„DESSO"-tapijt Een faun in de balletstudio O Operette in de openlucht Mahlers Derde Symphonie onder Paul van Kempen .Clowntje Rick De schimmen van het duister Zeldzaam gelukkig programma van New York City Ballet r Nieuwe emissie of liquidatie maatschappij „Schandaal in Parijs" 9 HOLLAND FESTIVAL In 48 uur een pantalon gemaakt College van Beroep voor Bedrijfsleven geïnstalleerd HOLLAND FESTIVAL TINTGEVENDE HAARWASSING Voor de kinderen Examens FEUILLETON door Boilleau Narcejac ZATERDAG 2 JULI 1055 Als geheel was het tweede programma van het New York City Ballet, dat Donderdagavond in de hoofdstedelijke Stadsschouwburg werd vertoond, het beste dat ik ooit van enig dansgezelschap ter wereld heb ge zien. Het was een artistieke gebeurte nis van de eerste orde. Het is moge lijk, dat men wel eens sterkere indi viduele prestaties heeft gezien of door incidentele werken sterker werd ont roerd, doch dat kan aan deze algemene waardering geen af breuk doen. Er kwa men van elk der beide directeuren, George Balanchine en Jerome Robbins, twee werken tot uit voering: gevormde persoonlijkheden met een volstrekt eigen manier om zich in bewegings taal uit te drukken, beschikkend over een feilloos afgestemd apparaat van overwegend in eigen studio's getrainde dansers, van wie de koele allure van sportiviteit veredeld wordt door mu zikaal begrip. Maar er heerst ondanks de verscheidenheid geen verdeeldheid. Zelden of nooit werd men in het ballettheater zo overrompelend geconfronteerd met uitin gen van creatieve geesten, die elkaar aan vullen. De voorstelling begon mét een reprise van de door Balanchine mede uit eerbied voor de oorspronkelijke opzet van Tsjai- kofsky ingrijpend gewijzigde tweede acte van „Het Zwanenmeer" met alleen het Adagio en de pas-de-quatre uit Ivanov's choreografie. Voor deze nieuwe versie werden geen andere dan de ook door laatstgenoemde gebezigde passen gebruikt, maar vrijwel overal is de pantomime door dans vervangen. Op deze wijze is de waar de van de romantische traditie voor het moderne Amerikaanse publiek acceptabel gemaakt. Door de zeer suggestieve behan deling van het corps de ballet is in menig opzicht de emotionele uitwerkingsterkerdan voorheen, al zouden er tevens enige zwakke plekken zijn aan te wijzen. Maria Tallchief die de dag tevoren enigszins teleur stelde ln het duet uit „Sylvia" rehabili teerde zich volkomen. Men heeft inder daad wel eens een meer lyrische vertolking van de koningin der zwanen gezien, maar dit ig per saldo een tamelijk vaag begrip, zulks in tegenstelling tot het stijlgevoel dat hier werd gedemonstreerd. André Eglevsky had niet veel anders te doen dan te bewij zen welk een nobele partner hij is. Ter vervanging van „Four Tempera ment*" op de in de korte tijd van voorbe reiding niet bevredigend in te studeren muziek van Hindemith werd thans „The Cage" van Jerome Robbins op het (Concer to grosso in D voor strijkers van Igor Stra- winsky vertoond het ballet waarover drie jaar geleden zoveel ongezond rumoer dreigde te ontstaan. Zoals men zich wellicht herinnert, wordt hierin de inwijdingsplech tigheid van een jonge novice in een mythi sche eredienst weergegeven, waarbij men ADVERTENTIE Origineel direct uit voorraad leverbaar 100 cm breed WOLBOUCLé11.50 HAARBOUCLé 13.75 SPIK MOQUETTE (wol) 16.90 KRUISSTRAAT 11 HAARLEM TELEFOON 11491 Tanaquil Leclercq en Jacques d'Amboise in „l'Après-midi d'un faune" van Jerome Robbins. aan de samenleving der Amazones zou kunnen denken, hoewel de costuums een insectengemeenschap sugereren. In ieder geval sterft de man hierin als prooi van de vrouw. Plet is niet zo erg belangrijk op de vraag in te gaan of men nu met natuurlijke instincten dan wel met vergeldingsdrang heeft te doen hoewel men in het laat