Een leven voor het toneel TACHTIG JAAR Sprookjesprins Mendelssohn Practische dromers met vaardige handen fi<. tfeduit Naturalisme was ons gunstig... GEESTDRIFT SPATBORD VOORBEELDEN „FREDDIE „FRANSJE BRANDERTJE Boekenforum in Vleeshal Een paar anecdotes De toneelstukken zijn verouderd, maar zijn jongensboeken nog springlevend OP DE HOEK van de Westergracht en de Oranjeboomstraat in Haarlem staat 'n oud winkelpand. Vroeger was het een ijssalou voor de Leidsebuurtjeugd, nu zetelt er sinds twee jaar het Technisch Bureau Fontein, kortweg Tebufo een prozaïsche naam voor een romantisch bedrijfje, opgericht door vier mannen met durf en verbeeldingskracht. Vier uitvinders in statu nascendi, die de we reld iets nieuws of iets beters willen brengen, op wat voor gebied en hoe dan ook. Wat zij precies wilden uitvinden, dat wisten zij zelf nog niet goed, toen de firma, in Januari 1953, van stapel liep. Maar ze hadden ideeën en handen aan bun lijf en iets zou er dus altijd wel uit komen rollen, meenden zij. ZE KOCHTEN een werkbank, een teken tafel en wat bescheiden kantoormeubelen. Grootste investering was hun wederzijds vertrouwen. Vreemd, dat vier mensen, die zoveel verschillen, elkaar vinden en elkaar „liggen". Daar is J. Fontein, actieve veer tiger en erudiet, de commerciële man van het viertal. Maar behalve zakenman is hij ook uitvinder in hart en nieren en hij kent geen groter genoegen dan zelf aan de draaibank of in het kleine laboratorium deel te nemen aan het practische werk. Meeuwenoord, tegen de zestig, is de gede gen vakman van de oude stempel, verbe ten vasthouder, die weet wat hij wil. Dan is er Gasseling wij zouden hem de „prac tische dromer" willen noemen die aan verschillende uitvindingen bezig is, waar. over nog niets gepubliceerd mag worden. Jongste lid van het viermanschap tenslotte is de technicus Van Lieshout, nog in zijn twintiger jaren, maar vol pit en frisse denkbeelden. Vier mensen, bijna in ieder opzicht eikaars tegendeel, maar verenigd in hun geestdrift voor het pionierswerk om iets uit niets te scheppen. EN WAT HEBBEN ZIJ bereikt in dat donkere opkamertje, waar vroeger de buffetkraan van de ijscoman gorgelend zijn slagroomrozetjes uitbraakte? „Kom mee", zegt de heer Meeuwenoord en vol trots toont hij ons de uitvinding, die zijn levens werk is: een volautomatische robot, die aan de lopende band spatborden zonder eind produceert. Spatborden voor fietsen, brommers of kinderwagens, maar ook gor dijnroeden of andere gebruiksvoorwerpen. Strip metaal erin, spatbord kant en klaar eruit tien meter per minuut. Dertig jaar lang heeft Meeuwenoord over zo'n machine gepiekerd. Nu eindelijk, is zij werkelijk heid geworden, na lange maanden van teamwork met veel vallen en opstaan. De kinderziekten zijn overwonnen, octrooi is aangevraagd en binnenkort gaat de spat borden-automaat „de markt op". Of er be langstelling voor is? „Ze lopen ons nu al de deur plat voor de concessierechten", zegt de uitvinder. Het nog wat hoekige prototype van de dubbelwandige kachel .fransje" met in gebouwde ventilator, dat - naar de uit vinders hopen - een revolutie in de haardenfabricage zal ontketenen. waaromheen een tweede mantel, met de vorm en de afmetingen van een normale haard, geconstrueerd is. Achter in deze bui tenste mantel is een ventilator gebouwd, die koude lucht aanzuigt, die langs het CCOOOOOOOOOOC)OOCOCOCOCOOOOOOOCOOCC< Kleiner, beter en zuiniger dan alle j spiritusstelletjes en blokjesbranders is dit simpele trekkerscomfoortje, ook een: Haarlemse vinding. Van links naar rechts: de brander in gebruik, een busje,- brandstof en het hele gevgl opgevouwen f IN DE BEGINJAREN van de negen tiende eeuw was de Matthaus-Passion van Bach een vergeten