„Apartheid is strijd om bestaan,
wij willen niet onder
gaan
N IJ MAN
777
Exclusief interview met premier Strydom
Strawinsky's Psalmensymphonie
door Radio-orkest en Omroepkoor
Gulden
drama
„Versmeltingsproces in snelgroeiende
industrie moet gestopt worden"
3
Nare dagen?
Moe en mat?
AKKERTJE
T oetssteen
Voorzichtig
Republikeins
'A. J. KAAN „De Wolbaal"
Amerikaanse organisten
in Nederland
Sterfte aan tbc ook
in 1954 gedaald
EIECTRISCHE
INSTALLATIES
Poging tot omkoperij van
Arabisch land met dollars?
Voor mij
de nieuwe
$T4TE (kpress
Nu zo zacht
met de nieuwe mélange
HOLLAND
FESTIVAL
Ik had
alles geprobeerd tegen
transpiratie-lucht
Opstand in Amerikaanse
gevangenis
Tegemoetkoming ziekte
kosten ambtenaren
DONDERDAG 7 JULI 1955
ADVERTENTIE
U voelt weer "stralend
na een
(Van onze reisredacteur)
KAAPSTAD, einde Juni. „Dit is 'n strijd om die bestaan. Ons is nie bereid onder
te gaan nie. Die blanke moet baas blij". De woorden komen er kort en afgebeten
uit. De minister-president van de Unie van Zuid-Afrika, Johannes Gerhardus
Strydom, zet mij de apartheidspolitiek van zijn regering uiteen. Wie is deze op
volger van Daniel Malan? De Afrikaners van zijn nationale partij noemen hem
„de leeuw van Transvaal", het Engels-sprekende deel van de bevolking betitelt
hem als „de wilde man uit het Noorden". Hijzelf acht zich zonder twijfel een
man met een roeping. De roeping? Handhaving van het „baasskap" van drie
millioen blanken over tien millioen zwarten en bruinen. De man? Een zestiger
met lichte stekende ogen in een hard en vastberaden gezicht, die een goede veer
tiger zou kunnen zijn. Ik hoorde hem in de Volksraad de oppositie de les lezen.
Dat ging niet in de gepolijste, genuanceerde taal van een democratisch parle
mentariër, maar met korte zinnen, soms twee of drie keer herhaald, met lange,
zwaargeladen pauzes en de interpunctie van een droge vuistslag op de open
izes maken meer indruk dan de woorden. Het lijkt
handpalm. De dreigende pauzes
er eerder om te gaan wat Strydom niet, dan wat hij wèl zegt. En de atmosfeer
in de parlementszaal is niet vrolijk. Bij het gesprek in de donker-betimmerde
ministerskamer echter ontspant het gezicht van de „leeuw van Transvaal" zich
even. Hij informeert vriendelijk naar mijn welzijn, er komt een korte glimlach.
Alleen de ogen blijven koel en waakzaam, hij is gereed voor het vooroordeel
van de buitenlandse bezoeker en hij reageert fel en onmiddellijk op de eerste
speldeprik.
De vraag was overigens terzake „mijn
heer de eerste minister, uw apartheidspoli
tiek lijkt in strijd met de economische ten
dens in de Unie. Uw regering streeft een
rassenscheiding na. Maar inmiddels trekt
de industrie steeds meer gekleurde ar
beidskrachten tot zich. Is de territoriale
scheiding van de rassen die u zoekt,
verenigbaar met de feitelijke integratie, de
versmelting van blank en gekleurd, die
zich allerwegen in uw industrie voordoet?
Is dat proces nog om te keren?"
De glimlach verdwijnt onmiddellijk.
Strydom zegt: „Dat is misbruik van het
woord integratie. Omdat uw keukenmeisje
in uw huis werkt, hoeft zij niet
noodzakelijk lid van de familie te
worden. Wij willen geen ineenvlech
ting van hetgeen apart is. Het eco
nomisch proces sluit geen aparte
sferen uit, geen apart wonen, geen
aparte ontspanning, geen aparte trei
nen, bussen, theaters en kerken.
Voorzover indringing heeft plaats
gehad, willen wij die ongedaan ma
ken. Wij zullen in ieder opzicht apar
te werksferen invoeren, ook aparte
lokalen in de fabrieken als het moet.
De „vinnige" industriële ontwikke
ling in dit land is echter een groot
gevaar voor onze politiek. Als wij
haar ongestoord haar gang lieten
gaan, zou zij uiteindelijk vermen
ging van de rassen met zich mee
brengen."