ste geval een interessante vergelijking met de tweede acte van „Giselle" zou kun nen maken. Dan blijkt eens te duidelijker hoezeer de Amerikanen met behoud van het klassieke vocabulaire een eigen expres siekracht hebben gevonden. De rol van Nora Kaye, die zich destijds vooral leerde kennen als een intens gespannen actrice, werd nu door Melissa Hayden vertolkt en dit is ongetwijfeld een verbetering, want zij gaf met haar fenomenale techni sche capaciteiten een maximum aan be heerste heftigheid in deze erotische acro batiek, die een ongelofelijke zuivei-heid bleef behouden. Als er op deze avond van een hoogtepunt sprake kon zijn, dan was het naar mijn smaak „l'Après-midi d'un faune" van Je rome Robbins op de gelijknamige prélude, die Debussy schreef bij een „moeilijk" ge dicht van Stéphane Mallarmé, dat in 1912 Vaslav Nijinski tot bron van inspiratie diende bij zijn eerste en waarschijnlijk bestgeslaagde proeve van choreografie. Deze maakte er een tweedimensionale be wegingsstudie van, met als onderwerp een faun wiens rust door schone nimfen werd gestoord, naar het voorbeeld van de antie ke Griekse schilderwijze. Jerome Robbins heeft evenwel volkomen gebroken met deze romantische visie op de mythologie. Als het nylon voordoek is opgetrokken, ziet men een kale dansstudio, waarin een jongeman in trainingscostuum zich lan goureus uitrekt. Dan bemerkt men opeens de in alle eenvoud verrassende vondst: het publiek in de zaal is de spiegel, waarin hij zichzelf met kalm welbehagen bewondert. Het is een fascinerende studie in wat men narcisme zou moeten noemen, doch feite lijk een naar buiten gekeerde vorm van eigenliefde zonder ziekelijkheid is. Jacques d'Amboise suggereerde in deze hygiënische omgeving volmaakt de gewenste luie, zwoe le atmosfeer van een zomerdag. Dan komt een ballerina binnentrippelen, die enige oefeningen gaat doen, zonder dat men weet of het werkelijkheid is dan wel wiens droom, maar dan geleidelijk onder de bekoring komt van de onuitgesproken begeerte. Als onder hypnose voeren zij een gymnastisch duet uit, dat waarlijk adem benemend mag heten. Eigenlijk ben ik nog tezeer onder de dichterlijke indruk van dit tedere toonbeeld van geraffineerde ver beeldingskracht om het werk te analyse ren. De dagelijkse realiteit van het toege spitste dansersbestaan moet men misschien kennen om te beseffen, hoe dicht men door dringt tot het geheim van de kunstenaar in de verhouding van zijn „ego" tot de bui tenwereld. Men zou er lange beschouwin gen aan vast kunnen knopen over de naar buiten gekeerdheid van de danser, die ook technisch zijn houding bepaalt.... Maar het wonderbaarlijke is, dat men tevens de gewaarwording heeft nooit eerder zozeer tot de kern van Debussy's compositie te zijn gesleept. Tanaquil Leclercq was ik kan het niet anders zeggen volmaakt als de ballerina. Tot besluit kwam dan nog de brillante uit voering van de door Balanchine ingenieus gestelde Symphonie in C, een jeugdwerk van Bizet, oorspronkelijk voor de Parijse Opera onder de titel „Palais de Crista!" ADVERTENTIE De firma Douwma, Gen. Cronjéstraat 40-44, heeft een nieuwe afdeling geopend, waardoor zij in staat is, binnen 2 x 24 uur een pantalon naar maat te maken. Keuze uit 12 verschil lende kleuren, van 38.tot 54. Het goud van de Renate Leonhardt De heer P. Visser voorzitter van de coö peratieve bergingsvereniging Renate Leon hardt", blijft ondanks de minder gunstige berichten over de werkput voor de berging van het goud bij Texel optimistisch ge stemd. In tegenstelling tot de deskundigen van Waterstaat blijft hij van mening, dat het niet nodig is de druk in de bouwput op te voeren. Zijns inziens za: de put de druk van buitenaf zeker kunnen doorstaan. Op voering van deze druk zou volgens de