De jeugd bouwde een huis op de tentoonstelling E 55 ZE VEN DA GEN HAARLEM Heven aan de redactie Wonen aan Zee Werken aan Zee Het hele jaar sparen voor seizoen aan zee EINDELIJK f. 250.000.- Stichting Vakopleiding Bouwvakken vraagt van de jongeren meer belangstelling voor het bouwvak Het hele seizoen aan zee sparen voor een jaar studeren Van der MFF HUBRECHT „De Hoop" helpt De Bilt 8 Feestelijke bijeenkomst voor ouden van dagen Examens Burgerlijke Stand van Heemstede Heeft U reeds Rheuma- verrassingscouverf jes 25 jaar naast het stuur Clasien gaat ook VRIJDAG 29 JULI 1955 HAARLEMS DAGBLAD OPRECHTE HAARLEMSCHE GOURAN1 In één van de grote tentoonstellings hallen van de E 55 in Rotterdam heb ben jongelui een huis gebouwd. Het is een riante woning, die in een villa park niet misplaatst zou zijn. Maar dit huis zal nooit bewoond worden; het is bestemd voor.afbraak, want het moet verdwijnen als de E 55 voorbij is. De opdrachtgeefster, die tevens de bouw uitvoerde, zal haar werk ook met de grond gelijk maken. Die opdrachtgeefster is de Stichting Vak opleiding Bouwbedrijf in Den Haag, die zich ten doel stelt te bevorderen dat leer lingen in de bouwvakken door hun pa troons tot bekwame vaklieden worden op geleid. Zij wil bovendien bij de jongeren meer belangstelling wekken voor de bouw vakken. Het bouwbedrijf staat de eerste tiental len jaren voor de zware taak de achter stand aan woningen in te halen. Vermoe delijk zal het nog wel een generatie duren voordat enigszins normale toestanden in het bedrijf teruggekeerd zijn. Zou men grotere bouwprogramma's willen uitvoe ren dan thans het geval is, dan is het in de eerste plaats noodzakelijk, dat het aan tal bouwvakarbeiders wordt uitgebreid. En dit is op het ogenblik het grote zorgenkind van het bouwbedrijf. Als er een einde wil komen aan de lijdensweg op woninggebied, dan zal het boven al nodig zijn dat de aanwas van jonge en vooral vakbekwame arbeiders het verlies aan oudere arbeidskrachten compenseert. Maar juist hier wringt de schoen. Op een persconferentie heeft de voorzit ter van de Stichting Vakopleiding Bouw bedrijf, jhr. mr. W. C. S. Laman Trip, ver klaard, dat er onder de jongeren een zekere tegenzin bestaat om bouwvakar beider te worden. Naar de oorzaak hiervan wordt op het ogenblik een onderzoek in gesteld door een commissie van werk gevers en werknemers uit het bouwbe drijf. Jhr. Laman Trip meent, dat in deze gemechaniseerde eeuw de belangstelling van de jeugd vooral uitgaat naar de machine. Zij ziet daarbij echter een zeer belangrijk punt over het hoofd: in de bouwvakken wordt scheppende arbeid verricht. Wel neemt de moderne techniek met haar machines het ruwere en zwaar dere werk voor haar rekening, maar er zal altijd plaats genoeg zijn voor werke lijke ambachtslieden. Een vakbekwame bouwvakarbeider zal in zijn scheppend werk meer voldoening en een grotere ar beidsvreugde vinden dan iemand die dag aan dag zich aan de machine met massa- fabricage bezig moet houden. Vrees voor werkloosheid in het bouw vak behoeft er volgens jhr. Laman Trip niet te bestaan, althans voor de volgende generatie niet. En mocht er onverhoopt een economische depressie optreden dan zal juist het bouwbedrijf worden gehanteerd om de gevolgen daarvan voor de werk loosheid in het algemeen te nivelleren. Dan zullen werken worden uitgevoerd, die nu reeds worden voorbereid of „in voor raad" gehouden. De Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf, die het leerlingenstelsel verzorgt voor tim meren, metselen, betontimmeren, beton- ijzervlechten en tegelzetten wil thans de aanwas van jeugdige arbeidskrachten voor het bouwbedrijf stimuleren door objectieve voorlichting en heeft daar toe een vernuftig apparaat laten