franse paragraaf Déodait Roclié bewandelt occulte wegen midden in 't land der ketters ligt het centrum van neo-catharisme Disneyland, sprookje dat millioenen kostte Marie-Antoinette De nieuwe leider Oude legenden. De Graalzoekers De Albigenzen Wederopbloei van de Catharenleer Dierbare vrienden Kort verhaal door Lizzy Sara May ccccccccccccco In het stille plaatsje Arques in het Zuiden van Frankrijk bloeit de leer van de Catha- ren (ook: Katharen of Albi- geuzen de laatste naam is aan die van de stad Albi ont leend) weer op. Het onder staande artikel geeft een im pressie van de vlakte van Lan- quedoc, tussen Perpignan en Avignon ongeveer, met het ge noemde dorp, waarvan men hiernaast een uit de lucht genomen foto ziet, als centrum Men zal zich herinneren uit de geschiedenis hoe in het begin van de dertiende eeuw het graafschap Toulouse het toneel van de gruwelijkste strijd tegen de godsdienstige secte der Albigenzen is ge weest. Déodat Roché streeft in deze verwarde tijd naar het absoluut goede (de naam Ca- tharen betekent: volmaakten of zuiveren). De aanhangers van het Neo-Catharisme be schouwen alles wat over de oude Albigenzen te ontdekken is als heilig. PARIJS, Augustus Robert Ran ters heeft onlangs in het weekblad voor kunsten en schouwspelen „Arts" de ge schiedenis opgehaald van twee Engelse dames, miss Moberley en miss Jourdan, die in Augustus 1901 in de tuinen van het paleis van Versailles wandelden en het pad naar het Petit Trianon insloegen, het mini- atuur-paleisje dat Lodewijk XV heeft laten bouwen en waar Marie-Antoinette zoveel mogelijk van haar tijd doorbracht. Op weg daarheen zagen zij eerst terzijde van het pad twee tuinlieden, gekleed in ongewone groene pakken en met driekante steken op het hoofd; vervolgens een onaangenaam uitziende pokdalige man in een lange wijde mantel en een breedgerande hoed. Daarna werden zij ingehaald door een hijgende jon geman in een zelfde costuum, die in halve zinnen aanspoorde naar „het huis" te gaan, haar de goede richting aangaf en toen even snel verdween als hij gekomen was. Tenslotte bemerkten zij op het terras van het huis een vrouw in een lichtgroene zomerjurk van excentriek model en met een witte hoed op blonde krullen, die even zwijgend opzag van een papier dat zij op armlengte hield, waarop zij mis schien aan het tekenen was. Achteraf bleek dat sommige van de tuinlieden in de tijd JACHTEND GING de Tour de France van Marie-Antoinette een pak droegen zo- door de velden der „ketters". Nu eens danige 'ge^t^ereeSS SiUtt o^arbonne. Esperaza QuMan, Ax- de boosaardige Graaf de Vaudreuil, dat de tes-1 hermes aan de voet der Fyreneën, vrouw in het lichtgroen precies Marie- dan via Foiz naar Toulouse enzovoorts. Antoinette was en dat de tuin, waarin zij Daarmee doorsneden de renners een ge- ±.Hen' ,was bied. d"t niet "Veen om de mooie natuur aangelegd volgens nooit uitgevoerde plan- 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7. nen uit de achttiende eeuw. neet belangwekkend is, clocli bovenalen steeds zweven deze oude legenden om de Nietzsche voort. Zijn dualistische leer om- Men kan niet anders, wanneer men cultureelhistorisch buitengewoon boei- bergen, even sterk als de grote fantasie- Zijn dualistische leer omtrent goed en door de lege zalen en de altijd drukbe- end De renners hadden noch voor het bi-ien uit "Gösta Berling" van Selma Lager- kwaad werd de geestelijke grondslag zochte tuinen van Versailles slentert, dan „„„7, ,;;j v;; 7 lof, bijen te groot voor de korven der wer- van het Manécheïsme. Hoe deze leer hen benijden die een fragment geschiede- e™, noch voor het andere tijd. Zl, had- keiijkheid. naar Zuid-Frankrijk is gekomen, staat nis op deze enig-ware manier hebben be- üen ëeen 00ë voor e bergen in de buurt In deze streek, waar nu de wijnstok tiert, historisch niet vast. Nieuwe inzichten den- leefd. In 1908 en 1928 zijn gelijksoortige van