De schimmen van het duister Cor Kee speelde Nederlandse werken in de Grote Kerk „Clowntje Rick „30 x 1" geopend in Huis Van Looy Geen avondverkoop tijdens Bloemenfeest IVOROL: De Tandpasta van standing Gouden huwelijksfeest van echtpaar Kerkhoff Militairen lieten arrestant vluchten Weer een bromfietser dodelijk verongelukt Telefoonposten op Afsluitdijk gereed 4 R.K. Kerkmusici hielden jaarvergadering in Haarlem en Bloemendaal Sloper bedolven onder vallend stuk schoorsteen Fiets viel „uit de lucht" Verzending van zeepost Voor de kinderen Vruchtencaramels in handige verpakking! Examens FEUILLETON door Boilleau Narcejac G. Kerkhoff eertijds bekend leraar en criticus Hond in auto opgesloten Vliegtuigwrak wordt gelicht George Robert in België Kerkelijk Nieuws Autobus uitgebrand op Afsluitdijk Jury's voor toekenning van reisbeurzen Jongen verdronken Gratificaties bij rijksjubilea DONDERDAG 28 JULI 1955 ,,30 X 1", ontmoeting met de dichter Antlionie Kok, luidt de titel van de zo- mertentoonstelling, georganiseerd door de gemeente Haarlem, met medewerking van het Rijk, die in de komende weken in het Huis Van Looy te Haarlem wordt gehou den. Wij hebben reeds beschouwingen ge geven over deze unieke verzameling. Kees Verwey maakte dertig portretten van An tlionie Kok. Zij zijn enige tijd in het Stede lijk Museum te Amsterdam geëxposeerd geweest en 's Rijks Prentenkabinet heeft ze aangekocht, zodat de verzameling volledig behouden blijft. Dinsdagavond waren velen bijeen geko men om de officiële opening bij te wonen. Nadat de heer H. P. Baard de gasten, onder wie burgemeester mr. O. P. F. M. Cremers, Kees Verwey en Anthonie Kok, had wel kom geheten hield prof. dr. J. Q. van Reg- teren Altena, directeur van 's Rijks Pren tenkabinet te Amsterdam een inleidende beschouwing. Hij merkte op, dat er tegen woordig veel drukte gemaakt wordt over hetgeen de kunstenaars presteren. Het hou den van tentoonstellingen biedt daartoe een goede gelegenheid. Vroeger was dat anders. In Arti werd een voorjaars- en een najaarstentoonstelling gehouden en dan kreeg men voldoende inzicht van de pres taties der kunstenaars. Het aantal kunst- critieken bleef beperkt. Hierin is verande ring gekomen; er worden overal regel matig tentoonstellingen gehouden. Het is te begrijpen, dat het maken van tochten naar die exposities op desillusies kunnen uitlopen, vooral als men een vergelij king trekt met hetgeen men in het buiten land kan zien. Men wordt critischer. Ver volgens gaf prof. v. Regteren Altena zijn vi sie over 't werk van Kees Verwey ten aan zien van het maken van portretten van An thonie Kok en schetste hij de wijze, waar op de schilder gearbeid heeft. Spreker ver heugde zich er over, dat de schilderijen tot in lengte van dagen bewaard zullen blijven en een plaats zullen vinden in de moderne afdeling van 's Rijks Prentenkabinet. Kees Verhey richtte zich met woorden van dank tot het gemeentebestuur van Haarlem, dat de tentoonstelling voorbereid heeft en tot de heer H. P. Baard, die hier aan zijn medewerking heeft verleend. Na dat hij nog gesproken had over de totstand koming van zijn werken bestond er gele genheid de expositie te bezichtigen. De R.K. Organisten- en Directeuren- Vereniging heeft Dinsdag en Woensdag in Bloemendaal en Haarlem vergaderd. In huize „Vijverduin" werd een „be zinningsdag" gehouden waarop de gees telijke adviseur dr. J. de Bruin uit Arn hem een toespraak hield. Woensdagoch tend werd in de St. Jozefkerk aan de Jansstraat een Mis in volkszang gezon gen, waarbij Albert de Klerk improvi seerde op Gregoriaanse thema's van het „proprium" van de dag. Daarna werd in Brinkmann de jaarvergadering gehouden, die met een bezoek van Mgr. J. Huibers, bisschop van Haarlem, vereerd werd. In de namiddag werd een bezoek ge bracht aan de Grote Kerk en haar be faamd orgel van Christiaan Müller. waar op Louis Toebosch en Albert de Klerk om beurten variaties improviseerden op ëeri'*ié'geVeii thema. Op het raadsbesluit der gemeente Haar lem van 27 April, betreffende de ontheffing van de winkelsluitingsbepalingen