heer Visser niet alleen zeer kostbaar zijn en veel tijd vergen, maar bovendien de werk zaamheden in aanzienlijke mate bemoei lijken. De heer Visser staat hier tegenover de heren van Rijkswaterstaat en Arbeids inspectie. Het is echter de vraag of hij zijn standpunt zal kunnen blijven handhaven nu het bestuur van de bergingsmaatschap pij een deskundige heeft aangezocht om rapport uit te brengen. In feite is hiermede de technische leiding uit handün van de heer Visser genomen. Algemeen wordt aangenomen, dat er nu slechts twee moge lijkheden overblijven: de werkput krijgt alsnog die technische voorzieningen, die noodzakelijk zijn en gebeurt dit, dan zal er een nieuwe emissie moeten worden uit geschreven om dit te bekostigen, of men besluit tot liquidatie van de bergings maatschappij Renate Leonhardt. Een handleiding voor Duitse kluchtspel schrijvers moet er, dunkt me, uitzien als een kookboek met slechts één recept. Het product is tenminste van een schrikwek kende eenvormigheid. Men moet vooral geen humor of esprit verwachten in de platvloerse situaties, die op milde wijze meestal als „dolle verwikkelingen" worden beschreven. In dit opzicht maakt „Schan daal in Parijs" van Franz Arnold, in het Openluchttheater te Bloemendaal Vrijdag avond door de Nieuwe Rotterdamse ope rette vertoond, geen uitzondering, ook niet in de „Parijse" sfeer, die meer op die van een Duitse provinciestad lijkt. Als men over de bezwaren van het genre nu maar verder heenstapt, valt zeker te constateren, dat Octave van Aerschots routine hem ook bij zulk een onvoldoende stof niet in de steek laat. Door zijn persoonlijkheid was hij de spil van de voorstelling. Met zijn ge moedelijke grapjes wist hij de leegheid van de tekst enigszins weg te spelen. Hij had daarbij aan Rob Milton, die in zijn rol van een afgezakte graaf ook meermalen de lachers op zijn hand kreeg, een be trouwbare steun. Loekie van der Ven en Bert Bijnen, het jonge liefdespaar, bleven beiden angstval lig binnen de schablone. Loekie van der Ven heeft echter ongetwijfeld een frisse, De minister van Justitie, mr. L. A. Don ker, heeft Vrijdag in het gebouw van de Hoge Raad der Nederlanden te 's-Gra- venhage het College van Beroep voor het Bedrijfsleven geïnstalleerd, nadat de wette lijke voorwaarden waren vervuld waarop het college zijn werkzaamheden kan aan vangen. De minister sprak een rede uit, die door de voorzitter van het College van Be roep voor 't Bedrijfsleven, mr. H. Bogaardt te 's-Gravenhage, is beantwoord. Mahler krijgt op het Holland Festival ruime kansen. Ging verleden week, onder leiding van Eduard Flipse zijn Zesde Sym phonie, op deze laatste dag van Juni diri geerde Paul van Kempen in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Haag de fameuze Derde. In deze, in 1895 96 geschreven gigantische symphonie heeft Mahler de mens met de kosmos willen confronte ren. Waarlijk een grootse opzet. In het eerste deel, dat ongeveer de helft van het werk omvat, wordt ver klankt, hoe het rijk der natuur zich uit- spreekt. Oorspronkelijk gaf de componist hieraan de titel: „Pan erwacht; der Som- mer marschiert ein". In de vijf volgende delen gaat het om wat de bloemen, de die ren, de mens, de engelen en de liefde aan de filosoferende kunstenaar te vertelllen hebben. Mahler dacht er aanvankelijk aan, ook „Das himmlische Leben", dat het sluit stuk geworden is van zijn Vierde Sym phonie, aan déze kortere delen van de Derde toe te voegen, en het te noemen: „Was das Kind mir erzahlt". Het geheel mocht een duizelingwekkend plan heten, te geweldiger nog wanneer men het in verband brengt met de rest van Mahle'rs symphonisch werk, en dan vooral met de extatische bekroning die de Achtste daarin betekent. Dat de realisatie van dit plan de