Nieuws van E 55
HAAGSE BEAU-HONDE
Ook Nederland heeft zijn Filmmuseum
Mexico als levenservaring
Karei Jonckheere op reis
NIEUWE BOEKEN
in zakformaat
Toerisme naar Rusland
Na lang speuren werd bij een sigarenmaker in Maastricht een copie
van de Nederlandse speelfilm Jonge Hartengevonden
Nuttig en onontbeerlijk
Engelse kerken pleiten
voor veilig verkeer
POOOOOCX XXOOCOOOO(XX .COCO /^3COOC03CXX>^CCOODOOOOCOCX>!XXXX>DCC03000COOO<XX>OCOOCOOOCCC>DC)OOOCOOOOCOC)OOOOOOOOOCXXXX)C10COO
GEEN AANGENAMER VERPLICHTING dan het avonturieren, door een studiereis
beurs opgelegd. Geen hachelijker werktaak dan het verslag, dat van zo'n zwerf
tocht moet worden uitgebracht. Men verwacht iets van de uitverkoren peregrinus.
Men verwacht zelfs iets van hem, dat hem waardig is, zeker als de begunstigde
een naam heeft verworven als Karei Jonckheere. Hij is een dichter, Jonckheere,
voor alles een dichter en ook dan een dichter als hij op zwerversvoeten gaat en
géén gedichten schrijft, maar zijn reiservaringen te boek stelt, terwijl zijn geest
nog bevleugeld is door de bekoring van het veroverde terra incognita. Elke dichter
is tenslotte een conquistador, een zeeschuimer, een vagebond. En zeker is dat de
dichter van „Spiegel der Zee": Jonckheere, die overal thuis is waar zijn hart het
rhythme slaat van het leven-zelf en mèt het leven steeds onderweg is.
Als „cargo" is Jonckheere naar Zuid-Ame- Xochimilco, vijf uur gaans van Mexico Ci-
rika gevaren, als dichter ontdekte hij Cuba ty, een wonderwereld, een eilandenrijk, dat
en Mexico, het „Tierra caliente" het tot een droom van voorwereldlijke schoon-
„verzengende oord", waar de Elisabeth, heid wordt, als drie Indiaanse muzikanten
zijn moederschip, hem aan wal zette om een lied laten klinken op een klavier van
hem in Tampico zie op de kaart en tel melodieuze houtblokjes een betoverende
de mijlen, reken ze om in tropische calo- welluidendheid, één met het landschap, één
rieën en bewonder Jonckheere's stylistische met aarde en water, met lucht en licht, met
koelbloedigheid weer aan boord te ne- stilte en onmetelijkheid. „Wie dit als mens
men. Hij heeft Mexico geroken en geproefd, kan ondervinden" noteert Jonckheere,
betast en beluisterd en zeker niet het minst dit ogenblik de schoonste bloem van zijn
bespied met een zintuigelijke felheid, die indrukken noemend „heeft iets van het
een exotisch palet van kleuren deed open- opperste geluk gezoend en voert voor
waaieren voor zijn explorerende blikken, eeuwig in zijn bloed een oud verfrist heim-
Landschap na landschap lijfde hij in bij wee mee naar muzikale rust, paradijzen
zijn levensdomein, kennismakingen werden watergeuren en primitieve innigheid. En
tot innerlijke ontmoetingen, stadstafere- hij herinnert zich, dat hij lang geleden op
len verdichtten zich tot ervaringen van een aarde heeft geleefd, toen de tijd zich
geest en gemoed, een eeuwenoude cultuur, nog niet losgerukt had uit het landschap
onberoerd door de moderne wereld, van en uit de ziel der dingen, die geschapen
hedendaagse Creolen, Mestiezen en India- waren voor hem, in duur van eeuwigheid
nen, doorgonsde zijn bloed met de gloed en ongereptheid".