tijdens Haarlems Bloemenfeest, van 30 Juli tot en met 6 Augustus 1955, is geen koninklijke goedkeuring verkregen. Gedurende deze week gelden derhalve geen bijzondere rege lingen ten opzichte van de sluiting der win kels en de straatverkoop. Op een fabrieksterrein aan de Utrecht sestraatweg te Utrecht is de 36-jarige sloper J. van der Beek onder vallend puin van een oude fabrieksschoorsteen bedol ven en op slag gedood. Samen met zijn collega A. Breedveld was hij reeds geruime tijd bezig met deze aanvankelijke 32 meter hoge schoorsteen af te breken. Gisteren zou het nog resterende gedeelte van ruim 9 meter hoog door de beide slopers worden omvergetrokken. Zij hakten de funde ring van de schoorsten weg, waarna zij een touw om de schoorsten knoop ten. Zodra zij eraan trokken viel de schoorsteen om. Van der B. kreeg het puin over zich heen. De brandweer kon pas geruime tijd later het ontzielde li chaam onder een blok puin van ruim 500 kg. vandaan halen. De vorige week heeft de brandweer sloper Breedveld, die hoog in de schoor steen bezig was met het 'sloperswerk en die niet meer naar beneden durfde, naar beneden gehaald. Beide slopers hadden het werk voor eigen rekening aangenomen. De 15-jarige leerling Albert Nijveld van de Technische School te Groningen kreeg Woensdag de door hem gewonnen hoofd prijs van de rheumabestrijdingsactie op originele wijze in handen. Hij werd opge roepen via de radio, verscheen op het ren baanterrein in het stadspark en zag voor zich een nieuwe fiets uit de lucht vallen. De fiets was gemonteerd aan een helicopter, die door bestuurder E. Schuller vlot op het renbaanterrein werd neergezet. Albert had op 2 Juli op het Floresplein enkele strooibiljetten gevonden, die de rheumaverrassingsactie willen stimuleren. Hij had meegedaan aan de jeugdactie en met succes. Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de correspondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd, staan achter de naam van het schip vermeld: Argentinië: ms. „Yapeyu" (4 Aug) en ss. „Presidente Perón" (6 Aug); Australië: ss. „Waterman" (3 Aug.) en via Engeland (6 Aug.); Brazilië: ms. Altair" (2 Aug.) en ss. „Presidente Perón" (6 Aug.); Canada: ss. „Nieuw Amsterdam" (3 Aug.) en ss. „Groote Beer" (6 Aug.); Chili: ms. „Noordam" (4 Aug.) en ss. „Rijndam" (11 Aug.); Indonesië: ss. „Poly phemus" (30 Juli), ms. „Madoera" (4 Aug.) en ms. „Oranje" (23 Aug.); Ned. Antillen: ss. „Waterman" (3 Aug.), ms. „Boskoop" (9 Aug.) en ms. „Oranje" (23 Aug.); Nieuw Guinea: ss. Pyrrhus" (11 Aug.); Suriname: ms. ..Isis" (10 Aug.); Unie van Z.-Afrika en Z.W.-Afrikaj ms. „Pretoria Castle" (6 Aug.)' ADVERTENTIE De organist Cor Kee uit Zaandam, vader van de winnaar van de „Zilveren Tulp" in de Haarlemse Improvisatiewedstrijd, de Alkmaarse organist Piet Kee, verzorgde Dinsdagavond de gemeentelijke orgelbe speling in de Grote Kerk, die weer veel belangstelling genoot. De heer Kee ver tolkte een integraal Nederlands program ma, beginnende met Preludium Pedaliter van Sweelinck, waarbij hij rijkelijk van mixturen gebruik maakte. Een sterk con trast hiermee vormde Sweelincks Variatie op het „Gebed des Heren". Hoofdschotel van het programma was de Toccata van J. A. Reinken die een jaar organist was te Deventer en daarna, als opvolger van zijn leraar Scheidemann, be speler werd van het beroemde Schnitger- orgel der Katharinakerk te Hamburg en een der hoofdfiguren genoemd wordt van de Noord-Duitse orgelkunst. Om hem te horen heeft Bach enkele keren een voet reis van Liineburg naar Hamburg onder nomen. Wat 't Nederlanderschap van Rein ken betreft, dit is zeer betwistbaar. Hij is zelfs in Duitsland geboren. Alleen het feit, dat hij een der belangrijkste schakels geweest is tussen Sweelinck en Bach en dat zijn werk nog tal van invloeden van de Amsterdamse meester verraad, pleit er voor. De omvangrijke Toccata van Reinken vijf in elkaar overgaande delen gaf Kee gelegenheid zijn technische vaardig heid te tonen en vooral een fijne zin voor kleurige registratie aan de dag te leggen. De organist verraste