Relaas van betreurenswaardige „rechtspleging in Indonesië" m-ji dmrican - 1 Vijftig jaar geleden Samenvatting van het witboek In Indonesië onderhandelen autoriteiten met bendeleiders il Witboek der Nederlandse regering Span er twee voor je karretje... Katnid neemt Djakarta bij de neus Heden communiqué van Djakarta 3 Nederlandse marine neemt deel aan „Silent river" Amerikaanse advocaten voor Jungschlaeger c.s. Den Ham ontving Duitr> telegram van medeleven -..jute Eindhoven krijgt een derde R.K. ziekenhuis Kerkelijk Nieuws Rol zc zelf van Dc echte Amerikaanse sigarettentabak Uit Haarlems Dagblad van 14 Juni 1905 DINSDAG 14 JUNI 1955 „AI langer dan een jaar zijn 23 Nederlanders in Indonesië in arrest in afwachting van hun berechting op beschuldigingen, die niet in alle gevallen aan hen bekend zijn gemaakt. Sommigen worden er van verdacht steun te hebben verleend aan de opstandige beweging van de Darul Islam. Vele anderen weten niet waarom zij zijn gearresteerd. Met het vragen van de aandacht voor het lot van deze mensen wordt niet beoogd op hun berechting vooruit te lopen voordat dc rechter de gelegenheid heeft gehad zich uit te spreken over hun schuld of onschuld. Het enige doel van dc Nederlandse regering is een eerlijke en spoedige berechting voor hen te verzekeren •n het onrecht te doen goedmaken, dat hun reeds is aangedaan". Met deze inleiding begint het in de Engelse taal gestelde witboek, dat het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft samengesteld over de behandeling van de Nederlandse arrestanten en hun verdedigers in Indonesië van 1953 tot 1955 en dat gisteren voor publicatie is vrijgegeven. Het is van New York uit over de hele wereld verspreid. Het witboek begint met een uitvoerig overzicht van de politieke achtergronden in Indonesië en de arrestaties zelf, waarna de intensieve nota wisseling over deze kwes tie wordt gememoreerd. Vervolgens behan delt het witboek de wijze van ondervraging van de arrestanten en de mishandelingen. Fotocopieën van door enkele arrestanten geschreven en uit de gevangenis gesmok kelde brieven zijn ais bewijsstukken in het witboek opgenomen. Het witboek geeft ook een uitvoerige beschrijving van de gang van zaken bij de tot dusverre gevoerde processen en de pogingen mr. Bouman als verdediger uit te schakelen, pogingen, die er tenslotte toe hebben geleid, dat hij en mevrouw mr. Nani Kazak zich hebben teruggetrokken Mr. Bouman uitgeschakeld In het witboek wordt het volgende ge zegd over de pogingen tot uitschakeling van mr. Bouman: „Voordat het proces tegen Jungschlager begon, werd mr. Bouiman door een onbekend persoon gewaarschuwd over een bijeenkomst ten huize van de commissaris van politie Soekardjo, waarop plannen werden besproken de Nederlandse advocaat uit te schakelen. Een van de ge tuigen, Broeks, die door de politie voor zijn diensten wordt betaald, zou mr. Bouman uitnodigen de getuige Mamoch in Djatine gara (het voormalige Mr. Cornells) te ont moeten. Manoch zou dan bekennen, dat hij leugens had verteld. Mr. Bouman zou dan worden gevraagd de reiskosten van Manoch terug te betalen. Het moment, dat mr. Bou man het geld aan Manoch zou overhandi gen, zou worden gefotografeerd en hij zou dan worden gearresteerd op de beschuldi ging van een poging tot omkoping van een getuige. Mr. Bouman ontving inderdaad een zelfs schriftelijke uitnodiging voor deze ontmoeting. Hij toonde het briefje aan de procureur-generaal en verzocht deze met hem mee te gaan naar het aangegeven huis. De procureur-generaal zeide echter dit niet te kunnen doen. Hierop heeft mr. Bouman uiteraard