van een tropische hemelsfeer. De ziel der dingen hier, in dit ver-
Een avond in Vera-Cruz, nabroeiend van frissend-bekorende, dit dichterlijke reis-
een stovende zon onder een strakke nacht- verhaal, werd een verbond aangegaan met
hemel. Stilte. En In die stilte een tokkelen- de ziel van Mexico, die in haar tekens van
de guitaar, een lied, een melopee, die „in klank, kleur en vorm de taal spreekt van
zuivere schilfers over de weke geluidloos- èl het bezielde. Zelden was een reisbeurs
heid van het havenwater neerdrupt". De beter besteed. C. J. E. DINAUX
muzikant: een roerloze gestalte onder een
sombrero, gehurkt tegen de mast van zijn
fMiit«wiheervi« de Rarite" zo ecdoont Aldus de titel van dit reisverslag, evenals
iruitscneepje, ae uanie zo geaoopi hefc voorafgaande iiCargo" verschenen bij uit-
omdat de ziel van de zingende schipper „zo geverij ontwikkeling te Antwerpen en J. M.
zwart is als het haar van een Yaki-Indiaan
en hij zeker naar de hel zal gaan", zoals hij
half neuriënd, half parlando, zangerig in
de snaren tastend verhaalt: „Ik wil met
mijn schip naar de dieperik, ol'e, ol'e,
ik ga mee naar de hel met mijn Dante als
gids, He aled - con Dante al inferno - ho, ho!
hol! pimelang, pamelang". Zóng hij dat, of
hoorde de dichter, onder de betovering van
de genoten pulque, de bedwelmende cac
tuswijn, het hem alleen maar zo zingen in
de Cubaanse avond? Om het even; het is
Jonckheere's ervaring, waarmee we ons
maar al te graag vereenzelvigen om met
hem per trein en temidden van een bont
reisgezelschap uren en uren sporens hoger
en hoger te stijgen, het bergland in, op de
cadans van de wentelende wielen, waarmee
de dichter zich in tweegesprek begeeft om
aan al het voorbijflitsende landschap en
stad, fauna en flora de duurzaamheid
van 't geschreven woord te verlenen in een
taaimozaïek van impressies, met historisch
coloriet doorweven.
Overweldigend, die tocht. Maar al boek
stavend gekruid met het geurigste van de
humor, met het pittigste van de ironie,
kleeft er aan het plastisch relaas van deze
verhittende inspiratie geen droppeltje trans
piratie, als we eindelijk in Ciudad Mexico,
de op één na hoogste stad ter wereld, zijn
aangekomen, diep in het hart van het
land der „beklemmende, historische stilte",
waar we het Nationale Museum bezoeken,
voor het eerst kennismaken met Azteekse
goden en met aardser grootmogenden: met
de dichteres Maria del Mar, de criticus Jo
sé de Mendoza en de ministeriële figuur
van Zijne Excellentie Icaza, die naast Vrou-
ALLEEN REEDS uit de oproepen via
de luidsprekers, die op de Nationale
Manifestatie van Energie E 55 te Rot
terdam weerklinken, kan men al zijn
conclusies trekken over de grote en
veelzijdige belangstelling, die voor dit
evenement bestaat. Men hoort leden
van allerlei verenigingen oproepen of
personeel van bedrijven uit Nestelroy
en Charleroi, uit Appingedam en Mun
ster, uit Wissekerke en Compiègne, uit
Utrecht, uit Milaan enzovoorts. Een
handelsschool uit Tours, een groep van
een internationaal architectencongres,
een groep zakenlieden uit Amerika, het
zijn nog maar enkele van de gezelschap
pen, die men op één dag op de E 55 kan
tegenkomen. Daarnaast is er dan de
enorme belangstelling van dagbezoe
kers en van scholen. Er zijn dagen ge
weest waarop meer dan honderd school
klassen tegelijk kwamen kijken.
Inmiddels zijn er op de E 55 verbete
ringen aangebracht, die de aantrekke
lijkheid zeker ten goede zijn gekomen:
men heeft zorg gedragen voor een dui
delijker bewegwijzering en het aantal
ingangen vergroot tot zes, zodat iedere
bezoeker gemakkelijk en snel die pavil
joens kan bereiken waar zijn belang
stelling in het bijzonder naar uitgaat.
Van de niet alledaagse vervoermidde
len op het tentoonstellingsterrein wordt
een druk gebruik gemaakt. Men kan
zich geheel comfortabel verplaatsen
met de zweefkabelbaan, de motorboot
jes, de au to treintjes.
Er waren hier en daar klachten ge
uit over te hoge consumptieprijzen,
maar daar is thans door een uniforme
prijsregeling voor de vele cafétjes in
het feestpark Unifesti een eind aan ge
maakt. Nu de duisternis 's avonds eer
der intreedt komen steedis meer men
sen de mooie illuminatie van het park
bekijken en de waterspelen zien, onder
meer de sprankelende muziekfontein,
die door de stad Bern ter beschikking
van de E 55 is gesteld.