compositie, een mu seumstuk geworden. Wellicht was de grote stijlverandering die zich in het midden van de achttiende eeuw, na de dood van Bach, zou voltrekken, daar mede oorzaak van. Misschien ook dat men met het werk, in wezen te zelfstandig voor de kerkdienst en toch geen concertmu ziek, geen raad meer wist. Het rustte dus in bibliotheken en wachtte daar op de sprookjesprins, die het opnieuw tot klin kend leven zou wek ken. Die sprookjes prins kwam en hij heette Felix Mendels sohnBartholdi. Op 11 Maart 1829 vervulde deze toen twintigjarige zijn hartewens: het werk te horen klinken. Hij gaf het daarmee tege lijk aan de muzikale wereld terug. Maar een twintigjarige jongeman, die als dirigent de capaciteiten en het overwicht, als orga nisator de kracht toonde te bezitten een werk als dit te kunnen uitvoeren hoe is dat eigenlijk te verklaren? Immers, de diri genten, die zich met de Mattheus-Passie bezighouden, weten dat de horizon, hoe meer zij zich daarin verdiepen en hoe meer zij de problematiek van de weergeving gaan beseffen, des te verder schijnt te wijken. Êenige aantekeningen mogen het slagen van Mendelssohns experiment wat begrij pelijker maken. Voorop zij gezegd, dat veel vraagstukken van nu, vooral wat de aan passing der uitvoering aan het historische klankbeeld betreft, voor Mendelssohn nog niet bestonden. Het ging er hem om het werk, in de muzikale sfeer van zijn eigen tijd, in het gunstigste licht te stellen. Wan neer wij denken aan Mendelssohns buiten gewone begaafdheid als componist, pianist en dirigent hij had al drie jaar tevoren zijn meesterlijke ouverture tot „Een Mid- zomernachtdroom" geschreven dan kun nen wij daar nog een andere factor aan toevoegen, die mede veel verklaart. De jonge Felix groeide op in een milieu van voorname cultuur, een gelukkige fa miliekring van begaafde mensen. Vader Abraham Mendelssohn, zeer gefortuneerd bankier te Berlijn, kon zijn kinderen een zorgvuldige opvoeding geven. Het grote huis in de Leipziger Strasse was een tref punt van beroemde kunstenaars en geleer den. Daar werd veel gelezen en muziek ge maakt. Felix bleek naast zijn muzikale gaven talent voor tekenen en schilderen te bezitten. Zijn drie jaar oudere zuster Fan ny componeerde en speelde uitstekend piano. Rebekka zong en Paul speelde cello, felix kreeg al jong lessen in theorie en compositie van Karl Friedrich Zeiter. Als de naam van deze man nog voort leeft, dan zijn de voornaamste redenen daarvan wel de grote vriendschap, die Goethe hem toedroeg en de muzikale lei ding die hij Mendelssohn heeft gegeven. Zijn werken, in hoofdzaak mannenkoren en liederen, zijn vergeten. Zeiter was een self-made man, een originele kerel, die echter zijn echt-Berlijnse grofheden nooit afleerde en daardoor in de gedistingeerde kring der Mendelssohns niet weinig déto- neerde. Hensel, de latere echtgenoot van Fanny, vertelt daarvan drastische ver halen. Een schuchtere jonge zangeres zou Zei ter eens voorzingen. „Zing maar op je ge mak", moedigde hij het angstige meisje aan. „Wat een ander kan uithouden, dat kan ik ook uithou den". Nauwelijks was ze begonnen, of Zeiter riep haar toe: „Sper je mond (das Maul) niet zo open!" Toen de arme ziel begon te huilen, meende hij het goed te maken met: „Nu, huil maar niet, zo kwaad heb ik het niet gemeend maar heus, als je er zo uitziet als jij, dan moet je niet zo'n grote mond opzetten." Zeiter was dirigent van het grote ge mengde koor, de Singakademie. Hij nam zijn leerling Mendelssohn soms mee naar de repetities, liet hem het koor begeleiden en zo nu en dan ook dirigeren. Daarbij was Zeiter een uitstekende Bachkenner. al was het waarschijnlijk meer de theoreticus die Bachs contrapuntisch meesterschap bewon derde, dan