden gemeentelijke garantie voor hypothecaire geld
leningen te verstrekken aan diegenen die een woning voor zichzelf willen laten
bouwen.
Het prae-advies van B. en W. zal Woensdag 6 April door de Haarlemse raad
worden behandeld.
De omvang van de particuliere woning
bouw is sedert de tweede wereldoorlog
slechts beperkt geweest. De voornaamste
oorzaak daarvan was gelegen in de om
standigheid, dat de bouwkosten dermate
waren gestegen, dat, zelfs met de door het
Rijk voor particuliere bouw beschikbaar
gestelde subsidies, een rendabele exploi
tatie van woningen niet was te bereiken.
De particuliere bouw beperkte zich
daarom practisch tot de bouw voor zelf-
bewoning.
In de grote steden, welke bovendien re
latief met de grootste woningnood hebben
te kampen, bestond en bestaat echter in
overwegende mate behoefte aan huurwo
ningen.
De enige mogelijkheid om in deze be
hoefte te kunnen voorzien was woning
bouw van overheidswege. Uiteraard had
hierbij de bouw op de voet van de Wo
ningwet de voorkeur. Enerzijds omdat de
op deze categorie woningen aangewezen
bevolkingsgroep het grootst is en ander
zijds omdat op deze wijze de hoogst mo
gelijke rijkssteun en daardoor de laagst
mogelijke huren konden worden verkre
gen.
Een gevolg van deze onder de toenma
lige omstandigheden vrijwel onvermijde
lijke gedragslijn was, dat de woningwet
woningen niet langer uitsluitend als ar
beiderswoningen konden worden aange
merkt, doch tevens moesten dienen tot
huisvesting van middenstanders, die in
het verleden op particuliere huurwoningen
waren aangewezen.
B. en W. gaan vervolgens de verschei
dene vormen van particuliere bouw na en
wel het eerst de bouw van particuliere
huurwoningen zonder speciale faciliteiten.
Was deze bouw tot voor kort vrijwel
uitgesloten, in de laatste tijd zijn er en
kele symptomen, welke op toenemende
kansen voor deze bouwvorm wijzen.
Zoals immers bekend is, gelukte het in
de tweede helft van 1954 om een particu
liere beleggingsinstantie te interesseren
voor een plan voor de bouw van 125 mid
denstandshuurwoningen in Zinnevelt.
Ook sedertdien is gebleken, dat voor de
bouw van middenstandshuurwoningen met
rijkssubsidie op de voet van het „Premie-
en Bïjdragenbesluit Woningbouw 1953"
toenemende belangstelling bestaat. Met
enkele gegadigden worden dan ook mo
menteel onderhandelingen gevoerd.
B. en W. zijn namelijk van mening, dat
het stimuleren van deze bouwvorm om
verschillende redenen aanbeveling ver
dient.
In de eerste plaats op grond van de over
weging, dat sedert de oorlog in onvoldoen
de mate aan de behoefte aan midden
standshuurwoningen is kunnen worden te
gemoet gekomen.
In de tweede plaats biedt het bouwen
van dit woningtype de mogelijkheid om
een einde te maken aan het huisvesten van
middenstanders in woningwetwoningen,
welke naar haar aard daarvoor eigenlijk
niet bestemd zijn.
In de derde plaats is deze vorm van wo
ningbouw uit een oogpunt van billijke en
doelmatige woonruimteverdeling te prefe
reren boven die van de bouw van wonin
gen voor verkoop of zelfbewoning, waar
bij uiteraard minder stringent aan een
volledige bezetting van de woonruimte
kan worden vastgehouden.
Ten aanzien van vorengenoemde over
wegingen wordt nog opgemerkt:
In de eerste jaren na de oorlog werd het
percentage van 70 woningwetwoningen
nog overschreden. Tijdens de periode 1951/
1953 werden door de gemeente, teneinde
althans enigermate aan de behoefte aan
middenstandshuurwoningen tegemoet te
komen, in totaal 237 walingen gebouwd op
de voet van de „Premieregeling Woning
bouw 1950" of wel 14% van het bouw
volume. Ruim 69 werd gerealiseerd op
de voet van de Woningwet, terwijl de res
terende 17 bestond uit particuliere pre
miebouw voor de verkoop of zelfbewoning.
Teneinde het inzicht in de behoefte aan
middenstandswoningen te verdiepen heb
ben B. en W. terzake het advies ingewon
nen van het Nederlandsch Economisch In
stituut.
