franse paragraaf Déodait Roclié bewandelt occulte wegen
midden in 't land der ketters ligt
het centrum van neo-catharisme
Disneyland, sprookje dat millioenen kostte
Marie-Antoinette
De nieuwe leider
Oude legenden.
De Graalzoekers
De Albigenzen
Wederopbloei van de
Catharenleer
Dierbare vrienden
Kort verhaal door
Lizzy Sara May
ccccccccccccco
In het stille plaatsje Arques
in het Zuiden van Frankrijk
bloeit de leer van de Catha-
ren (ook: Katharen of Albi-
geuzen de laatste naam is
aan die van de stad Albi ont
leend) weer op. Het onder
staande artikel geeft een im
pressie van de vlakte van Lan-
quedoc, tussen Perpignan en
Avignon ongeveer, met het ge
noemde dorp, waarvan men
hiernaast een uit de lucht
genomen foto ziet, als centrum
Men zal zich herinneren uit
de geschiedenis hoe in het
begin van de dertiende eeuw
het graafschap Toulouse het
toneel van de gruwelijkste
strijd tegen de godsdienstige
secte der Albigenzen is ge
weest. Déodat Roché streeft
in deze verwarde tijd naar het
absoluut goede (de naam Ca-
tharen betekent: volmaakten
of zuiveren). De aanhangers
van het Neo-Catharisme be
schouwen alles wat over de
oude Albigenzen te ontdekken
is als heilig.
PARIJS, Augustus Robert Ran
ters heeft onlangs in het weekblad voor
kunsten en schouwspelen „Arts" de ge
schiedenis opgehaald van twee Engelse
dames, miss Moberley en miss Jourdan,
die in Augustus 1901 in de tuinen van het
paleis van Versailles wandelden en het pad
naar het Petit Trianon insloegen, het mini-
atuur-paleisje dat Lodewijk XV heeft laten
bouwen en waar Marie-Antoinette zoveel
mogelijk van haar tijd doorbracht. Op weg
daarheen zagen zij eerst terzijde van het
pad twee tuinlieden, gekleed in ongewone
groene pakken en met driekante steken
op het hoofd; vervolgens een onaangenaam
uitziende pokdalige man in een lange wijde
mantel en een breedgerande hoed. Daarna
werden zij ingehaald door een hijgende jon
geman in een zelfde costuum, die in halve
zinnen aanspoorde naar „het huis" te gaan,
haar de goede richting aangaf en toen
even snel verdween als hij gekomen was.
Tenslotte bemerkten zij op het terras van
het huis een vrouw in een lichtgroene
zomerjurk van excentriek model en met
een witte hoed op blonde krullen, die
even zwijgend opzag van een papier dat
zij op armlengte hield, waarop zij mis
schien aan het tekenen was. Achteraf bleek
dat sommige van de tuinlieden in de tijd JACHTEND GING de Tour de France
van Marie-Antoinette een pak droegen zo- door de velden der „ketters". Nu eens
danige 'ge^t^ereeSS SiUtt o^arbonne. Esperaza QuMan, Ax-
de boosaardige Graaf de Vaudreuil, dat de tes-1 hermes aan de voet der Fyreneën,
vrouw in het lichtgroen precies Marie- dan via Foiz naar Toulouse enzovoorts.
Antoinette was en dat de tuin, waarin zij Daarmee doorsneden de renners een ge-
±.Hen' ,was bied. d"t niet "Veen om de mooie natuur
aangelegd volgens nooit uitgevoerde plan- 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7.