de kunstenaar. De Singakade mie bevat een belangrijke bibliotheek en daarin was ook de Mattheus-Passie. Het bestuderen van deze partituur gaf de jonge Felix zulke diepe indrukken en vervulde hem zo, dat hij Zeiter wilde overhalen het werk uit te voeren. Maar Zeiter meen de, dat dit plan onuitvoerbaar was. Toen rijpte bij Mendelssohn de stoute gedachte, het zelf te doen. Hij overlegde het met zijn muzikale vrienden, en vooral met Eduard Devrient, een voortreffelijk zanger, aan wie de Christus-partij werd toevertrouwd. Hoe toen de uitvoering tot stand kwam, vindt men uitvoerig beschreven in een brief van Fanny aan een vriend te Lon den. van 22 Maart 1829. Op zekere dag, zo schrijft zij, begaven Felix en Devrient zich, met nieuwe gele handschoenen aan (wat zij heel belanerijk vonden!) naar het be stuur van de Singakademie. Zij spraken bedeesd en vroegen bescheiden, of men voor een weldadig doel de zaal zou willen afstaan. Zij waren daartegenover bereid een tweede uitvoering ten bate van de Akademie te geven. De heren antwoordden hoffelijk, dat ze liever vijftig Thaler huur ontvingen en de ontvangsten aan de jonge lui ter beschikkinr stelden. Maar dit alles kwam in orde en Felix begon onmiddellijk met de repetities. Hij bracht enige coupu res aan (naar ik meen dezelfde, die tot voor kort steeds gebruikelijk waren, W. A.) en wijzigde de instrumentatie van één recita tief („Der Vorhang im Tempel"). Verder werd niets veranderd. Tijdens de repetities werd zowel de belangstelling als het en thousiasme der medewerkenden steeds gro ter. De eerste uitvoering, op 11 Maart 1829, was een gebeurtenis, die voor ieder die ze bijwoonde, een onvergetelijke herinnering werd. En hiermede was dus de grootse compositie aan de muzikale wereld terug gegeven. WILLEM ANDRIESSEN EEN ANDER OBJECT is „Fransje", een nieuwtje op kachelgebied, dat zij gevieren hebben uitgebroed. Het prototype, dat wij bewonderd hebben, bestaat uit een minia tuur-potkacheltje van de simpelste soort, De spatbordenrobot ran de heer Meeu wenoord. Links wordt een strip staalblik of plaatijzer ingevoerd, rechts verschijnt het gevormde spatbord. "oocoQooooooooooooooooooooooooooocxxx3ooooooooooooococfoo potkacheltje gaat en als hete lucht het te verwarmen vertrek wordt ingestuwd. Met ei van Columbus dus, maar dan stellig geen windei, want zoals wij met de ther mometer konden vaststellen, zorgt Fransje zelfs langs de vloer nog voor temperatu ren van vijfentachtig tot negentig graden Fahrenheit, terwijl de conventionele hete- luchtkachels volgens onze zegslieden ten hoogste 1030 graden bodemwarmte op brengen. Voeg daarbij het feit, dat dit pot kachelhaardje zeker veertig percent min der kolen gebruikt dan een kachel van dezelfde capaciteit en bovendien als ver stuiver en air-conditioner gebruikt kan worden, dan is er nlle reden, om Fransje in de gaten te houden Als hij alles waar maakt wat zijn uitvinders van hem ver wachten, gaat hij een grote toekomst tege moet. „FREDDIE" een Tebufo-uitvinding van wat oudere datum is een nieuw gietvorm-materiaal van een rubberachtige substantie dat men, gesmolten in een pan netje, over willekeurige voorwerpen van metaal of ander niet-poreus materiaal kan uitstorten. Is de massa gestold, dan kan zij zonder moeite van het voorwerp in kwestie bijvoorbeeld een asbakje worden af gepeld. De negatieve „afdruk" van het as bakje in de rubbermatrijs kan dan, volge goten met gips, een vrijwel onbeperkt aan tal identieke asbakjes voortbrengen. Freddie, dat in kleurige speelgoed-„kits" reeds in de handel is, opent ook voor vol wassen knutselaars en modelmakers nieuwe mogelijkheden, omdat het uiterst elastische materiaal zelfs van de grilligst gevormde voorwerpen een