Het resultaat daarvan is geweest een
nota van genoemd Instituut van October
1954 over de „woningbehoefte naar huur-
klasse in Haarlem in 1970".
HAARLEM, 14 Maart 1955
ONDERTROUWD: 14 Mrt, G. O. Klomp en
A. J. Bakker.
BEVALLEN van een zoon: 11 Mrt, W. A.
StevensFopma; 12 Mrt, A. F. van der Meu-
lenMuller; M. C. StapelFlipse; J. van
Steijn—Koornstra; 13 Mrt, G. Postmade
Groot: J. M. van der SmanScholte; A.
JansenHoogendijk; H. KranendonkAs-
sink; P. Timm«ï-—van der Fange; M. C.
GrootDijkers.
BEVALLEN van een dochter: 12 Mrt, L.
C. SeméNieuwenhuis; W. van den Ham
van Wienen; 13 Mrt. E. CijsDraaijer! W. H.
Meijervan de Worp; J. C. DondorpLub;
G. J. Allart—Slagter; 14 Mrt. T. Plug-—Poel
man; M. F. van der ZandeVermeer.
OVERLEDEN: 11 Mrt, W. Loerakker, 66 j,.
Leidsestraat; J. J. van Leeuwen, 87 j„ Rol
landstraat.
Deze nota komt onder meer tot de con
clusie, dat aannemende, dat het gemid
delde reële inkomen der bevolking in de
periode 1941-1970 het 36 "fo zal stijgen en
dat in dat tijdvak geen inkomensnivelle
ring zal plaats hebben in de jaren 1954
tot 1970 nog slechts 24°!o van de aan te
bouwen woningen in de woningwetsector
zal behoeven te worden gebouwd.
Gelet op de onzekerheid welke met be
trekking tot de aangenomen premissen
de stijging van het reële inkomen en de
afwezigheid van nivellering bestaat,
acKten B. en W. het niet verantwoord het
percentage woningwetwoningen zo dras
tisch te beperken.
Niettemin komt het B. en W. op grond
van vorenbesproken overwegingen alleszins
verantwoord voor het percentage woning
wetwoningen voorshands te verlagen tot 60
pereent van het beschikbare bouwvolume.
B. en W. wijzen er op dat tegen deze
wijziging in de verhouding woningwet-
middenstandswoningen te minder bezwaar
behoeft te bestaan, daar het absolute aantal
beschikbaar komende woningwetwoningen
door deze procentuele verlaging niet wordt
verminderd, aangezien in de periode 1954
tot en met 1956 meer bouwvolume beschik
baar is dan gedurende het tijdvak van het
vorige richtcontingent het geval was.
Ook zullen de nieuwe woningwetwonin
gen voortaan in het algemeen kunnen wor
den gereserveerd voor de bevolkingsgroep
waarvoor zij feitelijk ook zijn bestemd.
B. en W. stellen zich daarnaast voor zoveel
mogelijk te bevorderen onder meer door
het verlenen van een tegemoetkoming in de
verhuiskosten dat bewoners van be
staande woningwetwoningen, die over een
zodanig inkomen beschikken dat een mid
denstandshuurwoning voor hen meer pas
send moet worden geacht, inderdaad ook
een zodanige woning betrekken.
De particuliere woningbouw, welke
sedert, de oorlog in Haarlem heeft plaats
gevonden, behoort, met uitzondring van het
thans in Sinnevelt in aanbouw zijnde com
plex middenstandshuurwoningen, geheel
tot de categorie van woningen voor verkoop
en zelfbewoning. In de periode 19511953
werd 17 percent van het bouwvolume hier
door in beslaggenomen. Het grootste deel
hiervan 178 woningen, of pl.m. 10,5 per
cent van het bouwvolume werd tot stand
gebracht door een groep Haarlemse bou
wers, wier ondernemingen geheel zijn in
gesteld op de bouw van middenstands
eengezinswoningen voor zelfbewoning of
verkoop.
De overige woningen waren flatwonin
gen, gebouwd door de „Kleine Midden
stander," eveneens bestemd voor de ver
koop, doch in coöperatieve eigendom.
