Tweehonderdduizend doden in een Zes Augustus 1945, acht uur vijftien: Van beneden af gezien Een documentaire film met schrijnende openbaringen Niets nieuws in Hirosjima Atoombom schroeide het leven weg uit een stad Stemming tegen H-bom in Britse Labourparty „De kinderen van Hirosjima OF 19 VRIJDAG 5 AUGUSTUS 1 955 Japan op de knieën Spanning Branden Agenda voor het partijcongres CREW S C<XODC<XCOO^K>OOCOOOOOOCOCOOCOOCCOCOOOOOOOOCCOOCOOOOOC Op 25 Juli 1945 werd, te Potsdam waar de Grote Drie bijeen waren een proclamatie uitgegeven waarin de on voorwaardelijke overgave van alle Ja panse strijdkrachten werd geëist. De proclamatie, waarin Japan werd aan geraden zich over te geven voordat het zou worden vernietigd, vermeldde de volgende voorwaarden: Japan zal bezet worden totdat het gezag van de huidige leiders is verdwenen en een verant woordelijke vredelievende regering is ingesteld; Japan zal worden ontdaan van zijn oorlogsindustrie en van alle ge bieden die het door verovering heeft verkregen. De Japanners gaven geen kamp. Daags na de proclamatie kregen de bewoners van elf Japanse steden de raad hun steden te verlaten en de vre de te herstellen door nieuwe en goede leiders te eisen die een eind zullen ma ken aan de oorlog. Deze waarschuwing werd gevolgd door verpletterende aan vallen van superforten op zes van de elf steden. Drie dagen later verscheelt een vloot voor de kust om Japan voor de vierde maal binnen veertien dagen te bombarderen. Op 6 Augustus werd Japan getroffen door de atoombom. Het besluit om dit verschrikkelijkste aller wapens te ge bruiken werd pas genomen nadat Japan de voorwaarden van de proclamatie van Potsdam had verworpen. Drie dagen later werd een tweede atoombom ge bruikt. Dezelfde dag verklaarde de So vjet-Unie Japan de oorlog. Op 14 Augustus te middernacht ver kondigden president Truman en pre mier Attlee dat Japan de bepalingen van de verklaring van Potsdam had aanvaard, dat keizer Hirohito voor de naleving der voorwaarden zou borg staan en alle strijdkrachten zou gelas ten de strijd te staken en de bevelen van de geallieerden op te volgen. De atoombom had Japan op de knie- en gedwongen. De gruwelijke herinnering aan het eerste gebruik van de atoombom tegen menselijke wezens, die na tien jaren weer opkomt, kan omgeven worden met vele redenerin gen en argumenten. Men kan proberen aan te tonen dat die atoombom op dat tijdstip noodzakelijk was en veel onheil voorkwam men kan ook trachten te zoeken naar de schuldvraag en in nuchtere logica degenen aanwijzen, die deze ramp hadden kunnen voorkomen door hun gezonde verstand te gebruiken. Dat waren dus de Japanse lei ders, die wisten welk gevaar hun boven het hoofd hing en welke catastrofe zij over hun volk afriepen door hun halstarrige verzet tegen de capitulatie. Men kan de onschuldige slachtoffers beklagen en de doden betreuren doch in welk opzicht verschilt bij dit alles de ramp van Hirosji ma van alle andere rampen, die de wereld en de mensen getroffen hebben in de reeks van bloedige oorlogen, waarmede de ge schiedenis gestempeld is? Alle oorlogen hebben doden geëist alle doden hadden in leven kunnen blijven als de oorlog achterwege was gebleven. Alle leed had kunnen worden voorkomen, alle onschuldigen hadden kunnen worden ge spaard. De ramp van Hirosjima spreekt sterker tot de verbeelding, omdat de aan tallen doden en de grootte der vernieling zo imponerend waren. Een mens, die zijn dierbaren verliest, lijdt. In Hirosjima waren duizenden moe ders, die hun kinderen verloren, en duizen den kinderen, die wezen werden. Doch dui zend moeders