gave matrijs-uit-één-stuk levert, zodat ook beeldjes, vazen met „bui ken" en andere gecompliceerde vormen er gemakkelijk mee te vermenigvuldigen zijn. DAN IS ER NOG een nieuw brandertje. opvouwbaar en simpel, dat een uitkomst voor kampeerders en kamerbewoners zon der (of piet gebruik van) keuken kan worden. De brandstof is een gepatenteerde chemische pasta, luchtdicht afgesloten in een blikken doosje, dat precies in het mi- niatuur-comfoor past. Elk doosje pasta brandt ongeveer een half uur, heeft de ca paciteit van twaalf spiritustabletten, die normaal in zulke branders gebruikt wor den en is vele malen goedkoper. De heer Fontein en de zijnen zullen er alles op zet ten om dit handige apparaatje nog voor de zomer in de handel te bren-en, zodat de duizenden trekkers in de vacantie goed koop hun potje kunnen koken. Veel heeft het viermanschap zich moe ten ontzeggen om dat alles te realiseren en produetierijp te maken twee jaar van hard werken, grote kosten en veel tegenvallers. Maar het is gelukt en als Fransje of Freddie, de brander of de spat bordenrobot een „best seller" worden, dan is hun toekomst gemaakt. Maar ook als dat niet het geval zou zijn, zullen zp doorzet ten, nieuwe dingen bedenken op allerlei gebied en ze tezamen in goede kameraad schap proberen te verwerkelijken. Er is sfeer en enthousiasme in dit moedige be drijfje, er zijn ideeën en vaardige handen en de vaste wil om te slagen. En waarom zouden ze niet slagen zijn Edison. Ford en zoveel anderen niet op dezelfde manier begonnen? H. C. Onder auspiciën van de R.K. Openbare Leeszaal te Haarlem, zal op Dinsdag 29 Maart ter gelegenheid van de Boekenweek 1955, in de Vleeshal een zogenaamde „Forum"-avond worden gehouderi. Vijf op hun gebied deskundige personen zullen hun persoonlijke meningen geven op door het auditorium gestelde vragen en proble men, die betrekking moeten hebben op het boek en alles wat daarmee te maken heeft (zoals letterkunde, uitgeverij, bibliotheek wezen enz.) Het „Forum staat onder voor zitterschap van de heer H. W. M. van Run en wordt gevormd door: mevrouw M.Th. Veen (uitgeefster), mej. L. Margry (bi bliothecaresse) en de heren Godfried Bo- mans (schrijver), A. van Domburg (jour nalist) en B Rijdes (schrijver). In de „WigwanV'-uitzending van de KRO op Zaterdag 26 Maart worden leden van de Jeugdbibliotheek van de Katholieke Lees zaal te Haarlem getest op hun algemene kennis van kinderboeken. A occccoof „IN NEDERLAND vindt men maar weinig critici, die zo geliefd 2v« als J. B. Schuil - waarom? Wel, om de grote, waarachtige liefde, die deze man het toneel toedraagt, nog altijd onverflauwd en met een diepe en rijke kennis. De jongeren weten dit niet en daarom ben ik blij te kunnen getuigen van mijn grote waardering voor hem". Deze zinnen schreef de acteur en regisseur Louis Saalborn in het Album Amieorum, dat in Maart 1950 onder de gewelven van de toen juist geopende sociëteit Teisterbant, waarvan hij erelid is. aan mijn rworganger ter gelegenheid van zijn vijfenzeventigste verjaardag m werd aangeboden. En Ben Groenier merkte in zijn H 3|| schriftelijke gelukwens on der meer op: „Even voor het jï 'fvan een voorstelling in de Stadsschouwburg te Haarlem kijken de spelers in de zaal, van het toneel uit. naar de eerste rij links. De spelers zeggen: Schuil is er Dan bedoelen ze: we zijn compleet. Soms zeggen ze: Mig Schuil is er niet. Dan bedoe len ze: we zijn vanavond incompleet". Die uitspraken dateren nu alweer van vijf jaar geleden. Morgen,Zondag 20 Maart, wordt hij tachtig Indien u hem wilt feliciteren, moet u hem een brief laten bezorgen, want hij doet zijn naam eer aan: hij houdt zich schuil. Van een huldiging heeft hij niets willen weten, al ware het slechts