Al deze woningen werden gebouwd zon
der speciale faciliteiten van gemeentewege
en de vraag dient thans te worden beant
woord zulks mede naar aanleiding van
een motie van de heren Fibbe c.s. en de
vele verzoeken om gemeentelijke garanties
ten behoeve van particuliere woningbouw
voor zelfbewoning of het aanbeveling
verdient thans ten behoeve van deze
bouwvorm speciale gemeentelijke facili
teiten te verlenen.
B. en W. hebben tot dusver aan verzoe
ken van deze strekking geen medewerking
verleend, onder meer omdat geen voldoen
de zekerheid bestond, dat het verlenen der
faciliteiten verantwoord was. B. en W.
noemen vervolgens enige bedenkingen
tegen deze gemeentelijke medewerking.
Tegenover deze bezwaren kan echter
het volgende worden gesteld.
De mogelijkheden tot het verwerven
van een eigen woning zijn tot dusver
beperkt gebleven tot hen, die daartoe
door hun financiële omstandigheden in
staat waren zonder speciale gemeente
lijke hulp. Aan een belangrijke groep
gegadigden voor een eigen woning is
deze mogelijkheid in onze gemeente
derhalve geheel onthouden, hetgeen
uiteraard niet bevredigend kan worden
genoemd.
De bevordering van het eigen woning-
bezit in het algemeen verdient stellig
aanbeveling, mede gelet op het element
van „oudedagsverzorging" dat daarin
kan worden gezien, aldus B. en. W.
De verkleining van het percentage
woningwetwoningen biedt wat meer moge
lijkheden bij de toewijzing van bouw
volume voor de premiebouw.
Niettemin is het voor de premie-sector
beschikbare bouwvolume toch nog zo be
perkt, dat met het oog op de behoefte
aan middenstandshuurwoningen, de rede
lijke belangen der Haarlemse eigenbouwers
en de belangen van hen, die zonder bijzon
dere gemeentelijke steun tot de bouw van
een eigen woning wensen over te gaan
het verlenen van gemeentelijke garanties
voor de onderhavige bouwvorm slechts op
zeer beperkte schaal mogelijk zal zijn.
Ten aanzien van het minder stringent
toepassen van de huisvestingsnormen bij
de toewijzing van eigen woningen, wordt
nog opgemerkt, dat B. en W. in het alge
meen daarbij toch plegen vast te houden
aan de eis, dat het in deze woningen trek
kende gezin uit minstens drie personen be
staat.
Zoals B. en W. reeds mededeelden, heb
ben hen reeds tal van incidentele verzoeken
om gemeentelijke garanties bereikt, terwijl
tevens door de N.V. Bouwkas Nederlandse
Gemeenten tot de raad een verzoek om toe
treding werd gericht.
Ten aanzien van de ingediende inciden
tele verzoeken hebben B. en W. reeds op
gemerkt, dat vele aanvragen niet voor
medewerking in aanmerking konden
komen, onder meer in verband met de
voor de gemeente aan het verlenen van de
gevraagde garanties verbonden risico's.
Uiteraard zal alvorens medewerking
aan de aanvragen kan worden verleend
moeten vaststaan, dat zulks in alle opzich
ten verantwoord is, zowel gelet op de be
langen der gemeente, als op die van de be
trekken adspirant-bouwers zelf. Zo zal
steeds een onderzoelt naar de financiële
omstandigheden van de gegadigde, alsmede
naar de betrouwbaarheid en de ervaring
van de betrokken financieringsinstelling en
bouwonderneming, moeten worden inge
steld.
In dat opzicht bestaat in principe reeds
enige zekerheid bij de medewerking aan
bouwplannen, welke door tussenkomst van
de N.V. Bouwkas Nederlandse Gemeenten
worden gerealiseerd.
Deze kort voor de oorlog opgerichte N.V.
beschikt, ondanks haar nog betrekkelijk
korte levensduur, reeds over een grote over
het gehele land verspreide ervaring. Bij de
door haar toegepaste werkwijze wordt, zo
wel in het belang der garantie verlenende
gemeente als in 't belang van de betrokken
aanvrager, op nauwgezette wijze nagegaan
of de plannen en mogelijkheden van de
adspirantbouwer reëel en verantwoord zijn.
Dat zulks met goed succes geschiedt, moge
blijken uit het feit, dat alhoewel door be
middeling van de JBouwkas reeds bijna
5000 woningen werden gesticht, nog in geen
enkel geval een beroep op de gemeentelijke
garanties is behoeven te worden gedaan,
B. en W. zijn dan ook, evenals de commissie
van bijstand in het beheer der openbare
werken en eigendommen der gemeente van
mening, dat toetreding tot de N.V. Bouw
kas Nederlandse Gemeenten aanbeveling
verdient.