vervaar digen, dat thans op de E 55 te zien is, maar dat later bijvoorbeeld ter beschikking van gewestelijke arbeidsbureaux zal worden gesteld. Het apparaat geeft onder meer een overzicht van de werkzaamheden bij een bepaald beroep in het bouwvak, de eisen die aan de candidaten gesteld worden, de vooruitzichten en de verdere opleidings mogelijkheden. Maar meer nog dan dit vernuftig appa raat zal het op de E 55 gebouwde huis een goede indruk geven van het werk van de stichting. Jongeren uit het leerlingen stelsel hebben het gebouwd in ploegen: elke week een nieuwe uit een ander deel van het land. Deze jongens waren aller minst paradepaardjes. Toch deden zij in prestatie weinig onder voor volleerde bouwvakarbeiders. Hun enthousiasme maakte goed wat hen nog aan routine ont breekt. Het leerlingenstelsel van de stichting ADVERTENTIE Chry,J«". oti, *0*t *5 r Q 00 ii». 9 Ter gelegenheid van het tien-jarig be staan van de Algemene Bond van Ouden van Dagen houdt de afdeling Haarlem op Woensdagmiddag 3 Augustus een openbare propaganda-vergadering in het Gemeente lijk Concertgebouw, Lange Begijnestraat. Als spreker zal optreden de voorzitter van het hoofdbestuur, de heer W. van Beek. Na de pauze zorgt een amusements-ge- zelschap onder leiding van de heer Harry Beuman voor het feestelijk gedeelte van de middag. levert thans per jaar drieduizend theore tisch en practisch degelijk opgeleide jonge lui af. Maarhet zouden er vijfenveer tighonderd moeten zijn! Daar bij komt nog dat de overgrote meerderheid opgeleid wordt voor timmerman, zodat het aantal metselaars en betonwerkers veel te ge ring is. De stichting hoopt nu in samenwerking met het bedrijfsleven onder de jongeren meer belangstelling te wekken voor het bouwbedrijf, dat deze belangstelling drin gend nodig heeft. Heemstede. De volgende leerlingen zijn geslaagd voor het diploma lingerie- of eostuumnaaien, dat dezer dagen op de R.K. Naaischool aan de Molenwerfslaan te Heem stede werd afgenomen. Lingerie: Gretha van der Brink, Adrie Gleysteen, Petronella Koopman, Miep Tim mermans, Ida Weijei's en Nanda Zorger. Costuumnaaien: Rie van Bakel, Henny Bank, Bep Beliën, Tiny van Duin, Rita van Keulen, Riet Hulsebos, Thea van der Meer, Alie van de Peyl, Greta Peters, Truus Roest, Willy Warmerdam en Willy van der Zon. De volgende candidaten slaagden voor het examen Mulo A: M. C. Bohlmeijer, R. L. Stolker, R. Dekker, M. B. Dessaur, M. G. Sikking, A. D. Visser, F. L. Visser, F. de Jonge, J. E. Kloos, A. P. B. de Koste en C. M. van Ommen uit Haarlem; C. van 't Land, R. Maris, J. Mulder, uit Bloemendaal; H. J. Tellier, M. S. Fortuin, uit IJmuiden; D. van Dijk uit Vogelenzang; M. v. d. Bok, F. C. Rodenburg, J. Guerrij uit Santpoort; D. S. van het Zand, R. W. Molenaar uit Zand voort; J. T. Post J. Vet uit Velsen; J. S. Meij uit Velsen-Driehuis; J. van Staveren uit Aalsmeer; W. T. Zwagers uit Zwanen burg. GETROUWD: W. G. Weijers en C. M. van der Vlugt; J. A. Jongh. Visscher en H. de Vries; J. W. Doomebos en M. Jager; D. J. Boonstra en U. A. Dieperimk; E. H. Kuhl- mann en M. C. Diependaal; T. Nelis en H. A. M. van Vliet. ONDERTROUWD: J. H. Hoeker en C. S. M. Heemskerk; H. G. Heemskerk en I. I. C. van Kampen; J. W. Westerkamp en G. E. M. J. Koedijk; H. J. Bos en E. J. Anneveldt. GEBOREN: Franciscus Gerardus Clemens, z. van H. Kuipers en A. J. v. d. Peijl; Aart Pi eter, z. van C. Simons en M. E. Hennij; Carla Jacoba Petronella, d. van J. B. G. Stroijckens en A. M. M. Kurvers; Martinus Hermanns Josephus, z. van H. J. Cornet en J. J. Blankestedn; Vincentius Jacobus, z. van W. P. Snijders Blok en A. D J. Eggerding. ADVERTENTIE (Verkort weergegeven) Hoge weg. Ik weet zeker te spreken namens vele ouders, wanneer ilc van