Uit de „wereldgondels" kan men het
gehele tentoonstellingsterrein overzien,
viaar ook genieten van het panorama
van de Nieuwe Waterweg tot aan
de Noordzee.
De deelnemende bedrijven en in
dustrieën zijn over het algemeen zeer
ingenomen met de mogelijkheden bij de
manifestatie, er zijn tal van nuttige
kennismakingen gevolgd, er zijn voorts
geheel nieuwe buitenlandse relaties
aangeknoopt.
Vele geruchten ten spijt zal de slui
tingsdatum van de E 55 op 3 September
gehandhaafd blijven. Op 26 September
begint in de Ahoyhal een damesbeurs,
op 10 September de Jaarbeurs in
Utrecht, waarheen talrijke deelnemers
zich begeven. Maar zelfs al zou dat
allemaal voorbijgezien kunnen worden,
dan nog kan de E 55 onmogelijk langer
duren, want hoe zou de derde Dinsdag
in September kunnen doorgaan zonder
de gouden koets, die thans nog het in
drukwekkende pièce de milieu vormt
in het nationale paviljoen?
Meulenhoff te Amsterdam.
ooooooooooooocoooocoooooooooooocxxxxxxxjooocoooo^cocxxxxxxxxxxmooooooooooooccooooooooocxxx KXXXXXXXXXXOCOOOOOOOOOOO
te willen aanvegen, daarbij enigszins de
smet goedmakend die andere soortgenoten,
vooral de Bedlington-terriers, er op had
den geworpen. De whippets bewogen zich
met de welwillende arrogantie van tennis
kampioenen, terwijl de Afghaanse wind
honden de indolentie van struisvogels en
de venijnigheid van haviken in één oog
opslag tot uitdrukking brachten.
Er liep een beklagenswaardig zwart
hondje tussen, dat er uitzag alsof het zo
juist uit de Leidse Vaart was opgehaald.
Zijn lange haar hing verward in klitterige
strengels. Op mijn informatie bij een ken
ner vernam ik dat dit een pracht van een
Hongaarse puli was en dat de pracht juist
in deze beharing tot uiting kwam. Ik ver
onderstelde, dat het wel moeilijk zou zijn
een puli op deze wijze te conserveren.
„Helemaal niet moeilijk meneer", zei de
kenner, „gewoon een kwestie van niet on
derhouden".
De veelheid van maatstaven en de in
terpretatie daarvan door verscheidene
keurmeesters, maken de kynologie tot een
zeer afwisselende bezigheid. Het gold hier
in Scheveningen alleen een parade en geen
keuring, zodat ik geen duidelijke indruk
kreeg van het gangwerk, de voorhand, de
achterhand, de schedelpartij, de belijning,
de schoft, de adel, de voorsnuit en zoveel
andere criteria. Ik heb bijvoorbeeld niet
goed kunnen nagaan of de „beëelting van
de voeten" van een Ierse wolfshond goed
was, omdat ik wellicht anders ongewild
een bewijs had gekregen van zijn „prima
kn ip tanggebit".
Sommige honden zijn langzamerhand
wantrouwig geworden
van dergelijke keuringen. Het zal u ook
OP HET TERRAS van het bekende poedels beweerd zou worden, dat dit Thea
Kuurhuis te Scheveningen. een instelling, in haar schattig driedelig strandpakje rai-
we Justitia ook de Muzen dient, in het land die sinds de grote verbetering van de son van 78.50 was, zou dit met enige ver-
nog wel van de Indiaanse koning-dichter volksgezondheid voor allerlei prettiger beeldingskracht nog geaccepteerd kunnen wat nerveus en
Netzahualcoyoth, aan wiens roemruchte dingen wordt gebruikt dan voor kuren, worden, maar dat zou toch beslist niet
vruchtbaarheid het Mexicaanse volk be- heb ik een gecombineerde honden-en-bad- meer gaan, wanneer er zo'n Old English maar door een keurmeester gezegd wor-
halve ettelijke verzen zestig onwettige zonen pakken-show bijgewoond. Het weer had Sheepdog langs slenterde begeleid door de den, dat uw lippen rijkelijk lang zijn maar
en vijftig dito dochters te danken heeft. zich voorzichtig in het midden gehouden: mededeling: „Daar hebben we dan onze hiet voldoende op de onderkaak rusten,
Maar vergeleken met het bezoek aan het was geen uitgesproken hondenweertje, lieftallige Petra in een onbreekbare satijn- dat uw oor wat dood wordt gedragen of
Tepexpan „het laatste dorpje waar een maar zeker ook geen badpakkenweer. Er lastex", zelfs niet met de toevoeging: „ook dat u een mooi hoofd hebt maar een veel
tempel werd opgericht voor de god van het kwam zóveel bij kijken, dat het helemaal voor zwaardere figuren tot in de maten
kruis" en vanwaar de tocht naar de vallei vol zat rondom het grote carré, dat was 46 en 48".