Quillan, waar de felrode aarde in kwam eenmaal de Catharenleer tot ont- ken aan een immigratie van Bulgaren in ondervindingen uit Versailles gemeld, uiter- scherp contrast met de "roene bossen er wikkeling, die aanleiding zou geven tot tot Languedoc, maar hoe dit ook moge zijn, de aard ook door Angelsaksen opgedaan. In ]mvJn ppn ntiverpeteliike aanblik biedt ?en moorddadige kruistocht, tot verwoes- twaalfde en dertiende eeuw hebben een de laatste jaren wordt het ene na het andere onveigeteiijKe aanblik biedt, ting en gruwelen. Het leek lange tijd, of de opbloei van deze gedachte in deze streek vertrek van het paleis opnieuw ingericht. ^ll zagen niet be prachtige, lichtgroene, leer uitgeroeid was, doch wonderlijk genoeg gekend. Zo sterk was de leer, dat ze on- Maar zelfs als dat werk een eind gevor- grote hagedissen, die lagen te zonnen op bloeit ze in onze tijd weer op. In geschriften danks kerkelijk verzet zich over aangren- derd is, zal de bezoeker nog moeite ge- een oude steen De renners keken alleen en op conSressen wordt ze beleden en door zende landen uitbreidde. Men wees de aan- noeg hebben om er het geringste van het maar meruit Voor niets hadden rii Hid dlcbters in de taal van Languedoc bezongen, hangers aan als Albigenzen, naar het cen- verdwenen leven in terug te vinden, ter- V? VOOru,UVo°r ™etS hadden zi] tijd. Midden in het land der kettersligt het trum der beweging, de stad Albi. wijl het parket kraakt onder zijn solide seconde, zeljs een tiende ervan, telt dorpje Arques te sluimeren in een stille De kracht van de leer steunde vooral op verzoolde schoenen. Een meer suggestieve in zo'n race. Zo symboliseren ze de mo- omgeving, 't Is alsof het zich bezint over haar absoluutheid. Ze kende alleen het ab- begichtiging zou misschien van buiten af derne mens voor wie snelheid leven is 5?* vfr}e^n' toen de stormen van de gods- soluut goede tegenover het absoluut kwade, door de ramen zijn, zodat de meubelen en die niet nmkiikt naar mat reraino bienststrijd over de velden joegen. Op het symboliseerd in een tweegodendom: Or- er kunnen uitzien of zij anderen ver- omKijm naai wat verging, dorpsplemtje verheft zich een rechthoek De uitwerking van deze gedachten was ge- wachten. De suggestiviteit daarvan is de IN HET LAND der ketters" dwalen van Platanen> in het midden een monu- moezd, de god van het goede. Ahriman, die grondslag van de „Son-et-Lumière"-pro- ook toeristen, soms alleen, soms in een ment* ,Een groepje mannen staat te mijme- van de boosheid. De eerste werd gesteund gramma's, spelen bij avond met schijn- kleine kudde. Zij tonen meer belangstel- r,en' aen t0.e valt e.r een woordEen wto door goede gaven als waarheidsliefde werners on hpt Vastppl ling doch ook zij hebben haast Zelden er een Oobeurtenis. eoede gezindheid. wiisheid en volharding oooooooooocooocooc werpers op het kasteel. In deze maanden is een deel van de zullen ze er rekenschap van geven, dat linkervleugel van het paleis van Versailles ze gaan door een streek, waar vijf culturen tijdelijk gemeubileerd met een tentoon- elkaar opvolgden, elk met een eigen karak- stelling over Marie-Antoinette, ter ge- ter, waarvan de sporen nog niet zijn uitge- legenheid van de herdenking van haar ge- wist. Men vindt er herinneringen aan de goede gezindheid, wijsheid en volharding, de tweede door bedrog en toorn. Aan het einde der dagen zou er een groot gericht en een algemene vergelding komen en door Ormoezd een onvergankelijk rijk worden oAAN HET EINDE van het pleintje staat gevestigd. De mens had tot opgave Or- boorte tweehonderd Jaar geleden. Er is een oudst bekende bêwöners"dë °Keltën," die het huis van Déodat Roché, de man, die moezd in zijn eigen strijd tegenover Ahri- voortreffelijke collectie bijeen gebracht: hier hun leven leefden tót de legers' van het neo-catharisme leidt. Men noemt hem man bij te staan. portretten van de Oostenrijkse