onze plaatselijke en provinciale overheid drin gend vraag de Westelijke randweg tot een verhoogde weg te maken. Naar wij uit de kranten vernemen, zal deze nieuwe weg vanaf de Delftlaan bij de Heussensstraat eerst de Kleverlaan kruisen, waarbij wij dan bij een gelijkvloerse overgang daar een rotonde krijgen, waar al het enorme ver keer uit de Velsertunnel onze fiets- en voetpaden zal kruisen. Na het passeren van de spoorbaan HaarlemBloemendaal zou deze weg uitmonden op de Willem de Zwij gerlaan, moet dan de Julianaweg Kruisen, daarna moet hij onder of over de spoorbaan HaarlemOverveen, om daarna de Zijlweg te kruisen. Ieder, die weet welk een enorm fietsverkeer in de zomer naar en van het strand van deze wegen gebruik maakt, be grijpt dat het een onmogelijke oplossing is, deze kruisingen gelijkvloers te houden. Wij aIs de zon schijnt krijgt Haarlem armslag in Zandvoort. Drie weken heeft de zon nu dagelijks geschenen. Elke Haarlem mer kent het verschijnsel van een lui aan het strand liggende Haarlemmer. Het is met de beste wil ter wereld geen inter ressant verschijnsel te noemen, het is gewoon; we liggen er zelf bij. Enkele Zandvoortende Haarlemmers zijn niet op vacantie in het dorp. Zij doen in Zandvoort alsof ze in Haarlem zijn: ze werken er, ze wonen er. Dat maakt hen bijzonder. Want eigenlijk moesten ze toch ook op het strand liggen zonnebaden. Zo zijn we in gesprek gekomen met mevrouw Olijdam, die elke ochtend naar Zandvoort fietst om bij haar fietsenstalling te zijn en met de lieer Lazones, die elke avond weer naar Zandvoort fietst na een dag werken, om daar in zijn woontent in het kamp Helios rust te vinden. De een woont in Haarlem en werkt in Zandvoort, de ander werkt in Haarlem en woont in Zandvoort. Twee gewone Haarlemmers, die in Zandvoort bijzonder zijn omdat andere Haarlemmers daar de hele dag zwemmen en zonnebaden, of omdat de Haarlemmers anders thuisblijven JP v - - Tussen allemaal Amsterdammers woont in tent nummer 622 van het Helios-tentenkamp het gezin Lazones. Een kleine tent is het, bestaande uit twee kamers, een zitkamer annex keuken tje, en een slaapkamer met ruimte voor zes personen; de bed den zijn boven elkaar. Butagas zorgt voor vuur en licht in de tent. Het gezin woont buiten het Zandvoortse seizoen (1 Mei tot 15 September) in de Pleiadenstraat in Haarlem. Het is in zo'n tentenkamp als in een gewone straat, alleen wo nen de mensen aan zee veel dichter op elkaar. De huizen zijn kleiner, de straat is smaller; men ziet elkaar bijna voortdurend. Het kost voor iedereen even veel en wie dat betalen wil kan er terecht. Meer selectie is er niet. De melkboer en de groenten- man komen er voorbij, er is een winkel waar „alles" te krijgen is; er is een druk sportleven. Het allergrootste verschil met de stad is, dat men in het tentenstraatje niet zegt: Ik ga eens even de stad in, maar: ik ga de zee in of het strand langs. En daarom wonen de mensen daar graag. Daarvoor geven ze bijna alle comfort op, gaan ze zelfs niet met vacantie. Het is een voortdu rende vacantie, waarvoor de rest van het jaar gespaard wordt, waarvoor men zich steeds dingen moet ontzeggen. „Maar graag", zegt de heer Lazones, die metaalbewerker is en drie jaar voorzitter is geweest van Helios. Wij treffen hem en zijn vrouw op een snikhete broeie rige dag in hun kamer-met-het -grote-raam, dat uitzicht geeft op zee. „Ik heb net een week vacantie", zegt hij en we zijn juist terug van een tocht op de bromfiets naar Avifauna, ik ben namelijk dol op dieren". In een hok knaagt een marmot aan wat eten. Lazones heeft van zijn zestiende jaar aan zee gekampeerd. Wat dat betreft is hij een pionier van de gedach te, die nu verwezenlijkt ligt in het tentenkamp en de vereni