bedoeling ervan dekt, haar althans waardig is. kan ik echter, in gemoede, niet beamen. Men hoort in deze symphonie zo ontzettend veel banale dingen die het „po pulaire" op zijn allerdunst illustreren, zo veel krachtsontplooiing die eigenlijk in nerlijk leeg blijft, dat men zelfs van „ta lentloosheid" zou kunnen spreken. Boven dien ervaart men in het grote hoofddeel een absoluut gemis aan synthese; de ideeën blijven er verbrokkeld naast elkaar staan. Anderzijds zou het niet moeilijk zijn, een collectie werkelijk mooie frag menten uit het werk te verzamelen. En het is typisch dat dit dan steeds kleine afge- vervaardigd. De vier delen hebben ieder een eigen uitwerking gekregen, overeen komstig thema en melodie. Ik heb dit uit 1948 daterende opus reeds enige keren eer der besproken en moet thans dus volstaan met te wijzen op de fenomenale precisie in de uitvoering, waardoor men geen mo ment demonstraties van techniek om de techniek te zien kreeg, doch in plaats daar van een volledige dienstbaarheid aan de muziek. Diana Adams, Nicholas Magellanes en Todd Bolender konden mij het meest bekoren. Patricia Wilde lijkt wat zwaar der te zijn geworden maar ach, in de pas-de-trois van „Het Zwanenmeer" was zij toch de prima inter pares. Waarlijk u had erbij moeten zijn. Een voorstelling om nooit te vergeten. DAVID KONING ronde vormen betreft en dat volksdans of volkslied er de kern van uitmaken. Zo wordt de korte episode voor vrouwenkoor, jongensstemmen, altsolo en houtblazers, op het Wunderhorn-lied „Es sangen drei Engel einen süszen Gesang" een heerlijk evenwichtig moment in het werk, en kan men behaaglijk en verderop geboeid luiste ren naar het Tempo dl Menuetto „Wat de bloemen op de weide vertellen". Niet min der belangwekkend is het daarop volgend Scherzo, waaraan het lied van koekoek en nachtegaal „Ablösung im Sommer" ten grondslag ligt. Te meer wordt men daarna ontgoocheld door de triviale passage van de posthoornblazer, zo'n soort „Trom peter von Sackingen". Het terrein van Mahler's onbestreden meesterschap is het orkest dat hij op eigen, geraffineerde manier behandelt. De uitvoe ring van de Derde voldeed aan de hoogste eisen. De rustig beheerste directie van Paul van Kempen bereikte met het Radio Philharmonisch Orkest een uiterst secuur klankevenwicht. Het mocht van dirigent en executanten een meesterlijke prestatie heten. Voldoening schonk de vertolking van de altsolo „O Mensch! Gib acht!" door Margarete Klose van de Berlijnse Opera en bijzonder gelukkig klonk het aan deel van het Omroepvrouwenkoor van de Nederlandse Radio Unie, het Baarns Jon genskoor van Car el La out en van de alt soliste in het vocaal-ensemble, Wilhelmina Matthes. geschoolde zangstem. In kleinere rollen voldeden Ad Heerings, Maria Marletto en Lotte Barschat heel goed. Heidi Eisler, de echtgenote van de Ne derlandse componist Melle Weersma, met wie zij uit Buenos Ayres naar hier is ge komen, speelde de stereotiepe rol van de pikante exotische schoonheid, die de boel in het nette milieu op stelten komt zetten. Zij wist het vurige Zuid-Amerikaanse temperament niet anders uit te beelden, dan door zich nu en dan met geknikte knieën en lendenen te bewegen en de han den met uitgespreide vingers ter hoogte van de schouders te houden. Hiermee is alles gezegd. De regie van Victor Colani was doeltref fend en een orkestje van vier goede musici onder leiding van Govert van Oest bracht de muziek van Erik Jaksch ten gehore, die haar wortels in lang vervlogen tijden had. Op Zaterdagavond wordt de voorstelling herhaald, waarbij men het hard werkende groepje beter weer toewenst! PIERRE VERDONCK ADVERTENTIE Het gesprek van de dag ledereen kijkt met be wonderende blik naar Uw goed verzorgd, glanzend haar. Het geheim? De