Ik dring nog wat aan op dit pro
bleem, dat volgens iedere kenner van
Zuid-Afrikaanse aangelegenheden
het kernpunt, de toetssteen van de
apartheidspolitiek zal worden. Im
mers, de nationalisten wensen de
terugdringing van de Bantu naar
zijn reservaten, die dan met rege
ringssteun ontwikkeld zouden moe
ten worden om een bevolking van
ruim acht millioen Bantu te dra
gen. Maar inmiddels schreeuwt de
Zuid-Afrikaanse industrie, die in 1939 door
de oorlog aan een fabuleus snelle ontwik
keling begon, om een groter, ontwikkelder
en stabieler zwart arbeidsreservoir. Premier
Strydom acht deze wensen niet onverenig
baar. Hij wüst op de gopdmijnen, die
300.000 niet-blanke arbeiders gebruiken en
deze uit de reservaten en zelfs uit omlig
gende landen recruteren. Deze „trek-arbei-
ders" laten hun gezinnen achter, werken
tijdelijk in de mijnen, en leven in „com
pounds," barakken-kampen, waar de mate
riële verzorging niet onbevredigend, maar
de situatie op sexueel gebied, naar men
zegt, schrikbarend is.
President Strydom zegt: „Het is inder
daad ondenkbaar, dat de Zuid-Afrikaanse
industrie het zonder niet-blanke arbeid zou
kunnen stellen. Wij zullen dus van trek
arbeiders uit de reservaten gebruik moeten
blijven maken. Ik acht dat correct. Maar
gezinsvestiging, nee. De huidige toestand,
waarbij onze industrie-steden worden om
ringd door conglomeraten van zwarte voor
steden, is onhoudbaar. En onze industrie is
thans te zeer afhankelijk van zwarte ar
beid. Hetgeen betekent, dat de niet-blanke
een machtig economisch wapen in handen
heeft gekregen. En voorts, wanneer wij de
zaak niet scheiden, zal er op deze wijze een
ontwikkelde niet-blanke meerderheid ont
staan, die de blanke minderheid eenvoudig
zou verzwelgen."
Van hier naar de apartheidspolitiek, die
door de fijngevoeliger theoretici van de
nationale partij liever als „gescheiden,
eigensoortige ontwikkeling", wordt bestem
peld, is maar één stap. Premier Strydom
zegt: „Wij beseffen heel goed, dat het ene
ras het andere niet blijvend onder kan
houden. Daarom willen wij ontwikkeling
van de Bantu in zijn eigen gebieden, de
reservaten, die mogelijk uitgebreid en in
ieder geval economisch ontwikkeld moeten
worden, onder andere door tegengaan van
erosie, betere landbouwmethodes en indus
trialisatie. Daar zal de Bantu zichzelf kun
nen ontwikkelen en vooreerst uiteraard
met blanke hulp en onder blank toezicht.
Daar zal hij plaatselijk zelfbestuur kunnen
krijgen. Daar zal voor hem geen plafond
zijn."
..Geen plafond?", vraag ik, „betekent dat
uiteindelijke gelijkwaardige onafhankelijk-
hinderde econo
mische ontwik
keling, in verho
ging van levens
standaard voor
hongerende mil-
lioenen. Een we
reld, die niet
meer gelooft, niet
meer geloven wil,
in rassenverschil.
Maar „ons moet
vertroue he, ons
moet doen wat
ons hand vindt
om te doen"
zeggen anderhalf
millioen Afrika
ners.
Zij proberen
kracht te putten
uit hun geschie
denis, die één ge
loofsdaad was. Zij
dragen nog na
men als Retief,
Marais, Botha, De
Wet. Zij staren
naar het verleden.
Kijken zij naar de
toekomst? Welke
middelen zullen
zij tenslotte ge
bruiken om hun
doel te bereiken?
De antwoorden op
die vragen liggen
verborgen in het
zwijgen, tussen de
De blanke „baas": J. G. Strydom, de nationalistische premier joha'nnes^Gerar-
van de Unie van Zuid-Afrika. dus Strydom.
ADVERTENTIE
schaafd, zwart was onbeschaafd. Wij zien
het als onze lotsbestemming de blanke be
schaving in dit land te handhaven. Voor de
beschaafde, blanke minderheid is dit een
strijd om het bestaan. Wij willen niet on
dergaan en wij zullen niet ondergaan. Wij
willen de identiteit van ons ras, ons geloof
en onze cultuur bewaren. Daartoe bestaat
slechts één middel: de blanke moet baas
blijven."