ging Helios. „Vroeger brak je na een paar dagen op om later weer een paar dagen terug te komen; nu zit je hier het hele seizoen". Het kamertje is klein en warm.We vragen of het niet benauwend klein is en stil bij slecht weer, „u kunt dan im mers nergens naar toe". Hij begrijpt onze vraag niet. „Ik doe hier bij slecht weer het zelfde als thuis, ik" lees een boek; mijn vrouw breit wat, kookt, houdt de boel schoon; net hetzelfde als thuis". „Bovendien kun je altijd naar de zee kijken. Die is nooit het zelfde en als je niet van de zee houdt moet je hier niet zijn". Toch is het een groot voordeel boven de Amsterdammers, dat deze Haarlemmers in een half uur thuis zijn, als er dringend wat nodig is van thuis. „Je kunt natuurlijk maar weinig meenemen en er is altijd wel wat nodig". De heer Lazones is nu 52 jaar en al 36 jaar dus 's zomers aan zee. „We hebben één keer op de hei gezeten, ik smachtte naar de zee". Wonen aan zee betekent voor hem de recreatie van het hele jaar. Daarvoor ontzegt hij zich talrijke andere genoegens, „maar geloof me", zegt hij, „door de zee krijg je minder behoeften, je wordt een ander mens". De zee verricht wonderen. Het is boeiend, zo'n tenten kamp. Sociologen zouden er, dunkt ons, boeken over kunnen schrijven, hoe mensen door de zee veranderen en hoe ze, dicht opeen, elkaar accepteren, wo nend in kleine tenten, voort durend dicht bij elkaar in om standigheden zó primitief, dat elk stadsbestuur hen te hulp zou snellen, mits ze woonden in een gewone straat, in een gewone stad. Haarlem bijvoor beeld. De meest Zuidelijke fietsen stalling van Zandvoort wordt beheerd door een vrouw. Me vrouw Olijdam trekt nu al drie jaar tijdens het Zandvoortse seizoen elke ochtend om half- acht naar haar stalling bij Pa viljoen-Zuid; Nel Olydam- Hageman, 40 jaar. Om 8 uur is de stalling dan open en blijft open tot half acht; een werk dag van ll1/» uur, zeven dagen per week en dat van half Juli tot eind Augustus, en daarvóór alleen als het mooi weer is, vanaf Mei. Als mevrouw Olijdam des avonds thuis komt, dan kookt zij gauw eten voor haar man, die nachtdienst heeft als ser vice-man aan een benzine-sta- tion in Haarlem; hij werkt van 23 tot 7 uur. Zij heeft een open oog voor het werk, dat zij op deze wijze moet verzetten en staat bij informatie dan ook klaar met de opmerking „Ik ben doodmoe" of „Ik ben al drie kilo afgevallen", maar dat zegt ze met een lachend ge zicht, terwijl haar zoon knip oogt naar de vragensteller. Als ze klaagt, klaagt ze oergezel lig.... Haar zoon Pieter assisteert en verdient op die manier schoolgeld en geld voor zijn boeken; hij zit nu in de tweede klas van het Triniteitslyceum. Hij is die drie kilo aangeko men, zegt zijn moeder. Moeder Olijdam komt gedurende het seizoen geen moment in de zee, ze mag de fietsen niet alleen laten. In haar gebloemde huis- schort waakt ze over haar fiet sen en wee de fietsendief Mevrouw Olijdam zou hem om zijn oren slaan. „Het seizoen is nu al beter dan het hele vorig jaar", zegt ze, terwijl ze haar bruinge brand voorhoofd afveegt. En dan staat ze met haar handen in de zij naar haar zoon te grinniken, die ze gisteren kwaad naar huis stuurde. „Gis teren was-ie vervelend". Als het erg druk is, staat haar man, die overdag moet slapen, vroeg op en helpt „de middag door". Er zullen niet veel Haarlem mers zijn, die zoveel aan zee zijn als mevrouw Olijdam, die nooit in zee gaat, die snakt naar mooi weer, die dan hard moet werken, die dan steen en been klaagt, die daar zelf hard om lacht en die met fietsen kan omgaan als een jonge sterke vent. Net als haar zoon dus. Over ruim een maand krijgt zij weer rust, en dan kan haar zoon gaan studeren. Dan wordt het weer een normaal gezin Olijdam