Haarlemse raad subsidieert
jubileumtentoonstelling Jac. van Looy
Haarlemse stadhuiscommissie bracht
bezoek aan stadhuis van Gent
Mijlpaal in ontwikkeling van
telefoondienst in ons land
Lepeltje voor Prinses Margriet
Onderzoek naar herdenking van de
schrijver-schilder voor de jeugd
E. J. Lodewijks benoemd
tot inspecteur L.O.
Haarlems N.V.-directeur
krijgt zes maanden
Automatisch telefoonverkeer tussen
alle geautomatiseerde telefoonnetten
Rondleiding werkte verhelderend
voor Haarlemse restauratieplannen
Willem Rees 75 jaar
DONDERDAG 30 JUNI 1955
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE IIAARLEMSCHE COURANT
7
Haarlems bevolkings
aanwas zeer gering
Gerechtshof Amsterdam
Groentehandelaar krijgt
vijf maanden
Plechtigheid in Haarlem
Begrafenis A. J. van der Moolen
Burgerlijke Stand
van Haarlem
Met hoofd in hooipers
bekneld
Bescheiden kunstenaar in
Haarlems schilderskring
Nadat burgemeester mr. O. P. F. M. Cremers in de Woensdagmiddag gehouden
vergadering van de gemeenteraad van Haarlem zijn vreugde had uitgesproken over
de voetbalzege van de raadsleden op de journalisten ging de raad in geheime verga
dering over, op verzoek van de heer Voogd (Arbeid) naar aanleiding van het punt:
benoeming van een inspecteur voor het lager onderwijs. Na vijftig minuten was de
vergadering weer openbaar en de benoemingen kwamen aan de orde. De heer 'E. J.
Lodewijks uit Amsterdam, de eerst voorgedragene, verwierf 24 stemmen en was dus
benoemd tot inspecteur; op de heer M. R. Groenewege uit Dordrecht waren 11 stem
men uitgebracht. De Stichting „Huis Van Looy" zal een subsidie van f 1000,ont
vangen voor het inrichten van een jubileumtentoonstelling, maar B. en W. zullen
op verzoek van raadsleden nagaan in hoeverre de jeugd in het jubileum betrokken
moet worden. Het beschikbaar stellen van een boek werd niet bepaald nodig geacht.
Voorts heeft wethouder H a p p op verzoek van de heer Hennevelt (Comm.)
mededelingen gedaan over de stand van zaken, inzake de N.V. Union en de hinderwet.
De burgemeester verheugde zich
er over op de tafel van de heer Spek (aan
voerder van het voetbalelftal) de zilveren
beker te zien, die tot voor kort op de
perstafel had geprijkt. De raadsleden heb
ben op glorieuze wijze een zege geboekt
op de journalisten en daarmee wenste hij
de overwinnaars geluk; het compliment
kunnen alle raadsleden zich aantrekken en
spreker vond het prettig zo'n raad te mo
gen voorzitten.
„Wij zijn recht op het doel afgegaan en
dat leverde ons acht doelpunten op" merk
te aanvoerder Spek op. „De pers heeft het
in de breedte gezocht, maar niet zo'n goed
resultaat geboekt als de raad." De heer
Spek verzocht de burgemeester de beker
te aanvaarden, waarna de wisselprijs op
de tafel van de stenograaf werd gezet.
„Wenst de pers het woord of volgt er
een schriftelijk antwoord?", was de vraag
van de burgemeester, waarna een onzer
collega's de verzekering gaf, dat er vol
gend jaar getracht zal worden revanche
te nemen.
Honderdste geboortedag
van Jac. van Looy
Bij het voorstel van B. en W. tot het be
schikbaar stellen van een subsidie aan de
stichting „Het Huis Van Looy" ter her
denking van het feit, dat Jacobus van
Looy honderd jaar geleden te Haarlem
werd geboren, benevens het verstrekken
van een crediet voor de verspreiding van
een jubileumuitgave van het boekje
„Jaapje" aan scholieren, die voor het
eindexamen slagen in 1955, merkte de
heer Voogd (Arbeid) op met het voor
stel in te stemmen; hij vond de herden
king een welkome gelegenheid het aantal
beelden in de stad uit te breiden. Hij
vroeg of B. en W. willen overwegen een
beeldende kunstenaar opdracht te geven
een beeld te vervaardigen van „Jaapje".