nieuwe POLYCOLOR tfntgevende haarwassing! Één normale behandeling met POLYCOLOR Creme- Shampoo-Pastell, dat is allesI In een eenvoudige wassing wordt Uw haar grondig ge reinigd, gaat prachtig glanzen door de haarvoedende be standdelen, en krijgt de natuurlijke of door U gewenste mode-tint (zonder verven I) Eventueel grijzende haren worden onzichtbaar. Dit „wassen-en-tinten" kunt U ge makkelijk thuis zelf doen I Ook Uw eerstvolgende haar wassing een schoonheidsbe handeling met POLYCOLOR Creme-Shampoo-Pastell aè wdAe&jfce, maAe-up Vwi Utv/iaa^,! JOS. DE KLERK Tube voor twee wassingen f 1.95 Imp. J. W Lahnemann, Laren N H. Postbu» 18 Teleloon K 2953 - 3047 c Niet alleen in de stad had men last van het dooiweer; ook in het bos was het goed te merken. De Kabouters maakten zich ongerust. Nu het ijs zo snel aan het dooien was, kwam er te veel waterOp een dag stonden de Kabouters met bedenkelijke gezichten bij de beek, die dwars door het bos langs het dorp stroomde. Ze keken naar het water, dat steeds hoger kwam en al bijna tot de kant stond. „Als het zo doorgaat, stroomt de beek vandaag of morgen over", zei de burgemeester. „Ja", zei een andere Kabouter. „En dan komt ons dorp blank te staan!" Geen wonder dus, dat de Kabouters zich ongerust voelden. Als het water door het dorp stroomde, zouden ze er veel last van ondervinden. En daarom riep de burgemeester alle Kabouters op, om dijkjes te maken rondom het dorp; misschien konden die het water nog tegenhouden Amsterdam. Vrije Universiteit: doctoraal examen rechten: mej. R. Deenik Hilversum; B. H. Vroom, Amsterdam; mevr. C. E. A. Houwink-Von Baumhauer, Amsterdam. Candidaats-examen rechten: de dames M. J. Ouwens, IJsselmonde; M. Westerveld, Amsterdam; J. A. P. Langedijk, Den Haag; P. Colenbrander, Bilthoven; Th. H. Hommes Borgsweer (Gron.); G. Lagerwey, Baarn. Amsterdam. Gemeente Universiteit: be vorderd tot doctor in de geneeskunde op proefschrift getiteld: „Congenitale pulmo- nalisstenose met intact septum ventriculo- rum" mej. M. L. M. Houben. geboren te Roermond; op proefschrift gettield „Dystro phia myotonics (ziekte van Steinert)" de heer J. Bethlem, geboren te Amsterdam; op proefschrift getiteld: „Bijdrage tot de kennis van het constitutionele eczeem" de heer P. A. Ykelenstam, geboren te Utrecht. Leiden: gepromoveerd tot doctor in de wis- en natuurkunde op een proefschrift getiteld „On the determination of pyroxe nes by x-ray powder diagrams", de heer P. C. Zwaan geboren en wonende te Katwijk; tot doctor in de rechtsgeleerdheid op een proefschrift getiteld ,De zonderlinge waarborgmaatschappij", de heer L. Roele- veld, geboren te Den Haag en wonende te Den Haag; tot doctor in de rechtsgeleerd heid op een proefschrift getiteld „Het not- staan van de Partij van de Arbeid", de heer H. M. Ruitenbeek, geboren te Leiden en wonende te Den Haag. Doctoraal-examen Nederlands recht: G. J. P. Hanseier, Den Haag; A. Th. Maagdenburg, Den Haag; B. F. N. Boecker, Den Haag. Doctoraalexa men godgeleerdheid: mej. C. Rozemond, Leiden. Wageningen, Landbouwhogeschool: In genieurs-examen tropische bosbouw: F. Schneider, Haarlem. Candidaats-examen Nederlandse landbouw: J. Kessler, IJmui- den. Candidaats-examen tropische bos bouw: J. J. F. E. de Wilde, Beverwijk. Groningen. Candidaats-examen letteren en wijsbegeerte (geschiedenis): mej. I. N. Rutgers, Rotterdam. Arts-examen le ge deelte: mej. N. E. Nanninga, Stedum; K. Hoekendijk, Groningen; E. Kamstra, Gro ningen en E. Meijer, Groningen. Bevorderd tot arts: mej. F. M. Dik, Groningen; E. Th. Edens, Hengelo; J. A. Geling, Winschoten; S. Santema, Tzummarum; O. Straatsma, Leeuwarden en J. Venema, Glimmen. Delft. Ingenieurs-examen werktuigkun dig ingenieur: A. A. Bahasoean, Delft; B. van den Berg, Hilversum; H. J. G. Bongers, Arnhem; L. van der Borden, Amsterdam; H. Borst, Oss; P. Breuning, Leiden; Y. Buurma, 's Gravenhage; PI. C. van Capelle, Eindhoven; Cho Junichi Paul, Delft; J. H. Dickhoff, Rotterdam (met lof); J. T. G. Erhardt, 's Gravenhage; W. P. van Erven Dorens, Bussum; B. B. Ester, Den Hulst; C. Frankfoort, Utrecht; K. Gorter, Groningen; H. P. M. Heere, Raamsdonksveer; P. H. F. van Hoek, Berghem (N. Br.); Ie Keng Gie, Delft; W. G. Janssen, Rotterdam; P. Kolif, Rijswijk (Z.