omdat hij aan de vorige een onvergetelijke en naar zijn mening onovertrefbare herinnering bexcaart. Die tientallen brieven met betuigingen van vriendschap, waardering, bewondering, dankbaarheid en hartelijke genegenheid van toneelkunstenaars van drie of vier generaties vormen voor hem in de volle zin van het woord een geschenk voor het leven. Het toeval heeft het zo geschikt, dat er dit weekeinde geen toneelstuk in de Haarlemse Schouwburg wordt opgevoerd, zodat hij niets hoeft te missen tijdens zijn vrijwillig „onderduiken". zijn spot. Blijspel of klucht, het doet er NIETTEMIN heeft do heer Schuil, voor leveren, ver van alle theaters op de Velu- niet toe dat is de zuivere hekeltoon wie altijd een vaste plaats beschikbaar is, we te wonen!" Hij zou immers niet buiten Er is bewonderenswaardige stijging in de deze winter wel eens wat overgeslagen, het wonder kunnen, waarop men altijd luchtige levendigheid der drie bedrijven." Door ziekte en om zijn ogen te ontzien, weer hoopt als de schijnwerpers aangloeien Als men nu weet, dat Top Naeff, Frans vanwege de kou of door de gladde wegen, en de lichten in de zaal doven het won- Coenen en Frans Netscher in dezelfde Hij is nog niet zo lang geleden naar de der van het verhevigde leven, dat zich, vro- toonaard van oprechte instemming en lof Wagenweg verhuisd. Voordien, toen hij in lijk of droefgeestig, zo dikwijls afspeelt op verslag uitbrachten, dan heeft het weinig de Wilhelminastraat woonde, wipte hij de houten vloer en tussen de coulissen met zin hieraan toe te voegen dat ik, het dezer zelfs bij een vijfde of zesde voorstelling hun eigenaardig prikkelende geur. dagen eens herlezen hebbende, die appre- wel eens naar het theater over, al was het Het kenmerkende van de heer Schuil, in ciatie In vrijwel alle opzichten deel. Deze alleen maar om een bepaalde scène te gaan de dertig jaren dat hij voor Haarlems Dag- eomedie is inderdaad verbazend handig J. B. Schuil werd op 20 Maart 1875 te Franeker geboren, doorliep de HBS te Harlingen, kreeg zijn militaire oplei ding op de KMA te Breda en bekleedde in het leger, na een diensttijd in het toenmalig Nederlands-Indië, de rang van reserve-majoor. In 1910 werd hij als toneelcriticus aan Haarlems Dag blad verbonden. Geruime tijd schreef hij ook recensies voor de N. R. C. Hij is van de toneelverenigingen fc H.T.C. (door hem in 1912 tezamen met dr. G. Nolst Trenité opgericht) en „J. J. Cremer" erelid. In beide mobilisatie- tijden verzette hij zeer veel werk voor de ontspanning van militairen. Hij was met een korte onderbreking van de ope- j ning van de Stadsschouwburg te Haar- cicc<xococ<xocccc<xxxoococooc<*Dcccx3occioocociootxjoooccooo<xx: treffend rake satire" en constateerde de recensent van Het Nieuws van de Dag dat „het publiek zich heerlijk heeft geamu seerd met deze goedmoedige scherts". Laatstgenoemde was voorts getroffen door „de volkomen afwezigheid van aanmati ging". Johan de Meester, de vader van de tegenwoordige regisseur en zelf een ver maard letterkundige, deelde de lezers van de N.R.C. mee: „Genoten hebben we van lam lid van de commissie van toezicht, thans gemeentelijke commissie voor kunstzaken. Voorts is hij lid van het bestuur van de afdeling Haarlem van het Nederlands Toneelverbond, van de stichting Bloemendaals Openluchtthea ter en van de afdeling toneel van de Commissie voor de culturele vorming van de schoolgaande jeugd. Bij talrijke gelegenheden heeft hij zitting gehad in jury's voor toneelwed strijden. Naar schatting heeft hij onge veer drieduizend critieken geschreven, die zich kenmerkten om een artikel door H. van der Horst in „Ons Toneel" te citeren door drie kardinale facto ren: deskundigheid, betrouwbaarheid en opbouwende