keizerlijke Caesar ze tot deel maakten van het mach- »le Parfait" zoals eens de Catharen hun Deze dualistische wereldbeschouwing familie en schilderijen van hun paleizen uit tige Romeinse rijk. De Romeinen moesten geestelijke leiders deden. Als wij hun te stond door de rationalistische tendentie in Weense musea, talrijke Franse portretten na eeuwen het land ruimen voor de spreken vragen, staat hij ons als Hollan- tegenstelling met het speculatieve monisme van de koningin, haar gezin en de hofhou- Goten, die weer weken voor de Mohamme- ders graag een onderhoud toe en leidt ons der Indiërs en verschilde er van ook door ding, manuscripten, reisnécessaires, sie- daanse Arabieren, op hun beurt wijkend in ziJn wat d»nker bureau vol geschriften de voorliefde voor 'n practische levenszin, raden, meubelen, boeken, het kinderkoetsje voor de Christelijke Franken. en boeken. Hij is président van het tribu- Niet de verlossing uit deze wereld, doch de waarin de Dauphin met 'n span van geiten Keltische en Romeinse herinneringen naal van Béziers geweest. Net is hij als 74- overwinning van het boze is haar gods door het park van Saint-Cloud placht te zijn er vele. Voor het zien van oude Ro- jarige afgetreden en wijdt zich geheel aan dienstige taak. De Cathaar tracht de zege rijden en de serie van zeven tapijten, zon- meinse waterkruiken behoeft men niet naar ziin studie en de leiding van de nieuwe be- te behalen door een positieve zekerheid in derling genoeg de onheilspellende geschie- musea te gaan, de bewoners hebben ze nog weging. levenshouding. Daarom noemde hij zich denis van Medea verbeeldend. steeds in gebruik. In Chateau de Rennes zien vóór ons een lange, slanke en Cathaar, de zedelijk reine. Waarheidszin, Er blijft tenslotte ook een indruk toont men de belangstellende bezoeker wat statige man met een scherp getekend, benig gerechtigheid en trouw waren zijn hoog uit over van de drie phasen in het leven de Goten schiepen, in de kerken zijn nog gezicht en grote, levendige ogen. Hij heeft, ste levenswaarden. Had hij in dit leven van de koningin: die van het betrekkelijk genoeg Arabische motieven te vinden. merkte een schrijver op, de eenvoud van niet de volledige puurheid verworven, dan bescheiden gezinsleven in Wenen, die van de dure glorie aan het Franse hof en die van het maar half begrepen geweld van de revolutie. Met dat al eigenlijk weinig persoonlijks. En toch was het niet de BIJ DEZE levensbeschouwing past de een Griekse wijze en de glimlach van een zou zijn ziel gereïncarneerd worden en heilige. Uit de volheid van zijn kennis en tenslotte na de laatste incarnatie als in zijn ideaal deelt hij ons met gulheid mede het Boeddhisme de gehele zuiverheid en neemt er ruim de tijd voor. Als twee bereiken. DE HEERSERS gingen, de herinneringen jonge poesjes baldadig in de papiermand functie, die van de geenszins bijzonder be- bleven. In de Cité de Carcassonne de ge- huishouden en hij denkt, dat het gefrun— kwame Marie-Antoinette zo'n beroemd his- weldige vesting, verscheidene hectares nik ons hindert, zet hij de mand en de poes- torisch personage heeft gemaakt. Enerzijds groot, met ruim vijftig hoektorens be- jes in de corridor om ze bij ons vertrek is het haar einde, dat men liever beklaagt leeft men de middeleeuwen. Men vindt er terug te vinden, spelend met de inhoud van dan dat toch belangrijker van de zowel de wrede kerker met de kettingen, de mand, die verstrooid in de gang ligt. Ik Graalgedachte, die nog steeds in het land dikke koning, anderzijds is het dan ook waaraan de slachtoffers een harde dood merk het aan zijn reactie nu ook, hij heeft der „ketters" leeft. Men beweert zelfs, dat haar charme, die zij echter niet op tentoon- stierven, als de eestzaal, waar de genodig- de glimlach van een wijze. En deze wijze tijdens de bezetting in de tweede wereld stellingen laat zien, alleen soms in de tuin den de troubadours