-H.): Kwa Tjong Liem, Delft; P. C. W. Meulenhoff, Bloemendaal; P. van Oosterhout. Rotterdam (met lof); A. van der Padt, Utrecht; W. A. Pessers, Eindho ven; F. Reimert, Loosduinen: J. A. Riet dijk, Bergen op Zoom; A. Riezebos, Rot terdam: Tan Tiong Bing, Delft: M. F. J. A. van der Velden, Tilburg; J. W. Velzeboer, Hoorn; J. K. Verheij, Voorburg: J. A. M. Verlaan, Nijmegen en J. Wind, Bennekom. Propaedeutisch-examen scheepsbouwkun dig ingenieur: W. W. baron van Dedem, 's Gravenhage: Hadiprono, Rij>swijk(Z.-H.) Raden Hariadi Soemarsono, Delft; F. W. Hoff, Amsterdam: Raden Kasman Moeha- mad Soelaiman Wibisono, Delft; J. A. M. Kramer, Heemstede; J. E. Los, Delft; A. G. van der Lugt, Huizen IN.-H.); J. J. Muntjewerf, Wageningen; W. P. J. Paat, Delft; J. J. van Rijn, Rotterdam; Teng Hwie Bo. Delft; M. Vertregt, Haarlem; A. J. Zinkweg, Rotterdam. Propaedeutisch-exa men scheikundig ingenieur: J. J. van Aart- sen. Middelburg; M. P. P. Blind, Oegst- geest; A. J. Sogers, Rotterdam; D. Borgman Groningen; H. Borkent, Amsterdam; J. A. Bos, Aiphen aan de Rijn: G. H. M. Cou- wenberg, Waspik: H. J. Cijfer, Amsterdam; J. J. Damen, 's Gravenhage; K. Delcour, 's Gravenhage; J. J. Eikenaar, Meppel; J. van Elk, Alphen aan de Rijn. R. J. van Erven, 's Gravenhage; J. N. C. van Geel, Eindhoven; L. T. Groet, 's Gravenhage; A. P. H. Groot Antink, Vught; F. I. M. van Haaren, Tilburg; G. Jansen, Rotterdam; J. de Jonge, 's Gravenhage; A. A. de Keijzer, Middelburg; H. R. Kok, 's Gravenhage; D. Korf, Heemstede: A. C. J. Kroesen, 's Gra venhage: H. K. Kroeze, Voorburg; A. van Langevelde, Sint Laurens; P. H. van Lent, Rotterdam; C. J. Lugtmeijer, Voorst (Gld.); D. Medema, 's Gravenhage; W. T. van der Meer, 's Gravenhage; M. Mellema, Voor burg; A. van der Meij, Alkmaar; L. H. de Nie, Maasland; H. H. den Otter, Haarlem; E. Ravoo, 's Gravenhage: J. G. R. Rockland, Breda; D. J. Scholten, Dieren; J. M. Scho ne veld, 's Gravenhage; P. M. M. Schreur, 's Gravenhage: C. J. G. Slieker, Rotterdam; Soewarno, Delft; J. van der Toorn, Delft; J. J. van Touw, Rotterdam; W. J. W. Ver- mijs, Voorburg; T. Vlot, Gouda; M. Vlugter, Rotterdam; G. D. Voaels, Eindhoven: R. M. Voncken, Houthem (L.); H. van der Weerd, Enschedé; F. E. van Wely, 's Gravenhage; J. van Westerveld, Ernst fgem. Epe); J. Witt, 's Gravenhage; J. L. F. M. Zwinkels, Honselersdijk. Gepromoveerd tot doctor in de technische wetenschap: de heer Simon Kruijer, geboren te Zuid-Scharwoude, wo nende te Neerbeek (L.) op een proefschrift „Entropie en beweeglijkheid bij adsorptie op actieve kool" en de heer Johannes Phi- lippus Poley, natuurkundig ingenieur, ge boren te Bandoeng, wonende te Wassenaar, op een proefschrift: ..Microwave dispersion of some polar liquids". Bennebroek. Examens E.H.B.O. Voor het Maandag gehouden examen E.H.B.O. is eveneens geslaagd mejuffrouw J. Nieu- wenhuizen uit Bennebroek. ADVERTENTIE N V. MIJ. „HOLSTER". OVERVEEN Tel. K 2500 - 15597 en 19057 Centrale verwarming Airconditioning Aut. oliestook (Les visages de l'ombre) Uit het Frans vertaald 14) Ik verzeker j e, zei HubertEr is werkelijk een soort dennegeurHet is niet erg duidelijk, maar ik begin het nu ook te ruiken Dank je, HubertJe bent erg vriendelijk, maar het is niet de moeite waard te doen