eigenschappen. zien. Dc grote monoloog van Guus Hermus i-n ..Bobbeltje" van André Roussin bij voorbeeld heeft hij nooit gemist. Als hij blad de schouwburg bezocht, stok mede (in de gunstigste zin) gebouwd en de dia- hierin, dat hij er altijd op uit was dit logen zijn even fris en geestig als de uit- „wonder" te betrappen ook als niemand eenlopende typeringen scherp. Die ver- om tien minuten over negen van zijn kamer het meer verwachtte. Als hij naar een ver- hazing neemt nog toe als men weet dat ging, haalde hij het precies. Het is dus geenszins uit gebrek aan belangstelling van velend stuk was geweest, dan verzweeg hij J. B. Schuil, zoals hij zelf verklaart, dit het gebrek aan kwaliteit heus niet, maar stuk schreef „in enkele dagen, als een ziin kant. dat de „we" aan weerszijden van hij verzuimde daarbij nooit te prijzen wat piepjong mannetje, dat in geen drie jaar het voetlicht tegenwoordig soms „incom pleet'* zijn. Natuurlijk de .liefde van 91 waardering verdiende. En als men orvbc- toneel had gezien."' Evenals zijn latere blij- hoorlijk solde met de door hem vereerde spelen werd het trouwens en dat klinkt, iemand, die zo enthousiast over het toneel muze, dan loog de verontwaardiging van voor wie in de huidige toestanden enigs- Kon schrijven als J. B. Schuil, vermindert de teleurgestelde minnaar er ook niet om, zins thuis is, bijna ongeloofwaardig di- niet als het schouwburgbezoek geen aan- als ik het eens populair mag uitdrukken, recht door een beroepsgezelschap (de K. V. gename plicht meer is. Hij heeft dan ook Doch zoals Tilly Périn Bouwmeester in het Nederlandsch Tooneel nog wel) geac- nooit het gezegde van .Tohan de Meester Sr. het eerder geciteerde album mocht vast- cepteerd. Toen hij in 1920 zijn „Zedelijk- kunnen begrijpen: „Mijn ideaal is, als ik stellen een actrice „vermoorden" deed heidsdictator" aan Cor van der Lugt Mei geen critieken voor de krant meer hoef te hij nooit. Het liefste was het hem, als hij sert voorlas, had hij binnen vier uur een anderen deelgenoot kon maken van zijn getekend contract in zijn portefeuille! vreugde of voldoening om het geziene en In 1906 brachten de „Rotterdammers" beleefde, aansporend om mede te profi- onder directie van P. D. van Eysden zijn teren van het geestverruimende en hart- „Mésalliance" tot vertoning, waarna de verheffende dat de waarachtige drnmafi- Nederlandsehe Tooneelvereeniging (met rche kunst te bieden heeft. En zo heeft hij Mari Ternooy Apel en Esther de Boer van misschien meer gedaan voor de „publieks- Rijk. Tilly Lus en Piet Bron onder ande vorming" en de „cultuurspreiding" dan tal- ren) zijn eomedie uit het kleine-stadsleven loze goedwillende commissies en ministers. ..Fatsoen" op het répertoire nam. Als „Die lieben Nachbarn" is deze ook in Duits- DOCII IK WIL het nu eens niet hebben land opgevoerd. Een paar van zijn één- over de criticus, maar over de schrijver J. acters bereikten en dat is alwéér zo'n B. Schuil, die in het begin van deze eeuw zeldzaamheid eveneens het beroeps- het toneel ook met een aantal veelgespeel- toneel „Dodenrit" (gepubliceerd in de de stukken heeft verrijkt. Daar is temeer Toneelbibliotheek van de W.B.) en „Chaine reden voor, omdat deze in de vergetelheid Anglaise" om de bekendste te noemen, dreigen te verzinken, nu de daarin ge- „Gelukkig getrouwd" werd door Pisuisse schetste toestanden en verhoudingen de met Jenny Gilliams en Lou Chrispijn her- meeste spelen in het koloniale gebied, dat haaldelijk voor het voetlicht gebracht. 