lijden niet méér dan één moeder, als de slag komt. Eén moeder draagt het zwaarste leed wat een mens te dragen kan worden gegeven, als zij haar kind ziet sterven. Ook al delen duizend moeders haar lot, dan nog wordt haar lijden niet lichter. De moeder in Rotterdam, die in 1940 haar kind door een kleine scherf van een brisantbom zag doden voor haar ogen, leed niet minder dan de vrouw in Hirosjima, die nooit haar baby terugvond tussen de ver schroeide resten van haar huis. De aantallen zijn slechts belangrijk voor de statisici, de bevolkingsregistratoren. Te jammeren over het gevaar dat de hele mensheid zal worden uitgeroeid door een atoomoorlog, betekent dat men het leed van de enkeling niet acht, doch slechts de cijfers respecteert. Als men eerbied heeft voor het leven en zorg voor het geluk der mensen, dan is één dode, die valt zonder noodzaak, niet minder erg dan wanneer er tweehonderdduizend vallen. Deze overwe ging wordt te vaak verwaarloosd en weg gedrukt achter indrukwekkende betogen over het gevaar van zelfmoord der mens heid, door atoombommen opgeroepen. Eerbied voor het leven is het, dat ook in onze huidige beschaving nog te vaak en te verspreid ontbreekt. Wie een oorlog met conventionele wapens minder erg vindt dan een atoomoorlog, bedrijft in letterlijke zin een egocentrisch spel. Want hij rede neert onbewust, dat bij zo grote aantallen doden zijn eigen bestaan ongetwijfeld ook in gevaar zal komen. Wie honderd doden in China minder erg vindt dan één dode in zijn eigen straat, heeft geen eerbied voor het leven in universele zin, doch slechts vrees voor de dood in zijn nabijheid. De eerbied voor het leven is het, die de oorlog veroordeelt. Niet enkel de oorlog der atoomwapenen, doch alle geweld,alle dood slag, alle vernietiging zonder reden. Daar en daar alleen ligt het kernpunt en het be gin van alle beschaving, omdat beschaving niet een massaproduct, doch een indivi duele instelling is. De doden van Hirosjima hebben door hun massa de massa geïmponeerd en verontrust Doch als de individuen, die deze nog leven de massa vormen, niet persoonlijk een af schuw krijgen van de enkele gewelddadige doodslag, en ongevoelig blijven voor het enkele persoonlijke leed van een enkele evenmens, zal het samenstel van factoren dat van de Abelmoord tot Hirosjima het verschijnsel van het dodende geweld ver oorzaakte en ontwikkelde, invloed blijven uitoefenen op de gebeurtenissen en leiden tot de onophoudelijke herhaling van de gruwzame achteloosheid, waarmee in de politiek, op de verkeerswegen en op welk ander maatschappelijk terrein ook met mensenlevens wordt omgesprongen. In zoverre slechts spreekt Hirosjima dui delijker taal doch de zin ervan blijft altijd dezelfde en is niet nieuw. J. L, „Zestien uur geleden heeft een Amerikaans vliegtuig één bom op Hirosjima laten vallen. Deze bom had meer kracht dan twintig duizend ton TNT. Het is een atoombom een toepassing van de drijfkrachten van het heelal". Deze woorden, uitgesproken door Harry S. Truman, president der Verenigde Staten, voor de radio in Washington op de zesde Augustus 1945 gaven de wereld een schok die zij nog niet te boven is gekomen. De tweede atoombom die op 9 Augustus Nagasaki trof was al eenvoudiger van samenstelling en nog verwoes tender in uitwerking. De bom van Hirosjima was zovele malen overtroffen dat zij „verouderd" genoemd kon worden. De bom van Nagasaki was de derde atoombom in de geschiedenis nadat de eerste op 16 Juli was ontploft in het on bewoonde woestijngebied van de Amerikaanse staat Nieuw Mexico. Sindsdien zijn in de atoomarsenalen bommen in grote