der pyramiden baat, naar „het voor de In- uitgespaard op het terras. Het werd een Van de mannequins kan verder nog ge-
te lang lichaam. Het kan ook zijn dat u
adel mist of dat uw oren langer en voller
behaard konden zijn. Enerzijds kan men
dianen van wijding sidderende oord" is boeiende afwisseling van mannequins in zegd worden, dat zij het ongetwijfeld fris u roemen om uw ruime, diepe borst, maar
dat alles enkel anecdotisch aroom. Hier badpakken en van honden die alleen een hadden, want velen onder de geheel ge- anderzijds krijgt u beoordelingen te ver-
„in het rijk van de zuivere stilte" in een halsband om hadden. Een kynologische en klede toeschouwers zaten zich op de vin- werken als: „heeft teveel neus, maar moest
ongerepte wereld, legt de ontroering aan Bikinologische demonstratie van de hoog- gers te blazen van de koude en dronken meer wangen hebben" of „oren worden
alle speelse humor het zwijgen op. Groots ste orde, mag ik wel zeggen. Zelden heb hun koffie zo heet mogelijk. Maar de flin- wat teveel opzij gedragen",
is de aanblik van dit stenen getuigenis, ik zoveel honden in zovele rassen bijeen ke draagsters van badpakken, die nog niet
„omdat één van de opperste geneugten, gezien en zo weinig mannequins in zoveel eens van haarzelf waren maar van die A*-1 fE DINGEN wijzen er wei op
van geest en gemoed samen, de huivering badpakken. schertsende meneer achter een der micro- dat ook de aristocratie onder de honden,
is tegenover iets maagdelijks, de zeldzame Er stonden twee microfoons opgesteld, foons, vormden slechts de luchtige inter- Per\zou .?°'c kunnen spreken van de beau-
voldoening iets te beroeren, dat alleen van waarover achtereenvolgens de heer G. Jos- mezzi in de moeizaam hijgende honden- honde, zijn eigensoortige problemen heeft,
u is. Dit is geen egoïsme, maar het bewust- selin de Jong (een baas op hondengebied) karavanen, die op uitnodiging van de Ky- *n tegenstelling met het hondje, dat ik
zijn, dat één stonde ons heimwee naar en een badpakkenverkoper van de boule- nologenclub „De Hofstad" te Den Haag °p de terugweg voor mij uit zag lopen,
verloren oneindigheid mag ophouden, daar vard hun toelichting gaven. De badpak- over het terras voorbijtrokken. De dog- een van d'e huisje-boompje-
het ons gegeven wordt gedurende die éne lcenverkoper sprak een beetje geringschat- achtigen en de terriers hadden weer on- "eestje-lopende hondjes, waarvan de af-
stonde Adam te zijn op de eerste tijdeloze tend van „woefwoef" als hij de heer Jos- gevraagd het zwaarste werk op zich geno- stamming niet aanwijsbaar is. De persoon
morgen der schepping". selin de Jong het woord gaf en deze ge- men: het meerukken van de begeleiders, J onverschilligheid daaromtrent be-
Voor dat uur, daarvoor alleen, is een waagde met ook niet al te veel begrip voor die altijd weer moeilijk tot een gezonde PaaIt de gebruikelijke gang van deze
dichter steeds onderweg: om het heimelijk zijn mede-demonstranten van „bakpak- looppas zijn te bewegen, al trekt men als "ondjes: een beetje schuin uit de lengte
vermoeden van dit prille, hetzij in Mexico ken-juffrouwen". Maar zij kwamen zo hond nog zo hard. Sommige ijverige, kort- a?; Misschien showen zij niet best, maar
cf Vlaanderen, steeds opnieuw bevestigd te weinig mogelijk op elkanders gebied. An- benige terriers, in het bijzonder de Schot- maken aak zoveel indruk op mij, dat
zien. Jonckheere was op deze tocht de gunst ders zouden hinderlijke verwarringen niet se, wier neus en bakkebaarden tezamen zo 2een hondenpenning, dan toch gaarne