de uitnodiging genegeerd. Hij stelde echter wel de secretaris-ge nera al van het Indonesische ministerie van Justi tie in kennis van dit voorval. De Neder landse regering aldus het witboek, is in bezit van een brief van d'e getuige Broeks, waarin deze bekent een helper van de politie te zijn en dat het zijn bedoeling was mr. Bouman „te vangen". Een fotocopie van deze brief is in het witboek opgeno men. In deze brief schrijft Broeks nog, dat hij het „vangen" van mr. Bouman als zijn plicht beschouwt ten opzichte van de re- ADVERTENTIE Dan gaat het beter! Doe dat in Uw huishouden óók. Als U de was doet, neem dan een was middel, dat het werk doet voor twee: OMO. Want dit heeft dubbele was kracht. Daardoor wordt in de aller eerste plaats Uw goed schitterend wit. En in de tweede plaats zijn de vlekken verdwenen! Twee voordelen tegelijk. Meteen ander wasmiddel moer U meest al met één van de twee tevreden zijn - maar voor OMO geldt èn zuiver wit èn vlekkeloos, dat 's OMO-schoon. Alléén het moderne OMO bezit het geheim van de z.g. dubbele waskracht. Alléén OMO wast zo voortreffelijk, dat U de schoonste was van Uio leven krijgt. O 252.O HEIDELBERG (United Press) Drie Nederlandse officieren en 50 soldaten zullen de volgende maand deelnemen aan de marine-oefening in NATO-verband die de naam zal krijgen van „Silent river", zo beeft het Amerikaanse hoofdkwartier in Heidelberg bekend gemaakt. De Neder landse eenheid zal schijnaanvallen onder nemen tegen eenheden van de Amerikaanse marine. publiek Indonesië en dat hij bovendien „pebantu-polisie" (helper van de politie) is. In het witboek wordt ook gezegd, dat op 12 April van dit jaar de Indonesische autoriteiten een ui'treisvergunning aan mr. Bouman weigerden, omdat „hij zelf betrok ken was in de zaak tegen Jungschlager en omdat het onderzoek nog niet was vol tooid". De Nederlandse Hoge Commissaris had een uitreisvergunning voor mr. Bou man aangevraagd, omdat de Nederlandse regering overleg met de Nederlandse advo caat wenste te plegen over het toekomstige beleid van de verdediging. Mishandelingen Het witboek memoreert,' dat de Neder landse regering op 14 Juli 1954 in een nota aan de Indonesische regering voor het eerst mededeelde, dat haar bezorgdheid over de behandeling van een aantal Nederlandse arrestanten plaats had gemaakt voor de zekerheid, dat een aantal Nederlandse on derdanen ernstig was mishandeld. Inmid dels had pas na zeven schriftelijke ver zoeken om nadere inlichtingen over de arrestaties die in December 1953 waren begonnen en een desbetreffende nota- wisseling in Mei 1954 een ambtenaar van het Nederlandse Hoge Commissariaat in Djakarta vergunning gekregen de Neder landse arrestanten te bezoeken. De aan wezigheid van politie en stenografen, die alles opschreven wat werd gezegd, ver hinderde de arrestanten vrijuit te praten. De nota van de 14e Juli was vergezeld van een lijst met feiten, die de mishande ling van 12 arrestanten beschreven. De In donesische regering ontkende bijna drie maanden later de mishandelingen, en bleef bij deze ontkenning ook nadat in een vol gende Nederlandse nota verdere feiten wer den vermeld. Het witboek zegt aan verder: Via ver scheidene kanalen was de Nederlandse re gering in het bezit gekomen van bewijzen van mishandelingen. Indonesiërs, die de methoden van enkele leden van de Indo nesische politie verafschuwden, stelden steeds weer hun leven in de waagschaal om boodschappen over te brengen van de man nen, die waren gemarteld. Het witboek bevat een fotocopie van een brief van een der gevangenen aan zijn vader, waarin hij o.a. schrijft: .en ze hebben mij gedwongen te zeg gen dat ik wel van deze organisatie (de Nederlands-Indische guerilla-organisatie) weet en dat ik (een) tak van deze organi satie ben en voor deze organisatie, waar ik van mijn hele leven nooit gehoord heb en nooit heb gezien, hebben ze mij gesla gen, gemarteld en in de vijver gegooid en onder water hebben gehouden dat ik bijna geen adem kon halen om de bekentenis uit mij te krijgen, heb ik maar ja gezegd om alleen maar mijn leven uit te redden om dat ik 't niet meer uithoud, dat ze mij zo martelen. En dat ze mij ook hebben ge dwongen en geslagen dat ik kapitein Smith op de Tangkuban Prahu heb gezien waar ik. daar nooit van mijn hele leven was ge- xveest en waar ze mij nou dwingen en dreigen, dat ik als getuigen tegenover Smith moet staan, dat ik hem daar gezien heb op de Tangkuban Prahu, waar ik hem van mijn hele leven nooit heb gezien. Als ik dan voor de rechter kom dan moet ik een gedwongen eed doen en als ik die eed dan niet wil doen, dan willen zij mij dood schieten. Zo dreigen zij mij meer". Het witboek herinnert voorts aan de verklaringen van de heer Prins, die op 23 Januari 1954 in Djakarta werd gearresteerd en in November van dat jaar werd vrij gelaten. De heer Prins werd toegestaan naar Nederland terug te keren, waar hij verklaarde met eigen ogen te hebben ge zien, dat een Nederlandse arrestant na een verhoor als een gebroken man met bloe dende handen en polsen uit d'e verhoor kamer was teruggekeerd. Hij zeide ook zelf tot een bekentenis te zijn gedwongen. Over de wijze van verhoor meldt het witboek het volgende: De heer Schmidt v/erd op 30 Januari 1954 in Djakarta aan gehouden en de volgende dag naar Ban dung overgebracht. Daar vroeg de Indone sische inspecteur van politie,Enduh. hem bij wijze van inleiding: „Wat is de naam van de Engelse piloot en waar is kapitein Su- marmo?" De Nederlander antwoordde, dat hij niet wist waarover het ging en dat hij nooit een Engelse piloot of kapitein Su- marmo had gekend. Enduh sloeg de ar restant daarop hard met een stuk hout op de rug. Toen de Nederlander volhardde kreeg hij een vuistslag op het achterhoofd. De mede-gevangene Manoch, die in de ondervragingskamer aanwezig was, nam deel aan de mishandeling. Hij schopte Schmidt hard in het gezicht en noemde hem straathond, terwijl hij hem in het gelaat spuwde. De Nederlandse arrestant werd later overgebracht naar „het huis met de vijver" nabij Bandung. Hij werd op zijn rug naast de vijver neergelegd. Enduh en J. van Hulst, een Indonesisch staatsburger van Nederlandse afkomst en mede-gevangene, deed Schmidt's schoenen en sokken uit. Enduh sloeg de arrestant met zijn vuist en met een boomtak op de voetzolen. Hij dreigde Schmidt in een put naast de vijver te gooien of een injectie te laten geven. Enduh zei Schmidt ook, dat hij moest bekennen om verdere martelin gen te ontkomen. Tenslotte bekende de Nederlander. Na zijn „bekentenis" moest hij bij wijze van verzoening de mannen, die hem hadden gemarteld, de hand druk ken. Een Nederlandse mede-gevangene beschreef deze gebeurtenis als volgt (een fotocopie van deze brief is in het witboek opgenomen): „Wat er in Bandung allemaal gebeurt in dc zgn. Schmidt-affaire is verbijsterend xianwege de onbeschrijfelijke verkrachting van het recht, de haat tegen de Nederlan ders, de mishandelingen, enz. De boel is door al het gedwongen liegen zo chaotisch geworden, dat het moeilijk is in het kort een overzicht te geven. Er moest een zgn. ondergrondse actie be staan en toen werd de naam. Nigo gefanta seerd. De hele Nigo bestaat niet en wij al len