Ontploffing Glasblazerstraat
De 45-jarige Haarlemse groentehandelaar
W. v. d. B., die op 26 Augustus 1954 een
ontploffing in de Glasblazerstraat in Haar
lem teweeg bracht, waardoor twee huizen
verloren gingen, is hedenmorgen door het
Gerechtshof in Amsterdam vrijgesproken.
V. d. B. was in hoger beroep gegaan van
het vonnis van 8 October 1954 van de
Haarlemse politierechter, die hem, conform
de eis van de officier van justitie, ter zake
van brand door schuld had veroordeeld tot
een boete van veertig gulden of twaalf
dagen hechtenis.
Veertien dagen geleden had de procureur-
generaal bij het Hof, mr. J. Hoeffelman,
vernietiging van het Haarlemse vonnis en
vrijspraak geëist. De raadsman van V. d.
B., mr. B. J. Lambers, had voor het Hof de
uitslag van een enquête bekend gemaakt,
welke hij in Amsterdam en Den Haag had
laten houden en uit welke enquête was ge
bleken, dat de meeste ondervraagde per
sonen niet op de hoogte zijn van de ge
varen, die benzinedampen in de omgeving
van vuur met zich kunnen brengen. (De
ontploffing was destijds ontstaan, doordat
V. d. B. na het schoonmaken met benzine
van een punt van een vloerkleed, een
sigaret had opgestoken).
Een Bloemendaalse agent van politie vond
het Maandagmiddag omstreeks vier uur ver
dacht, dat twee jonge mannen rond reden
met een bakfiets. Zij verdwenen onverwacht
en na enig zoeken zag hij het tweetal weer.
Hij wendde zich tot de jonge mannen, die
geheimzinnig deden en geen geloofwaardig
verhaal konden doen. Daarom werden zij
uitgenodigd mee naar het bureau van politie
te gaan. Uit een onderzoek bleek, dat zij van
het dak van een villa, die onbewoond was,
200 kg lood hadden gestolen en dat zij het
gestolene hadden verstopt in de omgeving,
waar de agent het tweetal had aangetroffen.
Het had in hun voornemen gelegen het ver
stopte lood later weg te halen, maar door het
actief optreden van de agent van politie is
dit plan niet tot uitvoering gekomen. De
aangehoudenen waren de een en twintig
jarige A. S. en de vijftienjarige H. H.; de
oudste moest op het bureau van politie
blijven en de ander is na verhoor op vrije
voeten gesteld.
Naar wij vernemen staat de directrice
van de Middelbare "School voor meisjes te
Haarlem, mejuffrouw dr. ir. N. H. J. M.
Voogd, als eerste op de voordracht voor
een nieuwe directrice aan de meisjes H.B.S.
te Utrecht. Op 24 Maart zal de Utrechtse
gemeenteraad deze voordracht in behande
ling nemen.
De noodraad van Haarlem benoemde in
Juli 1946 mejuffrouw Voogd tot directrice
van de Middelbare School voor meisjes.
Van 1934 af was zij directrice der gemeen
telijke Hogere Burgerschool voor meisjes
te Groningen. Zij bezocht de H.B.S. te Rot
terdam en studeerde na het behalen van
het einddiploma aan de Technische Hoge
school te Delft voor scheikundig ingenieur.
In Februari 1931 werd mejuffrouw Voogd
tot lerares in natuur- en scheikunde be
noemd aan de Middelbare School voor
meisjes te Haarlem. In October van het
zelfde jaar promoveerde zij tot doctor in de
scheikunde. Dr. ir. Voogd is ook nog werk
zaam geweest aan het gymnasium te Haar
lem, voorts aan het toenmalige gemeente
lijk lyceum en aan het Kennemer Lyceum.
Mejuffrouw Voogd heeft zitting in het
bestuur van de Vereniging van directrices
en directeuren van scholen voor voorbe
reidend hoger en middelbaar onderwijs
voor meisjes in Nederland en in enige ge
meentelijke ambtelijke commissies. Haar
adviezen worden gekenmerkt door een
scherp inzicht in taken en behoeften van
het onderwijs aan meisjes. Een eventueel
vertrek zou dan ook een groot verlies voor
het Haarlemse onderwijs betekenen.