alsof ik gelijk had.... Ik heb geen gelijk. Ik ruik dennebomen en ik vergis mij, dat is allesen jij kunt er niets aan doen. Niemand kan er niets aan doen.Wil je me wat koffie geven? Dichterbij klonk thans een lang aanhou dend gerommel, dat echoënd wegstierf. Het komt door het weer, zei Hubert. We kunnen beter naar binnen gaan. Dadelijk. Hermantier voelde zich uitgeput. In twee of drie snelle slokken werkte hij zijn koffie naar binnen, wachtte even, streek met een hand langs zijn gezicht als om on zichtbare vliegen te verjagen. Hubert.van man tot man.ben ik veel veranderd? Zie ik eruit als een zieke? Jij, die me niet iedere dag ziet, kunt je er beter rekenschap van geven. Je lijkt opgewondener, nerveuser. dat is het. Ik ben vermagerd, niet waar? Ja. Dank je, Hubert. Jij hebt de moed eerlijk te zijn. En zo even.niet waai- heb je geen dennen geroken? Neen. Zo moet er gepraat worden. Je hebt ongelijk, mijn beste vriend, zoveel belang te hechten aan details, die Goed, Goed!Natuurlijk, het zijn maar détailsDat is afgesproken. Ik accepteer jouw Courcel. Goed beschouwd heb ik me ook hierin weer kunnen ver gissen. Let wel, het is nog niet te laat om hem te vervangen, als je dat genoegen doet. Je hebt Mathias, bijvoorbeeld.... Ik vraag er niet om dat men mij een genoegen doet. Houd Courcel naar! Neem dit hele dossier maar mee, Hubert. Ik laat je de vrije hand.... Ik denk, dat ik de volgende maand nog niet naar Lyon zal kunnen terugkeren. Goeden avond, Hubert, Ik heb er behoefte aan wat te lopenHoe laat is het? Tien uur. Het is volkomen donker. Dat doet er niets toe. Goeden avond. Hermantier liep het tuinpad op. Hij hoorde hoe Hubert de tafel naar de veran da sleepte. Hij hoorde ook, rondom hem, regendruppel viel op zijn wang, gleed om- de krekels in het gras. Een dikke warme laag naar zijn mond. Met zijn lichaam enigszins gebogen liep hij verder. Op een andere manier kon hij niet meer lopen. Vanwege de muur. En de nacht rook sterk naar dennen. Dennenaalden, halfopen den nenappels, waar de hars uit liep. De den nengeur was nu sterker dan alle andere geuren. „Het gaat wel over, herhaalde hij bij zichzelf. Het gaat wel overHet is al aan het overgaan!" De wind blies en kele ogenblikken wat krachtiger en de tuin rook weer naar anjers, naar ver welkte rozen, naar vochtige bladeren. Zo, het was voorbij! De crisis was afgelopen. Een nieuwe, nog sterkere windvlaag bracht het geluid van de Oceaan nader en de wat weeë geur van het strand bij eb, van de poelen, van het zeewier. „Ik ben toch nog altijd dezelfde", dacht Hermantier met verbazing. „Ik heb de indruk dezelfde te zijn. Ik zou in staat zijn te werken, te re kenen, misschien zelfs uit te vinden! En toch vergis ik mij. Ik heb me al vergist met Rita. En als ik rekende, als ik werkte, de hemel weet wat er dan zou gebeuren!" Hij deed nog enkele passen, bleef toen staan, omdat hij plotseling de weg kwijt was. Tot waar was hij gelopen terwijl hij over die dwaze gedachten liep te peinzen? Met zijn voet tastte hij voor zich en rondom hem, zoals vroeger, toen hij in het moeras ging jagen en de grond gevaarlijk sponsachtig leek. Hij stootte met de neus van zijn schoen tegen een betonnen rand en oriënteerde zich toen meteen. Hij be vond zich op het punt waar de twee voor naamste tuinpaden elkaar kruisten, naast de perzikboom, de kleine driejarige per zikboom, die hij het vorige jaar had ge plant. Wat had Christiane geprotesteerd! Een perzikboom aan de rand van een bloe- menbed! Trouwens, men had toch geen fruitbomen nodig. Ze waren toch geen boe ren. De perziken op de markt waren veel mooier. Christiane hield net zo min van bomen als van dieren. Zij verlangde alleen maar naar bloemen vanwege het plezier ze te kunnen plukken en in vazen te kun nen schikken. Hij wist natuurlijk niets van de kunst van het maken van boeketten. Hij was alleen maar de lomperd die geld verdiende, en die nu gevaar hep straks verplicht te worden om af te treden Wat zou er gebeuren als Hubert de leiding in handen nam?