hoorden, die de ridder- vertelt. oorlog de Duitsers opgravingen verrichtten voor een paar verdwaalde Engelsen. verhalen voordroegen, de edelvrouwen be- Hij vertelt van zijn leven, dat van zijn om naar de Graal te zoeken en dat Wagner zengen en de vele legenden, zoals die van veertiende jaar af aan geestelijke vraag- elk jaar deze streken bezocht. De Graal, de heilige Graal, in het leven hielden. Nog stukken was gewijd. De belangstelling voor meende men, was de heilige schotel, een- 1 deze problemen betekende voor hem ze te maal door God uit een edelsteen gevormd, ~Q— beleven. Nu is hij leider van het Neo- die uit de kroon van de afvallige Lucifer Catharisme, dat de idealen van de oude gebroken was. De schaal had een won- Catharen weer tot leven wil brengen. De derbaarlijke werking. Zij werd slechts aan occulte richting, waarin de gedachten van de wijste en beste geschonken. Ten tijde Déodat Roché gaan, komt naar voren als van Christus was Jozef van Arithmathea hij zegt: „Wij gaan door een verwarde tijd, de bezitter. Hij ving er het bloed van de terwijl wij in het teken van de Vissen doorstoken Heiland mee op. Vele eeuwen staan. De volgende periode is die van de werd niemand waardig bevonden de Graal Waterman, dat wil zeggen die van de geest, te bezitten. Dan droegen de engelen hem de Apocalypse volgens de opvatting van zwevend in de lucht tot eindelijk Titurel Manès en wij moeten ons daarop voor- van Anjou waardig bevonden werd en hem bereiden." in Spanje mocht opsporen. Daar vandaan Hiermede wijst Déodat Roché de bron kwam hij naar Zuid-Frankrijk, aan, waaruit het Catharisme vloeide en die Het Catharisme hield de Graalgedachte het Neo-Catharisme na zeven eeuwen op- in hoge ere, het Neo-Catharisme doet dit nieuw heeft ontdekt. Manès was de P?r- niet minder. Het dacht en denkt zich zijn zische wijze uit de derde eeuw na Chris- oorsprong in het Manécheïsme en ziet in tus, die het Christendom trachtte te ver- de tegenstelling van de lichtende heiligheid zoenen met de leer van Zarahtustra van de Graal met de donkere afgrond van twaalf eeuwen voor hem. De laatste wijs geer leeft in „Also sprach Zarathustra" van (Zie verder pagina 5) RXXAfOD (Vervolg van pagina 4) het kwaad de bron tot uiteindelijke, zede lijke verhefing. Hier vindt de richting van het Neo-Catharisme aansluiting bij de anthroposophie van Rudolf Steiner: beide richtingen verwachten heil uit het Oosten en wensen hierdoor het Westerse leven te bevruchten en te verdiepen. Het Neo-Catharisme beschouwt alles, wat over het oude Catharisme te ontdekken is, als heilig. De aanhangers houden pelgrims tochten naar de heilige oorden en beschou wen deze als het gunstigst voor hun mys tieke meditaties. Typerend voor hun ge- dachtenwereld is ook, dat Déodat Roché met zijn adepten telkens het rijzen van de zon gaat beleven. HET NEO-CATHARISME omweeft het leven der Albigenzen met mystieke heilig heid. Hoe denkt hierover de nuchtere his torie? De richting vond in de twaalfde eeuw kracht in de kerkelijke toestanden, die veel te wensen lieten. Kijk naar de bisschoppen, zeiden de priesters der Catharen tegen hun volgelingen. Zij komen te paard en predi ken over Christus, die te voet ging, zij zijn rijk en hij was arm, zij worden geëerd, hij werd veracht en vernederd. Hoe kan men geloof schenken aan zulke lieden? Hier tegenover prediken de „parfaits" zedelijke reinheid. Er was echter meer. Zij verkondigden leerstellingen, die zowel de kerk als de ge meenschap bedreigden, bijvoorbeeld afwij zing van het kerkelijk gezag, zielsverhui zing, veroordeling van de sacramenten van het huwelijk en van de eigendom. Deze opvattingen werden in het geheim of open lijk gesteund door een groot aantal edelen en zelfs door bisschoppen. Toen in 1167 een groot concilie van het Catharisme werd gehouden, presideerde de bisschop van Con- stantinopel en was een bisschop van Tou louse onder de