De heer Spek (AR) was het niet eens
met het tweede deel van het voorstel,
namelijk het aanbieden van een boek aan
geslaagden en zijn opmerking vond bijval
bij mevrouw mr. Scheltema-Con-
radi (WD). De boeken worden even
tueel uitgereikt, als de meisjes en jongens
de school al verlaten hebben; het boek
wordt „klakkeloos nagezonden". Zij be
val wel een herdenking van Jac. van Looy
aan voor de jeugd, echter op een andere
wijze. Mogelijk kan een opstel- of voor
drachtwedstrijd gehouden worden. Zij
verzocht aanhouding van het deel van het
voorstel voor nadere bestudering.
Mejuffrouw B o 1 s i u s (KVP) achtte
het uitreiken van een boek weinig waar
devol en vroeg een andere vorm te zoeken.
Wethouder Geluk (Arbeid) deelde
mee, dat de gedachte van de uitreiking
van een boek afkomstig was van het be
stuur der stichting; B. en W. hebben die
overgenomen, maar zij zijn bereid aan het
verzoek van mevrouw Scheltema te vol
doen. Wat de vraag van de heer Voogd
betreft over een beeld van „Jaapje" merk
te de wethouder op dat de gedachte
voortgekomen is uit het bezoek aan Arn
hem, waar ook gesproken is over het
onderwerp. Spreker zegde een nader
onderzoek in het college toe.
Het voorstel over de subsidie voor de
tentoonstelling werd aanvaard en het an
dere werd aangehouden.
Aankoop van werken
Herman Kruyder
B. en W. werd een crediet verleend voor
aankoop van een aantal werken van Her
man Kruyder. Tevoren had de heer
Voogd geïnformeercf of het Frans Hals
museum wel representatief is voor de mo
derne kunst. Wethouder Geluk ant
woordde, dat een museum voor moderne
werken noodzakelijk is en het dient te
komen in het centrum; het is moeilijk een
plaats aan te wijzen. Vroeger heeft spreker
de gedachte geopperd de nieuwe hoofd
bibliotheek te combineren met een mu
seum. Thans worden moderne schilderijen
opgehangen in openbare gebouwen en
scholen.
Restauratie orgel in de Grote Kerk
Het had de heer Spek (AR) bevreemd,
dat B. en W. een crediet van f 7.500 heb
ben gevraagd voor het samenstellen van
een rapport over het restaureren van het
orgel in de Grote Kerk, welk rapport
reeds is uitgebracht. Naar sprekers mening
had de raad vroeger ingelicht moeten wor
den en hij betreurde het, dat men thans
voor het feit wordt gesteld de grote uit
gave te doen. De heer Men sink (Ar
beid) sloot zich aan bij het betoog van de
heer Spek.
Wethouder Geluk deelde mee, dat de
stadsorganist anderhalf jaar geleden de
aandacht van het college er op gevestigd
had, dat voorzieningen getroffen moesten
worden; daarna is een commissie samenge
steld, die kosten gemaakt heeft. Meestal
worden de kosten van voorbereiding ge
voegd bij de kosten van uitvoering, maar
dat was in dit geval niet mogelijk. Daar
om stellen B. en W. de raad voor een cre
diet beschikbaar te stellen, omdat het
rapport hun nog geen aanleiding heeft ge
geven onmiddellijk voorzieningen te tref
fen en met een voorstel te komen.
Het voorstel werd aanvaard.
Onderstation Haarlem-Z
B. en W. vroegen de raad een crediet
voor het bouwen van een 50 KV-onder-
station in Haarlem-Zuid (waar thans de
manége staat nabij de Linnaeuslaan). De
heer Van Velsen (KVP) opperde be
zwaren, omdat het grote gebouw de om
geving zal ontsieren.
Mevrouw Scheltema-Conradi
zeide eveneens bezwaren te hebben, maar
de raad heeft destijds de plaats aange
wezen. Zij vond de oplossing niet bijzon
der gelukkig, vooral voor de omgeving.
Kan de rooilijn verlegd worden?, infor
meerde spreekster.
Wethouder Angenent (KVP) her
innerde er aan, dat in 1952 na vele be
sprekingen besloten is tot aankoop van de
manége om ter plaatse een onderstation
te bouwen. Er komt een utiliteitsgebouw,
dat niet fraai voor de omgeving zal wor
den, maar er kan niet van een fabriek
worden gesproken. Machines worden niet
geplaatst. Er zal zoveel mogelijk beplan
ting worden aangebracht, om het gebouw
te camoufleren, aldus deelde de wethou
der de heer Schippers mee, die hierom ge
vraagd had. De kwestie van de rooilijn zal
nader onderzocht worden.
De heer Van Velsen handhaafde zijn be
zwaren en stemde tegen het voorstel.
