VAN BRUISEND WATER TOT RUISEND GRAAN
Ondanks toenemende industrialisatie moet
Haarlemmermeer agrarische gemeente blijven
Bejaarde inwoner van Haarlemmermeer vertelt
over bittere armoede en slopende ziekte
i
„Vooruit" krijgt nieuwe kansen bij
organisatie van concours-hippique
Worsteling tussen water en land
Richtsnoer voor burgemeester Jansonius:
Oogstlied
De „goede oude tijdwas niet zo mooi
8
V erenigingsleven
in de dorpen
Geboorte-overschot
Levering van gas
Boer wil paard niet missen
Vele problemen
Receptie en intocht
Toen
Prijzen
Cholera
DONDERDAG 30 JUNI 1955
HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE COURAN1
„Het beleid dient er op gericht te zijn, dat Haarlemmermeer een agrarische ge
meente blijft. Een eeuw lang zijn de agrarische belangen zo veel mogelijk be
hartigd en die dienen de aandacht te blijven behouden van hen, die leiding
geven aan de gemeente", aldus was de mening van burgemeester mr. F. J. Jan
sonius, toen wij met hem spraken over de komende eeuwfeestviering van zijn
gemeente. „Dat neemt niet weg, dat de industrialisatie niet vergeten mag wor
den, vooral niet als zij nauw verband houdt met de landbouw, zoals die zich
bijvoorbeeld in de omgeving van Nieuw Vennep voordoet en hier en daar op
bescheiden voet in Hoofddorp. Toch wordt de industrie niet op de achtergrond
geschoven. Dat blijkt uit Schiphol en de stichting van de Fokkerfabrieken aan
de rand der gemeente. Er is een deel der gemeente bestemd voor vestiging van
industrieën, namelijk Zwanenburg, waar grond ligt, die niet gebruikt kan worden
voor de landbouw. Fabrieken zijn reeds tot stand gekomen en binnenkort wordt
een broodfabriek gebouwd".
Burgemeester mr. J. F. Jansonius in zijn werkkamer op het Hoofddorpse raadhuis,
dat in de afgelopen drie jaar gerestaureerd is. Tot 1 Januari 1956 blijft de burge
meester, die in December 65 jaar hoopt te worden, zijn ambt vervullen.
Wij behoeven niet te vertellen, dat de
Haarlemmermeer door de ligging een
eigenaardige gemeente is. De dorpen
Hoofddorp, Nieuw Vennep, Badhoevedorp,
Zwanenburg, Abbenes en Vijfhuizen en de
buurtschappen Aalsmeerderbuurt, Burger
veen, Cruquiusbuurt, Lisserbroek, Hille-
gommerbuurt, Lijnden en Rijk om maar
de belangrijkste te noemen zijn verspreid.
Badhoevedorp en Zwanenburg zijn foren
sencentra geworden, die aangewezen zijn
op Amsterdam en Haarlem. De bodem van
de 18.500 ha bestaat hoofdzakelijk uit
bouwland. In het noordelijk deel wordt
tuinbouw beoefend, in de omgeving van
Aalsmeer worden rozen, seringen, anjers,
cactussen en zelfs orchideeën gekweekt en
in het zuid-westelijk deel vraagt de
bloembollenteelt de aandacht van velen.
Industrieën zijn er in Zwanenburg en in
de omgeving van Schiphol, zodat er een
grote verscheidenheid is aan te treffen in
de grote gemeente, die gegrensd wordt
door de zestig kilometer lange Ringvaart.
Te begrijpen is het, dat de burgemeester
met vele zaken te doen heeft en om zich
op de hoogte te houden van het leven in
alle delen van zijn gemeente moet hij veel
representatief werk verrichten. Dat doet
hij gaarne en als hem een uitnodiging be
reikt, geeft hij er zoveel mogelijk gevolg
aan. Daardoor blijft hij goed op de hoogte
van het wel en wee der bewoners en
onderhoudt hij het contact met delen der
gemeente, die overigens weinig in relatie
staan met Hoofddorp, omdat de econo
mische belangen elders liggen.