hebben pas van de Nigo gehoord tijdens het onderzoek. Soms werd je automatisch lid zonder dat je van iets afwist. Soms betekende het Nederlands-Indische gueril la organisatie en dan weer Nederlands- Indische geheime ondergrondse. Er zijn dus complete verhalen gefabriceerd en aan de hand hiervan moeten processen kunstig in elkaar gedraaid worden". Nadat deze Nederlandse arrestant later had geweigerd te verklaren, dat hij nooit was mishandeld, werd hij plotseling in Juli 1954 met een groot aantal Indonesische ge tuigen geconfronteerd, die hem „herken den" als een zekere kapitein Bosch. Hij ontkende, waarop hem werd medegedeeld, dat hij indien hij niet wilde samenwerken, zijn vrouw zou worden gearresteerd. Hij had in de gevangenis zijn baard en snor laten staan en dit had waarschijnlijk iemand de idee gegeven hem voor „kapi tein Bosch" te laten doorgaan. Ook de zaak tegen deze Nederlander is nog niet in han den van de Officier van Justitie gesteld. Het witboek herinnert eraan, dat de In donesische politie een vijver in Bandung, waarin Nederlandse arrestanten waren ondergedompeld om bekentenissen af te dwingen, heeft gedempt nadat deze vijver in een Nederlandse nota was genoemd. Het herinnert voorts aan de verklaring van de officier van Justitie, de heer Sunarjo, die aan een journalist mededeelde, dat enkele klappen ter aanmoediging om iemand te bewegen verklaringen af te leggen, die hij de politie wil onthouden, moeilijk mishan delingen kunnen worden genoemd. Brieven tonen, aldus het witboek, dat een deel van de arrestanten moest dienen om de anderen te laten veroordelen. „Deze arrestanten, waarvan Manoch, Tomasoa en Van Hulst de gewilligsten zijn, zijn door mishandelingen gedwongen en door belof ten in de verleiding gebracht hun verkla ringen zo af te leggen, dat ze een web vor men, waarin enige „prominente" beschul digden kunnen worden gevangen. Sommi gen hebben gebruik gemaakt van de ge legenheid om mensen te beschuldigen, met wie zij in het verleden moeilijkheden heb ben gehad. Ervaringen van Duitser Het witboek vermeldt ook de ervaringen van een Duitse arrestant, de heer C. L. Lengen, die van 29 Januari tot 27 Novem ber 1954 in arrest is gehouden. De politie dacht, dat hij een Nederlander was en door mishandelingen en bedreigingen werd hij bewogen bekentenissen af te leggen. De brieven van Lengen aan de Duitse ambas sade in Djakarta bleven onbeantwoord. Een- gesmokkelde brief bereikte de ambas sade wel. De ambassade bracht de zaak onder de aandacht van de Indonesische autoriteiten en Lengen werd vrijgelaten na een gesprek met inspecteur Enduh van de Indonesische politie, die zeer charmant op trad en de Duitser zeide, dat moeilijkheden niet Duitsland ten koste van alles moesten worden voorkomen. Daarom vroeg Enduh hem alles te vergeven en alles te vergelen. Proces-Schmidt Het witboek geeft voorts een beschrijving van de gang van zaken bij het op 9 Sep tember aangevangen proces tegen de heer Schmidt, dat latei- werd opgeschort omdat rechter Liem op medisch ad'vies verlof moest nemen. Er was toen weinig vooruit gang gemaakt in deze zaak, waarin mr. Liem zal worden vervangen door mr. Roch- jani. Het witboek haalt een brief van een van de getuigen aan, waarin deze schrijft: „Ik ben tot de slotsom gekomen, dat deze arrestaties in de zaak Schmidt en andere zaken volkomen waanzin zijn en dat de politie gestapo-methoden heeft gebruikt. Toen wij allen bij elkaar waren op de eer ste dag van het proces tegen Schmidt hoor de ik de jongens tegen elkaar praten. Zij zeiden: hoe moeten wij het nu doen, wat moet ik de rechter