aantallen en velerlei soorten opge slagen en is de waterstofbom uitgevonden, die op 1 Maart 1954 op een van de Marshall-eilanden in de Stille Oceaan werd beproefd met gevolgen die de overtuiging hebben gevestigd dat een oorlog met deze wapens onvermijdelijk tot de ondergang der mensheid zou lijden. „De atoombom is te gevaarlijk om te grijp te leggen in een wetteloze wereld.Wy moe ten onszelf installeren als de hoeders van deze nieuwe kracht om haar misbruik te voorkomen en om haar te leiden in banen die het mensdom zullen dienen. Ons is een geduchte verantwoordelijkheid ten deel ge vallen," zo sprak Truman op 8 Augustus in 1945. En nu delen de Verenigde Staten de verantwoordelijkheid van het bezit der atoomwapens met de Sovjet-Unie en Groot-Brittannië. De waterstofbom is (nog) alleen in het bezit van de beide grootste wereldmachten, die uit vrees voor een ge zamenlijke ondergang het gebruik van atoomwapens willen afzv/eren en bereid blijken de weerhaken van hun geschilpun ten af te breken om onherstelbare schade te verhoeden. Het was 0245 in de morgen van de vijfde Augustus 1945. De B-29 Enola Gay rolde naar de startbaan op het vliegveld van het eiland Guam in de Stille Oceaan. De ma chine maakte een ongebruikelijke start. De aanloop nam de gehele startbaan in beslag hoewel de snelheid voldoende was om los te komen en hoewel er slechts één bom aan boord was. De bemanning bestond uit tien leden van de luchtmacht en een bom-des- kundige van de marine, die als waarnemer meevloog. Geen van de zes officieren, vier onder-officieren en een soldaat eerste klas hebben zich later bijzonder onderscheiden. Alleen de staat van dienst van de eerste vlieger, de 33-jarige kolonel Paul W. Tib- bets Jr. kon doen vermoeden dat de vlucht buitengewone betekenis had. Tibbets bestuurde het eerste vliegende fort (B-17) dat op een bombardements- vlucht het Kanaal overging, hij bracht de generaals Mark Clark, Eisenhower en Doo- little naar Gibraltar en Mark Clark en Mc Naughton (Canada) naar Noord-Afrika en hij maakte de proefvluchten met het eerste superfort (B-29). Het bevel om zich te be lasten met de vorming van deze speciale bombardementsploeg ontving hij in de Ver enigde Staten. Nu was hij op weg om de eerste atoombom in de geschiedenis te wer pen op het zelfgekozen doel: de grote Ja panse haven en militaire basis Hirosjima, die met 344.000 inwoners de zevende stad van Japan op het eiland Honsjoe was. Het enige waarin deze vlucht van andere verschilde was de spanning over de uit werking van de bom, v/aarvan alleen som mige officieren de ware aard kenden. By het naderen van het doel begon de machine te stijgen. Zodra Hirosjima in zicht kwam gingen de bomluiken open. Het was kwart over acht 's morgens. De bom werd naar voren gereden en boven de stad uitgewor pen. Het vliegtuig maakte een bocht en helde naar rechts over. Allen rekten de halzen om niets van het schouwspel te missen. De kleur van de bom scheen blauw toen zij viel, maar de ontploffing veroor zaakte in het toestel een verblindend wit schijnsel alsof een legertje fotografen tege lijk hun flitslampen lieten werken. Een rookwolk, die zich snel over het ge hele gebied uitrolde, verhulde alles en kwam zo snel omhoog dat een der mannen uitriep: „Daar gaat-ie en hij komt regel recht naar ons terug." Buiten de rookkring plantten drie concentrische trillingen zich nog sneller voort dan de wolk. Vermoede lijk waren het warmtegolven omdat zij ge leken op de luchttrillingen die men kan waarnemen boven sterk verhitte voorwer pen. „Als de mensen hadden geweten wat wij uitvoerden, dan