Het gesprek gaat eindigen, de eerste
minister heeft het druk met zijn parle-
mentszitting, waar de strijd om de nieuwe
Senaatswet ten einde is gebracht, de wet,
waarmee de nationalisten zich een twee
derde meerderheid in het parlement zullen
verzekeren, om hun apartheidspolitiek met
nog groter kracht en nadruk te gaan
voeren.
De zwarte pupil: zoon van een volk van acht
millioen, dat nog half-verbijsterd rondtast in
een nieuwe tijd, dat uit een primitieve stam-
beschaving schoksgewijs de grote stap naar
het
iving
het industriële tijdvak aan het zetten is.
ADVERTENTIE
KRIMPVRIJE
BABYWOL
Leuke modellen
Patroon gratis
Gen. Cronjéstr. 129 - Tel. 11385 - Haarl.
Dinsdag zijn 35 Amerikaanse organisten
op Schiphol aangekomen, die in de loop
van deze week bezoeken zullen brengen
aan verschillende oude barokorgels in Ne
derland. Ook zullen zij moderne orgels
bezoeken, die zijn gebouwd volgens het
mechanische sleepladensysteem.
Op 11 Juli vertrekt het gezelschap naar
Denemarken; Duitsland en Zwitserland
staan eveneens op het programma.
heid?" De minister-president trekt zich
voorzichtig terug. „Dat is een hypothetische
vraag," zegt hij, „want de voltooiing van
dit proces zal generaties duren. Daarover
zullen derhalve toekomstige geslachten te
beslissen hebben."
Wij keren terug tot het heden en tot het
verleden, tot de basis en het uitgangspunt
van de apartheidspolitiek van de nationale
partij. „Apartheid," zegt premier Strydom,
„is slechts een nieuw woord voor een oude,
historisch gegroeide situatie. Of men het
nu kleurslagboom of, zoals de verenigde
partij het deed, segregatie noemt, de schei
ding der rassen heeft altijd in dit land be
staan. Van Jan van Riebeeks tijd af is de
blanke de heerser geweest. Blank was be-
Alleen de apartheidspolitiek? De
oppositie, die voornamelijk het Engels
sprekende deel van de bevolking vertegen
woordigt, zoekt er meer achter. Zij vreest
de totale overheersing van 't Afrikanerdom,
vreest alsnog de Boerenoorlog te zullen
verliezen. De meerderheid van het millioen
Engels-sprekenden vreest bovenal de uit
roeping van de republiek, zijn bang dat zij
hun Koningin zullen moeten afzweren en
dat in die komende Christelijk nationale
republiek voor dat wat Brits is, geen plaats
meer zal zijn.
Ik vraag het de eerste minister op de
man af: „Wanneer wil uw regering de
republiek uitroepen?" Strydom zegt: „De
republiek is ons doel. Wij zullen het be
reiken, wanneer de meerderheid er voor
groot genoeg is." Ik vraag precisering: „Een
twee-derde meerderheid bijvoorbeeld?" En
weer blijkt „de wilde man uit het Noorden"
voorzichtig te kunnen zijn. Hij zegt: „Nee,
nee, ik leg mij niet vast op cijfers. Een zo
v e r-gaande stap vereist een werkelijke,
solide meerderheid. Het volk zou er gereed
voor moeten zijn. De tijd zal het leren."
Ik krijg een ijzeren hapddruk, de
premier hervat zijn werk. Er zijn vele
vragen ongesteld en onbeantwoord ge
bleven. Dit is een land vol verdeeld
heid en gevoeligheden, vol achterdocht
en beduchtheid. Boer contra Brit, blank
contra zwart, economische dwang
contra wat een wensdroom lijkt.
Strydom en zijn nationalisten hebben
verkozen op te roeien tegen de rich
ting, waarin de wereld onafwendbaar
draait. Een wereld, die gelooft in onge-
In 1954 zijn 800 Nederlanders gestor
ven aan tuberculose, waarbij 654 geval
len van tuberculose van de ademhalings
organen waren. Ten opzichte van 1953 is
dit een teruggang van 172 sterfgevallen. In
1954 werden aan de districts-consultatie-
bureaux 10312 nieuwe lijders aan actieve
tuberculose ingeschreven (het jaar daar
voor 12.699. Bit vermeldt het jaarver
slag 1954 van de Koninklijke Nederlandse
Centrale Vereniging tot Bestrijding der
Tuberculose, waarbij eind 1954 1284 ver-
nigingen waren aangesloten.