in de Wijde Gel- delozepad. Op Maandag 1 Augustus zal het precies vijfentwintig jaar geleden zijn dat de heer A. G. L. Krijnen op officiële wijze begon met geven van autorij les in Haarlem. Hij was, zo ver telde hij, destijds de eerste in de Spaarnestad. Hij is er toen nogal plotseling mee begon nen, zoals hij zelf vertelt: Za terdag een advertentie in de krant, Zondags een leswagen kopen en Maandagochtend om 3 uur was reeds de eerste klant present. In deze afgelopen kwart eeuw met uitzonde ring van de oorlogsjaren,waar in wegens de „vorderingen" niet meer in personenwagens te rijden viel heeft hij vele Haarlemse dames en heren de geheimen van het koppelen, schakelen, spiegeltje kijken, gas- en voorrang geven, dim men, draaien en „steken" bij gebracht. Gehele families heeft hij leren autorijden en vaak stuur den vaders, die bij hem „ge lest" hadden, hun zoons, wan neer deze de chauffeer-rijpe leeftijd bereikten, weer naar hem toe. Een bijzondere triomf be schouwt de heer Krijnen de vorderingen van de echtgenote van een kermisexploitant. De ze dame voelde er aanvanke lijk niet veel voor een automo biel te leren besturen. De les sen geschiedden ook op ver zoek van haar man. Gaande weg kreeg zij echter de smaak te pakken en thans bestuurt zij zonder meer een tien meter lange kermis vrachtwagen met een oplegger van zestien me ter. De heer Krijnen is nu aan zijn zevende wagen toe, onge twijfeld de fraaiste van de gehele serie. Het is een zeer brede, zeer lange, zeer glan zende en zeer geruisloze wagen waarin de straks jubilerende, instructeur zeker niet zonder enige schroom zijn eerste leer ling zal laten stappen. Woensdag jongstleden, 27 Juli, kwam in het gezin Rien- stra, Lorentzkade 61, een brief uit New York, waarin werd bericht, dat Clasien Rienstra, 16 jaar en leerlinge van het Coornhertlyceum, een beurs heeft gekregen om een jaar in Amerika te gaan studeren. Vorige week vertelden wij in deze rubriek dat juffrouw Groen de enige uit Haarlem en omstreken is. die profiteert van een der beurzen, die de American Field Service voor Nederland beschikbaar stelde. Clasien Rienstra is nu échter Naar aanleiding van de Amerikaanse eindexamen- blunders" die vorige week dit hoekje vulden, kregen wij enkele Nederlandse te horen. Een vertwijfelde ge committeerde vraagt ten slotte aan een leerling, die nog geen enkel jaartal wist: „Maar ken je dan zelfs niet één jaartal?" „Jawel profes sor, 100 jaar voor Christus, de Rijn komt bij Lobith het land binnen". „Vertaal „Up to date" „Op naar de daad". „Waarom, heten de leesbor- den op een altaar canonbor den?" „Omdat er schietge beden op staan". „Wat zou Charivarius hier van zeggen als hij nog leef de?" „Hij zou zich in zijn graf omdraaien". „Waarbij wordt wie wat ge noemd?" „Bij de cavalerie heet een officier ritmees ter". Ook bij het leger schijnt het vraag- en antwoordspel groteske vormen te kunnen aannemen. „Wat heeft een soldaat op zijn brood?". „Een soldaat heeft recht op zijn brood". „Waarmee begint een soldaat zijn dag?" „Een soldaat begint zijn dag met de avond tevoren zijn schoe nen te poetsen". „Wat is tucht?" „Tucht moet er zijn". En laten we er tot slot nog een paar „Boners" bij doen, uitgegeven door de Pocket Books Inc. te New York. „Het dappere- groepje van 49 man trok naar het Wes ten. Het werd ZO' geteisterd door honger en dorst, dat velen hun beenderen ge bleekt achter lieten". „De regering van Siam is een volstrekte monarchie, daar profiteert de koning van Siam van". „Paddestoelen groeien op vochtige plaat sen, daarom zien zij er uit als parapluies". „Het was een koude dag, de voeten van de arm der wet waren bevroren". „Een vreemde ling wordt ingezetene door fertilisatie". „Wat weet je van