vertellen? Zij noemden de zaak een „rotzooi". Zij waren allemaal nogal zenuwachtig. Alleen Tomasoa zat niet bij de andere jongens. Hij probeerde zijn verklaring uit een schrift uit zijn hoofd te leren." Jungschlager Het witboek herinnert er aan, dat. ook Engeland en Amerika bij de processen wer den betrokken, doordat een van de getui gen beweerde, dat vliegtuigen van deze ambassades in Djakarta wapens en munitie voor de ondergrondse bewegingen in West- Java hadden uitgeworpen. De Amerikaanse ambassadeur in Indonesië wees deze be schuldigingen categorisch van detiand. De dossiers in de zaak Jungschlager, al dus het witboek, zijn vol verklaringen, die stuk voor stuk door de verdediging kunnen worden weerlegd. In dit opzicht zijn alle zaken gelijk aan elkaar. Een massa mate riaal is bijeengebracht op een wijze, die niet wordt aangegeven, maar dit materiaal zit vol gapingen, is zo tegenstrijdig en be vat zoveel duidelijke onwaarheden, dat het niet moeilijk voor de verdediging zou zijn de volkomen onbetrouwbaarheid ervan te bewijzen. Voor de personen, die ten koste van alles deze processen wensten door te zetten om een schijnbaar legale veroor deling te verkrijgen door de uitspraak van een onafhankelijke rechter van een grote samenzwering van het „Westerse blok" en in het bijzonder van Nederland, was de verdediging een groot gevaar. De wijze, waarop de verdediging werd uitge schakeld. is reeds vermeld. Het witboek gaat voorts in op de zware druk, waaronder ook de Indonesische ad vocate mr. Nani Razak haar taak als ver dedigster moest verrichten en die er ten slotte toe leidde, diat ook zij zich moest terugtrekken. Nadat zii in een verklaring aan de pers had gereageerd op een aan haar adres gerichte beschuldiging van „tendentieuze a-nationale handelingen" werd zij en haar echtgenoot, een officier van de Indonesische marine, door de offi cier van justitie Sunarjo ondervraagd. Na dit onderhoud verklaarde mevrouw Nani Razak, dat „het scheen, alsof het voor de verdediging onmogelijk werd gemaakt een cocococcoooc<xcc<>5ococcccc<xxx)codcocc«^5ocooocoocccooccco 8 Nog 23 gevangenen Het Witboek bevat de volgende lijst van Nederlanders, die op 1 Juni 1955 nog in Indonesië in arrest waren op beschuldi gingen van steun aan subversieve acties tegen de Indonesische staat: Naam Plaats en datum van arrestatie Schmidt, H. C. J. G. Bandung 18-12-'. \Kerseboom, P.H.J. 18-12-'. Doornik, A. H. Djakarta 18-12-': Mollerna. G. H. Medan 21-12-': Baden, F. G. Bandung 31-12-'. Hofman, E. G. 31-12-'. De Mey van Gerwen, R.., 1- 1-'. Dy sings, H. A. 1- 1-'. Rath, J. H. 1- 1-'. Debraal, H. 3- 1-'. Wxersma, P. J. H. 7- 1-'. Pöttger, F. 9- 1-'. Benenati, L. A. 10- 1-'. Barkey, E. A. - 10- 1-'. Van Spall, J. R. Djokja 14- 1-' Schmutzer, I. A. M. Tasikmalaja 22- 1-'. Versteegh, E. J. M. 22- 1-' Reynst, A. Bogor 26- 1-' Van Geuns, H. Djakarta 27- 1-' Dowit, F. V. H. 28- 1-' Jungschlager, L. NH. 30- 1-' Michaël, A. L. S. 30- 1-' Mot, F. A. 28- 9-' Op 9 September 1954 begon het proces g tegen Schmidt, op 21 April 1955 tegenï Schmutzer en Versteegh, op 17 Februari R tegen Jungschlager. corxocoyxr^xx)oo^yyocccooyyxociccoy:cciO(>yyyxccoocccc<x (Van onze correspondent in Djakarta) Het is met Westerse begrippen moeilijk te verstaan dat hoge regcringsl unction - narissen onderhandelen met lieden, die zich gedragen als misdadigers, ook al heb ben zij hun activiteiten dan een princi- pieel-opstandig tintje gegeven. In Indo nesië gebeurt dat wel. Dat was het geval met Kahar Muzakker, de man die nu al vier jaar Zuid-Celcbes in onrust houdt. In Bantam op West-Java