Saneringsplan voor Spaarndam
Het voorstel om voor de sanering van
Spaarndam over te gaan tot aankoop van
drie percelen aan het Visserseinde was
voor de heer Blokdijk (Arbeid) aan
leiding te vragen, of een sociografisch en
bouwkundig onderzoek ingesteld kan wor
den, waardoor het mogelijk wordt het
pittoreske dorpje voor de toekomst op te
bouwen. Ook is het van belang aandacht
te besteden aan uitbreiding. De heer
Balm (KVP) verzocht namens zijn frac
tie aandacht te besteden aan de toekomst
van Spaarndam.
Wethouder Happé (Arbeid) deelde
mee, dat B. en W. met belangstelling de
opmerkingen vernomen hebben, omdat het
over een belangrijk vraagstuk gaat. Vele
problemen komen aan de orde voor het
bijzonder dorp met zijn eigen gemeen
schap. Getracht zal worden het karakter
van Spaarndam niet aan te tasten.
Hinderwet en Union
De heer Hennevelt (Comm.) kreeg
verlof zijn vragen te stellen over het toe
passen van de hinderwet bij de N.V. Cho
coladefabriek Union aan de Paul Kruger-
kade en de Benviljoenstraat. Het was hem
gebleken, dat aan de feitelijke toestand
van begin Februari nog niets is veranderd
en dat een bewoner nog klachten heeft.
Wethouder Happé zeide, dat het col
lege op de hoogte was van klachten van
een bewoner van de Benviljoenstraat,
welke klachten een sterk individueel ka
rakter dragen. Zij zijn onderzocht en vol
gens rapporten van adviseurs is er van
hinder geen sprake. De klager had plan
nen om te verhuizen, maar die kunnen
pas in de tweede helft van Juli uitgevoerd
worden. De toekomstige bewoners zien
geen bezwaar in het betrekken van het
huis en verwachten geen hinder. Tot No
vember is voorlopig vergunning verleend
aan de N.V. Union om door te werken.
Dan kan nader onderzocht worden of er
inderdaad gegronde klachten kenbaar
worden gemaakt. Tot April 1956 kan over
wogen worden of er maatregelen getrof
fen dienen te worden. Het is volgens spre
ker verantwoord de proefperiode te aan
vaarden.
De heer Hennevelt toonde zich ver
baasd over het antwoord en vond de da
tum van 1 April te ver weg; hij beval een
enquête onder de bewoners aan, waarop
de heer Happé opmerkte, dat de om
wonenden destijds wel bezwaren volgens
de hinderwet hebben ingediend, maar één
heeft er later nog geklaagd. Er wordt soe
pel opgetreden, waarbij alle belangen
worden afgemeten, als de hinderwet toe
gepast moet worden, ook de belangen van
de bedrijven.
Andere punten
Tot lid van het bestuur der Vereniging
voor Nijverheidsonderwijs werd benoemd
ir. J. D. Berdenis van Berlekom, tot tij
delijke leraren aan het Coornhertlyceum
de heren T. F. Aartsen en Th. Strobel en
tot onderwijzer' aan de Prinses Margriet-
school (Junoplantsoen) de heer S. J. Kui
pers te Haarlem. Mejuffrouw A. van der
Weg werd als onderwijzeres overgeplaatst
van de J. P. Coenschool naar de Theo
Thijssenschool. Goedgekeurd werden de
volgende voorstellen: verhoging van het
voor kapitaalverstrekking aan de PEGEM
geraamde bedrag; vernieuwen van de sta
len ramen van de meterafdeling van het
GEB; verhogen van het crediet voor het
verbouwen en het inrichten van het gym
nasium; beschikbaar stellen van een be
drag aan de woningstichting „Het Oosten"
voor het vernieuwen van schuren van een
complex arbeiderswoningen, onder intrek
king van vroegere raadsbesluiten; ver
hogen van het aan de Coöperatieve Wo
ningbouwvereniging „Volkshuisvesting"
U.A. verleende voorschot voor het bouwen
van een complex woningen aan en nabij
de Aart van der Leeuwstraat; uitbreiden
van het industrieterrein.
De bevolking van Haarlem is in het eer
ste kwartaal van 1955 maar weinig toege
nomen, namelijk met 157 personen of 0,09
percent. Het overeenkomstige groeipercen
tage voor Nederland als geheel bedroeg 0,29
percent, aanzienlijk meer dus.
Zoals in de kwartaalberichten van het
Nederlands Economisch Instituut reeds
meer is opgemerkt, zijn vanaf 1951 aan
houdend vertrekoversehotten opgetreden.
Bij weinig veranderende natuurlijke aanwas
betekende dit een stagnatie in de groei van
Haarlems bevolking.