BINNENLAND
Uit een villa aan de Hoogewerflaan in
Den Haag werden terwijl de bewoners naar
het theater waren, een klein beeldcamera
f 100 aan vreemde valuta en sieraden, waar
onder twee gouden armbanden, gestolen.
Het zevende internationale jaarcongres
van de Association Internationale des Etu-
diant en Sciences Economiques et Commer
ciales, dat te Rotterdam van 10 tot 19 Maart
wordt gehouden met 125 deelnemers van
bijna twintig nationaliteiten, is Maandag ot
bezoek geweest in Amsterdam.
Prof. dr. F. Zernike, hoogleaar in de
theoretische natuurkunde aan de rijksuni-
versiteit te Groningen en Nobelprijswinnaar
natuurkunde van 1953. zal op 19 Maart het
eredoctoraat in de wis- en natuurkunde
ontvangen van de „Faculte des Sciènces" aan
de universiteit te Poitiers.
Tot burgemeester van Hulst is benoemd
de heer A. L. S. Lockefeer, thans lid van
Gedeputeerde Staten van Zeeland, wonende
te Hulst. De heer Lockefeer is lid van de
K.V.P.
Nog maar enkele weken geleden heeft
onze correspondent in Parijs, naar aanlei
ding van de opvoeringen door de Comédie
Frangaise, in „Erbij" een uitvoerige be
spreking gewijd aan het stuk „Port-Royal"
van Henry de Montherlant, dat gister
avond door de Haagse Comedie in de
Haarlemse Schouwburg voor het voetlicht
werd gebracht. De uitzonderlijke kwali
teiten van het werk zijn daarin breed uit
gemeten en ik behoef er weinig aan toe
te voegen, behalve dan de verklaring dat
dit historisch zeer wel verantwoorde
drama van de verdrijving der Jansenis
tische zusters uit haar klooster, waarin
thans o ironie der geschiedenis een
kraaminrichting is gevestigd, mijn belang
stelling nauwelijks gaande heeft weten te
houden.
Langdradigheid van sommige fragmen
ten lijkt mij niet de enige oorzaak der
allengs onmiskenbaarder wordende verve
ling. En aan de kwaliteit van de door
Albert van Dalsum geregisseerde verto
ning heeft het stellig niet gelegen, al is
men dan ook niet helemaal ontkomen aan
het gevaar van een „calvinistische" zwaar
wichtigheid, die als het ware door het
thema wordt ingegeven. Hoe men overi
gens op grond van de trilogie, waarvan
deze lange éénacter (in Frankrijk zonder,
in Nederland met een pauze) het sluitstuk-
vormt, De Montherlant tot „kampioen van
het katholicisme" heeft kunnen uitroepen,
is n<ij een raadsel. De omstreden geloofs
punten vormen immers niet meer dan een
aanleiding tot demonstratie van wat de
beroemde schrijver zelf noemt „de bewe
gingen var. de menselijke ziel". Maar ja.
hij behoort nu eenmaal tot de klasse dar
kampioenen. In elke biografie van hem
kan men lezen, dat hij die in zijn jeugd
krijgsheld, stierenvechter en een geduchte
voetballer was destijds de honderd
meter in 11.45 seconden liep!
In „Port-Royal" waarmee Henry de
Montherlant zijn carrière van toneelschrij
ver als voltooid beschouwt heeft hij
het onmogelijke geprobeerd: het opleve
ren van een moderne pendant van de
Griekse tragedie op basis van de Christe
lijke levensbeginselen. Theoretisch voldoet
hij inderdaad aan kenmerkende voorwaar
den: er heerst een onmiskenbare grandeur
in het uiterste conflict tussen recht en
recht, men kan wijzen op de hoogmoed,
die onvermijdelijk ten ondergang voert in
een wereld, die geen plaats voor absolute
opvattingen heeft, op een zich aangetrok
ken voelen tot het lijden. Er wordt ge
zinspeeld op een nobele houding in het
stervensuur en er heerst een zeldzame be
heersing van een aristocratische stijl. Maar
bij dit alles geldt nog steeds, wat Mars
man lang voor de oorlog reeds schreef:
„De Montherlant is met zijn bronzen rhe-
toriek een verlitteratuurde litterator".