heeft hij een na volger gekregen in een zekere Kamid, een bendc-lcider, met wie vier maanden ge leden besprekingen werden gevoerd over de overgave van hem en zijn aanhangers. Hij heeft zelfs eenmaal, vergezeld van de procureur-generaal Suprapto, een bezoek gebracht aan niemand minder dan de vice- premier Zainul Arifin in Djakarta. Als blijk van zijn eerlijke bedoelingen over handigde Kamid de vice-premier zijn wa pen, dat hij overigens niet eens mocht dragen! Maar evenals met Muzakker, is er ook van de overgave van Kamid en zijn benden niets terecht gekomen. Hij is met zijn mannen al schietend weer in de bossen verdwenen en de gezagsapparaten hebben hun moeilijke zuiveringsacties her vat, na een paar kostbare maanden te heb ben verloren. Jungschlager (links), mager en afgetobd, in de beklaagdenbank. Voor hem, zelfver zekerd, de getuige Manoch. door de verdediging opgeroepen getuige te horen." Het witboek besluit als volgt: „Van de 34 Nederlanders, d'ie eind 1953 en begin 1954 zijn aangehouden, bevinden zich nog 23 onder arrest. Twee zijn vrijge laten en in Nederland aangekomen. In Indonesië bevinden zich negen Nederlan ders van deze groep op vrije voeten. Het is hun niet toegestaan het land te verlaten. Zij moeten zich regelmatig bij de politie melden en zij mogen geen inlichtingen ver strekken over hun ervaringen. Zij worden bedreigd met arrestatie en vervolging als zij zich hieraan niet houden. Drie gevan genen, de heren Pöttger, Wiersma en Be nenati zijn gemarteld en worden nu door de politie als ontoerekeningsvatbaar be schouwd daar zij hebben laten weten, dat zij hun onder dwang afgelegde verklarin gen zouden terugtrekken. De politie tracht het verhoor van deze gevangenen voor de rechter te voorkomen en zij trachten me dische verklaringen te krijgen om hen in psychiatrische instellingen onder te laten brengen. Tot dusverre heeft de politie nog geen arts kunnen vinden, die een dergelijke verklaring wil afgeven. Sommige gevangenen hebben op verzoek van de politie hun levensloop opgeschre ven. Sindsdien zijn zij niet meer verhoord. Andere arrestanten zijn verhoord, maar de documenten over deze ondervragingen zijn nog niet openbaar gemaakt. De voortdurende campagne in een groot deel van de Indonesische pers heeft de houding van het Indonesische publiek je gens hel Westen, en jegens Nederland in het bijzonder, vergiftigd. Zelfs indien er te zijner tijd geen veroordeling van de arres tanten komt, hebben de organisatoren dat wel bereikt." United Press meldt dat de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, mr. J. M. A. H. Luns te New York heeft verklaard dait zijn regering in gesprek is met vier of vijf vooraanstaande Amerikaanse advoca ten, met het oog op de verdediging van Nederlanders die zich nog steeds in arrest bevinden op beschuldiging van samenzwe ring tegen de Indonesische regering. Luns verklaarde op een persconferentie dat zijn regering hoopt weldra in een po sitie te verkeren om de naam van een eminente Amerikaanse jurist bekend te kunnen maken die naar Indonesië zal gaan om de verdediging der Nederlanders over te nemen. Ook onthulde de minister dat zijn rege ring op de recente conferentie van Ban doeng „enige bevriende naties" heeft be naderd, om te pogen hun steun te krijgen om de vrijlating der Nederlanders te be werkstelligen. Hij weigerde te onthullen welke de naties zijn die in dit verband be naderd zijn, maar hij zeide dat hij door enige die de Indonesische regering over de zaak gepolst hadden, verwittigd was dat er „niet de minste waarheid" schuilde in de Nederlandse beweringen over