De burgemeester heeft geconstateerd,
dat er bewust toch een binding ontstaan
is met het gemeentebestuur. Dat is bij
voorbeeld te danken aan het dorpsver
enigingsleven, dat de burgemeester gaarne
gestimuleerd heeft. In Zwanenburg is met
medewerking van oud-wethouder de heer
F. H. Bos een vereniging gesticht, waarin
de burgerij uit alle rangen en standen ver
tegenwoordigd is. Het bestuur onderhoudt
het contact met het raadhuis te Hoofd
dorp en daardoor worden de dorpsbelangen
op de beste wijze behartigd. De burge
meester wil daarbij het werk van de
raadsleden niet uitschakelen. Op hun beurt
doen zij ook goed werk voor de dorpen en
de buurtschappen.
Bij de voorbereiding van de viering van
het komende eeuwfeest is tot uiting ge
komen, dat er contact ontstaan is tussen
de bewoners op de dorpen. Verenigingen,
oranje-comité's hebben zich verenigd en
een speciale commissie is ontstaan, die be
last is met de voorbereiding van festivi
teiten in eigen kring Dat er hard gewerkt
is blijkt uit de programma's.
Eurgemeester mr. Jansonius is van 1 Fe
bruari 1931 af in Haarlemmermeer werk
zaam, eerst als gemeentesecretaris en na
de bevrijding als burgemeestér. Toen hij
in Hoofddorp kwam waren er 27.500 in
woners en in de loop der jaren is het aan
tal tot over de 40.000 gestegen. Daarvoor
zijn enige redenen te noemen. De belang
rijkste is wel het geboorte-overschot, dat
jaarlijks vrij hoog is, Dan is de forensen
bevolking bijzonder gegroeid. In 1931 be
stond er voor Badhoevedorp nog geen uit
breidingsplan. Toen dit was vastgesteld is
het snel gegaan met de bouw van wo
ningen in Badhoevedorp. De constructie
werkplaatsen van de KLM bevatten vijf
entwintig jaar geleden niet zoveel werk
nemers als thans; een belangrijk percen
tage der arbeiders woont echter niet in
Haarlemmermeer.
In het gesprek met de burgemeester
hebben wij ons niet verdiept in de zaken,
die in de loop van de afgelopen eeuw de
aandacht hebben gevraagd, maar met
enkele, waarmee mr. Jansonius te maken
heeft gehad. Een der eerste was de gas-
voorziening. Kort na zijn benoeming tot
gemeentesecretaris vroeg Schiphol gas te
leveren. Met de gemeente Haarlem werd
een contract aangegaan en daarna volgde
de aanleg van een leiding via de Zomer-
vaart, Zwanenburg, Badhoevedorp naar
Schiphol. Een deel van de gemeente werd
van gas voorzien en Schiphol gebruikt
meer dan een derde deel er van. Thans
wordt onderzocht of het gewenst is in
andere delen van de gemeente de be
woners in de gelegenheid te stellen op gas
te koken. Er bestaan dorpen in ons land,
waar gas" in cylinders geleverd wordt.
Hierdoor voorkomt men kosten voor de
aanleg van buizen, maar men mag niet
vergeten, dat er grote gevaren aan de
levering verbonden zijn, als men het gas
ondoelmatig gebruikt, aldus de burge
meester. Veligheid dient op de voorgrond
gesteld te worden en dit zal bij het onder
zoek een punt van bespreking dienen te
zijn.
De levering van electriciteit gaat vlot in
Haarlemmermeer en ook het aantal per
celen, dat nog niet op de waterleiding is
aangesloten vermindert steeds. Het pro
vinciaal bestuur onderzoekt de mogelijk
heid om de ontbrekende percelen van wa
ter te voorzien. Bedragen van provincie
en gemeente zullen nodig zijn als een op
lossing gevonden is.
ogenblik te maken heeft, zoals de woning
bouw, het tekort aan huizen, het gebrek
aan arbeidskrachten, speciaal op het platte
land, de aanleg van wegen en de verbin
ding via de verkeerswegen naar andere
gemeenten. Er over uit te weiden zou ons
te ver voeren; wij vermelden, dat men er
verzekerd van mag zijn, dat de burge
meester van Haarlemmermeer er zijn aan
dacht aan besteed.