Hoezeer men in tijden als deze een der
gelijke in eenvoud grootse opzet waarderen
moet, de auteur is in de poging blijven ste
ken. Het stuk wekt geen medegevoel ens op
en mist zijn nawerking daardoor. Mijn be
zwaar richt zich geenszins tegen het gebrek
aan uiterlijke handeling, integendeel: de
puriteinse soberheid, het koele aestheticis-
me, of hoe men strakke vormgeving karak
teriseren moet, verhoogt de intensiteit en
versterkt de indruk van de waarachtigheid
der bedoelingen. De persoonlijkheid van De
Montherlant, een eeuwen te laat geboren
renaissancemens, tegelijk platonisch en
prachtlievend, is er volledig in aanwezig.
Maar de ontwikkeling, die zijn toneelfigu
ren doormaken, is louter rationeel. Van
daar dat de bewondering voor deze drama
tische documentaire in Frankrijk zich wel
begrijpen laat.
De vertaling (van Alfred Pleiter) heeft
de afmattende breedsprakigheid naar onze
smaak aanzienlijk bevorderd, hetgeen niet
bepaald een winstpunt is. De keuze van
dit ondanks een zekere arrogante moedwil
ligheid toch voorname stuk door de Haagse
Comedie is, hoezeer misschien ook een
prestigekwestie, te begrijpen en te verde
digen. Onverstandiger lijkt het mij dit als
een abonnementsvoorstelling aan te bie
den. Intussen was de opvoering zeker het
aanzien waard, vooral dank zij het over
tuigende optreden van Ida Wasserman als
zuster Angélique de Saint-Jean, een uiterst
zorgvuldig opgebouwde en fijnzinnig afge
stemde rol, waarvoor een grote bewonde
ring past. Bijzonder mooi vond ik ook de
openhartigheid die Myra Ward als zuster
Marie-Frangoise de l'Eucharistie in haar
gesprek met de aartsbisschop van Parijs
3-314 Nederl.'47
A.K.U
Unilever
Philips Gloeil.
Kon. Petroleum
A'dam Rubber
Holl. Amer. Lijn
N. Scheepv. Unie
H.V.A
Deli Mij
Amsterd. Bank
Ned. Handel Mij.
Rotterd. Bank
Twentsche Bank
Anaconda Copper
Bethlehem Steel
Republic Steel
Shell Union
Tidewater
U. S. Steel
Slotkoers
gisteren
100%
305)4
386
353
583)4
113
181
175)4
148
144)4
247
228 7/8
218)4
231
51i/.«
121
81%
62)4
27%
77
Openings
koersen
1005/,.
300
380
346)$
580
112
182
175
147)4
143
246
228V2
217
231
49 J4
118)4
79
59)4
26%
74 K
Scène uit Port-Royal
wist te suggereren, maar minder gelukkig
was zij in de latere scènes, waarbij de aan
De Montherlant eigen toon van exaltatie te
weinig wezenlijke inhoud kreeg.
Verder moeten dan Fie Carelsen, Marie
en Enny Meunier, Nel Knoop en Do van
Stek als de belangrijkste der „Belles Amies
de Port-Royal" worden genoemd. Zeer aan
vaardbaar, in het eerste deel van deze ver
toning zelfs uitmuntend, was Cees Laseur
als Monseigneur de Beaumont de Péréfixe,
waarin door een kunstgreep van de
auteur zowel de wereldlijke (het Lou
vre) als de geestelijke macht (van Rome)
belichaamd zijn en welke dubbele functie,
hij met geraffineerde nuances liet uitko
men in de mengeling van diplomatieke
charme en onverbiddelijk machtsbesef. De
mise-en-scène leek mij niet altijd even
gelukkig, maar ik kan mij begrijpen dat er
gestreefd werd naar enige zijdelingse be
weging op de stroom van woorden, woor
den, woorden, waarvan de zin tot het ver
stand beperkt bleef. DAVID KONING
Van de aanleg- van een brede door
verbinding van Nijmegen naar Kleef en Em
merik met aansluiting op de autobaan naar
het Ruhrgebied is er allang sprake. Thans
heeft de secretaris van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Nijmegen mede
gedeeld, dat contacten zijn gelegd met de
Nederlandse consul de heer Jurgens te Kleef
en de Kreisdirektor in Kleef over de weg-
ve-binding NijmegenKleefEmmerich—
autobaan.