slechte behandelingen van de gevangenen. De ambassadeur van West-Duitsland in Nederland, dir. H. Mühlenfeld, heeft een telegram gezonden aan burgemeester Bra- mer van Den Ham (Overijsel). „Diep ge troffen door het tragische ongeval bij Os- nabrück zou ik u willen verzoeken mijn oprechte deelneming te willen overbren gen aan de zwaarbeproefde ouders van de slachtoffers. De gewonde kinderen wens ik een spoedig herstel toe", al,duis het tele gram. (Van onze correspondent) In Djakarta was hedenmorgen in officiële kringen nog geen commentaar te verkrijgen op het door de Nederlandse regering uit gegeven witboek. De secretaris-generaal van Buitenlandse Zaken, Ituslan Abdulgani, deelde mede dat in de namiddag een com muniqué zal worden uitgegeven. De minister van Voorlichting, dr. Tobing, verklaarde dat dat communiqué heden te 20 uur Djakarta-tijd ook door de radio zal worden omgeroepen. Omtrent de inhoud van het communiqué kunnen wij nog niets meedelen. Buiten landse Zaken is nog bezig met het opstel len ervan. Gisteren nog had de voorzitter van de commissie voor Buitenlandse Aangelegen heden van het Indonesische parlement, I. A. Muis, er op aangedrongen dat Indonesië zijn diplomatieke betrekkingen met Neder land zou verbreken gezien de „aggressivi- teit" in de houding van de Nederlandse regering ten opzichte van de republiek Indonesië. Muis legde deze verklaring af in ver band met de berichten als zou Westerling op weg zijn van Nederland naar Indonesië om een opstand te gaan aanvoeren in de Zuid-Molukken. Muis dreef de spot met de verklaring van de Nederlandse regering dat deze machteloos was om Westerling te beletten naar Indonesië te varen. Uit de samenwerking tussen de besturen der beide Eindhovense Rooms-Katholieke ziekenhuizen is voortgekomen de R.K. stichting St. Lucasziekenhuis, welke tot doel heeft de oprichting en exploitatie van een derde Rooms-Katholiek ziekenhuis, dat in het stadsdeel Woensel gebouwd zal worden en over 250 bedden zal moeten be schikken. De snelle groei van de stad maakt de spoedige stichting van een nieuw ziekenhuis noodzakelijk, wil de ziekenhuis ruimte binnen enkele jaren niet een urgent probleem worden. Uit de samenwerking tussen twee zieken huizen is reeds voortgekomen de oprichting van een pathologisch anatomisch labora torium en de stichting van een radiothera peutisch instituut, waarin ook de mede werking van het Diaconessenziekenhuis is betrokken. Ned. Hen'. Kerk Bedankt voor Eijssen H. Harkema te Zeist voor Nieuwe Tonge J. Boezer te Eethen en Drongelen. Geref. kerken Beroepen te Vlagtwedde J. G. O. Guhrt. cand. te Ihrhove (Dl.). Aangenomen naar Zwaagwesteinde J. Boonstra, cand. te Arnhem, die bedankte voor Fijnaart, Hijken, Vollcnhove-Stad en Nederhorst den Berg. Beroepen te Scharendijke S. v. d. Veen, cand. te Groningen. Geref. kerken art. 31 K.O. Beroepen te Dokkum-Wierum, J. M. Zinkstok, cand. te Kampen. Clir. Geref. kerken Beroepen te Thesinge L. Holtrigter te Onstwedde. Tweetal te Veenendaal W. Heerma te Groningen en W. F. Laman te Rotterdam-West. Geref. gemeenten Bedankt voor Peoples Park (Paterson- USA) H. v. Gilst te Dirksland. Evang. Luth. kerk Drietal te Schiedam A. Burghoorn te Edam, J. Grnnloh te Arnhem en A. K. v. d. Mey te 's-Gravenhage. De eerste besprekingen begonnen onge veer in het begin van dit jaar. Het contact kwam tot stand via plaatselijke bestuurs ambtenaren, die, toen zij meenden dat de tijd rijp was, de autoriteiten in Djakarta waarschuwden. De procureur-generaal Suprapto zelf toog naar Serang, de hoofd stad van Bantam, een paar uur rijden van Djakarta. Het