nen uit de achttiende eeuw. neet belangwekkend is, clocli bovenalen steeds zweven deze oude legenden om de Nietzsche voort. Zijn dualistische leer om-
Men kan niet anders, wanneer men cultureelhistorisch buitengewoon boei- bergen, even sterk als de grote fantasie- Zijn dualistische leer omtrent goed en
door de lege zalen en de altijd drukbe- end De renners hadden noch voor het bi-ien uit "Gösta Berling" van Selma Lager- kwaad werd de geestelijke grondslag
zochte tuinen van Versailles slentert, dan „„„7, ,;;j v;; 7 lof, bijen te groot voor de korven der wer- van het Manécheïsme. Hoe deze leer
hen benijden die een fragment geschiede- e™, noch voor het andere tijd. Zl, had- keiijkheid. naar Zuid-Frankrijk is gekomen, staat
nis op deze enig-ware manier hebben be- üen ëeen 00ë voor e bergen in de buurt In deze streek, waar nu de wijnstok tiert, historisch niet vast. Nieuwe inzichten den-
leefd. In 1908 en 1928 zijn gelijksoortige van Quillan, waar de felrode aarde in kwam eenmaal de Catharenleer tot ont- ken aan een immigratie van Bulgaren in
ondervindingen uit Versailles gemeld, uiter- scherp contrast met de "roene bossen er wikkeling, die aanleiding zou geven tot tot Languedoc, maar hoe dit ook moge zijn, de
aard ook door Angelsaksen opgedaan. In ]mvJn ppn ntiverpeteliike aanblik biedt ?en moorddadige kruistocht, tot verwoes- twaalfde en dertiende eeuw hebben een
de laatste jaren wordt het ene na het andere onveigeteiijKe aanblik biedt, ting en gruwelen. Het leek lange tijd, of de opbloei van deze gedachte in deze streek
vertrek van het paleis opnieuw ingericht. ^ll zagen niet be prachtige, lichtgroene, leer uitgeroeid was, doch wonderlijk genoeg gekend. Zo sterk was de leer, dat ze on-
Maar zelfs als dat werk een eind gevor- grote hagedissen, die lagen te zonnen op bloeit ze in onze tijd weer op. In geschriften danks kerkelijk verzet zich over aangren-
derd is, zal de bezoeker nog moeite ge- een oude steen De renners keken alleen en op conSressen wordt ze beleden en door zende landen uitbreidde. Men wees de aan-
noeg hebben om er het geringste van het maar meruit Voor niets hadden rii Hid dlcbters in de taal van Languedoc bezongen, hangers aan als Albigenzen, naar het cen-
verdwenen leven in terug te vinden, ter- V? VOOru,UVo°r ™etS hadden zi] tijd. Midden in het land der kettersligt het trum der beweging, de stad Albi.
wijl het parket kraakt onder zijn solide seconde, zeljs een tiende ervan, telt dorpje Arques te sluimeren in een stille De kracht van de leer steunde vooral op
verzoolde schoenen. Een meer suggestieve in zo'n race. Zo symboliseren ze de mo- omgeving, 't Is alsof het zich bezint over haar absoluutheid. Ze kende alleen het ab-
begichtiging zou misschien van buiten af derne mens voor wie snelheid leven is 5?* vfr}e^n' toen de stormen van de gods- soluut goede tegenover het absoluut kwade,
door de ramen zijn, zodat de meubelen en die niet nmkiikt naar mat reraino bienststrijd over de velden joegen. Op het symboliseerd in een tweegodendom: Or-
er kunnen uitzien of zij anderen ver- omKijm naai wat verging, dorpsplemtje verheft zich een rechthoek De uitwerking van deze gedachten was ge-
wachten. De suggestiviteit daarvan is de IN HET LAND der ketters" dwalen van Platanen> in het midden een monu- moezd, de god van het goede. Ahriman, die
grondslag van de „Son-et-Lumière"-pro- ook toeristen, soms alleen, soms in een ment* ,Een groepje mannen staat te mijme- van de boosheid. De eerste werd gesteund
gramma's, spelen bij avond met schijn- kleine kudde. Zij tonen meer belangstel- r,en' aen t0.e valt e.r een woordEen wto door goede gaven als waarheidsliefde
werners on hpt Vastppl ling doch ook zij hebben haast Zelden er een Oobeurtenis. eoede gezindheid. wiisheid en volharding
oooooooooocooocooc
werpers op het kasteel.