\'an dit ogenblik nóg eens beschoren: tij- uitgebleven zijn. Zolang nog van een der een prachtige zwarte zwabber vormen, een geuzenPenni-ng zou geven,
dens zijn roeitocht op het Bloemenmeer, fraai gekapte, op Mistinguett lijkende schenen daarbij bovendien nog het terras
KO BRUGBIER
VINDT MEN in de kelders van het Mu
seum voor Moderne Kunst aan de Quai
de Tokyo te Parijs het museum van de
film, ook in Nederland zal men niet ver
geefs naar een cinematheek zoeken, want
Sandbergs Stedelijk Museum in de Paulus
Potterstraat te Amsterdam, de vaderland
se tempel van moderne kunst, heeft haar
opgeslokt in zijn ingewanden: het Neder
lands Filmmuseum onder directie van de
heer J. de Vaal.
Midden op de trap, die naar de expo
sitiezalen voert, vindt ge aan uw linker
hand een deurtje dat nauwelijks voortbe-
stemd lijkt om te worden opgemerkt, laat
staan geopend en dat, eenmaal ontsloten,
toegang geeft tot een heus filmarchief,
veel bescheidener dan in Frankrijk, maar
om die reden nog niet onbeduidend. Hier
is verzameld wat er in ons eigen land aan
filmschatten huist. Hier ook klopt, als ik
het eens pathetisch mag uitdrukken, het
hart van filmlevend Nederland.
Het staat met zoveel zinnen verklaard
in de doelstelling van het Nederlands
Filmmuseum, welke ik voor u citeer om
aan te tonen dat ik geen loze beweringen
lanceer.
1. Het verzamelen van aesthetisch/'
historische, experimentele, instructieve,
educatieve, documentaire films en teken
films, die de geschiedenis van de film
kunst weergeven. Deze films worden ver
toond in besloten voorstellingen voor
filmliga's en verenigingen, volksuniversi
teiten, instituten voor arbeidersontwikke
ling enzovoorts, met het doel een juist
begrip voor de goede film te verspreiden,
benevens voor cineasten en filmcritici.
2. Het verzamelen van al het Neder
lands filmmateriaal, dat in historische zin
van belang geacht wordt.
3. Het samenwerken met organisaties
en verenigingen, ook in het buitenland,
wier werkterrein geheel of gedeeltelijk
met dat der stichting parallel loopt.
4. Het vormen van een bibliotheek, een
fotoarchief en een dienst voor inlichtin
gen en documentatie.
5. Het organiseren van eigen voorstel
lingen.
GEEN GERINGE doelstelling, die even
wel verre van de holle leuzen blijft, want
wat sinds 1952, het jaar waarin men de
gewelven in het Stedelijk Museum betrok,
aan werk is verzet, aan films en littera
tuur over film is verzameld en aan de
openbaarheid werd prijsgegeven, recht
vaardigt een grotere bekendheid dan het
Filmmuseum nu nog bezit eneen gro
tere financiële steun, welke het in de
vorm van subsidies ten deel valt. Cijfers
kunnen dat het beste illustreren.
De bibliotheek van het Filmmuseum
omvat ruim 850 boeken, waaronder
standaardwerken uit Amerika, Denemar
ken, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Ita
lië en Nederland. Het fotoarchief heeft de
beschikking over zeker 8000 foto's. Er is
een inlichtingendienst. De filmotheek be
vat 86 hoofdfilms op 35 mm., 10 hoofdfilms
op 16 mm., 1098 voorfilms op 35 mm. en
32 voorfilms op 16 mm. Voorts wordt er
voortdurend gezocht naar oud filmma
teriaal, dat soms op de vreemdste plaatsen
is opgeslagen en tracht men gestadig met
copieën van moderne speelfilms het re-
Een opname uit „Le chapeau de paille
d'Italie" - Het strooien hoedje - van René
Clair, een der eerste werken van de Franse
filmmaker, dat de oude stijl, pathetisch en
gezwollen, nog duidelijk ten toon spreidt.