In de andere Nederlandse gemeenten met
meer dan 100.000 inwoners doet zich dit
verschijnsel niet of in mindere mate voor.
De groei van de meeste grote gemeenten
is in de laatste jaren veel krachtiger ge
weest.
De gemeenteraad van Haarlem heeft
benoemd tot (gemeentelijk) inspecteur
voor het lager onderwijs de heer E. J. Lo
dewijks, thans werkzaam als personeel-
adviseur bij een bankinstelling te Amster
dam.
De heer Lodewijks, die 48 jaar oud is en
in Zwolle geboren is, heeft een loopbaan
bij het onderwijs in Indonesië achter de
rug. Na aanvankelijk voor de handel te
zijn opgeleid deed hij in 1925 examen als
onderwijzer en later slaagde hij voor de
hoofdakte. In 1928 vertrok de heer Lode
wijks naar Indonesië en werd op drie en
twintigjarige leeftijd benoemd tot hoofd
van een school. Hij diende vele jaren het
lager en het uitgebreid lager onder
wijs, was lid van
diverse ambtelijke
commissies, en
trad als examina
tor op bij de exa
mens voor de ak
tes onderwijzer,
hoof donderwij zer,
kleuteronderwijze
res en handenar
beid.
Tijdens de Japanse bezetting was de
heer Lodewijks gedurende drie en een half
jaar krijgsgevangene. Na de oorlog tot me
dio 1949 was hij directeur van de Kweek
school voor onderwijzers(essen) te Makas
sar. Voorts behandelde hij gedurende twee
jaar onderwijsvraagstukken voor de radio
in Makassar, publiceerde hij alleen of in
samenwerking met anderen methodes voor
de lagere school (handenarbeid, geschiede
nis, aardrijkskunde) en gaf hij didactische
richtlijnen voor onderwijzers.
In 1949 keerde de heer Lodewijks naar
Nederland terug en hij werd directeur van
de gemeentelijke leer- en experimenteer-
school en leraar aan de gemeentelijke
kweekschool voor kleuteronderwijzeressen
te Dordrecht.
Sinds 1952 werkte de heer Lodewijks als
personeeladviseur aan de Nationale Han
delsbank te Amsterdam. Vermeld zij nog,
dat de nieuwe inspecteur de akte MO pae-
dagogiek bezit en universitaire studie
volgt (richting sociale paedagogiek).
De functie van inspecteur van het lager
onderwijs in de gemeente Haarlem is een
nieuwe. Enige jaren geleden is besloten
een inspecteur te benoemen en na geruime
tijd van voorbereiding is de raad tot be
noeming over gegaan.
Het Amsterdamse Gerechtshof heeft heden
arrest gewezen in de appèlzaak tegen de
directeur van een Haarlemse N.V., die te
recht stond volgens de tenlastelegging
wegens valse aangiften voor het Buitenge
woon Vorderingsbesluit, de Vermogensaan-
wasbelasting en de Vermogensheffing in
eens, waardoor het Rijk voor ongeveer 3,5
ton benadeeld zou zijn. Onder meer zou hij
een gefingeerde schilderijentransactie ge-
ensceneerd hebben om zijn in de oorlog ge
maakte winst op „zwart" hout voor de fis
cus te camoufleren. Het Hof veroordeelde
hem tot zes maanden gevangenisstraf en
25.000 boete, subsidiair een half jaar
hechtenis. De procureur-generaal had op
21 Juni conform het vonnis van de Haar-
lemse rechtbank, een jaar gevangenisstraf
en 25.000 boete geëist.
Botsing onder invloed en
knoeierijen met polis
De Haarlemse rechtbank heeft uitspraak
gedaan in de zaak tegen de Heemskerkse
groentenhandelaar C. F. uit Castricum, die
veertien dagen geleden terecht stond, om
dat hij op 5 Maart van dit jaar met zijn
vrachtauto tegen een café zou zijn gebotst,
waarbij hij onder de invloed van sterke
drank verkeerd zou hebben.
Vervolgens zou F. geknoeid hebben met
zijn polis van de autoverzekering en met
het oog op deze beide feiten eiste de officier
van Justitie, mr. dr. R. W. H. Pitloo, veer
tien dagen geleden dan ook een gevange
nisstraf voor de tijd van tien maanden en
de ontzegging van de bevoegdheid om
motorrijtuigen te besturen voor de tijd van
een jaar. F. werd door de rechtbank ver
oordeeld tot vijf maanden.