aanhangers. Niet altijd kwam de steun uit overtui ging voort, niet zelden speelde vooral bij de edelen het eigenbelang een rol. Men vond in steun aan de richting een grond slag om de goederen der kloosters en die van de kerk te plunderen. Onder de edelen traden de graaf van Toulouse en de burg graaf van Béziers op de voorgrond. Door dit alles voelde de kerk zich be dreigd. De geestelijkheid werd hier en daar verjaagd, enkelen lieten het leven. Toen de geestelijke bestrijding van het Catharisme vruchteloos bleef, greep de Paus naar machtsmiddelen. Hij predikte de kruistocht, die twintig jaar duurde en rijk was aan gruwelen. De strijd eindigde met de vrij wel gehele uitroeiing van de „ketterse" richting, de mooie vallei van Langue-d'Oc werd door de brandstapels voor de gelovige Catharen verlicht. Een der laatste toe vluchtsoorden was de oud-Romeinse burcht le Montségur. Deze werd middelpunt van de beweging en hield zich lang staande tot verraad de val en de verwoesting bracht. Onder de as van de ruïnes en de slachtoffers van het Catharisme is de vonk blijven smeulen. Het vuur van een nieuw ideaal gloeit in de vel den der „ketters" in het bijzonder in het stille plaatsje Argues, waar Déodat Roché denkt, werkt en leidt. Voor onze nuchtere tijd een voorbeeld. Dr. S. ELZINGA Autobiografie. De wereldberoemde Mexicaanse muurschilder Diego Rivera is voornemens zijn langdurig gedwongen ver blijf in een ziekenhuis te gebruiken om zijn autobiografie te schrijven. Onlangs heeft het de aandacht getrokken, dat hij een op merkelijk beeld van de Indiaanse koning Cuauntemoc heeft gemaakt. Rivera heeft echter verklaard, dat hij het beeldhouwen niet beschouwt als een nieuwe fase in zijn kunstenaarsbestaan. CALIFORNIë (United Press) Walt Disney, de man die in 1923 in Hollywood aankwam met nog veertig dollar op zak en een idee over een muis, sindsdien wereld beroemdheid heeft verworven en meer dan twintig „Oscars" gewonnen met zijn film prestaties, is er in geslaagd de droom te verwezenlijken, die hij zich bij de geboor te van zijn eerste kind gevormd had: drie weken geleden is Disneyland geopend, een groot park, een wonderstad, een sprookjes land, met een oppervlakte van vierentwin tig hectaren, dat zeventien millioen dollar heeft gekost. Disneyland is aangelegd op een terrein bij het plaatsje Anaheim, waar vroeger si naasappelboomgaarden waren. Het heeft heel wat moeite gekost het gehele terrein uit handen te krijgen van de diverse eige naren. Tenslotte gaf iedereen toe, behalve een man die op zijn terrein twee palm bomen had staan, waaronder hij vroeger getrouwd was en die hij om sentimentele redenen niet wilde afstaan. Eindelijk kreeg Disney ook dit stukje land in handen met de belofte dat de twee bomen zouden blij ven staan. Dwars door Disneyland loopt de hoofd straat van een Amerikaanse stad anno 1890, compleet met spoorstation, operagebouw, stadhuis, ouderwetse winkels en gaslan taarns. Paardentrammetjes rijden hier en van tijd tot tijd trekt de brandweer uit met een door hollende paarden getrokken spuit, die de bezoekende kinderen mogen helpen bedienen. Van hieruit kan men de vier ge bieden bereiken waaruit Disneyland be staat. Eerst Het Land van Morgen, de we reld van 1986 met een raketschip dat tocht jes naar de maan maakt. Alle attracties worden door zakenfirma's geëxploiteerd. Daarna komt het Land der Verbeelding: hier ligt het slot van Doornroosje, compleet met schone slaapster, hier lopen de wonder lijke figuren rond uit Alice in Wonderland, Peter Pan en kinderboeken en andere sprookjes. In Grensland herleeft de tijd der Amerikaanse pioniers, met blokhutten, cowboys, Indianen en raderboten. Op ge zette tijden kan men een „overval" van In dianen op een postkoets beleven, waarbij de bezoekers als de passagiers mogen fun geren. Het laatste is Het Land van Avon tuur, een vreemd mengelmoes van Tahiti, Afrika en India, met