In deze maanden is een deel van de zullen ze er rekenschap van geven, dat
linkervleugel van het paleis van Versailles ze gaan door een streek, waar vijf culturen
tijdelijk gemeubileerd met een tentoon- elkaar opvolgden, elk met een eigen karak-
stelling over Marie-Antoinette, ter ge- ter, waarvan de sporen nog niet zijn uitge-
legenheid van de herdenking van haar ge- wist. Men vindt er herinneringen aan de
goede gezindheid, wijsheid en volharding,
de tweede door bedrog en toorn. Aan het
einde der dagen zou er een groot gericht
en een algemene vergelding komen en door
Ormoezd een onvergankelijk rijk worden
oAAN HET EINDE van het pleintje staat gevestigd. De mens had tot opgave Or-
boorte tweehonderd Jaar geleden. Er is een oudst bekende bêwöners"dë °Keltën," die het huis van Déodat Roché, de man, die moezd in zijn eigen strijd tegenover Ahri-
voortreffelijke collectie bijeen gebracht: hier hun leven leefden tót de legers' van het neo-catharisme leidt. Men noemt hem man bij te staan.
portretten van de Oostenrijkse keizerlijke Caesar ze tot deel maakten van het mach- »le Parfait" zoals eens de Catharen hun Deze dualistische wereldbeschouwing
familie en schilderijen van hun paleizen uit tige Romeinse rijk. De Romeinen moesten geestelijke leiders deden. Als wij hun te stond door de rationalistische tendentie in
Weense musea, talrijke Franse portretten na eeuwen het land ruimen voor de spreken vragen, staat hij ons als Hollan- tegenstelling met het speculatieve monisme
van de koningin, haar gezin en de hofhou- Goten, die weer weken voor de Mohamme- ders graag een onderhoud toe en leidt ons der Indiërs en verschilde er van ook door
ding, manuscripten, reisnécessaires, sie- daanse Arabieren, op hun beurt wijkend in ziJn wat d»nker bureau vol geschriften de voorliefde voor 'n practische levenszin,
raden, meubelen, boeken, het kinderkoetsje voor de Christelijke Franken. en boeken. Hij is président van het tribu- Niet de verlossing uit deze wereld, doch de
waarin de Dauphin met 'n span van geiten Keltische en Romeinse herinneringen naal van Béziers geweest. Net is hij als 74- overwinning van het boze is haar gods
door het park van Saint-Cloud placht te zijn er vele. Voor het zien van oude Ro- jarige afgetreden en wijdt zich geheel aan dienstige taak. De Cathaar tracht de zege
rijden en de serie van zeven tapijten, zon- meinse waterkruiken behoeft men niet naar ziin studie en de leiding van de nieuwe be- te behalen door een positieve zekerheid in
derling genoeg de onheilspellende geschie- musea te gaan, de bewoners hebben ze nog weging. levenshouding. Daarom noemde hij zich
denis van Medea verbeeldend. steeds in gebruik. In Chateau de Rennes zien vóór ons een lange, slanke en Cathaar, de zedelijk reine. Waarheidszin,
Er blijft tenslotte ook een indruk toont men de belangstellende bezoeker wat statige man met een scherp getekend, benig gerechtigheid en trouw waren zijn hoog
uit over van de drie phasen in het leven de Goten schiepen, in de kerken zijn nog gezicht en grote, levendige ogen. Hij heeft, ste levenswaarden. Had hij in dit leven
van de koningin: die van het betrekkelijk genoeg Arabische motieven te vinden. merkte een schrijver op, de eenvoud van niet de volledige puurheid verworven, dan
bescheiden gezinsleven in Wenen, die van
de dure glorie aan het Franse hof en die
van het maar half begrepen geweld van
de revolutie. Met dat al eigenlijk weinig
persoonlijks. En toch was het niet de
BIJ DEZE levensbeschouwing past de
een Griekse wijze en de glimlach van een zou zijn ziel gereïncarneerd worden en
heilige. Uit de volheid van zijn kennis en tenslotte na de laatste incarnatie als in
zijn ideaal deelt hij ons met gulheid mede het Boeddhisme de gehele zuiverheid
en neemt er ruim de tijd voor. Als twee bereiken.