Tijdens de zitting, twee weken geleden,
werd één van de twee belangrijkste getui
gen, K., eveneens uit Castricum, in hech
tenis genomen onder verdenking van mein
eed. Voor de politie had hij namelijk ver
klaard, dat F. op 5 Maart, toen zij elkaar
tegen kwamen, niet bepaald „schoon" was,
maar voor de rechtbank zei hij nadrukke
lijk, dat hij zich niets meer van deze ver
klaring herinnerde.
In de cantine van het hoofdkantoor van
het telefoondistrict Haarlem aan de Zijl
straat heeft ir. A. J. Ehnle, hoofddirecteur
Algemene Zaken en Radio bij P.T.T.
Woensdagmiddag door een symbolische
handeling de abonné-koppeling tussen de
telefoondistricten Haarlem en Arnhem in
dienst gesteld, waarmee de automatische
bereikbaarheid van alle geautomatiseerde
telefoonnetten in Nederland een feit was
geworden. Spoedig daarna werd Haarlem
opgebeld door burgemeester E. Chr. Matser
van Arnhem, die te woord werd gestaan
door drs. M. H. van der Hoeven, hoofd af
deling Ovenbare Werken en vertegenwoor
diger van het gemeentebestuur van Haar
lem, dat door raadsvergadering deze plech
tigheid niet kon bijwonen.Vervolgens sprak
jhr. dr. J. C. Mollerus, secretaris van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Haarlem en omgeving met de ondervoor
zitter van de Kamer in Arnhem, de heer
F. J. ten Kate, en tenslotte werd een ge
sprek Haarlem-Arnhem gevoerd tussen ir.
A. J. Ehnle en professor ir. G. H. Bast,
hoofddirecteur Telegrafie en Telefonie van
P.T.T., die in Arnhem een dergelijke bij
eenkomst leidde. De bijeenkomst in
Haarlem werd ingeleid door de direc
teur van het telefoondistrict Haarlem
ir. J. M. de Vos, die zeide, dat Haarlem bij
de automatisering als hekkensluiter fun-
De teraardebestelling van het stoffelijk
overschot van de oud-wethouder van Zand-
voort, de heer A. J. van der Moolen, zal
plaats hebben a.s. Zaterdagmorgen om 11
uur op de Algemene begraafplaats te Zand-
voort.
HAARLEM, 29 Juni 1955
ONDERTROUWD: 29 Juni, M. Hendriks en
M. Walbeek; J. Schuitemaker en M. Em-
bregts; H. H. van Leeuwen en S. C. J.
Broekhuizen; J. Roosen en B. S. Schreiber;
C. Hartendorp en H. M. F. Sieraad, C. de
Vries en J. E. van Strien; G. J. Broekhuizen
en W. van Pelt; L. W. Scheurkogel en K. R.
Bodeving; J. Huis en E. F. Oerlemans; J.
Moone en J. M. P. Berendes; P. A. Geldorp
en J. G. J. Sloos; J. G. P. Oosterop en G. B.
Hansel; H. J. Smolders en C. M. J. Korver;
R! S. Schweitzer en E. van der Lingen; E.
N. Koopman en J. H. Hulsebosch; C. J.
Dekker en M. C. Viehoff; W. Hulshoff en G.
H. van Lier; J. G. de Droog en G. M. van
Alphen; K. Molenaar en C. Bouwhuis; J. van
der Wereld en A. M. Schoen; A. Wolfsen en
C. Kroes; F. A. Thomese en E. L. Lykles.
GEHUWD: 29 Juni, J. H. van Hoof en G.
Lucas; D. A. Godijk en M. P! M. van Kam
pen; W. V. Zwemmer en M. R. van der
Kamp; J. Zeeuw en C. M. Kretzschmar; G. P.
van Rossenberg en A. C. Wezenbeek; P. C.
van der Kroft en C. C. van der Aar; G. P.
van Aken en C. H. van der Aar; P. D. van
Wees en W. J. E. Th. Franse; C. J. Broeren
en M. P. W. Janssen; J. van Brugge en J. C.
P. M. van den Broek; J. Koper en G. Witten
berg; A. A. de Jong en M. J. P. Onel; H. E.
J. M. van Oorschot en Th. M. A. J. van
Baar; J. van der Linden van Sprankhuizen
en S. A. M. Iserloi; K. Berkhout en J. G. van
Norde; P. Poekerena en L. Tombrock.
BEVALLEN van een zoon: 27 Juni, J. M.
Beunvan Santen; 28 Juni, B. M. J. Pel
Riezeweidc; 29 Juni, E. W. DamKort-
houwer.
BEVALLEN van een dochter: 28 Juni, M.
E. AndriessenHeeres; P. W. Kwakkel
Leen; M. J. J. B. de Graaf fDijkzeul; 29
Juni. A. K. Stolkvan Lieshout.