En wat de feesten in de komende weken
betreft is mr. Jansonius dankbaar voor de
goede samenwerking, die er allerwege
heerst. In het bijzonder verheugt het hem,
dat Hoofddorp weer zijn concours-hippique
krijgt en dat aangenomen mag worden,
dat de paardensportliefhebbers in de ko
mende jaren de weg naar de gemeente
zullen vinden. Geruime tijd heeft het be
stuur van de Vereniging „Vooruit" door
gebrek aan accommodatie zijn werk moe
ten staken. Gelukkig heeft de gemeente
raad B. en W. gemachtigd een overdekte
tribune te bouwen en als de voortekenen
niet bedriegen zal de naam Hoofddorp
weer in verband worden gebracht met het
woord concours-hippique. Al mechaniseert
het landbouwbedrijf zich meer en meer,
een boer zal zijn paard in zijn omgeving
toch niet willen missen. De liefde voor het
paard is bij hem groot en ook zal hij voor
zijn genoegen een paard willen behouden.
„Vooruit" krijgt nieuwe kansen en men
mag er van verzekerd zijn, dat het be
stuur die zal grijpen, om de traditie van
vroeger jaren weer op te nemen.
Ook voor de andere feestelijkheden
heeft de burgemeester goede verwach
tingen, niet het minst voor die in de dor
pen en buurtschappen.
Sikkels klinken;
sikkels blinken;
Ruisend valt het graan,
Zie de bindsters garen!
Zie, in lange scharen
Garf bij garven staan!
't. Heter branden
Op de landen
meldt de middagtijd;
't Windje moe van 't zweven,
Heeft zich schuil begeven;
En nog zwoegt de vlijt!
Blijde Maaiers;
Nijvre zaaiers,
Die Uw loon ontvingt!
Zit nu rustig neder,
Galm' het mastbos weder,
Als gij juichend zingt.
Slaat Uwe ogen
naar den hogen:
Alles kwam vandaar!
Zachte regen daalde,
Vriendlijk zonlicht straalde,
Mild op halm en aar.
A. C. W. STARING.
Ondanks de drooglegging zal het water een onafscheidelijk element van de Haarlemmermeerpolder blijven. Aan zijn gren
zen vindt men immers nog de meren en plassen, door het vertrouwde riet omzoomd, resten van wat eens een schier
ontembare waterwolf was.
„Ik kan me nog herinneren, dat Vijfhuizen alleen bestond uit wat houten huisjes.
„Of huisjes, nou ja krotten waren het meer. Dat was zo ongeveer in 1870. En in de
„droge zomer van 1867 brak er een cholera-epidemie in Vijfhuizen en omgeving uit.
„De mensen stierven als ratten. Op het laatst steeg de nood zo hoog, dat burgemeester
„Amersfoordt per schuit vers water naar Vijfhuizen liet brengen vanaf „De Bad
hoeve".
Wanneer men deze en andere verhalen uit de „goede" ou$e tijd wil horen, dan kan
men terecht op Vijfhuizerdijk no. 78 in Vijfhuizen. Daar woont Opa Ophem, de
man die het langst in de Haarlemmermeer woont, die ook in de polder is geboren.
Dat was op 17 Februari 1860, toen het Meer acht jaar droog, en de Haarlemmermeer
polder vijf jaar een zelfstandige gemeente was.
Opa Ophem officieel staat hij bij de
burgerlijke stand ingeschreven als Jan Op
hem, maar ieder noemt hem Opa, welke
eretitel hij met zijn vijfennegentigjarige
leeftijd ook wel verdient kwam ter
wereld in Vijfhuizen, in een klein huisje
ergens aan de Vijfhuizerweg, dat er nu niet
meer staat. Later woonde hij in een huis,
op de plaats waar nu het Fort is en daarna
aan de Vijfhuizerdijk. Hier is ook zijn
Natuurlijk kwamen vele problemen tec
sprake, waarmee een burgemeester op dit
Het forse, glanzende boerenpaard is
weliswaar niet uit het hart, maar toch
wel van de akkers der landbouwers ge
bannen. De mechanisatie heeft gelijke
tred gehouden met de intensivering van
het agrarische bedrijf. De achttiendui
zend hectaren beslaande Haarlemmer
meerpolder heeft zich in de eerste eeuw
van zijn bestaan ontwikkeld tot een der
vruchtbaarste landbouwgebieden van
ons land. Per hectare worden er gemid
deld 4400 kilo tarwe, 4500 kilo haver,
4200 kilo gerst, 24.500 kilo aardappelen
en 45.500 kilo suikerbieten geoogst.