ons vervolgens met de Vierde Suite van Rynoldus Popma van Oenering, een Friese organist, die van 1692- 1782 leefde en van wie slechts, buiten een psalmboek, een reeks van zes Suites voor clavecymbel als composities bekend zijn. Die Suites zijn pas naar een enig bekend origineel exemplaar uit de Koninklijke Bibliotheek te Brussel, herdrukt. In over weging nemende dat Van Oevering amper achttien jaar oud was toen deze suites van hem gedrukt werden, mag het verwonder lijk heten dat er niet meer van hem be kend geworden is, want dit jeugdwerk ge tuigt van een buitengewone aanleg. Het is echter geen orgelmuziek, evenmin naar de techniek als naar de geest Maar wie zal zeggen of de componist haar niet zelf op zijn Müller-orgel te Leeuwarden zal hebben gespeeld? Betreffende het profane ADVERTENTIE Voor de middenstandsexamen, die Dinsdag in de Gemeentelijke Concertzaal te Haarlem zijn gehouden zijn geslaagd de heren: G. H. Grünfeld, A. S. Hoogendoorn, A. M. den Haan, J. v. d. Horst H. A. v. d. Ham en L. Mulder v. d. Horst; L. T. van Hardenbroek, Th. 't Hort E. Harmsvan Santen, E. M. Houniet; G. Heintzberger, Th. P. Huisman; B. A. M. Heemskerk, S. C. van der Hulst C. A. L. M. Heemskerk, M. A. Huyboom, M. C. Heemskerk, F. Hijkoop, E. P. M. Hendriks, M. C. A. E. Ierschot F. C. M. Hensgens, J. T. Janmaat, Cl. E. HermusZandstra, A. Jan sen; A. den Hertog, J. de Jong, M. Heuver, M. A. F. de Jong, E. Hoedeman, C. Joosten, J. Hoetmer, G. G. A. Jörning, P. J. van 't Hof, T. J. A. Keitz, M. van 't Hoog, A. G. Keyer, J. G. van Hoogdalen, A. H. Klaassen Schoos, C. T. J. Hoogeboom, M. A. Klin kenberg, G. Kneppers, H. F. Lommerse, F. A. G. Kok, L. E. van Loo, J. Koning, E. van Loon, Joh. Koning, P. H. Lubbers, J. Koornstra, A. C. Maerten, W. J. Koot, J. Martens, J. Kooyman, J. J. v. d. Meer, J. F. Korfage, N. J. H. Meiland, M. L. Koster, A. M. A. Meyer, P. Koster, J. Meyer, T. A. Kraak J. F. H. Meyer, C. J. M. Kraayvanger, P. D. W. Meyer, G. J. Kroes, D. Middelkoop, Th. Kroon, J. de Kroon, L. de Kroon, C. J. Kroskinski, J. D. Paap, P. Kuykhoven, J. M. Landman, J. M. Langenegger, J. H. H. Laa- renssen, J. J. v. d. Leeden, M. van Lierop, H. A. Logmans. In totaal zijn Dinsdag 97 candidaten ge ëxamineerd. Afgewezen werden 19 candi daten. (Les visages de l'ombre) Uit het Frans vertaald 36) De avond daalde over hem; de koelte, die over zijn voorhoofd streek, ver telde hem dat het donker begon te worden en dat de redding nabij was. Om midder nacht zouden zij allen in bed liggen. Zij zouden ook doodop zijn. Zou de maan schij nen? Waarschijnlijk niet. Hij probeerde het uit te rekenen, raakte in de war en zag er toen maar van af. Hij herinnerde zich alleen, dat het volle maan was toen zij waren aangekomen. De nacht zou dus donker zijnIn de verte liet zich een klok horende dorpsklok, die voor Maxime had geluid. Hermantier ging op zijn zij liggen, trok zijn knieën op. De pijn was nog altijd even nieuw, even fel. En nu had hij alle tijd om zijn herinneringen nog eens de revue te laten passeren. Hij kon er niet aan twijfelen: Maxime had alies geweten, wat er voorbereid werd. Het karakter nam men het in die tijd ook al zo nauw niet en zelfs de psalmen werden toen rijkelijk met tierlantijntjes en krulle tjes opgesierd en een handig organist weet er altijd wel wat op te vinden om de muziek voor zijn instrument aan te passen en zelfs het effect ervan te ver hogen door een kleurrijke registratie. Zulks bewees nu ook Cor Kee met zijn interpretatie van de Vierde Suite van Van Oevering. Na een goed geconstrueerde Fuga van C. F. Hendriks een Nederlandse or gelcomponist van de vorige generatie, die zo wat vergeten geraakt is speelde Cor Kee twee composities van hemzelf; een ef fectrijk variatiewerk op „Merck toch hoe sterclc" en een ingetogen, sober maar zeer poëtische parafrase op de „Lofzang van Maria". Met een en ander toonde de Zaandamse organist zijn complete beheersing over klavieren en registers. JOS. DE KLERK Op Woensdag 3 Augustus hopen de heer G. Kerkhoff en mevrouw A. Kerkhoff- Oomen, wonende aan de