resultaat was het vreemde bezoek van de bendeleider aan de vice- premicr. Alles leek goed te gaan. In Se rang werd al een „opvang-comité" ge vormd om de afvloeiing van de acht bendeleiders met hun naar schatting 400 man naar een normaal leven zo vlot mo gelijk te doen verlopen. En, evenals het geval was met Muzakker, deed de regering hiervoor de nodige uitgaven, al zal dat bedrag wel niet zo hoog zijn geweest als in Celebes, waar er millioenen mee waren gemoeid. Op 17 Maart kwamen bestuursambte naren en de vice-procureur-generaal Soe- prian uit Djakarta op het erf van het resi- dentsverblijf bijeen voorbereid op de komst van de bende. Kamid en de zijnen kwamen niet! Er verschenen slechts tien bendeleden, inplaats van de 200 die men verwachtte. Men troostte zich met de ge dachte dat Kamid nog niet in staat was geweest om zijn verspreide aanhangers van de overeenkomst op de hoogte te stel len en dat hij zich wel op een later tijd stip zou melden. Dagen en weken ver liepen echter zonder dat Kamid zijn be lofte nakwam. Tenslotte gaf men hern tot eind Mei gelegenheid zich tc melden. Hofje bescherming Het nadeel was, dat de politie werd be lemmerd in haar activiteiten. Volgens in structies van hogerhand zou tot de ge stelde datum niets tegen Kamid c.s. wor den ondernomen. Het gevolg was echter dat de bedrijvers van rampokpartijen „be scherming" zochten bij Kamid. Het aantal moorden en rampokpartijen nam in deze periode ontstellend toe. Zo werden in het onderdistrict Tjiruas twee dessahoofden vermoord. Tot zelfs aan de rand van de stad Serang werd geroofd. Zeven misdadigers, die in Serang waren opgesloten en kans zagen te ontsnappen, zochten eveneens Kamid op. Daar zij onder zijn „bescherming" stonden, kon de politie niets tegen hen beginnen! Rrtdr.nl Het werd onder deze omstandigheden als een opluchting gevóeld, toen de dag naderde, dat Kamid zich moest melden. Hij kwam inderdaad op de afgesproken plaats Sepang in het Bantamse en trof er de vice-procureur-generaal Suprian met plaatselijke functionnarissen. Het ver wachte vlotte verloop bleef echter uit. Ka mid stelde een aantal nieuwe eisen: hij wilde het recht uit Sepang te kunnen ver trekken, had slechts één brengun bij zich, waarvoor hij nog een betaling van rp. 6000 vroeg en wenste dat de procureur-gene raal in eigen persoon zijn overgave zou aanvaarden. Moeilijke onderhandelingen volgden. Op een zeker ogenblik verliet Ka mid de zaal, voorgevende met zijn kame raden te willen overleggen. Tlij deed dit al schietende, hetgeen een paniek 'teweeg bracht bij de duizenden, die buiten op de overgave stonden te wachten. Kamid is nu de bossen weer in, met zijn bende, van enige honderden mannen, van wie tiental len voorzien zijn van stenguns. Een be richt dat hij kortgeleden bij Djakarta zou zijn doodgeschoten, bleek niet juist. Die gedode man, ook een beruchte bendeleider, heette Hamid. Het relaas van Kamids mislukte overgave een pendant van het ge val Muzakker maakt het duidelijk hoe moeilijk het herstel van de veilig heid is. En dan gaat het hier nog r,m een gebied onder de rook van Dja karta, de Noord-West hoek van Java. Men kan nagaan hoe moeilijk het is in ver afgelegen gebieden de voor waarden te scheppen voor een terug keer tot normale toestanden. ADVERTENTIE Maandagavond zag men door onze grachten, vaarten en singels een gon- deltocht trekken. Een tweetal met lampions verlichte roeibootjes dreven op het water, alle met verlichte transparan ten. ter aanbeveling van de candidatuur van den heer F. W. Hugenholtz.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 5