hadden we kaartjes kunnen verkopen voor honderdduizend dollar," merkte de luitenant op, die als spe ciale waarnemer mee was gegaan. De instrumenten van de B-29 bleven in orde en tekenden niets ongewoons op. Het vliegtuig veranderde van koers en ont vluchtte de snelrijzende rook, die lang zichtbaar bleef. De rookkolom steeg hoger en hoger, steeds opschietend uit ronde kra gen van wolken, die zich op elkaar stapel den. Eindelijk verdween zij uit het gezicht. De majoor-bombardeur maakte zijn ver slag en gaf het aan de kapitein-waarnemer van de marine, die met de zorg over de bom belast was geweest. De bom-deskun- dige overhandigde het aan de telegrafist met de veelzeggende woorden: „Dit rapport gaat rechtstreeks naar de president." Een minuut nadat de bom Hirosjima had getroffen was de stad door een zwarte rookwolk aan het oog onttrokken. Aan de rand van het rookdek woedden branden, maar wat er onder de kolkende wolken was geschied kon men niet waarnemen. Aan de voet van de rookkolom die tot 12.000 meter hoog rees, zag men reusachtige stofwolken warrelen. Pas uren later konden verken ners door de rook vliegen en foto's van het geteisterde gebied maken. De opnamen gaven geen bomtrechter te zien. De ontzet tende hitte van de bomontploffing had dichtbij verteerd, verder af verzengd en in wyde omtrek branden doen ontstaan, waarvoor de zeven rivieren die de stad doorsnijden geen hindernis waren geweest. De bom was in de lucht boven Hirosjima ontploft. Zestig percent van de stad was weggevaagd. Nog geen week later, op 11 Augustus, werd het centrum van de scheepsbouw- en industriestad Nagasaki op het Japanse eiland Kieesjoe door een in slaande atoombom getroffen. Het hart van de stad van 250.000 inwoners verdween in een grote krater, die zeer vele vierkante kilometer besloeg. Dertig percent van de stad was vernietigd. Twaalf uur later brandde de binnenstad als één reusachtige olietank. Een vloot van tweeduizend super forten, elk geladen met tien ton gewone bommen zou nodig geweest zijn om een dergelijke verwoesting teweeg te brengen. Daags na de aanval op Nagasaki gaf het Amerikaanse departement van Oorlog een rapport van Amerikaanse geleerden uit, waarin werd gezegd dat het verwoestend vermogen van de tweede atoombom slechts één tiende percent was van hetgeen men mocht verwachten van een volledig ont wikkelde atoombom, die de mensheid het wapen van zelfmoord in de hand zou geven. A. B. „Hij komt naar ons terug!" schreeuw de één der bemanningsleden van het Amerikaanse vliegtuig, dat zojuist de atoombom had losgelaten boven het niets-vermoedende Hirosjima. De wer velende, ziedende atoomwolk, waarin het leven van 200.000 mensen was ver smolten, kolkte van de verpletterde stad omhoog naar de blauwe hemel en de vliegers zagen de dodelijke padde stoel groeien, waarvan de kruin met ontzaglijke snelheid op hen af kwam. Voor de bemanning was het een schrik barend schouwspel, voor de meevlie gende deskundigen niet. Zij kenden de paddestoel reeds van de proefontplof- fing in Nieuw Mexico (rechts). Een dode stad bleef over, toen het inferno van de zesde Augustus was uitgewoed. Een stad des doods, waar de radio-activiteit vele overlevenden aantastte en aan geheimzinnige ziekten ten onder deed gaan. Een blauwe hemel, met hier en daar een wazige, traag voortdrijvende witte wolk, welfde zich boven de stad, die in de klare zomerochtend als een ontwakend monster tot leven kwam. De rivieren weerspiegel den het drukke bedrijf, dat langs de oevers op deze nieuwe dag begon en het water weerkaatste het aangroeiende geroezemoes van stadsgeluiden, dat