Oranjekade 37 te Haarlem, de dag te herdenken waarop zij vijftig jaar geleden in het huwelijk tra den. „Een bijna veertig jarig verblijf in de Spaarnestad heeft Gerard Kerkhoff tot Haarlemmer gemaakt, terwijl een werk zaamheid van bijna twintig jaar daarvan, als leraar aan de vroegere school voor Kunstnijverheid aan de Dreef hem onder de bekende inwoners van Haarlem deed rangschikken, schreef de kunstcriticus J- H. Bois in 1938 in het Haarlems Dagblad naar aanleiding van een tentoonstelling van portretten en tekeningen welke door de heer Kerkhoff destijds in de oude Hoofd wacht gehouden werd. Dat is thans zeventien jaar geleden, maar nog steeds zal de heer Kerkhoff voor velen geen onbekende zijn. Op levendige wijze vertelt de thans 82-jarige, hoe hij m 1901 zijn intrede deed in Haarlem, waar hij achttien jaar leraar was aan de Kunstnij verheidsschool aan de Dreef en daarna een vijftiental jaren tekenleraar aan de school voor Mulo a, in de Jacobstraat. Tal van leerlingen heeft hij in deze jaren onderwe zen in tekenen en schilderen. Zelf heeft hij altijd veel geschetst, getekend en geschil derd en ook menige eerste prijs gewonnen in een affiche-prijsvraag. De heer Kerkhoff ontving zijn eerste tekenopleiding op de Normaalschool te Am sterdam, waarna hij zijn studies vervolgde op de Academie's voor Beeldende Kunsten te Amsterdam en te Rotterdam. Vervolgens werd hij leraar aan de tekenschool te Edam, maar niet voor lang, want in 1898 had hij de leiding van de tekenschool „Hendrik de Keyzer" te Amsterdam. Drie jaar later vestigde hij zich te Haarlem. Gedurende een periode van twintig jaar leverde de heer Kerkhoff kunstrecensies voor de „Oprechte Haarlemsche Courant", waarbij hij in zijn besprekingen van de vaak zeer uiteenlopende Tftrnfftuitingen,maar hij zelf voorzichtig zegt, steeds getracht heeft een juiste middenweg te houden. Voorts was hij jarenlang secretaris van de ver eniging „Kunst zij ons doel" en lid van ver scheidene andere verenigingen en commis sies. Uit zijn jonge jaren weet de oude heer Kerkhoff nog tal van wetenswaardige bij zonderheden te vertellen, verhaald hij over een ontmoeting met de jonge Vincent van Gogh te Amsterdam of de oudere Nicolaas Beets die hij in zijn geboortestad Utrecht vele malen gezien heeft. Aan de wand van de zonnige serre han gen enkele van zijn eigenaardige portret tekeningen en uit enige grote mappen komt een kostelijke verzameling eigen werk, be staande uit vele stadsgezichten, figuurteke ningen, oorkonden, affiches en etsen. Doch de heer Kerkhoff is niet een man die enkel leeft in herinnering, zijn belangstelling voor de tegenwoordige tijd is onverflauwd en over de „eigentijdse" kunstvormen en ui tingen wil hij nog wel gaarne een debat beginnen. De Zandvoortse gemeente-arts dokter J. van der Meer hoorde op de Noordboulevard uit een bij het tentenkamp geparkeerde auto heftig hondengeblaf. Dichterbij geko men, ontwaarde hij achter de geheel be slagen en gesloten ramen een boxer, die hevig tekeer ging en van benauwdheid tegen de ramen sprong. De dokter waar schuwde de politie, die per microfoon de eigenaar opriep. Toen deze te lang weg bleef en het beest het steeds benauwder kreeg, heeft een agent een ruitje ingesla gen, waarna het portier kon geopend wor den en de hond de vrijheid tegemoet sprong. Kort daarna kwam de eigenaar op dagen, die verklaarde, langer bij zijn be zoek te zijn opgehouden, dan hij aanvan kelijk had gedacht. Proces-verbaal is op gemaakt. bewijs was dat hij op die ochtend, waarop hij zich verdacht had gevoeld vanwege de chèque, had uitgeroepen: „Ik een dief! Als je alles wist wat ik weetHij had bijna alles bekend, dat was duidelijk. Ma xime! Maxime medeplichtig! Maxime be taald om die gruwelijke comedie mee te spelen! „Ben ik dan een tiran geweest?" dacht Hermantier. „Ik heb hen dus ver hinderd om te leven Hij legde zich erop toe om langzaam te ademen om de pijn, die aan het afnemen was, niet meer op te wekken. De toren klok sloeg opnieuw. Hij zakte weg in een lichte sluimering, die hem echter niet ver hinderde alle