ADVERTENTIE
voor
Woonhuizen - Winkels - Kantoren
SPAARNE 34 -
HAARLEM
HOEK DAMSTRAAT
TEL. 15758
CAIRO Het semi-officiële Egyptische
dagblad „Al Goumhouriya" meldt dat een
hoge functionaris van het Amerikaanse
departement van Buitenlandse Zaken aan
een Arabisch land een bedrag van 500 mil
lioen dollar zou hebben aangeboden in ruil
voor een belangrijke wijziging in de poli
tiek van dat land ten opzichte van de Ver
enigde Staten. De 500 millioen dollar zou
over een periode van tien jaar worden uit
betaald. Volgens het blad zou dit aanbod
zijn gedaan aan een vertegenwoordiger van
een Arabische staat bij de herdenkings
bijeenkomst van de UNO in San Francisco.
„Al Goumhouriya" noemt geen namen.
Het bericht is afkomstig van de correspon
dent van het blad te San Francisco.
(kPRESS 777
Ferdinand Leitner, de dirigent van het
Württembergische Staatstheater te Stutt
gart en van de symphonieconcerten aldaar,
die, evenals in 1954, dit jaar weer docent is
van de internationale dirigentencursus van
de Nedexdandse Radio-Unie, leidde het pro
gramma, dat Dinsdagavond door het Radio
Philharmonisch Orkest en het Groot Om
roepkoor in het Concertgebouw te Amster
dam uitgevoerd werd als onderdeel van hét
Holland-Festival.
De uitvoering, die voor een uitverkocht
huis gegeven werd, begon met de „Psal-
men-Symphonie" van Strawinsky uit 1930,
„composé la gloire de Dieu" en opgedra
gen aan het Boston Symphonie-orkest ter
gelegenheid van het gouden jubileum van
dit ensemble. De verrassende indruk die de
ze symphonie-cantate (meer cantate dan
symphonie!) onder
Mengelberg in 1933
op ons maakte, her
haalde zich thans
na zoveel jaren niet;
wij zijn nu beter ver
trouwd met het pro
cédé van Strawinsky's neo-classissisme.
Maar ook zonder het verrassende inzake
stijlvernieuwing, heeft het werk nog niets
ingeboet aan suggestieve kracht.
De welbewuste tendenz om de ge
bruikte psalmteksten op objectieve wijze te
interpreteren en daartoe opzettelijk uit het
orkest de expressieve tinten van violen, al
ten en klarinetten te bannen, kan toch niet
verhinderen dat men ervaart, dat er onder
die schijnbare koelheid een warm hart klopt
en een eerlijke bezinning regeert. Trouwens
ook meermalen verbreekt de gebalde emo
tie haar strakke banden. Uiteraard komt
het meer of minder „meedeelzame" voor
een aanmerkelijk deel op rekening van de
uitvoerders. En Leitner lijkt mij de man
niet om als een zielloze robot voor zijn ver
tolkers te staan. Hij zorgde voor een strak-
Tegelijk met de emancipatie
der mensen vervagen grenzen
en perken in de maatschappe
lijke samenleving, waardoor
sommige hoogtepunten uit
onze jeugd tot folklore wor
den. Zo is er in mijn herinne
ring nog het beeld van een
metershoge barrière tussen
kindsheid en man-zijn, die
van de ene dag op de andere
mocht worden genomen en
daardoor een duidelijk hoogte
punt in het jonge leven werd:
de barrière van de lange
broek. Doch deze grens is
thans folklore geworden.
Wie de ene dag nog als uit
zijn krachten gegroeide kleu
ter rondliep met blote knieën
en lange polsen uit de korte
mouwen van een eng jasje,
verscheen de dag daarop als
een mijnheer in een costuum
van machtige afmetingen en
kloeke coupe, waaraan een
broek tot op de schoenen vast
zat, die met een mesrechte
vouw de ware gentleman
markeerde.
Dat was een dag om nooit
te vergeten.