OVERLEDEN: 27 Juni, R. Tichelaar, 55 j.,
Havenplein; J. A. Vrugt, 48 j., Centaurus-
straat; 28 Juni, E. J. C. van der Werff, 56 j.,
Nagtzaamstraat; L. Kooij, 86 j., Harmenjans
straat; J. Duivenvoorden, 73 j., Edisonstraat;
A. van Soest, 61 j., Bisschop Ottostraat,
geert, niet door gebrek aan activiteit in
deze stad, maar door technische oorzaken.
Ir. Ehnle zei, dat op deze dag een mijl
paal was bereikt in het telefonisch ver
keer van Nederland. Een en ander memo
rerend van de telefoongeschiedenis van
Nederland, deelde hij mee, dat men in 1935
begonnen is met het maken van de koppe
lingen tussen de twintig districtscentra,
waarin ons land is verdeeld. In dat jaar
kwam de koppelingen Arnhem-Deventer
en omgekeerd en Hengelo-Deventer en
omgekeerd tot stand. Haarlem werd in
1937 met Amsterdam gekoppeld, Amster
dam met Haarlem in 1938. Na de oorlog
moest men evenwel weer opnieuw begin
nen, aangezien de bezetters de koppelingen
verbraken. Nadat men in 1943 82 koppe
lingen tot stand had gebracht, werd in
1945 het (vernielde) werk opnieuw aange
pakt: in 1946 waren er weer 89 gereed, in
1954 reeds 340. Woensdag werd het aan
tal van 380 koppelingen (20x19) vol
tooid.
In sommige van de twintig districten ko
men nog plaatselijke centrales voor, die
zelf nog niet geautomatiseerd zijn; de
P.T.T. streeft er naar, in 1960 voor het ge
hele land de automatisering gereed te heb
ben.
Internationaal bestaat zelfs het streven,
heel West-Europa vol-automatisch te ma
ken; men begint evenwel met half-auto-
matisch verkeer. Volgens ir. Ehnle ligt de
mogelijkheid, dat men eens vanuit een
villa in Bloemendaal rechtstreeks kan te
lefoneren met bijvoorbeeld Marseille, zon
der tussenkomst van telefonistes, in een
niet ver verschiet. In dit verband wees hij
op de grote vorderingen, die men reeds ge
maakt heeft op het gebied van dé inter
nationale telexverbindingen (onlangs is
het automatisch telexverkeer met West-
Duitsland geopend). Tenslotte deelde hij
mee, dat de P.T.T. thans een wachtlijst
heeft van dertigduizend Nederlandei's, die
aangesloten wensen te worden op het tele
foonnet.
De Haarlemse stadhuiscommissie onder
leiding van de gemeentesecretaris, mr. H.
E. Phaff, is dezer dagen teruggekeerd van
een kort bezoek aan Gent, waar zij het
stadhuis aldaar grondig heeft bezichtigd
ten einde de beschikking te krijgen over
het nodige vergelijkingsmateriaal, dienstig
in verband met de restauratie van het
Haarlemse stadhuis. De commissie is, zo
deelde de heer Phaff ons mee, met goede
resultaten teruggekeerd.
Deze commissie, meer een soort werk-
team eigenlijk, want zij werd nooit offi
cieel ingesteld, bestaat behalve uit de
gemeentesecretaris uit ir. Breuning van
Openbare Werken, die de technische kant
vertegenwoordigt, de directeur van het
Frans Halsmuseum, de heer H. P. Baard,
die de kunsthistorische belangen verde
digt, de heer C. A. Baart de la Faille als
vertegenwoordiger van Monumentenzorg
en de heer Jongens, technisch ambtenaar
van Openbare Werken, die belast is met de
uitvoering van de restauratieplannen. De
commissie bestaat thans ongeveer twee
jaar en komt eens per maand bijeen ter
bespreking van een drukke agenda.
Om zo goed mogelijke resultaten te be
reiken, is het nuttig, dat de commissie
stadhuizen elders bezichtigt, vooral om
dat men op die manier vergelijkingsobjec
ten verkrijgt. Die zijn namelijk zeer nood
zakelijk. Om een voorbeeld te noemen:
onder de restauratieplannen valt ook onder
meer de ridderzaal; men kan bezwaarlijk
de zoldering van deze zaal wegnemen „om
te zien, hoe dat nu wel staat". Heeft men
evenwel vergelijkingsmateriaal, dan kan
men zich daarmee een voorstelling vormen
van de eventueel uit te voeren verande
ringen. Het is geen eenvoudig werk, het
Haarlemse stadhuis met zijn middeleeuwse,
zijn Renaissance-gedeelte en zijn nieuwe
vleugel, te restaureren. Belangrijke pun
ten, waarop sterk gelet dient te worden,
zijn ook de aansluiting van het nieuwe ge
deelte aan het oude, de aankleding van
het stadhuis, de verlichting en verwarming,
de verbinding tussen de representatieve
en de kantoor-ruimte.