geluiden van de nacht te horen, geblaf in de verte, het krassen van een uil, en heel zachtjes de klagende stem van de zee. Toen, plotseling, zonder een beweging te hebben gmaakt, was hij zo helder als op de avond van een dag vol onderzoekingen. Het ogenblik van handelen was aangebroken. Hij stond op, liep op zijn tenen de kamer door en opende het raam wagenwijd. Het leven was daar, binnen zijn bereik. Hij ging op de ven sterbank zitten, liet zijn benen bengelen. Het bloembed beneden hem zou zijn val breken. Hij sprong; zijn lichaam raakte de grond met een doffe slag en hij werd in zijn hart geschokt. Versuft, zijn vingers kramp achtig samengetrokken in de vochtige aarde en met pijnlijke knieën, luisterde hij. Het huis sliep; de tuin strekte zich voor hem uit, vredig, geurig, als een vriend. Hij stond op, veegde zijn handen af aan zijn zakdoek. Hij had zijn bril ver loren en zou er wel verschrikkelijk uit zien met zijn broek vol modder en zijn gezicht, dat niets zag. Maar zo zou hij des te gemakkelijker te identificeren zijn. De eerste persoon die hem zou zien, zou het begrijpenHij verwijderde zich van het huis, liep naar het tuinpad, zijn rug gebogen, wachtend op het schot, dat mis schien direct gelost zou worden. Hij voelde de loop van het op hem gerichte wapen, maar hij wist tegelijkertijd, dat zijn vlucht niet voor de ochtend ontdekt zou worden, en hij haastte zich naar het hek. Hij klemde zich vast aan de spijlen, zoals iemand die verdrinkt, hief zijn ver minkte gezicht naar de hemel, haalde ver scheidene malen diep adem zonder erin te slagen zijn hart tot kalmte te brengen. Toen haalde hij een van de ijzeren stan gen omhoog. Vervolgens trok hij aan het hek, voelde het op zijn scharnieren draaien, glipte door de opening en liep naar het midden van de weg. Hij was buiten. Hij was vrij. Naar links gaand, begon hij zijn passen te tellen tot vijftig. Als hij zich niet vergist had, moest hij nu uitkomen op de weg die naar het dorp voerde. Afzwenkend naar de berm liep hij door het gras, met zijn armen voor zich uit en dadelijk ontmoetten zijn handen de zijkant van de talud. Hij volgde^ de goede richting. Zich leidend langs de talud deed hij nog enkele passen, meende de bocht te voelen, die daar begon. Toen keerde hij terug op de weg om ge makkelijker te kunnen lopen. Het dorp was niet erg ver weg, nauwe lijks een kilometer. Het hele probleem was niet te zigzaggen. Eenmaal in het dorp, zou hij aan het huis van dokter Méroudy aan bellen en die zou hem meenemen naar La Rochelle. En als het hem te veel moeite kostte om het huis van Méroudy terug te vinden, zou hij onverschillig waar aanbel len. Iedereen kende hem. Hij zou alleen maar bondgenoten hebben. Zijn schoenen met rubber verbraken de stilte niet. Niet voldoende. De omgeving was bijna te rus tig, te zwijgzaam. Alleen kraakte er wat grint, als hij naar de rand van de weg af dwaalde. Dadelijk keerde hij weer terug naar het midden van de weg. De hemel zou vol sterren zijn en de weg glad en glan zend zoals een vredig riviertje.. Naar rechts zou zonder twijfel om de drie secon den een roodachtig schijnsel opflikkeren: de vuurtoren. Een mooie nacht om te vluchten! Hij zou willen rennen, niet al leen omdat hij bang was. Hij was trou wens niet bang meer. Alleen maar omdat hij weer begon te leven. En zelfs als zij erin slaagden hem te vangen, zou hij be reid zijn hier te sterven, ver van de val, die zij zo geduldig hadden voorbereid. Maar zij zouden hem niet meer inhalen, want het dorp was nu vlakbij. De eerste huizen waren waarschijnlijk al te zien; het café Pabois met zijn laurieren in potten aan de rand van de weg, en de smidse van de Pailluneaus en de grutterij van de jon ge Lucas, met zijn grijze, altijd tot een bal opgerolde poes achter het raam. Herman tier ging sneller lopen. Hij riep het land schap met zoveel inspanning en zo duide- Een wachtmeester, twee soldaten eerste klasse en een gewoon soldaat hebben voor de krijgsraad te 's-Gravenhage terecht gestaan, omdat zij in de nacht van 28 op 29 Mei de zich in arrest