Met één stap over te gaan
van kind tot man, van de ene
wereld in de andere, wijdere,
grotere. Dat was een datum
waarnaar reikhalzend werd
uitgezien, die met trots werd
beleefd en waarop met levens
lange weemoed werd terug
gedacht. De eerste lange broek
zij associeerde zich met een
reeks van kleinigheden, die
nooit uit de herinnering
vluchtten: de gang naai- de
winkel, de bewegingen van de
coupeur, het maatnemen, het
passen, het vreemde gevoel
van de stof om de benen, het
harnasachtige vest met de
vele zakjes, waarin een hor
loge thuishoorde en een blin
kende gulden.
Over een blinkende gulden
gesproken: niet altijd gaf de
aanwezigheid van dit char
mante geldstuk de drager van
een eerste lange broek een
extra-vreugde. Soms begon er
dat dramatische noodlot mee,
dat iedere man op sleeptouw
neemt door het leven. Een
noodlot dat voor een aanzien
lijk deel uit geld, vrouwen en
mannelijke eerzucht bestaat.
Wanneer men man wordt
zo, van het ene uur in het
volgende, als een rups die in
vlindergewaad ontwaakt
komt het leven in gesloten co
lonne aangestormd. Dat leven,
vol eertijds onbereikbare
grootheden, vol glanzende
nieuwtjes, vol vreugdevolle
rechten en privileges die het
kind slechts van achter de
tralies zijner onvolwassenheid
mag bezien. Een lange broek
een echte man. En een
echte man moet niet meer als
een kind hand in hand met
zijn vriendjes naar de speel
tuin gaan, hij moet een af
spraak maken met een dame
en galant haar bioscoop-
entree betalen.
Welnu, de jongen wiens
noodlot op die dag begon,
stapte met zijn blinkende gul
den in een der vestzakjes en
zijn hart vol ernstige mannen
trots naar het punt, waar hij
zijn dame had besteld: een
aanvallige ree met vlechten,
die hem haar amandelen
ogen als spiegels had voorge
houden om hem zichzelf als
man te doen zien.
Met de lange broek was
hem de geest eens ridders
deelachtig geworden. De geest
van de beschermer, de meer
waardige, de cavalier en de
leidende begeleider. Vandaar,
dat hij het als zijn plicht wist,
voor haar kaartje te betalen.
De gulden was juist genoeg
niet te weinig, geen cent te
veel. En hij droeg hem mee op
zijn hart om hem dra te offe
ren op het altaar van zijn
nieuwe bestaansfunctie: die
van man.
De glanzende, diepe ogen
van de ree wenkten hem reeds
van verre. Hij besefte vaag,
dat hij reeds deze eerste keer
lichtelijk gefaald had in de
ridderschap, door later te ko
men dan zij. Doch zij scheen
daardoor niet gegriefd
slechts spoorde zij hem tot
haast aan, aangezien zij het
voorprogramma niet wilde
missen. Hij drong zich in de
file voor hèt loket, waarbij hij
tot de bevinding kwam dat hij,
ondanks zijn lange broek, nog
niet met hoofd en schouders
boven de menigte uitstak. In
feite was hij even klein als
voordien, en keken tralie-ach-
tige slungels in kniebroeken
vanuit de hoogte op hem neer.
Ook zij wilden het voorpro
gramma niet missen en werk
ten met hun ellebogen.'
Hij wist de ree-ogen strak
op zich gevestigd en liet zich
moedig gelden, tot hij verhit
en nerveus tot voor het vier
kante loket gevorderd was.
Zijn trillende vingers betast
ten de harde gulden. De kaart
jes werden voor hem afge
scheurd en onder het glas toe
geschoven zijn duim en
wijsvinger haalden de gulden
naar boven, doch het zilver
ontglipte aan de warme greep
en dook als een vis omlaag,
blinkend in het kunstlicht van
de feestelijke hal.
Een gulden laten vallen is
niet zo erg. Een gevallen gul
den niet meer kunnen vinden,
terwijl men geen andere
heeft, kan een catastrofe zijn.
Het was een 'catastrofe. Denk
aan de ree. Zij miste niet al
leen het voorprogramma, zij
miste alles en tenslotte zelfs
ook beheersing. De teleurstel
ling was te hevig, de lange
broek imponeerde haar niet
meer en zij zond haar ridder
naar huis met de mislukking
van zijn leven als een zware
last op zijn schouders.
De lange broek leidde hem
op deze wijze het grote leven
in over het hobbelige, warrige
pad der desillusie, door de
poort der schaamte, onder de
bogen van echt-mannelijke
zelfverachting en tussen ha
gen van spottende, misprij
zende gezichten door.