„Goed beschouwd, zei hij bij zichzelf, zou 1 k beter in een hospitaal of in een rusthuis kunnen zijn". Dat woord vervulde hem echter met bit terheid. Hij spuwde. Hij had dorst. Hij voelde zich uitgedroogd, poreus, verteerd, zoals die door de golven achtergelaten beenderen, die zo licht in de hand waren. Hij verlangde er naar op een onder de grond verborgen helse machine te trappen, die onder hem zou ontploffen en die zijn dromen en nachtmerries ln de ruimte zou verstrooien. Ja. Zover was het met hem gekomen. Onverdraaglijke beelden trokken aan zijn geest voorbij, naakte beelden die het hoofd van Christiane hadden.Hij kermde, strekte zijn arm uit naar de kleine perzikboom. Een perzik zou misschien deze verschrikkelijke dorst kunnen lessen. Zijn handen tastten in de ruimte. Hij zette zijn voet in de rulle aarde en bewoog zich voorwaarts. Meer druppels vielen rondom hem, elk duidelijk hoorbaar en zo dof dat men zou kunnen denken aan vruchten die van een fruitboom geschud waren. De perzikboom verborg zich ergens, voor hem. Maar waar? Hermantier keerde terug naar het tuinpad. Hij kon het niet verdragen nog langer voor de gek gehou den te worden. Eens kijken. Het kruispunt van de beide tuinpaden. Dus daar in de hoek.Een vergissing was onmogelijk Hij ging weer op weg, zijn armen op en neer bewegend, telde drie passen, vier vijf.Hij had er langs moeten lopen Wat meer naar rechts misschien?.... Neen, rechts was er niets Noch links Er was geen perzikbocxm meer. De perzik boom was verdwenen. Hermantier strui kelde over de cementen rand, verloor bijna het evenwicht, stak een elleboog voor zich uit om zich te beschermen,. Maar niemand bedreigde hem. De nachtwind blies sterker door de tuin. Zwakke geluiden, het sub tiele geritsel van takken, op oneindig veel manieren werd de stilte verbroken. Her mantier moest strijden om niet rechtsom keert te maken en naar het huis te ren nen met het gevaar te vallen. „Heel goed, onderstelde hij, de perzik boom is er niet meer. Zij heeft hem weg gehaald. Om het laatste woord te hebben". Hij was bijna voldaan met deze verklaring. Er was trouwens geen andere verklaring mogelijk. Want ten slottehij klemde zijn handen tegen elkaarals de per- zikbooin daar nog geweest washadden zijn handen hem toch moeten voelen! Hij boog het hoofd, alsof hij zijn handen had kunnen zien, hen had kunnen aanmoedi gen. Hij voelde hoe ze elkaar aanraakten, gehoorzaam en trouw. Desondanks hadden zij dat onbekende beest geaaid en hadden zij werkelijk gedacht datNeen. Er was geen perzikboom meer! Hij keerde terug zonder ach te haasten, terwijl hij de aanwezigheid van de tuin achter zich voelde. Het onweren had op gehouden, Maxime?Maxime zou zijn sigaret wel al lang op hebben. Een voor wendsel om weg te gaan. Misschien zou hij de nacht wel buiten, in de duinen, doorbrengen! Hermantier haalde nog eens diep adem voor hij de deur van de veranda achter zich sioot. De lucht rook naar vochtig stof. Hoe had hij dennen kunnen ruiken? Hij hoorde een kat of liever een poes die in de schaduw haar liefdesverdriet krolde. HOOFDSTUK 5 Hermantier opende het raam, haalde diep en langzaam adem. Iedere nieuwe dag zou nu zwaarder te verdragen zijn dan de voor afgaande. Vanwege de angst. Wat zou uit eindelijk de uitspraak van Lauthier zijn? Want hij zou hem welalles moeten bekennen! Rita, de dennende geur van de dennen, de angst, die gemene angst, die steeds weer de kop wilde opsteken. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 9