het laatste avondmaal?" „Niets, ik had net de ma zelen". „Boeddha leidde een gewoon leven met zijn vrouw en zijn gezin. Maar toen hij dertig was ging hij weg, op zoek naar het ge luk". „Boeddha wordt voor al vereerd in Boeddha-pest". „In welke volgorde zijn de vier evangelies?" „De een na de ander". „De rugge- graat is een lange hoop bot ten; het hoofd zit op de bovenkant en jezelf op de onderkant". „Wat is opval lend bij een koekoek?" „Een koekoek legt zijn eigen eie ren niet". de tweede geworden. Zij ver trekt al gauw. Op 5 Septem ber gaat zij met 12 andere Nederlandse jongens en meis jes aan boord van de Johan van Oldebarnevelt. In Ameri ka gaat ze naar Zuid-Daikota, om daar te studeren aan de Milbank High School. Zij lo geert bij de hoofdredacteur van een plaatselijke krant. Clasien heeft nog geen eind examen gedaan op het Coorn hertlyceum. We wensen haar het allerbeste toe. Als we morgen wakker wor den is alles anders. Dan is de Haarlemse feestweek begon nen, die tot en met 6 Augus tus Haarlem zal doen tintelen en bruisen. Er is elke dag wat. Misschien wist u het nog niet van die feestweek. Dan heeft u nauwelijks voldoende tijd om u er op voor te bereiden. Een goede nachtrust kan nog wat redden, maar echt goed helemaal voorbereid zult u niet zijn. Wij wel. Toen op 1 April het lichtmonument op de Dreef werd verlicht heeft u ook gezien dat die kleine zenuwenlichtjes zijn weggehaald sinds kort? zijn wij al met de voorbereidingen begonnen. Die bestonden uit het overwegen van de moge lijke oorzaken voor al het Haarlemse gefeest. Wij hebben achtereenvolgens verschillende verklaringen gevonden. Eerst dachten wij: om de leut; ver volgens, om touristen te trek ken; toen, om de middenstand te spekken; toen, omdat de bollen bloeien; eindelijk, om dat er anders geen feest is. Daar houden wij het op. Er moet feest in Haarlem zijn om dat er anders geen feest is. Dit hebben wij zo lang en uit diepend overwogen, dat wij het morgen aankunnen, het feest, de feestweek. Ons zal de feestweek niet onverhoeds overvallen. Wij kunnen er te gen. U zult ons kunnen her kennen: wij zullen met een stralend gezicht achter de drumband lopen. Waarheen, dan ook. Wij zijn er helemaal aan toe. ouders, die iedere dag weer dankbaar zijn, dat onze kinderen uit het moderne verkeer veilig thuiskomen, verlangen van de over heid dat deze kruisingen ongelijkvloerse viaducten worden. Regeren in dit verkeers- tijdperlc betekent nog altijd vooruitzien, op dat de bevolking beschermd wordt tegen de dodelijke epidemie der verkeersongeluk ken. Laat Haarlem ook hier een voorbeel dige oplossing vinden. Laat men ons ook niet in slaap wiegen met een „voorlopig ge lijkvloerse" kruising, want anders is al dit geld voor niets uitgegeven. DICK BOER, Van Dortstraat 82, Haarlem. Verkeer. Aansluitend op de reeds inge zonden stukken zou ik mét de „Bromfiet ser die zeer voorzichtig rijdt", heer in 't verkeer blijven, doch ware het niet beter, dat hier de overheid regelend optreedt en dusdanige verbeteringen aanbrengt, dat we elkaar met dat: „Wees heer in 't verkeer" niet meer in de soep kunnen rijden? Is de overheid er per slot van rekening niet om ons te beschermen? Een Schotse vriend van me drukte zich over het verkeer na slechts enige minuten op de Rijksstraatweg gelopen te hebben als volgt uit: „The traffic on this road seems to me asthe survival of the fittest" (Hier geldt het recht van de sterkste). Zelfs vreemde lingen zien de wantoestand op de Rijks straatweg dus wel, waarom blijven de door de overheid te treffen maatregelen dan steeds uit? Nu het schoolvacantie is, dreigt het doodsgevaar helemaal op de Rijksstraat weg. Het is een janboel en een absoluut niet begrijpen van de situatie