DE HEERSERS gingen, de herinneringen jonge poesjes baldadig in de papiermand
functie, die van de geenszins bijzonder be- bleven. In de Cité de Carcassonne de ge- huishouden en hij denkt, dat het gefrun—
kwame Marie-Antoinette zo'n beroemd his- weldige vesting, verscheidene hectares nik ons hindert, zet hij de mand en de poes-
torisch personage heeft gemaakt. Enerzijds groot, met ruim vijftig hoektorens be- jes in de corridor om ze bij ons vertrek
is het haar einde, dat men liever beklaagt leeft men de middeleeuwen. Men vindt er terug te vinden, spelend met de inhoud van
dan dat toch belangrijker van de zowel de wrede kerker met de kettingen, de mand, die verstrooid in de gang ligt. Ik Graalgedachte, die nog steeds in het land
dikke koning, anderzijds is het dan ook waaraan de slachtoffers een harde dood merk het aan zijn reactie nu ook, hij heeft der „ketters" leeft. Men beweert zelfs, dat
haar charme, die zij echter niet op tentoon- stierven, als de eestzaal, waar de genodig- de glimlach van een wijze. En deze wijze tijdens de bezetting in de tweede wereld
stellingen laat zien, alleen soms in de tuin den de troubadours hoorden, die de ridder- vertelt. oorlog de Duitsers opgravingen verrichtten
voor een paar verdwaalde Engelsen. verhalen voordroegen, de edelvrouwen be- Hij vertelt van zijn leven, dat van zijn om naar de Graal te zoeken en dat Wagner
zengen en de vele legenden, zoals die van veertiende jaar af aan geestelijke vraag- elk jaar deze streken bezocht. De Graal,
de heilige Graal, in het leven hielden. Nog stukken was gewijd. De belangstelling voor meende men, was de heilige schotel, een-
1 deze problemen betekende voor hem ze te maal door God uit een edelsteen gevormd,
~Q— beleven. Nu is hij leider van het Neo- die uit de kroon van de afvallige Lucifer
Catharisme, dat de idealen van de oude gebroken was. De schaal had een won-
Catharen weer tot leven wil brengen. De derbaarlijke werking. Zij werd slechts aan
occulte richting, waarin de gedachten van de wijste en beste geschonken. Ten tijde
Déodat Roché gaan, komt naar voren als van Christus was Jozef van Arithmathea
hij zegt: „Wij gaan door een verwarde tijd, de bezitter. Hij ving er het bloed van de
terwijl wij in het teken van de Vissen doorstoken Heiland mee op. Vele eeuwen
staan. De volgende periode is die van de werd niemand waardig bevonden de Graal
Waterman, dat wil zeggen die van de geest, te bezitten. Dan droegen de engelen hem
de Apocalypse volgens de opvatting van zwevend in de lucht tot eindelijk Titurel
Manès en wij moeten ons daarop voor- van Anjou waardig bevonden werd en hem
bereiden." in Spanje mocht opsporen. Daar vandaan
Hiermede wijst Déodat Roché de bron kwam hij naar Zuid-Frankrijk,
aan, waaruit het Catharisme vloeide en die Het Catharisme hield de Graalgedachte
het Neo-Catharisme na zeven eeuwen op- in hoge ere, het Neo-Catharisme doet dit
nieuw heeft ontdekt. Manès was de P?r- niet minder. Het dacht en denkt zich zijn
zische wijze uit de derde eeuw na Chris- oorsprong in het Manécheïsme en ziet in
tus, die het Christendom trachtte te ver- de tegenstelling van de lichtende heiligheid
zoenen met de leer van Zarahtustra van de Graal met de donkere afgrond van
twaalf eeuwen voor hem. De laatste wijs
geer leeft in „Also sprach Zarathustra" van (Zie verder pagina 5)
RXXAfOD
(Vervolg van pagina 4)
het kwaad de bron tot uiteindelijke, zede
lijke verhefing. Hier vindt de richting van
het Neo-Catharisme aansluiting bij de
anthroposophie van Rudolf Steiner: beide
richtingen verwachten heil uit het Oosten
en wensen hierdoor het Westerse leven te
bevruchten en te verdiepen.