presentatieve bezit uit te breiden. Ge
makkelijk gaat dit niet. De meeste in Ne-
dei'land vertoonde films worden na het
verlopen van de commerciële rechten ver
nietigd. Het zou aanbeveling verdienen,
dat er van de belangwekkendste tenminste
een copie voor het Filmmuseum gereser
veerd wordt. Dan zouden zich geen bui
tenissige toestanden voordoen als bijvoor
beeld met de Nederlandse speelfilm
OOCOCOOCCOOOOOCOOOCOQOOCOOCCCCCOCCCCCCOOCCCOCCCOOCOOOCCC
Het is de directeur van het Nederlands
Filmmuseum op zijn speurtochten door
ons land gebleken dat er nog heel wat
hartstochtelijke verzamelaars van films
zijn, die dikwijls beschikken over die
werken der cinematografie, welke het
museum graag in zijn bezit zou hebben.
Een Amsterdamse diamanthandelaar
bijvoorbeeld had een kelder vol cellu
loid. Voor zijn familie en vrienden gaf
hij élke week. een voorstelling. Hoe rijk
hij er mee was, het was toch een gevaar
lijk bezit, want één vonk uit een sigaret
en de voorraad stond in lichterlaaie. Hij
heeft het Filmmuseum zijn collectie ge
schonken. Wie der lezers in kelder of
op zolder ook beschikt over misschien
waardevolle meters celluloid, hij stelle
zich in verbinding met het Filmmuseum.
De cinematheek kan nog best met het
één en ander worden uitgebreid.
OOOCO<XXX>OCCCOOCCOOC>OOOOOOCOCX>ClOCOOOCCOOOCOCCOCIOOCCOOOOO
„Jonge harten" uit 1935, waarvan men na
lang speuren bij een sigarenmaker in
Maastricht de resten terugvond. De film
werd met alle stukjes en beetjes aan
elkaar gelijmd en toen aan de maker
Charles Huguenot van der Linden voor-
gedraaid. „Er ontbreken ten hoogste vijf
minuten aan", zei hij. Maar dat betekende
geen verminking. Bij een diamantbewer
ker in Amsterdam vond de directeur van
het Filmmuseum een copie van „Faust"
en een dierenasylhouder in Den Haag,
die vroeger op de kermis had gestaan,
bleek de oude Nederlandse speelfilm „De
zwarte Tulp" met Eduard Verkade nog in
bezit te hebben. Zo wordt er voortdurend
naar „ondergedoken" films gezocht, waar
bij niet zelden het toeval de speurders op
een spoor brengt. Van de eerste film van
Herman van der Horst „Metamorpho-
sen" moet nog een copie in Frankrijk
Herinnert u zich de Nederlandse speelfilm
„Jonge Harten" uit 1935 nog? In ons film
archief vonden wij deze foto van een scène
uit dit product van Charles Huguenot van
der Linden met Ad van Hees en
Marthé. Posno.
rondzwerven. Filmmuseumdirecteur De
Vaal zal daarover straks met zijn Parijse
collega eens gaan spreken.
MEN MOET WEL vasthoudend en on
dernemend van aard zijn om zulke naspo
ringen tot een goed einde te brengen
enveel van film houden. Dat zijn alle
maal eigenschappen, welke de heer De
Vaal bezit, want men kan zonder over
drijving zeggen, dat de stichting van het
Nederlands Filmmuseum zijn werk is. Ais
jongen was hij al bezeten van film, zoals
hij zelf zegt. Hij viste het celluloid zelfs
uit de vergaarbakken der theaters en had
er zijn kamer vol mee, daarmee eenzelfde
verzamelwoede aan de dag leggend als de
directeur van de Franse Cinematheek
Henri Langlois, die er de badkuip thuis
mee vulde. Bij Multifilm werd wat spel
was ernst en na de bevrijding bracht een
bezoek aan Engeland, waar reeds een
filmarchief was gevestigd, de heer De
Vaal tot de overtuiging, dat wij in Neder
land ook niet zonder mochten zijn. In sa
menwerking met het theater De Uitkijk
kwam het tot de stichting van een Neder
lands Historisch Filmarchief, de regering
zorgde voor een subsidie en na de over
gang tot de stichting „Nederlands Film
museum" was dan officieel geformeerd
wat lange tijd een fantastisch en onwe
zenlijk plan had geleken. Het rijk subsi
dieert de onderneming thans met een be
drag van twintigduizend gulden, buiten
de extra subsidies en steun van buiten
(het Prins Bernhardfonds bijvoorbeeld).