De commissie heeft daarom reeds ver
scheidene stadhuizen, die in wezen een
grote overeenkomst vertonen met het
Haarlemse, bezichtigd. Zo heeft men een
bezoek gebracht aan het stadhuis in Naar-
den, dat gerestaureerd is onder directie
van de heer Baart de la Faille, dat van
Nijmegen, Gouda en Middelburg. Het was
de commissie bekend, dat het stadhuis van
Gent in menig opzicht overeenkomt met
het Haarlemse en de bezichtiging van het
Belgische gebouw heeft dan ook positieve
resultaten opgeleverd. Het stadhuis, waar
in men op zeer deskundige wijze is rond
geleid door cle conservator van ae ge
meentemusea, de heer H. Nowe, telt een
middeleeuws stuk en twee Kenaissance-
aanbouwen, bovendien een Gothisch trap
penhuis. De Gentenaren kampen in hun
stadhuis met ruimtegebrek, wiuen aaarom
een moderne gevel bijbouwen en zouden
in dat opzicht misschien weer hun voor
deel kunnen doen met de Haarlemse er
varingen.
Bij een dergelijk studiebezoek gaat het
zeker niet alleen om de grote lijnen, ook
de détails zijn van groot belang. Als tref
fend voorbeeld vertelde de heer Phaff ons
het volgende staaltje: de raampjes van de
gerestaureerde stadhuisgang bij de Zijl
straat hebben nog geen raamknoppen, aan
gezien men daarvoor het juiste ontwerp
nog niet had gevonden. In Gent nu trof
men sluitwerk aan, dat op ae waariemse
raampjes geenszins zal misstaan.
Het is niet bij een bezoek aan het stad
huis alleen gebleven: de commissie heeft
bovendien de Karei V-tentoonstelling be
zichtigd, waar zojuist de 95duizendste be
zoeker was verwelkomd, en waar onder
meer de zes felkleurige wandtapijten,
voorstellende de tocht van Karei V naar
Tunis, worden geëxposeerd. Bovendien
werd een bezoek gebracht aan vele van de
schoonheden, die op de lijst van monu
mentenzorg staan.
De volgende dag is het gezelschap naar
Antwerpen gereisd, waar de heer Baard
De 15-jarige scholier Gabe van der
Zwaag uit Rijperkerk stak Dinsdag op een
weiland aan de Groningerstraatweg, in de
gemeente Leeuwarden, zijn hoofd in het
mechanisme van een in werking zijnde
hooipers. Hij kwam daarbij in aanraking
met de krukas, met het vreselijke gevolg,
dat zijn achterhoofd werd verbrijzeld. De
dood trad onmiddellijk in.
Woensdag werd in het kleuterhuis „Margriet" aan de Anna van Burenlaan in
Haarlem een begin gemaakt met de lepeltjes-actie ten bate van de speelwerktuigen
in de tuin van het kleuterhuis. Mevrouw J. Jurrissen-Riezebos, (links) overhandigde
aan de vice-president e van het tehuis, mevrouw Lacomhlé-Dunnewolt een zilveren
lepeltje, dat aan Prinses Margriet zal worden aangeboden. In het midden de
voorzitter van het actie-comité, de heer Hartman.
heeft gesproken met directeur Van Bese-
laere van het museum van Schone Kun
sten naar aanleiding van de Brouwerten
toonstelling van 1956. Deze reizende ten
toonstelling zal, na Antwerpen, in Haarlem
verschijnen (waarschijnlijk in September
1956), om daarna door te reizen naar
München, dat het leeuwenaandeel van ae
paneeltjes levert.
Morgen, Vrijdag, wordt de Haarlemse
kunstschilder Willem Rees vijfenzeventig
jaar. Haarlemmer van geboorte, is deze be
scheiden kunstenaar zijn stad steeds trouw
gebleven. Met zijn werk trad hij weinig op
de voorgrond. Ziet men al eens schilderijen
van Rees, dan is dat gemeenlijk op de ten
toonstellingen van „Kunst zij ons doel".
Een enkele maal hield hij een eigen expo
sitie in de kunsthandel van J. H. de Bois,
waar de geregelde bezoeker altijd wel een
of ander-werk van Rees kon aantreffen.