19 J. B. Schuil heeft nooit de geringste moeite gehad om al zyn stukken gespeeld te krijgen. Vijftig jaar geleden waren de Nederlandse schrijvers in de meerderheid op het réoertoire. Maar ook korter geleden namen zij nog een belangrijke plaats in. In de eerste zes jaren, dat Cor van der Lugt Melsert directeur van een gezelschap Mas. bracht hij ruim veertig Nederlandse stukken tot vertoning. Waarom is dit an ders geworden? In de eerste plaats door de invasie van Engelse. Amerikaanse en in mindere mate van Franse werken, meent de heer Schuil, die weinig heil ziet in het svsteem van op- dnchten en prijsvragen als er toch geen vertoningen van de bekroonde of geaccep teerde resultaten volgen. Maar de oorzaak ligt zitns inziens dieper: Het realisme is niet meer in trek. Fn juist in het realisme ziin de Hollanders meesters, als toneel- schriivers zowel als toneelspelers, in de schilderkunst en in de litteratuur. In de tiid van het naturalisme kon de eonieer- lust des dareliiksen levens ook in de schouwburg hoogtij vieren. Rovaards zo zegt de heer Schuil sneeMe heel weinig Nederlands werk. Maar „J. J. Cremer* waarvan hij erelid is het eerst de reacties van de toeschouwers destijds Nederlands-Indië heette zo in- WAT DE WAARDERING door het pu- grijpend veranderd zijn, dat ze door hun bliek betreft, heeft de heer Schuil grappige realistische trant als verouderd beschouwd herinneringen. „Toen ik na een der moeten worden. eerste voorstellingen van „Gedeballoteerd" Zijn eerste probeersel schreef hy als bij de vestiaire kwam om mijn jas terug negentienjarige cadet. Het heette „Strijd" te halen, zei de juffrouw: Een prachtstuk, en werd op aanraden van zijn collega J. H. meneer, veel beter dan Oud Heidelberg of Róssing door de letterlievende vereniging Cyrano.... Nu hoort men in de garderobe ziin grootste sneeessen, zo niet artistiek dan toch commernleei. heeft hi? met „De Vio- Jlers" van Eehörmann en ..Dolle Hans" van in de toènmaliee schouwburg aan de Jans- en dus was ik zeer gevleid, zodat ik haar weg opgevoerd. Thans zou men hem met uit dankbaarheid twee kwartjes gaf. Ge- een vertoning van een zijner werken, de vraagd om een nadere toelichting, zei die- Fabrlcins bpt'aaM: meer dan driehonderd eenacters uitgezonderd, geen genoeeen zelfde juffrouw echter: Ach, dat benne voorstellinren elk! Thans speelt het dilet- tantentoneel veel hliisoelen van rl»cn bo dem. maar daar is bedroevend weinie goeds bij. „Verleden jaar zat Ik in een jury om manuscripten te beoordelen. Het was nijn- liik om het al'emaal te moeten lezen". Een vergeli'king met de sneeUr«nt van vro®«rer is uiteraard heel moei,s?k. Het sterrensysteem is verbleekt, al komt het publiek nog altijd bil vno-kenr voor de grote acteur, maar het ensemhlesoel heeft enorm gewonnen. Misschien ziet men nooit meer zo«ets. z.ct d- hec* Schub. als h»i voorbeeld „Jonkvrouwe de la Seiglière" met Marie van Eiir.den-Vink. Alida Tar- taud en Derk Hasoels denk eraan, het is Derk en niet Dirk. voegt hii er vaderliik vermanend aan toe. Maar hij acht het on zin te beweren dat er na Rovaards en Ver- kade niets goeds meer zou ziin eenrest«»erd. Dan is men zeker het Oost-Nedc-'ands Toneel vergeten! En modelv»orsteHlng»n yün er nog altüd: „Veem nu Het »»ir der Verrukking van de Haaes® remedie, dal was toch een genot om naar te kijken!" meer doen. Maar een halve eeuw geleden krengen van stukken, meneer, daar zit je vonden zij ruimschoots waardering. „Het om kwart voor twaalf nog op de afloop te is misschien merkwaardig, maar ik heb wachten. Hier gaan de mensen bijna een nooit een slechte critiek gehad!" zegt hij uur eerder naar huis. Dat is mooi genoeg, nu, als hij mij uittreksels uit de beoordelin gen laat zipn. Naar aanleiding van „Ge- En toen de schrijver, om daar eens de deballoteerd" gewaagde Henri Borel van reacties te horen, bij een opvoering van zijn „bijtende, geestige, vlijmscherpe en „Fatsoen" te Leiden op het schellinkje zat. (Uit. „Too