Dat geld Is broodnodig. Het copiëren
van een film kost bijvoorbeeld al meer
dan tweeduizend gulden. De heer De Vaal
beschikt over drie medewerkers(sters) en
is belast met een omvangrijke administra
tieve organisatie, want niet alleen houdt
het museum regelmatig filmvoorstellin
gen in het Stedelijk Museum, het organi
seert ook cursussen in filmbegrip en laat
buitenlandse regisseurs lezingen houden,
zorgt voor tentoonstellingen, kortom is
doende op alle gebieden, die in de doel
stelling kort en bondig zijn omschreven.
Maar het gaat goed! Wat één man be
gon, zonder geld en zonder films, is uit
gegroeid tot een instituut, dat op de er
kenning van velen kan bogen. Een nuttig
en onontbeerlijk instituut, zuiver cultu
reel, een representatief intermediair met
het buitenland, op het ogenblik bogend op
het lidmaatschap van meer dan 2200
toegewijden. Wanneer het er meer wor
den, zou dat alleen maar een verheugend
teken zijn van de juiste waardering, die
men voor het museum van de film in Ne
derland bezig is op te brengen!
P. W. FRANSE
PARIJS (United Press) Op 25 Augus
tus zal de eerste groep Franse toeristen
naar Rusland vertrekken. De reis zal ge
maakt worden met het luxe-schip Batory,
dat van Le Havre via het Kieler Kanaal
naar Leningrad zal varen, waar de 780
toeristen op 29 Augustus zullen aankomen.
In Rusland zullen zij verzorgd worden
door het reisbureau Intourist. De reiskosten
variëren, naar gelang van de klasse, van
87.500 tot 250.000 francs per persoon voor
een reis van een week.
DAT DE WERKELIJKHEID dikwijls veel
fantastischer en Interessanter aspecten biedt
dan de meest vruchtbare menselijke verbeelding,
kan men zich laten bewijzen door een aantal
juist verschenen boeken in zakformaat, waar
van Das Erwachen der Menschheit en Der
Aufstieg der Menschheit van Herbert Kuhn
wel de belangrijkste zijn. De auteur, prof feasor
aan de universiteit van Mainz, autoriteit op het
gebied der prae-historische kunst, beschrijft in
het eerste deel de speurtochten naar de over
blijfselen der cultuur van de mens uit de ijstijd,
in het tweede het daarop aansluitend tijdperk
der Mesopotamische en Egyptische beschaving
waarvan Europa 2000 jaren voor onze jaartelling
het randgebied vormde. Tabellen, kaarten en
talrijke reproducties illustreren deze koene
excursie door duizenden jaren cultuurgeschie
denis.
Van de vele menselijke activiteiten door de
eeuwen heen beperkt Friederike Manner zich tot
dat der litteratuur. Zij stelde een originele
lee9gids samen: Lesen-aber was? in tegenstelling
tot de meestal zeer dorre litteratuurlexicons,
waarin de enige band tussen de opgesomde
auteur die van het alphabet is, geeft dit boek,
qua vorm en stijl zelf een kunstwerkje, een
afgerond totaalbeeld van wat ongeveer zeshon
derd auteurs te boek poogden te stellen. Ver
lust der Mitte van Hans Sedlmayer, een kunst
historicus van naam, is een poging om aan de
hard van de beeldende kunsten dei- negentien ie
en twintigste eeuw, gezien als symbool en
symptoom der tijd, te komen tot een analyse
van de huidige toestanden op geestelijk gebied.
Men kan het oneens zijn met het vooraf inge
nomen standpunt van de schrijver en de door
hem getrokken conclusies, deze diagnose van
onze tijd, met zijn misère én grootheid, ver
dient zeer zeker een ruim en tot discussie ba-
reid publiek. Een zeer waardevol boek.