Het Neo-Catharisme beschouwt alles, wat
over het oude Catharisme te ontdekken is,
als heilig. De aanhangers houden pelgrims
tochten naar de heilige oorden en beschou
wen deze als het gunstigst voor hun mys
tieke meditaties. Typerend voor hun ge-
dachtenwereld is ook, dat Déodat Roché
met zijn adepten telkens het rijzen van de
zon gaat beleven.
HET NEO-CATHARISME omweeft het
leven der Albigenzen met mystieke heilig
heid. Hoe denkt hierover de nuchtere his
torie?
De richting vond in de twaalfde eeuw
kracht in de kerkelijke toestanden, die veel
te wensen lieten. Kijk naar de bisschoppen,
zeiden de priesters der Catharen tegen hun
volgelingen. Zij komen te paard en predi
ken over Christus, die te voet ging, zij zijn
rijk en hij was arm, zij worden geëerd, hij
werd veracht en vernederd. Hoe kan men
geloof schenken aan zulke lieden? Hier
tegenover prediken de „parfaits" zedelijke
reinheid.
Er was echter meer. Zij verkondigden
leerstellingen, die zowel de kerk als de ge
meenschap bedreigden, bijvoorbeeld afwij
zing van het kerkelijk gezag, zielsverhui
zing, veroordeling van de sacramenten van
het huwelijk en van de eigendom. Deze
opvattingen werden in het geheim of open
lijk gesteund door een groot aantal edelen
en zelfs door bisschoppen. Toen in 1167 een
groot concilie van het Catharisme werd
gehouden, presideerde de bisschop van Con-
stantinopel en was een bisschop van Tou
louse onder de aanhangers.
Niet altijd kwam de steun uit overtui
ging voort, niet zelden speelde vooral bij
de edelen het eigenbelang een rol. Men
vond in steun aan de richting een grond
slag om de goederen der kloosters en die
van de kerk te plunderen. Onder de edelen
traden de graaf van Toulouse en de burg
graaf van Béziers op de voorgrond.
Door dit alles voelde de kerk zich be
dreigd. De geestelijkheid werd hier en daar
verjaagd, enkelen lieten het leven. Toen de
geestelijke bestrijding van het Catharisme
vruchteloos bleef, greep de Paus naar
machtsmiddelen. Hij predikte de kruistocht,
die twintig jaar duurde en rijk was aan
gruwelen. De strijd eindigde met de vrij
wel gehele uitroeiing van de „ketterse"
richting, de mooie vallei van Langue-d'Oc
werd door de brandstapels voor de gelovige
Catharen verlicht. Een der laatste toe
vluchtsoorden was de oud-Romeinse burcht
le Montségur.
Deze werd middelpunt van de beweging
en hield zich lang staande tot verraad de
val en de verwoesting bracht. Onder de as
van de ruïnes en de slachtoffers van het
Catharisme is de vonk blijven smeulen. Het
vuur van een nieuw ideaal gloeit in de vel
den der „ketters" in het bijzonder in het
stille plaatsje Argues, waar Déodat Roché
denkt, werkt en leidt. Voor onze nuchtere
tijd een voorbeeld.
Dr. S. ELZINGA
Autobiografie. De wereldberoemde
Mexicaanse muurschilder Diego Rivera is
voornemens zijn langdurig gedwongen ver
blijf in een ziekenhuis te gebruiken om zijn
autobiografie te schrijven. Onlangs heeft
het de aandacht getrokken, dat hij een op
merkelijk beeld van de Indiaanse koning
Cuauntemoc heeft gemaakt. Rivera heeft
echter verklaard, dat hij het beeldhouwen
niet beschouwt als een nieuwe fase in zijn
kunstenaarsbestaan.