natuurgetrouwe na bootsingen van wilde dieren. Daarmede zijn de attracties van Disney land echter bij lange na niet opgesomd. Er zijn twintig restaurants en broodjeswin kels, die achtduizend mensen per uur moeten en ook kunnen spijzigen en laven. Het succes van Disneyland heeft tot dus ver alle verwachtingen overtroffen. Disney had gerekend op vijf millioen bezoekers per jaar, die elk gemiddeld twee dollar zouden uitgeven. Maar de schattingen na drie weken gewagen van tien millioen be zoekers per jaar met een totale recette van veertig millioen dollar. Disneyland is meer dan een vermaaks- park. Het is een instelling, die de omlig gende streek economisch verandert. Het plaatsje Anaheim heeft de gevolgen reeds duidelijk ondervonden. Disney geeft aan vele handen werk: verklede parkwachters, onderwijzers en kinderverzorgsters, par keerwachten, kellners, koks en borden wassers, politieversterking en extra perso neel voor de telefooncentrale. Er is een nieuw postkantoor geopend. Op Ameri kaanse kaarten wordt thans ingevuld: Dis neyland, U.S.A. Overigens was het geen commercieel idée. „Disneyland is gewijd aan de idealen, de dromen en de harde feiten welke Ame rika hebben geschapen, met de hoop dat het een bron van vreugde en inspiratie zal zijn voor de hele wereld", zo heeft de gees telijke vader van deze fantastische onder neming verklaard. V- /vOv>ü**>eiiAdLa. Onder moeders paraplu MILIA SLOOT het deksel van de boeken kist en opende het schrift, dat ze zojuist tussen allerlei oude schoolschriften en boeken gevonden had. Bovenaan, midden op de bladzijde, stond in onregelmatige hanepoten geschreven: Keesje. Daaronder, gescheiden door een potloodstreep over de hele lengte van de bladzijde: Milia en Heleentje. Onder elk der namen volgde een lange reeks van cijfers, van één tot en met vijf, die onderaan de bladzijde waren opgeteld. Achttien was het eindgetal. Langzaam, verdiept in de cijfers, maar nog meer verdiept in haar gedachten die namen met tijdstippen ver bonden, sloeg Milia bladzij na bladzij om. Naarmate ze in het schrift vorderde, wer den de eerste kreukige letters en cijfertjes gladder, om op de laatste beschreven blad zijde plaats te maken voor een formele, op papier uitgevochte, ruzie. „Milia is gek!" stond er in driftige letters. „Heleentje is gek!" volgde daar onder. „Milia is een poschepper" daar weer onder en tot slot: „Wat je zegt, dat ben je zelf." Zo was het geëindigd, hun „sport" zoals ze het zelf betiteld hadden. De eigenlijke oor zaak, de oorzaak die hen genoopt had met deze „sport" op te houden, lag echter heel ergens anders. Op een dag had Moeder, meekijkend over hun achtjarige schouders, de aantekeningen in het schrift gezien. Wat is dat? had ze gevraagd. Sport, antwoordden de tweelingen. Wat voor sport,, wilde Moeder weten. We tellen kusjes, was het prompt ge geven antwoord. Wahat. Nou, gewoon, we tellen kusjes op. Een uitgebreide verklaring volgde, een verwar de verklaring voor Moeder, die moeite had met de kinderlogica. Kijk, hier in het midden staat: Robbie. Aan de andere kant staat Milia en aan die kant ik. Onder onze namen staan de kusjes die Robbie ons gegeven heeft. We willen evenveel kusjes. We zijn toch tweelingen. Tweelingen hebben altijd alles precies het zelfde. We schrijven het op om gelijk te blijven, anders is het niet eerlijk en endat noemen we sport. Moeder schudde beduusd het hoofd. Ge dachten als: moraal, opvoeding en moet- dit-nu-gestraft, speelden krijgertje door haar hoofd. De weg van haar intuïtie vol gend liet zij de moraal en de straf varen en begon zij omzichtig de kinderen uit te leggen, waarom je zulke dingen niet deedje laten kussen door vreemde jongetjes enzij verwarde zich ondanks zichzelve in haar grote-mensen-opinies en het tekort aan overzicht over kleine-kinderen-affaires en het maakte, dat zij de poging tot verstand houding plotseling afbrak met de