Looddiefstal
Vrijdag berichtten wij, dat enige Haar
lemmers waren aangehouden en ingeslo
ten, verdacht van diefstal van vijf „brood
jes" lood uit een fabriek in Haarlem. De
Haarlemse recherche heeft in verband met
deze zaak inmiddels nog twee Haarlem
mers aangehouden, de 23-jarige H. B. en
de 29-jarige J. H. v. d. W., kooplieden,
verdacht van heling. Ook zij zijn ingeslo
ten. Het lood is niet meer te achterhalen:
het is door een Haarlemse firma gekocht
en inmiddels omgesmolten.
Op 24 Maart hoopt de heer H. J. van
Galen het feit te vieren dat hij vijf
entwintig jaren als ambtenaar werkzaam
is in dienst van de gemeente Haarlem.
De eerste twaalf jaren werkte hij op het
bureau van de Dienst der Werkloosheids
bestrijding; daarna volgde zijn benoeming
bij de Gemeentelijke Geneeskundige en
Gezondheidsdienst waar de jubilaris spe
ciaal belast is met de loonadministratie.
Voorts geniet de jubilaris bekendheid in
zijn kwaliteit van pennigmeester van de
R.K. Woningbouwvereniging „Sint Bavo"
in Haarlem-Noord.
Bij het opstellen van een bouwprogram
ma voor een sporthal in Haarlem is uit
gegaan van de noodzaak een binnenspeel-
ruimte te hebben voor basketball, zaal
handbal, badminton en volleybal. Tevens
zullen mogelijkheden ontstaan voor tennis,
boksen, athletiek, gymnastiek, zaalhockey,
zaalkorfbal en tafeltennis. Ook de moge
lijkheid van ijshockey en rolschaatsen is
overwogen, maar de commissie meent dat
geen vijf poten aan één schaap geëist kun
nen worden. Bovendien is er met één sport
hal in Haarlem toch al speeltijd tekort en
blijft voor de commissie de oplossing van
de zalennood voor de zaalsporten hoofd
zaak.
Aldus een passage uit het rapport be
treffende de hoofdlijnen voor de stichting
van een sporthal in Haarlem, dat werd
samengesteld door de commissie sporthal
van de Haarlemse Sportraad. Een rapport,
waarin men allereerst wijst op de dringen
de noodzaak van een sporthal, gezien de
zowel hygiënisch totaal onvoldoende en
veel te kleine speelgelegenheid in het Kre
lagehuis. Wij zullen hierover niet verder
uitweiden wij hebben reeds meermalen
doen uitkomen voor wat voor moeilijk
heden de zaalsporten in Haarlem staan en
hoe de ontwikkeling wordt geremd door de
tegenwoordige speelruimte.
cooooooocoooooocxxoooocococ
:ocooooooocooocooooooooc
Samenvattende meent de commissie dat
bij de stichting van een sporthal tenminste
op een verdubbeling van de huidige moge
lijkheid moet worden gerekend. Ze staat
bovendien op het standpunt dat de belan
gen van de sport moeten prevaleren en dat
daarom van nevengebruik voor allerlei
zakelijke doeleinden moet worden afgezien.
Bij uitzondering zal de grote ruimte voor
bijeenkomsten van culturele aard mogelijk
moeten zijn.
De commissie meent voorts dat naar een
combinatie met daggebruik voor sportdoel-
einden moet worden gezocht. Zolang er nog
zoveel oefengelegenheid tekort is, zal de
sporthal aan een enkele school een uitwijk
mogelijkheid voor zijn lessen lichamelijke
opvoeding kunnen bieden. Voorzover de
afstand het mogelijk maakt, zal de zaal-
sportbeoefening in schoolverband er plaats
kunnen vinden.
En wat ziet de commissie als het
gezien de omstandigheden en vooral de
financiële meest ideale gebouw? Een
gunstige grootte, aldus het rapport, van de
zaal (vrije speelruimte) is 66 x 35 meter.
Op deze oppervlakte kunnen worden ge
projecteerd een groot zaalhandbalveld voor
belangrijke wedstrijden in de lengterich
ting van de hal, of twee normale (drie
kleine) zaalhandbalvelden overdwars, of
drie grote (met vier kleine) basketball-
velden, of negen volleybalvelden. Aan alle
wensen van uitloop, service, speelruimte
enz. kan dan worden voldaan. De sporthal
wordt dan 66 x 47 meter groot.
De toeschouwersaccommodatie wordt
gedacht voor 1600 personen, ondergebracht
op een tribune aan de lange zijde van de
sporthal.