CALIFORNIë (United Press) Walt
Disney, de man die in 1923 in Hollywood
aankwam met nog veertig dollar op zak en
een idee over een muis, sindsdien wereld
beroemdheid heeft verworven en meer dan
twintig „Oscars" gewonnen met zijn film
prestaties, is er in geslaagd de droom te
verwezenlijken, die hij zich bij de geboor
te van zijn eerste kind gevormd had: drie
weken geleden is Disneyland geopend, een
groot park, een wonderstad, een sprookjes
land, met een oppervlakte van vierentwin
tig hectaren, dat zeventien millioen dollar
heeft gekost.
Disneyland is aangelegd op een terrein
bij het plaatsje Anaheim, waar vroeger si
naasappelboomgaarden waren. Het heeft
heel wat moeite gekost het gehele terrein
uit handen te krijgen van de diverse eige
naren. Tenslotte gaf iedereen toe, behalve
een man die op zijn terrein twee palm
bomen had staan, waaronder hij vroeger
getrouwd was en die hij om sentimentele
redenen niet wilde afstaan. Eindelijk kreeg
Disney ook dit stukje land in handen met
de belofte dat de twee bomen zouden blij
ven staan.
Dwars door Disneyland loopt de hoofd
straat van een Amerikaanse stad anno 1890,
compleet met spoorstation, operagebouw,
stadhuis, ouderwetse winkels en gaslan
taarns. Paardentrammetjes rijden hier en
van tijd tot tijd trekt de brandweer uit met
een door hollende paarden getrokken spuit,
die de bezoekende kinderen mogen helpen
bedienen. Van hieruit kan men de vier ge
bieden bereiken waaruit Disneyland be
staat. Eerst Het Land van Morgen, de we
reld van 1986 met een raketschip dat tocht
jes naar de maan maakt. Alle attracties
worden door zakenfirma's geëxploiteerd.
Daarna komt het Land der Verbeelding:
hier ligt het slot van Doornroosje, compleet
met schone slaapster, hier lopen de wonder
lijke figuren rond uit Alice in Wonderland,
Peter Pan en kinderboeken en andere
sprookjes. In Grensland herleeft de tijd
der Amerikaanse pioniers, met blokhutten,
cowboys, Indianen en raderboten. Op ge
zette tijden kan men een „overval" van In
dianen op een postkoets beleven, waarbij
de bezoekers als de passagiers mogen fun
geren. Het laatste is Het Land van Avon
tuur, een vreemd mengelmoes van Tahiti,
Afrika en India, met natuurgetrouwe na
bootsingen van wilde dieren.
Daarmede zijn de attracties van Disney
land echter bij lange na niet opgesomd. Er
zijn twintig restaurants en broodjeswin
kels, die achtduizend mensen per uur
moeten en ook kunnen spijzigen en laven.
Het succes van Disneyland heeft tot dus
ver alle verwachtingen overtroffen. Disney
had gerekend op vijf millioen bezoekers
per jaar, die elk gemiddeld twee dollar
zouden uitgeven. Maar de schattingen na
drie weken gewagen van tien millioen be
zoekers per jaar met een totale recette
van veertig millioen dollar.
Disneyland is meer dan een vermaaks-
park. Het is een instelling, die de omlig
gende streek economisch verandert. Het
plaatsje Anaheim heeft de gevolgen reeds
duidelijk ondervonden. Disney geeft aan
vele handen werk: verklede parkwachters,
onderwijzers en kinderverzorgsters, par
keerwachten, kellners, koks en borden
wassers, politieversterking en extra perso
neel voor de telefooncentrale. Er is een
nieuw postkantoor geopend. Op Ameri
kaanse kaarten wordt thans ingevuld: Dis
neyland, U.S.A.