en verkeersfre- quentie op de Rijksstraatweg. W. F., Iiaarlem-N. Smaak. Al een paar dagen schrijft men in uw blad over dat enorme gevaarte aan het Ploutplein, maar is dat wikken en wegen van mooi en niet mooi, al niet een heel oud thema? De jongste kleuter van de vriend van de zwager van mijn jongste broer kleurt naar mijn mening mooier dan Picasso, maar er zullen wel mensen zijn die er anders over denken. Ik kijk mijn vriend meewarig aan als hij met een nieuwste plaat van Johnny Jordaan thuis komt, en hij lacht me uit als ik twee uur muisstil bij de radio een Beethovenconcert beluister. Zo is het nu ook met de versiering op het Houtplein. Voor de massa een waardeloos prul, voor de kenner een lust voor het oog. Wat mij betreft had men er ook mijn grootvader te paard in brons mogen plaatsen, maar ieder zijn smaak! VOGELSANG. Fris. Naar aanleiding van stemmen over het lichtmonument: Plet is de eerste inzen der een raadsel, waarom deze creatie juist op het Plein is gezet. Dit lijkt mij heel lo gisch, het is het centrale punt van Haar lemZuid en daarom erg in het oog val lend voor vreemdelingen, wat dan ook de bedoeling is. Het vloekt met de omgeving, wordt er geschreven. Vanzelfsprekend is het niet iets middeleeuws, dat zal het daar ook niet doen, maar dit plein heeft mij dan ook nooit kunnen bekoren door zijn ouder dom en. .zijn.,'rust. De. vreemdeling weet... wel, dat het monument op het Plein daar VQpj; heip, neergezet is en ziet daar een te ken in van de frisse nieuwe geest, die ook over Haarlem kan waaien. EEN HAARLEMMER Uit. De slagregen van opmerkingen over het lichtmonument op het Houtplein, losgebarsten naar aanleiding van uitla tingen over dit monument in de kring der vereniging „Haerlem", moet hiermede op houden. Het monument staat er trouwens al vier maanden, zonder dat in deze ru briek iets daarover werd ten beste ge geven. De aandacht richte zich nu weer op belangrijker zaken! RED. ADVERTENTIE Indonesische Specialisten sinds 1899 9 Beursbericht no 141 isverschenen Gevaarlijke Beurstips. Het nieuwe hospitaal-kerkschip „De PIoop", dat op 9 Juli zijn eerste reis naar de visgronden begon, wordt morgen in Scheveningen verwacht. Waarschijnlijk zal het Dinsdag weer zie kiezen. De scheepsarts, de heer C. W. Ouder kerk, heeft op deze eerste reis aan 140 patiënten medische hulp verleend. Eén ernstige zieke werd in Hartlepool in En geland naar een ziekenhuis gebracht. Deze patiënt is inmiddels weer afgehaald en zal tezamen met twee andere patiënten naar Nederland teruggebracht worden. De geestelijke verzorging van deze reis is in handen van ds. W. J. Kolkert uit Vlaardingen. Het aantal radioreparaties dat uitge voerd werd bedroeg 20. Een scheepsdy- namo van een der vissersschepen kon wor den hersteld. De weerberichtendienst, die op deze reis voor de eerste keer werd uitgevoerd, ver liep zeer vlot. Dagelijks worden 5 6 keer de gegevens, die De Bilt nodig heeft, aan het K.N.M.I. doorgegeven. Deze gegevens zijn, behalve van „De Hoop" zelf, ook af komstig van een aantal daarvoor aange wezen vissersschepen. De heer W. H. Ywema, hoofdassistent van het K.N.M.I. in De Bilt, heeft een deel van deze eerste reis meegemaakt teneinde de weerberichtendienst zo goed mogelijk te doen verlopen. Aan boord van de hier voor aangewezen loggers stelde hij de schippers op de hoogte van hetgeen zij voor het verrichten van hun waarnemin gen moeten weten. De berichten van de vissersschepen worden op „De Hoop" ver zameld en in code naar De Bilt overge seind. ADVERTENTIE totaal aan prijzen in de Rheuma-verrassingsactie. Vraagt Uw winkelier Rheuma-verrassings- couvertjes. Ggk. Min. v. Just. 22-ll-'54-LO 520/052

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 8