De commissie acht voorts een over de
breedte van het gebouw gebogen kap als
hoofdvorm de beste, waardoor de hoogte
in het midden ongeveer vijftien meter zal
zijn. De noodzaak van een restaurant wordt
niet gevoeld. Een snelbuffet en een be
scheiden koffiekamer wordt voldoende
geacht.
Het lijkt voorts waarschijnlijk dat een
betonvloer of houten vloer in de gehele
hal zal moeten worden aangebracht. Men
heeft de mogelijkheid van een kurk-asphalt
vloer en een triabasvloer onderzocht, maar
men vindt ze niet gunstig. Er wordt voorts
gedacht aan een heteluchtverwarming in
r>
3 Hoe urgent een sporthal in Haarlem
jij wel gaat worden blijkt wel uit de cijfers
3 van de aantallen spelers en speelsters,
■g die bij de zaalsporten betrokken waren
jij in de jaren 1952 tot en met 1955. De
3 groei van deze sporten in de laatste vier
jaren was:
g Badminton 50 96 150 230 j
8 Basketball 174 240 424 590
Volleybal175 745 810 905
xx)ocooocxxx)oc<xxx50<x>oooooo3comoooocc!cccocoooccccccodco
de hal. Voor wat betreft de kleedruimte
acht men voorts een ruimte voor 400 per
sonen voldoende in vier sets van 100 met
een gemeenschappelijke doucheruimte en
drie toiletten.
De sporthal moet worden gezien, aldus
het rapport, als een gemeentelijk sport-
object, waarvan het beheer moet worden
ondergebracht bij de Dienst voor de Licha
melijke Opvoeding.De geschatte stichtings-
kosten met betonnen of houten vloer
zijn 1.400.000. De gemaakte exploitatie
rekening van de sporthal wijst een totaal
exploitatietekort aan groot 55.463.
Over de plaats van de sporthal worden
in de aanvullingen op het rapport nog en
kele opmerkingen gemaakt. De aanleiding
van het instellen van de commissie en uit
gangspunt voor het rapport was het feit
dat het terrein aan de Van Riebeecklaan
beschikbaar zou kunnen zijn. De commissie
acht het terrein daar gunstig en geeft het
de voorkeur boven haar bekende andere
mogelijkheden.
Mocht het echter zo zijn dat er een mo
gelijkheid ontstaat om bij het geheel nieuw
te bouwen Krelagehuis een afzonderlijke
sporthal onder één dak met de bollenbeurs
te bouwen, zo schrijft de commissie, dan
wil zij nog opmerken dat de ligging van
een sporthal op de plaats van het Krelage
huis uitstekend is en nog beter dan aan de
Van Riebeecklaan.
Er zullen weinig punten in aanmerking
komen om mindere eisen te stellen aan de
hal, wanneer die een deel uitmaakt van
een dubbele hal, waarbij in de ene de bol
lenbeurs en een accommodatie voor belang
rijke wedstrijden en ijshockey komt en in
de andere de eenvoudige accommodatie
voor de zaalsporten.
Het vraagstuk van de parkeerruimte wil
men dan oplossen door een parkeerkelder
onder het gehele Krelagehuis te maken,
waarvan dan eventueel een gedeelte ge
bruikt zou kunnen worden voor zaalspor
ten als tafeltennis, krachtsporten en rol
schaatsen.
Voor wat betreft de exploitatie wijst men
er op dat de sportbeweging dam een zelf
standig beleid moet kunnen voeren. De
aangewezen vorm, zo oppert men in het
rapport, lijkt de stichtingsvorm voor het
sporthalbeheer, waarbij de sporthal voor
het gehele jaar gehuurd wordt uit het
Krelagehuiscomplex.
Binnenkort zal de Haarlemse Sportraad
dit belangrijke rapport van de commissie
in discussie nemen.
Maandagmiddag om half vijf wilde een
wielrijdster met haar driejarig zoontje
achterop, komende uit de Vroomstraat, dfe
Schoterweg oversteken. Zij lette onvol
doende op het verkeer en werd aangereden
door een autobus, die op de Schoterweg
reed. Zij kwam met haar zoontje tussen de
voorwielen van de autobus. Het zoontje
bleef ongedeerd; de dame liep vermoede
lijk een lichte hersenschudding op. Zij zijn
per ziekenauto naar huis gebracht.