woorden: Kort en goed, het mag niet!! De kinderen, hoewel zij Moeders' woorden niet begrepen, begrepen wel, dat er in haar verwarring iets school waaraan zij schuld hadden een schuld die gezocht moest worden in de sport, die zij beoefenden. Het werd door haar beiden uitgepraat boven het schrift. En niet alleen bóven het schrift, de scheldpartij erin was er het getuigenis van. HET WAS EIGENLIJK allemaal Vaders schuld geweest. Maar toch ook wel die van Moeder. Sinds Milia's vroegste herinnerin gen was het zo geweest: Heleentje op Va ders ene knie, Milia op de andere. Vader die een kusje gaf aan de ene kant, een kusje aan de andere. Allebei evenveel, zei hij dan, een twee ling moet altijd van alles precies evenveel hebben. Het werd een spelletje. Twee kusjes naar de ene kant, twee naar de andere, drie, vier, vijf, zesZo was het nu eenmaal dezelfde jurkjes, dezelfde schoentjes, dezelfde coupe in het haar. Daar was Moe der verantwoordelijk voor, Vader vulde alleen maar aan. Maar wel was hij verant woordelijk voor het feit, dat hij van de kin derliefde een spelletje had gemaakt. Ach, lieve, goeie, argeloze Vader!! Elk jaar liet hij van hem met zijn dochters een foto maken ter ere van Moeders ver jaardag. Op de foto's van één tot en met zes jaar zaten de dochters op Vaders knieën. Daarna volgden de foto's, waarop de tweeling naast die knieën stonden, met de kopjes geleund tegen Vaders schouders en last but not least de foto's waarop ze verhuisd waren achter Vaders schouders en met spitse pubergezichtjes daarover heen keken. Met die puberteit was plotse ling 't spel weer opgeflakkerd. Stiekem nu, zonder boekhouding, samen fluisterend in bed. Hoeveel, fluisterde de één. Drie, grinnikte de ander. Het spel was in deze jaren door zijn inge- wikkelheid veel aardiger geworden, inge wikkeld doordat ze haar gelijkenis tegen over haar slachtoffer uitspeelden. Op de danslessen, die zij volgden, verwisselden ze doodklam van naam om zodoende aan haar trekken te komen. Toch bleef het een sport, meer niet. ZE WAREN AL zeventien jaar en de „sport" verzand tussen proefwerken en examens had al geruime tijd zijn invloed laten schieten, toen ze Patrick leerden kennen. Patrick met zijn donkerrode krul lendos, zijn donkere ogen, zijn sproeten- r.eus en zijn ranke manier om met de han den in de zakken over hun tuinhekje te springen. Gedrieën maakten ze wandelin gen,: tennisten ze en boomden ze 's avonds languit gelegen op het grasveldje in de voortuin- Op een avond, toen Milia even bij een vriendin was om nadere informaties over haar huiswerk in te winnen, bleken bij haar thuiskomst Heleentje en Patrick ge vlogen. Milia, nijdig omdat ze zonder waarschuwing plotseling buitengesloten was, hing eerst nog wat rond in huis en begaf zich toen uit landerigheid naar bed. Terwijl ze zich met wilde wraakplannen bezig hield, stond Heleentje opeens in de kamer. Hallo, zei Heleentje en er was een kwasi joviale klank in haar stem. Hi, antwoordde Milia evenzo kwasi, maar dan onverschillig. Ze richtte zich op een elleboog op en zag haar zuster door haar oog haren aan. Ze wilde een strenge enquête beginnen, doorspekt met in diverse schone zinswendingen verpakte verwijten en was reeds met „Wat verdraaid onsportief begonnen, toen het woord sportief haar plotseling de „sport" in herinnering bracht. Ze grinnikte. Haar zusje veelbetekenend aanziend vroeg ze: Hoeveel? Heleentje, die op de rand van haar bed dromerig voor zich uit zat te staren, zag haar even niet begrijpend aan. Maar ter wijl Milia haar vraag nu indringender her haalde, begon ze tot in haar nek te blozen, zo zelfs dat Milia haar nu op haar beurt een blik van niet begrijpen toewierp. Nou, drong Milia echter verder aan, krijg ik nog antwoord? Hoeveel!! Eén, fluisterde Heleentje, terwijl ze de ogen neersloeg. (Nadruk verboden!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1955 | | pagina 12