funny foi words' oocc<xocooocoooc<xxcoooocxxoooooooociooooocccooooccoccoccC kregen een dame en een heer onenigheid over de betekenis van een bepaalde uitla ting. Het werd nogal een twist en daarotr% gaf hij, om er een einde aan te maken, zijn mening over de passage in kwestie ten beste. De echtgenoot draaide zich kwaad om en zei: „Ach man, praat toch alleen over dingen waar je verstand van hebt In de foyer te Dordrecht beluisterde hij de conversatie van een ander echtpaar Meneer vond het wel een aardig stuk. maat zü was een tikkeltje boos. Het was te ge waagd naar haar smaak en ze zei dan ookt ..Ik zou me generen als jij het geschreven had!" Die mevrouw was de eerste waaraan hij werd voorgesteld tijdens een receptie na afloop.' De acteurs gaven in die tijd zelden hun opinie ten beste, zeker niet vóór de pre mière. Alleen Schultze maakte eens een opmerking: „Ge deballoteerd vind ik een fijn stuk. Of het iets bete kent, weet ik niet, maar ik mag erin roken en drin ken!" Verder had niemand commentaar. Achteraf wenste men de schrijver geluk met de goe de perscommentaren. Maar de erkenning kwam pas, toen Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik een opvoering hadden bijge woond en zich daarmee zeer ingenomen betoonden. De 25ste werd door Koningin Emma met een bezoek vereerd. ..Zijn de toestanden in Indië iverkelijk zo?" had Ko ningin Wilhelmina gevraagd. Waaron de toenmalige burgemeester van Den Haag antwoordde: „Het is U'el een beetje over dreven, majesteit EEN KEER heeft J. B. Schuil een stuk willen terugnemen. Dat was toen hij een repetitie van „Fatsoen" onder de bijzonder door hem gewaardeerde Ternooy Ape! zag. Men beleefde toen de tijd van het streng ste realisme. Op een gegeven moment moest er een vergadering van een zed^'uk- heidsvereniging tot steun aan gevaMen meisjes in scène worden gezet. Ternooy Apel plaatste iedereen in een cirkel, zodat sommigen met hun rug naar het publiek moesten zitten en de voorsten de achter sten compleet „afdekten" dat wil zeg gen: aan het oog der toeschouwers onttrok ken. Hiertegen kwam de heer Schuil in opstand: „Op die manier vermoordt u het laatste bedrijf, dan maar geen opvoering!* De regisseur ontstak in woede, gooide een tinnen beker dwars over het toneel e" riep in kostelijke wanhoop uit: „Dames en heren, de schrijver weet het beter we gaan weer op de ouderwetse manier toneel spelen. allemaal in een halve cirkel BIJ DE MEESTEN is J. B. Schuil hijzelf zegt: „Herman Heijermans is da enige van mijn confraters uit die tijd. die niet vergeten raakte" veel beter bekend als de schrijver van zes kostelijke jongens boeken, in volgorde van verschijning ge titeld: Jan van Beek, De Katjangs, De AFC'ers. De Artapappa's, Rob en de stro per van Tjot-Idi en Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen. Van drie hiervan zullen dit jaar nieuwe uit gaven verschijnen. In totaal zijn er na de oorlog elf herdrukken van uitgekomen. Wel een bewijs, dat deze lectuur nog in hei geheel niet verouderd is. Twintig jaar ge leden zijn „De Katjangs" en „Rob en d« stroper" door de AVRO als jeugdhoorspe- len uitgezonden, verleden jaar bracht de NCRV onder regie van Wim Paauw het laatstgenoemde en „De Artapappa's* voor de microfoon. „De Katjangs" werd boven dien door Dom de Gruyter voor het toneel bewerkt en door „De Speeldoos" opge voerd. Waaruit die populariteit voortkomt? Uit hetzelfde enthousiasme, die hem al* toneelcriticus zo'n unieke positie ver schafte, uit zijn sportiviteit en zijn vriendschap voor de mens, zijn meesle pende vitaliteit en zijn nimmer falend vermogen tot herkenning van „dat waar liet in het leven op aankomt". DAVID KON'NG.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 14