De Haarlemmermeer, die omstreeks 1500 nog maar een verzameling kleine plassen
was, groeide in de loop van de eeuwen uit tot een angst-aanjagend grote binnenzee.
Reeds in 1610 waren de dorpen Rijk, Vijfhuizen en Nieuwerkerk verzwolgen door
het opdringende water. In 1836 werd Leiden bedreigd, waarna in 1839 de wet tot
stand kwam die de dreiging van deze. watermassa voorgoed te niet zou doen. In
1848 begon het stoomgemaal de Leeghwater te werken en het jaar daarop de beide
andere gemalen, de Lijnden en de Cruquius. In onze kaart geven wij naast de ver
gelijking tussen het Haarlemmermeer van 1550 en de huidige ringdijk, tevens een
overzicht van de groei van dit meer en het aantal hectaren bouwland dat na beëin
diging van de werkzaamheden vrij kwam als cultuurgrond.
Op Zaterdagmiddag 2 Juli zullen de be
sturen van de gemeente Haarlemmermeer
en van de Haarlemmermeerpolder op het
raadhuis tussen 16 uur en 17 uur 30 reci
piëren.
Ter gelegenheid van het honderdjarig be
staan van de polder zal in de Rooms-Ka-
tholieke kerk van Hoofddorp op Vrijdag 1
Juli om 20 uur een plechtige Hoogmis wor
den opgedragen. Daarbij wordt pontificale
assistentie vanleend door mgr. J. P. Hui-
bers, bisschop van Haarlem. Deze wordt op
de Kruisweg, nabij de IJweg, ingehaald
door het fanfareorkest „Excelsior", de rui
ters van „Kapitein van der Wal" en een
stoet tx-actoren.
vrouw overleden. Dat was in de zomer van
1937, kort na hun gouden huwelijksfeest.
Opa, die bij zijn zoon en schoondochter
inwoont, kun je niet aanzien, dat hij.negen
en een half kruisje achter de rug heeft. Hij
leest 's avonds zonder bril zijn krantje; legt
graag een kaartje waarbij men het niet be
hoeft te proberen om hem een verkeerde
kaart in handen te spelen- en leert zijn
kinderen schoolliedjes anno achttienhon
derd-zoveel.
Maar hij zit niet altijd in het huisje aan
de Vijfhuizerdijk. Wanneer hij enigszins in
staat is, bezoekt hij de verjaardagen in zijn
grote familiekring (negen kinderen
waarvan acht nog in leven_ achtentwin
tig kleinkinderen en tussen de veertig en
de vijftig achterkleinderen). Pas was hij
nog in Heemstede, waar hij aan de
Cruquiusweg genoot van het drukke
verkeer. „Dat is nog eens wat anders," ver
telde hij, „dan we vroeger hadden. Als je
toen op de weg keek, dan.
En toch, wanneer men Opa Ophem hoort
vertellen, was die tijd niet zo goed.
Toen-Jan Ophem elf jaar was, moest hij
al mee om te gaan werken voor het grote
gezin thuis. Een achturige werkdag be
stond er niet. Hij werkte als kind al van
's morgens vroeg tot 's avond laat. Meestal
duurde een werkdag een uur of vijftien,
vooral 's zomers. Als hij later als volwas
sen man een goed jaar had, verdiende
hij gemiddeld tien gulden per week. Sociale
voorzieningen waren er niet. 's Zomers
moest je geld oversparen voor de winter,
als je in de korte dagen maar gedeeltelijk
kon werken of de vorst alles stïllegde.
Kreeg je een ongeluk of werd je ziek, dan
was je aangewezen op de liefdadigheid of
moest je maar zien hoe 'je in het leven
bleef. Zo overleed Opa's schoonvader en
liet een vrouw achter met vier kinderen.
Het vijfde werd zeven maanden na zijn
dood geboren. De weduwe kreeg een on
dersteuning van twee kwartjes per week
in de zomer en een gulden in de winter.
Armoe en ellende waren destijds hemel
schreiend in de nu zo welvarende Haar
lemmermeerpolder. De huizen op de
plaats waar nu Vijfhuizen ligt waren
krotten, die in elkaar getimmerd waren van
planken. In de droge zomermaanden kier
den ze zó erg, dat je zonder meer van bui
ten naar binnen kon kijken. Eigenlijk
waren er toen maar een paar stenen ge
bouwen, die stonden buiten het gebied van
het vroegere Haarlemmer Meer, bijvoor
beeld de Kooiboerderij, en de boerderijen,
die thans nog in de Vijfhuizerpolder staan,
bij de ophaalbrug.