in het vroege och tenduur altijd anders, vrolijker en frisser klinkt dan op welk tijdstip van de dag ook. Het was acht uur. De kinderen verlieten na een haastig ont bijt hun ouderlijke woningen om zich spe lend en rennend naar school te begeven. De huisvaders voor zover het oorlogsbedrijf hen niet ver van huis aan de fronten had geplaatst groetten hun vrouwen en stap ten in de zonnige ochtend naar hun werk: hun fabrieken, hun kantoren, hun openbare diensten, waar de arbeid fel in het teken van de oorlogsinspanningen stond. De vrouwen deden het huiswerk en rol den de matten op. Het luchtalarm, dat iedereen had verwacht na het sein van voor-alarm, was uitgebleven en daarvoor in de plaats was om acht uur het sein „veilig" gekomen. Nu dus geen bommen voorlopig. Het was vijf minuten over acht. De onderwijzeressen deden haar leerlin gen in de openlucht de dagelijkse morgen- oefeningen voor. De kleuters liepen in een kring, zingend en stappend op de maat van het handgeklap der juffrouw. Terwijl de moeder de noodzakelijke levensmiddelen die nijpend schaars waren insloegen, be praatten zij fluisterend en voorzichtig met elkander de mogelijkheid van een spoedige vrede. Met angst in het hart zagen zij iedere morgen hun mannen en vaders het huis uitgaan, terwijl de dreiging van ver nielende bommen ieder ogenblik boven hun hoofden hing. Zouden zij nog terugkomen? Het was tien minuten over acht. Het leven in Hirosjima ging zijn dage lijkse gang. De zon -brandde reeds fel op het asfalt der straten. De jongens die vrijaf hadden of hadden genomen doken met vrolijk geschreeuw van de brug in de Hirosjima. Het was veertien minuten over acht. Een zwak geronk van een hoogvliegende machine drong door tot de luisterposten. De vijand? Een enkel vliegtuig was niet gevaarlijk. Een verkenner waarschijnlijk. Japanse jagers waren wellicht al opgeste gen om de indringer zijn portie te geven. Het was kwart over acht. De kinderen, die vrolijk in een kring zon gen en dansten, waren reeds dood voor zij de lichtflits zagen, die hun lichaampjes verpulverde. De jongens op de brug van de Hirosjima versmolten met de stenen waar op zij stonden. De huismoeders aan de kraampjes hebben nooit geweten, waarom alles plotseling zo dodelijk stil werd. De tweehonderdduizend doden van Hirosjima hebben weinig geleden. De overlevenden des te meer. Na de doodse stilte en de zwarte duisternis kwamen de verwoestin gen op hen aan: hun huid verschroeide, hun haren werden uit hun hoofd gerukt, hun armen weggeslagen, hun benen ver pletterd. De stilte ging over in een hels lawaai, dat minutenlang aanhield. De ver doving van de slag week en gaf toegang aan de ondragelijke pijnen. Tachtigduizend mensen stierven later aan de gevolgen van de atoomstraling of de opgelopen kwetsu ren. De hardsteen aan de ingang van het schoolgebouw, waaraan men de plek her kennen kan waar eens een school heeft ge staan, is witgeschroeid, behalve in het mid den, waar een donkere vlek de omtrek van een klein lichaam aangeeft. Hier zat een kleuter, toen het kwart over acht werd. Dit gebeurde in Hirosjima in 1945. Hiro sjima was een Japanse stad, een stad vol vijanden, die weigerden te capituleren en het geduld van de geallieerden uitputten, tot zij slechts konden grijpen naar het uiterste middel. Maar op de drempel van het schoolge bouw zat een vijand van vijf jaar, aan wie niemand gevraagd heeft of hij wilde capi tuleren. Er is een donkere vlek achterge bleven, waar hij zat. Een vlek, gebrand in een hardsteen, op de zesde Augustus om kwart over acht. L. LONDEN (Reuter) Uit de agenda voor het