bevindende sol daat B. hadden geholpen bij diens ont vluchting uit de kazerne te Amersfoort. De 21-jarige wachtmeester H. J. H. M. uit Haarlem had die avond van de ge vangene gehoord dat deze zou proberen weg te komen. Hij wilde zijn vrouw in Haarlem opzoeken en zou om vijf uur 's morgens terug zijn. De auditeur-militair vroeg zich af hoe B. tussen twaalf uur 's nachts en vijf uur 's morgens heen en terug wilde reizen. Wachtmeester M. verklaarde nu, dat B. gezegd had, in Amersfoort een advocaat te moeten spreken over een proces waar bij hij betrokken was. Auditeur-militair: „Midden in de nacht? Dat doet toch geen enkele advocaat!" De 21-jarige soldaat eerste klas N. G. van D. uit Wijk aan Zee had als korpo raal van de aflossing de deur van B's cel open gemaakt. De 20-jarige soldaat eerste klasse W. P. M. V., uit Haarlem had aan de vluchteling een paar schoenen en een baret gegeven en de 21-jarige soldaat I-I. Ch. O. uit Heiloo had voor een uni form gezorgd. „Als B. een geldige reden had hij wilde toch een advocaat spreken waar om hebt U dan voor hem geen verlof ge vraagd aan de officier van piket?" vroeg de auditeur-militair aan de wachtmees ter. „B. had gevraagd de officier van ge zondheid te mogen spreken. Dat werd geweigerd. Daarna heb ik er niet meer aan gedacht voor een andere reden ver lof te vragen". De auditeur-militair requireerde tegen M. twee maanden gevangenisstraf met en twee weken met aftrek en verlaging tot soldaat laagste klasse en tegen V. en O. ieder 3 weken voorwaardelijk met 2 jaar proeftijd en f30 subsidiair 3 weken hech tenis. De verdediger, kapitein Koster, com mandant van de beklaagden, sprak vol lof over de vier jongemannen, die hij tot zijn beste militairen rekende. Zij zouden naar zijn mening door de zielige verha len van de geslepen soldaat B. medelijden hebben gekregen en daarom tot hun daad gekomen zijn. Hij vroeg een clemente straf. De krijgsraad veroordeelde M. tot twee maanden met aftrek en verlaging in de rang tot soldaat laagste klasse. D. tot een maand met aftrek en verlaging in de rang tot soldaat laagste klasse, V. en O. ieder tot twaalf dagen met aftrek. In de Lek bij Lekkerkerh Sinds enkele dagen worden in Lekker- kerk weer pogingen in het werk gesteld om de Amerikaanse bommenwerper, die in 1944 bij een luchtgevecht in de rivier de Lek gestort is, te bergen. Dinsdagmiddag is een gedeelte van de cabine met de vleu gels, waarop de Amerikaanse ster geschil derd staat, door het water heen naar een zandplaat in de Lek gesleept, aangezien de bok niet bij machte was het geheel op de kant te plaatsen. Bij laag water kan men het gelichte deel van het wrak van de kant af zien. Volgens verklaringen van overlevende geallieerde soldaten, die in 1944 door de Duitsers krijgsgevangen zijn gemaakt, moeten zich in het wrak nog de stoffelijke resten van enkele inzittenden bevinden. Bij de tot dusver gedane onder zoekingen daarnaar heeft men nog niets gevonden. Vrijdagmiddag zal een grotere bok komen om het laatste gedeelte te ber gen en het geheel op de wal te zetten. Op de rijksweg Rotterdam-Den Haag is Woensdag omstreeks half vier een brom fietser verongelukt en om het leven geko men. Het slachtoffer was de 71-jarige Delftenaar J. H. H. K., die met zijn brom fiets uit de richting Delft kwam aanrijden en ter hoogte van Ypenburg plotseling de snelweg overstak. Hij werd aangereden door een personenauto, bestuurd door de heer A. J. M. Z. uit Schiedam, die met een snelheid van ongeveer 100 km. achter de bromfietser reed. De heer Z. probeerde nog naar links uit te halen, maar hij kon een botsing niet voorkomen. De bromfiet ser was vrijwel op slag dood. Bij de bot sing werd een achterportier van de auto van de heer Z. opengerukt, waardoor zijn 36-jarige echtgenote naar buiten werd ge slingerd. Voor mevrouw Z. liep het onge luk echter goed af, zij liep alleen enige schaafwonden op. De Haarlemse stadsorganist George Ro bert heeft in zijn vacantie orgelconcerten te Gent (St. Bavo-kathedraal) en voor de Belgische radio gegeven, waar hij onder meer werken speelde