Sinds het verdwijnen van deze kunsthandel,
hetgeen door velen nog steeds als een groot
gemis gevoeld wordt, is het rondom Willem
Rees nog een beetje stiller geworden.
Het is juist daarom dat ik zo graag de
gelegenheid aangrijp de jubilatis onder de
aandacht van de lezer te brengen. Zij die
hem goed kennen, behoeven niet meer aan
hem te worden voorgesteld, maar ook zij
zullen, evenals ik, met instemming lezen
wat mijn voorganger in deze kolommen,
dezelfde J. H. de Bois, in 1938 over de
schilder schreef. Een beter „geschreven
portret" is moeilijk denkbaar, luistert u
maar:
„Bedachtzaam in gang en woorden, wel
ke laatste zich bij hem in een opzettelijke
zangerigheid plegen te doen horen, ging
hij sinds 1880, het jaar zijner geboorte, zijn
weg door Haarlems leven. Zijn opgewekt
heid en gelukkig gemis aan felle eerzucht
beloven hem een onvergrijsde ouderdom
en een door teleurgestelde ambities niet
verslapte werklust. Met Rees iets minder
oppervlakkig aan de praat gerakend, treft
men een welgeordend geheugen, een logisch
doordenken en een zich niet opdringend
gevoel voor stille humor aan, die gemeen
lijk meer des filosofen dan des bacchanti-
schen kunstenaars zijn".
Deze fijnzinnige typering vertelt op om
zichtige wijze heel veel over leven en ont
wikkeling van de kunstenaar.
Willem Rees ontving zijn opleiding aan
de Haarlemse school voor Kunstnijverheid,
destijds aan de Dreef gehuisvest. Hij werk
te daarna in de schilderklasse onder Krab
bé, maar was ook leerling van architect
De Basel. Door deze laatste kwam hij in
contact met de bekende schilder en ont
werper G. W. Dijsselhof, die hem liet mede
werken aan een opdracht waarin grote ba
tiks verwerkt werden.
Rees, zoals Herman Moerkerk hem, jaren
geleden, tekende.
Daarvoor was Rees ontwerper geweest
op het Haarlemse decoratie-atelier van
Veldheer en om u even een beeld te'geven
van die vervlogen jaren, weet hij u niet
zonder humor mee te delen dat het ver
schil tussen werkjongen en ontwerper
daarin bestond, dat de eerste achttien cent
per uur, de tweede 20 cent verdiende. Het
verschil in rang en stand werd extra ge
accentueerd doordat de werkjongen een
pet, en „meneer" de ontwerper een hoedje
diende te dragen.
Het leven van Rees begon zich later an
ders af te tekenen, anders dan hij zich dat
misschien gedacht had. Door te reflecteren
op een advertentie kreeg hij opdracht tot
het copiëren van een schilderij van Van
Ostade uit het Rijksmuseum. Hij deed dit
zo voortreffelijk dat er een lange reeks van
opdrachten op volgde. Vele vooraanstaande
families in het land lieten in Nederlandse
en buitenlandse verzamelingen door Rees
copieën vervaardigen. Voor de familie Bee-
resteyn ging hij in 1914 naar Parijs om
daar de portretten door Frans Hals, die op
een onzalig moment voor ons land verloren
waren gegaan door verkoop aan het Lou-
vremuseum te copiëren.
Zo bleef er Rees naast dit copiëren wei
nig tijd over voor dat, wat 'hem toch het
liefste was, de eigen schilderkunst. Te
zwaarder viel hem dit, daar hij zich er van
bewust was dat hij de eigen vorm moest
zoeken, onafhankelijk van zijn begrip en
kennis der oude meesters. Zijn verantwoor
delijkheidsgevoel en grote eerlijkheid dwon
gen hem steeds zich zelf te wezen en, zo
zegt hij: „als ik een schilderij gemaakt heb,
moet ik het toch vooral in de eerste plaats
zelf goed vinden. Bevalt het mij niet ge
heel, dan maakt de door anderen verkon
digde lof het voor my niet beter". Deze
bescheidenheid tekent ook zijn schilders-
trots. De eigenlijke belangstelling van Wil
lem Rees is sterker op de modernen dan op
de oude kunst gerieht, daarvan spreekt
zijn interieur, waar reproducties naar
Matisse en Modigliani de wanden sie
ren. Maar ook de jonge Haarlemse schil
ders ontmoeten in Rees een begrijpend col
lega. Dat bleek mij toen ik ook van hen
verschillende werken op het atelier van
Rees aantrof.
Dat is zijn onvergrijsde ouderdom.
OTTO B. DE KAT