partijcongres van de Britse socialisten, dat in October in de kustplaats Margate zal worden gehouden, blijkt dat talrijke afdelingen gekant zijn tegen het vervaar digen van de waterstofbom door Groot- Brittannië. De partijleiding heeft zich met de plannen daaromtrent van de regering accoord verklaard, doch er zijn ruim 25 ontwerp-resoluties ingediend waarin op wijziging van dit standpunt wordt aange drongen. In totaal zullen er 418 ontwerp-resoluties ter sprake komen die op alle mogelijke kwesties betrekking hebben, zoals het af schaffen van de doodstraf en het verlenen van stemrecht op 18-jarige in plaats van op 21-jarige leeftijd. De partij-afdeling in Noord-Aberdeen doet een „krachtige aan beveling" tot afschaffing van de adel en het monarchale stelsel. De belangrijkste kwestie zal echter het onderzoek naar het falen van de partij bij de jongste verkiezingen zijn. Meer dan dertig afdelingen hebben op een dergelijk onderzoek aangedrongen. In deze ontwerp resoluties wordt gesproken van zwakheid in de partij-organisatie. Andere afdelingen dringen aan op het nationaliseren van de landbouw, de bouwnijverheid, de textiel industrie en de scheepsbouw-industrie. mtCH moPPp ptcHf'r OH HiBOSHll*» „Zij wierpen de atoombom af boven Hirosjima". De bemanning van het vliegtuig, 'dat op 6 Augustus 1945 boven Hirosjima verscheen en zijn verderfelijke last loste, tijdens een militaire parade in New York. Zoals meestal bij elke ramp het geval is, was het leed van de kinderen bij de atoombomaanvallen op Japan het meest aan grijpend en in dit geval nog aangrijpender, omdat het een oor logsbedrijf betrof, waarbij de schuldvraag in ieder geval de on- mondigen op de speelplaatsen der scholen en in de wieg vol komen vry deed uitgaan. De kinderen van Hirosjima en Naga saki, zelfs in die laatste acte van de oorlog in de Pacific nog volkomen argeloos ten aanzien van de massale vernietigings mogelijkheden welke bóven hun hoofden zweefden, werden onverhoeds verpletterend getroffen door een onheil, dat zy in hun jonge leven niet voor mogelijk hadden kunnen houden. Hun reacties, hun Iyden, hun lot aan de wereld tonen betekent de zinneloosheid van de oorlog in een simpel beeld aan de kaak stellen. De film levert uitstekende mogelijkheden daartoe en het is dus niet te verwonderen dat deze zich met dit onderwerp is gaan bezighouden. Zy levert daarby een zeer efficiënte bijdrage tot het wakkerschudden van de wereld by het dreigende ge vaar voorzover de schok van die eerste atoombom op een levend doel de wereld nog niet tenvolle heeft doen ontwaken. Het ontwaken is nog steeds aan de gang, en daarbij is de be kendmaking van de gevolgen der ontploffing in Hirosjima en Nagasaki een betekenisvolle factor. De Japanners hebben zelf een film over deze atoomramp gemaakt, getiteld „Kinderen van Hirosjima". Er kan moeilijk een aangrijpender, doordringender aanklacht tegen de oorlog worden geformuleerd dan dit gru welverhaal in filmbeelden, dat in zijn soberheid en soms filmi sche onvolkomenheid van mens tot mens spreekt over de grenzen van taal, politiek en cultuur heen. Helaas is de mens geneigd, zich angstvallig te distanciëren van feiten, waarvan hij weet dat zij hem zullen aangrijpen en ontroeren, en hij is eveneens geneigd deze feiten na kennisneming weg te schui ven in de geduldige schemering van zijn onderbewustzijn. Welnu, velen zullen met opzet deze film vermijden en als zij er desondanks toch toe komen haar te gaan zien, zullen zij haar zo snel mogelijk trachten te vergeten. Doch daarbij dient met nadruk te woi'den aangetekend, dat de dreiging