De lichtbron, die men 's avonds had, be
stond uit een bibberend kaarsvlammetje of
een walmende tuitlamp met raapolie. Was
het wonder dat deze wantoestanden de
mensen naar de kroeg joegen? Daarom
waren dronkenschap en vechtpartijen in
het Vijfhuizen van die tijd aan de orde van
de dag.
Jan Ophem, die 95 van de honderd jaren
in de Haarlemmermeer heeft meegemaakt.
ven binnen enkele dagen zeventien vol
wassenen. Op het laatst steeg de nood zó
hoog, dat Burgemeester Amersfoordt per
schuit zuiver drinkwater van „De Bad
hoeve" naar Vijfhuizen liet brengen. Ook
de kindersterfte was vreselijk. Van Opa's
broertjes en zusjes stierven er acht, toen ze
nog heel jong waren. Alleen de heel ster
ken overleefden de toestanden in het
nieuwe land van de pas drooggemaakte
polder.
Toen Opa zeven jaar was, brak er in
Vijfhuizen en omgeving een cholera-
epidemie uit. Dat was in 1867, een droge
zomer, toen de regentonnen leeg waren en
de bevolking uit sloten en vaarten vuil
water dronk. De geneeskundige hulp was
slecht, omdat de dichtstbijzijnde dokter in
Heemstede woonde. In minder dan geen tijd
vielen de slachtoffers. In Opa's omgeving
woonde een weduwe met drie zoons,
's Middags kwamen ze thuis van hun werk,
omdat ze zich niet goed voelden. Een paar
uur later lagen ze dood in de kamer. Op
een klein stukje van de Spieringweg stier-
Over de prijzen van toen, weet Opa nog
heel interessante dingen te vertellen. Voor
een gulden kocht men toen vijf pond spek.
Een pond roomboter kostte vijftig cent.
Vet was vijftien cent per pond en een mud
kolen kwam op zestig cent.
Maar de armoede vierde hoogtij, want
zelfs deze prijzen konden de meesten niet
betalen. Ook de boeren niet, want in die
eerste jaren kon vrijwel niemand het hoofd
boven water houden. Wat denkt u bijvoor
beeld van de inkomsten van een landbou
wer (die- zijn hoge pacht moest betalen,
aan een landheer, die ergens op een Am
sterdamse gracht woonde), die voor een
mud tarwe een paar gulden en voor een
liter melk vijf cent kreeg?
Van zijn zevende tot zijn elfde jaar ging
Opa op school bij „Meester" Stout, de
onderwijzer in de enige onderwijsinstelling,
die Vijfhuizen rijk was. Eerst was deze ge
vestigd in een schuur op de plaats, waar
thans de Ned. Herv. pastorie is. Later kwam
het nieuwe thans nog bestaande
openbare schoolgebouw aan de Spiering
weg klaar. „Meester" Stout gaf ook „avond
cursussen," in de wintermaanden tussen
zes en acht uur 's avonds, aan de kinderen
die geen onderwijs meer volgden, omdat ze
moesten werken. De R.K. kinderen volgden
's middags godsdienstonderwijs. Dit werd
aan De Lijnden gegeven. Ze gingen er
lopend heen en kwamen vaak 's avonds
laat lopend terug.
Alle verkeer was trouwens toentertijd
op de fiets en te paard. Verbeteringen
kwamen er pas toen burgemeester Amers
foordt aan het bewind kwam. Toen werden
de wegen begaanbaarder en liep de bevol
king uit om te kijken naar de vlasboeren,
die op hoge fietsen van uit de stad naar
Vijfhuizen kwamen om te zien hoe hun ge
was er voor stond.
Nu woont Opa rustig in zijn huisje aan
de Vijfhuizerdijk. Hij maakt zich om wei
nig dingen bekommerd. Eigenlijk lacht hij
een beetje om alles wat de mensen nu zo
vreselijk belangrijk vinden. „Men heeft nu
alles", zegt hij; „voor allerlei dingen is
gezorgd. Zaken, waarover wij in onze jeugd
niet durfden dromen, vindt men thans heel
gewoon. En dan verlangen ze nog terug
naar „de goeie, ouwe tijd