Overigens was het geen commercieel
idée. „Disneyland is gewijd aan de idealen,
de dromen en de harde feiten welke Ame
rika hebben geschapen, met de hoop dat
het een bron van vreugde en inspiratie zal
zijn voor de hele wereld", zo heeft de gees
telijke vader van deze fantastische onder
neming verklaard.
V- /vOv>ü**>eiiAdLa.
Onder moeders paraplu
MILIA SLOOT het deksel van de boeken
kist en opende het schrift, dat ze zojuist
tussen allerlei oude schoolschriften en
boeken gevonden had. Bovenaan, midden
op de bladzijde, stond in onregelmatige
hanepoten geschreven: Keesje. Daaronder,
gescheiden door een potloodstreep over de
hele lengte van de bladzijde: Milia en
Heleentje. Onder elk der namen volgde
een lange reeks van cijfers, van één tot en
met vijf, die onderaan de bladzijde waren
opgeteld. Achttien was het eindgetal.
Langzaam, verdiept in de cijfers, maar nog
meer verdiept in haar gedachten die namen
met tijdstippen ver
bonden, sloeg Milia
bladzij na bladzij om.
Naarmate ze in het
schrift vorderde, wer
den de eerste kreukige
letters en cijfertjes
gladder, om op de laatste beschreven blad
zijde plaats te maken voor een formele, op
papier uitgevochte, ruzie.
„Milia is gek!" stond er in driftige letters.
„Heleentje is gek!" volgde daar onder.
„Milia is een poschepper" daar weer
onder en tot slot: „Wat je zegt, dat ben je
zelf."
Zo was het geëindigd, hun „sport" zoals ze
het zelf betiteld hadden. De eigenlijke oor
zaak, de oorzaak die hen genoopt had met
deze „sport" op te houden, lag echter heel
ergens anders.
Op een dag had Moeder, meekijkend over
hun achtjarige schouders, de aantekeningen
in het schrift gezien.
Wat is dat? had ze gevraagd.
Sport, antwoordden de tweelingen.
Wat voor sport,, wilde Moeder weten.
We tellen kusjes, was het prompt ge
geven antwoord.
Wahat.
Nou, gewoon, we tellen kusjes op. Een
uitgebreide verklaring volgde, een verwar
de verklaring voor Moeder, die moeite had
met de kinderlogica.
Kijk, hier in het midden staat: Robbie.
Aan de andere kant staat Milia en aan die
kant ik. Onder onze namen staan de kusjes
die Robbie ons gegeven heeft. We willen
evenveel kusjes. We zijn toch tweelingen.
Tweelingen hebben altijd alles precies het
zelfde. We schrijven het op om gelijk te
blijven, anders is het niet eerlijk en
endat noemen we sport.
Moeder schudde beduusd het hoofd. Ge
dachten als: moraal, opvoeding en moet-
dit-nu-gestraft, speelden krijgertje door
haar hoofd. De weg van haar intuïtie vol
gend liet zij de moraal en de straf varen en
begon zij omzichtig
de kinderen uit te
leggen, waarom je
zulke dingen niet
deedje laten
kussen door vreemde
jongetjes enzij
verwarde zich ondanks zichzelve in haar
grote-mensen-opinies en het tekort aan
overzicht over kleine-kinderen-affaires en
het maakte, dat zij de poging tot verstand
houding plotseling afbrak met de woorden:
Kort en goed, het mag niet!!
De kinderen, hoewel zij Moeders' woorden
niet begrepen, begrepen wel, dat er in haar
verwarring iets school waaraan zij schuld
hadden een schuld die gezocht moest
worden in de sport, die zij beoefenden. Het
werd door haar beiden uitgepraat boven
het schrift. En niet alleen bóven het schrift,
de scheldpartij erin was er het getuigenis
van.
HET WAS EIGENLIJK allemaal Vaders
schuld geweest. Maar toch ook wel die van
Moeder. Sinds Milia's vroegste herinnerin
gen was het zo geweest: Heleentje op Va
ders ene knie, Milia op de andere. Vader
die een kusje gaf aan de ene kant, een
kusje aan de andere.