die in Hirosjima werkelijkheid werd, in honderdmaal sterkere vorm boven onze eigen hoofden hangt en op de grond, waarop wij lopen, eveneens werkelijkheid zou kunnen worden. Het is niet overbodig, ge confronteerd te worden met de werkelijkheid en met reële mogelijkheden. Er zijn immers feiten, die niemand onberoerd nogen laten omwille van zijn eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van zichzelf en zijn dierbaren. Deze feiten, deze film .Kinderen van Hirosjima", de aanschouwing van datgene wat mensen aan mensen hebben gedaan, dit alles kan wellicht bij ^elen het nog verdrongen besef bijbrengen hoe zinneloos, hoe onmenselijk en hoe krankzinnig het oorlogsbedrijf geworden is en hoe misdadig het zou moeten heten dit bedrijf nog als een toelaatbare en verantwoorde mogelijkheid te blijven be schouwen. „Kinderen van Hirosjima", die Zondagochtend wordt ver toond in het Haarlemse Frans Halstheater en toegankelijk is voor personen van en boven 21 jaar, is niet een glansrijk hoogte punt der cinematografie. Het is niet een filmisch meesterwerk, eerder een bescheiden weergave der werkelijkheid, die in vele opzichten tekortschiet in filmisch raffinement. Zij ontwikkelt zich soms traag, draalt te lang bij onnodige détails en trekt geen volmaakt profijt van de mogelijkheid der camera. Doch haar cinematografische waarde staat uiteraard op de tweede plaats, want zij wil in de eerste plaats iets duidelijk vertellen. Vertellen in een droeve, slepende taal, vol pauzes en overpein zingen, vertellen over datgene wat alle mensen ter wereld Een aangrijpende scène uit de film „Kinderen van Hirosjima". weten moeten. Zij heeft de kinderen van Hirosjima voor de camera gebracht als levende aanklachten tegen de boosheid: De boosheid van de vernietigende atoomkracht, de boosheid van hun eigen leiders, die deze vernietigende kracht over het Japanse volk afriepen. In ieder geval tegen de boosheid van het misbruik ener natuurkracht, die het leed, wat de ene mens de andere kan aandoen, als een moderne machine ver menigvuldigt tot in het oneindige. Het sobere verhaal van een tot onderwijzeres opgegroeid meisje uit Hirosjima, dat aan de dood van de zesde Augustus ontsnapte en na jaren haar vader stad weer opzoekt haar ontmoetingen, haar ervaringen in een zich met moeite weeroprichtende woonplaats die eens werd platgeslagen, dit alles is een leidraad voor de kenniê- neming van alle gruwelen, die de atoombom veroorzaakte en nog veroorzaakt in zijn nawerking. Doch boven alles uit ook boven de min of meer dilettantische manier waarop, naar Wes terse begrippen, deze Japanse film gemaakt is, rijst de ontzag wekkende waarschuwing aan allen, die zich van hun mensen plicht bewust zijn. De waarschuwing tegen medewerking aan datgene, wat met een ouderwets woord nog oorlog heet en tegen laksheid, oppervlakkigheid, of wat ook aanleiding kan zijn om al te licht over een moderne oorlog te denken. Het lijkt een verantwoorde conclusie, dat de makers van deze film ook geen andere bedoeling hebben gehad dan deze, uitgesproken pacifistische. Er is geen andere tendenz dan die der vermanende, waarschuwende stem van een diepgetroffen volk. Bij de beelden van de kinderen uit Hirosjima vervagen rassengrenzen en politieke scheidslijnen; zij laten slechts mensen en begrijpelijke menselijke acties zien, die zeer vertrouwd aan doen door hun algemeenheid. Slechts aan hen, die ernst maken met hun algemeen menselijke plichten en voor wie de verrijking hunner innerlijke beschaving welkom is, zij deze film aanbe volen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 5