van de Nederlandse componisten prof. Hendrik Andriessen en dr. Anthon van der Horst. lijk voor zich op, dat hij zelfs niet meer de moeite nam zijn armen voor zich uit te steken. Nog enkele minuten, drie of vier, en hij zou gearriveerd zijn, zou hij onder zijn voeten de ouderwetse bestrating van het dorp volen. Méroudy zou een schok krijgen als hij hem zag. Het ware beter van te voren door de deur met hem te spreken. Hem verklaren dat de man die onderdak vroeg geen schim was, maar een nog le vende dode. Dit was niet het ogenblik om de mensen aan het schrikken te maken. Hermantier liep nog een minuut of vijf verder, snoof de lucht op. Gewoonlijk rook men van verre de lucht van de smidse en 's nachts waren altijd wel twee of drie honden die bang werden en woedend blaf ten bij hun hok. Hoe lang was hij nu al onderweg. Hij had er niet het minste idee van. Hij liep al sinds lange tijd, maar hij schoot niet erg op. Kom! Nog een eindje. Hij bemerkte plotseling, dat hij zijn armen opnieuw voor zich uitspreidde. Hij stak zijn handen in zijn zakken om zichzelf te bewijzen, dat hij niets vreesde. En vooral dat hij niet verdwaald was. Het was onmogelijk het dorp mis te lopen omdat de weg er zonder een kruispunt, zonder een omweg heen leidde. Hij be hoefde slechts te lopen zonder ontmoedigd te worden. Ja, maar als men al een half uur lang loopt? Men heeft geen half uur nodig om een kilometer af te leggen, zelfs aarzelend, zelfs wanneer men van de ene kant van de weg naar de andere loopt. Hij bukte zich om de grond te betasten, maar Ned. Herv. Kerk Beroepen te Twijzelerheide B. N. Ver- maat, cand. te Goudswaard; te Bennekom (vac. B. N. B. Bouthoorn) (toez.) J. v. Rootselaar te Wijk bij Heusden. Bedankt voor IJsselmuiden J. J. Poot te Delft. Beroepen te Ouderkerk a. d. IJsel H. Harkema te Zeist. Benoemd tot hulpprediker te Ankeveen- 's-Gravenland A. D. Meeter, em. pred. en hulppred. te St. Johannesga. Geref. Kerken Beroepen te Dussen A. Trapman, cand. te Ottoland. Beroepen te Dokkum (vac. W. Feenstra) H. Hogenhuis te Onnen (Gr.). Geref. Kerken ond. art. 31 K.O. Beroepen te Rouveen G. Zomer te Vrou wenpolder. Aangenomen naar Leerdam W. H. de Boer te Urk. Doopsgezinde Broederschap Aangenomen naar Den Helder Da. J. M. Eelman te Winterswijk. Een autobus met 45 passagiers die van Amsterdam op weg was naar Dokkum, is 's nachts op de Afsluitdijk in brand ge raakt en geheel verwoest. Gelukkig merkte men het vuur tijdig door rookontwikkeling. In de bus, die op dat moment het midden van de afsluit dijk gepasseerd was en juist op het Friese gedeelte reed onder Breezanddijk (een ha ventje langs de dijk), bemerkten de 25-ja- rige chauffeur Gerben Tolma uit Rinsu- mageest en enkele passagiers het gevaar. De chauffeur stopte de bus onmiddellijk, stapte uit en opende de motorkap waar onder de vlammen omhoog lekten. Onmiddellijk verlieten alle passagiers de bus. Geen van hen liep enig letsel op. De bus zelf, eigendom van de garage M. C. de Jong te Murmerwoude, brandde ge heel uit. De oorzaak van de brand is niet bekend. De bus had een Dieselmotor. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft voor 1955 drie jury's ingesteld voor de toekenning van reisbeur zen aan letterkundigen, te weten voor de beoordeling van poëzie, van proza en van essays. In de jury voor de poëzie zijn benoemd tot lid en voorzitter mr. H. W. J. M. Keuls en tot leden A. den Besten en dr. J. W. Schutte Nordholt, in die voor het proza tot lid en voorzitter Antoon Coolen en tot leden P. J. Risseeuw en J. P. Romijn, in die voor het essay tot lid en voorzitter dr. J. C. Brandt Corstius en tot leden Pierre H. Dubois en H. C. J. baron van Laims- weerde. Secretaris van de jury's is H. J. Michael, Nieuwe Uitleg 1, 's-Gravenhage. Woensdag om ongeveer half vier 's mid dags is in de Lek nabij Culemborg de 11- jarige A. J. de K., wonende te Culemborg, verdronken. De jongen had zich te ver in de rivier gewaagd en was daardoor in diep water terecht gekomen. Twintig minuten, nadat de jongen in de diepte was verdwe nen, werd hij door de