NIETS LIJKT VELEN verder verwijderd van
wat met natuur, kunst, geschiedenis en der
gelijke te maken heeft dan wiskunde en reken
kunde. Van Egmon Colerus, auteur van ver
scheidene populaire werken op dit gebied ver
wacht men dan ook niet zo direct een histori
sche roman. Niettemin, hij schreef er enkele,
waarvan thans Marco Polo in een goedkope
öerdruk verschenen is. De ontmoeting tussen
twee culturen, die van het Westen en Oosten
in de veertiende eeuw, leverde hem het pracht-
tigst-e décor voor de avonturen van de onder
nemende Venetiaan aan het hof van Kublai
Khan, de heerser over een onmetelijk rijk. Ter
geruststelling: er is geen spoor van wiskunde
en rekenkunde in dit boek te vinden en het
formaat is naar een bij deze vorm van lectuur
blijkbaar ongeschreven wet: dubbeldik! Een
veelomstreden figuur is nog altijd Lord Byron,
de Engelse dichter. Kasimir Edschmid nam hem
als object van een biografie in romanvorm:
Lord Byron, Roman einer Leldenschaft, waarin
meer de amoureuze dan de artistieke kanten
van diens leven voor het nieuwsgierig lezerj-
forum gebracht worden. Op een geheel ander
niveau liggen Byron: The years of fame en
Byron in Italy van Peter Quennell die eerder
dan Edschmid's werk een aanwinst voor de nog
steeds toenemenden reeks „Byroniana" genoemd
kan worden.
Veertigduizend kronen hadden de Duitsers
in Noorwegen gezet op het hoofd van Oluf Reed
Olsen, die na een „droppingals geheim agent
een grote rol speelde in de Noorse verzetsbe
weging als verbindingsman van het geallieerd
opperbevel. Tientallen keren ontsnapte hij met
de hakken over de sloot aan zijn niet rustende
achtervolgers, die hij nu eens door louter bluf,
dan weer door uitnemend hersenwerk van zich
af wist te houden. Two eggs on my plate is het
adembenemende relaas van zijn ontvluchting
naar Engeland in een lek zeiljacht, zijn. twee
maal herhaald afspringen boven bezet gebied
en zijn tot een gelukkig einde gebracht onder
gronds wei'k. Men zou graag de reacties willen
zien van degenen die hem dag-in dag-uit ach
terna gezeten hebben, wanneer ze dit boek
lazen! a.M.
Mensenoffers die snelheid eist
een schande voor onze eeuw
LONDEN. Van Britse kerkelijke zijde
wordt grote bezorgdheid uitgesproken
over de ontstellende verkeersonveiligheid.
De Britse vereniging ter bescherming vaö
voetgangers („The Pedestrians Association
for Road Safety") heeft onlangs in Londen
een conferentie gehouden over „De Ker
ken en de veiligheid op de weg". De aarts
bisschoppen van York en Westminster, de
moderators van de Schotse kerken en de
opperrabbijn van Londen spoorden de con
ferentie aan zich in te spannen het geweten
van de mensheid wakker te roepen voor het
ontstellend aantal verkeersslachtoffers.
De conferentie, waarop ook de bisschop
van Carlisle en een vertegenwoordiger
der Schotse kerk het woord voerden, sprak
zich uit voor eerbiediging van mensenle
vens en Christelijk gedrag in het weg- en
straatverkeer, laakte de gestadige opvoe
ring van snelheid in stadsverkeer, bezui
niging op de verkeerspolitie en keurde het
in de overheid af, dat zij de automobiel
industrie toeliet de verkoop van snelle
auto's te adverteren. Men acht het een
schande voor de twintigste eeuw dat voor
snelheid zulke hoge mensenoffers worden
gevraagd.
De conferentie besloot het volgende ge
bed van de gewezen bisschop van Chester
over te nemen: „Almachtige God, schen
ker van leven en gezondheid, leidt, zo bid
den wij U, met Uw wijsheid allen die trach
ten hen die op onze wegen gaan te behoe
den voor gevaar, verwonding en dood.
Schenk hun, die zich op onze wegen voort
spoeden, consideratie voor anderen en hun,
die te voet gaan, oplettendheid en voor
zichtigheid, opdat zonder vrees of onheil
wij allen het doel van onze tocht veilig be
reiken, door Uw barmhartigheid voor al
len".