Een echte man moet daar
tegen kunnen. Maar het is
een ijzige doop, waai- zelfs de
moedigsten van rillen.
Des avonds hing hij zijn
eerste lange broek, zorgvuldig
in de plooi, over een stoel
ondersteboven. En toen rolde
de zilveren gulden met een
rinkelende spotlach uit de
keurige omslag.
Waarmee is aangetoond dat
de jongeling, die plotseling in
alle opzichten man wil zijn,
niet alleen het leven doch zijn
lange broek van binnen en
van buiten moet kennen.
J.L.
lijnige maar toch bezielde verklanking en
zowel Omroepkoor als Radio-Orkest rea
geerden prachtig. Alleen zou men het Om
roepkoor nog wat volumineuzer in zijn bas
sen willen horen.
Inplaats van de aangekondigde Derde
van Schumann, werd het publiek vergast
op een minder bekende Symphonie van
Haydn, de 98ste in Bes, behorende tot de
„Londense" reeks. Het werk gaf gelegen
heid tot pétillant musiceren.
Een tractatie die bijzonder in de smaak
viel was te danken aan de solistische mede
werking van Jan Snjeterlin, die op zijn be
kende vitale manier het Pianoconcert no. 1
van Chopin kwam interpreteren. Een be
scheiden orkestbegeleiding schonk hem de
ruimte om in tempo rubato het pianistisch
belcanto-bravour van het e moll-concert
alle recht te doen wedervaren.
Met dat al werd het een bont program
ma, en die bontheid werd bezegeld met „Till
Eulenspiegels lustige Streiche" van Richard
Strauss. Deze brillante partituur bleek een
kolfje naar de hand van Ferdinand Leitner
om zijn virtuositeit te demonstreren en te
vens de capaciteiten van het orkest op de
korrel te nemen. Leitner ontziet zich niet,
het tempo belangrijk op te voeren om het
effect van zijn prestatie te verhogen. Het
is knap, drommels knap wat hij bereikte,
want, hoe dan ook, hij houdt zijn orkest
aan de punt van de maatstok en de klank
blijft klaar en doorzichtig; maar het jolig-
gemoedelijke van de verteltrant boet er wel
eens wat bij in. Maar knap is het buiten kijf.
JOS. DE KLERK
ADVERTENTIE
MeJ. An. Bosch, Pr. Hendrlklean,
Bloemendaol, schr •j":
„Hot was vreselijk vervelend voor
Iedereen op kontoor en thuis en
vooral als Ik uitging. Maar nu ge*
brulk Ik Arrld crème en mot reuze resultaat. Nooit meer
last van transpiratie en geen spoor van geur meer te
bekennen. Fantastisch I"
Een beetje Arrld in de okselholten - eenvoudig en
vlug. Meteen stopt de transpiratie, geen spoortje
geur meer te bekennen. Arrid werkt volgens een
geheel nieuw principehet bevat Transtop, waar
door de crème direct bij het aanbrengen tot diep
in de onderhuid doordringt. Daarom is het zo
afdoende - al is het nog zo warm, Uw oksels
blijven fris en droog en bederf van kleren komt
niet meer voor. Arrid-crème werkt bovendien
verzachtend en ontsmettend. Begin vandaag nog
met Arrid, (le crème waarvan specialisten hebben
vastgesteld da,t het anderhalf maal langer, ze
kerder en veiliger werkt. Delicaat geparfumeerd,
prijs f. 1.65.
WALLA WALLA (Rueter) Drieënder
tig gevangenen van de staatsgevangenis te
Walla Walla in de Amerikaanse- staat
Washington hebben zeven bewakers opge
sloten en ongeveer 400 gevangenen uit hun
cellen bevrijd. Zij eisen beter eten en een
betere behandeling door de bewakers. De
oproerkraaiers, die gewapend zijn met
messen, zijn heer en meester in de helft
van het complex, dat door de politie is om
singeld.
Vastgesteld is de initerim-regeling ziekte
kosten ambtenaren 1955. Volgens deze rege
ling zullen de gehuwde burgerlijke rijks
ambtenaren een bedrag van 84, de onge-
huwden een bedrag van ƒ42 ontvangen als
tegemoetkoming in de kosten van ziektever
zekering. Vorig jaar werd 66 en 33 uitge
keerd.. Wegens de verhoging der verzeke
ringspremies is de uitkering dit jaar ver
hoogd. De uitkeringen zullen eind Augustus
worden gedaan.