heer J. Brouwer naar boven gehaald. Kunstmatige ademhaling mocht niet meer baten. Reeds lang koesterde de A.N.W.B. het plan op de Afsluitdijk telefoonposten aan te brengen, daar op deze dertig kilometer lange route communicatiemiddelen vrijwel geheel ontbreken. Het aanleggen van de telefoonaansluitin gen en het plaatsen van de beschermende kastjes om de apparaten moest door de PTT geschieden, welke dienst geruime tijd nodig heeft gehad voor de technische voorbereidingen. Morgen, Vrijdag, zullen de telefoonposten, die in deze vorm voor ons land geheel nieuw zijn en die op een onderlinge afstand van ongeveer 5 km langs de weg over de Afsluitdijk zijn ge plaatst, in gebruik gesteld worden. Door het opnemen van de hoorn wordt men automatisch doorverbonden met de post van de rijkspolitie te Den Oever of die te Pingjum. De in nood verkerende weg gebruiker of de te hulp gesnelde wegen wacht kan daar dus de politie alarmeren of eventueel ook garagehulp requireren. In ernstige gevallen kan medische of gees telijke bijstand worden ingeroepen. De regeling inzake de toekenning van een gratificatie bij ambtsjubilea van rijks ambtenaren en rijksarbeidscontractanten is herzien met ingang van 13 Juli 1955. De gestelde maxima voor de uitgaven, welke bij een ambtsjubileum kunnen worden be steed, zijn verhoogd tot een halve maand dan wel 2 weken salaris bij een 25-jarig jubileum en tot een maand dan wel 4 we ken salaris bij een 40-jarig jubileum. hij wist van tevoren dat zijn handen het klonterige oppervlak van het asfalt zou den aanraken. Enigszins ongerust liep hij weer verder. Hij had nog altijd de zelfde indruk van een verlaten landschap, van gras tot in het oneindige. En langzaam maar zeker, bijna zonder dat het tot hem doordrong, werd zijn gang onzekerder, zijn handen spreidden zich voor zijn borst uit als om hem voor een schok te beschermen. Hij was bang tegen iets op te botsen, iets, v/at misschien niet het dorp zou zijn. Al dra was hij genoodzaakt te erkennen dat het dorp er niet was, er nooit meer zou zijn. En toch volgde hij de enige weg, die naar het dorp moest leiden. Maar de weg was de medeplichtige van Christiane ge worden. Daarom hadden zij hem laten weggaan. Zij vertrouwden op de weg en zijn boosaaardigheden. „Opgepast, zei Her mantier tot zichzelf, dat is nu juist het soort gedachten, dat ik moet vermijden. Deze weg is volkomen ongevaarlijk en ik ken hem goed. En iedere pas op deze weg verwijdert mij van hen en brengt me dus dichter bij mijn redding." Hij ging verder, besloten zijn benen te verplaatsen tot hij volledig uitgeput zou zijn. Hij kon het nog urenlang volhouden. Toen hoorde hij iemand voor zich. Hij bleef staan. De on bekende floot zachtjes. Zijn schoenen kraakten op de maat. Vast en zeker een trekker of de een of andere boer, die naaar zijn vee op de weide ging. De man hield op met fluiten, maar liep verder. (Wordt vervolgd). Ja, wat zag Bunkie eigenlijk door het raam Nou, het was geen wonder, dat hij er van geschrokken was... want het was iets heel ongewoons! Door het venster had Bunkie juist het gezicht op de beek, die langs het Kabouter dorp stroomde. En wat zag hij daar...? Op die beek naderde een vreemdsoortig vaartuig; het zag er uit als een kano van inboorlingen uit vreemde landen. En dat was het dan ook, want Bunkie zag tot zijn verbazing, dat er verscheidene donkere mannen zatenZe waren getooid met gekleurde veren en glinsterende oorringen en droegen schilden en speren. En wat zagen ze er woest en dreigend uit! Toen de kano dichterbij kwam kon Bunkie de vreemde mannen duidelijker zien En toen schrok hij helemaal, want o, jongenswat n wilde kerels waren dat! Ze keken met woeste ogen rond en aan hun wapens was wel te zien, dat ze niet veel goeds in de zin hadden en niet met vreedzame bedoelingen naar het dorp waren gekomen. Maarhoe kwamen die wilde inboorlingen hier? Die moesten dan toch wel van heel ver over zee in hun kano hierheen gevaren zijn, want in dit land waren zulke vreemde snuiters niet!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 6