Allebei evenveel, zei hij dan, een twee
ling moet altijd van alles precies evenveel
hebben.
Het werd een spelletje. Twee kusjes naar
de ene kant, twee naar de andere, drie, vier,
vijf, zesZo was het nu eenmaal
dezelfde jurkjes, dezelfde schoentjes,
dezelfde coupe in het haar. Daar was Moe
der verantwoordelijk voor, Vader vulde
alleen maar aan. Maar wel was hij verant
woordelijk voor het feit, dat hij van de kin
derliefde een spelletje had gemaakt. Ach,
lieve, goeie, argeloze Vader!!
Elk jaar liet hij van hem met zijn dochters
een foto maken ter ere van Moeders ver
jaardag. Op de foto's van één tot en met
zes jaar zaten de dochters op Vaders
knieën. Daarna volgden de foto's, waarop
de tweeling naast die knieën stonden, met
de kopjes geleund tegen Vaders schouders
en last but not least de foto's waarop ze
verhuisd waren achter Vaders schouders
en met spitse pubergezichtjes daarover
heen keken. Met die puberteit was plotse
ling 't spel weer opgeflakkerd. Stiekem nu,
zonder boekhouding, samen fluisterend in
bed.
Hoeveel, fluisterde de één.
Drie, grinnikte de ander.
Het spel was in deze jaren door zijn inge-
wikkelheid veel aardiger geworden, inge
wikkeld doordat ze haar gelijkenis tegen
over haar slachtoffer uitspeelden. Op de
danslessen, die zij volgden, verwisselden ze
doodklam van naam om zodoende aan haar
trekken te komen. Toch bleef het een sport,
meer niet.
ZE WAREN AL zeventien jaar en de
„sport" verzand tussen proefwerken en
examens had al geruime tijd zijn invloed
laten schieten, toen ze Patrick leerden
kennen. Patrick met zijn donkerrode krul
lendos, zijn donkere ogen, zijn sproeten-
r.eus en zijn ranke manier om met de han
den in de zakken over hun tuinhekje te
springen. Gedrieën maakten ze wandelin
gen,: tennisten ze en boomden ze 's avonds
languit gelegen op het grasveldje in de
voortuin-
Op een avond, toen Milia even bij een
vriendin was om nadere informaties over
haar huiswerk in te winnen, bleken bij
haar thuiskomst Heleentje en Patrick ge
vlogen. Milia, nijdig omdat ze zonder
waarschuwing plotseling buitengesloten
was, hing eerst nog wat rond in huis en
begaf zich toen uit landerigheid naar bed.
Terwijl ze zich met wilde wraakplannen
bezig hield, stond Heleentje opeens in de
kamer.
Hallo, zei Heleentje en er was een kwasi
joviale klank in haar stem.
Hi, antwoordde Milia evenzo kwasi, maar
dan onverschillig.
Ze richtte zich op een elleboog op
en zag haar zuster door haar oog
haren aan. Ze wilde een strenge enquête
beginnen, doorspekt met in diverse schone
zinswendingen verpakte verwijten en was
reeds met „Wat verdraaid onsportief
begonnen, toen het woord sportief haar
plotseling de „sport" in herinnering bracht.
Ze grinnikte. Haar zusje veelbetekenend
aanziend vroeg ze:
Hoeveel?
Heleentje, die op de rand van haar bed
dromerig voor zich uit zat te staren, zag
haar even niet begrijpend aan. Maar ter
wijl Milia haar vraag nu indringender her
haalde, begon ze tot in haar nek te blozen,
zo zelfs dat Milia haar nu op haar beurt
een blik van niet begrijpen toewierp.
Nou, drong Milia echter verder aan,
krijg ik nog antwoord? Hoeveel!!
Eén, fluisterde Heleentje, terwijl ze de
ogen neersloeg.
(Nadruk verboden!